.I
� )
�.·.,:l·'
.i.
.
""" I
. €·:/
•
.
.
···�
:5
\'\ .
I -.._ ·
'' . ·.
·
: j. � ,...
.
'
.
-·'
·.c:
1
�emb�andt .
,·
- De. Eendracht van het Land, li'Tuseum Boymans v an ·nt;mn�ngen, Rotterdam.
�
::�,·
�� .
r. f-
.��
I
;':.' --. � ("'>.. · �·� ,,;�. � : �.
,• '
· i
��·
'
\\
--....1
......._ �·· -c1
Conservatiebehandeling en Restauratie
,
1.
Samenvatting van motivering en behandeling.
De aanleiding tot de behandeling waE. in hoofdzaa.lc de minder goede lee� aarheid van het stuk. Bij een vorige resta.uratif�, ve�oede :Jk omtt-ent de eeuwwisselinr;, wE!rd dit schetsrnatirr;c t;>ch�l :r�J "compleet" g_emaakt door vele bijschilderingen, in het b1Jzon e� in de lucht. Deze zijn nu merendeels verwijderd, en. beschad�gl.ngen spaarzaam bijgewerkt. Door he't ontstaan van een scheur� links op halve hoogte, ten ge.volge van het aanbrengen van een parket op de achterzijde, .dat tevens de randen van het páneel vast omsloot, werd beslate ··.tot een· andere wij_ ze van conservering. Hierbij h:3.ngt het panee op een aluminium ste:unsel, en lcan daarvan altijd gescheiden · worden.
�
�
2. .. I
'l?
�
Technische beschrijving en schilëlertechniek.
2.1.
Het sc�:i,lderij is vervaardigd niet een. beperkt palet op eeil tweedelig eiken paneel. ·afmeting van het tota.al: 7 4, 6 x 1 o 1 cm. àfmeting bovenste plank:. 68,1 x cm . afmeting onderste plank: 6,5 x cm. De bovenste plank :i,s u:i,t het hart van de boom gezaagd, en be ·vat in het centraal gedeelte enige kwasten of plaatsen waar ·kwasten direct voor het gronderen werdén vervangen door inge - .zêtte stUkjes rondhout. ne twee plarlken zijn �an eikaar gelijmd, en Il:�oit gescheiden Dwars op de lijmnaad, loodrecht op 9-e .rièhting van de .. geweest .·houtvezel zi.jn op regelmatige afstand 6 stukjes eikenhout ·als durine plaatjès ingel:i.j�d, g�lijk i;n oppervla� met het om·. ringende hout� Dit ter versteviging van de intacte 1-ijmn ' ;::.ad. Mogelijk is deze techniek van conservering eerst toegepast bij h.e. t ·aanbrengen \ra.n het _parket. n·e ze constructie is nu gehand·haafd. .. . . . gehele parieel i� voor het aanbrengen het Pr:t�ket_ y-olkomen haaks gezaagd efi schaafd. De randen Z1Jn daarb1J zeer . .scherp en rec�tstandig bewerkt, om een per�ekte omlijsting ·met ]+et ..:parket mogelijk te maken. De langskanten van· het panee .werden daartoe.vastgelijmd in uitu,esleufde �arketlatten, en panèel, als sluitstuk van het parket de �Qpsé kanten van het ' . werk, opgesloten met vièrkante latjes, opgelijmd en ingespijkerd. . Het parket dattert uit dè periode van de laatste grote restau.. ratie. Het bestaat uit brede·au��e mahoniehouten latten. Bij de verwijderin{!; van het parket kwamen met de guds uitge sneden schuirt naar buiten uitlopende uitkepingen aan de vier randen aan de achtBrkant van het paneel te voorschijn. Zulke uitdiepingen komen meer voor bij panelen sedert de 16 17e eau� en dienden ter verzonken bevestiging met nagels of houten pem; ·in een open sponniri.g� ·
•
•
·
•
: ,L ·
\,
Technische beschrijving.
101 101.
.
•
:·.Het
.
.
-y�
f
·
·
·
.
·
·
/
·
2.2.
Schilderteqhniek.
Op de witte plamuur bevindt zich een dunne warmbruine imprima t'ura. Hierop is de eerste ruwe schets aanr.;ebracht in bruin en spaarzaam wit.
