Beste collega’s,
Het is 2008 en op deze dag wil ik jullie allen van harte een goed jaar toewensen. Ik hoop van harte dat het jullie voor de wind zal gaan in alle opzichten. Voor sommigen zal dit jaar een voortzetting zijn van geluk, voor anderen zal 2008 een nieuw begin zijn. Een nieuw begin na een jaar van zorg en verdriet. Wat er ook met ons korps gebeurd is en nog staat te gebeuren, het valt in het niet bij het verdriet om hen die ons in 2007 zijn ontvallen of die ernstig ziek zijn geworden. We wensen de naasten toe, dat 2008 hen kracht mag brengen. In 2007 zijn vijf collega’s overleden. We willen hen eren door hun naam hier nogmaals te noemen.
Dit korps heeft in 2007 op forse wijze het nieuws gehaald en we stonden er bijzonder gekleurd op. Veel verhalen over intimidatie en discriminatie, saleand-leaseback, declaratiegedrag en wel of niet verdwenen rapporten. Het onderzoek van de heer Cornielje had als conclusie dat van al deze zaken niets is gebleken of dat deze niet bewezen konden worden. Ik weet dat veel mensen daar gemengde gevoelens over hebben; als iets niet bewezen is, wil dat nog niet zeggen dat het ook niet is gebeurd. Ik heb voortdurend gezegd dat een beter onderzoek niet denkbaar is, dat er ook geen beter onderzoek zal komen die andere dingen aan het licht zal brengen. De poging van de
Nederlandse Politiebond lijkt me daarvoor een afdoend bewijs. We zullen het dus moeten doen met de uitkomsten van ‘Cornielje’, we moeten verder. En volgens mij heeft de grote meerderheid van het korps de knop ook daadwerkelijk omgezet. Ik zie en merk nieuw elan, nieuw vuur om in 2008 het korps op een goede manier neer te zetten. Zo goed, dat het vertrouwen van het publiek wordt teruggewonnen nadat we het een beetje zijn kwijtgeraakt. We zijn in 2007 de diepte ingegaan, maar een dal is nooit eindeloos. We gaan weer omhoog. Ik zal 2007 derhalve herinneren als een jaar waarin we een knik hebben aangebracht in de neergaande trend; een breuk met het verleden. We hebben afgerekend met onze geschiedenis en we zijn dus klaar voor de toekomst. Klaar voor de start, niet alleen van 2008 maar ook van een nieuwe periode. Dit jaar is een Olympisch jaar, een jaar waarin de ogen gericht zullen zijn op de Spelen in Beijing. Ook het korps zal topprestaties moeten gaan leveren, gaat die prestaties ook leveren.
We zijn dat verplicht aan de samenleving. Hoewel de maatschappij veiliger wordt, moeten we ons met ons allen wel zorgen maken over de toename van agressie, geweld en hufterig gedrag. Die confrontaties vinden plaats tussen burgers maar ook met de overheid en laat het me nog eens duidelijk maken: ik tolereer geen geweld tegen medewerkers van het korps. Ik zeg het collega Leon Verver na, die na de schermutselingen in Lunteren dit jaar zei: “Van
mijn mensen blijf je af”. U zult dan ook begrijpen dat ik zeer ingenomen ben met het initiatief van de VNG. Ook de gemeenten zijn het hufterige en vernielzuchtige gedrag beu en wiullen daar paal en perk aan stellen. Het toenemende geweld heeft te maken met het toenemende wapenbezit en het gebruik van alcohol en drugs. Ontegenzeggelijk is ook de vertoning van gewelddadige films op TV (ook op tijdstippen dat jongeren nog niet in bed liggen) een factor van betekenis. We zijn als politie in staat om hier goed tegen op te treden, sterker nog door een goede informatiehuishouding (verzamelen en analyseren!) kunnen we zelfs toekomstige risico’s gaan inschatten. Als het dan toch fout is gegaan, moeten we strak optreden: professioneel, de-escalerend en op tijd. Wat mij betreft krijgt dit de hoogste prioriteit. Met onze bevoegdheden staan we daarmee zij aan zij aan andere spelers in het veld: ouders, burgers, hulpverleners, onderwijzers, sportleiders etc.). Er wordt een groot beroep gedaan op de professionaliteit van ook het korps Gelderland-Midden, dat meer dan ooit als eenheid zal moeten optreden. In 2008 zullen wij opnieuw onze nieuwe lijfspreuk Waakzaam en Dienstbaar ten volle waar moeten maken.
