Stefanie Audenaert
Het familiearchief de Bergeyck Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief de Visscher de Celles Volume I
WOORD VOORAF Amper een jaar na de publicatie van de inventarissen van de documenten van de families Helman en Bouwens, verschijnt in het Archief de Bergeyck alweer een nieuwe inventaris. Het in 2000 naar het kasteel Cortewalle teruggekeerde archief van de grafelijke familie de Brouchoven de Bergeyck valt uiteen in vijf grote onderdelen. Deze verwijzen naar de familie de Brouchoven de Bergeyck zelf en naar vier andere adellijke families waarmee de Bergeycks in de loop der tijden via huwelijken verwant geraakten. Van deze vier geslachten zijn belangrijke hoeveelheden archiefdocumenten in het familiearchief de Brouchoven de Bergeyck beland. Het vijfde en zeer omvangrijke deelarchief - getuige daarvan deze lijvige publicatie - bevat de bescheiden van de familie de Visscher de Celles. De leden van deze familie hebben het kasteel Cortewalle nooit bewoond en vermoedelijk zelden Beveren bezocht. Voor de lokale geschiedenis is hun betekenis dan ook vrij laag. En toch … voor de (inter)nationale geschiedenis en meer bepaald die van de Tachtigjarige Oorlog, waarvan zich episodes op het grondgebied van het huidige groot-Beveren afspeelden - het Fort Liefkenshoek te Kallo getuigt daar nu nog steeds van - bevat dit deelarchief bijzondere bronnen.
Het afwerken van de inventarisering van dit vijfde deelarchief, dat dankzij de financiële steun van de Vlaamse overheid professioneel en snel is uitgevoerd, betekent niet meteen het einde van de ontsluitingsactiviteiten in het Archief de Bergeyck. De inventaris van de naamdragende familie wordt momenteel persklaar gemaakt. Een aantal documenten dat niet direct een aanwijsbare link toont met een bepaalde persoon of familie (denk maar aan kranten en recepten), moet nu nog worden geordend. Maar het einde is in zicht. En dat is meteen de aanleiding voor een nieuw begin, een nieuwe opdracht: het ontsloten familiearchief inzetten in de publiekswerking rond het kasteel Cortewalle. Het onderzoek naar de informatie uit deze documenten moet in de ruimste zin worden voortgezet en vervolgens worden omgezet in grote en kleine verhalen die het leven illustreren in een kasteel als Cortewalle, in een heerlijkheid als het Land van Beveren en in een gebied als de Nederlanden. De afgelopen jaren organiseerden het Archief de Bergeyck en het cultuurcentrum Ter Vesten al talrijke publieksmomenten: museumavonden, projectweken met klassen uit het basis- en het middelbaar onderwijs, opleidingssessies voor de toeristische gidsen, deelname aan de Erfgoeddagen. Die gecombineerde ervaringen resulteerden in november 2005 in een prachtig hoogtepunt: de Eerste Nacht van Cortewalle. Ons publiek nam enthousiast en geïmponeerd deel aan het achttiende-eeuwse kasteelleven.
Erfgoed bij de mensen brengen: een opdracht die de gemeente Beveren ook in de toekomst graag en niet zonder enige ambitie - ter harte neemt. De nieuwe erfgoedmedewerkster heeft daarvoor alvast een uniek instrument in handen.
Peter Deckers Schepen van Cultuur
1
INHOUDSTAFEL VOLUME I Woord vooraf.......................................................................................................................................... 1 Inhoudstafel............................................................................................................................................ 2 Bibliografie ............................................................................................................................................. 4 Lijst van afkortingen ............................................................................................................................... 7 Hoofdstuk I. Genealogische en socio-economische situering van de voornaamste archiefvormende leden .................................................................................................................................................. 9 Hoofdstuk II. De inventarisatie ......................................................................................................... 35 I. Stukken van persoonlijke aard .......................................................................................................... 45 Familie de Visscher (de celles).................................................................................................... 45 Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin ................................................................................. 45 Anna de Visscher x Juan Gomez Caño ........................................................................................... 51 Joannes Baptist Caño...................................................................................................................... 53 Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman.................................................................... 54 Willem Benedictus de Visscher........................................................................................................ 91 Willem Benedictus de Visscher en/of Joannes Balthazar de Visscher de Celles ............................ 95 Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies........................... 96 Willem Lodewijk de Visscher de Celles x Joanna Albertina Stalins ............................................... 124 Jacobus Vincentius de Visscher .................................................................................................... 126 Catharina de Visscher.................................................................................................................... 126 Familie (de) Longin ............................................................................................................................ 134 Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart......................................................... 134 Florentus Albertus (de) Longin x Joanna Rugeley ......................................................................... 135 Barbara (de) Longin x Jacobus Jacobs xx Jacobus de la Houssière xxx Mathias de Bracque .... 135 Catharina (de) Longin x Gio Battista Cioffi..................................................................................... 136 Philippote (de) Longin x Isaac Smekens xx Petrus de Stoppelaere .............................................. 137 Willem (de) Longin x Anna (Peeters) van Catz xx Catharina de Crohin ........................................ 137 Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige............................................ 138 Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani ............................................................................... 143 Familie de Norman............................................................................................................................. 147 Jacobus de Norman x Jossina de Seclyn ...................................................................................... 147 Guido de Norman........................................................................................................................... 147 Cornelia de Norman x Carolus van der Zype (xx Joannes Balthazar de Visscher) ....................... 148 Familie de Backere-de la tour ............................................................................................................ 151 Margaretha de Backere x Nicolaas de la Tour............................................................................... 151 Niet te determineren archiefvormers .................................................................................................. 154 II. Stukken betreffende het goederenbeheer...................................................................................... 155 II.1. Stukken betreffende onroerende goederen ............................................................................ 155 Onbepaalde of Diverse plaatsen ............................................................................................... 155 Graafschap Vlaanderen ................................................................................................................. 157 Onbepaalde of diverse plaatsen ................................................................................................ 157 Oost-Vlaanderen ....................................................................................................................... 158 West-Vlaanderen....................................................................................................................... 158 Heerlijkheid Gistel...................................................................................................................... 159 Heerlijkheid Sint-Anthonius ....................................................................................................... 159 Doel ........................................................................................................................................... 159 Gent........................................................................................................................................... 159 Sint-Denijs ................................................................................................................................. 161 Hertogdom Brabant........................................................................................................................ 161 Onbepaalde of diverse plaatsen ................................................................................................ 161 Heerlijkheden, Celles, Pottes en Traulez................................................................................... 162 Heerlijkheid Schiplaken (Elewijt, Hever en Berg) ...................................................................... 162 Antwerpen ................................................................................................................................. 166 Berchem .................................................................................................................................... 172 Boortmeerbeek .......................................................................................................................... 173 Borgerhout................................................................................................................................. 173
2
Bornem, Hingene, Mariakerke en Weert ................................................................................... 174 Brussel....................................................................................................................................... 178 Deurne....................................................................................................................................... 182 Ekeren ....................................................................................................................................... 182 Elewijt, Hever, Hofstade en Meise............................................................................................. 182 Eppegem ................................................................................................................................... 184 Baronie Gaasbeek..................................................................................................................... 185 (kwartier) Geldenaken (Jodoigne) ............................................................................................. 185 Grimbergen................................................................................................................................ 189 Houtain-le-Mont ......................................................................................................................... 189 Kapellen..................................................................................................................................... 189 Leuven....................................................................................................................................... 189 Lippeloo (Lippelo) ...................................................................................................................... 190 Maastricht .................................................................................................................................. 192 Mechelen ................................................................................................................................... 192 Neder en Overheembeek .......................................................................................................... 192 Niel ............................................................................................................................................ 193 Polders van Ruisbroek, Willebroek en Puurs ............................................................................ 194 Sint-Katelijne Lombeek.............................................................................................................. 194 Vrijheid Tervuren, Wezembeek-Oppem .................................................................................... 195 Vilvoorde.................................................................................................................................... 195 Watermaal ................................................................................................................................. 198 Graafschap Zeeland ...................................................................................................................... 199 Onbepaalde plaats .................................................................................................................... 199 II.2. Stukken betreffende roerende goederen ................................................................................ 200 Diverse plaatsen ............................................................................................................................ 200 Graafschap Vlaanderen ................................................................................................................. 200 Gent........................................................................................................................................... 200 Hertogdom Brabant........................................................................................................................ 200 Onbepaalde plaatsen ................................................................................................................ 200 Kwartier Antwerpen ................................................................................................................... 201 Stukken betreffende andere kapitalen ........................................................................................... 201
VOLUME II: BIJLAGEN
3
BIBLIOGRAFIE Literatuur Archieven van personen en families. Inventaris van het Genealogisch Fonds. 16 Antwerpen, 2000.
de
ste
– 20
eeuw,
AUDENAERT S., Nicolaas Josephus (1691-1765) en Petrus Philippus (1729-1807) de Brouchoven. Bezitsopbouw, materiële en sociale leefwereld van twee generaties de Bergeyck in de achttiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, UG, Gent, 2003-2004. AUDENAERT S., Het Archief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, VUB, Brussel, 2004-2005, 2 delen AUDENAERT W., e.a., Prosopographia Iesuitica Belgica Antiqua (PIBA). A biographical dictionary of the Jesuits in the Low Countries 1542-1773, 4 delen, Filosofisch en Theologisch College S.J., LeuvenHeverlee, 2000, 1760 p. BERVOETS J.A.A., BOS-ROPS J.A.M.Y., MERCELIS T.J.N.M., ROOSENBOOM H.T.M. en RUITENBERG G.M.W., “Het conglomeraat ontward. Aanwijzingen voor het inventariseren van familiearchieven”, in: Nederlands Archievenblad, 88, 1984, pp.193-233. BLOM J.C.H. en LAMBERTS E., Geschiedenis van de Nederlanden, Rotterdam, 1993. BONKOFFSKY V., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Helman, Beveren, 2005, 2 delen. BOSMANS H., “La ‘Logistique’ de G.F. de Gottignies“, in : Revue des Questions Scientifiques, 1928, 13, pp. 215-244. “Bronnen voor de religieuze geschiedenis van België”. Verslag over het colloquium over religieuze geschiedenis, Brussel, 1967. Verschenen in Bibliothèque de la Revue d’Histoire ecclésiastique, 47, Leuven, 1968, p. 239-257. COPPENS H., De ontsluiting van archieven. Richtlijnen en aanbevelingen voor de ordening en beschrijving van archieven in het Rijksarchief, Miscellanea Archivistica Manuale 21, Brussel, 1997, 504 p. COPPENS, H., Archiefterminologie. Archieftermen voor gebruik in het Rijksarchief, Miscellanea Archivistica Manuale 5, ARA, Brussel, 1990, 108 p. DE AZEVEDO COUTINO Y BERNAL J.F.A.F., Généalogie de la famille de van der Noot, 1771. DE BOOY E.P. en RUITENBERG G.M.W., Zorg voor het familiearchief, Houten, 1995, 108 p. DE BROUCHOVEN DE BERGEYCK J., Classement des archives de Brouchoven de Bergeyck, onuitgegeven inventaris. DE HERCKENRODE J.S.F., Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne, Gent, 1862-1874, 7 delen. DEN TEULING A.J.M., Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen, ’s Gravenshage, 2003. DE STEIN D’ALSTEIN, Annuaire de la noblesse de Belgique, Brussel, 1847-1888. DE WIN P., De adel in het hertogdom Brabant in de vijftiende eeuw (inzonderheid van de periode 1430-1482), onuitgegeven licentiaatsverhandeling olv. prof. Prevenier, UG, Gent, 1979.
4
DE WREEDE L., Gilles-François de Gottignies (1630-1689), Jezuïet en geleerde, Leiden, 1999. DONNET F. en BISSCHOP L., Genealogische nota’s, Longin (microfilm PK 3290), van Gottignies (microfilms PK 3259, PK 3272, PK3287), Stalins (microfilm PK3296), Velasco (microfim 3297), de Visscher (Fischer) (microfilm 3267, PK 3298), Stadsarchief Antwerpen. G.G.P.A., Verzameling der Graf- en gedenkschriften van de Provincie Antwerpen, 1856-1860, Antwerpen, 1863. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, onuitgegeven eindverhandeling, VUB, Brussel, 2 delen. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Bouwens, Beveren, 2005, 2 delen. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief de Brouchoven de Bergeyck, Beveren, 2 delen (in voorbereiding). HASQUIN H., Gemeenten van België: geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, Brussel, 1980-1981, 4 delen. HILDESHEIMER F., Les archives privées. Le traitement des archives personelles, familles, associations, Parijs, 1990. JANSEN H.P.H., Kalendarium. Geschiedenis van de Lage Landen in jaartallen, Prisma, Antwerpen, 1979, 272 p. JANSSENS L., “Familiearchieven als dooreengegooide puzzels. Het voorbeeld van de bestanden de Merode op het Algemeen Rijksarchief”, in: JANSSENS G., MARECHAL G. en SCHEELINGS F., Archiefinitiatie(f), 4, Liber Amicorum prof. Dr. J. Verhelst, Brussel, VUB Press, 2000, pp. 149-156. LEJOUR E., Inventaire des archives de la famille de Troostenbergh, de Gottignies et de Marselaer, Brussel, 1995. MARNEF G., Antwerpen in de tijd van de Reformatie. Ondergronds protestantisme in een handelsmetropool, 1550-1577, Kritak, Antwerpen, 1996, 377 p. PARKER G., Het Spaanse leger in de Lage Landen, Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 332 p. SIGMOND J.P., “Studiedag Inventarisatie van Familie-en Huisarchieven”, Nederlands Archievenblad, 87, 1983, nr. 2, pp. 165-178. TRIEST M., Het besloten hof. Begijnen in de Zuidelijke Nederlanden, van Halewijck, Leuven, 1998, 256 p. VAN ACKER J., De inventarisatie van familiearchief. Inventarisatie van de stukken uit het familiearchief De Man, neergelegd in het Rijksarchief te Brugge en in de stadsarchieven van Brugge, Diksmuide en Veurne, onuitgegeven eindverhandeling, VUB, Brussel, 1992, 176 p. VAN ACKER J., “Familiearchief: van definitie tot inventarisbeginsel”, Archiefinitiatie(f) 3, Besparen en degelijk archief- en documentbeheer, VUBPress, Brussel, 1996, pp. 21-32. VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1555-1609), Kosmos, Utrecht/Antwerpen, 1995, 160 p. VAN NIEUWENHUYSEN A., Inventaire des archives de la famille de Gottignies, Brussel, 1981.
5
Websites nl.wikipedia.org www.felixarchief.be members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm www.waesberg.be
6
LIJST VAN AFKORTINGEN AdB
Archief de Bergeyck
ASEG
Archief Bisschoppelijk Seminarie Gent (archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie)
SAA
Stadsarchief Antwerpen
z.d.
zonder datum
z.p.
zonder plaats
Annuaire
DE STEIN D’ALSTEIN, Annuaire de la noblesse de Belgique, Brussel, 1847-1888.
Nobiliaire
DE HERCKENRODE J.S.F., Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne, Gent, 1862-1874, 7 delen.
Verzameling der graf en gedenkschriften van de Provincie Antwerpen
G.G.P.A., Verzameling der graf- en gedenkschriften van de Provincie Antwerpen, 1856-1860, Antwerpen, 1863.
AUDENAERT W., e.a., PIBA
AUDENAERT W., e.a., Prosopographia Iesuitica Belgica Antiqua (PIBA). A biographical dictionary of the Jesuits in the Low Countries 1542-1773, 4 delen, Filosofisch en Theologisch College S.J., Leuven-Heverlee, 2000, 1760 p.
7
THEORETISCHE BESCHOUWINGEN
8
Hoofdstuk I. Genealogische en socio-economische situering van de voornaamste archiefvormende leden Vooraf De Visscher (de Celles) De familie de Visscher (de Celles) is een Brabantse familie, maar haar roots moeten in Duitsland 1 2 hebben gelegen. Zowel de Annuaire als de Nobiliaire volgen deze piste, maar er is ook een primaire bron die in die richting wijst. In een brief die Willem Benedictus de Visscher moet aanbevelen voor een openbare functie staat het volgende te lezen: ‘Quod antecessores sui quondam sub augusta Domo Austriaca oriundi, genere et styrpe germana iam a ducentis septuaginta annis claris, eidem fidelissima 3 servitia in functionibuo maximi ponderis reddiderint’ . De stamvader van het geslacht de Visscher zou Frederik de Visscher (generatie I) zijn. Hij leefde in de twaalfde eeuw en huwde met Joanna de Schellenberg. Ze kregen samen een zoon 4 Joannes. Rond die periode verbleven ze in Zwaben. Frederik de Visscher stierf in 1168 te Palestina . Joannes de Visscher (generatie II) trad in de voetsporen van zijn vader. Zijn militaire carrière bracht hem eveneens naar het Midden-Oosten. Zo was hij aanwezig bij de inname van Jeruzalem in 5 1191. Joannes de Visscher huwde met Maria de Raittenau. Hij overleed in 1215, zij in 1217 . Hun zoon Wolfert de Visscher (generatie III) zette het geslacht verder. Met hem begon een generatielange traditie binnen de familie om de Oostenrijkse keizer te dienen. Wolfert de Visscher was ridder onder Frederik II. Hij overleed in 1260. Zijn echtgenote Clara de Buoch, met wie hij een zoon 6 Rudolf had, stierf drie jaar later, in 1263 . Rudolf de Visscher (generatie IV) sneuvelde tijdens een gevecht in het bisdom Worms in 7 1298. Met zijn vrouw Isabella Kroll had hij een zoon Ulric . Deze Ulric (generatie V), een militair met actieve dienst onder Frederik III, huwde met Barbara de Breysmin. Samen kregen ze twee kinderen. Willem overleed tijdens gevechten tegen de Turken in 1322, Hendricus zette het geslacht verder. Na de dood van haar man Ulric, koos weduwe Barbara de 8 Breysmin voor een leven als religieuze . Hendricus de Visscher (generatie VI) nam dienst in het leger van Leopold van Oostenrijk. Ook hij sneuvelde in de strijd tegen de Zwitsers te Sempach in 1386. In 1362 huwde hij met Agnes d’Andrian, een dame met Tirolse roots. Zij kregen samen vijf kinderen. Conradus was militair onder hertog Albrecht van Oostenrijk en huwde met Bruna de Holtum met wie hij kinderen had. De militaire loopbanen van Godefroid, Christianus en Michel liepen grotendeels parallel. Ze kwamen samen naar de Zuidelijke Nederlanden om uiteindelijk in het kielzog van Filips de Goede in Frankrijk te belanden. 9 Joannes de Visscher (generatie VII) zette het geslacht de Visscher verder . Ook hij opteerde voor een militaire carrière en leidde als kapitein vijfhonderd manschappen in Bohemen en in de strijd tegen de Husieten. Zijn echtgenote was Christiana de Heildersheim. Ze hadden samen vier kinderen: Conradus en Anna over wie niets geweten is, Adolf die in 1436 10 ongehuwd stierf en Godefroid de Visscher . Deze Godefroid de Visscher (generatie VIII) werd in 1417 geboren en geheel in het spoor van zijn voorvaderen koos hij voor een militaire loopbaan. Hij leidde lansiers in het leger van keizer Frederik IV en werd later raadsheer in de Oorlogsraad van Maximiliaan I. Met zijn eerste echtgenote Livina de Hodhausen had hij vijf kinderen. Frederik werd de nieuwe pater familias, Joannes trok naar
1
Annuaire 1872, p. 21-22. Nobiliaire, p. 2026. 3 AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nr. 671. 4 Nobiliaire, p. 2026. 5 Nobiliaire, p. 2027. 6 Nobiliaire, p. 2027. 7 Nobiliaire, p. 2027. 8 Nobiliaire, p. 2027. 9 Nobiliaire, p. 2027. 10 Nobiliaire, p. 2027-2028. 2
9
Jeruzalem en werd ridder in de Orde van het Heilig Graf, Godefroid overleed ongehuwd en Livina en 11 Maria stierven jong . Frederik de Visscher (generatie IX) zag het levenslicht op 9 januari 1446. Als kapitein in dienst van Frederik IV voerde hij een cavalerie van tweehonderd manschappen aan. Later bood hij zijn hulp aan toen keizer Maximiliaan I in Brugge gevangen was genomen. Frederik de Visscher stierf op 13 juni 1509 ten gevolge van een hoofdblessure. In 1489 had hij zijn jawoord gegeven aan Francisca van Gronsvelt met wie hij vijf kinderen had. Joannes zorgde voor de voortzetting van de naam de Visscher, Theodorus stierf als militair in de krijgsmacht van Karel V, Mathias sneuvelde in Polen, 12 Isabella en Francisca stierven ongehuwd . Joannes de Visscher (generatie X) werd dus de volgende pater familias. Ook hij was kapitein van een aanzienlijk infanterieregiment dat Karel V diende. In het spoor van deze keizer zou Joannes de Visscher in Noord-Afrika en de Provence zijn beland. In 1515 huwde Joannes de Visscher met Anna van Overvars. Hun zonen Joannes en Carolus en hun dochter Anna overleden op jonge leeftijd. 13 Alleen Theordorus groeide op. Joannes de Visscher stierf in 1553 . Theodorus de Visscher (generatie XI), een infanteriekapitein in dienst van Karel V en Filips II, zou na zijn militaire omzwervingen in Duitsland en Frankrijk gouverneur zijn geworden van de stad Stralen in het kwartier van Geldres. Theodorus de Visscher huwde met Adriana van Horne van Hemiksem. Ze kregen met zekerheid een zoon, Joannes, en vermoedelijk een dochter Catharina die op jonge leeftijd zou gestorven zijn. Wanneer Theodorus de Visscher overleden is, blijkt niet geweten. Hoogstwaarschijnlijk was hij een slachtoffer van de oorlog in de Lage Landen. Adriana van Horne 14 leefde met zekerheid nog in 1603 . Deze Theodorus de Visscher en Adriana van Horne zijn dus de vader en moeder van Joannes de Visscher, de oudste archiefvormer van het geslacht de Visscher in het deelarchief de Visscher de Celles. Joannes de Visscher en zijn nakomelingen worden hierna apart en meer uitgebreid belicht als archiefvormers. Ook specifieke genealogische onzekerheden krijgen daarbij extra aandacht. Met Theodorus de Visscher lijkt voor het geslacht de Visscher een nieuw tijdperk te zijn aangebroken. De familie vestigde zich definitief in de Lage Landen. Aan de periode van militaire omzwervingen kwam een einde wanneer Theodorus de Visscher gouverneur van Stralen werd. De volgende generaties zullen zijn voorbeeld volgen en meer plaatsgebonden functies bekleden. De overstap van militaire naar meer bestuurlijke functies was daarmee eveneens ingezet. Het geslacht de Visscher zal in de generaties na Theodorus de Visscher verder opklimmen op de sociale ladder door hun activiteiten in de stads- of staatsambtenarij. We zijn met deze afstamming ver terug in de tijd gegaan. Dit betekent dat we behoedzaam moeten omspringen met deze informatie. Ten eerste zijn dergelijke genealogische gegevens die eeuwen teruggaan zo goed als oncontroleerbaar. Ook de Annuaire maakt deze bedenking. Om incorrecte informatie te vermijden, neemt de stamboom van het geslacht de Visscher in de Annuaire pas aanvang met Frederik de 15 Visscher (generatie IX) . De Annuaire vermeldt wel de ‘oerstamvader’. De gegevens over deze 16 Frederik de Visscher (generatie I) in de Annuaire zijn minder uitgebreid, maar wat opgegeven staat , is identiek aan de Nobiliaire. De Annuaire treedt de Nobiliaire ook bij wat betreft de Duitse oorsprong van het geslacht. Dat beide genealogische naslagwerken dezelfde informatie verschaffen, is niet verwondelijk. De Annuaire heeft zich immers gebaseerd op de Nobiliaire. Toch neemt de Annuaire niet alles uit de Nobiliaire zo maar over. Zoals eerder vermeld, heeft de Annuaire twijfels over de correctheid van de gegevens over vroegste generaties. De genealogische notities van Donnet en Bisschop op microfilm uit het Stadsarchief van Antwerpen zouden een extra controlemiddel of informatiebron kunnen zijn, maar wegens de verhuizing van het pand in de Venusstraat naar het 17 pakhuis Sint-Felix, sloot het dit jaar een tijdlang de deuren en kon de microfilm niet geraadpleegd worden. Deze microfilm draagt naast zijn nummer en de verwijzing naar de familie de Visscher eveneens de vermelding Fisher. Dit lijkt echter eerder een verengelsing dan een verduitsing van de Visscher. Dat er varianten van de naam opduiken is niet verwonderlijk. Een uniforme schrijfwijze was immers niet vastgelegd. Ook in de stukken van het deelarchief de Visscher de Celles zijn er heel wat
11
Nobiliaire, p. 2028. Nobiliaire, p. 2028. 13 Nobiliaire, p. 2028-2029. 14 Nobiliaire, p. 2029. 15 Annuaire 1872, p. 257. 16 Annuaire 1872, p. 257. 17 SAA, Donnet, microfilm PK 3267, PK 3298. 12
10
variaties van de Visscher terug te vinden zoals de Vischer, de Visschere, de Vischere, Visscher, Vischer en de Spaanse vervorming de Vesquere. Ten tweede zijn de Annuaire en Nobiliaire beiden negentiende-eeuwse naslagwerken. In die periode van nationalistische geschiedschrijving deinsden historici er niet voor terug het blazoen van menig geslacht op te poetsen. De Annuaire en Nobiliaire ontsnapten niet aan deze tendens en moeten dus geraadpleegd worden met deze gedachte van subjectieve historiografie in het achterhoofd. De aanbevelingsbrieven in het deelarchief de Visscher de Celles bevestigen wel de 18 stelling dat het geslacht de Visscher generaties lang in dienst stond van de Oostenrijkse keizers , maar ze zijn als bron allerminst objectief en moeten dus met de nodige bronnenkritiek behandeld worden. Aanbevelingsbrieven hadden immers tot doel iemand zo goed mogelijk te promoten voor een bepaalde functie en hoe kon dat beter dan de exploten en loyaliteit van de voorgaande generaties extra in de verf te zetten en op te hemelen. Ten derde zal de Visscher ongetwijfeld geen unieke naam zijn geweest. Persoonsverwisseling kan zich dus makkelijk voordoen. In het Stadsarchief van Antwerpen staat er een Joannes de Visscher opgegeven die als vader niet Theodorus, maar wel Dierick de Visscher had. Deze problematiek wordt bij Joannes de Visscher als oudste archiefvormer uitgebreid besproken, maar het wordt hier al even aangehaald om aan te tonen dat enige voorzichtigheid geboden is. Het boek van G. Marnef over 19 Antwerpen in tijd van de Reformatie vermeldt een familie de Visscher in een voetnoot bij de p. 199 onder een paragraaf betreffende ‘het Antwerps calvinisme in ballingschap: de vluchtelingenkerken’. Deze paragraaf behandelt de onderlinge ondersteuning die calvinisten elkaar boden, vooral aan gevluchte medegelovigen. Daaruit valt af te leiden dat de de Visschers niet katholiek, maar protestants zouden zijn geweest. Dit lijkt allerminst waarschijnlijk aangezien in veel bronnen van het deelarchief de Visscher gerefereerd wordt aan de trouw van het geslacht de Visscher aan de Spaanse en dus katholieke vorst toen Antwerpen in protestantse handen was gevallen. Bovendien verwijst de voetnoot in het boek van Marnef naar een Duits werk van Hagedorn over Oost-Friese handel in de zestiende 20 eeuw met vermelding van onder andere een familie de Visscher . Ook hier betreft het vermoedelijk niet het geslacht de Visscher van het deelarchief de Visscher de Celles. Uit geen enkele van de bronnen in het deelarchief de Visscher blijkt immers dat de de Vischers uit het handelsmilieu komen. Aangezien Joannes de Visscher als oudste archiefvormer leefde in de tweede helft van de zestiende en het eerste kwart van de zeventiende eeuw valt hij dus pal in de periode van het werk van Hagedorn. Joannes de Visscher blijkt echter allerminst binding te hebben met Oost-Friesland en nog minder met de handel. Hij was actief in het Antwerps stadsmagistraat. Bovendien heeft geen enkele van de huwelijkspartners van de de Visschers connecties met het handelsmilieu en ook de correspondenten uit het deelarchief de Visscher situeren zich niet in dat segment van de maatschappij. De generaties na deze uit het deelarchief de Visscher de Celles gingen nadien op hetzelfde elan verder als hun voorouders en kozen voor functies binnen de staatsambtenarij of het leger. Omdat de stukken in dit deelarchief niet later teruggaan dan de eerste helft van de achttiende eeuw komen deze latere generaties niet als archiefvormer voor of hebben ze -in tegenstelling tot de generaties vóór de archiefvormers- bijgevolg geen invloed gehad op de archiefvorming. Ze zijn voor dit deelarchief van ondergeschikt belang. Daarom hebben we ervoor gekozen ze hier niet te behandelen. Voor meer informatie over deze achttiende-eeuwse generaties verwijs ik graag naar thesissen en andere 21 inventarissen van het Archief de Bergeyck .
18
AdB., de Visscher de Celles, Willem Bendictus de Visscher, nr. 671. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 330-339, 411-414. 19 MARNEF GUIDO, Antwerpen in de tijd van de Reformatie, p. 326-327, voetnoot nr. 87. Deze voetnoot verwijst naar HAGEDORN, Ostfrieslands Handel und Schiffart im 16. Jahrhundert, p. 125-126, 207, 213-314. Met een verwijzing naar de families du Gardin, de Visscher en Celosse. Cf. ook SAA, Cert., 14, fol. 208 r° (1559) en SAA, Cert., 25, fol. 166 r° (1566). 20 HAGEDORN, Ostfrieslands Handel und Schiffart im 16. Jahrhundert, p. 125-126, 207, 213-314. Met een verwijzing naar de families du Gardin, de Visscher en Celosse. Cf. ook SAA, Cert., 14, fol. 208 r° (1559) en SAA, Cert., 25, fol. 166 r° (1566). 21 AUDENAERT S., Nicolaas Josephus (1691-1765) en Petrus Philippus (1729-1807) de Brouchoven. Bezitsopbouw, materiële en sociale leefwereld van twee generaties de Bergeyck in de achttiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, UG, Gent, 2004. AUDENAERT S., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het archiefbestanddeel SintPaulusseminarie, onuitgegeven verhandeling, VUB, Brussel, 2005.
11
(De) Longin 22
Over de familie Longin of de Longin is evenmin veel geweten en moeten we vooral afgaan op wat in het deelarchief de Visscher aan informatie bleef bewaard. Van Donnet bestaan er notities betreffende deze familie in het Stadarchief van Antwerpen, maar omwille van de hierboven reeds vermelde reden 23 konden die niet worden geraadpleegd . Verder valt geringe genealogische informatie af te leiden uit het stamgedicht dat ter gelegenheid van de intrede van Aldegonda (de) Longin als begijn werd 24 gemaakt . De daarin aangehaalde familiebanden zijn echter niet altijd even duidelijk. Bovendien moet dit stamdicht de familie in een goed daglicht plaatsen waardoor het zeker opgesmukt is. Op het 25 internet is onder members.tripod.com wel een uitgebreide stamboom van de (de) Longins te vinden. Daarin zijn vooral data en gegevens over de titulatuur (betreffende de heerlijkheden in hun bezit) van de leden terug te vinden. De informatie is zeker niet volledig, maar vaak wel in overeenstemming met wat in het deelarchief de Visscher de Celles aan genealogie over deze familie te achterhalen valt. De genealogie van de famlie (de) Longin in de Nobiliaire is zeer beperkt. Daarin staat alleen Roland 26 (de) Longin vermeld. Enkel Rolands eerste huwelijk met Elisabeth de Mons staat beschreven . Hoewel uit dit huwelijk meerdere kinderen voortkwamen, heeft de Nobilaire slechts aandacht voor Adriana (de) Longin die in 1550 huwde met Franciscus Absolons, raadsheer en werkzaam in de Rekenkamer van Brabant. Verder vermeldt de Nobiliaire ook Alexander (de) Longin, heer van 27 Bijgaarden, die in 1630 door Filips II tot ridder werd benoemd . Van wie deze Alexander (de) Longin afstamt, wordt niet gespecificeerd. Omdat Roland (de) Longin, de oudste archiefvormer van deze familie, voorkomt in het deelarchief de Visscher de Celles beschouwen we hem als ‘stamvader’. Hij wordt hierna bij de archiefvormers van het deelarchief de Visscher dan ook uitgebreid besproken. Toch zijn her en der in de Nobiliaire -bij genealogieën van andere families- nog telgen van het geslacht (de) Longin opgenomen. Roland (de) Longin was vermoedelijk de zoon van Simon (de) Longin en Margaretha Bertholz. Behalve Roland hadden ze hoogstwaarschijnlijk nog drie andere zonen -Hendricus, Joannes en 28 Laurent- en een dochter Isabella. Hendricus (de) Longin was priester en kanunnik . Joannes (de) Longin vertoefde aan het hof als kamerheer van de hertog van Bourgondië. Laurent (de) Longin -in bronnen vaak verspaanst tot Lorenzo- bekleedde de ambten van thesaurier en opperste 29 30 schatbewaarder van Karel V . Hij was heer van Lembeek, Saart en Bijgaarden . Misschien is de voornoemde Alexander (de) Longin, omwille van zijn titel van heer van Bijgaarden, een afstammeling van Laurent (de) Longin. De familie (de) Longin situeert zich volledig binnen het milieu van de staatsambtenarij. Na Roland (de) Longin en zijn broer Laurent bekleedde ook Rolands zoon Carolus functies binnen de hoogste bureaucratie. Ook Carolus (de) Longin wordt uitgebreid belicht als archiefvormer.
De Norman De familie de Norman is geen buitenbeentje in het rijtje. Ook haar geschiedenis kenmerkt zich door dienstbaarheid aan de vorst, hoofdzakelijk als staatsambtenaar. Stamvader van het geslacht was Franciscus de Norman (generatie I). De naam van zijn 31 echtgenote is niet gekend, maar wel het feit dat ze samen een zoon Willem (generatie II) hadden . Uit 22
Beide varianten worden gebruikt vandaar dat wij in de inventaris opteren voor (de) Longin. SAA, Donnet, microfilm PK 3290. 24 AdB., de Visscher de Celles, nr. 1185. 25 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 26 Nobiliaire, p. 1249. 27 Nobiliaire, p. 1249-1250. 28 AdB., de Visscher de Celles, nr. 1185. 29 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 330-339, 411-414. 30 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 31 Nobiliaire, p. 1253-1254. 23
12
diens huwelijk met een juffrouw de Bertolf kwam Joannes de Norman (generatie III) voort. Diens echtgenote Margaretha (de) Couraulx schonk hem drie kinderen. Antonius werd kanunnik van SintVeerle in Gent, Franciscus huwde met Barbara de Boneem en Machtelin stierf in dienst van de Spaanse koning. Maar Joannes’ oudste zoon Willem, het volgende familiehoofd, was ongetwijfeld de 32 meest roemrijke telg van het geslacht . Willem de Norman (generatie IV) droeg de titel van heer van Helle en Oxelaere en vervulde onder andere het ambt van raadsheer van Maximiliaan I en van ontvanger-generaal in Artesië en 33 Vlaanderen. Hij nam ook militaire functies op zich . Zijn eerste echtgenote Aldegonde de Wissocq schonk hem twee dochters, Francisca en Catharina, die respectievelijk Maladius de Poucques en Philippus de Croock trouwden. Willem de Normans zoon Willem, uit zijn tweede huwelijk met Jossina de Grootte, was secretaris van de Grote Raad van Mechelen. Hij ging een echtverbintenis aan met Maria Lauwerin. Uit het tweede huwelijk van Willem de Norman werden nog een zoon Philippus -de volgende pater familias- en een dochter Margaretha -echtgenote van Joannes van Ydeghem34 geboren . Philippus de Norman (generatie V), heer van Sint-Aldegonde en Oxelaere, huwde tweemaal. Enkel uit het huwelijk met zijn eerste echtgenote, Margaretha van (der) Coyen, volgden nakomelingen. Franciscus zette het geslacht verder. Willem, heer van Walle, koos voor de geestelijke stand en werd kanunnik(-gradueel) in Sint-Baafs te Gent. Daarnaast trad hij op als lid van de clerus. Cornelia vond een geschikte echtgenoot in Philippus de l’Espinoy, heer van Kapellen en burggraaf van Terwanen. Zijn moeder was Margaretha (de) Longin. Anna en Joanna waren beiden religieuzen, respectievelijk in 35 de Bijloke en Sint-Gregorius in Gent . Philippus de Norman overleed in 1569 na te zijn hertrouwd met 36 Joanna de Steelant . Franciscus de Norman (generatie VI) droeg in navolging van zijn vader Philippus de titels van heer van Oxelaere en Sint-Aldegonde. Hij stierf op 22 december 1605. Hij liet zijn echtgenote Joanna (de) Salaert na die hem overleefde tot 1639. Ze hadden vijf kinderen. Philippus de Norman was jezuïet. Jacobus, de volgende pater familias (generatie VII), huwde met Jossina de Seclyn in 1614. Hij 37 was schepen van de stad Gent en verkreeg via een patentbrief van Filips IV de titel van ridder . Margaretha de Norman huwde in 1604 met Carolus Rym, heer van Hondergem. Catharina was religieuze en Cornelia de Norman wordt hierna bij de archiefvormers binnen het deelarchief de 38 Visscher de Celles uitgebreid belicht . Behalve wereldlijke ambten, bezetten telgen van het geslacht de Norman dus ook belangrijke geestelijke posten. Terwijl de families de Visscher en (de) Longin zich -zowel wat betreft hun bezittingen als het gebied waar ze hun ambten bekleedden- hoofdzakelijk in hertogdom Brabant situeren, is het geslacht de Norman vooral te plaatsen in het graafschap Vlaanderen. De roots van deze familie lagen in 39 Bourgondië. De Nobiliaire vermeldt ze dan ook als le Norman of de Norman . In het deelarchief de Visscher de Celles is enkel de variant de Norman te vinden. Genealogische bronnen of verwijzingen in het deelarchief de Visscher de Celles betreffende het geslacht de Norman ontbreken zo goed als volledig. De Nobiliaire was eens te meer het voornaamste naslagwerk, een bron die met de nodige kritiek geraadpleegd moet worden. Op het internet kan men de site ‘www.waesberg.be’ raadplegen. Deze familie raakte via een huwelijk verwant met de de Normans. Over de familie de Norman zijn op de website dan ook vooral data en andere beknopte genealogische gegevens terug te vinden.
32
Nobiliaire, p. 1254. Nobiliaire, p. 1254. 34 Nobiliaire, p. 1254. 35 Nobiliaire, p. 1254. 36 Nobiliaire, p. 1254. 37 Nobiliaire, p. 1455. 38 Nobiliaire, p. 1455. 39 Nobiliaire, p. 1253. 33
13
De Gottignies De familie de Gottignies kwam oorspronkelijk uit het graafschap Henegouwen en dankt haar naam 40 aan het plaatsje Gottignies nabij de abdij van Saint-Denis . 41 Stamvader van het geslacht was Gillis de Gottignies (generatie I). Diens kleinzoon (generatie III)-eveneens met de voornaam Gillis- voerde in 1418 een cavalerie aan in dienst van Jan Zonder Vrees, hertog van Bourgondië. Hij huwde tweemaal. Met zijn eerste echtgenote Joanna de 42 Bethune kreeg hij Lancelot, Anselmus, Maria (+1464), echtgenote van Wauthier Pot, en Joannes die ongehuwd stierf. Lancelot de Gottignies (generatie IV) was baljuw van het Land van Rumst. Hij stierf op 26 juli 1468. Uit 43 zijn huwelijk met Joanna van Steenen had hij een zoon, Gillis . Gillis de Gottignies (generatie V) was heer van la Haye, Rogeri en Queny in Henegouwen en Borghestein bij Mechelen. Gillis de Gottignies werd burgemeester van Mechelen in 1483 en 1489. Hij stierf in 1500 en was tweemaal gehuwd. Zijn eerste huwelijk met Joanna Estor dateert van 1459. Zij schonk hem een zoon, Lancelot, die het geslacht zou verderzetten. Zijn tweede echtgenote en weduwe van Arnold van den Broeck, Catharina van Oem, schonk hem een dochter Antonia, die huwde met Florentus van Mechelen, en een zoon Hendricus. Hendricus, gehuwd met Margaretha 44 s’Munsters, erfde van zijn vader de heerlijk Borghestein . Lancelot de Gottignies (generatie VI) droeg in navolging van zijn vader Gillis de titels heer van la Haye, Rogeri en Queny. Ook professioneel trad hij in zijn vaders voetsporen en vervulde eveneens het burgemeesterambt in Mechelen in 1504, 1509 en 1511. In 1516 werd hij tot ridder benoemd. Hij huwde met Margaretha van den Broeck en het echtpaar kreeg drie kinderen: Gillis, Catharina en 45 Lancelot . Catharina huwde met Arnold de Merode, Lancelot (+1568) beoefende geheel volgens de traditie vele jaren het ambt van burgemeester van Mechelen in de periode 1536-1567. Op 28 januari 1532 huwde hij met Catharina Loon van Diest alias Vyvershem (+1580), vrouwe van Elsbroeck, die hem een zoon Lancelot (gehuwd met Philippote Carondelet) en een dochter Petronella (gehuwd met 46 Hendricus de Halmale) schonk . Gillis de Gottignies (generatie VII), ridder en heer van la Haye, Rogeri en Queny, werd het nieuwe familiehoofd. Net als zijn grootvader, vader en broer vervulde hij het ambt van Mechels burgemeester in 1560 en 1561. Op 18 juli 1531 sloot hij een huwelijkscontract af met zijn echtgenote Petronella van Thienwinckel. Gillis de Gottignies stierf in 1565. Hij liet vijf kinderen na. Zijn oudste zoon Arnold (+1575) , gehuwd met Joanna de Tenremonde, zette een tak van de familie voort, zijn tweede zoon Lancelot was stamvader van een tweede tak. Cornelis de Gottignies huwde met Maria Oudart, maar stierf zonder nakomelingen. Margaretha de Gottignies huwde eerst met Franciscus Baillet en later met Augustinus van der Borch, dit de Huldenbergh, een staatsambtenaar. Petronella 47 huwde op haar beurt Carolus de Clercq, burgemeester van Mechelen . De afstamming waar de de Gottignies van het deelarchief de Visscher de Celles van afkomstig zijn, volgt uit deze tweede tak, namelijk de nakomelingen van Lancelot (generatie VIII). Lancelot de Gottignies (+12.05.1620) was, als zo veel mannelijke leden van zijn familie voor hem, burgemeester van Mechelen in 1587. In 1563 huwde hij met Anna van der Laen, dochter van Nicolaas van der Laen, de thesaurier-generaal van Eleonor van Oostenrijk. Ze stichtten een gezin met vijf kinderen: Augustinus, Nicolas, Lancelot, Margaretha en Petronella. Drie van deze kinderen kozen voor de geestelijk stand: Nicolas was religieus in de abdij van Grimbergen, Lancelot in Italië en Petronella verbleef in het klooster van Leliëndael in Mechelen. Margaretha de Gottignies (+1644) huwde met 48 Willem de Steenhuys (+1638), ridder en raadsheer in de Geheime Raad . Augustinus de Gottignies (generatie IX), heer van onder andere la Haye, Woudenbrouck en Borghestein, was secretaris van de Geheime Raad en werd door Filips IV benoemd tot ridder op 27 september 1623. In 1617 huwde hij met Margaretha Verreycken, dochter van de illustere staatsman Lodewijk (Luis, Luys, Loys, Louis) Verreycken, ondermeer eerste secretaris binnen het staatssecretariaat, diplomaat en raadsheer, en diens vrouw Louisa Micault. Augustinus de Gottignies 40
Nobiliaire, p. 841. Nobiliaire, p. 841. 42 Nobiliaire, p. 841-842. 43 Nobiliaire, p. 842. 44 Nobiliaire, p. 842. 45 Nobiliaire, p. 842. 46 Nobiliaire, p. 842-843. 47 Nobiliaire, p. 843. 48 Nobiliaire, p. 843. 41
14
en zijn echtgenote hadden samen negen kinderen. Lancelot (+1673) maakte carrière als geestelijke. Zijn voornaamste positie was deze van bisschop van Roermond. Ignatius zette deze tak van de de 49 Gottignies voort. Hij huwde met Isabella Maria de Steenhuys . Joannes Baptist, gehuwd met 50 Margaretha de Snoy, stichtte zijn eigen tak . Dan volgden Antonius Petrus en Nicolas Servatius de 51 Gottignies . De meest bekende telg van dit gezin moet ongetwijfeld Aegidius Franciscus zijn. Hij ontbreekt echter in de genealogie van de Nobiliaire. Wie hij was en wat hem zo bijzonder maakt, wordt 52 uitvoerig besproken in de paragraaf over de waarde van het deelarchief de Visscher de Celles . Na Aegidius Franciscus de Gottignies werd in het gezin nog een dochter geboren, Catharina Margaretha. Zij huwde met Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Dit koppel vormt een van de belangrijkste archiefvormers binnen het deelarchief de Visscher de Celles. Aan hen wordt hierna extra aandacht geschonken. 53 De tak van Ignatius de Gottignies stierf uit met zijn kleinzoon Lancelot Ignatius de Gottignies (generatie XII). De tak van Joannes Baptist de Gottignies (generatie X) en broer van de voornoemde Ignatius, was eveneens geen lang leven beschoren. Ook zijn kleinzoon Willem Josephus Philippus de 54 Gottignies (generatie XII) stierf ongehuwd en zonder nakomelingen in 1722 . Het hoeft na deze opsomming geen betoog meer dat de Gottignies een geslacht was dat zijn activiteiten toespitste op de ambtenarij en zo gestaag is opgeklommen op de sociale ladder. In 1658 55 verkreeg Ignatius de Gottignies (generatie X) van keizer Leopold de titel van baron . De de Gottignies situeren zich in hetzelfde milieu en hebben dezelfde achtergrond als de families de Visscher (de Celles), (de) Longin en de Norman. Opnieuw moeten we ons voor de genealogie van dit geslacht baseren op wat in de Nobiliaire 56 te vinden is . Genealogische stukken betreffende deze familie zijn op een stuk na immers niet vinden in het deelarchief de Visscher de Celles. Dat heeft het over Cornelis de Gottignies, geboren te Mechelen, die in het spoor van zijn illustere voorvaderen de staat diende. De oudste broer van deze Cornelis zou een militaire carrière hebben uitgebouwd in de infanterie onder leiding van Inigio de Borja 57 en in Oostende gesneuveld zijn . De gegevens zijn niet geheel duidelijk. Er staat: ‘un hermano suyo majorzgo de su casa Gilles de Gottignies’. Het gaat zeker om de oudste broer van Cornelis. De 58 zinsstructuur zaait verwarring over het feit of die Gillis de Gottignies nu de vader is van Cornelis en 59 zijn gesneuvelde broer of dat Gillis de Gottignies de gesneuvelde zelf betreft . Als we deze gegevens vergelijken met de hierboven vermelde genealogie, komen we tot de volgende slotsom. De enige Cornelis de Gottignies had geen broer met de naam Gillis. Zijn vader daarentegen droeg wel de voornaam Gillis (generatie VII). Zoals eerder meermaals aangehaald, mogen we er niet van uitgaan dat de Nobiliaire de enige correcte bron is. Mogelijk sneuvelde Cornelis’ oudste broer op jonge leeftijd en is hij niet opgenomen in de genealogie van de Nobiliaire omdat er over hem in de negentiende eeuw geen gegevens meer beschikbaar waren, waardoor het leek alsof hij niet heeft geleefd.