.
:
2
Hierover is plaatselijk , een halfdekkende rose tweede i mur imatuur of tussenlaag aangebr�cht. H��rna kom � de eerste fase van dit overweg end grafi sch schilüE r�J: deze 1s voar de donkere gedeelten aangebracht in warm.bruine tot zwartbruine verf, van vlo�iend en transparant tot dikker en z è er verzadigd van kleur (zwartbruin), waarin arc e rj en, fijner van defi nitie (paarden, pluim) en brede str.eken _Tiinks onder) z�jn ingekrast reep. uitgehaald. Hieraan beant _wo.ordt voor de. lichte ge deelten een nauv{k eurig vloEdend to-t dik aangebracht wit. Zodoende is van een duidèlijke eenheid van techni ek in deze fase sprake. Het verschil in verfniveau is duidelijk (�rens kleed-bil voorste pa ard ) . De t weede fase is breder getoetst en meer horizontaal geveegd met een grovere, grijzere verf, in ieder geval minder teken achtig. Daarbij zijn een str o ok boven, ter hoo�e ·v an + q cm. (die bij .de schoonmaak duidelijk zichtbaar wer d) , en eënzelfd€ strook aan de onderzijde van het schilder�j in deze fase ver moedelijk dichtgeschilderd en aldus bewerkt. �
3. T oest and van het beschilderàe paneel. ,, 3.1. Paneel. Hoewel het paneel uit het mid de n van de boom afkomstig is (het grootste gedeelte er van hee ft een uitzo nderlijk grote br·eed.te 1 en is vermoedeli j k van buitenlandse ori gine ) , moet worden opgemerkt dat de kwaliteit niet overal even goed is. Dit plijkt uit de aanwezigheid van kwasten en horizontale stroken lichter hout, waar deze reeds vr o e ger z ijn a angetast door houtworm ( deze werd.e11. eerder met vloeibaar hout dicht · gemaakt ) . Ook ziet men · in strijklich;t a.an de voorzijde hori z.ontale welvingen in het oppervlak Vf�.n het hout. Deze .zijn .deels te verklaren uit .deze heterogene kwaliteit, uit de . snede uit een bepaalde boom, deels uit de a :f�rerking van �et hl opperv lal\: voor het aanbreneen van de grondering , en liit d · e . · bewegingen in het hout, die op den düur blijvend deformerend .werken• .·ne a c hterzi jde van het paneei is volkomen afgevlakt en zeer dun. geschaafd. Dit g e s èhied de toen het parket werd aangebrach· Behalve e·en donkere strook aan een korte zijde is het oorspro1 . kelijlte o-ppervlak �n daarmee mogelijk een belá.ngrijk deel ·yan de materiele geschiedenis van de achte�zijde verdwenen. De scheur - in het hout op de halve h 9 o �te links is waarschijn lijk te wijten aan het onwrilcbare parket, dat het paneel t�vens aan de randen als .een "ll.jst", gelijmd en geSpijkerd omsloot. Mogeli j k heeft men het paneel, voor het aanbrengen van het· parket, afgeschaafd tot het diepste deel van een wat onregelmatig gezaagdé.of behouwen achterzijde. Een àndere ver ·on(\erstel:li ng kan zi j n, ·dat men uitginp.:. van de r:;e.dachte dat men het gedrag van h e t hout in samens�el met he t functioneren van het parket (een glijdende scharnierende beweging) in de toekomst het best in de hand had door het z0 dttn mogelijk te ·schaven. Feit is dat het p ane e l riu uïtzonclerlijk dun is ge worden, mindnr dan & cm. Dnnr het hout ui-'t het midden vo.n de boom komt ... v16l ean zorgvuldige lceuze - vr1\i1t aan te nemen dat het -panoeJ. zj_ch bi .i gunstir;e relatieve vochti:!":heid ( 557� plus)normac.l .zal. gedragen, en recht blijven. Gedurende het . verblijf op het atelier 3.•'1-.80-11.11.81 was dit ook het geva1 na een eerste t:poedige verwijdering van het parket. In het algemeen kan gecon s tateer d 'Narden dat àe toestand van het hout - hoev:el delicaat - redeli'jk is, ms.ar zorger1 geeft bij · handhaving van het best�ande parket. Een andere overweging ·
" '·.J
� .