We gaan in het nieuwe jaar dan ook –eindelijk- een regionaal korps bouwen; daar is het immers tot nog toe nog niet van gekomen. Formeel zijn we één, maar te vaak gebeurt het –mag ik het eens huiselijk zeggen?- te veel op
eigen houtje en volgens eigen inzichten. De plannen voor uniformering en regionalisering zijn gemaakt en worden het komende jaar in praktijk gebracht. 1 De noodhulp zal weer centraal worden aangestuurd 2 We krijgen een zeer professioneel call-center, waardoor burgers uitstekend worden bediend. 3 Het gebiedsgericht werken krijgt ruim baan en de wijkagent krijgt de centrale plek die het hoort te hebben. 4 De stafdelingen Personeel&Organisatie, Communicatie en Informatiemanagement worden geregionaliseerd, zodat op die gebieden eenheid van beleid ontstaat. 5 Er zal veel aandacht zijn voor het investeren in de medewerkers, zodat iedereen met kennis en vaardigheid hun belangrijke rol in de organisatie kan vervullen.
Maar er zijn meer belangrijke ontwikkelingen. Het korps krijgt een omvangrijk en professioneel netwerk van vertrouwenspersonen (de selectie is in volle gang) waardoor collega’s in alle rust en veiligheid hun beklag kunnen doen over ongewenst gedrag. Ik hoop dat ze het zeer rustig krijgen, maar zeker weten doe ik het niet. Het is belangrijk dat iedereen weet dat de korpsleiding in beginsel aan de kant staat van mensen die zich niet veilig voelen in de organisatie. Integer gedrag is van groot belang; immers, wat moeten burgers van wie de integriteit is geschonden bij een politie die het
daar zelf niet zo nauw mee neemt. Misschien zijn we als politie wel te laconiek geweest op dit gebied, maar ook daar zal 2008 verandering in brengen. Integriteit buiten begint bij integriteit binnen. Iedereen heeft recht op een veilige en waardige werkomgeving. Dit jaar zult u veel gaan horen over de ‘code Blauw’, waarin de regels staan voor hoe we met elkaar om willen gaan en hoe we ons gedragen en de organisatie representeren. We moeten met ons allen trots zijn op ons korps en elkaar aanspreken als we denken dat de ander het beter kan doen. ‘Code Blauw’ is een omvangrijk pakket, waar ook het Bureau Integriteit en Veiligheid een belangrijke rol in zal spelen. Een opvallend aspect zal echter onder meer zijn de manier waarop we ons kleden. Er zullen dan ook eisen worden gesteld hoe we in uniform op straat verschijnen. Maar ook aan collega’s die in burgertenue werken wordt gevraagd zich te kleden volgens bepaalde normen. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om mijn particuliere opvatting. Het gaat om de vraag hoe de Nederlandse politie zich presenteert in haar rol als waardige vertegenwoordiger van de rechtstaat.
Verder gaan we de huisvesting van het korps bekijken. Het streven is er op gericht alle regionale voorzieningen centraal te huisvesten. Waar dat precies zal zijn weet ik nog niet, maar de richting lijkt me duidelijk. Het bureau aan de Beekstraat in Arnhem zal uiteindelijk een districtsbureau worden, zonder regionale diensten binnen de poort.
U merkt, veel ontwikkelingen staan op stapel maar we zijn het de burger verplicht. Ik blijf nog enkele maanden extra uw korpschef, met Ton Lith en Rob Tanis aan mijn zijde. Ik ga er echter vanuit dat de nieuwe korpschef zich snel zal aandienen. Hij zal u voorgaan in het realiseren van alle plannen en ik ga er vanuit dat u hem zult volgen. We moeten voortdurend streven naar beter. Ik voorspel u nu dan ook –aan het begin van 2008- dat ook 2009 het nodige zal brengen. Veranderen om de verandering, zullen sommigen opmerken. Maar dat is niet juist. Als je je niet tijdig aanpast aan veranderende omstandigheden zul je door de tijdgeest overvaren worden en dat is geen plezierige aangelegenheid zoals wij aan den lijven hebben ondervonden. Niet voor niets is het motto van de Olympische beweging: Citius -Altius - Fortius. Latijn voor: sneller, hoger, sterker.
Tot slot wil ik iets opmerken over de acties die de vakorganisaties voeren voor een betere CAO. Ik vind dat het inderdaad op hun weg ligt om dat soort zaken voor ons te behartigen en dat zij er terecht naar streven dat politiemensen in hun verantwoordelijke functies behoorlijk worden beloond. Actie voeren is voor politiemensen echter een lastig fenomeen, het lijkt niet zo bij ons te passen. Hoe ingewikkeld het is bleek wel weer rond het voetballen en de bewaking van ambassades. Toch is het soms het enige middel om je eisen kracht bij te zetten. Ik heb een goed overleg met de regionale vertegenwoordigers van de vakorganisaties over wat mijns inziens wel en niet kan. Wat wij samen
moeten vermijden is dat wij als kemphanen tegenover elkaar komen te staan. Straks komt men in Den Haag toch tot overeenstemming en dan moeten ook wij weer met elkaar verder. Hoe hectisch het eventueel ook moge worden, dit houd ik steeds voor ogen.
Van mijn kant wens ik u succes toe voor het komende jaar.