49
Nobiliaire, p. 844. Nobiliaire, p. 846. 51 Nobiliaire, p. 844. 52 Zie p. 32-33. 53 Lancelot Ignatius de Gottignies (generatie XII) was het enige kind van Lancelot Franciscus de Gottignies (+1748) en Catharina Cecilia Theresia de Steelant (+1708). Lancelot Ignatius (generatie XI) was op zijn beurt enig kind van Ignatius de Gottignies en Isabella Christina de Steenhuys. Nobiliaire, p. 845-846. 54 Willem Lodewijk Josephus Philippus de Gottignies was het enige kind van Joannes Baptists zoon Philippus Franciscus de Gottignies (generatie XI). Uit zijn eerste huwelijk met Barbara Maria Brigitta de Hovine had Philppus Franciscus de Gottgnies (+1716) geen kinderen. Uit zijn tweede huwelijk met Anna Maria du Hot werd dus enkel Willem Josephus Philippus de Gottignies geboren. Nobiliaire, p. 846. 55 Nobiliaire, p. 845. 56 Nobiliaire, p. 841-846. 57 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 702. 58 In dit geval valt de Spaanse zin als volgt te interpreteren, namelijk de oudste zoon afkomstig van Gillis de Gottignies. 59 In dit geval zou de klemtoon anders liggen en moet men na casa een komma denken. Dan betreft het de oudste broer van zijn gezin, namelijk Gillis de Gottignies. 50
15
In het stadsarchief van Antwerpen zijn op microfilm genealogische notities van Donnet en 60 Bisschop betreffende deze familie de Gottignies te raadplegen .
De socio-economische en politieke achtergrond De belangrijkste archiefvormers van het deelarchief de Visscher de Celles situeren zich van de tweede helft van de zestiende tot de tweede helft van de zeventiende eeuw. Dit betekent dat velen van hen zijn opgegroeid en hebben geleefd tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Deze onrustige periode had haar weerslag op het leven -zowel het persoonlijke als professionele leven- van de archiefvormers en dat weerspiegelt zich in archiefvorming. Over de waarde van het deelarchief de Visscher de Celles hebben we het later nog. Hier schenken we aandacht aan de socio-economische en politieke context waarin de telgen van het geslacht de Visscher en hun verwanten leefden. De bedoeling is niet een uitgebreide analyse te geven van het politieke strijdtoneel, maar wel een kader te scheppen voor de gebruiker van deze inventaris voor een beter begrip van het deelarchief en zijn archiefvormers. De Opstand in de Nederlanden (1550-1648) was het gevolg van de groeiende tegenstellingen die in de Nederlanden al maar meer de kop opstaken. Die contrasten beperkten zich niet alleen tot het 61 katholicisme versus protestantisme of de Spaanse vorst tegen de Staten . Minstens even belangrijk bleek het wezenlijk verschil tussen de verstedelijkte gewesten aan de zeekant –Vlaanderen, Brabant en Holland- met hun nijverheid en industrie en de agrarische periferie aan de landkant. Daar waar Karel V nog een rondtrekkende vorst was in een enorm rijk waar de zon nooit onderging, zou zijn zoon en opvolger Filips II vooral centraal vanuit Spanje regeren waardoor het rechtstreekse contact met de Nederlanden verloren ging ondanks de aanstelling van een landvoogd ter plaatse. Daarnaast was er het groeiende protestantisme. Het idee dat de Opstand in de Nederlanden een strijd was tussen fanatieke katholieken en militante protestanten is al lang achterhaald. Wel was er een grote middengroep actief die opteerde voor een samenleving zonder 62 polarisatie en die droomde van een politiek en godsdienstig compromis . Officieel neemt de Tachtigjarige Oorlog aanvang met de Slag bij Heiligerlee in 1568, eveneens het jaar waarin Egmont en Horne in Brussel werden onthoofd als duidelijk statement van het Spaanse 63 bewind tegen al wie kritiek had op de politiek van Filips II . In 1576 breidde de opstand uit. Niet alleen Holland en Zeeland uitten hun ongenoegen. Ook de oppositie in Vlaanderen en Brabant radicaliseerde. Het probleem was niet zozeer de geloofsvrijheid, maar wel de bevrijding van het land van Spaanse soldaten. De meerderheid van de bevolking was rooms-katholiek en liep niet hoog op met het calvinisme. Toch wisten de calvinisten vanaf 1578 de bovenhand te halen in de grote steden van Brabant en Vlaanderen. Dit leidde zelfs tot het verbod op uitoefening van de katholieke godsdienst in Brussel op 1 mei 1581 en in Antwerpen op 1 juli 1581. Op 10 juli 1584 werd Willem van Oranje, de grote bezieler van de opstand tegen Spanje, vermoord in Delft. Hij was toen al een tijdje niet meer in staat het hoofd te bieden aan de Spaanse 64 opmars van Alexander Farnese, de hertog van Parma , die zijn hoogtepunt kende met de inname van Antwerpen. Farnese sloot de Schelde af zodat de belegerden zonder munitie en voedsel kwamen te zitten en zette een deel van het land onder water. De overgave van Antwerpen was een feit op 15 augustus 1585. De opmars van de hertog van Parma verontrustte de Engelse koningin Elisabeth. Zij bood de opstandelingen haar hulp aan. Sinds landvoogd Don Juan van Oostenrijk plannen had gesmeed om haar van de troon te stoten en Spanje ook de hand had in andere complotten tegen haar, stond de 65 Spaanse kroon bij Elisabeth allerminst op een goed blaadje. De opmars van de hertog van Parma
60
SAA, Donnet, microfilm PK 3259, PK3272, PK3287. JANSEN H.P.H., Kalendarium. Geschiedenis van de Lage Landen in jaartallen, p. 74. 62 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 13. 63 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 9. 64 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 125. 65 Filips II was nota bene de zwager van de Engelse koningin Elisabeth I. Hij was in 1546 gehuwd met haar halfzus Mary. Toen Mary overleed in 1558, poogde Filips II de protestantse Elisabeth I te trouwen. Om een aantal redenen ging dit huwelijk niet door. Filips II geloofde dat zijn zoon don Carlos (uit zijn eerste huwelijk 61
16
was de Engelse koningin dan ook een doorn in het oog omdat ze de macht van Spanje in de Nederlanden liever niet te groot zag worden. Alhoewel Elisabeth zich niet helemaal kon vinden in de politieke plannen van de opstandige provincies, stuurde ze hen toch militaire hulp. In ruil eiste ze van de opstandelingen een aantal strategische steunpunten, waaronder Antwerpen. Deze stad werd omwille van haar ligging beschouwd als ‘het pistool op de borst van Engeland’. De Engelse hulp kwam echter pas aan nadat Antwerpen opnieuw in Spaanse katholieke handen was gevallen. Filips II zag in de steun van de Engelse koningin Elisabeth aan de opstandelingen een reden om zijn tactiek te veranderen en een strafexpeditie tegen haar te ondernemen. Hij gaf de opdracht tot de bouw van een onoverwinnelijke vloot die in een militaire actie in samenwerking met de hertog van Parma eerst Engeland zou veroveren en daarna de opstandelingen zou straffen. De armada invencible omvatte 130 schepen en 30 000 manschappen -waarvan tweederden soldaten in plaats van matrozen-. Als admiraal werd de hertog van Medina Sidonia aangesteld. Deze onderneming die volgens de Spanjaarden succes garandeerde, draaide uit op een catastrofe. Medina Sidonia had nog nooit een 66 vloot aangevoerd . Hij was dus geen partij voor Drake en Howard, doorwinterde zeestrategen die volkomen thuis waren in het Kanaal en van de weersomstandigheden optimaal strategisch gebruik konden maken. De Engelse vloot bestookte de Spaanse armada in het Kanaal eind juli 1588. Bovendien bleken de Engelse schepen veel wendbaarder dan de zware Spaanse galjoenen. De gehavende armada trok zich terug in de haven van Calais, maar ook daar liep het grondig mis en bleek ze niet veilig voor Engelse aanvallen. Daarenboven bleef de hulp van het landleger van de hertog van Parma uit. Alexander Farnese kon enkel steun bieden vanuit Nieuwpoort en Sluis -de enige havens in zijn bezit- en die waren door de Hollanders geblokkeerd. De onoverwinnelijk geachte vloot zette verslagen, kapotgeschoten en gedesillusioneerd de aftocht naar Spanje in via de Noordzee, Schotland en Ierland. Maar opnieuw sloeg het noodlot toe. De weersomstandigheden 67 deden menig overgebleven schip vergaan . Farnese werd met de vinger gewezen en zijn imago kreeg nog een flinke deuk toen hij het beleg van Bergen-op-Zoom moest opgeven. Parma overleed afgeleefd en gewantrouwd door Filips II op 3 december 1592. Spanje stevende door de oorlogsomstandigheden andermaal af op een bankroet en Filips II voelde zijn einde naderen. Hij stelde zijn dochter Isabella en haar man aartshertog Albrecht in 1598 aan als soevereine vorsten in de Nederlanden en hoopte zo dit gebied voor zijn nageslacht te vrijwaren. Pas met Ambrosio Spínola beschikten de aartshertogen over een veldheer die de opstandelingen militair aankon. In 1609 werd het Twaalfjarig Bestand plechtig afgekondigd en kwam er voorlopig een einde 68 aan veertig jaar oorlog tussen Spanje en de Republiek . Het huwelijk van de aartshertogen Albrecht en Isabella bleef kinderloos. De Zuidelijke Nederlanden zouden dus na hun dood opnieuw in Spaanse handen komen. In 1621 overleden zowel Filips III als aartshertog Albrecht. Bovendien eindigde dat jaar het Twaalfjarig Bestand en opteerde Spanje opnieuw heerser in de Zuidelijke Nederlanden waar Isabella tot haar dood in 1633 als landvoogdes 69 zou fungeren- er voor het bestand niet te verlengen en opnieuw oorlog te voeren met de Republiek . Ondermeer door de Opstand in de Nederlanden had Spanje zijn vertrouwen in de oude en hoge Zuid-Nederlandse edellieden verloren. Sindsdien poogde de Spaanse vorst en de landvoogden in de Zuidelijke Nederlanden de rol van deze edellieden op het staatstoneel te beperken. In eerste instantie zond Filips IV Spaanse vertrouwelingen uit om de landvoogd bij te staan in het bestuur. De met Maria van Portugal) tegen hem had samengespannen en liet hem gevangenzetten. Toen don Carlos kort daarna overleed, beschuldigden Filips’ vijanden hem van het vermoorden van zijn eigen zoon. www.wikipedia.nl 66 In de zestiende eeuw viel er niets aan te merken op de opleiding van hoger militair perosneel. Het grootste deel had immers een aantal dienstjaren als gewoon soldaat achter de rug en had dus oorlogservaring. De hoogste posities werden meestal ingenomen door de hoge adel. Ook zij begonnen onderaan de ladder en klommen zo op binnen de strijdmacht. Vanaf 1590 kwam er een kentering en hoge posten werden vanaf dan steeds vaker bezet door lieden die meer aan het hof hadden verbleven dan op een slagveld. Dit was het gevolg van de groeiende financiële put van de Spaanse staat. De kroon had immers dringende behoefte aan bevelhebbers die hun troepen niet alleen konden aanvoeren, maar die vooral zelf instonden voor de financiering ervan. Vermoedelijk was don Alonso Pérez de Guzmán, hertog van Medina Sidonia (1550-1613), hiervan de voorloper. Hij werd als opperbevelhebber van de onoverwinnelijke vloot uitgestuurd, niet omwille van zijn militaire capaciteiten en ervaring, maar wel omdat hij in staat was zelf te bekostigen. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 119. 67 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 132-133. 68 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 139-140. 69 VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 6.
17
aanwezigheid van deze imported elite volstond niet om de Zuidelijke Nederlanden in toom te houden. Naast een aantal vooraanstaande figuren werden wel opgeleide individuen uit de lage adel, 70 hoofdzakelijk juristen, aangetrokken . Het is in die sfeer dat het geslacht de Visscher zijn opmars heeft gemaakt. De hervatting van de oorlog tegen de Republiek zou uitlopen op een uitputtingsslag. Financieel bleek Spanje niet in staat om een langdurige strijd aan te gaan. Filips IV liet verschillende kansen onbenut om een gunstiger verdrag dan het Twaalfjarig Bestand te sluiten met de Republiek. Daarbovenop barstte in 1635 de strijd los met Frankrijk. De Zuidelijke Nederlanden zaten nu tussen twee vijandige 71 gebieden -de Republiek in het Noorden en Frankrijk in het Zuiden- geprangd . Toch bleven de Zuidelijke Nederlanden ondanks de oorlog trouw aan hun Spaanse overheerser. Spanje kon zich hiervoor beroepen op drie pijlers. Ten eerste was er de godsdienst. Door een inhoudelijk vernieuwingsoffensief vanuit Rome drong het katholicisme opnieuw door tot alle lagen van de bevolking. Zo werd niet alleen de greep op 72 de gelovigen versterkt, ook de politiek-ideologische boodschap raakte meer verspreid . De dynastie met haar centralisatie gold als tweede pijler. Spanje probeerde de banden tussen de dynastie en de Zuidelijke Nederlanden te bewaren. Doordat de Spaanse vorst onmogelijk zelf op alle plaatsen in zijn grote rijk aanwezig kon zijn, beriep hij zich op gouverneurs-generaal van den bloede om die band te reïncarneren. De derde pijler was het staatsbestel. Absolutisme en ver doorgedreven centralisering waren in de Zuidelijke Nederlanden niet aan de orde. Ondermeer respect voor de lokale en provinciale autonomie en de instemming van de standenvertegenwoordiging voor belastingen werden daarentegen hoog in het vaandel gevoerd en zouden zeker verdwenen zijn bij aansluiting bij de 73 Republiek wat geen prettig vooruitzicht bleek . Ondanks de dependency van de Zuidelijke Nederlanden, zag Filips IV zich genoodzaakt de handdoek in de ring te gooien. In 1648 te Münster waren het de Staatsen die hun voorwaarden stelden aan de Spaanse kroon en niet omgekeerd. Zijn halsstarrigheid en ambities én de exponentiële 74 kost van de oorlogvoering, waren Filips IV en Spanje fataal geworden . De gewone bevolking in de Zuidelijke Nederlanden had ongetwijfeld te lijden onder de oorlogsomstandigheden. Verwoestingen en plunderingen door regimenten, de permanente aanwezigheid van soldaten en andere gevolgen van de heersende strijd waren ongetwijfeld aanwezig, maar overheersten hun leven niet. De zorg om het dagelijks brood op de plank had vermoedelijk een 75 grotere invloed op hun leven dan het krijgsgeweld . Voor het geslacht de Visscher (de Celles) en de aangetrouwde families was oorlog wel een dagelijkse en heel nabije realiteit, zowel in hun persoonlijk en professioneel leven als bij het beheer van hun patrimonium.
De voornaamste archiefvormers Om de kennismaking het deelarchief de Visscher vlotter te laten verlopen en de toegankelijkheid ervan te verbeteren, zetten we de voornaamste archiefvormers op een rijtje. We bespreken de verzamelde genealogische informatie, het professionele en familiale leven van de archiefvormers en specifieke gebeurtenissen of bijzonderheden waarvan we op de hoogte zijn. Deze biografische gegevens zijn geenszins volledig. Het zijn slechts aanwijzingen die het de gebruiker van deze inventaris mogelijk moeten maken zich snel een idee te vormen van wie de voornaamste archiefvormers zijn en wat ze aan archief nagelaten hebben, waar hiaten zitten en waar ze voor verder en grondiger onderzoek moeten speuren. Dit wil niet zeggen dat er bij de beschrijvingen geen gegevens meer opgenomen zijn over de archiefvormers, integendeel. Alleen is deze informatie beknopter en beperkt tot het hoogst nodige. 70
VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 13, 308-309. VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 303. 72 VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 317. 73 VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 318. 74 VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 305. 75 VAN DER LEM A., De Opstand in de Nederlanden (1550-1609), p. 13. 71
18
Joannes de Visscher (1551-1619) x Catharina (de) Longin (1551 of 1552-1600) Joannes de Visscher werd geboren als zoon van Dierick (Dierickxsoone) of Theodorus de Visscher en Adriana van Horne van Hemiksem. De Annuaire en de Nobiliaire wijzen Theodorus aan als Joannes’ 76 vader. Bronnen uit het Stadsarchief van Antwerpen hebben het over Dierick . Deze bronnen hebben betrekking op de vlucht van Joannes de Visscher uit Antwerpen in 1580. Verwarring met een andere de Visscher is zo goed als uitgesloten omdat deze Joannes de Visscher daadwerkelijk Antwerpen is ontvlucht in die periode, maar daarover volgt later meer. In het deelarchief de Visscher de Celles is slechts een stuk bewaard dat ons enige aanwijzing geeft over de naam van Joannes de Visschers 77 vader en daaruit blijkt dat hij de zoon van Dierick de Visscher was . Ook over de geboorteplaats van Joannes de Visscher bestaat twijfel. Volgens de Nobiliaire zag hij het levenslicht in Duitsland. Volgens een aanbevelingsbrief uit het deelarchief de Visscher de 78 Celles en een bron uit het Antwerpse Stadsarchief is zijn geboorteplaats Antwerpen. Joannes de Visscher was heer van Maubisoul, een heerlijkheid gelegen nabij Geldenaken. Joannes de Visscher beoefende het schepenambt in Antwerpen in 1593, 1594, 1596, 1599, 1602, 79 1603, 1610 en 1618 . Hij was ook keurmeester van dezelfde stad. Verder moet Joannes de Visscher ook de functie van superintendant van politie hebben bekleed tot grote tevredenheid van het volk en de stadsmagistratuur. Toen hij 62 jaar was, ambieerde hij het burgemeesterschap. Daarvoor kon hij mooie referenties voorleggen. Hij beheerste Latijn, Frans, Spaans en Nederlands en was bovendien zeer onderlegd in het recht wat hij gedurende meer dan zestien jaar had bestudeerd. Behalve zijn intellectuele capaciteiten, kon hij zijn aanzienlijk patrimonium en vermogen als gewicht in de schaal leggen. Joannes de Visscher was de eerste van zijn familie die toetrad tot 'les charges de robe'. Dit had hij hoogstwaarschijnlijk te danken aan zijn dienstbaarheid voor de Spaanse vorst. Joannes de Visscher ontvluchtte Antwerpen voor de rebellie van 1580 tot 1585 omdat hij de Spaanse katholieke vorst en religie trouw bleef. Ondanks de verleidelijke functies die het protestantse regime Joannes de Visscher aanbood, verloochende hij zijn vorst en godsdienst niet en verkoos de stad te verlaten. Van de vlucht maken niet alleen de bronnen in het deelarchief de Visscher de Celles melding, ook bronnen uit het Stadsarchief van Antwerpen bevestigen dit: “3 juli 1589. Joncker Jan de Visscher, Dierickxssen wijlen, geboren poorter van Antwerpen is omstreeks 1580 naar Bergen op Zoom vertrokken omdat de 80 Roomse Religie was geschorst” . Hij vond dus met zijn gezin toevlucht in Bergen-op-Zoom, maar keerde terug zodra Antwerpen opnieuw in katholieke handen was. Ook na zijn terugkeer naar Antwerpen poogde Joannes de Visscher zijn vorst zo veel mogelijk te dienen. In 1608 schoot Joannes 81 de Visscher Antwerpen zowel met zijn kennis als met zijn geld ter hulp . Indien de bronnen in het Stadsarchief van Antwerpen betrekking hebben op ‘onze’ Joannes de Visscher en zijn vader echt Dierick de Visscher was, vertrok ook Joannes’ moeder uit Antwerpen, 82 maar reeds een jaar vroeger in 1579 . Dit is niet onmogelijk, want volgens de Nobiliaire leefde 83 Joannes de Visschers moeder, Adriana van Horne, zeker nog in 1602 . Vreemd genoeg zijn er in het deelarchief de Visscher de Celles geen verwijzingen terug te vinden naar Adriana van Horne noch in brieven noch in andere stukken. Voor het ontbreken van informatie over haar in de briefwisseling bestaat er een plausibele verklaring. In die periode verbleef Joannes de Visschers belangrijkste correspondent, zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher, vermoedelijk niet in de Zuidelijke Nederlanden, maar in de ambassade te Rome of op ambtsreis in Spanje. Brieven uit die periode blijken dan ook niet bewaard in het deelarchief de Visscher de Celles waarschijnlijk omdat Joannes Balthazar de Visscher ze niet als extra ballast wou meenemen bij zijn reizen. De andere kinderen van Joannes de Visscher, zijn dochters Anna en Catharina, verbleven in de eerste jaren van de 76
SAA, Fonds Plaisier, deel VIII, 1589-1659. Schepenregister 397, p. 440 v°, 441. AdB., de Visscher de Celles, goederenbeheer Brabant, nrs. 1438-1439. 78 SAA, Fonds Plaisier, deel VIII, 1589-1659. Schepenregister 397, p. 440 v°, 441. 79 Nobiliaire, p. 2029. Annuaire 1872, p. 258. 80 SAA, Fonds Plaisier, deel VIII, 1589-1659. Schepenregister 397, p. 440 v°, 441. 81 AdB., de Visscher de Celles, Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin, nrs. 12-13. 82 SAA, Fonds Plaisier, deel VIII, 1575-1580. Collegiale Actenboecken 1577-1583 en A.A.B. deel 16, blz. 146. 83 Nobiliaire, p. 2029. 77
19
zeventiende eeuw in Antwerpen en dus in de onmiddellijke nabijheid van hun vader. Het sturen van een brief om het overlijden van Adriana van Horne te melden, was dus overbodig. Dergelijke informatie werd sneller face to face verteld. In 1572 huwde Joannes de Visscher met Catharina (de) Longin, dochter van Roland (de) Longin en diens tweede echtgenote Anna de Rifflart. Hiermee huwde Joannes de Visscher een dame van eigen stand en uit hetzelfde milieu. Joannes’ schoonvader was president van de Rekenkamer van Brabant en zijn schoonbroer Carolus was commissaris van (aan)monstering. Bovendien bleek de familie (de) 84 Longin zeer vermogend . Het gezin van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin bestond uit zeker drie kinderen waarvan een zoon, Joannes Balthazar, en twee dochters, Anna en Catharina. Enkel van Joannes Balthazar kennen we met zekerheid de geboortedatum. Hij zag het levenslicht in 1580. Over het geboortetijdstip van de twee dochters van Joannes de Visscher tasten we in het duister. Werden zij geboren tijdens de vlucht uit Antwerpen? De Annuaire en de Nobiliaire vermelden voorts nog twee andere kinderen: Roland en Margaretha. Nergens in het deelarchief de Visscher de Celles vonden wij aanwijzingen over deze twee kinderen. Ze moeten zeker overleden zijn voor hun vader Joannes de Visscher, want bij de verdeling van zijn erfenis is er van geen van beide sprake. Ofwel stierven ze jong en ongehuwd ofwel maken zowel de Annuaire als de Nobiliaire hier een fout. De Nobiliaire weet over 85 Roland de Visscher te vertellen dat hij gestorven is tijdens de Duitse oorlogen . Catharina (de) Longin overleed op 30 april 1600. Ze was toen 48 jaar. Ze moet dus rond 1552 zijn geboren. Het testament van Joannes de Visscher is verleden voor notaris Michiel van Couwenberghe te Antwerpen op 8 maart 1618. Hij stierf op 22 maart 1619 vermoedelijk aan de gevolgen van het 86 'flesyn' dat zijn voeten, knieën, armen en handen aantastte. Daarnaast had hij ook 'aposterme in syn slincken' waardoor hij veel pijn leed. Joannes de Visscher was 68 jaar op het tijdstip van zijn overlijden. Hij werd dus geboren rond 1551. Zowel Joannes de Visscher als zijn echtgenote vonden hun laatste rustplaats in de Sint-Jacobskerk te Antwerpen. Hun grafsteen is helaas verdwenen, maar 87 het opschrift is bewaard gebleven . Joannes de Visscher woonde op de Melkbrug en later met zijn gezin op de Meir in Antwerpen.
Anna de Visscher (+1661) x Juan Gomez Caño 88
Anna de Visscher was de dochter van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin . Wanneer ze is geboren en het hoeveelste kind ze was, is niet bekend. Uit het feit dat Anna de Visscher in akten vaak als eerste wordt vermeld, zou men kunnen afleiden dat ze de eerstgeborene was. Anna de Visscher vond haar echtgenoot in het milieu van de ambtenarij. Ze huwde met Juan (Joannes) Gomez Caño, vermoedelijk van Spaanse afkomst en hoogstwaarschijnlijk licentiaat in de 89 rechten. In 1605 en 1609 bekleedde hij de functie van commissaris van aanmonstering . Hij zou ook 90 contador van Financiën zijn geweest. Anna de Visscher en Juan Gomez Caño stichtten een kroostrijk gezin met tien kinderen: Philippus Augustinus, Joannes Baptist, Theresia, Margaretha, Maximiliana, Catharina, Anna Francisca en Marianna. Philippus Augustinus en Joannes Baptist behaalden beiden het diploma van licentiaat in de rechten. Joannes Baptist werd na zijn studies raadsheer in de Raad van Brabant. Theresia bleef vermoedelijk ongehuwd. Margaretha huwde don Bernabe de Salazar y Antoniano, ridder in de Orde van Sint-Jacob, maestro de campo en gouverneur van de stad Terragona, en verhuisde met hem naar 84
Nobiliaire, p. 1240-1241, 2029. Annuaire 1872, p. 258. members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 85 Nobiliaire, p. 2029. 86 Flesijn komt van flerecijn en dat is jicht. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 69. 87 Verzameling der graf-en gedenkstenen in de provincie Antwerpen, p. 145. 88 Nobiliaire, p. 2029-2030. Annuaire 1872, p. 258. 89 Ibid. 90 Een contador was een rekenmeester. De contaduría was de afdeling waaronder een contador werkzaam was. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 287.
20
Spanje. Margaretha trouwde met de edelman Ferdinando de Caravachal, eveneens ridder in de Orde van Sint-Jacob. Catharina werd geestelijke en de twee jongste dochters Anna Francisca en Marianna 91 bleven ongehuwd . Anna de Visscher en Juan Gomez Caño woonden op de Meir in Antwerpen. Ze erfden het huis van Anna’s vader Joannes de Visscher. Anna de Visscher overleefde haar man (wiens sterftedatum niet 92 terug te vinden is) en stierf zelf op 13 juni 1661 .
Joannes Balthazar de Visscher (1580-1640) x Cornelia de Norman (+1655) Joannes Balthazar de Visscher was de zoon van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin. Hij 93 werd geboren op 27 november 1580 . Over het jonge leven van Joannes Balthazar de Visscher is niets geweten, maar we kunnen bijna met zekerheid stellen dat hij door zijn ouders werd meegenomen toen ze Antwerpen ontvluchtten. Joannes Balthazar de Visscher werd via een omweg heer van Schiplaken. De heerlijkheid Schiplaken hoorde toe aan Anna de Rifflart, zijn grootmoeder langs moederszijde. Zij gaf Schiplaken door aan haar zoon Carolus (de) Longin, maar die overleed zonder rechtstreekse nakomelingen en Schiplaken kwam toe aan zijn broer Willem (de) Longin. Ook hij stierf vermoedelijk zonder kinderen, vandaar dat Schiplaken geërfd werd door Joannes Balthazar de Visscher, de zoon van Willems en 94 Carolus’ zus Catharina . Aan de heerlijkheid Schiplaken waren een kasteel (stenen waterhuys), een boerderij genaamd het Hof van Schiplaken en een brouwerij verbonden. Joannes Balthazar de Visscher studeerde vermoedelijk rechten, maar in de matrikel van de Leuvense universiteit is daarvan geen spoor terug te vinden, wat doet vermoeden dat hij in het buitenland ging studeren. Naast rechten bleek hij ook filosofie te hebben gevolgd. Volgens de vele aanbevelingsbrieven verbleef Joannes Balthazar verscheidene jaren in Rome waar hij onder de bescherming van aartshertog Albrecht en onder andere onder de hoede van de aartsbisschoppen van Kamerrijk en Atrecht werkzaam was in de ambassade. Dit stelde hem in staat zijn talenkennis uit te breiden en te perfectioneren. Joannes Balthazar de Visscher was een polyglot. Hij beheerste het Latijn, Spaans, Italiaans, Frans en Nederlands. Het beheersen van deze talen kwam hem van pas bij de volgende stap in zijn carrière. Joannes Balthazar kwam terecht in het 95 staatssecretariaat als eerste officiaal onder leiding van audiencier Verreycken . Jarenlang werkten beide heren nauw samen. Joannes Balthazar verbleef in deze periode zelfs bij Verreycken in de Gaststraat in Brussel. Joannes Balthazar de Visscher was ambitieus en zocht naar andere en meer prestigieuze functies. In 1615 stimuleerde Joannes de Visscher zijn zoon om te dingen naar het schepenambt in Antwerpen. Hij spoorde zijn zoon dan ook aan zijn connecties aan te wenden en bij audiencier Verreycken aan te 96 dringen om zijn zaak bij burgemeester Rococx te bepleiten . Rond 1617 was Joannes Balthazar de Visscher kandidaat voor de functie van schout, maar zoals blijkt uit de briefwisseling van zijn vader, stond hij daar nogal weigerachtig tegenover: 'Certes le sr. thesaurier mat faict toute caresses possibles en presence de sa compaigne et fille me demandant sil estoit vrai queussiez demande lestat de vice ecautette. Je lui dis que non, me respondent quil vous
91
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 67 en 69. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 714. 93 Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 258. 94 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 95 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 330-339, 411-414. In het deelarchief de Visscher de Celles zijn er veel stukken die betrekking hebben op de uitoefening van deze functie. 96 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 69. 92
21
97
souhaitoit meilleure condition' . Zo gaf Joannes de Visscher zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher 98 het advies om eens na te denken over een functie in dienst van de prins van Oranje . Op 20 januari 1623 kreeg de carrière van Joannes Balthazar de Visscher een nieuwe wending door zijn benoeming tot gewoon commissaris van de aanmonstering (commissaire ordinaire des montres 99 des gens de guerre) van de Lage Landen . Als commissaris van aanmonstering moest Joannes Balthazar de Visscher nagaan of de cavalerieregimenten wel waren wat ze beweerden te zijn, onderzoeken of infanterieregimenten beschikten over voldoende gekwalificeerde soldaten, de inkomsten en uitgaven van regimenten controleren, soldaten aanwerven en de eed van soldaten afnemen. Hij kreeg hiervoor jaarlijks een 100 honorarium van vierhonderd ponden 40 groten Vlaams . Joannes Balthazar de Visscher was lid van de 'Confrerie des commisaires ordinaires des gens monstres des gens de guerre de sa Majesté' die officieel werd opgericht op 25 mei 1632 en zetelde aan het hof. De superintendant van de aanmonstering was Joannes Baptist Maes, ridder in de militaire orde van Sint-Jacques de Espata, raadsheer en eerste commissaris van financiën van zijn Koninklijke Hoogheid. De andere gewone commissarissen in 1632 waren -naast Joannes Balthazar de VisscherThomas Franquin, Pierre della Faille, C. Cymont, Joannes Baptist Dandeleu, J. Ramyres, F. de Gaule, Josse Louys de Facuwez, L. de Middelborch en Booms. Soms kwamen er commissarissen bij. De confrerie koos elk jaar een nieuwe provoost. Die provoost werd jaarlijks ingehuldigd met een mis waarbij hijzelf, zijn familieleden, de gewone comissarissen en de thesaurier-generaal aanwezig waren. De confrerie zat bij de inhuldiging van de nieuwe provoost aan een ronde tafel. Dezelfde dag nog of de dag erna werd een mis opgedragen ter ere van de overleden commissarissen. De missen vonden plaats te Brussel in de kapel Sint-Jacob en Onze-Lieve-Vrouwe Ter Hulpe. De provoosten waren achtereenvolgens della Faille (1632), Franquin (1634), Cymont (1636), Joannes Balthazar de Visscher 101 (1638) en Joannes Baptist Dandeleu (1639) . In ambtelijke stukken wordt vaak aan Joannes Balthazar de Visscher gerefereerd als Joannes Balthazar de Visscher (de) Longin. De naam van zijn moeder werd vermoedelijk aan de naam van zijn vader toegevoegd om twee redenen. Ten eerste was Joannes Balthazar de Visscher werkzaam in de Spaanse ambtenarij en Spaanse familienamen zijn vaak samengestelde namen (naam van de vader en moeder). Ten tweede had het geslacht (de) Longin naam gemaakt in de staatsambtenarij. Door ook de naam van zijn moeder te voeren gaf Joannes Balthazar de Visscher dus meer patina aan zijn persoonlijkheid en loopbaan. Door zijn bloeiende en veeleisende carrière vond Joannes Balthazar minder tijd voor zijn privéleven. Zowel door zijn functie als lid van de ambassade en het staatssecretariaat en als commissaris van aanmonstering was hij voortdurend onderweg. Toch vond vooral zijn zus Anna de Visscher het tijd dat haar broer op zoek ging naar een geschikte echtgenote. Zijzelf schrok er niet voor terug Joannes Balthazar haar mening te geven over haar toekomstige schoonzus. Naast een zeer rijke Hollandse dame uit het Land van Goes, zag Anna de Visscher vooral een potentiële echtgenote in de zeven- of achttienjarige juffrouw Padeschoot uit Waasmunster, een zeer mooie en gracieuze jongedame die een tijdlang bij juffrouw G(u)erardi had gelogeerd. Anna de Visscher drong er bij Joannes Balthazar dan ook op aan om de nodige inlichtingen over juffrouw Padeschoot in te winnen. Joannes Balthazar de Visscher had echter zijn hart verpand aan een juffrouw van Hoorn, maar zag zijn droomvrouw aan zijn neus voorbijgaan toen die te 102 Mechelen in het huwelijksbootje stapte met de zoon van een zekere doctor Verreycken . Uiteindelijk huwde Joannes Balthazar met Cornelia de Norman. Volgens de Annuaire en de Nobiliaire zijn Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman gehuwd op 29 mei 1623, 103 volgens een stuk uit het archief de Visscher de Celles op 18 juni 1623 . Wij volgen de primaire bron. 97
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 69. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 69. 99 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 414. In het deelarchief de Visscher de Celles zijn er veel stukken die betrekking hebben op de uitoefening van deze functie. 100 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 414. 101 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 415. 102 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 67. AdB., de Visscher de Celles, Anna de Visscher x Juan Gomez Caño, nr. 47. 103 Nobiliaire, p. 1455, 2029-2030. Annuaire 1872, p. 258. 98
22
Cornelia de Norman was een jonge weduwe. Op 20 juni 1620 was ze getrouwd met Carolus van der Zype. Zowel Cornelia de Norman als Carolus van der Zype waren afkomstig uit Gent. Carolus van der Zype bezat een hof van plaisantie bestaande uit een stenen huis met boomgaard in Latem en goederen in Petegem, Machelen, Kruishoutem, Afsnee, Deurle, Nazareth, Aster (Deinze), Schendelbeke en Asselt, Sint-Denijs, Latem en Gent. In Gent bezat Carolus van der Zype huizen in de Drabstraat en Lange Steenstraat (bij het Karmelietenklooster) en een moestuin aan de Ramen. Hun huwelijk was geen lang leven beschoren. Carolus van der Zype overleed op 21 mei 1621, nog geen jaar na het sluiten van de echtverbintenis. Hij liet geen kinderen na. In 1623 hertrouwde Cornelia de Norman, dochter van Franciscus de Norman, heer van Oxelaere, en Joanna (de) Salaert, met Joannes Balthazar de Visscher. Opnieuw slaagde een telg van de familie de Visscher erin een wederhelft te strikken binnen hetzelfde milieu. De familie de Norman had eveneens een lange traditie van dienstbaarheid aan de vorst. Cornelia de Norman schonk Joannes Balthazar drie zonen: Willem Benedictus in 1624, Joannes Balthazar (junior) in 1626 en Jacobus Vincentius in 1628. Het gezin van Joannes Balthazar de Visscher woonde een tijdlang op de Koe- of Veemarkt in Brussel tegenover het klooster van Jericho. 104
Joannes Balthazar de Visscher liep in de herfst van 1640 een gebroken been op . Vermoedelijk is dit de oorzaak van zijn dood een kleine anderhalve maand later. Het gezamenlijk testament van Joannes 105 en Balthazar de Visscher en zijn echtgenote Cornelia de Norman dateert van 4 december 1640 werd waarschijnlijk opgesteld omdat de toestand van Joannes Balthazar er niet beter op werd. Toen Joannes Balthazar in 1640 overleed, bleef Cornelia de Norman achter met drie opgroeiende tieners. De opvoeding van haar drie zonen verliep niet zonder slag of stoot -vooral de jongste, Jacobus Vincentius, bezorgde zijn moeder veel kopzorgen- maar ze wist haar mannetje te 106 staan . Nochtans beschikte Cornelia de Norman niet over een stabiele gezondheid. Ze had 107 regelmatig last van zware vermoeidheid .
Willem Benedictus de Visscher (1624-1664) Willem Benedictus de Visscher was de oudste zoon van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman. Als dooppeter kreeg hij Willem (de) Longin en als doopmeter Joanna (de) Salaert. Zijn eerste voornaam dankt Willem Benedictus dus aan zijn peter, zijn tweede voornaam -Benedictusherinnert aan het feit dat hij werd geboren op Sint-Benedictus. Ten tijde van zijn geboorte woonden 108 zijn ouders in de Nieuwstraat in Brussel, in het huis van Heer Monfort . Door zijn ouders en anderen wordt hij Guillemus Benedictus genoemd. Met die naam ondertekende Willem Benedictus ook zelf zijn brieven. In navolging van zijn vader droeg Willem Benedictus de titel van heer van Schiplaken. Zijn broers refereren in brieven dan ook vaak aan Willem Benedictus als 'monfrere van Schiplaeken'. Dankzij een brief vanuit Madrid verstuurd op 1 februari 1650 werd hij benoemd tot ridder. De brief staat integraal 109 afgedrukt in de Annuaire . Willem Benedictus de Visscher was licentiaat in beide rechten. Officieel staat Willem Benedictus ingeschreven op de rol van de Leuvense universiteit op 16 januari 1642 als ‘Guilielmus Benedictus de 110 Vischer, Bruxellensis in de Lilienses Divites’ . Vermoedelijk studeerde hij af rond 1647. Hij overleed ongehuwd. Na zijn studies in Leuven, ging Willem Benedictus de Visscher terug naar Brussel wonen in de buurt van de Hooivaart/Hooikaai en vermoedelijk ook op de Korenmarkt/Graanmarkt.
104
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 72. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 616-617. 106 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 107 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 108 AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nr. 66. 109 Annuaire 1872, p. 259-260. 110 SCHILLINGS A., Matricule de l'université de Louvain, deel V, p. 399, nr. 325. 105
23
Noch over het professionele noch over het persoonlijke leven van Willem Benedictus is veel bekend. Vast staat wel dat Willem Benedictus ambitieus was en in de hoogste politieke kringen 111 vertoefde. In 1646 verbleef hij in het huis van landvoogd Castel Rodrigo . Daarnaast kende Willem 112 Benedictus landvoogd Leopoldus Willem van Oostenrijk persoonlijk en streefde hij er in 1647 naar om een soort kamerheer (aioude (del chambre)) van de aartshertog te worden of om deel uit te maken van diens hofhouding. Hij sprak er Leopoldus Willem ook zelf over aan (in het Latijn) die hem 113 verzekerde dat zijn hofhouding en hof vorm zouden krijgen na de militaire campagne . Willem Benedictus kon voor een functie aan het hof rekenen op de aanbeveling van prins Ottavio Picolomini, 114 hertog van Amalfi . Die referentie had Willem Benedictus hard nodig, want zijn jeugdige leeftijd (in 1647 was hij ongeveer drieëntwintig jaar) speelde in zijn nadeel. Toch mocht hij zich niet ontgoocheld voelen indien hij naast de betrekking aan het hof greep, want door mee te dingen toonde Willem Benedictus dat hij dergelijke functie weldegelijk verdiende. Bovendien bleek de concurrentie moordend. Een honderdtal voor Willem Benedictus bekende edellieden uit Antwerpen, Mechelen en 115 Brussel kwamen voor dezelfde functie in aanmerking . Nog in 1647 vroeg Willem Benedictus zijn tante Anna om hem via een aanbevelingsbrief aan 116 te prijzen bij mevrouw de Caravachal, haar dochter . Behalve zijn tante Anna schakelde Willem Benedictus ook zijn tante Catharina in om voor hem een goed woordje doen bij het echtpaar de Caravachal. Zo hoopte Willem Benedictus het juiste adres te bekomen waar hij zijn kandidatuur voor een functie in Spanje heen kon sturen. Voor het vacante ambt diende men afkomstig zijn uit Brussel en (rijke) kennissen te hebben in Spanje. Misschien betrof het een functie in de Spaanse stad Terragona waar Fernando de Caravachal gouverneur was. Naast deze Spaanse functie en een ambt 117 aan het hof, ambieerde hij de eerste plaats binnen de Rekenkamer (vermoedelijk van Brabant) . Dat Willem Benedictus de Visscher in de periode 1646-1647 volop lobbyde om een geschikt ambt te vinden, is logisch, want vermoedelijk studeerde hij in die jaren af. Of Willem Benedictus zijn ambities heeft kunnen waarmaken, blijft een onbeantwoorde vraag. Nergens zijn sporen terug te vinden die wijzen op de uitoefening van een of ander officieel ambt. Ook wat het privéleven van Willem Benedictus betreft, zijn er weinig zekerheden. Vast staat dat Willem Benedictus de Visscher nooit is gehuwd, hoewel hij op zijn drieëntwintigste wel huwelijksplannen smeedde. 'Aengande u scrijft dat het niet goet en is soo vroech hauwen, is seker waer. Ende spigel mij aen de ionchijt die hem soo vroech aen die miserie verhangen, want sij meest al te mael berauwen sijn, also en halff iaer in die staet sijn geweest, ende erseker u dat ick mijne inclinatien soo liever heb al oft ick geen sentiment en hadde tgene ick ons heer bidde nochlanck mach dueren. Waer toe ick seer goede remedien gebruijke te weten van nivers eeinge visiten te doen bij iouffrauwen die fraij sijn, dan heel raer bijde leelijke ende als ick bij die ben vinde mij heel gerust ende sincerlijk gesproken soo gemodereert te sijn moet men met bidden ende met wijs sijn haelen, want 118 Brussel is de see van verlies voor de ionchijt' . Zijn tante Catharina raadde de huwelijksplannen van Willem Benedictus dus ten zeerste af omwille van zijn jeugdige leeftijd. Willem Benedictus verzekerde haar echter dat zij zich niet ongerust diende te maken. Hij wist immers dat mensen die jong huwden zich reeds na een half jaar beklaagden. Toch verkoos Willem Benedictus het gevoel van verliefdheid boven geen gevoel. Hij bad God dan ook dat zijn verliefdheid nog lang zou duren. Om zijn verliefde gevoelens te bewaren, had hij een goede remedie. Willem Benedictus vertoefde nooit in het gezelschap van mooie dames, maar steeds in dat van lelijke. Hij realiseerde zich dan telkens dat hij
111
AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. Leopoldus Willem van Oostenrijk was landvoogd van 1647 tot 1656. www.wikipedia.nl 113 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 114 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. Ottavio Piccolomini (1599-1656) was lid van een Toscaanse adellijke familie die als diplomaat en militair zowel in dienst van de Oostenrijkse als de Spaanse dynastie werkte. In 1635-1639 voerde hij met de Spanjaarden mee campagne tegen de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden. Voor zijn diensten ana de staat kreeg hij de titel van hertog van Amalfi. www.wikipedia.nl 115 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 116 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 117 AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nr. 656. 118 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 112
24
het nog niet zo slecht getroffen had. Dergelijke verstandige houding was nodig, want Brussel stond 119 bekend als een verderfelijk oord voor de jeugd . Willem Benedictus de Visscher moet vrij plotseling overleden zijn. Er bestaat onenigheid over zijn 120 overlijdensdatum. Volgens de Annuaire is dat 3 augustus 1664 . Volgens de Nobiliaire overleed hij 121 op 4 augustus . Wel staat vast dat Willem Benedictus de Visscher in de kerk van Hever werd begraven en dat zijn wapenkabinet (cabinet d'armes) met alle eretekens tegen de muur van het koor 122 is geplaatst .
Joannes Balthazar de Visscher de Celles (1626-1694) x Catharina Margaretha de Gottignies (1631-1690) Joannes Balthazar de Visscher de Celles was de tweede zoon van Joannes Balthazar de Visscher en 123 Cornelia de Norman . Als doopmeter kreeg hij zijn oom Juan Gomez Caño toegewezen. Zijn 124 doopmeter was Catharina de Visscher . Hij was heer van Celles, Pottes, Traulez, Montiseaux en na 125 de dood van zijn broer Willem Benedictus heer van Schiplaken . Joannes Balthazar de Visscher is toegelaten in de afstamming van de adellijke familie UtenVan Steenweghe (een van de zeven patriciërsfamilies) op 20 mei 1655. In het deelarchief de Visscher de Celles bevinden zich geen bronnen die dit bevestigen. Wel ondertekende Joannes Balthazar de Visscher de Visscher een tijdlang zijn brieven met ‘J.B. de Visscher de Nieuwerburg (of Neurenberghe)’. Via een patentbrief van Karel II daterend van 1 september 1686, verkreeg hij de titel van baron van Celles-sur-Piéton, gelegen in Brabant, behorend tot de meierij van 's Hertogenbosch. Vanaf dat ogenblik voerden Joannes Balthazar en zijn nakomelingen de naam de Visscher de 126 Celles . Net als zijn oudere broer startte Joannes Balthazar de Visscher de Celles rechtenstudies in Leuven. 127 Hij behaalde het diploma van licentiaat in de rechten in oktober 1646 . In Leuven woonde Joannes Balthazar een tijdlang in bij mijnheer Vlemincx, een licentiaat in de theologie. Het huis van Vlemincx stond tegenover dat van de pastoor van Sint-Pieter. Bij deze pastoor nam Joannes Balthazar op het einde van zijn studies, in september 1646, zijn intrek na het overlijden van zijn vorige gastheer. Om 128 zijn rechtenstudies in praktijk toe te passen, trok Joannes Balthazar naar Mechelen . Hij moet een veelbelovende jurist zijn geweest, want zijn broer Willem Benedictus schreef in een brief aan hun tante Catharina hetvolgende: 'Monfrere den licentiat te Mechelen ... mach hij leeven 129 dat hij een groot man in de republiek sal worden' . Zijn broers verwezen in brieven naar Joannes Balthazar als 'monfrere den licentiat'. Naast Spaans, Frans en Nederlands beheerste Joannes Balthazar ook het Latijn. In tegenstelling tot zijn oudere broer Willem Benedictus, is er over de professionele carrière van Joannes Balthazar de Visscher de Celles heel wat geweten. Zo was hij schepen en burgemeester van Brussel in 1678, 1679, 1680, 1692 en 1693. Hij bekleedde er ook de functie van thesaurier. Daarnaast nam Joannes Balthazar eveneens de functie van superintendant van de (scheep)vaart op zich en was 119
AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. Annuaire 1872, p. 259-260. 121 Nobiliaire, p. 2030. 122 Annuaire 1872, p. 259-260. Nobiliaire, p. 2030. 123 Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 124 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 66. 125 Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 126 Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 127 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 1060. 128 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1117. 129 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 120
25
hij hoofdman van de gilde van de dekens in Hever wat hij vermoedelijk te danken had aan zijn titel van 130 heer van Schiplaken . Reeds in 1653, Joannes Balthazar de Visscher was toen zevenentwintig jaar, moet hij op het punt hebben gestaan te huwen. 'Et chez les facuez on asseure votre marriage futur disant que si vous retounes ceste foys sans l'accomplissement du marriage que la premiere foys quires a gand ce 131 fayrat' . Dit huwelijk is niet doorgegaan, want pas in 1662 trouwde Joannes Balthazar. Zijn bruid was Catharina Margaretha de Gottignies, een dame van stand uit het ambtelijk milieu. Haar vader 132 Augustinus de Gottignies was secretaris van de Geheime Raad . Haar grootvader langs 133 moederszijde, staatssecretaris Lodewijk Verreycken , was voor de familie de Visscher geen onbekende. Jarenlang had Joannes Balthazars vader, Joannes Balthazar senior, als officiaal onder Verreyckens vleugels gewerkt in het staatssecretariaat. Eén van Catharina Margaretha’s oudere broers, de jezuiët Aegidius Franciscus de Gottignies, was een belangrijke wiskundige en astronoom in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Hij publiceerde verscheidende traktaten en was als professor verbonden aan het Collegium Romanum in Rome waar hij het grootste deel van zijn leven 134 woonde . Joannes Balthazar de Visscher de Celles en Catharina Maragetha de Gottignies kregen samen acht kinderen: Willem Lodewijk, Catharina Francisca, Carolus Ignatius, Joannes Balthazar, 135 Nicolaas Philippus, Lodewijk Josephus, Maria Margaretha en Maria Philippa . Joannes Balthazar de Visscher de Celles onderhield nauwe banden met de familie de Velasco. Het is niet geheel duidelijk of er tussen de families de Visscher en de Velasco enkel een vriendschapsband bestond of dat er ook sprake was van enige verwantschap. Wel staat vast dat Carolus de Velasco abt was van de abdij van Grimbergen toen Joannes Balthazars jongere broer Jacobus Vincentius er als geestelijke intrad. Vooral voor Marianna de Velasco, zus van de voornoemde Carolus en gehuwd met Antonio Primo, moet Joannes Balthazar heel wat betekend hebben. Hij trad onder andere op als haar zaakgelastigde. Marianna de Velasco apprecieerde zijn diensten ten zeerste, want ze begunstigde hem als erfgenaam. Margaretha de Velasco, zus van Carolus en Marianna, was het daar niet mee 136 eens, net als de erfgenamen die zij had begunstigd, en het kwam tot een proces . Joannes Balthazar de Visscher de Celles woonde met zijn gezin op de Graan- of Korenmarkt in Brussel.
