Het hindoeïsme Hoe is het hindoeïsme ontstaan? Het hindoeïsme heeft geen stichter. Voor het ontstaan van het hindoeïsme moeten we naar India gaan: een groot land in Azië. Eeuwenlang leefden in dat land heel veel mensen op verschillende manieren. De manier waarop mensen leven, wordt cultuur genoemd. Er waren dus veel verschillende culturen. Uit al die culturen en godsdiensten is in de loop der eeuwen het hindoeïsme ontstaan. Een aanhanger van het hindoeïsme wordt hindoe genoemd. Het woord hindoe betekent Indiër. De naam hindoeïsme komt van de rivier de Indus. Deze rivier ligt natuurlijk ook in Ind….Mis! De rivier Indus ligt in Pakistan. Het hindoeïsme is een wereldgodsdienst Een wereldgodsdienst is een godsdienst die over de hele wereld voorkomt. Dat geldt voor het hindoeïsme zeker. Hindoes leven vooral in India, maar ook in delen van Indonesië, in Birma, Sri Lanka en Suriname. Vanuit Suriname kwamen veel hindoes naar Nederland. Brits-Indië is in 1947 onafhankelijk geworden. In 1948 werd het land verdeeld in twee aparte landen: Pakistan en India. In Pakistan leven veel islamieten en in India veel hindoes. Veel is eigenlijk één. De enige echte hindoegod is Brahman. Volgens de Hindoes is Brahman in wezen alles. Hij is overal en altijd aanwezig: in de natuur, in het leven van alledag en in de mens. Je zou kunnen zeggen: in alles wat bestaat, is Brahman aanwezig.
Als hindoes iets moeilijks proberen uit te leggen, gebruiken ze vaak een voorbeeldverhaaltje. Stel je eens voor: je staat in een grote glazen bol. Die bol is gemaakt van oneindig veel stukjes glas. Zo’n stukje glas krijgt een kleur als de zon erop schijnt. Doordat de aarde draait, schijnt de zon telkens op een ander gedeelte van de bol. Je ziet dan ook dat er steeds een andere kleur verschijnt. Eigenlijk zie je telkens een andere bol, terwijl het toch steeds dezelfde bol blijft. Verschil in perspectief. Zeven leerlingen maakten met hun meester ergens in het verre Oosten een ochtendwandeling. In het prille zonlicht schitteren de dauwdruppels. Bij een grote dauwdruppel liet de meester halt houden. Hij schaarde de leerlingen zo rondom de druppel dat de zon erop bleef schijnen en vroeg hun toen welke kleur de druppel had. Rood zei de eerste, oranje zei de tweede, geel zei de derde, groen zei de vierde, blauw zei de vijfde, paars zei de zesde en de zevende zei violet. Ze stonden verbaasd over deze verschillen, en aangezien ze er allen zeker van waren dat ze het goed zagen, kregen ze bijna ruzie. Toen liet de meester hen van plaats wisselen. En heel langzaam drong het tot hen door dat zij ondanks de verschillen van hun waarneming, toch allen de waarheid hadden gesproken.
Van het voorbeeldverhaaltje gaan we terug naar het hindoeïsme. Die grote bol kun je vergelijken met Brahman. De bol krijgt telkens een andere kleur.
1
Brahman kent verschillende verschijningsvormen. Drie van de belangrijkste verschijningsvormen zijn de schepper, de onderhouder en de vernietiger/vernieuwer. Over alle drie vormen willen we wat vertellen. De schepper God de schepper wordt Brahma genoemd. Hij schept/maakt alle dingen. Voor mensen is de schepper erg moeilijk te begrijpen. Het is ook erg moeilijk om Brahma te dienen. Er zijn dan ook weinig Brahma–tempels. Brahma wordt afgebeeld met vier hoofden (kijkend naar de vier windrichtingen). Vaak zit hij op Hamsa, een gans, zijn rijdier. De echtgenote van Brahma is Sarasvati, de godin van wetenschap, onderwijs en kunst. Ze wordt vaak met een luit afgebeeld. Haar rijdier is een pauw.
De onderhouder God de onderhouder wordt Vishnu genoemd. Vishnu onderhoudt en zorgt voor de schepping. De onderhouder helpt de mensen door tegen het kwaad te strijden. Zijn rijdier is garuda, een zonnevogel (een adelaar). Vishnu is getrouwd met Lakshmi, de godin van rijkdom, schoonheid en geluk.
De rijdieren helpen de goden en godinnen om zich te verplaatsen. Als ze nu zouden mogen kiezen, kozen ze misschien wel voor een mooie auto of de trein.