3 r.
om over te gaan tot een al ternatieve vti jze van conser.reren is het mogelijke verdere verfverlies door compre ssie y��n het onderliggende hout.
3.2.
Plamuur en verflaag.
De verf, tY1'e olie, is zodanig van samenstelling en stru.ctu ur en in even�cht met de ?nderligp,ende gronàering en houten drager,. dat een langdurJ.g behoud P-;ewaarborl;d i� bij p-o ede conservering en bewaring. Afwijkingen in verf en grondering, welke echter niet storen als inherente en in de tijd gegroeide verschijningsvormen zijl de krimpscheuren op de kwastinpla.ntingen, de geprononceerde verhooe;de randeh op deze -plaatsen of waa.r kwasten werden ver van�en.door ingezette stukjes (rondDhout. Ook is op dun ge. schJ.lderde gedeelten duide:l:-i jk de in verloop van tijd opva.l .lend geworden hardhout-·st:rv,ctuur (compressie in het zachtere �gro·e :thout�-waa:rne emba-àr-en accept a'IJel--;Het schilderij �at als schets werd gemaakt, zeker in·de eerst< fas�, vertoont �it karakter ook irt de lucht, \vaar afwis'selencl zeer dun tot halfdekkend ge·schilderd is, en dunne plaatsen •1 voorkomen :Ln het g:eensgebied waar deze typen vèrf elkaar ont moeten. doch enigszins geschèiden naast elkaar staan, �et daar tussen slechts grondering met imprimatuur (zo ook waar lucht en figuratieve gedeelten aan elkaar grenzen). Grondering en imprimatuur vèrschijnen ook'elders als plaatsen waar de schet: ma�ige verf in bruin niet of nauwelijks is aangebracht. Het it . uiterst . mÇ>eilijk ,definieerbaar _om overal vast te stellen waar beverigenoemde plaatsen en de aantasting van deze kwetsbare ·.e;edeèl"t;en bij.vroegere. schoonritaken aanwezig zijn resp. in ellt� overgaan. Duidelijker is de waarnemi�g waar de imprimatuur of · zelfs_de grondering �erd aangetast. Deze overwegingen leiden .in ieder gev�l tot een zeer terughoudende restauratie-retou� -çhering, en legt de riadTUk bij voorbae.t op de .restauratie in ' zin-van schoonmaak, verwijdering van verbruinde vernis en vor: ge toevoegingen. De aangetaste plelcken zien er aanzienlijk lièhte� uit dart de omringende verf, en disharmonieren e;r mee. ·.Door compressie in Q.e houten drager, versterkt dèror· de ve;rsta: .rende werl\:ing van het :parlcet valt juist in deze dunne gedeelt1 het _schilderij op meerdere :plaatsen verf en gedeeltelijk plamuurverlies te èonstateren, en werd vroeger das.r .reeds .bij· gewerkt. De.gevolgen van deze compressie is ook in de verflaa; zelf wae.r te nemen, zo bv. op het brttin paard met Opstijgende ruiter, waà.r op de"doorgegroeide" houtvezelranden d.e verf hie: en daar.drucvormig opstaat en zwakke pinding-heeft met de onde: iaag. Een ander _verschi-jnsel is het instippels doorgroeien of af springen vah lichtere en meer dekkende verf op :plaatsen waar zich houtvaten bevinden.; Aan de horizon, links va.n het uit springende :paardje, is een groter stuk plamuur en verf uitge vallen, . en nog slechts ged.eel teli jlc gevuld met oud stopsel. lets boven de lijmnaad, waar de di1ckere verf bij de dichtschi: dering van de onderste stro a}:: (tweede fase) over de verf van de èerste fase heen is aangebracht zijn fragmenten van de laatste verflaag over de gehele breedte van het schilderij breed gebarsten,·resp. afgesprongen. Drup:pelvorming, I? ogelijk t.g.v • . een bijtende of logende stof, valt te zien , lJ.nks en .rechts in het endergedeel te ve.n het schilderij als donkere .. verkruimelde verfbanen, \"velke voor�l in de lichte rechterz�Jd van de voore;rond eterend werken. De oude retouches zijn 'twee�rlei, en in u.v.foto's als volgt vastgelegd: ·
·
·
·
·
·
·
.·
yan
·
·
.