Jacobus Vincentius de Visscher (1628-1655) Jacobus Vincentus (Bonitius) de Visscher was de derde zoon van Joannes Balthazar de Visscher en 137 Cornelia de Norman. Hij zag het levenslicht op 5 april 1628 . Als dooppeter kreeg hij zijn oom 138 Jacobus de Norman toegewezen, zijn doopmeter was Anna de Visscher . Het jonge leven van Jacobus Vincentius werd grondig verstoord toen zijn vader stierf in 1640. Of Jacobus Vincentius reeds voor het overlijden van zijn vader blijk gaf van een moeilijk karakter weten we niet. Vast staat dat hij zich na de dood van zijn vader Joannes Balthazar misdroeg. De reden is 130
Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. In het deelarchief de Visscher de Celles zijn er veel stukken die betrekking hebben op de uitoefening van deze functies. 131 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 704. 132 Nobiliaire, p. 844-845. 133 Nobiliaire, p. 844-845. 134 AUDENAERT W., e.a., PIBA, deel I, p. 392. 135 Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 136 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles en Catharina Margaretha de Gottignies, nrs. 1093-1096. 137 Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 259-260. 138 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 66.
26
simpel. Volgens Cornelia de Norman was Jacobus Vincentius de lievelingszoon van zijn vader. Om zijn gedrag bij te sturen en misschien omdat zijn moeder zich geen raad meer wist, verbleef Jacobus Vincentius een tijdlang bij zijn tante Catharina, het begijntje, die hem meer 'civiliteit en goet naturel' moest bijbrengen, want hij had 'quade gewoonten'. Toen zijn tante om gezondheidsredenen tijdelijk naar Aken trok, ging Jacobus Vincentius naar het klooster, zoals blijkt uit de briefwisseling. 'Alsoo juffrau Visscher over eenighe maenden reijsende naer Aken om haer ghesontheijt, uw sone Jacobus hadde ghestelt in ons convict, om dat hij aldaer hier entusschen te berter in sijne studien ende goede menieren soude aennemen. Soo ist dat sij nu weder ghecommen sijnde, liever soude sien dat Jacobus daer blijven soude, ghemeerct dattet aen hem in alle menieren profijtelickx is, soo om in sijne studien beter gevoordert te worden, als oock in goede ordre ende ontsach ghehouden re worden. ... Ick hebbe hier van oock ghesproken de patres die int convict sorghe draghen, die mij oock seggen dat 139 Jacobus hem daer seer wel draecht' . Jacobus Vincentius de Visscher liep school bij de jezuïeten (ondere rethorica en dialectica). Hij trad toe tot de geestelijke stand en wou zelfs priester worden. 'Maer wel op eenen anderen keer als wanneer hij mij wat vrijer daer affsprack, oick van priester te worden. ... Het sal een steunsel ende fondament van ons geheel huijs weesen. Wij sullen te Brussel maeken te negotieren dat eer corten tijt 140 hij eenen goede prebende sal hebben' . De keuze van Jacobus Vincentius om geestelijk en priester te worden, kon bij zijn familie op veel bijval rekenen, want het gaf extra glans aan het geslacht de Visscher. Toch kwam er wat lobbywerk te pas. Zo vroeg Cornelia de Norman aan een kennis om haar 141 zoon voor te dragen bij de Mechelse bisschop in het geval er een positie als kanunnik vrijkwam. In juli en augustus 1647 ondernam Cornelia de Norman opnieuw pogingen om haar zoon binnen te loodsen in kerkelijke instellingen. Jacobus Vincentius kreeg zijn eerste tonsure van de Gentse 142 bisschop in 1647 . In 1647 ging het dus beter met Jacobus Vincentius volgens zijn moeder: 'Mijnen sone den canoninck is wonder neerstich in sijne studien naer het seggen van P. Bouket. Hij is nu voor den achsten van de schole van rethorica publiekelijck uijt geroepen op den teater want men doen een spel 143 spelden tot den paeters' . In 1653 droeg Jacobus Vincentius zijn eerste mis op. Of de keuze voor een geestelijk leven een vrije keuze was, blijft te betwijfelen. Jacobus Vincentius bleef heel melancholisch tijdens zijn periode in de abdij van Grimbergen (Premonstratenzers) waar hij vermoedelijk kort na zijn tonsure was ingetreden. Abt de Velasco schreef over hem aan Cornelia de Norman: 'Ick en hoove uu niet verwonderinge dat hij boven maten melancolijck was (ick weet nochtans dat hij in sijn roep te vrede was) en nu is seer wel gestorven soo moecht dij dencken dat hij 144 geluchich is mits hij dit droef leven ontslagen is' . Jacobus Vincentius de Visscher maakte zijn testament op op 4 december 1650. Daaruit blijkt dat hij een legaat van 2000 gulden naliet aan de bibliotheek van de abdij van Grimbergen. Uit een brief van een van de paters van de abdij van Grimbergen vernemen we dat Jacobus Vincentius de Visscher is overleden na een zware ziekte op 9 maart 1655 om negen uur voor de 145 noen .
Catharina de Visscher (+1647) Catharina de Visscher zag als dochter van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin vermoedelijk het levenslicht na 4 maart 1584 of voor 4 maart 1585. Het deelarchief de Visscher onthult 146 immers dat ze 52 jaar is op 4 maart 1637 . Ze moet dus geboren zijn in de periode dat haar ouders de Zuidelijke Nederlanden waren ontvlucht. 147 Zij was sinds 1616 als begijn verbonden aan het groot begijnhof van Brussel , maar woonde vaak in Antwerpen, ondermeer in de Orgelstraat (dichtbij de Brabantse Korenmarkt), de 139
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 262. AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 141 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 142 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 143 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1114. 144 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 264. 145 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 314. 146 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 147 Nobiliaire, p. 2029-2030. 140
27
148
Huidevettersstraat en in het huis 'de Halve Maan' in de Kipdorp(straat) . Catharina de Visscher heeft niet altijd alleen gewoond. Uit het testament van Magdalena van Onchem weten we dat omstreeks 149 1625 begijnen bij haar inwoonden, namelijk Anna Verhooch en juffrouw Osius . Alhoewel Catharina de Visscher koos voor een leven als begijn, leidde ze allesbehalve een rustig bestaan. Een begijn verbond zich tot een religieus leven, maar dat belette haar geenszins wereldlijke functies op zich te nemen. In tegendeel, de religieuze status vrijwaarde haar grotendeels van de beperkingen die samenleving de alleenstaande vrouwen oplegde. Als religieuze vrouw kon een begijn een aantal grenzen overschrijden zonder daarvoor gesanctioneerd te worden. Omdat begijnen veel wereldlijke rollen op zich namen, beleefden ze religiositeit anders dan wanneer ze uitsluitend contemplatief zouden leven. Begijnen legden straffeloos en zonder moeite de link tussen het spirituele en aardse leven, vandaar de grote aantrekkingskracht van begijnhoven. Bovendien dienden begijnen geen gelofte van armoede af te leggen waardoor ze bezittingen konden hebben, kopen, verkopen, investeren, interesten innen, contracten en processen aangaan en persoonlijk erven. Catharina de 150 Visscher liet zich al deze vrijheden en voorrechten wel gevallen . Catharina de Visschers favoriete tijdverdrijf was -zoals bij velen van haar tijdgenotenprocessen voeren. De rechtzaak die ze samen met Antonius de Tassis, kanunnik van de Onze-LieveVrouwkathedraal in Antwerpen, aanspande tegen Gillis Martinus en de schepenen en burgemeester 151 van de stad Vilvoorde , is maar een van de vele voorbeelden. Daarnaast ving Catharina de Visscher de jongste zoon van haar broer Joannes Balthazar op omdat Jacobus Vincentius het een tijdlang moeilijk had met het overlijden van zijn vader. Catharina de Visscher was executrice van het testament van Magdalena van Onchem, dochter van Franciscus van Onchem, zus van Maria en Joanna en begijn uit het begijnhof van Brussel 152 waaraan ook Catharina de Visscher verbonden was . Ook voor het testament van Maria Pipenpoy 153 was Catharina de Visscher aangesteld als executrice . In 1642 verbleef Catharina de Visscher om gezondheidsproblemen een tijdje in Aken 155 overleed ze op 11 oktober 1647 na een ziekte .
154
. Uiteindelijk
Roland (de) Longin (+1573) x Elisabeth de Mons (de Sint-Ulrikskapelle) xx Anna de Rifflart (+1589) 156
Roland (ook wel Orlando) (de) Longin was de zoon van Simon (de) Longin en Margaretha Bertholz . Hij droeg de titel van heer van Sint-Ulrikskapelle. Filips II benoemde hem in Antwerpen per brief van 157 23 januari 1555 tot ridder . Volgens een lofdicht -gedrukt ter gelegenheid van de intrede van Aldegonda (de) Longin in het begijnhof van Brussel- vond zijn benoeming tot ridder plaats in de 158 Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekerk in het bijzijn van de ridders van de Orde van het Gulden Vlies . Allicht is het lofdicht opgesmukt en dient dit met een korreltje zout te worden genomen. Per brief van 17 augustus 1550 werd Roland (de) Longin aangesteld tot president van de 159 Rekenkamer van Brabant . Omwille van zijn jarenlange dienst aan de staat, ontving Roland (de) 160 Longin jaarlijks, zolang hij leefde, vierhonderd ponden 4 groten Vlaams als pensioen . Annuaire 1872, p. 258. 148 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1118. 149 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1169. 150 TRIEST M., Het besloten hof. Begijnen in de Zuidelijke Nederlanden, p. 137. 151 AdB., de Visscher de Celles, goederenbeheer Brabant, nr. 1592. AUDENAERT S., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het archiefbestanddeel SintPaulusseminarie, p. 133 152 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nrs. 1169-1182. 153 AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nr. 1183 154 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 262. 155 Nobiliaire, p. 2029-2030. 156 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 157 Nobiliaire, p. 1249-1250, 2029. Annuaire 1872, p. 258. 158 AdB., de Visscher de Celles, nr. 1185. 159 Nobiliaire, p. 1249-1250.
28
Roland (de) Longin huwde twee maal. Met zijn eerste echtgenote Elisabeth de Mons kreeg hij zes dochters: Adriana, Margaretha, Livina, Maria, Anna en een dochter wiens naam ons niet gekend is. Deze ‘naamloze’ dochter zou volgens een website met een uitgebreide stamboom van de familie (de) 161 Longin, gehuwd zijn geweest met Roland de Lassus, een bekende polyfonist . Ook zijn tweede echtgenote Anna de Rifflart schonk Roland (de) Longin een kroostrijk gezin met vermoedelijk zeven kinderen, namelijk Roland (junior), Willem, Carolus, Catharina, Barbara, 162 Boudewijn en Ambrosius. Dochter Catharina huwde met Joannes de Visscher . Volgens het lofdicht van Aldegonda (de) Longin stichtte Roland met zijn tweede echtgenote Anna de Rifflart het college van Nazareth en ze zouden ook de stichters zijn van de Augustijnenkerk in 163 Mechelen waar hun wapens in het gewelf van de kerk staan . Over het eerste zijn er in het deelarchief de Visscher inderdaad sporen terug te vinden. Wat betreft het tweede niet. Roland (de) Longin woonde met zijn gezin te Brussel. Hij overleed op 11 maart 1573. Zijn tweede 164 echtgenote Anna de Rifflart stierf in 1589 .
Carolus (de) Longin (+1613) x Isabeau de Hontsocht (+1591) xx Maria de Baronaige Carolus (de) Longin was een zoon uit het tweede huwelijk van Roland (de) Longin met Anna de 165 Rifflart . Van zijn moeder die vrouwe van Schiplaken was, erfde Carolus (de) Longin de heerlijkheid Schiplaken. Net als zijn vader koos Carolus (de) Longin voor een carrière in de staatsambtenarij. Hij werd benoemd tot gewoon commissaris van aanmonstering. In die hoedanigheid werkte hij vooral onder de graaf van Arenberg en opereerde vaak in Frankrijk. Hij ondernam ook meerdere diplomatieke missies. Zo kocht hij in opdracht van Alexander Farnese, hertog van Parma, de Spaanse en andere soldaten en mariniers van de koninklijke armada onder leiding van kapitein-generaal Medina Sidonia vrij die in Engeland gevangen waren genomen. Door zijn functie was Carolus (de) Longin constant onderweg, vaak in het kielzog van de gouverneurs-generaal. Door de troebelen van 1577, verloor hij zijn 166 leengoed Lembeek . Dit leengoed en het bijhorende hof van plaisantie werden platgebrand. Voor de tweeëntwintig jaar die hij trouw in dienst van de staat had gewerkt, werd hem het pensioen van zijn 167 vader ter waarde van vierhonderd ponden toegekend . Carolus (de) Longin huwde twee maal. Zijn eerste huwelijk met Isabeau de Hontsocht (soms ook Elisabeth genoemd) werd gesloten op 1 januari 1570 (Romeinse stijl). Ze kregen samen een dochter, Anna. Anna (de) Longin huwde met René de Chalon. Ze stierf kinderloos in 1600, haar man in 168 1624 . Na de dood van zijn eerste vrouw in 1591, vond Carolus (de) Longin een nieuwe echtgenote in Maria de Baronaige voor wie dit ook het tweede huwelijk was. Ze stamde uit een laagadellijk en riddergeslacht dat kleine heerlijkheden -onder andere Perk en Elewijt- bezat. Enkele mannelijke leden van deze familie vervulden ambten in de Brusselse magistratuur. Maria de Baronaige was eerder getrouwd met Antonius de Lalaing. Haar huwelijk met Carolus (de) Longin bracht geen kinderen meer 169 voort .
AdB., de Visscher de Celles, Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart, nr. 1186. 160 AdB., de Visscher de Celles, Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart, nr. 1186. 161 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 162 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 163 Nobiliaire, p. 1249-1250. AdB., de Visscher de Celles, Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart, nr. 1208. 164 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 165 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 166 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nr. 1208. 167 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nr. 1186. 168 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 169 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm
29
Carolus (de) Longin overleed op 3 mei 1615 in Brussel zonder rechtstreekse nakomelingen wat tot enkele processen tussen zijn onrechtstreekse erfgenamen leidde. Hij had in 1609 reeds laten bepalen dat de heerlijkheid Schiplaken na zijn dood zou overgaan in handen van zijn broer Willem, mits een financiële compensatie voor zijn neef Joannes Balthazar de Visscher, zoon van zijn zus Catharina. De rest van Carolus’ nalatenschap werd verdeeld onder de kinderen van zijn broer Roland en zus 170 Catharina .
Margaretha (de) Longin (+1632) x Jeronimus Scribani Margaretha (de) Longin was de dochter van Laurent (de) Longin en Maria van Heyleweegh. Laurent (de) Longin was thesaurier en opperste schatbewaarder van Karel V. Hij droeg de titels van heer van Lembeek, Saart en Bijgaarden. Vermoedelijk hadden Laurent (de) Longin en zijn echtgenote naast 171 Margaretha nog vier kinderen, namelijk Simon, Claudius, Maria en Antonius . Margaretha (de) Longin huwde met Jeronimus (Geronimo, Jeronimo, Hieronimo) Scribani, een 172 luitenant-kolonel in dienst van de Spaanse vorsten . Ze hadden geen rechtstreekse nakomelingen. Ofwel bleef hun huwelijk kinderloos ofwel overleden hun kinderen op zeer jonge leeftijd. 173
Margaretha (de) Longin overleed op 26 september 1632 . Als executeurs van haar testament werden Joannes Balthazar de Visscher en Jeronimus de Quesnoy, ridder en oud-burgemeester van Brussel, aangeduid. Dat Joannes Balthazar de Visscher als executeur werd aangeduid, is niet verwonderlijk, want tussen hem en Magaretha (de) Longin bestond een familieband. Margaretha (de) Longin was een dochter van Laurent (de) Longin. Laurent (de) Longin was de broer van Roland (de) Longin die op zijn beurt de grootvader was van Joannes Balthazar de Visscher. Precies omdat Joannes Balthazar als executeur fungeerde, zijn er een aanzienlijk aantal stukken van Margaretha 174 (de) Longin bewaard gebleven . Deze bescheiden hebben bijna allemaal betrekking op de afhandeling van haar sterfhuis. Margaretha (de) Longin begunstigde in haar testament haar twee achterneefjes Jacobus en Philippus. Zij waren de kleinzonen van Margaretha’s broer Antonius. 175 Philippus (de) Longin was een reguliere kanunnik in Duitsland . 176 Margaretha (de) Longin ligt begraven in de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Halle . Ze bepaalde in haar testament dat hij haar overlijden een ornament voor haar in deze kerk moest worden gemaakt.
Margaretha de Backere (+1658) x Nicolaas de la Tour Margaretha de Backere en haar man Nicolaas de la Tour zijn de vreemde eenden in de bijt. Ze hebben geen aanwijsbare connecties met de familie de Visscher, (de) Longin of de Norman. Wel staat vast dat Margaretha de Backere nauwe contacten onderhield met de de Visschers. Meer nog, ze 177 woonde zelfs een tijdlang in bij Willem Benedictus de Visscher en is in zijn huis overleden . Dit verklaart het aanzienlijke aantal bescheiden die van Margaretha de Backere bewaard bleven. Het betreft uitsluitend briefwisseling. Maar niet alleen door haar onduidelijke band met de archiefvormers de Visscher, is Margaretha de Backere een buitenbeentje. Als persoon blijkt ze eveneens bijzonder. Margaretha de Backere was een uiterst vroom persoon, want zowel voor als na haar dood heeft ze wonderlijke weldaden verricht. In die mate zelfs dat er pogingen zijn ondernomen om haar heilig te verklaren. Daarvoor moest een attestatie bekomen worden en wilden de partijen die de heiligverklaring bewerkstelligden haar laten opgraven. De Gentse bisschop Triest leek te vinden voor een
170
AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 171 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 172 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257. 173 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257. 174 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257. 175 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257. 176 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257. 177 Het adres van Willem Benedictus de Visscher staat op vele ingekomen brieven van Margaretha de Backere.
30
heiligverklaring van de Backere, maar hij overleed nog voor hij stappen in die richting kon 178 ondernemen . Uit een brief van Franciscus van Honde(r)ghem van 14 oktober 1660, geestelijke bij de recoletten in Ieper, blijkt dat Margaretha de Backere de hand had in een aantal miraculeuze genezingen (hetzij haar eigen genezing, hetzij de genezing van anderen door haar toedoen). Ze genas een man die dodelijk gewond was geraakt aan zijn knie. Geen enkele remedie hielp en uiteindelijk wendde de gewonde man zich tot deze godsvruchtige dame. Margaretha de Backere deed een plaaster van bruine pap rond het been van het slachtoffer en gaf hem ook nog wat van diezelfde bruine pap mee naar huis. Het slachtoffer heeft ook nadien nog een tijdlang dat papje aan zijn been gesmeerd. Naast het smeren van het papje, bad de man op aanraden van Margaretha de Backere voor de zieltjes in het vagevuur, ging te biecht en te communie. Het slachtoffer hield deze 179 gecombineerde kuur vol en genas op miraculeuze wijze . Met haar wonderpap hielp Margaretha de 180 Backere ook een zieke kloosterzuster .
De waarde van het deelarchief de Visscher de Celles Het deelarchief de Visscher de Celles is om een aantal redenen een waardevol en interessant archief. In eerste instantie worden er stukken bewaard van belangrijke zeventiende-eeuwers. In tweede instantie zijn er een pak militaire bronnen in terug te vinden die het oorlogsklimaat dat in de zeventiende eeuw heerste perfect weerspiegelen en betrekking hebben op de functie van commissaris van aanmonstering. Ten derde bevat het deelarchief een pak autografen van illustere staatslieden. Op al deze aspecten wordt dieper ingegaan.
Belangrijke zeventiende-eeuwers Aegidius Franciscus de Gottignies Aegidius Franciscus de Gottignies (Egidius Franciscus, Gillis Franciscus, Gilles François) was een van de negen kinderen van Augustinus de Gottignies en Margaretha van der Laen. Hij werd geboren op 181 10 maart 1630 te Brussel . Hij kwam dus een jaar voor zijn zus Catharina Margaretha de Gottignies (°25.09.1631) ter wereld. Zij huwde met Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Enkel dankzij de brieven van Aegidius Franciscus de Gottignies aan deze Joannes Balthazar de Visscher de Celles 182 ontdekten we zijn bestaan. In de Nobiliaire ontbreekt van Aegidius Franciscus immers elk spoor . Aan het jezuïetencollege in Leuven genoot hij een wiskundige opleiding en dat onder het goedkeurend oog van de jezuïeten en wiskundigen Andreas Tacquet en Gregorius de Sint-Vincent. Al in deze periode viel zijn wiskundige intelligentie op. Pas na zijn wiskundestudies, in 1653, moet hij tot de orde 183 zijn toegetreden . 184 Als student scholastiek en novice verbleef hij in Mechelen . Na zijn noviciaat vertoefde hij nog enkele jaren in de Zuidelijke Nederlanden en trok dan naar Rome waar hij in 1669 de vier geloften 185 186 aflegde . In Rome studeerde hij theologie . 178
AdB., de Visscher de Celles, Margaretha de Backere x Nicolas de la Tour, nrs. 655 en 674. AdB., de Visscher de Celles, Margaretha de Backere x Nicolas de la Tour, nrs. 1275-1318. 180 AdB., de Visscher de Celles, Margaretha de Backere x Nicolas de la Tour, nrs. 1275-1318. 181 AUDENAERT W., PIBA, I, p. 392. In zijn artikel “La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus’’ vermeldt H. Bosmans dat Aegidius Franciscus de Gottignies op 10 mei 1630 geboren zou zijn. Aangezien het werk van W. Audenaert recenter en meer uitgebreid is, houden wij het op 10 maart 1630. BOSMANS H., La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus, p. 216. 182 Nobliaire, p. 841-846. 183 BOSMANS H., La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus, p. 217. 184 BOSMANS H., La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus, p. 218. 185 AUDENAERT W., PIBA, I, p. 392. 186 BOSMANS H., La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus, p. 218. 179
31
Rome werd de stad waar de activiteiten van Aegidius Franciscus zich zouden ontplooien. Hij versierde 187 in 1662 als wiskundige een leerstoel aan het Collegium Romanum . Dit was een van de belangrijkste eigentijdse onderwijsinstellingen van de orde. Jezuïeten trokken toen het voortouw op het vlak van onderricht en wetenschap waardoor Aegidius Franciscus de Gottignies een prominente plaats innam in de toenmalige wetenschappelijke wereld. Hij zou een kwarteeuw lesgeven aan het Collegium Romanum en drukte uiteraard zijn stempel op de eigentijdse denkbeelden, vooral bij zijn leerlingen. Aegidius Franciscus was actief op verschillende wetenschappelijke terreinen. Een interessant onderdeel van zijn werk is de Logistica-methode waarin hij ingaat tegen Descartes’ algebra. Zijn methode getuigt van grote interesse in didactiek. Daarnaast had Aegidius Franciscus de Gottignies een grote belangstelling voor en kennis van de astronomie. Zo ontwierp hij astronomische instrumenten en publiceerde hij verschillende astronomische traktaten. Over astronomie correspondeerde hij uitgebreid met andere geleerden van zijn tijd. Alhoewel Aegidius Franciscus de Gottignies een vurige verdediger was van zijn methode en observaties, bleef hij steeds binnen de lijnen die Jezuïeten in hun wetenschapsbeleving hadden 188 uitgezet . Een aantal van zijn voornaamste gepubliceerde werken zijn Elemanta Geometriae Planae (Rome, 1669), Logistica (Rome, 1675), Problema duplatio (Rome, 1681) en Logistica Universalis sive mathesis (Napels, 1687). Toen Aegidius Franciscus de Gottignies in Rome woonde, moet ofwel hijzelf of iemand van zijn naaste kennissen toegang hebben gehad tot de pauselijke kring. In 1667 informeerde hij zijn schoonbroer Joannes Balthazar de Visscher de Visscher de Celles uitgebreid over de laatste dagen van paus 189 Alexander VII en de eerste dagen na diens overlijden . De details die hij geeft over de gezondheidstoestand van de stervende paus doen vermoeden dat Aegidius Franciscus zich ophield in de zeer nabije omgeving van het kerkhoofd. Toch moeten niet alle brieven van Aegidius Franciscus ter bestemming zijn gekomen en werd censuur toegepast. De brieven aan zijn broer Lancelot, bisschop van Roermond, kwamen vaker terecht. Ook Lancelot de Gottignies publiceerde. Aegidius Franciscus de Gottignies overleed in Rome op 6 april 1689
190
.
Carolus Fernandez de Velasco Carolus Fernandez de Velasco was de zoon van Diego Fernandez de Velasco en Philiberta de Gentil. Vermoedelijk zag hij rond 1596 het levenslicht. Hij had nog een broer Franciscus -de latere abt van de abdij van Baudelo in Gent- en drie zussen Margaretha (+10.08.1669), Maria Anna (+24.01.1669) en Barbara. Margaretha huwde vermoedelijk met een zeker Duchel, Maria Anna was de echtgenote van Antonio Primo. Carolus Fernandez de Velasco was abt van de norbertijnenabdij van Grimbergen in de periode 16471665). Op 13 april legde hij de eerste steen voor de bouw van de Sint-Servaasbasiliek, de huidige abdijkerk. De afwerking van de kerk heeft hij niet meer meegemaakt. Pas in 1700 werd de eerste eucharistieviering in de Sint-Servaasbasiliek opgedragen. In de periode dat Carolus Fernandez de abdij leidde, bloeide ze. De rijkdom van de zeventiende eeuw zette zich verder in de achtiende eeuw. Carolus Fernandez de Velasco overleed op 13 oktober 1665. Hij was toen 69 jaar. Zijn 191 overlijdensbericht is bewaard in het deelarchief de Visscher de Celles .
187
BOSMANS H., La ‘Logistique’ de Gilles-François de Gottignies de la compagnie de Jésus, p. 218. Voor meer informatie betreffende de wiskundige en andere wetenschappelijke ideeën en verwezenlijkingen, verwijzen we naar de verhandeling van Liesbeth de Wreede. De WREEDE L., Gilles-François de Gottignies (1630-1689), Jezuïet en geleerde, Leiden, 1999. 189 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 722. 190 AUDENAERT W., PIBA, I, p. 392. 191 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 722. 188
32
Militaire achtergrond Zoals hierboven bij de socio-economische situering reeds aangehaald, leefden de archiefvormers van het deelarchief de Visscher de Celles in een woelige tijd. De tweede helft van de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw stonden bol van oorlogvoering. Een aantal bronnen in dit deelarchief vormen de neerslag van deze omstandigheden. Zowel Joannes Balthazar de Visscher als zijn schoonbroer Juan Gomez Caño en zijn oom Carolus (de) Longin bekleedden het ambt van gewoon commissaris van aanmonstering. Vooral Joannes Balthazar de Visscher en in mindere mate Carolus (de) Longin hebben stukken nagelaten die voortgevloeid zijn uit deze functie. Lijsten van soldaten (met hun naam, de naam van hun vader, hun geboorteplaats, leeftijd en een typisch uiterlijk kenmerk) en rekeningen opgemaakt naar aanleiding van troepeninspecties zijn maar enkele van de voorbeelden die in deze context aangehaald kunnen worden. Het deelarchief de Visscher de Celles bevat dus interessante bronnen voor wie onderzoek voert naar militaire geschiedenis, bijvoorbeeld betreffende de samenstelling van regimenten van het Spaanse leger in de Zuidelijke Nederlanden. In het deelarchief de Visscher de Celles is de lijst terug te vinden van soldaten die gevangen genomen zijn toen de Spaanse armada onder leiding van Medina Sidonia door de Engelsen in hun wateren werd verslagen. Het deelarchief de Visscher de Celles herbergt niet alleen militaire informatie in bronnen die rechtstreeks betrekking hebben op het leger of functies binnen de staatsambtenarij. Ook in veel persoonlijke bescheiden staan verwijzingen naar de oorlogsomstandigheden. Dit is eens zo interessant omdat dergelijke bronnen een andere benadering aan het licht brengen. Ze laten zien hoe niet-militairen of andere personen die niet ambtshalve bij de oorlog en administratie ervan betrokken waren, tegenover de gebeurtenissen stonden. Het deelarchief de Visscher de Celles bevat heel wat militaire verwijzingen. Zowel naar functies binnen de strijdmacht als naar functies binnen de staatsambtenarij die betrekking hadden op het beheer van het Spaanse leger. Er is zo veel mogelijk gepoogd om belangrijke figuren te belichten en niet voor de hand liggende functies te verklaren bij de beschrijvingen zelf. Eén functie willen we hier echter uitgebreid aanhalen wegens haar belang voor het leven van verschillende archiefvormers -namelijk Joannes Balthazar de Visscher, Juan Gomez Caño en Carolus (de) Longin- en die dus weerslag heeft gehad op de vorming van het archief de Visscher de Celles. Om te begrijpen wat een commissaris van aanmonstering bezighield en waar hij zich bevond binnen de staatshiërarchie, dringt wat algemene informatie zich op. De Tachtigjarige Oorlog zorgde ervoor dat er voordurend nood was aan nieuwe troepen. Commissie was een van de voornaamste middelen om een leger op de been te brengen. De centrale Spaanse koninklijke macht (de Raad van Oorlog in Spanje en de kapitein- en gouverneur-generaal in de Nederlanden) bepaalde wie de commissie kreeg (de kroon koos dus zelf haar kapiteins), stipuleerde de gebieden waarin gerekruteerd werd, legde het aantal op de been te brengen manschappen op, bepaalde de tijd waarbinnen dit moest gebeuren en de plaats van bestemming van de troepen. In dit systeem was de kapitein de voornaamste 192 rekruteringsofficier en zijn compagnie de belangrijkste eenheid . Iedere kapitein die een koninklijke volmacht op zak had, benoemde eerst zijn onderofficieren en gaf vervolgens het bevel tot het vervaardigen van een vaandel voor de compagnie. Vervolgens brachten de kapitein en zijn gevolg bestaande uit tamboers en korporaals aangevoerd door het vaandel- een bezoek aan de steden en dorpen die in de vrijbrief stonden vermeld. Tussen de wervingsplaats van de manschappen en de plaats van bestemming van de compagnie bestond er meestal een verband. Wanneer de kapitein in het hem toegewezen gebied was aangekomen, toonde hij zijn volmacht en verzocht op deze manier de plaatselijke autoriteiten om hem bij te staan. De lokale gezagsdragers moesten de kapitein ondermeer gebouwen (bijvoorbeeld een leeg huis of een herberg) toewijzen waar hij zijn manschappen kon onderbrengen tot hij er voldoende had gerekruteerd. Op die plaats plantte de kapitein onder tromgeroffel zijn vaandel en ontving en keurde de mannen die zich vrijwillig voor de 193 dienst kwamen aanbieden . Alle rekruten werden nauwkeurig opgenomen in de compagnielijst, kregen een som geld, vrij onderdak, dagelijks brood en eenmalig kledij toebedeeld (afhankelijk van de belangstelling die er voor de rekrutering was). Zelden had een kapitein meer dan zes weken om een lichting op de been te brengen. Na het afronden van de samenstelling dienden kapiteins binnen enkele weken hun lichting te laten controleren door een door de koning benoemde functionaris. Deze functionaris inspecteerde de compagnielijst, ging eventuele misbruiken bij de rekrutering na en tekende onderaan de lijst een verklaring waarin het aantal aanwezingen binnen de compagnie 192 193
PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 44. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 44-45.
33
opgenomen was. Vervolgens werden de rechten, plichten en straffen bij misbruik voorgelezen en dienden de nieuwbakken soldaten deze onder eed te aanvaarden. Eens dit allemaal achter de rug was, brachten de koninklijke commissarissen de compagnie naar het srijdtoneel of naar de haven 194 waar ze diende in te schepen . Een commissaris van aanmonstering (comisario ordinario de muestras) werd benoemd door de 195 kapitein- en gouverneur-generaal (Maestro de Campo General) van de Zuidelijke Nederlanden. Ze 196 waren met zes en stonden in de hiërarchie net onder de contador del suelde . De contadurio del suelde was een van de twee financiële diensten van het leger in de Zuidelijke Nederlanden en was als controledienst belast met het toezicht op de betaalmeester. De tweede dienst was de pagaduria of 197 militaire thesaurie . Theoretisch stonden de contadurio del suelde en pagaduria onafhankelijk tegenover de hofhouding omdat hun hoofden werden benoemd door de koning, maar in praktijk konden ze niets ondernemen zonder volmachten van de kapitein-generaal die ook de ongeveer tien functionarissen onder de pagador general en de zes comisarios ordinarios de muestras, vierentwintig buitengewone inspecteurs en nog tien andere functionarissen onder de contador del suelde 198 benoemde .
Autografen Veel archiefvormers van het deelarchief de Visscher de Celles waren werkzaam waren in de staatsambtenarij. Vanzelfsprekend hebben een groot aantal stukken betrekking op deze activiteiten. Een aantal van deze stukken dragen de handtekeningen van eigentijdse, belangrijke staatslieden. Zo lieten verschillende landvoogden hun autograaf na op diverse bescheiden waaronder Alexander Farnese (landvoogd van 1578 tot 1592), zijn achterkleinzoon Alexander Farnese (landvoogd van 1678 tot 1682), don Ferdinand van Oostenrijk (landvoogd van 1633 tot 1641) en Villahermosa (landvoogd 199 van 1675 tot 1678) . Ook de handtekening van Francis Walsingham (°1530- +06.04.1590), een van de belangrijkste vertrouwenspersonen van de Engelse koningin Elisabeth I, is terug te vinden in het 200 deelarchief. Hij staat bekend als de spymaster van Elisabeth en speelde een belangrijke rol in de voorbereiding tegen de komst van de Spaanse armada die in 1588 door de Engelsen werd verslagen. Dit is ook de context waarbinnen de archiefstukken zijn ontstaan.
194
PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 45-46. Tot 1630 was de maestro de campo general de op een na hoogste bevelhebber van het leger. In dat jaar werd een nieuw ambt geschapen, namelijk dat van gobernador de armas. Deze was opperbevelhebber wanneer de kapitein-generaal afwezig was. De aestro de campo werd zo de op twee na hoogste bevelhebber. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 263. 196 PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 263. 197 PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 112. 198 PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 112, 263. 199 www.wikipedia.nl. 200 www.wikipedia.nl. 195
34
Hoofdstuk II. De inventarisatie Het deelarchief de Visscher de Celles staat niet op zich, maar is het vijfde en laatste deelarchief van het Archief de Bergeyck dat aan ontsluiting en inventarisatie is onderworpen. De vijf deelarchieven – 201 Goubau, Bouwens, de Brouchoven de Bergeyck, Helman en de Visscher de Celles - vormen een geheel. Bij de ordening en de opstelling van een archiefschema werd gepoogd zoveel mogelijk de structuur en de archiefschema’s van de vier andere deelarchieven toe te passen. Voor de geschiedenis van het Archief de Bergeyck verwijzen we naar de studie die Carine Goossens heeft gemaakt naar aanleiding van de ontsluiting en inventarisering van het eerste deelarchief, 202 namelijk het deelarchief Goubau . Alle ordeningsbeslissingen werden toen reeds genomen. Het deelarchief Goubau bleek immers een ideale testcase omdat bijna alle soorten stukken daarin aanwezig zijn. In de inventaris van het deelarchief Goubau staan alle ordeningsbeslissingen en overwegingen uitgebreid opgenomen. Het archiefschema dat voor het deelarchief Goubau werd opgemaakt, gold als fundament voor alle andere deelarchieven. Alle inventarissen van de deelarchieven van het Archief de Bergeyck volgen dezelfde structuur en lay-out. Deze uniformiteit onderstreept de verbondenheid tussen de vijf families en hun deelarchieven. De deelinventarissen overlappen elkaar immers voor een klein gedeelte, namelijk daar waar via een huwelijk aansluiting wordt gemaakt tussen de archiefvormende families. De families Goubau en de Brouchoven de Bergeyck fungeren als kapstokken waaraan de andere families als het ware zijn opgehangen via huwelijken. De familie Bouwens raakte zo verwant met de Goubaus. De geslachten Helman en de Visscher de Celles werden door huwelijken verbonden met het geslacht de Brouchoven de Bergeyck. Het huwelijk tussen Petrus Philippus de Brouchoven de Bergeyck en Maria Elisabeth Dormer (de laatste afstammelinge van het geslacht Goubau) in 1764 is het knooppunt tussen de vijf deelarchieven. De archieven nagelaten door de aangetrouwde families bleken te omvangrijk om onder te brengen bij de families Goubau en de Brouchoven de Bergeyck. Vandaar dat ze hun eigen inventaris kregen. In 2002 was de ontsluiting van het deelarchief Goubau een feit. Meteen volgde de ontsluiting van de deelarchieven Bouwens (afgerond in 2005) en de Brouchoven de Bergeyck (ontsloten, inventaris in voorbereiding). Het deelarchief Helman is ontsloten en geïnventariseerd door V. Bonkoffsky in 2006. Het deelarchief de Visscher de Celles was dus het laatste in de rij van vijf.
De oude orde De aangetroffen orde Het deelarchief de Visscher de Celles was verspreid over drie houten kisten: een kleine kist (L 40.5 cm x B 29 cm x H 15 cm) een grote kist (L 74 cm x B 36 cm x H 22 cm) en een middelgrote kist (L 65 cm x B 32.3 cm x H 24 cm). De kisten werden in de hierboven vermelde orde behandeld. In de drie kisten zaten de stukken in bundels samengeplooid. De bundels waren dubbelgevouwen met een touwtje en bleken het gevolg van eerdere ordeningspogingen. Ze zijn immers niet willekeurig gevormd. Sommige bundeltjes bevatten uitsluitend briefwisseling, andere bundeltjes bestonden uit bescheiden die toegeschreven werden aan een bepaalde familie. Die stukken droegen dan de vermelding pièces concernant la famille Micault, van der Zype of (de) Longin. Op verscheurde huwelijksuitnodigingen die rond de bundeltjes waren geplooid, stonden summiere beschrijvingen. Een 201
GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Brussel, 2004, 2 delen. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Bouwens, Beveren, 2005, 2 delen. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief de Brouchoven de Bergeyck, Beveren, 2 delen, in voorbereiding. BONKOFFSKY V., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Helman, Beveren, 2005, 2 delen. 202 GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 29-32.
35
aantal archiefstukken vertoonden genealogische informatie die een vroegere ordende hand aanbracht. Een aantal bescheiden dragen sporen van de ordeningspoging van graaf Joseph de Bergeyck. Rond de bundels met archiefbescheiden waren gescheurde huwelijksuitnodigingen aangebracht waarop een verkorte beschrijving stond over de inhoud ervan. Op sommige geordende stukken stond in het rood de volgende aantekening “DV/nr.”. DV verwijst vanzelfsprekend naar de Visscher. Het nummer na het slashteken toont aan dat sommige archiefstukken daadwerkelijk genummerd zijn. Uit die nummeringspoging ontstond een beperkte deelinventaris van de hand van graaf Joseph de Brouchoven de Bergeyck. Deze deelinventaris is te vaag, te beknopt –niet alle stukken zijn erin terug te vinden- en niet archivistisch correct. Een voorbeeld ter verduidelijking. Het merendeel van de brieven gestuurd door Marianna de Velasco, een verwante of zeer goede vriendin van Joannes Balthazar de Visscher de Celles, waren bij deze ordeningspogingen gebundeld. Ten eerste bleken niet alle brieven van Marianna de Velasco samen te zitten, ten tweede bevatte de bundel brieven die niet aan Marianna de Velasco toebehoorden, maar van de hand waren van een van haar twee broers en ten derde was er bij het bundelen absoluut geen rekening gehouden met de bestemmeling. De brieven waren onder andere gericht aan Joannes Balthazar de Visscher de Celles, zijn echtgenote Catharina Margaretha de Gottignies of aan nog andere bestemmelingen. Men mag dus niet blindelings de bestaande orde volgen en zo met open ogen in de val lopen. Elk stuk moet opnieuw bekeken worden om fouten te vermijden. Vandaar dat we ons niet baseren op de ordening in deze inventaris en gewoon beginnen met een tabula rasa. Ook de stukken van de andere deelarchieven van het Archief de Bergeyck vertonen sporen van de ordeningspogingen van graaf Joseph de Brouchoven de Bergeyck. Voor het volledige verhaal 203 en zijn werkwijze, verwijzen we naar de inventaris van het deelarchief Goubau . Het deelarchief de Visscher is dus duidelijk onderhevig geweest aan ordeningspogingen. Maar is er nog iets te bespeuren van de oude (lees oorspronkelijke) orde? Bij een statisch archief -zoals de vijf deelarchieven van het Archief de Bergeyck- wordt de structuur of ordening van het archief grotendeels bepaald door de laatste archiefvormer. Zo maakten archiefvormers zelf dossiers over onder andere gevoerde processen iets wat in het deelarchief de Visscher de Celles niet anders is. De telgen van het geslacht de Visscher hadden -zoals vele andere tijdgenoten- procesvoeren als hobby. Om orde te scheppen in de stapels documenten die dat met zich mee bracht, gingen ze vaak over tot liassering. Deze liassen zijn dus het resultaat van de oude orde en mogen onder geen beding uit elkaar worden gehaald. Behalve de liassen blijft van de oude orde weinig over. Dit heeft een voordeel. De vraag in hoeverre van de oude orde afgeweken moet worden, vervalt. Maar er is ook een groot nadeel aan verbonden. De oude orde is en blijft de snelste weg naar ontsluiting.
De nieuwe orde: werkzaamheden en verantwoording De start van de werkzaamheden Voor de werkzaamheden volgen we de methode die ook bij de ontsluiting van de andere 204 deelarchieven is toegepast . Bij de start van de inventarisatiewerkzaamheden van een familiearchief dringt een grondig genealogisch onderzoek zich op. Het is een eerste aanzet naar de structuur van het achtergelaten archief omdat onderzoek naar de geschiedenis van de archiefvormende families een idee geeft van de mogelijke archiefvormers en de taken of activiteiten die ze in hun leven hebben ondernomen. Het is echter een utopie te denken dat genealogisch onderzoek afgerond is of moet zijn bij aanvang van de inventarisatie. De ervaring met de andere vier deelarchieven van het Archief de Bergeyck leert ons dat de genealogie zelden volledig af blijkt en dat archiefstukken vaak aanvullende of corrigerende genealogische gegevens bevatten. Ook bij de familie de Visscher de Celles en de aangetrouwde familie (de) Longin, de Norman en de Gottignies doken ongekende telgen of data op. 203 204
36
GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 30-32. GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 35.
De genealogie van de archiefvormende families van het deelarchief de Visscher de Celles werden opgemaakt zoals de genealogieën van de families van de andere vier deelarchieven in het Archief de Bergeyck.