2
De vernietiger / vernieuwer God de vernietiger wordt Shiva genoemd. Shiva maakt het oude kapot om ruimte te maken voor het nieuwe. Denk maar eens aan het snoeien van bomen. De oude takken worden weggezaagd. Hierdoor komt er ruimte voor nieuwe takken. Daarom is Shiva ook de god van de vruchtbaarheid, van opnieuw geboren worden. Shiva is ook de god van de wedergeboorte. Shiva, de god van alles dat sterft en opnieuw wordt geboren. De stier Nandi is zijn rijdier
Shiva’s echtgenote is Parvati, de godin van de vruchtbaarheid. Ganesha en Kartikeya zijn hun kinderen. Zij rijdt heel vaak op een tijger.
Je moet dus goed onthouden dat Brahma, Vishnu en Shiva niet drie aparte goden zijn. Het zijn verschillende namen voor een en dezelfde god die op veel manieren kan verschijnen. Denk maar aan de glazen bol. En daarom is veel dus eigenlijk één. Het hindoeïsme kent nog veel meer goden. Elke familie, ja zelfs elke persoon, mag zelf kiezen welke goden er thuis vereerd zal worden.
Sarasvati, Lakshmi en Ganesha
3
De oerklank AUM (spreek langgerekt uit: oooohmm) is de oorsprong van alle geluid. De drie letters geven de de drie hoofdgoden Brahnma, Vishnu en Shiva weer. Alles is AUM, veleden, heden en toekomst, en alles dat buiten de tijd is.
Wedergeboorte Wedergeboorte wordt met een moeilijk woord reïncarnatie genoemd. In het hindoeïsme is dat erg belangrijk. Wedergeboorte betekent voor de hindoe: sterven, opnieuw geboren worden, sterven, enz. Door de wedergeboorte probeert de hindoe moksja te bereiken. Moksja is de verlossing. Mensen die slecht geleefd hebben, kunnen opnieuw geboren worden in het lichaam van een dier of plant. Wie goed heeft geleefd, wordt daarvoor beloond met een beter en mooier leven. Een beter leven is een leven dichter bij moksja. Een hindoe probeert in elk nieuw leven een stapje verder te komen. Het steeds opnieuw geboren worden, wordt het rad van Samsara genoemd. Alle goede en slechte handelingen die men tijdens het leven doet, worden karma genoemd.
Het hindoeïsme in Nederland Misschien weet je wel dat Nederland en Engeland vroeger ook de baas waren in andere landen hier ver vandaan. Die andere landen werden koloniën genoemd. India was een kolonie van Engeland. Het heette toen Brits-Indië. Suriname was een deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Toen in 1863 de slavernij werd afgeschaft, gingen veel mensen uit Brits-Indië op de plantages in Suriname werken. Na een lange bootreis kwamen in 1873 de eerste Indiërs in Suriname aan. In ongeveer 40 jaar verhuisden meer dan 30.000 Indiërs naar dat land. In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland. Veel Surinamers kwamen toen naar ons land. Onder hen veel hindoes. Heilige koeien Al duizenden jaren zijn koeien erg belangrijk voor bewoners van India. Koeien leveren mest en melk. Ze worden bovendien gebruikt om de ploeg te trekken en voor vervoer. De koe komt ook in veel verhalen van de hindoes voor. De koe wordt gezien als een dier dat “al het goede geeft en er niets voor terug vraagt”. In de Veda’s, de heilige boeken van de hindoes, staat ongeveer het volgende geschreven:”de koe is de moeder van het leven. Daarom doodt haar niet, zij is onschuldig; breng haar geen leed toe”. De heilige koeien zijn van iedereen. Het is de bedoeling dat alle mensen hen te eten geven. In India zijn miljoenen koeien. Ze staan op straat, liggen voor de winkels, lopen tussen de Vrachtwagens, enz. Niemand doet hen kwaad. Veel hindoes zijn vegetariër: zij eten geen vlees.
4
Vragen 1. Waarom is het moeilijk om het startpunt van het hindoeïsme aan te geven? 2. Het hindoeïsme kent maar één god. Tegelijkertijd kent het vele duizenden goden. Leg uit. 3. Brahma, Vishnu en Shiva zijn de bekendste goden van het hindoeïsme. Zet ze onder elkaar en leg ze kort uit. 4. Leg uit hoe het hindoeïsme ook in Nederland is terechtgekomen. 5. Waarom zijn koeien in India heilig? 6. Hindoes geloven in reïncarnatie. Wat is dat?
5