.
:
'
.'
'
..
� .
.
·�
�
. -
· ·· . .
, ·r·
,1�·1\
:
..·
4
. •.
,�
·�·.
. 1. �s meer grijs fluorescerende stip j es en vlakken.: ·a±:t .;zi .. :de �n- en overschilderingen uit de periode van "com:p:L.cet-,erin. 2. donkere. stippen en plekken op een fluoresc· erende vern"!..f:�:
.• .,
·
dit zi j n meer recente bi j werkingen. De oudere retouches zi ,i. n ui t.gevoerd in een extreem harde -
veJ
4. Conservatie.
�
.
.! .
Eers� werd de. verf op en in de onmiddellijke na bijhej_d vm1 kwasten en ingeplante stille j es hout, en die welke dakvormig opstaat vastgezet met een mengsel van 1,i j enwas en colofonim (60-40) middels een dun doorlaatbaar papier. Vervolgens �erd i.v.m. het wegnemen van het parket over de gehele_verfzi j de een beschermende papierlaag .aangebracht. Deze bestond uit "imitation mulberry paper", een langvezelip katoen in bladvorm. Het bindmiddel was een vloeibaar mengsel van Da.mm arhars, polycyclçhexf;lnon en microcistallijne was • Na droging werd he� �childerij omgekeerd, en met een isolere de tussenlaag kristalp�er op een viltondergrond vastgeklemd -De verWi j dering van het. platte mahoniehouten pa�ket gesc�ied met zaag en brede beitel en guds, ter•Ni jl lijmresten werden weggeschuurd, evenals .beitsresten tussen de parketlatten. Het nu vri j liggende oors-pronkeli j l<:e hout van het paneel werd niet·verder bewerkt met impregnerende, vocht-bufferende of kleurende materialen. Motivering: men ve:rni.ijdt onnodig-verfraaiende-toevoeging. Me1 kan het gedrag v�n het. wagenschot afhankelijk stellen van een goede externe museumconservatie, na bestudering van het _gedrag van het vri j ge�omen hout in het atelier. Het paneel is· reeds direct, maé'.r ook -:t;i j dens 11;e - t verbli j f in het ateliel gedurende 1t j aar alti jd vlak gebleven, rel.vochtigheid 55 Bij een langdurig�·r belichting tijdens h.et fotograf�rer tr een lichte kronun�ng van het paneel o:p, welke na en1ge · uren verdween. . Het . paneel was na verwijdering van het p�rket uiterst dun ··en buigzaam geworden, en kan alleen via de kopse �i j den van b hout gehanteerd worden. Daar het paneel, een liggend formaat. op de langskanten zal .rUsten in de"li j st, werd besloten .het. los en onafhacl<:eli j k op te hangen op een ceprofileerd alumini um raamwerk� .Dit bestaat uit twee doorlopende verticale 2i cm. T-'Profielen, w:;tarin drie onderbroken, uit. drie delen bestaa.p.à.e, L_.profielen .zijn vastgeklonken met pop..:.n:a.gels. . . · De uiteind�n vari.dit geraamte zi j n voorzien van verstelbare al�inium hoek j es, met uitgevijlde ovale gaten. De verbinding• zijh hie:D gemaakt met koperen bout j es en schroef j es·. De ver ankering in de lijst vindt . plaats met koperen schroeven, voörzi�ri van koperen schi j flagers. De opzet van deze cpnstruc: tie is een enigszins bewegende, niet al te starre onderst.eunil ·van .het paneel. Het paneel hangt met Opgali jmde (-p.v.oc. ) gesleurde eiken klosjes op het steunsel. De klos j es zijn evenwichtig over de achterzijde verdeeld, en zijn teveno aangebracht op de scheur in de bovenste plank. De sponning die in ieder klos j e is uitgefreesd is z o ruim bemeten dat er voldoende ruimte is voor de be•::eging van het hout bi� normale uitzetting e:h krimping. . Het paneel zal zo ]{ra-p mogelijk in de lijst 'Norden aangebracht met een maximum aan geschilderd oppervlak, zonder gevaar voor do<%Val. Om het op zijn plaats te houden wordt het rabat tussen paneel en lijst op�evuld met in de li j stsponning inge- . lijmde schi j f j es kurk. ·
·
�
·
.,
. .·
·
5. Restauratie.
·
r
,
.; . ,
.