Omgaan met de wanorde en de toestand van het deelarchief In een eerste fase werden alle stukken (oppervlakkig) bekeken. Dit was de prospectiefase. Zo kregen we een idee van wie de voornaamste archiefvormers waren en hoe het persoonlijk archief en archief betreffende goederenbeheer zich qua hoeveelheid tot elkaar verhielden. De prospectiefase bracht meteen een aantal bevindingen aan het licht. Het deelarchief de Visscher de Celles is hoofdzakelijk zeventiende-eeuws. Het bevat daarnaast een aantal zestiende- en achttiende-eeuwse bescheiden, maar hun aantal is –zeker wat betreft de achttiende-eeuwse archiefstukken- zeer gering. De belangrijkste archiefvormers bestrijken de generaties van Joannes de Visscher tot zijn kleinzoon Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Het betreft niet alleen archief van de patres familias, maar ook bescheiden van echtgenoten, echtgenotes, broers, zussen, kinderen, ooms, tantes, neven en nichten. Er is zo goed als niks aan te treffen van de generaties na Joannes Balthazar de Visscher de Celles, gehuwd met Catharina Margaretha de Gottignies. Zo bevinden zich in het deelarchief slechts enkele stukken van het (persoonlijk) archief van Willem Lodewijk de Visscher de Celles, hun zoon. Dit is eigenaardig, want net Willem Lodewijks dochter is een scharnierpersoon. Haar huwelijk met Nicolaas Josephus de Visscher de Celles rechtvaardigt de opname van het deelarchief de Visscher de Celles in het Archief de Bergeyck. Misschien bevinden de bescheiden van de generaties na Joannes Balthazar de Visscher de Celles zich in het archief dat berust in het kasteel van Leefdaal en dat nog steeds in privé-handen is van de graaf de Liedekerke. Leefdaal was immers het zomerverblijf van Nicolaas Josephus de Brouchoven de Bergeyck en Maria Charlotte de Visscher de Celles. Misschien werd het persoonlijk archief van de twee laatste generaties (dat wil zeggen de generaties vóór de liatiefase) daar bewaard. Ook van andere deelarchieven van het Archief de Bergeyck (vooral de deelarchieven Helman en de Brouchoven de Bergeyck) bevinden zich nog stukken in het kasteel van Leefdaal. De zestiende-eeuwse archiefbescheiden behoren vaak toe aan de familie (de) Longin, verwant met het geslacht de Visscher via het huwelijk van Catharina (de) Longin met Joannes de Visscher. Normaal zouden deze stukken grotendeels betrekking hebben op familieleden die leefden vóór de liatiefase (dus van vóór het ogenblik van huwelijk tussen Catharina (de) Longin en Joannes de Visscher). De meeste bescheiden vloeiden echter ten eerste voort uit het professionele leven van de (de) Longins kort voor of na de liatiefase. Ten tweede zijn de archiefstukken van de familie (de) Longin afkomstig uit erfenisperikelen die zowel de familie de Visscher als de familie (de) Longin jarenlang beheersten. Ten derde ontstonden de bescheiden van de (de) Longins uit het feit dat een telg van het geslacht de Visscher na het overlijden van een verwant uit (de) Longinfamilie optrad als executeur. De stukken die een weerslag zijn van het professionele leven van een van de telgen (de) Longin zijn ook enigszins te verklaren. Of ze werden bewaard omwille van het prestige of als hulpmiddel voor de telgen uit het geslacht de Visscher die in de zelfde ambtelijke voetsporen traden. Tijdens de prospectiefase werd ook duidelijk dat de familie de Visscher verwikkeld was in een aantal grote processen die jaren- en soms generatielang hebben aangesleept. Deze processen blijken enerzijds het gevolg van erfeniskwesties (zoals de perikelen bij de verdelingen van de nalatenschappen van Joannes de Visscher en Carolus (de) Longin) en hebben anderzijds betrekking op problemen bij het goederenbeheer (bijvoorbeeld rentes die niet meer werden uitgekeerd). Vele stukken met betrekking tot deze processen zijn geliasseerd. In hoofdzaak zijn de bescheiden in het deelarchief de Visscher de Celles van papier, maar ook perkament als beschrijfstof komt voor. De perkamenten stukken zijn in goede staat. Sommige stukken van het deelarchief de Visscher vertonen een eigenaardigheid. Het valt meermaals op dat in de bescheiden is geknipt, vaak aan de randen. Vermoedelijk zijn daar zegels weggehaald. Toch bevinden zich in het deelarchief de Visscher de Celles archiefstukken waarvan de zegels gevrijwaard zijn. Die blijken niet altijd in even goede conditie. Zo zijn de vorstenzegels verbrokkeld. De staat van de archiefstukken is vrij goed, zeker deze in de kleine en grote houten kist. Jammer genoeg zijn er een aantal uitzonderingen. De kleine houten kist bevatte een register met een lijst van soldaten die in Engeland gevangen waren genomen en die door Carolus (de) Longin in opdracht van de hertog van Parma zijn vrijgekocht. Dit register is zwaar aangetast door schimmel. Het stuk werd gedurende de hele ordeningsfase ingepakt en afgezonderd van de rest van de stukken om verdere schimmelbesmetting- en verspreiding te vermijden. Ook na de ordening en inventarisatie dringen speciale bewaringsmaatregelen en zelfs restauratie zich op. In 2007 zal er een
37
205
restauratieproject starten waardoor dit stuk snel gerestaureerd zal worden . In de middelgrote houten kist vertoonde ongeveer de helft van de stukken duidelijke sporen van waterschade, vooral aan de onderste helft van de bescheiden. Zichtbare en jammerlijke gevolgen van deze waterschade zijn de schimmelvorming en vergeling van het papier waardoor de inkt is vervaagd en de tekst soms moeilijk leesbaar is geworden. Het papier dat onder de waterschade heeft geleden, is zijn stevigheid vaak volledig kwijt en scheurt bij de minste aanraking. In een tweede fase werden de stukken grondiger bekeken. Waar mogelijk werden ze op stapeltjes gelegd per archiefvormer, kregen ze een voorlopig nummer en werden beschreven. De voorlopige nummer werd daarbij voorafgegaan door de Romeinse cijfers I, II en III. Deze verwezen respectievelijk naar de kleine, grote en middelgrote kist. De briefwisseling werd wel al afgezonderd, maar nog niet beschreven. Hetzelfde gold voor de processtukken. Ze werden wel al op stapels per proces gelegd, maar kregen nog geen beschrijving. Stukken die nog niet aan een archiefvormer toegewezen konden worden, belandden op een aparte stapel ‘voorlopig niet te determineren archiefvormer’. In een derde fase stond de briefwisseling centraal. De brieven kregen de letter B -van briefwisselingtoegewezen, gevolgd door een nummer. Alle brieven werden toegewezen aan de juiste archiefvormer en per correspondent geordend. De vierde fase omvatte de verwerking van de processen. Alle stukken betreffende rechtzaken die in de tweede ordeningsfase apart waren gelegd, werden nu grondiger bestudeerd. Zo konden het verloop en de verschillende fasen in een proces achterhaald worden en kon het proces zo volledig mogelijk worden gereconstrueerd. Bij de beschrijvingen van grote processen staat dan ook extra informatie betreffende het verloop, het onderwerp en de partijen binnen het proces zodat de gebruiker van de inventaris op een snelle manier duidelijkheid en informatie verkrijgt zonder zich te moeten verdiepen in ingewikkelde procesprocedures waar dat niet nodig is. In een vijfde en laatste fase werden de stukken geordend en beschreven die na de vorige ordeningsfases onder de noemer ‘voorlopig niet te determineren archiefvormer’ waren beland. Een aantal bescheiden waren tijdelijk hieronder verzeild geraakt om een specifieke reden. Willem Benedictus de Visscher en zijn broer Joannes Balthazar de Visscher hadden een zeer gelijkend handschrift, zeker in hun jonge jaren. Het was daarom niet eenvoudig om de stukken toe te wijzen aan een van hen beiden ook niet na een grondige studie en vergelijking van hun beide handschriften. Sommige stukken konden uiteindelijk toegekend worden aan een archiefvormer van het deelarchief de Visscher de Celles. Andere stukken behoorden duidelijk tot het deelarchief, maar de archiefvormer bleef ongekend. Nog andere stukken konden toegekend worden aan andere deelarchieven van het Archief de Bergeyck.
Verantwoording van het archiefschema: Zoals eerder gesteld, volgt het deelarchief de Visscher de Celles de krijtlijnen die bij de ordening van de andere deelarchieven van het Archief de Bergeyck zijn uitgezet. Familiearchieven laten zich niet zomaar in het keurslijf van het bestemmingsbeginsel duwen. De auteurs van Het conglomeraat ontward hebben een mooi citaat overgenomen van J. Fox 206 dat dit perfect weergeeft. J. Fox vergelijkt de inventaris met een maatpak . Net zoals een kleermaker oog moet hebben voor de individualiteit van elke klant, moet de archivaris oog hebben voor de individualiteit van elk archief. Het geslacht de Visscher vormt duidelijk de belangrijkste archiefvormende familie. Zij mogen het overgrote deel van de bescheiden op hun conto schrijven. Het nagelaten archief van de families (de) Longin en de Norman is veel beperkter. 205
De middelen voor dit restauratieproject staan nog niet vast. BERVOETS J.A.A., BOS-ROPS J.A.M.Y., e.a., Het conglomeraat ontward, p. 197. Het citaat komt uit FOX J., “Fouten bij het inventariseren van archieven, bittere ervaringen door een examinator opgedaan”, Nederlands Archievenblad, 77, 1973, pp. 327-337.
206
38
De ordening op maat van het deelarchief de Visscher de Celles Algemeen worden de familiearchieven onderverdeeld in twee grote afdelingen met name de stukken van persoonlijke aard en deze betreffende het goederenbeheer. Daarmee volgt het deelarchief de Visscher de basisstructuur van de deelarchieven Goubau, Bouwens, de Brouchoven de Bergeyck en 207 Helman . Ook de ordening onder de stukken van persoonlijke aard en goederenbeheer zijn zo veel mogelijk conform de ordening van de andere deelarchieven.
Stukken van persoonlijke aard Onder de stukken van persoonlijke aard staan in eerste instantie de bescheiden die betrekking hebben op de hele familie, zoals de genealogische stukken. De problematiek van genealogische 208 stukken wordt toegelicht in de inventaris Goubau . Daaronder volgen de beschrijvingen van de persoonlijke archieven. De meeste archivistische 209 auteurs ordenen de persoonsarchieven generatiegewijs en daarbinnen per gezinseenheid . Uit de ervaringen met het deelarchief Goubau en later de andere deelarchieven van het Archief de Bergeyck, 210 blijkt dat de vaak gangbare patriarchale visie achterhaald is. Het idee dat enkel mannen de familie(naam) verderzetten, is tegenstrijdig met de historische realiteit. Overeenkomstig het principe dat de familie centraal staat, gaan alle familievertegenwoordigers hun huwelijkspartners vooraf, 211 ongeacht hun sekse . Ingekomen of uitgaande stukken van een echtpaar worden onder deze titel opgenomen in de ordening en eventueel kan er ook nog een onderscheid worden gemaakt tussen 212 archief gevormd voor, tijdens en na het huwelijk . Een voorbeeld uit het familiearchief de Visscher de Celles kan dit alles verduidelijken. Anna de Visscher, dochter van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin, gaat als familievertegenwoordiger van het deelarchief de Visscher bij het persoonsarchief haar echtgenoot Juan Gomez Caño dus vooraf. Dit betekent onder andere dat haar persoonlijke briefwisseling beschreven staat voor de briefwisseling van haar man. De persoonlijke archieven bestaan vervolgens uit stukken van algemene aard. We volgen de ordeningsbeslissing genomen bij de inventarisatie van het deelarchief Goubau en plaatsen zakelijke 213 . Net zoals bij de andere en persoonlijke brieven samen onder de stukken van algemene aard deelarchieven, dwongen een aantal gevallen het deelarchief de Visscher ons af te wijken van deze regel. Wanneer brieven onlosmakelijk verbonden waren met andere stukken die niet van algemene aard zijn, werden ze elders ondergebracht. Zo zitten een aantal brieven vastgemaakt in liassen en in dergelijk geval horen ze daar te blijven. Andere brieven zijn dan weer niet specifiek toe te schrijven aan een van de archiefvormers, maar wel aan een bepaald proces of dossier. Vandaar dat het aangewezen lijkt de brieven daarbij onder te brengen. Een extra motivatie hiervoor is het feit dat dergelijke ‘gerechtvaardigde’ afwijkingen zich ook voordoen bij de andere deelarchieven. In navolging van de andere inventarissen van de deelarchieven in het Archief de Bergeyck staan de ingekomen en uitgaande brieven alfabetisch gerangschikt volgens hun afzender of bestemmeling. Daarbij wordt wel een onderscheid gemaakt tussen familiale en zakelijke correspondenten. De naaste familieleden staan vooraan, met in hun kielzog de andere familieleden, gevolgd door de zakelijke correspondenten.
207
GOOSSENS C.,. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, p. 35-44. GOOSSENS C., Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Bouwens, p. 29-30. BONKOFFSKY V., Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Helman, p. 33-44. 208 GOOSSENS C.,. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, p. 35-44. 209 SIGMOND J.P., Studiedag Inventarisatie van Familie- en Huisarchieven, p. 168. 210 SIGMOND J.P., Studiedag Inventarisatie van Familie- en Huisarchieven, p. 169-170. VAN ACKER J., Inventaris van het familiearchief de Man, p. 78. 211 GOOSSENS C.,. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, p. 38. 212 GOOSSENS C.,. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, p. 38. 213 GOOSSENS C.,. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, p. 40.
39
Stukken betreffende het goederenbeheer Voor het deelarchief de Visscher de Celles volgen we dus de ordeningswijze van de overige deelarchieven binnen het Archief de Bergeyck. Ook specificaties zoals onder andere stukken betreffende het algemeen bestuur, verwerving en beheer zijn volledig overeenkomstig met de orde van de deelarchieven Goubau, Bouwens, de Brouchoven de Bergeyck en Helman. Het goederenbeheer bestaat uit twee grote blokken, namelijk de onroerende en roerende goederen. Bij de indeling van de stukken betreffende het goederenbeheer prefereren de archivistische auteurs een alfabetische indeling op plaatsnaam. H. Coppens en J. Van Acker opteren om het 214 goederenbeheer verder op te splitsen per provincie of gemeente . In het artikel Het conglomeraat 215 ontward wordt dergelijke opsplitsing minder hoog ingeschat . De strikte alfabetische onderverdeling komt de orde binnen een archief inderdaad meestal niet ten goede omdat we bij het ordenen van het goederenbeheer van familiearchieven geconfronteerd 216 worden met goederencomplexen . Families stelden voor het beheer van verscheidene plaatsen of heerlijkheden een rentmeester of ontvanger aan die de plaatsen en heerlijkheden als een geheel aanzagen. Het is daarom niet wenselijk dergelijke goederencomplexen uit elkaar te halen om ze alfabetisch te rangschikken volgens de huidige provincie- of gewestgrenzen. De geografische indeling van het goederenbeheer is voor het deelarchief de Visscher de Celles, opnieuw in navolging van de andere deelarchieven in het Archief de Bergeyck, gebaseerd op de grenzen van het Ancien Régime met eerst het graafschap Vlaanderen, gevolgd door het hertogdom Brabant en daarna de andere vorstendommen. Daarbinnen krijgen de heerlijkheden (vaak goederencomplexen) een plaats vooraan en de resterende goederen volgen alfabetisch onder de oude gemeentebenamingen. De huidige gemeenten staan tussen haakjes vermeld achter de oude 217 benaming . Ook huizen zijn op dergelijke manier geïnventariseerd. Per gemeente of goederencomplex staan ze geordend volgens hun naam en niet volgens de straat waarin ze zich bevonden. Deze keuze is te verantwoorden door het feit dat de meeste huizen bij de eigenaars beter gekend stonden onder hun naam dan onder de straat waarin ze zich bevonden. Soms bestaat er twijfel of een stuk hoort bij stukken van persoonlijke aard of bij stukken betreffende het goederenbeheer. Ook in de literatuur is daarover geen eenduidige richtlijn te vinden. De bescheiden die betrekking hebben op het goederenbeheer staan zo veel mogelijk onder die afdeling geplaatst, ook wanneer ze slechts betrekking hebben op een generatie. Wanneer bescheiden naast goederenbeheer nog een ander aspect belichten, zullen ze ook in de afdeling met stukken van persoonlijke aard voorkomen. Ze krijgen op die plaats ook een nummer, terwijl ze onder stukken betreffende het vermogensbeheer als pro memorie staan.
Het archiefschema Alle inventarissen van het Archief de Bergeyck zijn opgesteld conform dit modelschema overgenomen 218 uit de deelinventaris Goubau opgemaakt door Carine Goossens . Dit modelschema gold voor elk deelarchief van het Archief de Bergeyck. Dit wil niet zeggen dat voor elk deelarchief onder elke noemer stukken geplaatst konden worden. Dit modelschema biedt een flexibele pasvorm dat werd aangepast aan de noden van de deelarchieven Goubau, Bouwens, de Brouchoven de Bergeyck en de Visscher de Celles.
214
COPPENS H., De ontsluiting van archieven, p. 478. VAN ACKER J., Inventaris van het familiearchief de Man, p. 38. 215 BERVOETS J.A.A., BOS-ROPS J.A.M.Y., e.a., Het conglomeraat ontward, pp. 207. 216 COPPENS H., De ontsluiting van archieven, p. 478. 217 GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 38. 218 GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 41.
40
ARCHIEFSCHEMA Deel I. Stukken van persoonlijke aard I.1. Genealogische stukken van de archiefvormende familie I.2. Deelarchieven per gezin I.2.1. Genealogie stukken gezin (in voorkomend geval) I.2.2. Stukken van algemene aard (onder andere de briefwisseling) I.2.3. Stukken betreffende de uitoefening van de functie (in voorkomend geval) I.2.4. Stukken betreffende het persoonlijk leven I.2.4.1. Voorhuwelijkse tijd I.2.4.2. Huwelijksjaren I.2.4.3. Nahuwelijkse tijd N.B.1. Bij ongehuwde personen vervalt de onderverdeling in voorhuwelijkse, huwelijkse en nahuwelijkse jaren en wordt er vooral gekeken naar de chronologie van de dossiers. Ook wanneer de stukken van een archiefvormend echtpaar enkel de jaren voor, tijdens of na het huwelijk betreffen vervielen de titels. N.B.2. De stukken betreffende het persoonlijk leven, ongeacht de onderverdeling in voorhuwelijkse, huwelijksjaren en nahuwelijkse tijd, worden steeds onderverdeeld in stukken betreffende persoonlijke vorming, stukken betreffende het vermogensbeheer, stukken betreffende de nalatenschap, …
Deel II. Stukken betreffende het goederenbeheer II.1. Stukken betreffende onroerende goederen N.B. De geografische onderverdeling gebeurt voor de goederen en bezittingen volgens de oude vorstendommen en vervolgens per gemeente. II.1.1. Verwerving en bezit II.1.2. Bestuur II.1.3. Beheer II.1.4. Lasten en rentes II.2. Stukken betreffende roerende goederen
Vreemde eendjes in de bijt Een aantal specifieke ordeningsbeslissingen zijn niet opgenomen in deze verantwoording van de nieuwe orde, maar staan beschreven bij de stukken zelf. Het is beter deze problemen uit de doeken te doen op de plaats waar ze zich in de inventaris voordoen dan ze hier allemaal apart in detail te bespreken.
41
Aanwijzingen voor de gebruiker De inventaris van het deelarchief de Visscher de Celles bestaat uit twee volumes geheel volgens de indeling, opvatting en stijl van de andere inventarissen van de deelarchieven van het Archief de Bergeyck. Volume I bevat twee delen. Het eerste deel behandelt de theoretische beschouwingen. De genealogische geschiedenis van de familie de Visscher en haar verwante families worden hierin verduidelijkt. Bovendien worden de voornaamste archiefvormers van het deelarchief de Visscher extra belicht. Dit maakt het voor de gebruiker eenvoudiger om snel informatie op te zoeken. Daarnaast volgt uitleg bij de inventarisatie. Deel II is de eigenlijke inventaris. De stukken van persoonlijke aard staan chronologisch opgesplitst 219 per archiefvormer . Eerst worden de stukken van algemene aard beschreven met de ingekomen en uitgaande brieven. De brieven van de naaste familieleden (echtgenoot, kinderen en ouders) staan voorop. De correspondenten zijn alfabetisch gerangschikt op naam. Er werd hierbij geen rekening gehouden met voorvoegsels zoals Van, Vande, de, dela, enz. De voorvoegsels bleven wel voor de naam staan, maar tellen niet mee voor de alfabetische rangschikking. De Visscher, Willem Benedictus is dus niet terug te vinden onder de D, maar wel onder de V. Er dook echter een probleem op met de correspondenten van Spaanse afkomst. Zij hebben vaak een dubbele naam. Wij hebben ervoor geopteerd om aan de tweede naam voorrang te geven bij de alfabetische ordening. Dit om twee redenen die geïllustreerd kunnen worden aan de hand van Juan Gomez Caño -man van Anna de Visscher- en zijn kinderen. Juan Gomez Caño ondertekende zijn brieven meestal met J(uan) G. Caño. Ook hij geeft dus voorrang aan zijn tweede familienaam. De kinderen van Juan Gomez Caño en Anna de Visscher dragen (of gebruiken) enkel de naam Caño. Mochten we hun vader Juan Gomez Caño onder zijn eerste naam ordenen bij de correspondenten, dan staat hij gescheiden van zijn kinderen. Om dit te vermijden kiezen we bij de correspondenten met een dubbele (Spaanse) naam voor hun tweede familienaam. Op deze wijze worden familiale banden tussen correspondenten bij alfabetische ordening niet verbroken. Juan Mendez Caño, een verwant (waarschijnlijk neef) van Juan Gomez Caño wordt geordend volgens de C van Caño en niet onder de M van Mendez en staat zo tussen zijn Cañoverwanten. De eerste familienaam van de correspondenten met een dubbele Spaanse naam blijft zoals de voorvoegsel bij namen wel voor de familienaam staan die bij ordening de voorrang krijgt. Na de stukken van algemene aard, volgen deze betreffende het persoonlijk leven die op hun beurt onder verdeeld zijn in rubrieken zoals stukken betreffende openbare functies of een specifieke openbare functie, stukken betreffende het vermogensbeheer, stukken betreffende de persoonlijke vorming, stukken betreffende de nalatenschappen. De rubrieken zijn heel divers en komen niet bij elke archiefvormer zo uitgebreid voor. De stukken betreffende het goederenbeheer staan niet per archiefvormend lid -goederenbeheer is immers generatieoverschrijdend-, maar per lokaliteit. De ordening gebeurde conform de geografische situatie in het Ancien Régime. De onroerende goederen staan voorop. Eerst worden de stukken in het graafschap Vlaanderen beschreven, vervolgens deze in het hertogdom Brabant. De heerlijkheden werden, gezien hun belang, voorop geplaatst. We hanteerden de gemeentenaam die gangbaar was in het Ancien Régime, maar voegden daar tussen haakjes de huidige naam aan toe. Sommige locaties kregen bovendien een kleine beschrijving die voor de lezer nuttig kan zijn voor de geografische situering of een beter begrip van de bescheiden. Na de onroerende goederen staan de roerende goederen beschreven. Het tweede volume omvat de bijlagen. Hierin zitten alle stambomen van de verschillende archiefvormende families met name de Visscher (de Celles), (de) Longin en de Norman. Wat betreft de voornamen van de (Zuid-Nederlandse) telgen van deze families hebben we geopteerd voor hun Latijnse naam. Carine Goossens zette hiervoor de toon in de inventaris van het deelarchief Goubau omdat de archiefvormers met hun Latijnse naam gedoopt zijn en opgeschreven 220 werden in de parochieregisters . Ook de andere inventarissen van het Archief de Bergeyck volgen dit principe. Voor een goed begrip zullen we van de voornaamste archiefvormers wel alle varianten vermelden bij hun uitgebreide genealogische notities onder de theoretische beschouwingen. Enkel bij 219
Eerst worden de stukken van persoonlijke aard van de archievormers van de familie de Visscher (de Celles) behandeld, vervolgens deze van de families (de) Longin en de Norman. Dit is volledig naar het voorbeeld van de andere inventarissen. GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 42. 220 GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 42.-43
42
personen die van vreemde afkomst zijn en wiens voornaam hoofdzakelijk in de moedertaal wordt gebruikt, opteren we niet voor het Latijnse alternatief. Dit is onder andere het geval bij Juan Gomez Caño. Voor de andere archiefvormers wordt dit besproken bij de genealogische gegevens bij de beschrijvingen van hun bescheiden. De beschrijvingen van de stukken zijn zo uitgebreid mogelijk. Dat wil zeggen dat naast de verplichte beschrijvingselementen ook de taal en een korte beschrijving van de toestand werden opgenomen. Als gebruiker krijg je zo meteen een idee wat je kan verwachten als je het stuk in handen krijgt. Gegevens tussen vierkante haakjes staan niet expliciet in het beschreven stuk, maar konden afgeleid worden uit de context of uit beschrijvingen uit de deelinventarissen van de stukken waar ze bijhoren. Gegevens tussen ronde haakjes hebben betrekking op afwijkende gegevens in de stukken, bijvoorbeeld verschillende schrijfwijzen van namen. Deze inventaris bevat, net zoals alle andere inventarissen van het archief de Bergeyck, geen 221 index op persoons- en plaatsnamen. Een overkoepelende index zou er op lange termijn wel komen . Verder willen we ook aanhalen dat een aantal stukken van het deelarchief de Visscher de Celles worden bewaard in het archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie. Dit archiefbestanddeel is te raadplegen in het Archief de Bergyck en er bestaat een inventaris van. Het archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie raakte in de jaren vijftig afgezonderd van de rest van het Archief de Bergeyck door toedoen van Jozef De Caluwé, de biechtvader van Joséphine Cornet d’Elzius de Peissant. Zij was de laatste gravin de Bergeyck die op Cortewalle woonde en overleed in 1960. Het archiefbestanddeel bevat bescheiden uit de vijf deelarchieven van het Archief 222 de Bergeyck . Een pro memorie beschrijving in de inventaris van het deelarchief de Visscher de Celles geeft aan waar stukken van de familie de Visscher de Celles uit het archiefbestanddeel SintPaulusseminarie intellectueel bijhoren.
221
GOOSSENS C., Inventaris deelarchief Goubau, p. 43. Voor meer uitleg het archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, het hoe en waarom van de afzondering, welke bescheiden werden afgezonderd en in welke toestand deze zich bevinden, verwijzen wij graag naar: AUDENAERT S., Het Archief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het archiefbestanddeel SintPaulusseminarie, onuitgegeven licentiaatverhandeling, VUB, Brussel, 2004-2005. 222
43
DE INVENTARIS
44
I. STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD FAMILIE DE VISSCHER (DE CELLES)
Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin Joannes de Visscher werd geboren als zoon van Die(de)rick (Dierickxsoone) of Theodorus de 223 Visscher en Adriana van Horne van Hemiksem . Joannes de Visscher was schepen van Antwerpen in 1593, 1594, 1596, 1599, 1602, 1603, 1610 en 1618. Hij was ook keurmeester van dezelfde stad. Verder moet Joannes de 224 Visscher ook de functie van superintendant van de politie hebben bekleed . Joannes de Visscher huwde in 1572 met Catharina (de) Longin, dochter van Roland (de) Longin, president van de Brabantse Rekenkamer, en diens tweede echtgenote Anna de Rifflart. Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin kregen samen zeker drie kinderen: Joannes Balthazar, Anna en Catharina. Volgens de ‘Annuaire’ en de ‘Nobliaire’ hadden ze naast deze drie kinderen nog een zoon Roland en een dochter Margaretha, maar nergens is 225 van hen in het deelarchief de Visscher ook maar een spoor terug te vinden . Het gezin de Visscher ontvluchtte Antwerpen van 1580 tot 1585 omwille van de rebellie: ze verkozen de Spaanse katholieke vorst en religie trouw te blijven. Ze vonden hun toevlucht in Bergen-op-Zoom, maar zodra Antwerpen opnieuw in katholieke handen was, keerden ze terug. Joannes de Visscher woonde met zijn gezin eerst op de Melkbrug. Later betrok hij (met zijn echtgenote of na haar dood) een stadshotel op de Meir waarin (later) ook 226 zijn dochter Anna en haar gezin woonden . Catharina (de) Longin overleed op 30 april 1600. Joannes de Visscher stierf op 22 227 maart 1619 .
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Joannes de Visscher A. Familie 1. de Visscher, Catharina
Brussel
1616
Frans
1 stuk
Brussel
1605, 1611, 1612, 1616, 1617
Frans
5 stukken
Brussel
1602
Frans
2 stukken
Dochter
2. de Visscher, Joannes Balthazar Zoon
3. (de) Longin, Margaretha Schoonzus 223
SAA, Fonds Plaisier, deel VIII, 1589-1659. Schepenregister 397, p. 440 v°, 441. Nobiliaire, p. 2029. Annuaire 1872, p. 258. 224 Nobiliaire, p. 2029. Annuaire 1872, p. 258. 225 Ibid. 226 AdB., de Visscher de Celles, Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin, nr. 28. 227 Verzameling der graf-en gedenkstenen in de provincie Antwerpen, p. 145.
45
B. Zakelijke correspondenten 4. van Asseliers, A.
Leuven
1587
Nederlands
1 stuk
5. van Born, Philips
Antwerpen
1612
Nederlands
1 stuk
Lippelo
1604,1609, 1610
Nederlands
3 stukken
7. de Vos, Jan
Lippelo
1613
Nederlands
1 stuk
8. van Wayen, Peeter
Z.p.
1612, 1619
Nederlands
3 stukken
Griffier
6. de Sme(d)t, Joannes Stadhouder van Melis
Concepten van uitgaande brieven van Joannes de Visscher A. Familie 9. (de) Longin, Carolus
Antwerpen
1609, 1612
Frans
2 stukken
Antwerpen
1600
Nederlands
1 stuk
Schoonbroer
B. Zakelijke correspondenten 10. Gruelis, Robrecht
Stukken betreffende de uitoefening van openbare functies van Joannes de Visscher 11. Verzoek aan Joannes de Visscher tot het schrijven van een aanbevelingsbrief om de vader van Juan Heyen voor te dragen als burgemeester van Antwerpen bij de verkiezingen van 1605. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 12. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes de Visscher als burgemeester van Antwerpen bij de volgende verkiezingen. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 13. Aanbevelingsbrief waarin Joannes de Visscher zijn financiële steun bevestigt en de referenties voorlegt ter ondersteuning van de voordracht van zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher, lid van de 228 ambassade van Ferdinand de Boisschot in Engeland, als gewoon commissaris van aanmonstering. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
228
Ferdinand van Boisschot was ondermeer lid van de Junta van State en Oorlog die werd opgericht door kardinaal Alonso De la Cueva, ambassadeur van Filips IV in Brussel. Deze Junta trok steeds meer staatszaken naar zich toe toen Isabella landvoogdes was. Naast De la Cueva en opperbevelhebber Spínola behoorden drie inlandse juristen tot de Junta: de eerder vernoemde van Boisschot, Engelbert Maes (hoofdvoorzitter van de Geheime Raad en lid van de Raad van State sinds 1614) en Willem de Steenhuys (lid van de Raad van State sinds 1622). Ferdinand van Boisschot was behalve lid van de Junta ook lid van de Raad van State sinds 1622 en in 1626 werd hij benoemd tot kanselier van Brabant. Willem de Steenhuys huwde met Margaretha de Gottignies, tante van Catharina Margaretha de Gottignies (echtgenote van Joannes Balthazar de Visscher de Celles). VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 12.
46
Stuk betreffende Joannes de Visscher als schepen 229
14. Aanbevelingsbrief van Luys de Velasco , kapitein-generaal van de lichte cavalerie, waarin hij Joannes de Visscher voordraagt als schepen bij de eerstvolgende verkiezingen in 1605. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 15. Lijst van de handelaars met Brussel. Z.p. 1606. Nederlands
1 stuk
16. Aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes de Visscher als schepen van Antwerpen bij de volgende verkiezingen. Brussel. 1614. Frans 1 stuk 17. Concept van een aanbevelingsbrief van Luys de Velasco, kapitein-generaal van de lichte cavalerie, voor de magistraten van Antwerpen, chef-president Richardot en kanselier Braun waarin hij Joannes de Visscher voordraagt voor een schepenfunctie in de stad Antwerpen. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 18. Memorie voor Joannes de Visscher aan raadsheer Roose betreffende de lichting van de penningen door voogden van Jean Remy als koper van de goederen van Charles de la Fontaine. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Met memorie voor secretaris van Rest om de cassatie te bevelen van een rente van 100 gulden. Inclusief concept van een rekening uit 1664.
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer 19. Memorie van Joannes de Visscher betreffende de stukken gezonden door Winderlincx in september 1605. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 20. Memorie van Joannes de Visscher betreffende wissels en andere zaken. Z.p. 1606. Nederlands 1 stuk 21. Schuldbekentenis van Jan Wasteels, rentmeester-generaal van de Staten van Brabant in het kwartier van Brussel, voor Joannes de Visscher en Michiel van Couwenberghe aan wie Wasteels respectievelijk 300 gulden en 340 gulden schuldig is. Brussel. 1607. Nederlands 1 stuk 22. Appointement op een rekest van de naaste familieleden van Peeter de Deckere aan de kanselier [van Brabant] waarin ze vragen geen proces te starten, maar de voornoemde Peeter de Deckere te verbannen na zijn vlucht naar Italië om de last op hun schouders van de schuldeisers van Peeter de Deckere, waaronder Joannes de Visscher, te minimaliseren. Brussel. 1612. Nederlands 1 stuk 23. Kwitantie van Jaspar de Focaut voor Joannes de Visscher over de som van 51 gulden voor de betaling van textiel en toebehoren aangekocht door de burggraaf Florentus Albertus (de) Longin. Brussel. 1614. Nederlands 1 stuk
229
Luys de Velasco was graaf de Salazar en de Castelnuovo, markies de Belveder en ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Hij bekleedde de functie van generaal van de cavalerie en huwde met Anna de Hennin-Liétard. Nobiliaire, p. 1971.
47
24. Rekest van Joannes de Visscher aan de Raad van Brabant waarin Joannes de Visscher zijn bezwaren opsomt jegens Jasper Charles. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Anna de Rifflart 25. Kwitantie van de grootmeesteressen van het begijnhof van Brussel voor Joannes de Visscher over 125 gulden als aflossing van een rente ten laste van het huis van Nazareth. Brussel. 1610. Nederlands 2 stukken
Stukken betreffende de nalatenschap van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin 26. Verklaring van de burgemeester, schepenen en raadsleden van Antwerpen waarin ze het octroy om te testeren voor Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin van 20 mei 1597 bevestigen. 1632. Nederlands 1 katern 27. Authentieke akte waarin Joannes de Visscher en zijn echtgenote Catharina (de) Longin maatregelen nemen voor de verdeling van hun erfenis. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Verdwenen pagina’s.
Stukken betreffende het testament van Joannes de Visscher 28. Testament van Joannes de Visscher verleden voor notaris Michiel van Couwenberghe op 8 mei 1618 te Antwerpen. 1618. Authentiek afschrift. Z.p. 1648. Nederlands 2 katernen 29. Extract uit het testament van Joannes de Visscher met casussen en advies betreffende de afhandeling van zijn nalatenschap. Antwerpen. 1648. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Joannes de Visscher Joannes de Visscher liet de helft van zijn erfenis na aan zijn drie kinderen. De andere helft vermaakte hij aan zijn kleinkinderen. Dit alles werd bepaald in zijn testament verleden op 8 mei 1619 voor notaris Michiel van Couwenberghe te Antwerpen. 30. Inventaris van Joannes de Visscher van de meubelen en kleinoden in zijn huis en toewijzing. Antwerpen. 1618. Nederlands 1 katern 31. Lijst met de huizen, landen en rentes nagelaten door Joannes de Visscher en volgens zijn testament verdeeld onder zijn drie kinderen die elk de helft van een derdedeel in eigendom krijgen en de andere helft van hun derdedeel in eigendom van hun eigen kinderen moeten laten. Z.p. 1619, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
48
32. Authentieke akte verleden voor notaris Michiel van Couwenberghe, de executeurs van het testament van Joannes de Visscher en Gillis Gerardi, uitvoerend commissaris, waarin deze laatste de nalatenschap van Joannes de Visscher verdeelt in drie kavels en toewijst. Antwerpen. 1619. Authentiek afschrift. Z.p. 1619. Nederlands 1 stuk Een deel van het afschrift van de authentieke akte ontbreekt.
33. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Antwerpen op 5 oktober 1619 betreffende de uitvoering van het testament van Joannes de Visscher, verleden voor notaris van Couwenberghe op 8 mei 1618 te Antwerpen, waarin hij de ene helft van zijn erfenis nalaat aan zijn drie kinderen Anna, Joannes Balthazar en Catharina de Visscher en de andere helft van de erfenis aan zijn kleinkinderen. Antwerpen. 1619. Nederlands. Perkament. Buiten formaat 1 katern *** Akte opgemaakt te Jodoigne in 1609 betreffende de schatting door G.B.L. Moreau en A. de Venize in opdracht van de erfgenamen van Joannes de Visscher om de waarde van de goederen te kennen die Joannes de Visscher in Jodoigne bezat. Antwerpen. 1619. Authentiek afschrift. Frans 1 stuk Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 180.
34. Authentieke akte waarin Anna de Visscher en Joannes Balthazar de Visscher naar hun zus Catharina de erfgoederen van hun moeder Catharina (de) Longin transporteren. Z.p. 1619. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 35. Advies betreffende erfeniscasussen en de nalatenschap van Joannes de Visscher. Brussel. 1631. Nederlands 1 stuk 36. Concept van een erfeniscasus betreffende de goederen in Bornem uit de nalatenschap van Joannes de Visscher. Z.p. 1646. Nederlands 1 stuk 37. Akte inhoudende de schatting van de waarde van de percelen, erven en huizen te Antwerpen uit de nalatenschap van Joannes de Visscher in opdracht van Juan Gomez Caño, voogd van Anna de Visscher, en Jacob Mayala, executeur van het testament van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Authentiek afschrift. Nederlands 1 stuk en
38. Extract uit de rechten ende Costuymen van Antwerpen staende articulo XX Capite XLVII van versterfenisse, scheydinge ende deylinge. Antwerpen. Z.d. Nederlands 1 stuk
en
39. Nota’s van Catharina de Visscher betreffende de regeling van de erfenis van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 40. Memorie betreffende de rentes die Joannes Balthazar, Anna en Catharina de Visscher te beurt zijn gevallen uit de erfenis van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 41. Memories betreffende de feodale rentes van wijlen Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Frans 3 stukken 42. Stuk betreffende de afhandeling van de nalatenschap van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
49
Stukken betreffende het gemeenschappelijk beheer van de nalatenschap van Joannes de Visscher 43. Apostille inhoudende de aanstelling van Gerardi op een rekest aan de burgemeester schepenen van Antwerpen waarin de erfgenamen van Joannes de Visscher enerzijds verzoeken huizen in Antwerpen en land in Bornem en Geldenaken in een fideï-commis onder te brengen anderzijds vragen een commissaris aan te stellen om de rentes in gemeenschappelijk bezit verkopen. Z.p. 1619. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
en de en te
44. Rekeningen van Juan Gomez Caño en Anna de Visscher voor Catharina de Visscher en Joannes Balthazar de Visscher over de gemeenschappelijke goederen uit de erfenis van Joannes de Visscher. Z.p. 1620, 1621. Spaans 5 stukken 45. Rekesten van de erfgenamen van Joannes de Visscher waarin ze vragen de gemeenschappelijke goederen uit de erfenis van Joannes de Visscher te verkopen. Z.p. 1641, z.d. Afschrift. Z.p. 1641. Nederlands 6 stukken
Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher Toen Jan de Visscher op 8 mei 1618 zijn testament verleed voor notaris Michiel van 230 Couwenberghe, was enkel zijn dochter Anna de Visscher gehuwd . Zij had ook al kinderen. Zowel Joannes Balthazar en Catharina de Visscher waren op dat ogenblik ongehuwd en kinderloos. Catharina de Visscher koos voor een leven als begijn en zette geen nakomelingen op de wereld. Joannes Balthazar de Visscher huwde pas enkele jaren na het overlijden van zijn vader en kreeg drie zonen. Dat was een probleem. Joannes de Visscher had bij testament namelijk bepaald dat de helft van zijn goederen verdeeld zou worden onder zijn drie kinderen Anna, Joannes Balthazar en Catharina. De andere helft van de goederen kwam toe aan zijn kleinkinderen. Na de dood van Joannes de Visscher werd zijn erfenis dadelijk in twee helften verdeeld, maar zowel de kinderen als de kleinkinderen van Joannes de Visscher hielden hun 231 deel in gemeenschappelijke eigendom . Toen eerst Joannes Balthazar de Visscher overleed in 1640 en in 1648 zijn zus Catharina de Visscher ongehuwd en kinderloos stierf, werd de gemeenschappelijke eigendom een probleem en drong een verdeling zich op. De vraag stelde zich of het deel voor de kleinkinderen van Joannes de Visscher stuksgewijs of hoofdelijk verdeeld diende te worden, maar er werd beslist dat de verdeling ‘in capita’ moest gebeuren. Dit betekende dat de goederen gelijk verdeeld werden onder alle kleinkinderen. Dit was nadelig voor de kinderen van Joannes Balthazar de Visscher, want omdat Anna de Visscher tien kinderen had, werd 232 het deel voor de kinderen van Joannes Balthazar de Visscher kleiner . Vooral Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Bathazar de Visscher, en haar drie kinderen stuurden aan op een verdeling van de fideï-commis van wijlen Joannes de Visscher, vooral na de dood van Catharina de Visscher. Vermoedelijk zorgde het gemeenschappelijk beheer voor problemen.
230
Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 258. 231 AdB., de Visscher de Celles, Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin, nr. 28. 232 AdB., de Visscher de Celles, Joannes de Visscher x Catharina (de) Longin, nr. 46.
50
46. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher, met name Joannes Balthazar de Visscher met zijn echtgenote Cornelia de Norman en hun kinderen die na de dood van hun Joannes Balthazar vertegenwoordigd worden door hun voogd Jacobus de Norman, en Catharina de Visscher enerzijds tegen Anna de Visscher met haar echtgenoot Juan Gomez Caño en hun kinderen anderzijds betreffende de verdeling van de erfenis van Joannes de Visscher. Z.p. 1648, 1649, 1650, 1652, 1655. Nederlands 1 pak
Anna de Visscher x Juan Gomez Caño Anna de Visscher was de dochter van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin. Ze huwde met Juan Gomez Caño, hoogstwaarschijnlijk van Spaanse origine. Hij was vermoedelijk licentiaat in de rechten en bekleedde het ambt van gewoon commissaris van aanmonstering in 1605 en 1609. Anna de Visscher en Juan Gomez Caño kregen tien kinderen: Philippus Augustinus, Joannes Baptist, Theresia, Margaretha, Maximiliana, 233 Catharina, Anna Francisca en Marianna. Philippus Augustinus en Joannes Baptist . Anna de Visscher overleed op 13 juni 1661. Ze had haar man toen reeds jaren 234 overleefd .
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Anna de Visscher A. Familie 47. de Visscher, Joannes Balthazar
Brussel, z.p.
1632, z.d.
Fr., Ndl.
2 stukken
Broer
B. Zakelijke correspondenten 48. Cavet, B.
Brussel
1632
Frans
1 stuk
49. van Valckenisse, Philippus
Z.p.
1624
Nederlands
1 stuk
Met concept van antwoord aan haar broer Joannes Balthazar de Visscher.
Concepten van uitgaande brieven van Anna de Visscher Zakelijke correspondent 50. de Potter
Antwerpen
1622
Nederlands
2 stukken
Rentmeester
233
Nobiliaire, p. 2029-2030. Annuaire 1872, p. 258. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 67 en 69. 234 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 714.
51
Ingekomen brieven van Juan Gomez Caño A. Familie 51. de Visscher, Anna
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Bornem
1643
Nederlands
1 stuk
Bergen
1616
Spaans
1 stuk
Echtgenote
B. Zakelijke correspondenten 52. de Haene, Jan Dijkgraaf
53. de Weer(d)t, Francisco
Concepten van uitgaande brieven van Juan Gomez Caño A. Familie 54. Martinez Mellado, Juan
Z.p.
1607
Spaans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Spaans
1 stuk
B. Zakelijke correspondent 55. Onbekende bestemmeling
Stukken betreffende aanmonstering
Juan
Gomez
Caño
als
commissaris
van
56. Memorie van Francisco de Robiano betreffende zaken die Juan Gomez Caño heeft afgehandeld. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer *** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
57. Rekening van Juan Gomez Caño voor J. Micheli, griffier van de Generale Staten te Brussel. Brussel. 1613. Spaans 1 stuk 58. Rekening van Joannes Balthazar de Visscher voor zijn zus Anna de Visscher en haar man Juan Gomez Caño over de inkomsten en uitgaven in hun naam gedaan. Z.p. 1619. Spaans 1 stuk *** Declaratie van kosten van Philippe Albert Delamotte, procureur van de Raad van Vlaanderen, over de inkomsten, voor Cornelia de Norman, weduwe Joannes Balthazar de Visscher, en Juan Gomez Caño. Z.p. 1653. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 589
52
59. Kwitantie van Anna de Visscher voor Remy de To(u)rnon over 84 gulden van cleederen ende accousrementen van Roland en Carolus (de) Longin waarvan de voornoemde de To(u)rnon voogd is. Z.p. 1607. Nederlands 1 stuk 60. Akte waarin Juan Gomez Caño verklaart 447 gulden schuldig te zijn aan zijn schoonbroer Joannes Balthazar de Visscher. Brussel. 1621. Brussel. 1621. Spaans 1 stuk 61. Akte waarin Anna de Visscher verklaart van haar broer Joannes Balthazar de Visscher 166 rijnsgulden te hebben ontvangen als jaarlijks verloop uit een obligatie. Z.p. Z.d. Afschrift. Z.p. 1655. Nederlands 1 stuk 62. Brief van Hertoghe aan F. van Paesschen over een advies aan Anna de Visscher. Brussel. 1657. Nederlands 1 stuk 63. Memorie voor raadsheer Essonde van de Geheime Raad betreffende het proces tussen Juan Gomez Caño en don Geronimo Walther Sapata over twee obligaties. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Joannes Baptist Caño Joannes Baptista Caño was een van de tien kinderen van Anna de Visscher en Juan Gomez 235 Caño . Hij is officieel ingeschreven voor zijn opleiding aan de Leuvense Universiteit op 25 236 november 1631 als ‘Joannes Baptista Caño, Antverpiensis in de Porcenses Divites’ . Als licentiaat in de rechten bekleedde hij de functies van rechter en advocaat in de Raad van Brabant. Hij trad ook vaak op als zaakgelastigde van zijn moeder Anna of andere familieleden. Over zijn privèleven is niets bekend. Op basis van de inhoud van zijn briefwisseling beschouwen we Joannes Baptist Caño als afzonderlijke archiefvormer.
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Joannes Baptist Caño 64. de Venise, Jacques
Geldenaken
Rentmeester en schepen van Geldenaken
1632, 1638, 1642, 1643, 1646, 1647
Frans
7 stukken
Concept van uitgaande brief van Joannes Baptist Caño 65. Onbekende bestemmeling
235 236
Brussel
1641
Nederlands
1 stuk
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 67 en 69. SCHILLINGS A., Matricule de l'université de Louvain, deel V, p. 249, nr. 288.
53
Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman Joannes Balthazar de Visscher was de zoon van Joannes de Visscher en Catharina (de) 237 Longin. Hij werd geboren op 27 november 1580 . Hij verkreeg de titel van heer van 238 Schiplaken na de dood van zijn oom langs moederszijde, Carolus en Willem (de) Longin . Vermoedelijk studeerde Joannes Balthazar rechten. Vast staat dat hij in het begin van zijn loopbaan veel in het buitenland verbleef. Zo was hij verbonden aan de ambassade in Rome waar hij onder bescherming van aartshertog Albrecht en onder de hoede van de Atrechtse en Kamerrijkse aartsbisschoppen werkzaam was. Vervolgens stapte hij over naar het staatssecretariaat waar hij fungeerde als eerste officiaal van staatssecretaris Lodewijk 239 Verreycken met wie hij jarenlang nauw samenwerkte . Op 20 januari 1623 volgde de 240 benoeming tot gewoon commissaris van aanmonstering . Zijn drukke professionele bezigheden hadden een duidelijke weerslag op het privéleven van Joannes Balthazar de Visscher. Hij huwde pas op bijna drieënveertigjarige leeftijd met Cornelia de Norman, een kinderloze weduwe en dochter van Franciscus de Norman en Joanna (de) Salaert. Uit het huwelijk sproten drie zonen voort: Willem Benedictus in 1624, Joannes Balthazar in 1626 en Jacobus Vincentius in 1628. Ze woonden in Brussel waar Joannes Balthazar de Visscher een huis had gekocht op de Koe- of Veemarkt tegenover 241 het klooster van Jericho . Op 28 december 1640 stierf Joannes Balthazar de Visscher, vermoedelijk ten gevolge van een beenbreuk, en liet zijn echtgenote achter met drie opgroeiende tienerzonen. Cornelia 242 de Norman overleed vijftien jaar later op 28 juni 1655 .
Genealogische stukken 66. Genealogische notities van Joannes Balthazar de Visscher betreffende zijn huwelijk en de geboorte van zijn kinderen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
237
Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 258. 238 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 239 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 330-339, 411-414. 240 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 414-415. 241 Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 258. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 66. AdB., de Visscher de Celles, goederenbeheer Brabant, nrs. 613, 1404 en 1420. 242 Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 258.
54
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Joannes Balthazar de Visscher A. Familie 67. de Visscher, Anna Zus
Z.p., Antwerpen
1620, 16261628, 1631, 1632, 1634, 1635, 1637, z.d.
Nederlands
204 stukken
*** Twee concepten van de ongedateerde brieven van Anna de Visscher aan Joannes Balthazar de Visscher staan op de achterzijde twee brieven,daterend 23.07.1619 en 11.02.1621, van Juan Mendez Caño aan Joannes Balthazar de Visscher. Bewaard onder nr. 113 *** Een concept van een ongedateerde brief van Anna de Visscher staat onder een brief van Philippus van Valckenisse aan Anna de Visscher. Bewaard onder nr. 49
68. de Visscher, Catharina
Z.p.
1619, 16351640, z.d.
Nederlands
53 stukken
Antwerpen
1604-1606, 1609-1619, Z.d.
Fr., Ndl.
157 stukken
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Waultre
1629
Frans
1 stuk
Valenciennes
1630, 1632, 1636, 1639, 1640
Frans
5 stukken
Valenciennes
Z.d.
Spaans
1 stuk
Antwerpen, z.p.
1605, 1611, 1615-1623, 1625, 1626, 1630, z.d.
Spaans
82 stukken
75. Chamberlayne, G.
Gent
1621, 1622
Frans
4 stukken
76. Cioffi, Alexander
Weert
1638
Frans
1 stuk
77. de Cranendoncq, J.B.
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
78. de l’Espinoy, Philippe
Gent
1631
Frans
1 stuk
Zus
69. de Visscher, Joannes Vader
70. de Baronaige, Maria Tante
71. de Baronaige, René Verwant
72. de Bracque, Mathias Aangetrouwde neef
73. Caño, Antonia Nicht
74. Gomez Caño, Juan Schoonboer
Aangetrouwde neef243
Achterneef Verwant244 Neef245
243
George (Joris) Chamberlayne was de echtgenoot van Philippote de l’Espinoy, dochter van Carolus de l’Espinoy en Margaretha (de) Longin. Zoals eerder vermeld, was Margaretha (de) Longin een dochter uit het eerste huwelijk van Roland (de) Longin en stamden de de Visschers af van Catharina (de) Longin, geboren uit het tweede huwelijk van Roland (de) Longin. 244 J.B. de Cranendocq spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar het is niet duidelijk wat hun familiale band is.
55
79. (de) Longin, A.
Bijgaarden
1639
Frans
1 stuk
Valenciennes
1630, z.d.
Frans
3 stukken
Schiplaken
1611
Frans
1 stuk
Schiplaken, Mechelen
1617, 1623, 1624
Frans
4 stukken
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Lier
Z.d.
Frans
1 stuk
Antwerpen
1616, 1623
Frans
2 stukken
86. Maes, Joannes Baptist
Brussel
1631
Frans
2 stukken
87. de Meldeman, Charles
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
88. de Meldeman, Warnier
Munstreffel
1617
Frans
1 stuk
89. de Norman, Jacobus
Gent, z.p.
1634, 1637, 1638, 1640
Frans
5 stukken
Aalst
1628, 16301633, 1637, 1639
Sp., Ndl.
13 stukken
91. de Rodoay, Baptista
Gent
1638
Frans
1 stuk
92. (de) Salaert, Joanna
Z.p.
Z.d.
Frans
4 stukken
Neef
80. (de) Longin, Barbara Nicht
81. (de) Longin, Charles Oom
82. (de) Longin, Guillaume Oom
83. (de) Longin, Isabella Nicht
84. (de) Longin, Jaqueline Achternicht
85. (de) Longin, Margaretha Achternicht Verwant246 Verwant247
Verwant248
Schoonbroer
90. de Pannema(e)cker, Adrianus Aangetrouwde neef
Verwant249
Schoonmoeder 245
Philippus de l’Espinoy en Joannes Balthazar de Visscher hebben wel dezelfde grootvader, namelijk Roland (de) Longin, maar niet dezelfde grootmoeder. De moeder van Philippus de l’Espinoy was Margaretha (de) Longin, geboren uit het eerste huwelijk van Roland (de) Longin met Elisabeth de Mons. De moeder van Joannes Balthazar de Visscher, Catharina (de) Longin, was een kind uit het tweede huwelijk van Roland (de) Longin met Anna de Rifflart. Margaretha en Catharina (de) Longin waren dus halfzussen. 246 Joannes Baptist Maes spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. Joannes Baptist Maes is net als Joannes Balthazar de Visscher gewoon commissaris van aanmonstering en zetelde met hem ook in de ‘Confrerie des commissaires ordinaires des gens de monstres des gens de guerre de sa Majesté’. Deze confrerie werd pas opgericht in 1632, terwijl de brieven van Maes dateren uit 1631. Het idee dat Maes Joannes Balthazar de Visscher als familie aanziet omdat ze samen in de confrerie zitten, klopt niet. 247 Charles Meldeman spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 248 Warnier Meldeman spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 249 Baptista de Rodoay spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk.
56
93. Wasteel, Joos
Gent
1632
Nederlands
1 stuk
94. Aldenborch
Limburg
1628
Frans
1 stuk
95. Andries, N.
Mechelen
1623, 1636
Nederlands
3 stukken
96. de Basseux
Z.p.
1634
Frans
1 stuk
97. Bill(i)od, Francisco
Brussel, z.p.
1604
Frans
2 stukken
98. Blanchi, Gio Thomase
Nijlen
1608
Frans
1 stuk
99. Boccabella, J.B.
Wilsteyn
1620
Frans
1 stuk
100. Bockenole
Menen
1638
Frans
2 stukken
101. Bogaert(s), Charles
Mechelen
1633, 1636, 1637
Nederlands
4 stukken
102. Bogaert, Joos
Mechelen, z.p. 1633, z.d.
Nederlands
2 stukken
103. Bogaert
Z.p.
1622
Nederlands
1 stuk
104. du Bois
Roeselare
1638
Frans
1 stuk
105. Bossier, François
Gent
1607
Frans
1 stuk
106. van den Brande, Joannes Baptist
Antwerpen, z.p.
1628,1636
Frans
2 stukken
Brussel
1631,1632, 1634, 1636
Frans
7 stukken
Verwant250
B. Zakelijke correspondenten
Licentiaat in de rechten en advocaat in Antwerpen
107. van Brecht
Met lijst van Joannes Balthazar de Visscher over de soldaten in een onbekende plaats. Z.p. 1636.
108. Bryaerde
Brugge
1631
Nederlands
1 stuk
109. de Bryer, Thomas
Brussel
1638
Frans
1 stuk
110. Buqus
Brussel
1639
Frans
1 stuk
111. Buydens, Jan
Kortrijk
1639
Nederlands
1 stuk
112. van Caloen, Franciscus
Brussel
1637
Nederlands
1 stuk
113. Mendez Caño, Juan
Antwerpen
1619, 1621, 1622, 1627
Nederlands
11 stukken
Don
Met twee concepten van antwoord van Anna de Visscher aan haar broer Joannes Balthazar de Visscher de Celles.
114. de Palma Carillo, Martin
Antwerpen
1604, 1605
Spaans
4 stukken
115. Sanchez de Castro, Dio
Z.p.
1631
Spaans
1 stuk
250
Joos Wasteel spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk.
57
116. du Cellier, Ingelbert
Roeselare
1632, 1634, 1638
Frans
3 stukken
117. de Clercq, Nicolaus
Remoué
1631
Nederlands
1 stuk
118. de Coene, Cornelis
Aalst, z.p.
1631
Nederlands
1 stuk
119. Coloma, P.
Bornem , Brussel, Mechelen
1632, 1633, 1636, 1637
Sp., Fr.
10 stukken
120. de Cools
Antwerpen
1628
Frans
1 stuk
121. Couvreur
Menen
1629-1633
Frans
9 stukken
122. van Couwenberghe, Michiel
Antwerpen
1606
Nederlands
1 stuk
*** Daristy de Filen, Barbarina
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
123. Desplante, C.
Bouchain
1634
Frans
1 stuk
124. Duerwaele, F.
Gent
1639
Nederlands
1 stuk
*** van Eertbruggen, Conelis
Antwerpen
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Antwerpen
1636, 1637, 1639, z.d.
Nederlands
6 stukken
Bewaard onder nr. 1371
Bewaard onder nr. 432
125. van Eertbruggen, Michiel
De brief van 28.02.1639 is een kopie van de hand van Joannes Balthazar de Visscher.
126. de l’Escaille, Antonius
Geldenaken
1613, 16171619, 1624
Frans
6 stukken
127. vanden Eynde, Adriaen
Moerbeke
1631
Nederlands
1 stuk
128. della Faille, Pierre
Brussel
1635
Frans
1 stuk
129. van Fanghenberghe
Antwerpen
1627, 16321635, 1639
Nederlands
13 stukken
130. Les Faulier, B.
Brussel
1637
Frans
1 stuk
131. Fiauille
Luxemburg
1633
Frans
1 stuk
132. Flexahove
Gent
1616
Frans
3 stukken
133. de Francquin, Thomas
Z.p.
1636
Frans
1 stuk
134. Gerendael, Julien
Geldenaken
1640
Frans
1 stuk
135. Ghodemaert, Arnould
Bergen
1634
Frans
1 stuk
136. Goenaerts, Cornelis
Z.p.
1619
Nederlands
1 stuk
137. Golue, J.
Brussel
1631, 1632
Frans
2 stukken
138. Goossens, P.
Brussel
1625
Nederlands
1 stuk
139. Gulicher
Antwerpen
1625
Spaans
1 stuk
Rentmeester-ontvanger van Geldenaken
58
140. de Haene, Jan
Bornem
1631, 1636
Nederlands
2 stukken
141. van Halen, Coenraet
Mechelen
1630
Nederlands
1 stuk
142. van Hecke, P.
Gent
1631
Frans
1 stuk
143. vanden Heede, Ant.
Gent
1616
Frans
4 stuken
144. Hoch, Cornelia
Antwerpen
1618
Nederlands
1 stuk
145. vander Hoeven, Cornelis Cornelissen
Antwerpen
1631, 1632
Nederlands
6 stukken
146. de Hornes, A.
Brussel, z.p.
1631, 1632, z.d.
Frans
24 stukken
147. van Huern, Hendrick
Brussel
1631, 1632
Nederlands
10 stukken
*** Jaspars, A.
Antwerpen
1637
Nederlands
1 stuk
Antwerpen, Mechelen
1636-1640
Nederlands
25 stukken
Advocaat
149. Kellenberch
Onleesbaar
1621
Nederlands
1 stuk
150. Kerckhof, Guilliam
Brugge
1633
Nederlands
1 stuk
151. van Kerckvoorde
Gent
1623
Nederlands
1 stuk
152. de Kieldoncq, G.
Mechelen
1636
Nederlands
1 stuk
1617
Nederlands
1 stuk
Dijkgraaf
Weduwe kapitein Jorghen Hoch
Bewaard onder nr. 610
148. de Jonghe
Advocaat van de Grote Raad van Mechelen
153. Kuffel, G.
Antwerpen
154. van der Laen (le jeune)
Mechelen, z.p. 1624
Frans
2 stukken
155. Leloe
Antwerpen
1631
Frans
1 stuk
156. Lempereur, Jacques
Bergen
1634
Frans
1 stuk
157. le Maire, T.
Atrecht
1637
Frans
1 stuk
158. Machiels
Z.p.
1619
Nederlands
1 stuk
159. de Malsumoy
Herentals
1632
Frans
1 stuk
160. Marcel, H.
Z.p.
1633
Nederlands
1 stuk
161. de Mester, Nicolas
Z.p.
1631
Frans
1 stuk
162. Micault, Louisa
Z.p.
1608
Frans
1 stuk
163. de Muize
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Luitenant
Burggraaf, baljuw van Rouveroy en rentmeester van Sint-Jan in Bergen
59
164. de Nassau, Jean Graaf
251
Basel, Meerbeek, Antwerpen
1631
Frans
9 stukken
Het gaat hier om vier originelen met hun afschrift opgemaakt door Remigius Jensma en nog een orignele brief (zonder afschrift) en een afschrift (zonder origineel) eveneens opgemaakt door Remigius Jensma.
165. de Neufuille, Joannes Baptist
Brussel
1631
Nederlands
10 stukken
166. vander Oijce, Ghijselbrecht
Harelbeke
1616
Nederlands
1 stuk
167. van Onchem, Henrick
Sint-Amands
1620, 1622, 1626, z.p.
Nederlands
7 stukken
168. de Papelle, F.
Z.p.
1620
Frans
1 stuk
169. Pinto, Michiel
Antwerpen
1639
Frans
1 stuk
170. Rooman, Jan
Temse
1632
Nederlands
1 stuk
171. de Roure, F.
Gosselies
1632
Frans
1 stuk
172. Ruegele
Brugge
1632
Frans
1 stuk
173. Salmslach
Kortrijk
1617, 1619, 1621, 16231625
Frans
9 stukken
174. de Sattre, Antonio
Maastricht
1621
Spaans
1 stuk
175. Schotte
Mechelen, z.p. 1633, 16351637, 1639
Nederlands
13 stukken
176. Silemmo
Brussel
1632, 1635, 1636
Frans
3 stukken
177. de Sme(d)t, Joannes
Lippelo
1618
Nederlands
3 stukken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
3 stukken
179. Snauwaert, Jan
Gent
1631, 1636
Nederlands
5 stukken
180. van Staueren
Onleesbaar
1617
Nederlands
1 stuk
181. Stomme, Maycken
Antwerpen
1631
Nederlands
1 stuk
182. Suero, Fernando
Onleesbaar
1605
Spaans
1 stuk
183. Tayeurie, Bauduin
Rijsel
1640
Frans
1 stuk
184. van Tourlant, Jacob
Onleesbaar
1631
Nederlands
1 stuk
Stadhouder van Melis
178. Smoors, Lambrecht Ontvanger van Geldenaken
251
Graaf J(e)an van Nassau was in 1631 general de la caballería. Hij leidde dus de Spaanse cavalerie. J(e)an van Nassau-Siegen was een verwant van Frederik Hendrik en een broer van diens voornaamste generaal, Willem van Nassau. Als hoge officier van de Spaanse vorst Filips IV en zijn verwantschap met de Staatse Nassau’s, Spanjes aartsvijanden, zat J(e)an van Nasau in een oncomfortabele positie. VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, p. 166, 325.
60
185. de Tournaye, Charles
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
186. Triest, Philips
Zavelingen
1635
Frans
1 stuk
187. Troingne
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
188. Tservrancx
Brussel
1631
Nederlands
3 stukken
189. de Varick, Nicolas
Antwerpen
1639
Frans
1 stuk
190. Guerra de la Vega, Gonzalo
Gent, Aalst
1619
Spaans
2 stukken
191. de Venise, Jacques
Geldenaken
1637-1639
Frans
5 stukken
Pastoor van Bousval
Burggraaf van Brussel 252
Rentmeester en schepen van Geldenaken Met concept van een uitgaande brief van Joannes Balthazar de Visscher aan zijn zus Catharina de Visscher. Brussel. 1638.
192. Verpraglen
Fort SintAntonius
1640
Frans
1 stuk
193. Verreycken
Brussel
1607
Frans
1 stuk
194. van Weyels, Davidt
Antwerpen
1636, 1638
Nederlands
2 stukken
195. Wouters, Guillaume
Mechelen
1626
Nederlands
1 stuk
196. de Ynsaurralde, Domingo
Madrid
1606
Spaans
1 stuk
197. Onleesbare afzender
Antwerpen
1605
Frans
1 stuk
198. Onleesbare afzender
Z.p.
1636
Nederlands
1 stuk
199. Onleesbare afzender Graaf
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Concepten van uitgaande brieven van Joannes Balthazar de Visscher A. Familie 200. de Norman, Jacobus
Brussel
1639
Frans
1 stuk
Brussel
1638
Nederlands
1 stuk
Brussel
1632
Nederlands
1 stuk
Brussel
1594, 1604, 1605, 1632
Fr., Ndl.
3 stukken
Schoonbroer
*** de Visscher, Catharina Bewaard onder nr. 191
201. Wasteel, Joos Verwant
202. Onbekende bestemmeling Neef
252
Gonzalo Guerra de la Vega was functionaris van de Contaduría in 1591. Omstreeks 1610 werd hij gepromoveerd tot contador van de vloot in de Nederlanden en tussen 1610 en 1622 nam hij het ambt van betaalmeester (contador del sueldo) op zich. Hij overleed in functie. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 271.
61
B. Zakelijke correspondenten *** Arnouts
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
203. Boone
Lier
1631
Nederlands
1 stuk
204. Boulyn
Brussel
1608
Frans
1 stuk
205. Cocx
Z.p.
1637
Frans
1 stuk
Brussel
1620
Nederlands
1 stuk
Brussel
1631
Frans
1 stuk
Brussel
1622
Nederlands
1 stuk
208. Hoste
Brussel
1639
Frans
1 stuk
209. de Kerckhove
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
210. Kieldoncq, G.
Brussel
1636
Nederlands
1 stuk
Brussel
1618
Nederlands
1 stuk
Brussel
1631
Frans
1 stuk
213. van Onchem
Brussel
1623
Nederlands
1 stuk
214. de Phalaix
Brussel
1608
Frans
1 stuk
215. de Potter
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
216. de Sme(d)t, Joannes
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brussel
1632
Nederlands
1 stuk
218. Tacx
Brussel
1621
Nederlands
1 stuk
219. de la Thour, Jean
Brussel
1604
Frans
1 stuk
1639
Frans
1 stuk
Bewaard onder nr. 1371
Eerste officiaal van de mijheer de Gueldorp
*** van Schabroeck Bewaard onder nr. 610
206. Couvreur Commissaris
207. Delamotte Heer van Dysque
Advocaat van de Grote Raad van Mechelen
211. Machiels Griffier van het Leenhof van Melis
212. de la Mottry Graaf
Baron en heer van Somerdyck
Stadhouder van het Leenhof van Melis
217. Smoors, Lambrecht Ontvanger van Geldenaken
Kanunnik van de kathedraal van Sint-Aubin
220. de Venise, Jacques
Brussel
Rentmeester van schepen van Geldenaken
221. de Warnyere
Brussel
1605
Frans
1 stuk
222. de Wiese
Brussel
1617
Fr.
1 stuk
62
223. Onbekende bestemmeling
Brussel, Lier, z.p.
1605, 1606, 1607, 1613, 1631, 1633, 1639, z.d.
Fr., Sp.
16 stukken
224. Onbekende bestemmelingen
Brussel
1639
Frans
1 stuk
225. Onbekende bestemmeling
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Enkel onderste helft bewaard
Ingekomen brieven van Cornelia de Norman A. Familie 226. de Visscher, Jacobus Vincentius
Grimbergen
1653
Nederlands
1 stuk
Lier, Brussel
1631, 1636
Fr., Ndl.
7 stukken
Leuven, Mechelen
1649, 1652
Ndl., Fr.
2 stukken
Leuven, z.p.
1641, z.d.
Nederlands
3 stukken
230. d’Alligny
Parijs, Alligny
1639, 1640
Frans
2 stukken
231. de Backere, Margaretha
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
232. Baelde, Ghislenus
Gent
1655
Frans
1 stuk
Brugge
1653
Frans
1 stuk
Valenciennes
1640, 1641, 1643-1645, z.d.
Frans
13 stukken
Brussel
1648, 1651, 1653, 1654, z.d.
Frans
5 stukken
Munster, z.p.
Z.d.
Nederlands
2 stukken
Halle, z.p.
1642, 1645
Frans
3 stukken
1648
Frans
1 stuk
Jongste zoon
227. de Visscher, Joannes Balthazar Echtgenoot
228. de Visscher, Joannes Balthazar Tweede zoon
229. de Visscher, Willem Benedictus Oudste zoon
Verwant253 Met brief van Maria (de) Longin aan Cornelia de Norman. Verwant254
Aangetrouwde neef
233. de Berch, J. Aangetrouwde neef en heer van Plancques
234. de Bracque, Mathias Aangetrouwde neef
235. Caño, Joannes Baptist Neef
236. Cioffi, Catharina Achternicht
237. Cioffi, Gio Battista Aangetrouwde neef
238. de Courtewille, Emmanuel Gent Verwant255
253 254
De familiale band met Cornelia de Norman is niet duidelijk. Margaretha de Backere spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk.
63
239. de Courtewille, J.T.
Den Bosch
1652
Frans
1 stuk
240. de Dongelberghe, Ph.
Vilvoorde
1634
Frans
3 stukken
241. Duesque de Namur, Engelbert
Namen
1647, 1648, 1650
Frans
4 stukken
242. de l’Espinoy, Maria
Gent
1653-1655, z.d.
Fr., Ndl.
5 stukken
Onleesbaar
Onleesbaar
Frans
1 stuk
Gent
1657
Fr.
1 stuk
245. Hauweel
Gent, z.p.
1651, z.d.
Nederlands
2 stukken
246. de) Longin, Barbara
Z.p.
1643 z.d.
Onleesbaar
1651
Frans
1 stuk
Besgny
1648
Frans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
249. van (der) Meere, A.
Gent
Z.d.
Frans
1 stuk
250. de Norman, Catharina
Gent, z.p.
1655, z.d.
Nederlands
3 stukken
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Verwant256
Verwant Verwant257
Verwante
243. de Gruutere, Anna Nicht
244. de Gruutere, G. Verwant Verwant258
Aangetrouwde nicht
247. (de) Longin, C.
259
, 1650, Ndl., Fr.
6 stukken
Achterneef
248. (de) Longin, Harriette Verwante
*** (de) Longin, Maria Verwante Bewaard onder nr. 230
Verwante260
Zus
251. de Norman, Charlotte Nicht
252. de Norman, Ignatius Neef en heer van Walle
255
Emmanuel de Courtewille spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. 256 J.T. de Courtewille spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. 257 E.A. Duesque de Namur spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. 258 De familiale band tussen Hauweel en Cornelia de Norman is niet duidelijk. 259 Barbara (de) Longin heeft zich vergist bij het dateren van deze brief. De datum kan onmogelijk 7 oktober 1543 zijn, aangezien het duidelijk om het handschrift gaat van Barbara (de) Longin die leefde in de eerste helft van de zeventiende eeuw en waardoor al haar brieven vanzelfsprekend uit die periode dateren. Het jaar moet dus 1643 zijn. 260 A. van (der) Meere spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. Vermoedelijk was A. van (der) Meere familie van Margaretha van (der) Meere. Zij was moeder van Carolus van der Zype, de eerste echtgenoot van Cornelia de Norman.
64
253. de Norman, Jacobus
Gent, z.p.
Broer
1636, 1638, 1644, 1645, 1647-1650, 1654, z.d.
Fr., Ndl.
22 stukken
*** Een fragment van een ongedateerde brief van Jacobus de Norman staat op de achterzijde van de brief die Cornelia de Norman aan haar broer Jacobus de Norman heeft verzonden op 31 mei 1645. Bewaard onder nr. 324
254. de Norman, Margaretha
Gent
1654
Frans
1 stuk
Aalst
1641, 1654,
Frans z.d.
3 stukken
256. Primo, Antonio
Steenbergen
1655
Frans
1 stuk
257. de Roduan, P.
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
258. Rym, Anna
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brugge
1645, 1650
Frans
2 stukken
Brugge
1651
Frans
1 stuk
Geraardsbergen
1652
Frans
1 stuk
Antwerpen
1642
Nederlands
1 stuk
Gent
1638, z.p.
Frans
4 stukken
Grimbergen
1648, 1650, 1653, 1655, 1657
Fr., Ndl.
6 stukken
Antwerpen
1642, 1648, 1651, 1652, 1654
Nederlands
9 stukken
Z.p.
1641, 16431645, z.d.
Nederlands
31 stukken
267. de Vos, Jacqueline Catharina
Brussel
1651
Frans
1 stuk
268. Wasteel, Joos
Gent
1642, 1645, 1646, 1649
Nederlands
11 stukken
Nicht
255. de Pannema(e)cker, Adrianus Aangetrouwde achterneef Verwant261
Verwante262
Verwante en religieuze
259. Rym de Hondergem, Gertude Nicht
260. Rym, L. Verwante
261. Rym, J.F. Nicht
262. de Seclyn, Franciscus Verwant
263. de Seclyn, Jossina Schoonzus
264. Fernadez de Velasco, Carolus Verwant en abt van de abdij van Grimbergen
265. de Visscher, Anna Schoonzus
266. de Visscher, Catharina Schoonzus Verwant263 Verwant264
261
Antonio Primo was de echtgenoot van Marianna de Velasco. De familiale link tussen de families de Visscher en de Velasco is niet duidelijk alhoewel ze elkaar met neef en nicht aanspreken. 262 P. de Roduan spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. 263 Jacqueline de Vos spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk. 264 Joos Wasteel spreekt Cornelia de Norman aan met nicht, maar hun familiale band is niet duidelijk.
65
B. Zakelijke correspondenten 269. Bailly, Pl.
Brussel
1647
Frans
1 stuk
270. vanden Brande, Peeter
Bornem, Temse, z.p.
1645, 1647, 1648
Nederlands
4 stukken
271. Broers
Morsel
1642
Nederlands
1 stuk
272. de Cock, Loweys
Gent
1650, 1651, 1654
Nederlands
3 stukken
273. Corstens, N.
Bornem
1645
Nederlands
1 stuk
274. Delamotte, P.A. Gent Procureur van de Raad van Vlaanderen
1650, 1652 1654
Nederlands
4 stukken
275. van Dendere, J.P.
Gent
1648
Nederlands
1 stuk
276. vander Dilft, Jenne
Onleesbaar
1654
Frans
1 stuk
277. vanden Dycke, Joannes
Mechelen
1647
Nederlands
1 stuk
278. de l’Escaille, Antonius
Geldenaken
1642, 1653
Frans
2 stukken
279. Ghertjans, P. Laurens
Gent
1647
Nederlands
2 stukken
280. van Guutpeene, Quintijne
Aalst
Z.d.
Nederlands
1 stuk
281. de Hertoghe, Abraham
Antwerpen
1648
Nederlands
7 stukken
282. de Hertoghe, Carolus
Antwerpen
1646
Nederlands
5 stukken
283. de Hertoghe, J.
Z.p.
1649
Nederlands
1 stuk
284. de Hertoghe, Silvester
Antwerpen
1641-1642, 1647
Nederlands
5 stukken
285. Hoffmans, G.
Lippelo
1641
Nederlands
1 stuk
286. Jacobs
Halle
1643
Nederlands
1 stuk
287. Jensma, Remigius
Brussel
1648
Nederlands
1 stuk
288. de Jonghe
Mechelen
1641-1643
Nederlands
9 stukken
Zandbergen
1643
Frans
1 stuk
290. de Larny
Z .p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
291. du Laury, F.
Antwerpen
1653
Frans
1 stuk
Griffier Leenhof van Mechelen
Rentmeester-ontvanger van Geldenaken
Secretaris
Pastoor van Halle
Advocaat
289. de Lalaing, Ferez Heer van Zandbergen
66
292. van Leynse, Maria
Leuven
Z.d.
Nederlands
1 stuk
293. de Locquenghien, C.
Brussel, z.p.
1643, 1644,
Frans
3 stukken
294. de Man, Joannes
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Antwerpen
1651
Nederlands
1 stuk
Nieuwenbosche
1652
Nederlands
1 stuk
297. du Pent
Halle
1642
Frans
1 stuk
298. de Schamp, Mathias
Namen
1647
Frans
1 stuk
299. Schotte, E.
Mechelen
1641
Nederlands
1 stuk
300. Segers, J[o]an[nes]
Z.p., Antwerpen
1652, 1655
Nederlands
2 stukken
301. de Slingelant
Mechelen
1642
Frans
2 stukken
302. Stalins, Gillis
Ieper
1647
Frans
1 stuk
303. Stomme, Maria
Antwerpen
1648
Nederlands
1 stuk
304. Stomme, Maycken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
5 stukken
305. Stomme
Z.p.
1650
Nederlands
1 stuk
306. de Suys, Jacques
Luik
1642
Frans
1 stuk
307. Tacx, B.
Z.p.
1653
Nederlands
1 stuk
308. van Thulden, Simon
Antwerpen
1649, 1650
Ndl., Fr.
2 stukken
309. de la Tour, G.
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
310. van Tongherloo
Z.p., Antwerpen
1648-1650
Nederlands
10 stukken
311. Trappeniers, Guillam
Wambeke
1652
Nederlands
1 stuk
Geldenaken
1641, 1642, 1644
Frans
3 stukken
Pastoor van Hever
295. Martens, Egidius Advocaat
296. van Nieuwenbosche Abdis
Ontvanger van de polder van Weert
Koster van Wambeke
312. de Venise, Jacques
Rentmeester en schepen van Geldenaken
313. Vrindts, Remigius
Mechelen
1642, z.d.
Nederlands
3 stukken
314. van Wemmele, G.
Grimbergen
1655
Nederlands
1 stuk
315. van Wese(n)mael, Lau(we)reyns
Z.p.
1655
Nederlands
1 stuk
Brussel
1642
Nederlands
1 stuk
Pachter in de polder van Weert
316. Onbekende afzender
67
317. Onbekende afzender
Brussel
1643
Nederlands
1 stuk
318. Onbekende afzender
Z.p.
1645
Nederlands
1 stuk
319. Onbekende afzender
Brussel
Z.d.
Frans
1 stuk
320. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
321. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
322. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Concepten van uitgaande brieven van Cornelia de Norman A. Familie 323. de Norman, Catharina
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brussel , z.p.
1645, z.d.
Nederlands
2 stukken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
327. Onbekende bestemmeling
Brussel
1644
Nederlands
1 stuk
328. Onbekende bestemmelinge
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Zus
324. de Norman, Jacobus Broer
325. Onbekende schoonzus Anna of Catharina de Visscher
326. Onbekende bestemmeling Neef
B. Zakelijke correspondenten
Stukken betreffende de openbare functies van Joannes Balthazar de Visscher 329. Concept van een verklaring van Juan [Gomez Caño] waarin hij Joannes Balthazar de Visscher, gewoon commissaris voor aanmonstering, genoeg verdiensten toeschrijft om tot ridder te worden benoemd. Brussel. 1629. Spaans 1 stuk Met verklaring van Levino Le Clerc en Pedro Tugge betreffende diensten die ze in Middelkerke hebben volbracht in opdracht van Zijne Majesteit. Brussel. 1629.
330. Concept van een aanbevelingsbrief voor de toekenning aan Joannes Balthazar de Visscher van de titel van ridder. Z.p. 1634. Spaans 1 stuk 331. Aanbevelingsbrief voor de voordacht van Joannes Balthazar de Visscher als ontvanger van de bede in het kwartier van Rijsel. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
68
332. Concept van een aanbevelingsbrief van graaf de Añover, lid van de Oorlogsraad en 265 Mayordomo mayor , waarin hij Joannes Balthazar de Visscher voordraagt voor een functie in de Rekenkamer van Brabant. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 333. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher voor een functie binnen de Rekenkamer. Z.p. Z.d. Spaans 2 stukken 334. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher als raadsheer in de Geheime Raad. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 335. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher voor een niet nader bepaalde functie. Z.p. Z.d. Spaans 2 stukken 336. Concept van een aanbevelingsbrief van broeder Inigo de Bricuela waarin hij Joannes Balthazar de Visscher voordraagt bij markies de Hauré, mijnheer de Vendegies en thesaurier-generaal de Robiano voor een niet nader bepaalde functie. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 337. Concept van een aanbevelingsbrief van Lodewijk Verreycken waarin hij Joannes Balthazar de Visscher voordraagt voor een niet nader bepaalde functie. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 338. Akte inhoudende de organisatie van het bestuur van de Verenigde Provincies. Vertaling. Z.p. Z.d. Spaans 1 katern 339. Memorie betreffende de troonsopvolging van de [Spaanse] koning. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk *** Nota betreffende de troonopvolging in de Lage Landen en het hertogdom Bourgondië. Z.p. 1549. Afschrift. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk Bewaard onder nr. 1535
Stukken betreffende Joannes Balthazar de Visscher als officiaal in het staatssecretariaat Joannes Balthazar de Visscher werkte als officiaal vooral onder eerste secretaris en audiëncier Lodewijk Verreycken in het Staatsecretariaat te Brussel, maar ook soms in 266 Spanje . 340. Lijst van de personen en ministers in dienst van Filips de Schone die vrijgesteld zijn van de imposten op wijn en bier geheven door de Staten van Brabant ter financiering van hun bede van 500 000 gulden. Z.p. 1503. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 341. Memorie betreffende de imposten op bier binnen Brussel, Lodewijk Verreycken en de titulatuur van de aartshertogin. Z.p. 1603, z.d. Frans, Latijn 1 stuk
265
Een mayordomo stond aan het hoofd van een militair hospitaal. Hun overste was de administrador general. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 263. 266 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 330-339, 411-414.
69
342. Akte waarin de aartshertogen maatregelen nemen om misbruiken bij de levering van haver en de betaling van de manschappen die dubbele militaire functies uitoefenen, tegen te gaan. Brussel. 1604. Spaans, Frans 1 stuk 343. Memorie betreffende de overdracht van gronden bevolen door de aartshertogen. Brussel. 1604. Nederlands 1 stuk 344. Concept van een instructie voor het logement van een lichte cavaleriecompagnie in 1604. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 345. Verhuurovereenkomst waarin Lodewijk Verreycken, audiencier en eerste secretaris van de aartshertogen, in naam van Thomas Edmondes, ambassadeur van de koning in Groot-Brittannië en Ierland, een deel van groot huis nabij de Spieghelbrugghe in Brussel, parochie Sint-Géry, huurt aan 200 gulden per jaar van Antonius Longin, ridder en drossaard van het Land van Grimbergen, en waarbij hij een optie neemt op het andere deel van het voornoemde huis dat gehuurd wordt door de Crainhem aan 500 gulden per jaar waardoor de huur van het totale huis 700 gulden per jaar zou bedragen. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 346. Rekening van Matheus Metermans, ontvanger van de wijnen in Brussel en staatsontvanger van de imposten op de wijn, op 5 april 1605 over de opbrengsten van de imposten geheven bij edellieden en het hof. Z.p. 1605. Frans 1 stuk 347. Beschikking van de aartshertogen voor de Grote Raad van Mechelen betreffende de moord op een Spaanse soldaat gepleegd door Mechelse burgers. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 348. Extract uit het vredestractaat van Spanje met Engeland en aantekening. Z.p. Z.d. Afschrift. Brussel. 1605. Spaans, Frans 1 stuk 349. Beschikking van de aartshertogen waarin zij toestemming verlenen aan vreemde soldaten een kapitein te kiezen afkomstig uit hun eigen land. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 350. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Jeromme Vervoort, inwoner van Antwerpen, voor een niet nader bepaalde functie. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 351. Concept van een brief aan onbekende bestemmeling bepaalde situaties rond de aartshertogin. Z.p. 1605. Spaans 1 stuk 352. Aanbevelingsbrief aan een onbekende kapitein voor de voordracht van Nicolas de Savoy als adjudant. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 353. Verslag voor de aartshertogen over de militaire verdiensten van Estevelz, gouverneur van Philippeville. Brussel. 1605. Spaans 1 stuk 354. Verklaring van Lodewijk Verreycken, audiencier en eerste secretaris van de aartshertogen, betreffende het vertrek uit Brussel van Anthoine vanden Roeer, boogschutter in de garde van de aartshertogen, met 300 Italiaanse soldaten naar het kwartier van Bouchout. Brussel. 1605. Frans 1 stuk
70
355. Verklaring van Lodewijk Verreycken, audiencier en eerste secretaris van de aartshertogen betreffende het vertrek van commissaris Cornille Garnier met 125 Ierse soldaten naar het kwartier de Dam om er het legioen van don Alonso de Luna y Carcamo te versterken. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 356. Beschikking van de aartshertogen waarin ze toestemming geven alférez de Belasco over te plaatsen en hem uit te rusten volgens de gangbare gewoonten in het regiment. Binche. 1605. Frans 1 stuk 357. Beschikking van de aartshertogen waarin ze omwille van de onveiligheid de toestemming verlenen in Antwerpen gardes op te richten. Brussel. 1605. Frans 1 stuk 358. Beschikking van Filips II waarin hij Jehan Cocquelte, ontvanger van Sampson, omwille van zijn verdiensten benoemt tot griffier van de bossen van Namen. Brussel. 1580. Afschrift. Z.p. 1605. Frans 1 stuk 359. Lijst met stopplaatsen tijdens een reis van Brussel naar Valladolid. Z.p. 1606. Frans 1 stuk 360. Kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher voor Gaspar Suarez de Salazar over 4 filipos. Valladollid. 1606. 361. Rekening van de onkosten tijdens de reis naar Frankrijk. Z.p. 1607. Frans
1 katern
362. Verslag voor de aartshertogen betreffende de oorlogsomstandigheden. Brussel. 1607. Latijn. 1 stuk 363. Bevelschrift van de aartshertogen voor de schepenen waarin ze vragen de de dorpen van de nabijgelegen vrijheden desnoods gewapenderhand bij te staan en te redden. Brussel. 1607. Nederlands 1 stuk 364. Bevelschrift van de aartshertogen voor abt d’Anein waarin ze deze laatste opdragen don Dermicio Rogerio de Mansfelft te steunen tijdens zijn studies aan de universiteit van Dowaai. Brussel. 1607. Frans 1 stuk 365. Verklaring van Lodewijk Verreycken, audiencier en eerste secretaris van de aartshertogen in de Lage Landen, betreffende een boek inhoudende de voornaamste figuren in de belangrijkste wereldsteden. Brussel. 1607. Spaans 1 stuk 366. Verordening van de aartshertogen voor de Staten van Henegouwen om op te treden tegen de rebellen en de vijanden van het katholieke geloof. Gent. 1607. Frans 1 stuk 367. Verordeing van de aartshertogen om maatregelen te nemen tegen de oorlogsdreiging in het kwartier Steenbergen. Brussel. 1607. Frans 1 stuk 368. Verklaring van Lodewijk Verreycken, audiencier en eerste secretaris van de aartshertogen, betreffende het vertrek uit Brussel van Thomas de Dyprayn, boogschutter van de garde van de aartshertogen, naar het Land van Waas om 400 Engelse soldaten van het regiment van graaf Arondel te begeleiden. Brussel. 1608. Frans 1 stuk 369. Beschikking van de aartshertogen waarin ze financiële steun toekennen aan het Brugse Annunciadesklooster. Brussel. 1609. Frans 1 stuk
71
370. Paspoort van de aartshertogen dat vrije doorgang verleent aan don Luys de Velasco, lid van de Oorlogsraad en generaal van de lichte cavalerie van de vorst, die vier paarden via Kamerrijk naar Don Pedro de Toledo, markies de Villafranca, in Parijs stuurt. Brussel. 1609. Frans 1 stuk 371. Bevelschrift van de aartshertogen waarin ze de president en raadsheren van de Raad van Vlaanderen opdragen de overeenkomsten tussen de Spaanse vorst en de Verenigde Provinciën te publiceren in de belangrijke steden in de Zuidelijke Nederlanden en het graafschap Vlaanderen. Brussel. 1609. Frans 1 stuk 372. Concept van een benoemingsbesluit van de aartshertogen waarin ze Charles Malineurs, licentiaat in de rechten, raadsheer en president van de Rekenkamer van Brabant, benoemen tot lid van de admiraliteit. Brussel. 1611. Nederlands 1 stuk 373. Rekest van Joannes Engelbertus Verreycken bertreffende de verloning voor de jarenlange dienst voor Zijne Majesteit en de aartshertogen. Brussel. 1611. Spaans 1 stuk 374. Concept van een beschikking van de aartshertogen aan de magistraten van Dendermonde waarin ze Rogue Gonzalez een functie toekennen in de compagnie van kapitein Johan de Alverado die garnizoen houdt in Dendermonde. Brussel. 1611. Frans 1 stuk 375. Beschikking van de aartshertogen waarin ze de boogschuttersgilde van Brussel jaarlijks 500 ponden toekennen zolang de aartshertogin leeft. Brussel. 1615. 376. Bevelschrift van de aartshertogen waarin ze gebieden hen te vertegenwoordigen in de Statenassemblé te Dôle. Brussel. 1616. Frans 1 stuk 377. Beschikking van de aartshertogen waarin ze kapitein François Deboeuf de toestemming verlenen om met een veertig- of vijtigtal soldaten naar de Zuidelijke Nederlanden en het graafschap Artois te komen en zijn compagnie te versterken. Brussel. Z.d. Frans 1 stuk 378. Bevelschrift van de aartshertogen waarin ze vragen hun neef de prins van Oranje, ridder in de Orde van het Gulden Vlies en lid van de Raad van State, het reliekschrijn van het hoofd van SintElisabeth terug te betalen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 379. Concept van een beschikking van de aartshertogen waarin ze Jacques Cocquelet benoemen tot controleur en griffier van de bossen van Namen, omwille van zijn verdiensten. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 380. Beschikking van de aartshertogen waarin ze Claudius Hannebicq benoemen tot ontvanger van de domeinen van Hesdin. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 381. Concept van een rekest van Fernand Basilio, portier van de salette van de aartshertogen, aan de aartshertogen waarin hij vraagt te mogen verhuizen naar een huis op de Zavel. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 382. Rekest van Guillaume de Ryckegem, pensionaris van Kortrijk, aan de aartshertogen waarin hij vraagt hem te benoemen tot gewoon raadsheer in de Raad van Vlaanderen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
72
383. Instructie van de aartshertogen voor Adrien Donuijs, ridder van Rerency en hoogbaljuw van de bossen van Henegouwen, Adam Dodrimont, raadsheer en ontvanger-generaal van het hertogdom Namen, en Marc Baulde, commies van de ontvangsten van de domeinen van Quesnoy, aangaande de inspectie van het bos van Mourmal en la Bounaige. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 384. Verslag van Lodewijk Verreycken voor de aartshertogen betreffende een chirograaf die hij heeft opgemaakt als audiencier en eerste secretaris in de Lage Landen. Brussel. Z.d. Latijn 1 stuk 267
385. Concept van een rekest van alférez Francisco vanden Brande aan aartshertogin Isabella waarin hij vraagt hem te benoemen als tercio in de compagnie van prins de Barbançon. Tervuren. 1617. Spaans 1 stuk 386. Rapport inhoudende het verslag dat de Franse ambassadeur in Den Haag bracht bij de Staten-Generaal. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 387. Bevelschrift van aartshertogin Isabella waarin ze de burgemeester van Leuven opdraagt haar te adviseren over een rekest van de stad Tienen. Brussel. 1622. Frans 1 stuk Met een concept van een bevelschrift van aartshertogin Isabella voor de stad Dendermonde waarin ze vraagt kapitein Martin Sanchez de Urquina van logement te voorzien. Brussel. 1621.
388. Concept van een bevelschrift van aartshertogin Isabella voor bisschop van Gent, de kastelein van Gent en baron de Wocker waarin ze hen opdraagt een lijst op te maken en op te sturen van de personen die in aanmerking komen voor de volgende legislatuur in Gent. Z.p. 1621. Frans 1 stuk 389. Paspoort van aartshertogin Isabella dat vrije doorgang verleent aan Cornelia van Dorp voor een periode van zes maanden. Brussel. 1621. Frans. Buiten formaat 1 stuk 390. Paspoort van aartshertogin Isabella dat vrije doorgang verleent aan Luis Malo, handelaar te Venentië, voor een periode van zes maanden. Brussel. 1621. Frans 1 stuk 391. Concept van een paspoort dat vrije doorgang verleent aan Guillaume de Merode, inwoner van Luik, om met zijn lakei en bagage binnen de grenzen van de Spaanse bezittingen te reizen. Z.p. 1621. Frans 1 stuk 392. Concept van een beschikking van aartshertogin Isabella waarbij ze Simon Rodriguez, soldaat in de compagnie van Johan de Alvarado te Dendermonde, overplaatst. Brussel. 1622. Frans 1 stuk 393. Beschikking van aartshertogin Isabella voor Henry van Etten, oud-burgemeester van Antwerpen, waarin deze laatste de toestemming krijgt om een paspoort aan te vragen. Brussel. 1622. Frans 1 stuk 394. Beschikking van aartshertogin Isabella waarin zij vorstelijke bescherming verleent aan Maria van Rijswijck en haar zoon die zijn uitgeweken naar Ghiesen in het Land van Altena. Brussel. 1622. Frans 1 stuk 395. Rekest van Jacques de Lisseborne, rentmeester, aan aartshertogin Isabella waarin hij een paspoort aanvraagt. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 267
Een alférez was een compagnieluitenant of vaandrig. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 287.
73
396. Paspoort van aartshertogin Isabella dat vrije doorgang verleent aan Mathieu Syberts. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 397. Paspoort van aartshertogin Isabella dat vrije doorgang verleent aan Theodoor de Chier, inwoner van Bouvel en rechter van Tilderweerdt. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 398. Paspoort van aartshertogin Isabella dat vrije doorgang verleent aan Catharina Neysmans, inwoner van Breda, om binnen de grenzen van de Spaanse bezittingen te reizen. Brussel. Datum onleesbaar. Frans 1 stuk 399. Concept van een bevelschrift van aartshertogin Isabella voor abt de Hasnon waarin ze vraagt een lijst op te maken en op te sturen van de personen die in aanmerking komen voor de volgende legislatuur in Valenciennes. Z.p. Z.d. Frans. Knaagschade 1 stuk 400. Lijst met aanspreektitels. Z.p. Z.d. Frans
1 stuk
401. Rekest van graaf de Añover aangaande de verloning voor zijn dienst aan aartshertogin Isabella. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 402. Concept van een bevelschrift voor de chef-president en de leden van de Geheime Raad, leden van de Grote Raad en de kanselier en leden van de Raad van Brabant waarin ze worden opgedragen Henry van Etten en Remy De Vos te voorzien van inkomsten als ontvangers. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 403. Memorie betreffende zaken die audiencier Verreycken moet afhandelen tijdens zijn reis naar Spanje. Z.p. Z.d. Spaans, Frans 2 stukken 404. Kwitantie van Antonius de Walle, lid van de Raad van Zijne Majesteit en kanselier van de Orde van het Gulden Vlies, waarin hij erkent van Lodewijk Verreycken juwelen, kledij, ornamenten, beeldjes en een boek te hebben ontvangen afkomstig van het overleden raadslid d’Assonlevila. Z.p. z.d. Spaans 1 stuk 405. Concept van een rekest van Jacques Boyleau waarin hij verzoekt om een heffing per opgeruimde kar op de Zavel in Brussel. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 406. Lijst van personen die trouw aan Frankrijk hadden gezworen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 407. Concept van een beschikking van de kanselier en de leden van de Raad van Brabant voor Adriaen Maessen waarin ze hem ontslaan van de lasten op de verkoop van gronden binnen de domeinen van Brabant. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 408. Concept van een bevelschrift voor de chef-president van de Geheime Raad betreffende financiële bijstand voor Perez door de abdij van Cercamp in het hertogdom Artesië. Z.p. Z.d. Frans. 1 stuk Alleen bovenste helft bewaard.
409. Memorie betreffende het bevel voor de provoost van Maastricht om de plaats van reydrager van Sint-Servaas toe te wijzen aan Hendrick van Heurn. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
74
410. Memorie van Joannes Balthazar de Visscher betreffende staatsambtenaren en de staatsambtenarij. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
Stukken betreffende Joannes Balthazar de Visscher als gewoon commissaris van aanmonstering Joannes Balthazar de Visscher werd in 1622 (de benoeming zelf dateert van 25 november 1622 en de fysieke ondertekening dateert van 20 januari 1623) benoemd tot gewoon commissaris van aanmonstering na 22 jaar trouw als offciaal in het staatssecretariaat te hebben gewerkt. Als commissaris van aanmonstering moest Joannes Balthazar de Visscher troepenispecties doen, de samenstelling en aantal manshappen van cavalerieregimenten nagaan, onderzoeken of de infanterieregimenten over voldoende gekwalificeerde soldaten beschikten, de inkomsten en uitgaven van regimenten controleren, de eed afnemen van soldaten, enzovoort. Jaarlijks kreeg hij een honorarium van 400 ponden 40 groten Vlaams (daarin zat 250 ponden Vlaams pensioengeld) met daarbovenop franchises, voorrechten, privileges en emolumenten verbonden aan de functie van gewoon commissaris van 268 aanmonstering .
Stukken betreffende de benoeming tot commissaris van aanmonstering Stukken betreffende de aanstelling van Joannes Balthazar de Visscher als commissaris van aanmonstering 411. Aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher op 20 november 1622 als gewoon commissaris van monstering. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 412. Aanbevelingsbrieven voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher (Longin) als commissaris van aanmonstering in opvolging van zijn oom Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken 413. (Concept van) aanbevelingsbrieven van graaf Ottavio Vizconde waarin hij Joannes Balthazar de Visscher voordraagt als gewoon commissaris van aanmonstering in opvolging van zijn oom Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Spaans 3 stukken *** Aanbevelingsbrief waarin Joannes de Visscher zijn financiële steun bevestigt en de referenties voorlegt ter ondersteuning van de voordracht van zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher, lid van de ambassade van Ferdinand de Boisschot in Engeland, als gewoon commissaris van aanmonstering. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk Bewaard onder nr. 13
414. Beschikking waarin Filips IV Joannes Balthazar de Visscher op 25 november 1622 benoemt tot gewoon commissaris van aanmonstering. Brussel. 1623. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 415. Register van de confrerie van de gewone commissarissen van aanmonstering opgericht op 25 mei 1632 te Brussel en met residentie aan het hof. Brussel. 1639. Frans. Buiten formaat 1 band
268
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nrs. 414-415.