.
'
5 .
'r.
5. Restauratie
•
. Het accént· van de restauratie ligt bij dit schilderij· op de sc�oonmaak, de verwi j dering van het vroeger toegevoer,de. Hierb1 j is de leesbaarheid van het stuk sterk verhoogd. De verbruinde en hier en daar treerepeerde vernis werden teven verwi j derd, waardoor een krachtiger tegenstelling onts.t ond. . tussen licht en donker. Het noodzakeli j ke retoucheren werd tot een minimum beperkt. Bij de schoonmaak is het volp,;ende na.n.r voren gekomen: Twee stroken aa.n de boven- en benedenzi ·i de ter breedte va.n + 6 cm., d.ie w. b. de wi j ze van beschilder i ng düideli j k afstekën en te onderscheiden zijn van de rest van het schilderij. Pe bovenste strook heeft bovendien aan de bovenzijde, vanaf de kruin van de eik tot geheel links, een onbeschilderde slechts van een imprimatuur voorziene strip ('met uitzondering van een vermdlk door Rembrandt aangebrachte retouche bij de zuil) ter bree�té van+ 1 c�., welke zo gelaten is. · ik die tot een ellipsvonn wa� dichtgeretou D.e kruin van de e cheerd, heeft nu weer een open vorm. Er is een lans te vu-or schijn gekomen links van de uitrijaende ruiter boven de hori, . zon. Hetzelfde g�ldt voor de t\•ree paardekopjes achter het paard van deze ruiters. De contouren van de drie ruiters en hun hoofd bedekking zijn ontdaan van latere verwarrende retou� Dat is ook het geval me t de horizonlijn. D e omtrek van eike boom is gezuiverd. Het stronkachtige voorwerp ·dat uit het bastion rechts steekt is als pentimento nu gehandhaafd. · Het glacis en de ingekrastè tekening op de achterham en de staart van het paard . op de voorgrond vertoonden door slijtage een al tè bruuske onderbreking. Deze werd afge.zwakt door . hol'izontale arcerende retouchering. Deze wi j ze van retouche ring ert instippaling werd trouwens overal toef.:epást, mét name in de lucht. Het schetsmatiP.:e karakter van he.t · schilderij gaf hie;r- de grqotste problemen: de meer dekkende verfwerd hier ov�r een groter oppervlak stug en toetsmatig verspreid 'aangebracht, zodat l;letrekkeli j k grote delen mindèr bedekt wor den. Me� het alle�gs transparanter worden van de ol,everf en àok dàor .vroegere schoo�aken zijn hier "gaten" in g�avalle Bij de vorige re�tauratie zijn deze met .de1ckende, zeer p.arde verf dic�tgemaakt, die bovendien sterk verdonkerd was� D�t was ook. het ·geval met de stroo1� acm de bovenzijde, links van . de eik. Bij de retouchering is getracht d·e al te grote licht intensiteit van de.durinene gedeelten wat terug te brengen zonder nochth�e àfbreclc te duan aan het.schetsmat�ge der verfbehandeling. De druppels rechts onder zijn in de lichte parti j bi j gewerkt. De datering; waarvan het l8.atste cijfer .moeili j k leesbaar is, vermoedelijk t.g. v. de besnoeiing van het panee1, is onberoerd gelaten. Gebruikte materialen: voor de verwijdering van de recente retouches en verbruipde venlis volstond iso. -propylalcohol, de zeer.zware harde bij- en overschilderingen uit de Vroegere periode konden slechts afgenomen worden m.b.v. dimethylforma mide. Stopsel: dubbel eewassen Frans kri j t en beenderlijm. Retouches: eedraineerde oliever;f, gemodificeerd met Dammarhar waaraan -toegevoegd 2� standolie, met tussenlagen va.n 2% stand oliehoudende Dammarvernis. Pigmenten: rutiel titaanwit, licht gele oker, licht cadmiumrood, donker lcraplak, ivoor- en lompzwart, (stil de r;rain) Slotvernis, met kWast en verspoten: Dammar + 2% standolie. ·
·
.
.
.
,'
•
.