75
Stukken betreffende ceremoniële aspecten verbonden aan de functie van commissaris van aanmonstering *** Register van de confrerie van de gewone commissarissen van aanmonstering opgericht op 25 mei 1632 te Brussel en met residentie aan het hof. Brussel. 1639. Frans. Buiten formaat 1 band Bewaard onder nr. 415
416. Rekest van de gewone commissarissen van aanmonstering aan Filips IV waarin ze vragen te mogen deelnemen aan rouwplechtigheden ter nagedachtenis van de overleden Spaanse vorsten en aartshertog Albrecht. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 417. Concept van een rekest van de gewone commissarissen van aanmonstering aan Filips IV waarin ze vragen de rouw aan te nemen na het overlijden van de Infante Isabella. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Stukken betreffende het honorarium van Joannes Balthazar de Visscher als commissaris van aanmonstering 418. Beschikking van Filips IV op een rekest van de gewone commissarissen van aanmonstering waarin ze om een hoger honorarium vragen. Brussel. 1632. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 419. Appointement van de ontvanger-generaal van de beden van Henegouwen op een rekest van Joannes Balthazar de Visscher betreffende de betaling van zijn honorarium. Brussel. 1638. Frans 1 stuk 420. Verklaring van J. Buydens, gewone deurwaarder van Filips IV, waarin hij bevestigt aan de stadmagistratuur van Mechelen het rekest van Joannes Balthazar de Visscher aan Filips IV te hebben overhandigd betreffende de vrijstelling van imposten en subsidies op goederen in Mechelen en de toekenning van franchises als commissaris van aanmonstering. Brussel. 1640. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 421. Concept van rekesten van Joannes Balthazar de Visscher aan de commiezen van Financiën voor de berekening van zijn honorarium naar aanleiding van de troepeninspectie te Maastricht, Limburg en Breda. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 422. Concept van een rekest van Joannes Balthazar de Visscher waar hij om de vrijstelling van de lasten op graan aangevoerd vanuit Gent verzoekt. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Met concept van een erfeniscasus betreffende een rente in Vlaanderen.
Stukken betreffende de vergoedingen als commissaris van aanmonstering 423. Rekeningen van Joannes Balthazar de Visscher over de onkosten sinds zijn aankomst in Gent op 3 juni 1631 zijn doorreis naar Antwerpen en Lier voor de verdeling van de haver. Z.p. 1631. Frans 3 stukken 424. Concept van een rekening met inkomsten en uitgaven van Joannes Balthazar de Visscher als commissaris van monstering. Z.p. 1631. Frans 1 stuk
76
425. Stukken betreffende voorziening van extra geld voor Joannes Balthazar de Visscher ten behoeve van onvoorziene kosten. Z.p. Z.p. Frans 3 stukken Met rekening opgemaakt door Joannes Balthazar de Visscher betreffende een levering van haver in Gent. Gent. 1631.
426. Memorie betreffende hetgeen Joannes Balthazar de Visscher betaald heeft tijdens zijn reis naar Brugge op 14 april 1633. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Met brief van G. de Blasere aan de Nieulard in Gent. Brussel. 1639. 427. Concept van een rekest van Joannes Balthazar de Visscher om hem te vergoeden voor de onkosten die hij heeft gemaakt tijdens de troepeninspectie in de forten van Kallo, de Perel, Sint-Marie en Blokkersdijk. Z.p. 1636. Frans 1 stuk Met rekening van Joannes Balthazar de Visscher van de troepeninspectie in het fort van de Perel. Z.p. 1636.
428. Concepten van een rekesten van Joannes Balthazar de Visscher aan Filips IV en de Raad van Financiën waarin hij vraagt hem te vergoeden voor de troepeninspecties in Hulst. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken 429. Rekest van Joannes Balthazar de Visscher waarin hij vraagt hem te vergoeden voor de geheime troepeninspectie op 13 oktober 1637 van de compagnie van kapitein Nicolas Ghys in het fort Sint-Theresia. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk Met kwitantie van 31 augustus 1637 van Catharina de Visscher voor Cornelis van Eertbruggen en brief van Cornelis van Eertbruggen voor Joannes Balthazar de Visscher. 1637, z.d. Z.p., Antwerpen.
430. Verslag van Juan Pardo en E. De Boom betreffende de gebeurtenissen met een gehuurd paard en de onkosten voor het vervoer tijdens een reis van Joannes Balthazar de Visscher naar Philippeville. Brussel. 1640. Frans 1 stuk *** Verklaring van Joannes Balthazar de Visscher betreffende een paard dat hij heeft gehuurd. Brussel. 1640. Frans 1 stuk Bewaard onder nr. 463
431. Concept van een rekest van Joannes Balthazar de Visscher aan de commiezen van Financiën waarin hij vraagt om hem te vergoeden voor de troepeninspectie en haverlevering in Avesnes en Landrechies en de troepeninspectie van en de haverlevering voor de compagnie van markies de Mornay. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 432. Concept van een rekest van Joannes Balthazar de Visscher aan de commiezen van Financiën waarin hij vraagt hem te vergoeden voor de troepeninspectie van de garnizoenen in Dampvillers en Montmedy en de kosten gemaakt bij het aanwerven van soldaten. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 433. Klad van rekest waarin Joannes Balthazar de Visscher verzoekt hem te vergoeden voor zijn onkosten. Z.p. Z.d. Frans, Spaans 1 stuk
Stukken betreffende troepeninspecties 434. Bevelschrift van Infante Ferdinand, luitenant, gouverneur en kapitein-generaal van de Lage Landen en Bourgondië, waarbij hij gouverneur de Brias in Marienburg opdraagt Joannes Balthazar de Visscher bij troepeninspectie zo goed mogelijk te helpen. Brussel. 1629. Frans 1 stuk
77
435-438. Frans
Instructies voor de commissarissen van aanmonstering voor troepeninspecties. 4 stukken
435.
In onbekende plaats. Brussel. 1624. Afschrift. Z.p. Z.d.
436.
In onbekende plaats. Brussel. 1625.
437.
Te Aarschot, Zichem, Halen en andere plaatsen. 1633. Afschrift. Z.p. Z.d.
438.
Binnen de stad en het ksteel van Limburg. Z.p. Z.d.
439-464. Mandaten van Filips IV, de thesaurier-generaal en de commiezen van Financiën voor Joannes Balthazar de Visscher over troepeninspecties. Frans 26 stukken 439.
Te Landrechies en Quesnoy. Brussel. 1624.
440.
In het graafschap Limburg. Brussel. 1624.
441.
In onbekende plaats. Brussel. 1625.
442.
In onbekende plaats. Brussel. 1625.
443.
Te Thionville, Montmedy, Dampvillers, Luxemburg en in het graafschap Emden. Brussel. 1628.
444.
Te Aarschot. Brussel. 1629.
445.
In onbekende plaats. Brussel. 1631.
446.
Te Hesdin. Brussel. 1631.
447.
Te Bouchain. Brussel. 1632.
448.
Te Tienen. Tienen.1632. Met rekening van Joannes Balthazar de Visscher van de troepeninspectiein een onbekende plaats. Z.p. 1632.
449.
Te Avesnes. Brussel. 1633. Met op achterzijde een concept van een rekest van de erfgenamen van Carolus (de) Longin voor Zijne Majesteit betreffende de twee jaar achterstallige uitkeringen van de rente van jaarlijks 400 gulden gehypothekeerd op de domeinen van West-Vlaanderen. Z.p. Z.d.
450.
Te Bouchain. Brussel. 1634.
451.
Te Quesnoy, Landrechies, Bouchain, Valenciennes, Ath, Enghien, Halle, ’s Gravenbrakel, Binche en Banay. Bergen. 1635.
452.
Te Philippeville. Brussel. 1636. Met proces-verbaal van Joannes troepeninspectie in Philippeville.
78
Balthazar
de
Visscher
betreffende
453.
In de forten Sint-Marc, Sint-Jacob en Sint-Jozef. Brussel. 1637.
454.
Te Dowaai en Landrechies. Brussel. 1637.
455.
In de forten Sint-Theresia en Sint-Elisabeth. Brussel. 1637. Afschrift. Z.p. Z.d.
456.
In het fort van Sint-Isabel voor Sluis. Brussel. 1637.
de
457.
Te Hulst. Brussel. 1637.
458.
Te Quesnoy. Brussel. 1638.
459.
Te Sas van Gent. Brussel. 1638.
460.
Te Marienburg. Brussel. 1639.
461.
In de forten. Brussel. 1639.
462.
Te Gravelines. Brussel. 1640.
463.
Te Mariënburg. Brussel. 1640. Met verklaring van Joannes Balthazar de Visscher betreffende een paard dat hij heeft gehuurd. Brussel. 1640.
464.
In het fort van Sint-Antonius. Brussel. 1640.
465. Brief van H. Croonendaele, thesaurier-generaal van de Financiën, aan onbekende bestemmeling, graaf. Brussel. 1626. Frans 1 stuk 466-472. Processen-verbaal van Joannes Balthazar de Visscher over troepenispecties. Frans, Spaans 8 stukken 466.
In de forten van Croix, Sint-Philippe en Sint-Jacques nabij de rivier van Antwerpen. Z.p. 1623.
467.
Te Limburg en Fauquemont. Z.p. 1625.
468.
Te Avesnes. Avesnes. 1633.
469.
Te Bouchain. Bouchain. 1634.
470.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
471.
Te Avesnes. Avesnes. 1635.
***
Te Philippeville. Philippeville. Z.p. Z.d. Bewaard onder nr. 452
472.
Te Mariënburg. Mariënburg. 1639.
473-502. (Concepten van) rekeningen van Joannes Balthazar de Visscher in opdracht van 269 Filips IV, de thesaurier-generaal en de commiezen van Financiën over troepeninspecties . Frans 33 stukken 473.
In onbekende plaats. Z.p. 1631. Met en concept van een kwitantie voor een rente aangekocht door de Silva ten laste van Joannes Baltjazar de Visscher en concept van een beschikking uit 1624 betreffende Josse Leemans in de cijns van Schiplaken. Z.p., Schiplaken. 1624.
269
Een tercio is een regiment in het Ejército de Flandes (het Spaanse leger in de Nederlanden), bestaande uit tien à twaalf compagnieën die elk honderd à driehonderd soldaten telden. De aanvoerder van zo’n tercio was de maestro de campo. VERMEIR R., In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. X. Tot 1605 was de Waamse infanterie in regimenten onderverdeeld en nadien in tercios. De samenstelling van de Waalse infanterie verschilde van deze van een Spaanse infanteriecompagnie. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 260.
79
474.
Te Dambrugge. Dambrugge. 1631.
475.
Te Avesnes. Avesnes. 1632.
476.
In het fort van de Sint-Annapolder te Namen. Namen. 1632.
477.
Te Maastricht. 1632.
478.
Te Diksmuide. Diksmuide. 1632.
479.
In onbekende plaats. Z.p. 1632.
***
In onbekende plaats. Z.p. 1632. Bewaard onder nr. 448
480.
Te Montmedy. Montmedy. 1634.
481.
Te Quesnoy. Quesnoy. 1634.
482.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
483.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
484.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
485.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
486.
Te Gravelines. Gravelines. 1635.
***
In het fort van de Perel. Z.p. 1636. Bewaard onder nr. 427
487.
In de forten de Perel, Sint-Marie, Kallo en Blokkersdijk. Z.p. 1636.
488.
In de forten Sint-Marie, Kallo en Blokkersdijk. Z.p. 1636.
489.
In het fort van Sint-Marie. Z.p. 1636.
490.
Te Brugge. Brugge. 1636. Met doorstreepte rekening over de troepeninspectie in Brugge. Z.p. Z.d.
491.
Te Brugge. Brugge. 1636.
492.
In onbekende plaats. Z.p. 1636.
493.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
494.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
495.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
496.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
497.
Te Dowaai. Dowaai. 1637.
498.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
***
In het fort Sint-Theresia. Brussel. 1637. Bewaard onder nr. 1671
499.
80
Te Quesnoy. Quesnoy. 1637.
500.
Te Quesnoy. Quesnoy. 1637.
501.
Te Gravelines. Gravelines. 1638.
502.
In onbekende plaats. Z.p. 1640.
503. Memories voor de commissarissen van aanmonstering voor troepeninspecties. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken 504-534. (Concept van) Lijsten van Nicolas Scorsa, Joannes Balthazar de Visscher, François de la Torne, Michiel Pinto, Adrien Benoist en de griffier van Bourboug over soldaten. Frans 32 stukken 504.
In de forten de Perel, Sint-Marie en Blokkersdijk. Z.p. 1630.
505.
Te Walhem. Walhem. 1631.
506.
Te Dambrugge. Dambrugge. 1631.
507.
Te Gent. Gent. 1631.
508.
Te Gent. Gent. 1631.
509.
Te Sint-Donaas.1632.
510.
In onbekende plaats. Z.p. 1632.
511.
In onbekende plaats. Z.p. 1632.
512. In de meierij Roo en het fort aan de Demer, binnen de meierijen Veele en Kapellen en binnen de plaatsen Drogenbos, Beersel, Ruisbroek, Meerbeek, Huizingen, Etterbeek, Woluwe, Weurp, Linkebeek, Watermaal, Wombeek, Wambeek, Ternat, Alsemberg, Kraainem, Berchem en Bekkerzeel. Z.p. 1633. 513.
In onbekende plaats. Z.p. 1634.
514.
Te Philippeville. Philippeville. 1634.
515.
In onbekende plaats. Z.p. 1634. Buiten formaat
516.
Te Avesnes. Avesnes. 1635.
517.
Te Bavay. Bavay. 1635.
518.
Te Landrechies. Landrechies. 1635.
519.
Te Ath. Ath. 1635.
520.
Te Hacé. Hacé. 1635.
521.
Te Bouchain. Bouchain. 1635.
522.
Te Bouchain. Z.p. 1636.
523.
In onbekende plaats. Z.p. 1636.
524.
In onbekende plaats. Z.p. 1636.
81
***
In onbekende plaats. Z.p., Brussel. 1636. Bewaard onder nr. 107
525.
In onbekende plaats. Z.p. 1636.
526.
In onbekende plaats. Z.p. 1636.
527.
Te Gent. Z.p. 1636.
528.
In onbekende plaats. Z.p. 1637.
529.
Te Bourbourg. Bourbourg. 1637.
530.
In onbekende plaats. Z.p. Z.d.
531.
In onbekende plaats. Z.p. Z.d.
532.
In onbekende plaats. Z.p. Z.d.
533.
Te Berg. Z.p. Z.d.
534.
Te Maastricht. Z.p. Z.d.
Stukken betreffende de bevoorrading van soldaten 535. Stukken betreffende de bevoorrading van soldaten Lier. 1631, 1632, z.d. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands, Spaans
270
. Z.p., Gent, Brussel, Brugge, Antwerpen, 1 omslag
Bewaard onder nr. 425, 428
Stukken betreffende de betaling van soldaten 536. Rekening over de uitbetaling van vijftien compagnieën en hun officieren in de tercio van maestro de campo Pablo Ballon. Z.p. 1631. Frans 1 stuk 537. Rekening van Joannes Balthazar de Visscher over de uitbetaling door de Staten van Brabant. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 538. Proces-verbaal van de uitbetaling van een maand gages van een compagnie met vijftig manschappen. Brussel. 1624. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 539. Memorie betreffende de betaling van officieren. Brussel. 1631. Frans
270
1 stuk
De lichte cavalerie bestond tijdens het grootste deel van de Tachtigjarige Oorlog uitsluitend uit compagnieën die meestal honderd mannen telden. Dit waren hetzij lansiers hetzij bereden haakbussiers. De eenheden stonden onder het opperbevel van de comissario general de la caballeria ligera. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 261. Iñigo Vélez de Guevara, graaf de Oñate, was een belangrijke Spaanse diplomaat aan het keizerlijk hof. Hij was onder andere nauw betrokken bij de Vrede van Praag getekend op 30 mei 1635. VERMEIR R., In staat van Oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648, p. 20, 119.
82
540. Rekest van Tourneur, pastoor van Belaymont, waarin hij vraagt Martine Bailly, weduwe van soldaat Antoine Brissy, het achterstallig loon van haar man te bezorgen. 1633. Frans 1 stuk 541. Nota betreffende de kosten van een regiment. Z.p. Z.d. Frans
1 stuk
542. Memorie betreffende rekesten die boogschutter Brochin heeft ingediend om de uitvoering te verkijgen van een betalingsbevel van 500 gulden ten laste van de gravin van Bruas. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Andere stukken betreffende de uitoefening van de functie van commissaris van aanmonstering 543. Stukken betreffende de voordracht van Joannes Baptist vanden Brande, licentiaat in de rechten en advocaat in Antwerpen, als auditeur van de stad Maastricht. Antwerpen, z.p. 1627, z.d. Frans 2 stukken *** Verslag van Levino Le Clerc en Pedro Tugge betreffende de diensten die ze in Duinkerke hebben volbrachtt in opdracht vanFilips Iv. Brussel. 1629. Spaans 1 stuk Bewaard onder nr. 410.
544. Lijst over de samenstelling van het regiment van maestro de campo Charles Stassin. Z.p. 1631. Frans 1 stuk 545. Stukken betreffende de compagnie van Ant. De Maude en sergeant-majoor Carondelet in dienst van graaf de Fresin. Z.p., Brussel, z.p. Z.d., 1631, z.d. Frans 3 stukken 546. Memorie betreffende kapitein Jehan Zuylen en soldaat Anthonie de Sucre in Avesnes. Anesnes. 1631. Frans 1 stuk 547. Overlijdensbericht van Michiel le Sage, kapelaan van Hulst, voor de gouverneur over soldaat Matthijs Bervoet, gestorven op 1 november 1631,. Z.p. 1631. Frans 1 stuk 548. Bevelschrift van de commiezen van Financiën voor de bode van Financiën om aan Joannes Balthazar de Visscher, commissaris van monstering, de opdracht te geven om kaarsen en ander licht voor feesten en processies te leveren. Brussel. 1632. Frans 1 stuk 549. Verklaring van Ernest de Gaure, graaf de Fresin, waarin hij enkele soldaten uit zijn compagnie twee maanden verlof geeft. Maastricht. 1632. Frans 1 stuk 550. Onderhandse akte opgemaakt door de pastoor van Quesnoy waarin hij verklaart dat chirurgijn Charles Sernould uit het regiment van graaf de Fresin nog steeds ziek en zwak is. Quesnoy. 1632. Frans 1 stuk 551. Apostilles van Filips IV op rekesten van de gewone commissarissen van aanmonstering betreffende buitengewone commissarissen van aanmonstering. Brussel. 1632. Frans 1 stuk 552. Verslag van Ocho a Ponenchares over enkele soldaten. Z.p. 1633. Frans
1 stuk
83
553. Brief van secretaris don Martin de Axpe in opdracht van Filips IV voor Guillermo Tresarve, lid van de Oorlogsraad en kapitein van de Ierse compagnie in Mechelen betreffende maatregelen tegen de schade aangebracht door de soldaten in de omgeving. Brussel. 1634. Afschrift. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 554. Brief van l’Eschelle aan Maes, ridder, commies van de Financiën en surintendant van de Oorlog. Kamerrijk. 1635. Frans. 1 stuk Met bevelschrift van Zijne Majesteit voor de inwoners van Saint-Soupplet om zo snel mogelijk 250 gulden te betalen om de kasselrij van Guise mee te bewapenen en te versterken en waarbij ze in geval van weigering als vijanden zullen worden beschouwd. Z.p. Z.d. Afschrift. Z.p. Z.d.
555. Brief van Pierre Joly, pastoor van Roncq, aan Dubois, kapitein van het garnizoen in Brugge. Roncq. 1636. Frans 1 stuk 556. Koninklijk besluit van Filips IV voor du Becq, gouverneur van La Chapelle, en St. Leger, gouverneur van Chastelet, waarin hij de beide gouverneurs veroordeelt omdat ze La Chapelle en Saint-Leger hebben overgedragen aan de vijand. Z.p. 1636. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 557. Akte waarin J. Geldre, pastoor van Philippeville, de namen opgeeft van de zieke soldaten in de compagnie van de gouverneur die omwille van besmettingsgevaar zijn weggehaald. Z.p. 1636. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 558. Memorie betreffende de compagnie van kapitein Demanez en de compagnie van kapitein Souhez. Z.p. 1637. Frans 1 stuk 559. Brief van H. de Croonendaele aan kapitein Bastien. Brussel. 1637. Frans
1 stuk
560. Akte waarin luitenant-kolonel Jean de li Ponti, commandeur in het kasteel van Karpen, akkoord gaat met de onkosten voor de aanpassingen aan zijn keuken en de bediening in het kasteel van Karpen en met de onkosten gemaakt voor Lommersom. Kasteel van Karpen. 1638. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans, Spaans 1 stuk Met brief van prins Thomas aan Caravasal, kapitein van een cavaleriecompagnie betreffende het aantal soldaten in het kasteel van Karpen. Brussel. 1639. Afschrift. Z.p. Z.d.
561. Concept van een verslag van Joannes Balthazar de Visscher over opdrachten die hij uitgevoerd heeft als commissaris van aanmonstering. Z.d. Z.p. Frans 1 stuk Met kwitantie van Margaretha (de) Longin voor Andreas Riet over de som van 75 gulden. Brussel. 1631. Afschrift. Z.p. Z.d.
562. Memorie betreffende een verzoek waarin pensionaris Caloen aan Joannes Balthazar de Visscher verzoekt naar Brussel te gaan om er van Aveskercke te spreken die een infanterieregiment opricht waarin de zoon van pensionaris Caloen zou dienst nemen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 563. Lijst van Joannes Balthazar de Visscher met de verblijfplaatsen van diverse compagnieën. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 564. Lijst opgemaakt door Joannes Balthazar de Visscher van de personen in de nabije omgeving van [Filips IV]. Z.p. Z.d. Spaans 1 katern
84
565. Concepten van een rekest van de gewoon commissarissen aan Filips IV waarin ze vragen maatregelen te nemen tegen de misbruiken door de buitengewone commissarissen van aanmonstering. Z.p. Z.d. Spaans 2 stukken 566. Concepten van een rekest van de gewone commissarissen van aanmonstering aan Filips IV waarin ze vragen om per monsteringsopdracht drie dagen te krijgen, namelijk een dag voor de monstering, een dag voor het oplijsten en een dag om de lijst te kopiëren. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 567. Rekest van de gewone commissarissen voor aanmonstering aan Filips IV waarin ze vragen de buitengewone commissarisen geen opdrachten toe te kennen behalve bij gebrek aan de gewone commissarissen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 568. Rekest van Joannes Balthazar de Visscher om advies te verkrijgen betreffende de vacante functie van ontvanger. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 569. Nota van Joannes Balthazar de Visscher betreffende documenten die moeten overhandigd worden aan Nicolas Vitz, in dienst van markies de Leganes. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende de persoonlijke vorming 570. Kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher waarin hij erkent een boek van Marquez Ambrosio Spínola ontvangen te hebben van Juan de Castro de la Peña. Brussel. 1605. Spaans 1 stuk 571. Latijn
Gebed. Z.p. Z.d. 1 stuk In het handschrift van Joannes Balthazar de Visscher.
572. Gedichten. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands
1 stuk
573. Sonnet. Zp. Z.d. Frans
1 stuk
Stukken betreffende de gezondheid 574. Dit is vorct bloeden te stelpen en wat inden neuse te done. Z.p. Z.d. Nederlands.
1 stuk
Bevat extracten van het medicijn.
Stukken betreffende het vermogensbeheer Voorhuwelijkse jaren van Joannes Balthazar de Visscher 575. Kwitantie van Joannes de Visscher voor zijn zoon Joannes Balthazar. Antwerpen. 1605. Spaans 1 stuk
85
576. Kwitantie van Juan Gomez Caño voor Joannes Balthazar de Visscher over de som van 50 gulden. Brussel. 1614. Spaans 1 stuk 577. Memorie van Joannes de Visscher voor zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher betreffende erfenisregelingen, innen van pachten en procesvoering. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende het huwelijk van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman 578. Extract uit het huwelijkscontract van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman verleden op 29 mei 1623. Authentiek afschrift. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
Huwelijksjaren *** Renteboek van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands
1 band
Bewaard onder nr. 1371
579. Kwitanties van Juan Gomez Caño voor Joannes Balthazar de Visscher over 2000 gulden. Brussel. 1624. Spaans 1 stuk 580. Kwitantie van griffier van Bemmell voor Joannes Balthazar de Visscher over de som van 96 rijnsgulden die hij heeft betaald volgens het vonnis van de wethouders van Brussel uit het proces tegen Hendrick Janssens Bertholomeuss[ens]. Brussel. 1629. Nederlands 1 stuk 581. Memorie van Joannes Balthazar de Visscher betreffende diverse personen en de belastingen van 1631. Z.p. 1631. Nederlands Met memorie betreffende het voldoen van de proceskosten door weduwe Vlierden. Z.p. Z.d.
582. Stukken uit het proces voor de schepenen van de hoofdbank van Lennik tussen Jaspar Anthoine en Joannes Balthazar de Visscher, optredend voor Peeter Ganteloy. Lennik, Brussel. 1631, 1632. Nederlands 4 stukken 583. Kwitantie van de Staten en het Land van Henegouwen voor Joannes Balthazar de Visscher over 7200 ponden die deze laatste heeft betaald ter voldoening aan de bede van de vorst in ruil voor een lijfrente voor zijn drie kinderen Willem Benedictus, Joannes Balthazar en Jacobus Vincentius, tegen een jaarlijkse intrest van 400 ponden. Brussel. 1638. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 584. Memorie van de opdrachten die Chamberlain moet uitvoeren in opdracht van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 585. Memorie van Joannes Balthazar de Visscher betreffende zakelijke aangelegenheden. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 586. Kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher over 83 gulden waarvan de helft voor hem en de andere helft voor zijn tante Catharina de Visscher is. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
86
587. Rekening van de ontvansten en uitgaven van Joannes Balthazar de Visscher voor zijn oom, heer van Schiplaken. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Nahuwelijkse jaren van Cornelia de Norman *** Manuaal van rentes van Cornelia de Norman. Z.p. Z.d. Frans
1 band
Bewaard onder nr. 1334
588. Rekening van Joannes Baptist Caño voor zijn tante Cornelia de Norman over voldane en openstaande schulden aan elkaar volgens een rekening van de Venise. Z.p. 1643. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 589. Declaratie van kosten van Philippe Albert Delamotte, procureur van de Raad van Vlaanderen, voor Cornelia de Norman, weduwe Joannes Balthazar de Visscher, en Juan Gomez Caño. Z.p. 1653. Nederlands 1 katern 590. Rekening van de onkosten gedaan voor Cornelia de Norman. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 591. Stukken betreffende vergoedingen die Cornelia de Norman schuldig is aan Carolus de Stoppelaere voor het uitvoeren van opdrachten. Z.p. 1641. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 592. Stukken betreffende 54 gulden die Cornelia de Norman aan de griffie van de Raad van Brabant moet betalen volgens een appointement uit het proces tegen Pannemacker. Z.p. 1641. Nederlands 2 stukken 593. Kwitantie van procureur Ketjers voor Cornelia de Norman over het betalen van de kosten die hij voor haar heeft gemaakt volgens zijn rekening. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk 594. Kwitanties van Remigius Jensma voor Cornelia de Norman over de betaling van zijn rekening. Z.p. 1642-1644. Nederlands 3 stukken 595. Rekening voor Cornalia de Norman over haar ontvangsten. Z.p. 1644. Nederlands 1 stuk 596. Mandaat van Filips IV voor de burgemeester, schepenen en raad van Brussel om Cornelia de Norman in een appointement een uitzondering toe te staan zoals ze had gevraagd in haar rekest. Brussel. 1646. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 597. Kwitantie van Joos Wasteel voor Jacobus de Norman in naam van Cornelia de Norman over de betaling van de rekening van Joos Wasteel, procureur in de Raad van Vlaanderen. Z.p. 1648. Nederlands 1 katern 598. Memories van Jan Peeters voor Cornelia de Norman, vrouwe van Schiplaken, betreffende het bier dat Peeters heeft geleverd, betreffende de reizen die Peeters heeft gedaan in haar opdracht en betreffende de geleverde boter sinds de laatste rekening voor mijnheer van Schiplaken op 26 maart 1649. Z.p. 1650. Nederlands 1 stuk 599. Kwitantie van G. Uuyterhoeven voor Cornelia de Norman over de betaling van de onkosten die hij heeft gemaakt bij de afhandeling van haar zaken. Z.p. 1654. Nederlands 1 katern
87
600. Memorie van François de Carpentier, meier van de baronie Liedekerke, voor Cornelia de Norman waarin hij haar verwittigt van de openbare verkoop van de goederen en hofstede uit het sterfhuis van Jan Stomme. Z.p. 1655. Nederlands 1 stuk 601. Declaratie van kosten voor Cornelia de Norman over bewezen diensten tot 29 november 1641. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 602. Authentieke akte waarin Cornelia de Norman Joannes Baptist de Hertoghe machtigt om in haar naam op te treden. Z.p. Z.d. Nederlands. Gescheurd, enkel bovenste helft bewaard 1 stuk 603. Verslag van H. Marcel waarin hij verklaart Cornelia de Norman te hebben aangemaand de kosten van de akte van taxatie van het souverein Leenhof van Brabant te betalen aan procureur Sittart. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 604. Brief van Remigius Vrindts aan de Jonghe met antwoord van de Jonghe aan Remigius Vrindts. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Franciscus de Norman en Joanna (de) Salaert Franciscus de Norman werd geboren als zoon van Philippus de Norman, en Margaretha van (der) Coyen. In navolging van zijn vader was hij heer van Oxelaere en Sint-Aldegonde. Franciscus de Norman huwde met Joannes (de) Salaert, dochter van Joannes de Donckere de Salaert en Catharina Borluut. Samen kregen ze vijf kinderen: Philippus, Jacobus, Margaretha, Catharina en Cornelia. Philippus werd jezuiët, Jacobus huwde Josina de Seclyn, Margaretha trouwde met Carolus Rym en Catharina werd religieuze. Cornelia de Norman huwde eerst met Carolus van der Zype en daarna met Joannes Balthazar de Visscher. Franciscus de Norman overleed op 22 december 1605. Zijn echtgenote Joanna de 271 Salaert overleefde hem tot in 1639. Ze stierf dat jaar op 31 oktober . 605. Memorieboek betreffende de onroerende goederen en rentes uit de erfenis van Franciscus de Norman en Joanna (de) Salaert. Z.p. Z.d. Nederlands. Perkamenten kaft. Buiten formaat 1 band 606. Concept van een rekest van Joanna Salaert aan de thesaurier-generaal en de commiezen van Financieën waarin ze de ontvanger-generaal van Zeeland verzoekt de achterstallige uitkeringen van de rente van 55 gulden gehypothekeerd op de domeinen van Zeeland te betalen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Carolus (de) Longin Carolus (de) Longin overleed op 3 mei 1615. Aangezien hij overleed zonder rechtstreekse nakomelingen en een aardig patrimonium en fortuin naliet, verliep zijn erfenisverdeling niet 272 zonder slag of stoot . 607. Stuk uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Roland (de) Longin betreffende de heerlijkheid Schiplaken uit de erfenis van Carolus (de) Longin. Z.p. 1624. Nederlands 1 stuk 271
Nobiliaire, p. 1454-1455. AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 272
88
608. Concept van een erfeniscasus rond de nalatenschap van Carolus (de) Longin. Brussel. 1638. Nederlands 1 stuk 609. Concept van een instructie voor vander Haeghen betreffende de zaken die hij moet afhandelen in verband met de erfenis van Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Joannes de Visscher 610. Register van de rentes en gronden die Joannes Balthazar de Visscher toebehoren uit het sterfhuis van zijn vader Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands. Buiten formaat 1 band *** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
611. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Antwerpen op 5 oktober 1619 waarin de rentes uit de nalatenschap van Joannes de Visscher worden verdeeld onder diens erfgenamen Anna, Joannes Balthazar en Catharina de Visscher, triplex facta voor Jan Balthazar de Visscher. Hemiksem. 1619. Nederlands. Perkament met verdwenen zegels 1 charter 612. Authentieke akte verleden voor de schepenen van de stad Brussel op 10 november 1625 waarin Joannes Balthazar de Visscher bevestigt welke onroerende goederen hem toebehoren uit de erfenis van zijn vader Joannes de Visscher. Brussel. 1625. Nederlands 1 charter 613. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Antwerpen op 31 januari 1626 waarin Juan Mendez Caño in naam van Joannes Balthazar de Visscher aan diens zus Anna de Visscher zijn derde deel en dat van zijn kinderen uit de erfenis van hun vader Joannes de Visscher overdraagt in ruil voor de som van 3261 gulden die de voornoemde Joannes Balthazar de Visscher investeert in de aankoop van een huis op de Veemarkt tegenover het klooster van Jericho in Brussel. Antwerpen. 1626. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 614. Kwitantie van Anthonis Jaspars voor Joannes Balthazar de Visscher over de som van 3 gulden voor het authentiek afschrift van testament van Joannes de Visscher. Z.p. 1632. Nederlands 1 stuk 615. Kwitanties van J. de Hertoghe voor Cornelia de Norman over de betaling van de kosten opgenomen in de specificatie voir de erffgenamen wijlen Jor. Jan de Visschere in sijnen leven schepen der stat Antwerpen. Z.p. 1643. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Joannes Balthazar de Visscher Stukken betreffende het testament van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman 616. Extracten uit het testament van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman verleden voor notaris P. Tserstevens te Brussel op 4 december 1640. Brussel. 1640. Authentiek afschrift. Gent, z.p. 1641, z.d. . Nederlands, Frans 4 stukken
89
617. Attestatie van notaris Schillewaert te Gent waarin hij verklaart het orginele testament van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman, verleden op 4 december 1640 te Brussel, te hebben gezien. Z.p. Z.d. Afschrift. Gent. 1641. Frans 1 stuk
Stukken betreffende de privileges van wijlen Joannes Balthazar de Visscher als commissaris van aanmonstering 618. Appointement op een rekest van Cornelia de Norman voor de thesaurier-generaal en de commiezen van Financiën waarin zij, als weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, verzoekt om de aanstelling van commissarissen om zijn rekeningen te verifiëren en te sluiten opgemaakt in zijn functie van commissaris van monstering. Brussel. 1641. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 619. Beschikkingen van Filips IV voor Cornelia de Norman waarin hij haar Cornelia de Norman de toestemming verleent te genieten van de franchise en vrijstellingen die wijlen haar man Joannes Balthazar de Visscher als commissaris van monstering ontving. Brussel. 1622, 1641, 1644, 1653. Authentiek afschrift. Z.p. 1652. Frans, Nederlands 4 stukken *** Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 182
620. Concept van een rekest van Cornelia de Norman betreffende een beschikking van markies de Castel Rodrigo in naam van Zijne Majesteit uit 1644 op een rekest van waarin ze vraagt om na de dood van haar man Joannes Balthazar de Visscher verder te mogen genieten van de privileges, rechten en emolumenten onder andere van accijnzen en imposten op bier en wijn die Joannes Balthazar de Visscher toekwamen in zijn functie van commissaris van monstering. Z.p. 1652. Nederlands 1 stuk 621. Stuk uit het proces tussen Cornelia de Norman en de pachters en ontvangers van de accijnzen en staten imosten op bier binnen Brussel, vertegenwoordigd door vander Beken. Brussel. 1653. Nederlands 1 stuk 622. Onderhandse akte waarin Jacobus de Norman als voogd van de kinderen van zijn overleden schoonbroer Joannes Balthazar de Visscher en van diens vrouw en zijn zus Cornelia de Norman, meester Adriaen van Tongerloo, procureur voor de wethouders van Antwerpen, machtigt om op te treden bij de afhandeling van de erfenis van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 623. Concepten van rekest voor de thesaurier-generaal en de commiezen van Financiën waarin Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, vraagt de eer, rechten, vrijheden, franchises privileges en emolumenten te mogen behouden die toekwamen aan Joannes Balthazar de Visscher in de hoedanigheid van commissaris van monstering. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands 4 stukken 624. Stukken betreffende de redenen waarom Cornelia de Norman na de dood van haar man Joannes Balthazar de Visscher nog mag genieten van de immuniteiten en privileges die haar man toekwamen in zijn functie van commissaris van monstering. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
90
Willem Benedictus de Visscher Willem Benedictus de Visscher werd op 21 maart 1624 geboren als oudste zoon van Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman. Na de dood van zijn vader in 1640 werd hij 273 heer van Schiplaken. Op 1 februari 1650 werd hij benoemd tot ridder . Hij was licentiaat in de rechten, maar over enige professionele activiteiten, hebben we geen informatie. Wel staat vast dat Willem Benedictus de Visscher functies in en rond de hofhouding ambieerde. Tijdens zijn studies verbleef Willem Benedictus de Visscher in Leuven. Eens hij zijn diploma had behaald, keerde hij terug naar zijn geboortestad Brussel waar hij eerst in de buurt van de 274 Hooivaart/Hooikaai woonde en later op de Graan- of Korenmarkt . 275 Willem Benedictus de Visscher overleed ongehuwd op 3 of 4 augustus 1664 .
Genealogische stukken 625. Uittreksel uit het parochieregister van Sint-Goedele te Brussel met de datum van geboorte en doop en de naam van de ouders, peter en meter van Willem Benedictus de Visscher. Z.p. Z.d. Latijn 1 stuk
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Willem Benedictus de Visscher A. Familie 626. de Visscher, Jacobus Vincentius
Grimbergen
1653
Nederlands
1 stuk
Mechelen
1669
Frans
1 stuk
628. de Backere, Margaretha
Watervliet, Wakken
1656, z.d.
Fr., Ndl.
3 stukken
629. Caño, Catharina
Antwerpen, z.p.
1655, z.d
Fr., Ndl.
2 stukken
Antwerpen, Brussel
1645, 1653
Frans
2 stukken
Antwerpen
1655
Frans
1 stuk
Leuven, z.p.
1657, z.d.
Frans
11 stukken
Jongste broer
627. de Visscher, Joannes Balthazar Oudste broer Verwante276
Nicht en religieuze
630. Caño, Joannes Baptist Neef
631. Caño, Philippus Antonius Neef
632. Cioffi, Catharina Achternicht
273
Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 259-260. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 66. 274 Zijn adres staat op veel van zijn ingekomen brieven. 275 Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 259-260. 276 Margaretha de Backere spreekt Willem Benedictus de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk.
91
633. Cioffi, Gio Battista
Leuven, z.p.
1652, 1654, 1658, z.d.
It., Sp.
8 stukken
Bunghem
1660
Frans
1 stuk
Z.p.
1664, z.d.
Ndl., Fr.
2 stukken
Kaprijke
1653
Nederlands
1 stuk
Paris
1657
Frans
1 stuk
Gent
1656
Nederlands
1 stuk
Gent
Z.d.
Nederlands
1 stuk
640. Primo, Antonio
Grimbergen
1655
Frans
1 stuk
641. Rym, Anna
Z.p.
1654
Nederlands
1 stuk
Mechelen
1660
Nederlands
1 stuk
Antwerpen
1651
Nederlands
2 stukken
Z.p.
1645, z.d.
Nederlands
3 stukken
Z.p.
1659.
Nederlands
1 stuk
646. de Bevere, Isabeau
Syon
1662, 1663
Nederlands
2 stukken
647. Delamote, P.
Gent
1656, 1657, 1659
Nederlands
4 stukken
648. de l’Escaille, Antonius
Geldenaken
1641
Frans
1 stuk
649. Eyermans, Pl.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
650. van Goorp, Pr.
Hever
1655
Nederlands
1 stuk
651. van Guutpeene, Quintijne
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Achterneef
634. de Dongelberghe, J. Verwante
635. de l’Espinoy, Maria Verwante
636. Hauweel
277
Verwant
637. (de) Longin, G. Verwant
638. de Norman, Catharina Tante
639. de Norman, Ignatius Neef Verwant278
Verwante
642. Fernadez de Velasco, Marianna Verwante
279
643. de Visscher, Anna Tante
644. de Visscher, Catharina Tante
B. Zakelijke correspondenten 645. Ximenz d’Aragon, Joanna Doña
Rentmeester-ontvanger van Geldenaken
277
Hauwel spreekt Willem Benedictus de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. Antonio Primo spreekt Willem Benedictus de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 279 Marianna de Velasco spreekt Willem Benedictus de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 278
92
652. de Haneskercke, Eugien Albert
Brugge
1652
Frans
2 stukken
653. Hertoghe
Brussel
1651
Nederlands
1 stuk
654. Hofstadt
Mechelen
1655
Nederlands
1 stuk
655. de Honde(r)ghem, François
Ieper
1660
Nederlands
1 stuk
656. Verreycken, M.T.
Gent
1658, 1659
Frans
5 stukken
657. de Villegas, P.M.
Onleesbaar
1652
Nederlands
1 stuk
658. van Wese(n)mael, Lau(we)reyns
Bornem , z.p.
1655-1657, z.d.
Nederlands
5 stukken
659. Wispe de Gante, Anth.
Gent
1655
Spaans
1 stuk
660. Onbekende afzender
Gent
1655
Nederlands
1 stuk
Geestelijke
Pachter in de Polder van Weert
Concepten van uitgaande brieven van Willem Benedictus de Visscher A. Familie 661. de Backere, Margaretha Verwant
Schiplaken, Brussel
1656, 1657, 1659
Nederlands
6 stukken
1645
Nederlands
1 stuk
B. Zakelijke correspondenten 662. Janssens, Jan
Z.p.
Met antwoordbrief van Jan de Clerck, waard in Brussel.
663. vanden Haute
Brussel , z.p.
1648, 1656, z.d.
Nederlands
3 stukken
664. Onbekende bestemmeling
Brussel
1641
Fr., Ndl.
2 stukken
Stukken betreffende openbare functies 665. Paspoorten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden die vrije doorgang verlenen aan Willem Benedictus de Visscher om zich gedurende zes maanden te voet, te paard, te land en te water te verplaatsen in neutraal en vijandig gebied. ’s Gravenshage. 1643-1645. Nederlands. Voorgedrukt met zegels. Buiten formaat 3 stukken 666. Verlaring van goed gedrag van het aartsbisdom Mechelen voor Willem Benedictus de Visscher. Brussel. 1654. Latijn. Perkament met zegel 1 charter 667. Akte waarin de pastoor van de Brusselse Sint-Catharinaparochie bevestigt dat Willem Benedictus van onberispelijk gedrag getuigt. Brussel. 1654. Latijn 1 stuk 668. Aanbevelingsbrieven om Willem Benedictus de Visscher voor te dragen voor een functie in de Rekenkamer van Brabant. Z.p. Z.d. Spaans 2 stukken
93
669. Aanbevelingsbrief om Willem Benedictus de Visscher voor te dragen voor de functie van commissaris van aanmonstering. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 670. Aanbevelingsbrief om Willem Benedictus de Visscher voor te dragen voor de functie van ayde de chambre aan het hof. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 671. Aanbevelingsbrief om Willem Benedictus de Visscher voor te dragen voor een niet nader bepaalde openbare functie. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende de persoonlijke vorming 672. Verslag van de bedenkingen van kardinaal Mazarin bij het beleg van Kamerrijk met een beschrijving van de triomfboog die hij er wou oprichten. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk Met concept van een rekest van Cornelia de Norman waarin ze verzoekt de achterstallige uitkeringen van een rente in Zeeland van jaarlijks 44 gulden uit te keren.
Stukken betreffende het vermogensbeheer *** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
673. Authentieke akte verleden voor notaris van Velder op 21 juni 1652 te Antwerpen waarin Cornelia de Norman en Joannes Balthazar de Visscher de Celles respectievelijk haar zoon en zijn broer Willem Benedictus de Visscher machtigen om het beheer te voeren van de huizen in de SintRochusstraat in Antwerpen, de goederen in Geldenaken en de goederen en lenen in Bornem gelegen in de polder van Weert die hen voor de helft tobehoren en voor de andere helft eigendom zijn van Anna de Visscher en haar kinderen. Antwerpen. 1652. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende Willem Benedictus als toeverlaat van Margaretha de Backere Margaretha de Backere was gehuwd met Nicolaas de la Tour. Na het overlijden van haar man leed ze een zeer godvruchtig leven en verrichte ze een aantal mirakels waardoor men haar heilig wilde laten verklaren. Ze overleed in 1658. Van Margaratha de Backere bleef er een aanzienlijke hoeveelheid briefwisseling bewaard die apart beschreven staat onder Margaretha de Backere en Nicolaas de la Tour als 280 afzonderlijke archiefvormers . 674. Instructie tot attestatie op verzoek van Willem Benedictus de Visscher om voor een notaris van een getuige het verhaal op te tekenen betreffende de miraculeuze genezing van een man door Margaretha de Backere, weduwe van Nicolaas de la Tour. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 280
94
Zie volume I, vanaf p. 152.
Willem Benedictus de Visscher en/of Joannes Balthazar de Visscher de Celles Bij een aantal ingekomen brieven bleek niet altijd duidelijk wie van de twee broers de bestemmeling was. Noch de datering, noch de aanspreking, noch de afzenders, noch andere elementen gaven immers afdoende uitsluitsel om de ingekomen brieven enkel aan Willem Benedictus of Joannes Balthazar de Visscher toe te wijzen. Vandaar dat het verstandelijker leek ze onder een gezamenlijke noemer voor hun beiden te plaatsen. Twee brieven van Anna de Visscher zijn gericht aan haar beide neven Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher. Er werd geopteerd om deze onder een gezamenlijke noemer te zetten en niet te mengen onder de brieven van Anna de Visscher die ze aan hen persoonlijk had gestuurd.
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven gericht aan Willem Benedictus de Visscher en aan Joannes Balthazar de Visscher de Celles Familie 675. de Visscher, Anna
Antwerpen
1651
Nederlands
1 stuk
Tante
Ingekomen brieven gericht aan Willem Benedictus de Visscher of aan Joannes Balthazar de Visscher de Celles A. Familie 676. Verhoven, H.
Z.p.
1655
Nederlands
1 stuk
677. de Vos, Jacqueline C.
Aalst
1655
Nederlands
1 stuk
678. Onbekende afzender
Brussel
1643
Frans
1 stuk
Verwant Verwante281
Verwante
B. Zakelijke correspondenten 679. Adriaenssens, Anna
Gent
1658
Nederlands
1 stuk
680. Balderrama
Brussel
1664
Frans
1 stuk
681. de Bief, Thomas
Oudenaarde
1664
Nederlands
1 stuk
682. de Brimes, Charles
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
683. Buvet, Fr. Hen.
Antwerpen
1654
Frans
1 stuk
684. Coninck
Humbeke
1652
Nederlands
1 stuk
685. de Coudenbourg, A.M.
Luik
1652
Frans
1 stuk
281
De familiale band tussen Jacqueline De Vos en Willem Benedictus of Joannes Balthazar de Visscher is onduidelijk, alhoewel zij een van hen beiden aanspreekt met neef.
95
686. Crolins
Mechelen
1652
Frans
1 stuk
687. vander Dilft, Jenne
Z.p.
1657
Nederlands
1 stuk
688. vanden Dendere, J.
Z.p.
1648
Nederlands
1 stuk
689. Finia, F.
Kortrijk
1656
Frans
1 stuk
690. de Goor, G.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
691. Ghertjans, P. Laurens
Leuven
1655
Nederlands
1 stuk
692. Heytmers, Guil.
Hasselt
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Vilvoorde
1664
Latijn
1 stuk
694. Rogghe, Godef.
Leuven
1648, 1664
Nederlands
2 stukken
695. Stalins, Gillis
Ieper
1647
Fr., Ndl.
2 stukken
696. Tourtois
Leuven
1653
Nederlands
1 stuk
697. Wens, G.
Moskou, z.p.
1641, 1643
Lat., Fr.
2 stukken
698. Wijngaerde
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
699. Uuytter Hoeven, G.
Brussel
1651, 1654
Nederlands
2 stukken
700. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
282
693. Troingne
Pastoor van Bousval
Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies Joannes Balthazar de Visscher zag op 11 maart 1626 het levenslicht als tweede zoon van Joannes Balthazar de Visscher (senior) en Cornelia de Norman. Hij was heer van Montiseaux en na de dood van zijn broer Willem Benedictus verkreeg hij de titel van heer van Schiplaken. Karel II benoemde Joannes Balthazar de Visscher in een patentbrief van 1 september 1686 tot baron van Celles. Zo verkreeg Joannes Balthazar de Visscher de baronie Celles-sur-Piéton 283 die behoorde tot de meierij van ’s Hertogenbosch . Net als zijn oudere broer Willem Benedictus de Visscher ging hij naar Leuven om er 284 rechten te studeren. Hij behaalde zijn diploma in oktober 1646 . Joannes Balthazar de Visscher de Celles was schepen en burgemeester van Brussel in 1678, 1679, 1680, 1692 en 1693. Hij bekleedde ook de functie van thesaurier in diezelfde 285 stad. Nog later werd hij superintendant van de scheepvaart .
282
Een latere hand heeft aangetekend dat de brief gericht was aan de heer van Schiplaken, op dat ogenblik Willem Benedictus de Visscher. Dit valt echter niet te achterhalen uit de inhoud van de brief. 283 Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 284 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 1072. 285 Nobiliaire, p. 844-845, 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261.
96
Op 25 november 1662 huwde Joannes Balthazar de Visscher de Celles met Catharina Margaretha de Gottignies, dochter van Augustinus de Gottignies en Margaretha Verreycken. Ze kregen samen acht kinderen: Willem Lodewijk, Catharina Francisca, Carolus Ignatius, Joannes Balthazar, Nicolaas Philippus, Lodewijk Josephus, Maria Margaretha en Maria 286 Philippa. Het gezin woonde op Graan- of Korenmarkt te Brussel . Catharina Margaretha de Gottignies overleed op 4 december 1690. Joannes 287 Balthazar de Visscher stierf bijna vier jaar later, op 18 oktober 1694 .
Genealogische stukken Stukken betreffende de genealogie van de familie de Visscher 701. Aantekeningen betreffende een edelman uit het geslacht de Visscher. Z.p. Z.d. Latijn, Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de genealogie van de familie de Gottignies 702. Genealogische aantekeningen betreffende roemrijke telgen uit het geslacht de Gottignies, met name de afstammelingen van Gillis de Gottignies, waaronder Cornelis de Gottignies en zijn oudere broer. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Joannes Balthazar de Visscher de Celles A. Familie 703. de Gottignies, Catharina Margaretha
Brussel, Schiplaken
1664, 1666
Frans
3 stukken
Brussel, Schiplaken, z.p., Elewijt
1653, 1655, 1664, z.d.
Ndl., Fr.
16 stukken
705. Alvarador, F.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
706. Baelde, Ghislenus
Gent
1663, 1664, 1666, 1670, 1678, z.d.
Ndl., Fr.
7 stukken
GrootBijgaarden
1655, z.d.
Frans
2 stukken
Echtgenote
704. de Visscher, Willem Benedictus Broer
Verwant288
Aangetrouwde neef
707. Baltin, A.
Verwant289
286
Het adres staat op veel van de ingekomen brieven. Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261. 288 F. Alvarador spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 289 Baltin spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 287
97
708. Baltin, J.M.
Brugge
1655
Frans
1 stuk
709. de Berch de Hundelghem, L.L.
Z.p.
Z.d.
Fr.
1 stuk
Brugge
1661, 1665, 1666, z.p.
Frans
4 stukken
Brugge
1667
Frans
1 stuk
712. de Branand, J.P.
Brussel
1667
Frans
1 stuk
713. Caño, Joanna
Mechelen
1671
Frans
1 stuk
Brussel, z.p.
1646, 1654
Frans
2 stukken
Antwerpen
1646
Spaans
1 stuk
Antwerpen
1661, 1664
Frans
2 stukken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
4 stukken
Casselle
1664, 1665
Frans
2 stukken
Z.p.
Z.p.
Frans
1 stuk
Brussel
1665-1667
Frans
5 stukken
Z.p.
1670
Frans
1 stuk
Rome
1656, 1663, 1665-1667, 1677, 1778
Nederlands
9 stukken
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Ampde
1664
Frans
1 stuk
Z.p.
1664-1667, z.d.
Frans
5 stukken
Z.p.
Z.p.
Nederlands
1 stuk
Verwant290
Verwant
710. de Berch de Plancques, J. Verwant
711. de Berch de Plancques, J. Verwant Verwant291
Nicht, religieuze
714. Caño, Joannes Baptist Neef
715. Gomez Caño, Juan Oom
716. Caño, Philippus Augustinus Neef
717. Cioffi, Catharina Achternicht
718. de l’Espinoy, Maria Achternicht
719. de l’Espinoy, Philippe Achterneef
720. de Gottignies Schoonbroer
721. de Gottignies Schoonbroer
722. de Gottignies, Aegidius Franciscus Schoonbroer, geestelijke
723. de Gottignies, C. Schoonbroer
724. de Gottignies, Ignatius Schoonbroer
725. de Gottignies, Joannes Baptist Schoonbroer
726. de Gottignies, Louisa Paula Schoonzus
290 291
98
J.M. Baltin spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. J.B. de Branard spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk.
727. de Gottignies, Nicolaas Servatius
Brussel
1666, 1676
Frans
4 stukken
Gent
1664
Frans
1 stuk
729. de Gruysperre Baron
Dendermonde 1667
Frans
1 stuk
730. de Gruysperre, Maria Theresia
Den Bosch
1666
Frans
1 stuk
731. Helmont, O.C.V.
Z.p.
1677
Nederlands
2 stukken
732. van der Laen, H.
Mechelen
1664
Frans
1 stuk
Z.p.
1664
Frans
1 stuk
Ename
1665, 1678
Frans
2 stukken
Leuven
1648
Frans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Gent
1659, 16641667, 1676, z.d.
Nederlands
14 stukken
Gent
1665, 1673
Nederlands
3 stukken
Gent
1646
Frans
1 stuk
Grimbergen
1650
Frans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Schoonbroer
728. de Gruut(he)ere, Anna Aangetrouwde nicht
Verwant292
Verwante293 Verwant294
Verwant
733. (de) Longin Verwant
734. (de) Longin
Verwant, provoost van de abdij van Ename
735. (de) Longin, C. Achterneef
736. de Norman, Adriana Nicht en religieuze
737. de Norman, Adriana en Joanna Nichten, religieuzen
738. de Norman, Catharina Tante
739. de Norman, Gillis Neef
740. de Norman, Jacobus Oom 295
741. Primo, Antonio Verwant
742. de Steenhuys, M.C. Aangetrouwde nicht
292
Baron de Gruysperre spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 293 Maria de Gruysperre staat geordend onder de familiale briefwisseling omdat ook baron de Gruysperre daaronder geordend staat, alhoewel de familiale band met Joannes Balthazar de Visscher niet duidelijk is, maar zoals hierboven reeds vermeld, spreekt baron de Gruysperre spreekt hem aan met neef. 294 O.C.V. Helmont spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 295 Antonio Primo was de echtgenoot van Marianna de Velasco. De familiale link tussen de families de Visscher en de Velasco is niet duidelijk hoewel ze elkaar met neef en nicht aanspreken.
99
743. Stoppelaere, P.F.
Mechelen
1679
Nederlands
1 stuk
744. Taye, L.
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
745. Triest Raveschoot, Charles Albert
Melle
1664, 1665
Frans
2 stukken
Z.p., Grimbergen
1655-1657, 1663, 1664
Latijn
5 stukken
Gent, z.p.
1664, 1665, 1667-1669, 1671, 16761678
Nederlands
18 stukken
Mechelen, Steenbergen, z.p.
1659-1668, z.d.
Frans
132 stukken
Brussel
1665, 16771679, z.d.
Fr., Ndl.
5 stukken
Onleesbaar
1666
Frans
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Leuven
1664-1667
Frans
6 stukken
753. de Saint-Victor, Ferd.
Leuven
1655
Frans
1 stuk
754. de Visscher, Anna
Antwerpen
1652
Nederlands
1 stuk
Z.p.
1645-1647, z.p.
Nederlands
16 stukken
Hundelghem
1673
Nederlands
1 stuk
Geraardsbergen
1673
Nederlands
1 stuk
Geraardsbergen
1677
Frans
1 stuk
Aangetrouwde achterneef Verwant296
Aangetrouwde neef
746. Fernadez de Velasco, Carolus Verwant, abt van de abdij van Grimbergen
747. Fernandez de Velaso, Franciscus Verwant, geestelijke in de abdij van Baudelo
748. de Velasco, Marianna Verwante
749. Verreycken Verwant
750. Verreycken, B.M. Verwante
751. Verreycken, M.T. Verwante
752. Verreycken, Philippa Tante Verwant297
Tante
755. de Visscher, Catharina Tante
756. de Waesberghe de Hundelghem, Fl. Achterneef
757. de Waesberghe de Hundelghem Achterneef
758. de Waesberghe de Hundelghem Achterneef
296
L. Taye spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. Ferd. De Saint-Victor spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 297
100
759. de Waesberghe de Hundelghem, H.
Gent
1683
Frans
1 stuk
Gent, Geraardsbergen
1647, 1655 1664-1666
Fr., Ndl.
4 stukken
Gent
1665, 1666
Nederlands
3 stukken
Achterneef
760. de Waesberghe, Gilles Aangetrouwde neef
761. Ysebrant, P.
Verwant298, heer van Rielant
B. Zakelijke correspondenten 762. vanden Ader, Mattheus Pauwels
Leuven
1664
Nederlands
1 stuk
763. Aenne, Maria Theresia
Brussel
1664
Nederlands
1 stuk
764. de Aguilera, Theresa
Z.p.
1676
Frans
1 stuk
765. de Aquena, Gavino
Z.p.
1665
Spaans
1 stuk
766. d’Armstorff
Z.p., Etterbeek Z.d.
Frans
2 stukken
767. van Bachel, Cornelia
Antwerpen
1675-1678
Nederlands
20 stukken
768. Balban
Castregat
1676
Frans
1 stuk
769. Barbier, Michel
Nijvel
1653
Frans
1 stuk
770. de Barlin
Brussel
1678
Frans
1 stuk
771. Barin
Brussel
1679
Frans
2 stukken
772. van Beselaer, Petrus
Antwerpen
1678
Nederlands
1 stuk
773. de Beaupré
Maubeuge
1668
Frans
1 stuk
774. van Beughem, H.
Z.p.
1673
Nederlands
1 stuk
775. de Bie
Brussel
1667
Frans
1 stuk
776. Binderlincx, W.L.
Z.p.
1679
Frans
1 stuk
777. Bisschop, M.D.
Asse
1668-1669, 1676
Nederlands
8 stukken
778. Bleckmans, Daniël en Eliaerts, J.M.
Antwerpen
1689
Nederlands
1 stuk
779. de Blitterswijck, G.
Mechelen
1666
Frans
1 stuk
780. Boccabella Steenwerve
Brussel
1667
Frans
1 stuk
Religieuze
Burggraaf
Baron
298
P. Ysebrandt spreekt Joannes Balthazar de Visscher met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk.
101
781. vanden Bossche, Henricus
Hever
1667
Nederlands
1 stuk
782. de Brechy, P.
Tervuren
Z.d.
Frans
1 stuk
783. Bruneau, J.
Z.p.
1680
Nederlands
1 stuk
784. Bureau, Fr.
Z.p.
1664
Frans
1 stuk
785. van Calster, Jan
Z.p.
1677
Nederlands
1 stuk
786. vanden Cap, Joannes
Gent
1676
Nederlands
1 stuk
787. van Cattenbroeck, Henric
Brussel
1665
Nederlands
1 stuk
788. Christo
Antwerpen
1664
Frans
1 stuk
789. Clement, N.
Nijvel
1653
Frans
1 stuk
790. Cocq
Z.p.
1664
Nederlands
1 stuk
791. Coemans, B.
Gent
1676
Frans
1 stuk
792. Columbanus
Mechelen
1678
Nederlands
1 stuk
793. Cooll, Guilielmus
Mechelen
1670
Nederlands
1 stuk
794. Coubast, P.
Antwerpen
1683
Nederlands
1 stuk
Pastoor van Hever
Priester
Rector van de jezuïeten in Antwerpen
795. Courol
Brussel
1679, 1680, 1683
Frans
3 stukken
796. van Craye, T. Maria
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
797. Crom, Claudine
Z.p.
1667
Frans
1 stuk
798. de Cruycquembourg
Berchem
1666
Frans
1 stuk
799. Delamotte, G.
Mechelen
1661
Frans
1 stuk
800. Delamotte, P.A.
Gent
1652, 1653, 1655
Nederlands
3 stukken
801. Ditte
Ittre
1666
Frans
1 stuk
802. Dubois, Nicolaus
Leuven
1645
Latijn
1 stuk
803. d’ Egmont
Z.p.
1666
Frans
1 stuk
804. van Elsacker, Petrus
Mechelen
1669
Nederlands
1 stuk
805. Elseners, Ant.
Mechelen
1669, 1680
Nederlands
2 stukken
806. van Ertborn
Mechelen
1677
Nederlands
1 stuk
807. de l’Espinne, Pierre
Pont à Celles
1664
Frans
1 stuk
Graaf
Graaf
102
808. vanden Eynde, Francis
Mechelen
1665
Nederlands
1 stuk
809. de Farvacques, G.B.
Brussel
1677
Frans
1 stuk
810. Farez
Z.p.
1664
Frans
1 stuk
811. Feermans
Willebroek
1683, 1684
Nederlands
2 stukken
Brussel
1679
Frans
1 stuk
813. vander Flom
Utrecht
1663-1665
Nederlands
8 stukken
814. Fregregoiy
Z.p.
1675
Frans
1 stuk
815. du Fresne
Brussel
1666
Frans
1 stuk
816. de Fourmisa, Miguel
Brussel
1679
Spaans
1 stuk
817. Fursude de M., Ant.
Brussel , Brugge
1665
Fr., Sp.
2 stukken
818. Gillian, Theodoir
Geldenaken
1666
Frans
1 stuk
819. Gheys, J.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
820. de Ghruse, Maria
Gent
Z.d.
Nederlands
8 stukken
821. Goding, Jac. Fran.
Z.p.
1678
Frans
1 stuk
822. Goemol
Z.p.
1664
Nederlands
1 stuk
823. Goenaerts, Cornelis
Z.p.
Z.p.
Frans
1 stuk
824. Goossens
Mechelen
1670
Nederlands
2 stukken
Z.p.
1683
Nederlands
1 stuk
826. van Gorle, Sebastian
Brussel
1664, 1665
Fr., Lat.
3 stukken
827. van Grave
Leuven
1679
Frans
2 stukken
*** van Guutpeene, Quintijne
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Bornem
1677
Nederlands
2 stukken
Kortrijk, Sint- 1665-1667, Winnoksz.d. Bergen, Brugge, Rijsel, z.p.
Frans
8 stukken
830. vanden Hecke
Brussel
1666
Nederlands
2 stukken
831. Henricx, Pr.
Brussel
1656
Nederlands
1 stuk
Pastoor van Willebroek
812. de Fierlant Kanselier van Brabant
Klerk van L. Spillebondt
825. Goris, Bartholomeus Pastoor van Willebroek
Bewaard onder nr. 651
828. de Haene, Jan Dijkgraaf
829. Haynin Baron de Rechem
103
832. de Hertoghe, Carolus
Antwerpen
1652, 1656, 1664-1667, 1669, 1678
Nederlands
21 stukken
833. de Herzelles, M.
GrootBijgaarden
1676
Frans
1 stuk
834. Hollander
Grimbergen
1664
Latijn
1 stuk
835. Hoochmans, Jan
Hever
1664, 1679
Nederlands
2 stukken
836. van Houwenborch, Jan
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
837. Houyel
Brussel
1670
Frans
1 stuk
838. Humijne
Brussel
1664
Frans
2 stukken
839. Janssens, Cornelius
Antwerpen
1683-1685
Nederlands
5 stukken
840. Jensma, Remigius
Brussel
1687
Nederlands
1 stuk
841. Juan, Mig.
Crayenhove
1684
Frans
1 stuk
842. ’t Kint, Joos
Z.p.
1684
Nederlands
1 stuk
843. Klingsporn, W.S.V.
Z.p.
1683
Nederlands
1 stuk
844. de Lamoral, A.
Z.p.
1679
Frans
1 stuk
845. de Lannoy
Boortmeerbeek
1664
Frans
1 stuk
846. vanden Leene, Joseph
Brussel
1673
Frans
1 stuk
847. Liedermans
Brussel
1656
Frans
1 stuk
848. van Lier, Joos
Schiplaken
1665
Nederlands
1 stuk
849. de Louvain, F. Louijs
Z .p.
1655
Frans
1 stuk
850. Mannaerts, Peeter
Schiplaken, Elewijt
1667, 1671, 1673, 16761679
Nederlands
44 stukken
851. Marlaye, Simon
Pont-à-Celles
1665
Frans
1 stuk
852. de Marselaer, G.F.
Brussel
1673
Frans
1 stuk
853. van Mechelen, Clara Felix
Brussel, z.p.
1666, z.d.
Nederlands
3 stukken
Brussel, z.p.
1667, 1683, 1684
Nederlands
5 stukken
855. Mesliens, Cornelis
Leuven
1677
Nederlands
1 stuk
856. de Mey, J.
Gent
1666
Nederlands
1 stuk
Religieuze in Groot-Bijgaarden
Raadsheer van Karel II
Kapucinesse
854. Mercx, M.G. Ingenieur en architect van Karel II
Priorin
104
857. de Meyrode de Liedermands, Hier. Alb.
Brugge
1673
Frans
1 stuk
858. Mocquet
Mechelen
1677
Frans
1 stuk
859. de Neck, Benedictus
Gent
1678, 1679
Nederlands
3 stukken
Hever
1679
Nederlands
1 stuk
861. van Nuvele, A.
Brussel
1678
Nederlands
1 stuk
862. Ochezin
Geldenaken
1677
Frans
1 stuk
863. van Ome, Ph.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
864. van Onchem, Joanna
Z.p.
1667
Nederlands
1 stuk
865. van Onchem, Maria
Z.p.
Z.d.
Nederlands
2 stukken
866. van Oostenrijck, M.
Mechelen
1669
Nederlands
2 stukken
867. d’Oiseau, Andries
Z.p.
1666
Nederlands
1 stuk
868. de Pape, L.
Z.p.
1678
Frans
1 stuk
869. de Pape, Libertus
Brussel
1671, z.d.
Latijn
2 stukken
870. Parda, N.N.
Bouval
1680
Frans
1 stuk
871. de Paris, Ph.
Antwerpen
1674
Frans
1 stuk
872. van Paesschen, F.
Mechelen
1656, 1657
Nederlands
3 stukken
873. de Passifenze, Angela
Antwerpen
1684
Frans
1 stuk
874. Pattheel, Jacques
Gent, z.p.
1664, z.d.
Nederlands
2 stukken
875. de Saint-Pierre
Brussel
1678
Frans
1 stuk
Z.p.
1663
Frans
1 stuk
877. de Prado, Juan Silverio
Brussel
1681
Spaans
1 stuk
878. de Preer, Joannes
Munster
1668
Nederlands
1 stuk
879. Proost, H.
Z.p.
1666
Nederlands
1 stuk
880. van Putte, Au.
Gent, z.p.
1666
Nederlands
4 stukken
Z.p.
1665
Nederlands
1 stuk
Provoost van Brugge
Religieus in Baudeloo
860. Noels, T.B. Pastoor van Hever
Religieuze
Pastoor van Bouval
Doña
Graaf
876. de Portugal, Ferdinand Alexandre Don
Rector in Galilea
881. Raessens, Everaert
105
882. de Remise
Bousval
1673
Frans
1 stuk
883. Resevers, Ant.
Mechelen
1676
Nederlands
1 stuk
884. Resnata, Jacobus
Brussel
1679
Nederlands
1 stuk
885. de Robiano, B.
Brussel
1664
Frans
1 stuk
886. de la Rocq, Franciscus
Pont-à-Celles
1677
Latijn
1 stuk
Z.p.
1678
Nederlands
2 stukken
Abt van Tongerlo
Pastoor Pont-à-Celles
887. van Rommelspach, Theo.
Pastoor van Sint-Finisterrae in Brussel
888. Roucx
Mechelen, z.p. 1669-1670
Nederlands
10 stukken
889. de Ruddere, Cornelius
Brussel
1666
Nederlands
1 stuk
890. du Ry, Em.
Brussel, z.p.
1656, z.d.
Nederlands
2 stukken
891. de Rycquewaert, Ph.
Brussel
1666
Frans
1 stuk
892. Sanchez, Gil
Oostende
1676
Spaans
1 stuk
893. vander Schaeren
Mechelen
1679
Nederlands
1 stuk
894. Schepenen van de Keure en de Raad van Gent
Gent
1664
Nederlands
1 stuk
895. Schockaert, Guil.
Gent, z.p.
1676
Nederlands
6 stukken
896. Schrijvers, Joannes
Antwerpen
1683
Nederlands
1 stuk
897. Segers, B.
Z.p.
1664, 1666
Lat., Ndl.
4 stukken
Pont-à-Celles
1665, 1667, 1679
Frans
4 stukken
Jezuïet
Pastoor van Celles
898. Semal Majoor van Celles
899. Sillevoorts, W.
Mechelen, z.p. 1666, 1669
Nederlands
3 stukken
900. Spillebondt, L.
Mechelen
1670
Fr., Ndl.
2 stukken
901. Stalins, Gillis Ferdinand
Kortrijk, Gent
1666, 1668
Frans
3 stukken
902. Terro, Petrus
Brussel
1666
Nederlands
1 stuk
903. Thomas, G.
Dilbeek
1675, 1679
Frans
2 stukken
904. Tichon
Vilers, Brussel 1666
Frans
2 stukken
905. Tirimont
Brussel
1680
Frans
1 stuk
906. de Valckenisse
Antwerpen
1673, 1677, 1678
Frans
3 stukken
907. Vandalen, J.B.
Mechelen
1677
Frans
1 stuk
106
908. de Venise, Jacques
Geldenaken
1664, 1667, 1668
Frans
3 stukken
Hever
1679
Nederlands
1 stuk
910. Verschaffel, Jacobus
Z.p., Gent
1678, 1679
Nederlands
2 stukken
911. Verschaffel, Janneken
Gent
1662-1667, 1669, z.d.
Nederlands
9 stukken
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
913. de la Viesuille
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
914. van de Vijvere, Elisabeth
Gent, Oudenaarde, z.p.
1659, 16641668, 1673, 1676-1679, z.d.
Nederlands
48 stukken
915. de Vilers, G.
Brussel, Vilers 1664, 1666
Frans
4 stukken
916. de Villegas d’Hoogvorst, D.P.M.
Brussel
1665
Nederlands
1 stuk
917. de Vlamen
Brussel
1677
Frans
1 stuk
918. Voorspoel, Jan
Mechelen
1664, 1665
Nederlands
3 stukken
919. de Vos, Franciscus
Antwerpen
Z.d.
Nederlands
1 stuk
920. de Vray, E.
Brussel
1683, 1684
Frans
2 stukken
921. Vrints
Waver
1679
Frans
1 stuk
922. de Waelhem
Mechelen
1657, 1660, 1661, 1666
Nederlands
5 stukken
923. Woultre
Geldenaken
1666
Frans
1 stuk
924. vande Wouwere, P.G.
Z.p.
1674
Nederlands
1 stuk
925. de Wreede, Marianna
Z.p.
1655, 1656
Nederlands
3 stukken
926. Onleesbare afzender
Brussel
1664
Frans
1 stuk
927. Onbekende afzender
Evere
1667
Frans
1 stuk
928. Onbekende afzender
Brussel
1679
Frans
1 stuk
929. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
930. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
931. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Rentmeester en schepen van Geldenaken
909. Verhaegen, Dierick Kleermaker
Religieuze
912. Vertin Graaf
Weduwe van D. Crabbe
107
Concepten van uitgaande brieven van Joannes Balthazar de Visscher de Celles A. Familie 932. de Visscher, [Willem Benedictus]
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brussel
1675
Nederlands
1 stuk
Broer
933. de Waesberghe
Neef en burgemeester van Geraardsbergen
934. Onbekende neef
Schiplaken
1669
Nederlands
1 stuk
935. Onbekende neef
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
936. Onbekende bestemmeling
Brussel
1669
Nederlands
1 stuk
937. Onbekende bestemmeling
Brussel
1669
Nederlands
1 stuk
B. Zakelijke correspondent
Ingekomen brieven van Catharina Margaretha de Gottignies A. Familie 938. de Gottignies, Louisa Paula
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Mechelen
Z.d.
Frans
2 stukken
Mechelen
1665
Frans
1 stuk
Zus
939. de Gottignies, L. Nicht
940. de Velasco, Marianna Verwante299
B. Zakelijke correspondenten 941. Bisschop, M.D.
Asse
1661
Nederlands
1 stuk
942. van Outere, Christophorus
Ninove
1664
Latijn
1 stuk
943. van de Vijvere, Elisabeth
Gent
1665
Nederlands
1 stuk
1664
Nederlands
1 stuk
Gezamenlijk ingekomen brieven 944. Verschaffel, Janneken Religieuze
299
Gent
Mariana de Velasco spreekt Catharina Margaretha de Gottignies met nicht aan, maar de familiale band met de familie de Visscher is niet duidelijk.
108
Stukken betreffende openbare functies van Joannes Balthazar de Visscher de Celles 945. Brief van Hendrick Tacx aan van Couwenberghe betreffende het proces tussen Hannibal Boulzello en Basilio de Crassis. Brussel. 1654. Nederlands 1 stuk 946. Instructie van de wethouders van de stad Brussel waarin Joannes Balthazar de Visscher de Celles, oud-schepen van Brussel, wordt geboden elke dag toezicht te houden aan de Anderlechtse Poort en geregeld daarvan verslag uit te brengen. Z.p. 1658. Nederlands 1 stuk 947. Latijn
Memorie van Aegidius Fredericus de Marselaer uit 1659 betreffende overlijdens. Z.p. 1659. 1 stuk
948. Concept van een aanbevelingsbrief voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher als schepen van de stad Antwerpen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 949. Memorie betreffende het genot van accijnzen van de stad Brussel. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 950. Lijst met namen verbonden aan Steenweeghs, Sleeuws, Tserhuyghs, Roodenbeke, Caudenberghs, Sweerts en Tserroeloffs. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende Joannes Balthazar de Visscher de Celles als schepen, burgemeester en thesaurier van Brussel Joannes Balthazar de Visscher was schepen en burgemeester van Brussel in 1678, 1679, 300 1680, 1692 en 1693. Hij bekleedde er ook de functie van thesaurier . 951. Aanbevelingsbrieven van Willem Benedictus de Visscher waarin hij zijn broer Joannes Balthazar de Visscher voordraagt als schepen bij de volgende vernieuwing van het stadsmagistraat in Brussel. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken 952. Aanbevelingsbrieven voor de voordracht van Joannes Balthazar de Visscher de Celles als schepen bij de volgende hernieuwing van het stadsmagistraat in Brussel. Z.p. Z.d. Frans 4 stukken 953. Stukken betreffende het sterfhuis van Hiëronymus van Hamme. Z.p. 1624, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken Zie brieven Theo van Rommelspach, Theo., pastoor van Sint-Finisterrae in Brussel, bewaard onder nr. 887
954. Bevelschrift van van Reest in naam van de wethouders van Brussel voor Albert Malcand en Joannes Balthazar de Visscher, beide schepenen van Brussel, om ’s anderendaags een huiszoeking te doen bij Cornelis Gajkuys om de personen in diens huis te controleren. Z.p. 1656. Nederlands 1 stuk 955. Rekest van het broederschap Sint-Elooi aan de wethouders van Brussel waarin het vraagt over te gaan tot het sluiten van de rekening. Z.p. 1656. Nederlands 1 stuk 300
Nobiliaire, p. 2030-2031. Annuaire 1872, p. 260-261.
109
956. Brief van P. van Marselaer Nederlands
301
aan de schepenen en burgemeester van Brussel. Perk. 1666. 1 stuk
957. Bevelschrift voor Vilers, kapelmeester van de kapel van Onze-Lieve-Vrouwe van Bijstand, om het ophalen van aalmoezen op buitengewone dagen te verhinderen. Z.p. 1673. Nederlands 1 stuk 958. Brief van de graaf van Egmont aan de magistraten van Brussel waarin hij vraagt om de religieuzen van de visitatie van Sint-Maria het vruchtgebruik van huis van de prinses van Chimay te laten genieten. Brussel. 1673. Frans 1 stuk 959. Afschrift van de brief van Alexander de Bailencourt Courcol , intendant in het departement van Brabant, aan de Valicourt, intendant van Frankrijk te Ath. Brussel. 1676. Frans. Gedrukt 2 stukken 960. Verklaring van A. Busleyden waarin de deurwaarders van het Geesthuis van de Kapel de toestemming verlenen aan de commisarissen, toonders van het biljet. Z.p. 1677. Nederlands 1 stuk 961. Rekest van Barbier voor Zijne Majesteit waarin hij verzoekt om Anna Schreeuw net als haar man Passchier Hemmet, koetsier van de staats- en oorlogsecretaris Miguel de Harriette, vrij te stellen van de 50 gulden die ze beiden verplicht zijn te betalen als burger van Brussel aan het stadsmagistraat. Z.p. Z.d. Frans, Latijn 1 stuk Met een extract van Dutrieu, onderpastoor, uit het parochieregister van Sint-Catharina te Brussel over het huwelijk van Passchier Hemmet en Anna Schreeuw op 14 januari 1676 in de Brusselse SintCatharinakerk voor pastoor Cuijpers. Brussel. 1676. Authentiek afschrift. Brussel. 1677. Afschrift. Z.p. Z.d.
962. Stukken betreffende het advies van de stadsmagistratuur van Brussel voor het klooster van de penitentieën van de derde regel van Sint-Franciscus. Brussel, z.p. 1677, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands 3 stukken 963. Rekening van Joannes Balthazar de Visscher, schepen van Brussel, en Joris van Cortemberg, raadslid, en secretaris Diertius voor de wethouders van Brussel over de inspectie op 14 september 1677 van de schade in Schaarbeek ten gevolge van oorlog. Schaarbeek. 1677. Nederlands 1 katern 964. Stukken uit het proces betreffende de niet-publieke aanstelling van een steenhouwer voor het bouwen van een muur in twee huizen van baron de Resnes in de Schipstraat. Z.p. Z.d., 1677. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 4 stukken 965. Bevelschrift van de wethouders van Brussel om op 7 december 1677 om zes uur ’s avonds een bewakingsopdracht uit te voeren in de Kamer van de Thesaurie in het stadhuis. Z.p. 1677. Nederlands. Gedrukt 1 stuk 966. Beschikking van de wethouders van Brussel voor de voogden van het godshuis Ter Arcken waarin zij de inkrimping van het aantal vrouwen in het godshuis Terarcken bevelen omdat de buitengoederen het huidige aantal niet aankunnen. Z.p. 1677. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
301
De familie van Marselaer is gelinkt aan de familie de Visscher via het huwelijk van Carolus (de) Longin met Maria de Baronaige. De tante van Maria de Baronaige, Margaretha de Baronaige huwde met Frederik van Marselaer, heer van Opdorp en Perk. Hij was burgemeester van Brussel en werd in 1659 tot baron van Perk benoemd. Margaretha de Baronaige overleed in 1646, haar man Frederik van Marselaer in 1670. Nobiliaire, p.102.
110
967. Verklaring van de aanwezigen van een diner bij de burgemeester van Brussel waarin zij hun akkoord geven over vieringen in en schenkingen aan de kathedraal van Sint-Goedele. Z.p. 1678. Frans 1 stuk 968. Apostille op een rekest van de magistraten van Brussel aan Karel II waarin zij vragen niet langer te moeten instaan voor de betaling van het logement van de militairen in de stad. Brussel. 1678. Frans 1 stuk 969. Beschikking van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, voor de wethouders van Brussel waarin hij opdraagt om M. Batier, commissaris-generaal van de troepen van de hertog de Zell, net als alle andere buitenlandse ministers die in Brussel wonen, te laten genieten van de vrijstelling op de vier consumptieheffingen binnen de stad. Brussel. 1678. Frans 1 stuk 970. Beschikking van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij opdraagt het legioen van de Infante te betalen voor hun logement in particuliere plaatsen in plaats van bij burgers zoals in andere steden. Z.p. 1678. Frans 1 stuk 971. Brief van A. de Bournonville [aan de schepenen van Brussel] betreffende de politieke gebeurtenissen. Barcelona. 1678. Frans 1 stuk 972. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, voor de magistraten van Brussel waarin hij opdraagt bij de doortocht per boot van graaf de Rens, kolonel in dienst van de Generale Staten van de Verenigde Provincieën, het obstakel te verwijderen dat door de dekens van het schippersambacht van Brussel is opgezet. Brussel. 1678. Frans 1 stuk 973. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij opdraagt huizen op de aanwezigheid van lantaarns te controleren. Brussel. 1678. Frans 1 stuk 974. Bevelschrift van burgemeester Joannes Balthazar de Visscher en de wethouders van Brussel waarin ze de commissarissen opdragen het proces tegen het huidevettersambacht te staken. Z.p. 1679. Nederlands 1 stuk 975. Brief van Bruneau [aan de schepenen en burgemeester van Brussel] betreffende een rekest van de gemeente Schaarbeek. Brussel. 1679. Nederlands 1 stuk 976. Bevelschriften van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, voor de magistraten van Brussel waarin hij opdraagt de officieren van het legioen van de Spaanse Infante van de nodige middelen te voorzien om hun logementsheren te betalen en zonder oponthoud de stad te kunnen verlaten. Brussel. 1679. Afschrift. Z.p. 1679. Frans 3 stukken 977. Bevelschriften van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij de verering beveelt van Sint-Jozef als bescherming. Madrid, Brussel. 1678, 1679. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 3 stukken 978. Brief van de president en de raadsheren van de Rekenkamer van Brabant [aan de schepenen en burgemeester van Brussel] met een advies betreffende de bestemming van de verwachte winst uit de linnen- en lakenhandel. Brussel. Z.p. 1679. Frans 1 stuk
111
979. Brief van de gedupteerden van de Staten van Brabant voor de magistraten van Brussel betreffende het verslag van de vergadering-generaal en de stappen die ondernomen moeten worden door de stadsmagistraten tegen de nieuwe samenkomst van de Staten van Brabant op 4 april. Brussel. 1679. Nederlands 1 stuk 980. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij opdraagt de hertog van York zoals alle andere souvereine prinsen te laten genieten van de vrijstelling van de heffing op wijn, bier en andere consumptiegoederen. Brussel. 1679. Frans 1 stuk 981. Stukken betreffende de aanstelling van Basserije als ontvanger van het geesthuis te Bruisegem. Z.p. 1679, z.d. Nederlands 3 stukken 982. Verklaringen van vanden Dycke in naam van de wethouders van Brussel waarin zij bevestigen dat het huis buiten de Laeckenpoorte op de Groenen Dycke zal afgebroken worden om er een doorgang te maken waarmee het gebruik van de erven door Stercx en Hoefnaegel eindigt. Z.p. 1679. Nederlands 2 stukken 983. Beschikking van de wethouders van Brussel voor de inwoners van Brussel waariin zij zich akoord verklaren om te zoeken naar budget om de aannemers van en de leveranciers voor de fortificatiewerken van de stad te betalen. Z.p. 1679. Nederlands 1 stuk 984. Brief van Verreycken aan de magistraten van Brussel betreffende advies over het rekest van Jacques Neessens en consoorten. Brussel. 1679. Frans 1 stuk 985. Beschikking op een rekest van de pachter van de imposten op bier aan de wethouders van Brussel waarin de pachter vraagt de bieren enkel nog te laten lossen door gemachtigde personen om misbruiken tegen te gaan. Z.p. 1679. Nederlands 2 stukken 986. Stukken uit het proces tussen François van Linthout en Judocus van Schoonendonck betreffende 786 gulden die van Linthout, honderste man van de Walsche Plaetsewijck, heeft moeten opleggen bij het sluiten van de rekening van zijn voorganger van Schoonendonck. Brussel, z.d. 1679. Nederlands 2 stukken 987. Rekest van goede mannen uuijt de diversche Natien aan de burgemeester, schepenen, thesauriers, rentmeesters en raad van Brussel waarin ze verzoeken om een nieuwe ordonnantie voor de verkoop van bancquetsuijcker. Brussel. 1679. Nederlands 1 stuk 988. Appointement op een rekest van Michiel Basserij in proces met de wethouders van Brussel waarin de partijen veroordeeld worden binnen de 48 uur elk de helft te betalen van de proceskosten. Z.p. 1679. Afschrift. Z.p. 1679. Nederlands 1 stuk 989. Ordonnantie van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij adviseert de opinie van de drie hoofdsteden in naam van de derde Staat van het Land en Hertogdom van Brabant over de imposten te accepteren op de voorwaarden vastgelegd in de akte van acceptatie van 4 juli 1679. Brussel. 1679. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 990. Akte met verzoeken van de heeren ende goede mannen vanden weijden raede 26 aug. 1679. Brussel. 1679. Nederlands 1 stuk
112
991. Brief van de Fierlant, kanselier van de Raad van Brabant, [aan de schepenen van Brussel] betreffende een bede van 800 000 gulden. Brussel. 1679. Frans 1 stuk 992. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij 302 opdraagt het bevel na te leven waarin Vincent de Uribari, veedor van de armada, omwille van zijn functie door Karel II een vrijstelling van heffing kreeg toegewezen. Brussel. 1679. Frans 1 stuk 993. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij opdraagt de gravin de Soissons zoals alle andere souvereine prinsen of douarières van souvereine prinsen te laten genieten van de vrijstelling van heffingen op de vier consumptiegoederen in Brussel. Brussel. 1680. Frans 1 stuk 994. Rekesten aan de magistraten van Brussel betreffende Claude Collin die ongeveer zeven jaar het ambt van honderdste man van de Beenhouwersstraat heeft bekleed en het ambt heeft moeten opgeven omdat hij de verschote penningen ter waarde van 700 gulden niet kon betalen en daarom vraagt een door hem voorgedragen persoon in zijn plaats aan te stellen indien de stad hem de verschote penningen niet voorschiet. Z.p. 1680, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 995. Verordening van E. de Bie, de thesaurier-generaal van de Raad van Financiën, voor de magistraten van Brussel waarin hij de belastingen op de import van alle graan verhoogt zodat het binnenlandse graan weer aan een redelijke prijs kan verkocht worden. Brussel. 1680. Frans 1 stuk 996. Bevelschrift van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, voor de magistraten van Brussel waarin hij opdraagt om een bevel uit te vaardigen zodat stalmeester Volsum het buskruit teruggeeft dat overblijft van de 300 000 pond buskruit die de heren van de Staten van de Verenigde Provincieën hebben geleverd. Antwerpen. 1680. Frans 1 stuk 997. Beschikking van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, waarin hij Joannes Balthazar de Visscher belast met de vernieuwing van de schepenen. Brussel. 1680. Nederlands 1 stuk 998. Bevelschrift van de wethouders van Brussel waarin ze de dekens van het schaliedekkersambacht gebieden binnen het etmaal de namen en toenamen van hun ouders door te geven om te kunnen overgaan tot de verkiezing van een vervanger voor wijlen Vander Holen als Achterraedt. Brussel. 1680. Nederlands 1 stuk 999. Memorie betreffende het geschil van de stad Brussel met de Sint-Laureysgilde. Brussel. 1680. Nederlands 1 stuk 1000. Stukken betreffende het heffen van de twintigste penning volgens de akte van landvoogd Don Carlos de Guirrea, hertog van Villahermosa, van 14 spetember 1680. Brussel, z.p. 1680, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans 8 stukken 1001. Register van de correspondentie tussen de stadsmagistratuur van Brussel en de Staten van Brabant. Z.p. 1680. Frans, Nederlands 1 katern
302
Een veedor is een inspecteur van de strijdkrachten. Zijn afdeling is de veeduría. Ze stonden hoog in de hiërarchie van de staatsambtenarij. De veedor general werd door de koning benoemd en stond aan het hoofd van de veeduría die was samengesteld uit ongeveer tien leden. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 263 en 288.
113
1002. Stukken betreffende de ambachten binnen de stad Brussel. Z.p. Z.d., 1680. Nederlands 1 lias 1003. Rekening van de keurdeken van de grootste gilde over het verteer tijdens hun bijeenkomst op 4 oktober 1680 samengeroepen door de stadsmagistratuur van Brussel. Brussel. 1680. Nederlands 1 stuk 1004. Bevelschrift van landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, waarin hij verzoekt aanwezig te zijn bij het Te Deum in de Sint-Goedelekerk te Brussel. Brussel. 1680. Frans 1 stuk 1005. Verslag van thesauriers en rentmeesters van Brussel over het advies betreffende 200 gulden per jaar als gage voor de luitenant-amptman. Brussel. 1670. Nederlands 1 stuk 1006. Stukken betreffende het inrichten van patrouilles. Z.p., Brussel. Z.d.,1680. Nederlands, Frans 6 stukken 1007. Bevelschrift van Karel II waarin hij omwille van de oorlogsomstandigheden de hulp inroept voor de betaling van de gendarmerie. Brussel. 1681. Frans 1 stuk 1008. Bevelschrift van landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, voor de inwoners van Brussel waarin hij opdraagt het goede werk en ijver verder te zetten ten dienste van Zijne Majesteit. Brussel. 1681. Frans 1 stuk 1009. Bevelschrift van landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, waarin hij opdraagt zo snel mogelijk de acte du consemtement tussen Large Conseil en vier naties op te sturen zodat de acte d’acception door de landvoogd kan opgestuurd worden. Brussel. 1681. Frans 1 stuk 1010. Bevelschriften van Ghindertalen in naam van Karel II voor de wethouders van Brussel waarbij hij oproept om deel te nemen aan de vergadering van de Staten van Brabant. Brussel. 1678, 1680, 1681. Nederlands 3 stukken 1011. Bevelschrift van Zijne Majesteit voor de wethouders van Brussel waarin hij het gevangenschap van Philips vander Hoeven, deken van de bourkoisenambacht, opdraagt ten gevolge van de schending van het verbod op vergaderingen van de bourkoisenambacht. Brussel. 1681. Nederlands 1 stuk 1012. Ordonnantie van landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, waarbij hij maatregelen neemt tegen de corruptie binnen de stadsmagistratuur van Brussel. Brussel. 1681. Frans 1 stuk 1013. Brief van de Fierlant, kanselier van de Raad van Brabant, [aan de magistraten van Brussel] betreffende de petitie over het voortzetten van de imposten op de consumptie van de stad. Brussel. 1686. Frans 1 stuk 1014. Concept van uitgaande brief van de burgemeester, schepenen, thesauriers, ontvangers en de Raad van de stad Brussel betreffende Michel Brassery, ontvanger van de belasting op wijn. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1015. Rekesten van de magistratuur van Brussel aan Karel II betreffende het geschil tussen de jezuiëten en mijnheer Pleban van Sint-Goedele en enkele pastoors. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken
114
1016. Rekest aan Karel II waarin Charles vander Cammen, inwoner van Brussel, solliciteert naar een plaats bij de hellebaardiers op basis van zijn eigen verdiensten en die van zijn vader. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1017. Concepten van een verklaring van de burgemeester van Brussel betreffende griffier Blanche. Z.p. Z.p. Nederlands 1 stuk 1018. Concept van een ordonnantie van Karel II om extra belastingen te heffen bovenop de 15 000 e e gulden die hem zijn toegezegd door middel van een heffing van de 40 en 80 penning op de inkomsten uit alle rentes en gronden binnen Brussel en omgeving om de soldaten in de provincie Brabant mee te betalen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1019. Rekest van de ingezetenen van Schaarbeek voor de burgemeester, schepenen en thesaurier van Brussel waarin de eersten vragen de schade te vergoeden die ze hebben geleden ten gevolge van het verblijf van troepen in Schaarbeek. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1020. Rekest van het pruikenmakersambacht aan de vrienden en medeburgers van de natiën van de stad Brussel waarin de pruikenmakers, die samengegaan zijn met het ambacht van de spaanslederen stoelmakers, vragen om vreemdelingen en niet-burgers binnen hun ambacht uit te sluiten. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1021. Rekest van de voogden van de vier zonen van Edmond aan Karel II waarin ze vragen de vrijgesteld te worden van de franchise op de wacht. Z.p. z.d. Frans 1 stuk 1022. Rekest van het stadsmagistraat van Brussel aan de landvoogd waarin ze vragen het verbod dat N. Janssens is opgelegd op te heffen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1023. Brief van de dekens van het schoenmakersambacht aan de wethouders van de stad Brussel. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1024. Concept van een rekest van het stadsmagistraat van Brussel aan de landvoogd waarin ze vragen het uitoefenen van het beroep van haakbusmaker door gewone burgers te beperken. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk
Stukken betreffende Joannes Balthazar su(pe)rintendant van de (scheep)vaart
de
Visscher
de
Celles
als
Als su(pe)rintendant van de vaart stond Joannes Balthazar in voor het beheer van alles wat met waterlopen te maken had.
Stukken betreffende de scheepvaart 1025. Extract uit de gepubliceerde ordonnantie van 6 juni 1620 betreffende het laden, lossen en liggen van de schepen in de vaart van de stad Brussel. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1026. Memorie betreffende het geschil tussen het schippersambacht van Brussel enerzijds en de pachters, collecteurs en anderen in dienst van de Brusselse scheepvaart anderzijds. Z.p. 1660. Nederlands 1 stuk
115
1027. Rekest van het Gasthuis Sint-Jan voor de wethouders van de stad Brussel om binnen de maand de som van 1000 gulden uit de inkomsten van de scheepvaart te betalen waar het Gasthuis Sint-Jan recht op heeft. Z.p. 1680. Nederlands 1 stuk 1028. Rekening over de middelen en effecten van het godshuis der penitentiën in Brussel. Brussel. 1681. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands. Knaagschade 1 katern 1029. Verslag van Adriam over Hollandse troepen aan de Verbrande Brug die de schippers op de schuiten naar Antwerpen meermaals gedwongen hebben hun schuit voor anker te leggen. Z.p. 1683. Nederlands 1 stuk 1030. Verslag van een monstering van kogges op 28 oktober 1683 door de superintendant van de scheepvaart met een lijst met de namen en woonplaatsen van de schippers en de bemanningsleden. Z.p. 1683. Nederlands 1 stuk 1031. Concept van de resolutie van de burgemeester en schepenen betreffende de waterlopen in de vergadering van 28 maart 1684.Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1032. Verslag van van de schepenen van Over- en Nederheembeek over hun eisen tegen Jacques Tservranx, meier, om een behoorlijk beleid voor onder andere de ‘Leybeke’ of ‘Laybeke’, de scheepvaart naar Brussel en de gracht ‘de Buysse’ af te dwingen. Z.p. 1684. Nederlands 1 stuk 1033. Brief van Joos Cloet aan de superintendant en de rentmeesters van de scheepvaart betreffende de aanwerving van een knecht. Antwerpen. Z.d. Nederlands. Knaagschade 1 stuk
Stukken betreffende lasten 1034. Stukken betreffende de verhuur door de superintendant en rentmeesters van de scheepvaart van een erf gelegen aan de Rupel in Willebroek dienend als tollenaarshuis aan Geerard van Ufel voor een termijn van zes jaren vanaf 1660 tegen 9 rijnsgulden per jaar. Z.p. Z.d. 1660. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 1035. Plakkaat van Karel II waarin hij een vrijgeleide garandeert aan alle gewone schepen die varen van Brussel naar Antwerpen of Vilvoorde inclusief hun bemanning en passagiers, behalve wanneer het militairen betreft, aan alle commerciële schepen geladen met koopwaar die door de stad varen of er voor anker liggen, aan alle officieren van het kanaal, trekschuiten die door de stad varen of er voor anker liggen. Z.p. 1676. Afschrift. Brussel. 1676. Frans. Beschadigd ouwelzegel 1 stuk 1036. Rekest van de deken en suppoosten van het schippersambacht aan de wethouders van Brussel doorgezonden voor advies aan de superintendant en rentmeesters van de scheepvaart betreffende klachten over de verschillende extra belastingen geheven op schepen en hun passagiers. Brussel. 1679. Nederlands 1 stuk 1037. Rekesten van Huybrecht Waersegers, pachter van het veergeld van Brussel op Antwerpen, aan de wethouders van Brussel waarin hij vraagt hem zo snel mogelijk paspoorten te bezorgen voor zijn trekschuiten opdat ze gevrijwaard blijven door de Franse troepen. Z.p. Z.d, 1684. Nederlands 2 stukken
116
1038. Beschikking van d’Obremont in naam van Lodewijk XIV waarin hij verklaart de rivieren en kanalen tussen de steden Oostende, Nieuwpoort en Sas van Gent tot Antwerpen vrij zijn van tollen en bevaarbaar zonder paspoort in ruil voor de som van 6000 gulden die de Faulx aan d’Obremont betaalt. Z.p. 1684. Frans 1 stuk 1039. Beschikking van de burgemeester en schepenen, thesaurier, rentmeesters en raad van Brussel betreffende de beperking van de overeenkomst tussen de drie leden van de stad Brussel om de sasbrieven te verdubbelen en het veergeld te verhogen in Vilvoorde. Brussel. 1684. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1040. Mandaat van Joannes Balthazar de Visscher voor Jan vander Brouck om zich naar de penningmeester van de dycagie te begeven en zijn eisen te notuleren. Brussel. 1684. Nederlands 1 stuk 1041. Concept van een memorie betreffende Willebroek. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
1042. Memorie met voorstel en antwoord betreffende de problemen van de stad Brussel door het niet betalen van het vaertgelt. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Stukken betreffende het veergeld 1043. Stukken betreffende Resolutie van het comptoir der Schipvaert te Brussel over de pacht van Huybrecht Waersegger als pachter van het veergeld van Brussel op Antwerpen. Brussel, z.p. 1684, z.d. Nederlands 2 stukken 1044-1047. Nederlands
Rekeningen van de ontvangsten uit het Brussels veer naar Antwerpen. 4 stukken
1044.
Van 24 juni 1682 tot 23 juni 1683. Z.p. 1683.
1045.
Van 24 juni 1683 tot 23 juni 1684. Z.p. 1684.
1046.
Van 24 juni 1684 tot 11 mei 1685. Z.p. 1685.
1047.
Sinds Sint-Jansmis 1682. Z.p. Z.d.
Stukken betreffende inspecties 1048. Rapport van Mercx betreffende de situatie in het sas van Humbeke. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1049. Proces-verbaal van Jan De Mulder voor Joannes Balthazar de Visscher over zijn prospectie van de kasseiwegen van het sas tot Groot-Willebroek. Z.p. 1684. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende onderhoud en herstellingen 1050. Memorie betreffende uit te voeren werken aan de scheepvaartinfrastructuur. Z.p. 1681. Nederlands 1 stuk
117
1051. Extract uit een resolutie van 3 september 1683 van de Generale Jointe waarin Mercx de opdracht krijgt aan de superintendant van het kanaal planken te bezorgen voor werken aan een brug en arkades. Z.p. 1683. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1052. Inventaris van het timmerhout aangetroffen in de loge van de scheepvaart op 1 oktober 1683. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1053. Brief van E. de Vray aan de superintendant en rentmeesters van de scheepvaart over de afbraak van een brug. Brussel. 1684. Frans 1 stuk 303
1054. Rekest van markies Otto Hendricus, markies dal Caretto , gouverneur en kapitein-generaal van de Lage Landen, aan de burgemeester en schepenen van Brussel waarin hij verzoekt de pijp boven het kanaal zo snel mogelijk te herstellen. Brussel. 1684. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1055. Rekest van markies Otto Hendricus dal Caretto, gouverneur en kapitein-generaal van de Lage Landen, voor de burgemeester en schepenen van Brussel om al het mogelijke te doen om het kanaal bevaarbaar te maken voor de vloot. Brussel. 1684. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1056. Stukken betreffende de beschadigingen en werkzaamheden aan de verbrande brug, de dijken, de vaart en de buis van Grimbergen. Z.p. 1684. Nederlands 4 stukken 1057. Akte van overeenkomst waarin de superintendant en rentmeesters van de scheepvaart publiekelijk het ruimen van het vervuilde slijk aanbesteden. Brussel. 1684. Nederlands 1 stuk 1058. Concepten van rekeningen voor de superintendant en rentmeesters over leveringen ter ontruiming van de vaart. Z.p. 1684. Nederlands 2 stukken 1059. Extract uit den revisitatieboeck van 13 juli 1693 ten behoeve van G. Janssens, stadhouder, en F. van Everbroeck, rentmeester van de domeinen van Vilvoorde, betreffende de Zenne. Vilvoorde. 1693. Nederlands 1 stuk 1060. Verslag van H. Van Hecke over verstevigingswerken binnen de stad Brussel in zijn opdracht en het reinigen van de straten van de stad en de rivier de Zenne. Z.p. Z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1061. Memorie betreffende noodzakelijke werken aan de vaart wanneer het waterpeil is gezakt. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1062. Tekening van de vaart en de dijken op de oevers. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
1063.
Tekening van een hefboomsysteem. Z.p. Z.d.
1 stuk
1064.
Schets van waterbekkens. Z.p. Z.d.
1 stuk
303
Otto Hendricus dal Caretto was landvoogd in de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1682-1685. www.wikipedia.nl.
118
1065. Plan met gebruiksaanwijzing, legende en tekening van een installatie om de afstand tussen land en water te overbruggen voor het transport met kruiwagens en van een istallatie aan een brug. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende persoonlijke vorming 1066. Sonnet. Reponse. Replique. Autre. Z.p. Z.d. Frans
1 stuk
Stuk betreffende voeding 1067. Recept van Willem Benedictus de Visscher voor zijn broer Joannes Balthazar de Visscher betreffende de bereiding van karpers. Z.p. 1664. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende religie 1068. Chanson de Noël. Gedicht over Kerstmis. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
1069. Memorie van Aegidius Franciscus de Gottignies betreffende een bijbelfragment uit het boek Job. Rome. 1682. Latijn 1 stuk
Stukken betreffende heraldiek 1070. Tekening van een wapenschild met verklaring van de kleuren. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1071. Memorie betreffende de slagzin op een wapenschild. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
Stukken betreffende de studies van Joannes Balthazar de Visscher de Celles 1072. Lofdicht over Joannes Balthazar de Visscher naar aanleiding van het behalen van zijn diploma van licentiaat in de beide rechten. Leuven. 1646. Latijn. Gedrukt. Buiten formaat 1 stuk 1073. Latijn
Lijst met de medestudenten rechten van Joannes Balthazar de Visscher in Leuven. Z.p. Z.d. 1 stuk
Stuk betreffende sociale relaties 1074. Overlijdensaankondiging van Joanna Verschaffel, overleden op 26 september 1676. Z.p. 1676. Nederlands. Gedrukt 1 stuk
119
Stukken betreffende het vermogensbeheer Voorhuwelijkse jaren van Joannes Balthazar de Visscher *** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
1075. Memorie voor Joannes Balthazar de Visscher betreffende het antwoord op een schrijven van zijn tante Catharina de Visscher. Leuven. 1644. Nederlands 1 stuk 1076. Nota van de Blesere betreffende het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher de Celles en Dandeleu. Z.p. 1644. Nederlands 1 stuk 1077. Kwitantie van Catharina de Visscher voor haar neef Joannes Balthazar de Visscher over haar aandeel en dat van Anna de Visscher in de verkoop van graan door juffrouw van Zeelaert. Z.p. 1647. Nederlands 1 stuk 1078. Kwitantie van Gregorius van Mockenborch voor Joannes Balthazar de Visscher over de betaling van de rekening met de specificatie van de handelingen die Gregorius van Mockenborch heeft ondernomen in opdracht van Joannes Balthazar de Visscher en van wijlen Catharina de Norman. Z.p. 1650. Nederlands 1 katern
Stukken betreffende de nalatenschap van Catharina de Visscher 1079. Rekest van Joannes Balthazar de Visscher de Celles, universele erfgenaam van Catharina de Visscher, aan de kanselier en Raad van Brabant om hem brieven van oorlove van jaeren in forma ampliori te verlenen uit vrees dat iemand de door hem geërfde roerende en onroerende goederen zal aanvechten wegens zijn minderjarigheid. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk *** Akte van venia aetatis waarbij de Raad van Brabant in naam Filips IV Joannes Balthazar de Visscher meerderjarig verklaart zodat hij het geld, de aandelen, de roerende en onroerende goederen kan beheren die hem als universele erfgenaam van zijn tante Catharina de Visscher werden aangewezen. Brussel. 1648. Nederlands. Perkament met zegel 1 charter Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 184.
1080. Vonnis van de Raad van Brabant waarin op 18 maart 1648 de brieven van venia aetatis worden toegekend aan Joannes Balthazar de Visscher. Brussel. 1648. Nederlands. Perkament 1 stuk 1081. Akten betreffende het opeisen door Carolus de Hertoge als gemachtigde van Joannes Balthazar de Visscher van de achterstallige uitkeringen van rentes. Brussel. 1648. Nederlands 3 stukken
120
Voorhuwelijkse jaren Catharina Margaretha de Gottignies 1082. Stukken uit het proces tussen Jean des Champs de Kesseler, heer van Marquette en 304 echtgenoot van Madeleine de Micault, tegen Nicolas Micault, heer van Indevelde en hoogproost van Sint-Servaas bij Maastricht, betreffende de erfenis van Frederik Micault, drossaard van Lingen en broer van de voornoemde Nicolas en Madeleine Micault en schoonbroer van Jean de Kesseler. Z.p. Z.d. 1632, 1633. Nederlands 1 pak
Huwelijksjaren 1083. Mandaat van W. Kindertaelen voor de kastelein van Joannes Balthazar de Visscher de Celles om naar diens huis te gaan op de Graanmarkt in Brussel tegenover het klooster van Jericho. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1084. Lijst van verscheidene betalingen en ontvangsten. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
1085. Kwitanties van Bussery voor Joannes Balthazar de Visscher over het betalen van contributies aan de stad Brussel. Z.p. Z.d. Nederlands. Gedrukt 1 stuk
Stukken betreffende Joannes Balthazar de Visscher als zaakgelastigde en vertrouweling van de familie de Velasco Joannes Balthazar de Visscher de Celles onderhield nauwe contacten met de familie de Velasco, meer bepaald met de kinderen van Diego Fernandez de Velasco en Philiberta de 305 van het Gentil. Diego Fernandez de Velasco bekleedde de functie van mayordomo legerhospitaal van de Spaanse koning. Hij en zijn echtgenote hadden vijf kinderen: Margaretha, Maria Anna (Marianna), Carolus, Franciscus en Barbara. Margaretha de Velasco huwde vermoedelijk met een zekere Duchel. Zij overleed op 10 augustus 1669. Marianna de Velasco trouwde met Antonio Primo, contador van het Groot Gasthuis in Mechelen. Zij was vrouwe van Steenbergen en Jarmont. Steenbergen ging na haar dood over op haar zus Margaretha. Vooral Marianna de Velasco moet een nauwe band gehad hebben met Joannes Balthazar de Visscher. Ze overleed op 24 januari 1669. Over Barbara de Velasco is bijna niets geweten. De twee zonen van Diego Fernandez de Velasco en Philiberta de Gentil kozen voor de geestelijke stand. Franciscus de Velasco was prior van de abdij van Baudelo in Gent. Hij overleed in 1679. Carolus de Velasco was eveneens abt, maar dan in de abdij van 306 Grimbergen. Hij overleed op 13 oktober 1665 .
304
Deze Madeleine Micault zou volgens de aantekeningen op deze stukken in een vroegere ordende hand de nicht zijn van Louisa Micault, de echtgenote van Lodewijk Verreycken, de grootouders van Catharina Margaretha de Gottignies. 305 Een mayordomo superviseerde een militair hospitaal. In de hiërarchie stond hij onder de administrador general der militaire hospitalen. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 263. 306 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nr. 1088.
121
Ingekomen brieven Marianna de Velasco 1086. de Collem, G.
Z.p.
1666
Frans
1 stuk
1087. van Cortvrindts
Brussel
1666
Nederlands
1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven 1088. Overlijdensbericht van Carolus Fernandez de Velasco, abt van de abdij van Grimbergen, overleden op 13 oktober 1665. Grimergen. 1665. Latijn. Gedrukt. 1 stuk
Stukken betreffende het goederenbeheer 1089. Pachtcontract waarin Maria Anna de Velasco, weduwe van Antonio Primo, aan Joannes van Hove een cijns verpacht behorende tot de seigneurale goederen van de heerlijkheid Jarmont, gelegen nabij Bassily, voor de periode van zes jaren tegen 55 gulden per jaar. Z.p. 1662. Frans 1 stuk 1090. Verklaring van Maria Guiot betreffende het huurgeld van een huis op de Leuvense Steenweg in eigendom van Marianna de Velasco, weduwe van Antonio Primo. Brussel. 1662. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1091. Kwitanties van Marianna de Velasco voor Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Z.p., Brussel. 1664, 1667. Nederlands 3 stukken 1092. Memorie voor Joannes Balthazar de Visscher de Celles betreffende de kwitanties van 1668, 1669 en 1670 over twee rentes op de kasselrij van Kortrijk ten voordele van de Velasco, oud-prior van Baudeloo, wil sturen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de processen over de nalatenschappen van Maria Anna en Margaretha de Velasco Maria Anna de Velasco, vrouwe van Steenbergen, huwde met Antonio Primo, Margaretha trouwde vermoedelijk met een zekere Duchel. Beide huwelijken bleven kinderloos wat problemen stelde met de nalatenschappen. Maria Anna en Margaretha de Velasco lieten in hun gezamenlijk testament, verleden te Mechelen op 8 maart 1668, vastleggen dat de langstlevende het vruchtgebruik kreeg van alle goederen van de overledene. Wanneer ook langstlevende stierf, gingen de leengoederen en de goederen die niet door hun gemeenschappelijk testament waren geschonken aan andere familieleden over op Joannes Balthazar de Visscher. Indien Joannes Balthazar de Visscher stierf voor de langstlevende de Velasco, erfde zijn tweede zoon het fortuin. Maria Anna de Velasco stierf op 24 januari 1669. Haar zus Margaretha de Velasco overleed op 10 augustus 1669. Margaretha had echter enkele maanden voor haar dood haar testament tweemaal gewijzigd, namelijk op 10 mei en op 10 juni 1669, waardoor het gezamenlijke testament verviel. Margaretha de Velasco schonk volgens haar (laatste) testament verleden voor notaris Boijnants op 25 juni 1669 te Mechelen geld of rentes aan verschillende personen (waaronder haar broer Franciscus Fernandez, de prior van de Baudeloabdij in Gent) en vooral religieuze instanties (zoals de Mechelse minnebroeders, de abdij van Baudelo, het gasthuis van OnzeLieve- Vrouw in Mechelen). De rest van haar goederen, behalve de leengoederen, schonk ze voor de ene helft aan Walter Sillevoorts, bachelor in de theologie en onderpastoor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Mechelen, en voor de andere helft aan Johan Vreven, griffier van
122
de officialiteit van de aartsbisschop van Mechelen, of aan zijn kinderen (indien Vreven reeds overleden was). Vreven werd aangewezen als universele erfgenaam van 't hof van Steenbergen met de boomgaarden, hoven met vijvers, heerlijkheid en andere toebehoren. Na het overlijden van Vreven en zijn kinderen moest het leengoed aan Sillevoorts toegewezen worden. Bovendien liet Margaretha de Velasco in haar testament vastleggen dat ze meende dat Joannes Balthazar de Visscher de Celles geen aanspraak kon maken op de erfenis van Maria Anna de Velasco. Indien hij dat toch deed, moesten alle legaten gehalveerd worden, behalve dat voor haar broer Franciscus Fernandez de Velasco en dat voor de abdij van Baudelo. Het nieuwe testament van Margaretha de Velasco benadeelde Joannes Balthazar. Hij zag niet alleen de nalatenschap van Margaretha de Velasco aan zijn neus voorbijgaan, maar ook de goederen die de eerder overleden Maria Anna de Velasco hem had nagelaten. De reden van de plotse ommezwaai van Margaretha de Velasco lag in het feit dat ze vond dat Joannes Balthazar de Visscher haar had gemanipuleerd om een testament op te maken samen met haar zus Maria Anna alhoewel Margaretha reeds een individueel testament 307 had laten opstellen . Tussen de geslachten de Visscher en de familie de Velasco bestaat er volgens het gevoerde genealogisch onderzoek voor deze inventaris geen familiale band. Toch spraken ze elkaar met neef of nicht aan. Vermoedelijk was dit een uiting van het wederzijdse vertrouwen en de diepgaande vriendschap tussen de telgen van beide families. Er kan ook weldeglijk een een verwantschap zijn geweest. Stukken betreffende het testament van Marianna en Margaretha de Velasco *** Octroy om te testeren. Beschikking van de Raad van Brabant in naam van Filips IV waarbij Maria Anna de Velasco, vrouwe van Steenberge, de toestemming krijgt om bij het regelen van haar nalatenschap af te wijken van het gangbare erfrecht. Brussel. 1659. Nederlands. Perkament met zegel en beperkte knaagschade 1 stuk Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 185.
1093. Testament van Maria Anna en Margaretha de Velasco verleden voor notaris N. De Neve op 8 maart 1668 te Mechelen. 1668. Nederlands 1 katern 1094. Extract uit het testament van Maria Anna de Velasco verleden voor notaris M. de Neve op 18 maart 1668. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1095. Testament van Margaretha de Velasco verleden voor notaris F. Boynants op 10 mei 1669 te Mechelen. Mechelen. 1669. Afschrift. Z.p. 1669. Nederlands 3 katernen 1096. Testament van Margaretha Fernandez de Velasco, vrouwe van Steenbergen en Jarmont en dochter van wijlen Diego Fernandez de Velasco, verleden voor notaris Boijnants op 25 juni 1669 te Mechelen. Mechelen. 1669. Authentiek afschrift. Z.p. 1669. Nederlands 1 katern Stukken betreffende de nalatenschap van Maria Anna en Margaretha de Velasco 1097. Stukken uit het proces tussen Margaretha de Velasco en Joannes Balthazar de Visscher betreffende de nalatenschap van Maria Anna de Velasco. Z.p., Brussel. 1669, z.d. Nederlands, Frans 1 omslag 1098. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Walter Silevoorts betreffende de nalatenschap van Maria Anna en Margaretha de Velasco. Z.p. 1669-1671. Nederlands, Frans 1 omslag 307
AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher de Celles x Catharina Margaretha de Gottignies, nrs. 1093-1096.
123
Stuk betreffende de nalatenschap van Catharina de Norman Catharina de Norman was de dochter van Philippus de Norman en Joanna (de) Salaert. Ze koos voor een leven als religieuze. Catharina de Norman was de zus van Cornelia de Norman 308 en de tante van Joannes Balthazar de Visscher de Celles . 1099. Declaratie van kosten over de afhandeling van de eeuwige goederen in Kaprijke uit erfenis van Catharina de Norman ten voordele van Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Z.p. 1676. Nederlands 1 stuk
Willem Lodewijk de Visscher de Celles x Joanna Albertina Stalins Willem Lodewijk de Visscher de Celles werd in november 1663 geboren als oudste kind van Joannes Balthazar de Visscher de Celles en Catharina Margaretha de Gottignies. Hij was 309 baron van Celles en heer van Pottes, Traulez en Schiplaken . Willem Lodewijk de Visscher de Celles bouwde een bloeiende carrière uit binnen de ambtenarij. Zo fungeerde hij als raadgever van landvoogd Maximiliaan Emmanuel. Op 16 januari 1696 verkreeg hij het patent van hofschenker. Daarnaast werd Willem Lodewijk de 310 Visscher tot twee maal toe als gezant naar de Poolse koning gezonden . Op 17 december 1697 huwde Willem Lodewijk de Visscher de Celles met Joanna Albertina Stalins, enig kind van Jacobus Domenicus Stalins, heer van Rollegem en Kapellen, 311 en Maria Albertina Stalins . Samen kregen ze vier kinderen: Maria Charlotte, Louisa Maria, Albertina Theresia Rosalia en Ferdinandus Philippus Ignatius. Maria Charlotte de Visscher de Celles (1701-1742) zou op 5 februari 1720 trouwen met Nicolaas de Brouchoven de Bergeyck (1691-1765), zoon van Jan de Brouchoven de Bergeyck en diens tweede echtgenote Livina Maria de Beer. Maria Charlotte de Visscher de Celles en Nicolaas Josephus de Brouchoven de Bergeyck bouwden een kroostrijk gezin uit met elf kinderen. Eén van die kinderen was Petrus Philippus de Brouchoven de Bergeyck. In 1764 trouwde Petrus Philippus de Brouchoven de Bergeyck met Maria Elisabeth Dormer. Dit 312 echtpaar is de schakel tussen de vijf deelarchieven van het Archief de Bergeyck . Willem Lodewijk de Visscher overleed op 22 maart 1712. Zijn echtgenote Joanna Albertina Stalins overleefde hem ruim dertig jaar. Zij stierf op 17 januari 1746.
308
Nobiliaire, p. 1455. Nobiliaire, p. 2031-2032. Annuaire 1872, p. 262-263. 310 Ibid. 311 Nobiliaire, p. 1832. 312 Voor meer informatie betreffende al deze personen, hun familiebanden en de verschillende deelarchieven van het Archief de Bergeyck, verwijzen we graag naar de volgende werken: AUDENAERT S., Nicolaas Josephus (1691-1765) en Petrus Philippus (1729-1807) de Brouchoven. Bezitsopbouw, materiële en sociale leefwereld van twee generaties de Bergeyck in de achttiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, UG, Gent, 2003-2004. AUDENAERT S., Het Archief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het archiefbestanddeel SintPaulusseminarie, onuitgegeven licentiaatverhandeling, VUB, Brussel, 2004-2005. BONKOFFSKY V., Het Archief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Helman, 2005. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief Goubau, onuitgegeven eindverhandeling, VUB, Brussel, 2 delen, 226 p. GOOSSENS C., Het familiearchief de Bergeyck. Inventaris van de bescheiden uit het deelarchief de Brouchoven de Bergeyck, Beveren, (eind) 2005, 2 delen (in voorbereiding). 309
124
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer Stuk betreffende de nalatenschap van Maria Albertina Stalins Maria Albertina Stalins was de dochter van Georges Stalins en Joanna Albertina Stalins. Ze droeg de titel van vrouwe van Neufville. Ze huwde met haar rechtstreekse neef Jacobus Domenicus Stalins, zoon van Joannes Baptist Stalins (broer van haar moeder Joanna Albertina) en Joanna Maria Helman. Na de dood van Jacobus Domenicus Stalins in 1696, hertrouwde Maria Albertina met Franciscus Ferdinandus Stalins, heer van Masthoven, opnieuw een verwant. Maria Albertina Stalins overleed in 1712. 1100. Memorie betreffende het sterfhuis van Maria Albertina Stalins, echtgenote van Franciscus Ferdinandus Stalins, heer van Masthoven. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende de nalatenschap van Carolus Ignatius en Joannes Balthazar de Visscher de Celles Carolus Ignatius de Visscher de Celles werd geboren op 6 maart 1666. Hij was heer van Woudenbrouck en stierf ongehuwd op 25 juli 1723. Joannes Balthazar de Visscher de Celles zag het levenslicht op 15 maart 1667. Ook hij stierf ongehuwd, maar het tijdstip van zijn overlijden is niet bekend. Uit het hieronder beschreven stuk, kunnen we echter afleiden dat hij moet overleden zijn voor 1727. Carolus Ignatius en Joannes Balthazar de Visscher de Celles waren jongere broers van 313 Willem Lodewijk . 1101. Kwitantie van Maria Philippa de Visscher de Celles waarin zijzelf, Joanna Albertina Stalins, weduwe van wijlen Willem Lodewijk de Visscher de Celles en in naam van hun twee minderjarige kinderen, Nicolaas de Brouchoven de Bergeyck in naam van zijn echtgenote Maria Charlotte de Visscher de Celles, en Lodewijk Josephus Antonius de Visscher de Celles over 1038 gulden afkomstig uit de publieke verkoop van goederen in Kruishoutem, Berchem en Oudenaarde nagelaten door wijlen Carolus Ignatius en Joannes Balthazar de Visscher de Celles. 1727. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de nalatenschap van Joanna Albertina Stalins 1102. Testament van Joanna Albertina Stalins verleden voor notaris Devooght te Mechelen op 11 februari 1743. Afschrift. Mechelen. 1746. Nederlands 1 stuk 1103. Codicil van Joanna Albertina Stalins verleden voor notaris Devooght te Mechelen op 6 maart 1743. Afschrift. Mechelen. 1746. Nederlands 1 stuk
313
Nobiliaire, p. 2031-3032.
125
Jacobus Vincentius de Visscher Jacobus Vincentius de Visscher werd op 5 april 1628 geboren als derde zoon van Joannes 314 Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman . Jacobus Vincentius maakte een moeilijke jeugd door, vermoedelijk als gevolg van het overlijden van zijn vader. Uiteindelijk werd hij geestelijke en was verbonden aan de abdij van Grimbergen. 315 Daar overleed hij op 9 maart 1655 na een ziekte. Hij werd amper 27 jaar .
Stukken betreffende openbare functies 1104. Aanbevelingsbrief voor de voordracht van Jacobus Vincentius de Visscher voor een niet nader bepaalde kerkelijke functie. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1105. Aanbevelingsbrieven voor de voordracht van Jacobus Vincentius de Visscher voor een functie binnen de collegiale kerk Sint-Pieter van Anderlecht. Z.p. Z.d. Latijn, Frans 4 stukken
Stuk betreffende het persoonlijk leven Stuk betreffende het vermogensbeheer *** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
Stuk betreffende de nalatenschap van Jacobus Vincentius de Visscher 1106. Kwitantie van Joossens, bibliothecaris binnen de abdij van Grimbergen, voor Cornelia de Norman over 2000 gulden gelegateerd door Jacobus Vincentius de Visscher. Grimbergen. 1650. Nederlands 1 stuk
Catharina de Visscher Catharina de Visscher was de dochter van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin. Ze 316 werd vermoedelijk geboren in 1584 of 1585 . Sinds 1616 was ze als begijn verbonden aan het groot begijnhof van Brussel. Toch verbleef ze vaak in Antwerpen en woonde er onder andere in de Orgelstraat (dichtbij de
314
Nobiliaire, p. 2030. Annuaire 1872, p. 259-260. AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 66. 315 AdB., de Visscher de Celles, Joannes Balthazar de Visscher x Cornelia de Norman, nr. 314. 316 Nobiliaire, p. 2029-2030. Annuaire 1872, p. 258.
126
Brabantse Koornmarkt), de Huidevettersstraat en in het huis 'De Halve Maan' in de 317 Kipdorp(straat) . Catharina de Visscher overleed op 11 oktober 1647.
Stukken betreffende de genealogie 1107. Uittreksels van pastoor Timmermans uit het parochieregister van Sint-Catharina in Brussel inhoudende de akte van begrafenis van Catharina de Visscher. Brussel. 1647. Afschrift. Brussel. 1649, z.d. Latijn 2 stukken 1108. Onderhandse akte opgemaakt door Antonius Timmermans, pastoor van de SintCatharinaparochie in Brussel, waarin hij verklaart dat Catharina de Visscher binnen zijn parochie is overleden op 11 oktober 1647. Brussel. 1649. Latijn 1 stuk
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Catharina de Visscher A. Familie 1109. Caño, Catharina
Z.p.
1647, z.d.
Frans
3 stukken
Mechelen
1646
Frans
1 stuk
Brussel, z.p.
1640, 1642, 1644, 1647
Ndl., Fr.
6 stukken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brussel, z.p.
1642-1645, 1647, z.d.
Nederlands
9 stukken
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1647, z.d.
Nederlands
8 stukken
1117. de Visscher, Joannes Balthazar Brussel, 1644-1647 Neef Leuven, Mechelen, z.p.
Nederlands
18 stukken
1118. de Visscher, Willem Benedictus Brussel, Neef Leuven, z.p.
Ndl., Fr.
38 stukken
Nicht en religieuze
1110. Caño, Joanna Nicht en religieuze
1111. Caño, Joannes Baptist Neef
1112. Caño, Margaretha Nicht
1113. Caño, Maximiliana Nicht
1114. de Norman, Cornelia Schoonzus
1115. de Norman, Jacobus Verwant
1116. de Visscher, Jacobus Vincentius Brussel, z.p. Neef
1644-1648, z.d.
317
Nobiliaire, p. 2029-2030. Annuaire 1872, p. 258. Haar adres staat op veel van haar ingekomen brieven.
127
B. Zakelijke correspondenten 1119. de Bleser
Brussel
1643
Nederlands
3 stukken
1120. Boyens, J.
Leuven
1639
Nederlands
1 stuk
1121. Courtois, T.
Leuven
1644
Nederlands
1 stuk
1122. Flemincx
Leuven
1646
Nederlands
1 stuk
1123. Gittart
Brussel
1641
Nederlands
2 stukken
1124. de Hertoghe, J.
Brussel, z.p.
1644-1647, z.d.
Nederlands
57 stukken
1125. vanden Hove, L.
Z.p.
1639
Nederlands
1 stuk
1126. Jensma, Remigius
Brussel
1643-1646
Nederlands
23 stukken
1127. Kerckhove
Turnhout, Brussel
1644-1646
Nederlands
3 stukken
1128. Kerman, Ja.
Z.p.
1614
Nederlands
1 stuk
Brussel
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Brussel
1647
Nederlands
1 stuk
1131. du Mont, Phillipotte
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
1132. van Onchem, Joanna
Z.p.
1643, z.d.
Nederlands
2 stukken
1133. van Onchem, Magdalena
Z.p.
Z.d.
Nederlands
7 stukken
1134. van Onchem, Maria
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1135. de Reyngadt, Maximilien
Brussel
1639
Frans
1 stuk
1136. Rinckens, J.
Z.p.
1640
Nederlands
1 stuk
1137. Smoors, Lambrecht
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1138. Stroobant, G[u]illam
Brussel
1646
Nederlands
1 stuk
1139. de Succa, C.
Leuven
1635
Frans
1 stuk
1140. Tuthoni
Madrid
1646
Nederlands
1 stuk
1141. Vallyn
Z.p.
1646
Nederlands
1 stuk
1142. Valzolio, Joanna Theresia
Heken
1643
Nederlands
1 stuk
1143. vanden Vekene
Antwerpen
1640
Nederlands
1 stuk
1144. Wagemans, G.
Brussel
1645
Nederlands
1 stuk
Religieuze
1129. Meys, Adriaen
Priester van de kapel van het begijnhof van Brussel
1130. van Mockenborch, Greg[orius] Zaakgelastigde
Geestelijke
Ontvanger van Geldenaken
Echtgenote van Adam Vallyn
128
1145. de Walscart, Jenne
Z.p., Brussel
1644, 1647, z.d.
Nederlands
6 stukken
1146. De Witte, Jan
Brussel
1646
Nederlands
1 stuk
Concepten van uitgaande brieven van Catharina de Visscher A. Familie 1147. de Norman, Jacobus
Antwerpen, z.p.
1641, z.d.
Nederlands
2 stukken
1148. van Dam
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1149. van Erp
Antwerpen
1639
Nederlands
1 stuk
1150. de Hertoghe
Z.p.
1644, z.d.
Nederlands
2 stukken
1151. Jensma
Z.p.
1645
Nederlands
1 stuk
1152. Maigares, Charlotte
Z.p.
Z.p.
Nederlands
1 stuk
1153. Onbekende bestemmeling
Z.p.
1642, z.d.
Nederlands
3 stukken
Verwant
B. Zakelijke correspondenten
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stuk betreffende de persoonlijke vorming 1154. Le testament des ivrognes. Gedicht over het leven van een dronkaard. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1155. Gedicht over het ten strijde trekken in de oorlog. Z.p. Z.d. Frans
1 stuk
Stuk betreffende de gezondheid 1156. Kwitantie van Wouter van Reusel, chirurgijn uit Beveren, voor Catharina de Visscher over 200 gulden voor de behandeling van stenen en 100 gulden extra gezondheidsbonus. Z.p. 1634. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het vermogensbeheer 1157. Inventaris van de rentebrieven van Catharina de Visscher. Z.p. 1646. Nederlands
1 stuk
*** Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1444
129
1158. Rekening van Remigius Jensma voor Catharina de Visscher over ontvangsten in 1644, 1645 en 1646. Z.p. 1646. Nederlands 1 katern 1159. Rekening van Catharina de Visscher voor de kinderen van haar broer Joannes Balthazar de Visscher over kosten van haarzelf en van Joannes Balthazar de Visscher in naam van zijn zus Catharina de Visscher. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 1160. Rekening van Catharina de Visscher over ontvangsten van Lambrecht Smoors. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1161. Akte verleden voor notaris Anthonis Jaspars op 3 maart 1635 te Antwerpen waarin Catharina de Visscher haar broer Joannes Balthazar de Visscher en diens echtgenote Cornelia de Norman volmacht geeft om haar goederen, huizen, landen, heiden, weiden, lenen en rentes binnen en buiten Brussel te beheren, verhuren, verpachten en opbrengsten te innen en te herinvesteren mits schriftelijke verantwoordingen. Antwerpen. 1635. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1162. Akte verleden voor notaris Anthoni de Costere te Antwerpen op 16 november 1640 waarin Jean de Fourmentraux ontboden is ten huize van koopman Cantelbeeck waar Mayken Wynants inwoont die voorheen ook inwoonde bij Jean de Fourmentaux en Catharina de Visscher. Antwerpen. 1640. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1163. Akte verleden voor notaris Anthoni de Costere op 26 november 1640 te Antwerpen waarin Remy Coop, lakenkoopman, ten verzoeke van Catharina de Visscher verklaart een houten koffer met textiel te hebben aangeslagen die Marie Wynants, zijn dienstmeid, heeft achtergelaten in zijn huis. Antwerpen. 1640. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1164. Authentieke akte verleden voor notaris Carcelis Loets te Antwerpen op 9 maart 1647 waarin Constantia d’Altuna, vrouwe van Vriessele, verklaart 100 gulden schuldig te zijn aan Joanna Walschaert, begijn in het begijnhof van Brussel. Antwerpen. 1647. Nederlands 1 stuk 1165. Akte verleden voor notaris Soete op 26 maart 1647 waarin diezelfde notaris verklaart in naam van Catharina de Visscher de huur van het huis ‘den Artischocke’ gelegen in de Vuylestraete te Antwerpen te hebben overgemaakt aan verhuurder Peeter van Brensegem. Antwerpen. Antwerpen. 1647. Authentiek afschrift. Z.p. 1647. Nederlands 1 stuk *** Kwitantie van Catharina de Visscher over de sommen van 7 en 6 gulden betaald door van Eertbruggen. Z.p. 1637. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 429
1166. Kwitantie over de kosten uit het huishoudjournaal en staat van inkomsten van Catharina de Visscher voor haar broer Joannes Balthazar de Visscher in de jaren 1639 en 1640. Z.p. 1641. Nederlands 1 katern *** Kwitantie opgemaakt door Joannes Balthazar de Visscher over 83 gulden die hij heeft ontvangen waarvan de helft voor hem en de andere helft voor zijn tante Catharina de Visscher is. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk Bewaard onder nr. 586
1167. Brief van Silvester de Hertoghe aan de Hertoghe, secretaris van graaf de Thilly. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
130
1168. Concept van een memorie betreffende 400 gulden die moeten betaald worden volgens een contract van 5 oktober 1638 en het transport van 23 november 1646. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende Catharina de Visscher als executrice van het testament van Magdalena van Onchem Magdalena van Onchem was een dochter van Franciscus van Onchem en Maria van Meghen. Ze had nog twee zussen Joanna en Maria. Joanna van Onchem was kloosterlinge in Oudergem en Maria van Onchem was begijn in Brussel. Net als haar zus Maria van Onchem en Catharina de Visscher was Magdalena van Onchem verbonden aan het begijnhof van Brussel. Haar testament werd verleden voor notaris van Langenhove op 17 december 1625. Daarin werd Catharina de Visscher aangeduid als executrice. Magdalena van Onchem overleed op 24 oktober 1632. Met de dood van Magdalena bleef Maria van Onchem alleen achter, want eerder was ook Joanna al overleden. Er bestaat tussen de zusjes van Onchem en Catharina de Visscher ook een familiale 318 band via Jacqueline (de) Longin, gehuwd met Antonius Ambrosius van Meghen . Antonius 319 Ambrosius van Meghen en de zusjes van Onchem hadden dezelfde overgrootvader . De moeder van de zusjes van Onchem was eerder gehuwd met Willem van den Dycke, meerbepaald in 1569. Uit dat huwelijk werden twee dochters geboren, Anna en Catharina. Anna huwde eerst met Philips Monet en later met Willem Spruyt. Catharina 320 trouwde met Philippus van Valckenisse en kregen minstens een kind, Philippus junior . 1169. Testament van Magdalena van Onchem verleden voor notaris Van Langhenhove op 17 december 1625 te Brussel. Brussel. 1625. Afschrift. Z.p. z.d. Nederlands 1 stuk 1170. Extract uit het testament van Magdalena van Onchem waarin zij aan vershillende kerken een legaat toekent. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1171. Inventaris van de meubelen en goederen nagelaten door Magdalena van Onchem. Brussel. 1632. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1172. Rekening van Catharina de Visscher over de afhandeling van het sterfhuis van Magdalena van Onchem. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1173. Akten verleden voor notaris Louys Servais te Brussel waarin Maria en Magdalena van Onchem enerzijds en Philippus van Valckenisse anderzijds een akkoorden sluiten betreffende de nalatenschap van Joanna van Onchem. Brussel. 1628, 1630. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
318
We vertekken vanuit Simon (de) Longin, vader van zowel Joannes als Roland (de) Longin. Joannes (de) Longin was de vader van Jacqueline, echtgenote van Antonius Martinus van Meghen. Roland (de) Longin was de vader van Catharina. Catharina (de) Longin huwde met Joannes de Visscher en zij waren de ouders van Catharina de Visscher. De zusjes van Onchem hadden als ouders Franciscus van Onchem en Maria van Meghen. Antonius van Meghen was de zoon van Paul van Meghen. De vaders van Paul en Maria van Meghen waren broers en zonen van Arnold van Meghem en Jacqueline le Poyvre. 319 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 320 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm
131
1174. Akte verleden voor notaris Jan Baptist Bonaerts waarbij, in aanwezigheid van Maria van Onchem, Catharina de Visscher als executrice van het testament van Magdalena van Onchem de goederen en rentes verdeelt die Magdalena en Maria van Onchem in gemeenschappelijke eigendom hadden. Brussel. 1632. Afschrift. Brussel. 1632. Nederlands 1 katern 1175. Akte verleden voor de schepenen van de stad Leuven betreffende een kapitaal van Margaretha van Monchoven ter waarde van 400 gulden ten laste van Lenart du Chaisne. Leuven. 1634. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1176. Onderhandse akte waarin Philippus van Valckenisse verklaart dat Catharina de Visscher, executrice van het testament van zijn tante Magdalena van Onchem, de som van 500 gulden heeft ontvangen die hij schuldig was aan Magdalena en Maria van Onchem uit een obligatie en uitkering van rente. Brussel. 1634. Nederlands 1 stuk 1177. Akte uit het proces tussen Peeter Immeloot enerzijds en Joanna van Onchem anderzijds betreffende twee legaten van elk zes gulden per jaar uit de erfenis van Jehanna Celoffe, schoonmoeder van Immeloot. Z.p. 1635. Afschrift. 1635. Nederlands 1 stuk 1178. Akte verleden voor notaris Antonius Jaspars op 26 februari 1637 waarin Catharina de Visscher haar broer Joannes Balthazar de Visscher machtigt om als haar vertegenwoordiger op te treden bij het uitvoeren van het testament en de uiterste wil van Magdalena van Onchem. Antwerpen. 1637. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1179. Brief van L. Roy aan Leclercq. Bergen.1636. Frans
1 stuk
1180. Memorie betreffende de afhandeling van de legaten nagelaten door Magdalena van Onchem. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk 1181. Memorie ter voorbereiding van het antwoord dat griffier Adrian Meys moet doorsturen uit naam van de kerkmeester aan Catharina de Visscher betreffende de afhandeling van achterstallige rentes na het overlijden van juffrouw van Onchem en haar erfgenamen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1182. Memorie met fagmenten van verschillende stukken betreffende de afhandeling van het sterfhuis van Magdalena van Onchem. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Catharina de Visscher als executrice van het testament van Maria Pipenpoy Maria Pipinpoy was vermoedelijk begijn in het begijnhof van Brussel waaraan ook Catharina 321 de Visscher verbonden was . 1183. Rekening en bewijs van Catharina de Visscher als executrice van het testament van Maria Pipenpoy. Z.p. 1624. Nederlands 1 stuk
321
AdB., de Visscher de Celles, Catharina de Visscher, nrs. 1183-1184.
132
1184. Authentieke akte verleden voor notaris Serstevens waarin Joos Dandeleu en zijn vrouw Anthoinette Joquet enerzijds en Catharina de Visscher als executrice van het testament van Maria Pipenpoy anderzijds optreden betreffende vier legaten nagelaten door Pipenpoy. Brussel. 1624. Afschrift. Z.p. 1634. Nederlands 1 stuk
133
FAMILIE (DE) LONGIN Genealogische stuk familie (de) Longin 1185. Stamdicht ter eeren der wel-edeler godtvruchtiger ioffrovwe Aldegon(de) Longin, vrouwe van Segershoven opgemaakt bij haar intrede in het groot begijnhof van Brussel op 5 juni 1685. Brussel. 1685. Nederlands. Gedrukt. Buiten formaat 1 stuk
Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart Roland (de) Longin was een zoon van Simon (de) Longin en Margaretha Bertholz. Hij was 322 heer van Sint-Ulrikskapelle in het hertogdom Brabant onder de meierij Rode . Filips II nam 323 hem op in de ridderstand op 23 januari 1555 . Roland (de) Longin werd per brief van 17 augustus 1550 benoemd tot president van de Rekenkamer van Brabant. Omwille van zijn jarenlange dienst aan de staat, kreeg Roland 324 (de) Longin jaarlijks, zolang hij leefde een pernsioen 400 ponden 4 groten Vlaams . Roland (de) Longin huwde twee maal. Met zijn eerste echtgenote, Elisabeth de Mons, had hij vermoedelijk zes dochters: Adriana, Margaretha, Maria, Livina, Anna en een ongekende dochter. Ook zijn tweede echtgenote, Anna de Rifflart, schonk hem veel kinderen: 325 namelijk Roland, Willem, Charles, Catharina, Barbara, Boudewijn en Ambrosius . Roland (de) Longin woonde met zijn gezin in Brussel. Samen met zijn tweede echtgenote Anna de Rifflart stichtte Roland (de) Longin het college van Nazareth. Ze zouden ook de stichters zijn van de Augustijnenkerk in Mechelen waar hun 326 wapens het gewelf van de kerk sierden . Hij stierf op 11 maart 1573, zijn tweede echtgenote Anna de Rifflart overleed op 20 januari 1589.
Stukken betreffende Roland (de) Longin als president van de Rekenkamer van Brabant 1186. Beschikkingen van Filips II waarin hij Roland (de) Longin, president van de Rekenkamer van Brabant, omwille van zijn jarenlange dienst aan de staat een jaarlijks pensioen 400 ponden Vlaams toekent. 1571. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken
322
HASQUIN H., Gemeenten van België, deel II, p. 1042. Nobiliaire, p. 1249-1250. 324 AdB., de Visscher de Celles, Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart, nr. 1186. 325 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 326 AdB., de Visscher de Celles, Roland (de) Longin x Elisabeth de Mons xx Anna de Rifflart, nr. 1187. 323
134
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer 1187. Akte verleden voor notaris Hendricus de Asbroeck op 30 maart 1574 te Brussel betreffende de stichting van het godshuis ter ere van Onze-Lieve-Vrouwe Boodschap Nazareth door Anna de Rifflart, weduwe van Roland (de) Longin, waarin hun dochter Barbara (de) Longin woont. Authentiek afschrift door notaris Maurissens. 1574. Afschrift. Brussel. 1610. Nederlands 1 katern
Florentus Albertus (de) Longin x Joanna Rugeley Om de continuïteit van het geslacht (en dus ook de vorming van het archief) te bewaren, moeten we meteen de volgende archiefvormer die het geslacht verderzet, behandelen en dat is Florentus Albertus (de) Longin waarvan door ons wordt aangenomen dat hij de oudste zoon van Roland (de) Longin was. Florentus Albertus’ vader Roland (de) Longin staat in onze genealogie als eerste kind van Roland (de) Longin en Anna de Rifflart. Hij zou dus ook als archiefvormer net na zijn vader volgen. Van Roland (junior) (de) Longin bleef echter geen persoonlijk archief bewaard. Florentus Albertus (de) Longin was een van de acht kinderen van Roland (junior) (de) Longin en Helena van Tournon de Sint-Winnoksbergen. Hij verkreeg -waarschijnlijk via zijn moederde titel van burggraaf van Sint-Winnoksbergen. Florentus Albertus (de) Longin huwde met Joanna Rugeley. Het is niet geweten of ze 327 kinderen hadden .
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer *** Kwitantie van Jaspar de Focaut voor Joannes de Visscher over de som van 51 gulden voor de betaling van textiel en toebehoren aangekocht door de burggraaf (de) Longin. Brussel. 1614. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 23 1188. Kwitantie van Jheronimus van Canerfoy voor Florentus Albertus (de) Longin over de som van 144 gulden voor de aankoop en levering van textiel en toebehoren in 1607 en 1608. Z.p. 1614. Nederlands 1 stuk
Barbara (de) Longin x Jacobus Jacobs xx Jacobus de la Houssière xxx Mathias de Bracque Barbara (de) Longin was een van de acht kinderen van Roland (junior) (de) en Helena van 328 Tournon de Sint-Winnoksbergen . 327 328
members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm
135
Ze huwde vermoedelijk drie keer. Haar echtgenoten waren Jacobus Jacobs, Jacobus de la Houssière en Mathias de Bracque. Met Mathias de Bracque huwde ze in 1629. Voor Mathias de Bracque was het zijn tweede huwelijk. Het echtpaar de Bracque verhuisde naar 329 Valenciennes waar Mathias de Bracque luitenant-kolonel van een burgercompagnie was .
Stukken van algemene aard Concepten van een uitgaande brief van Barbara (de) Longin 1189. Onbekende bestemmeling
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Z.d.
Frans
1 stuk
Ingekomen brief van Mathias de Bracque 1190. Onbekende afzender
Z.p.
Ingekomen brief aan de kanunnik Sint-Goedele, neef van Barbara (de) Longin330 1191. Ostorman, Henrick
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
Catharina (de) Longin x Gio Battista Cioffi Catharina (de) Longin was een van de acht kinderen van Roland (junior) (de) Longin en Helena van Tournon de Sint-Winnoksbergen. Ze huwde met Gio Battista Cioffi (Joannes Baptist) die hoogstwaarschijnlijk Italiaanse roots had. Samen kregen ze vermoedelijk twee kinderen: Alexander en Catharina. 331 Het gezin moet vaak geldproblemen hebben gehad .
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Gio Battista Cioffi 1192. Triest, M.
Brussel
1654
Frans
1 stuk
Vrouwe van Balle
329
AdB., de Visscher de Celles, Barbara (de) Longin x Jacobus Jacobs xx Jacobus de la Houssière xxx Mathias de Bracque, nr. 1191. 330 De naam van de bestemmeling van deze brief is niet gekend. We weten enkel dat hij kanunnik van SintGoedele was. De brief handelt over het overlijden van Barbara (de) Longin. Omdat we de brief niet aan een archiefvormer kunnen toewijzen, maar de inhoud handelt over Barbara (de) Longin, hebben we ervoor geopteerd hem hier onder te brengen. 331 Dit is op te maken uit de brieven die Gio Battista Cioffi stuurde naar verschillende archiefvormers van het deelarchief de Visscher (de Celles).
136
Concepten van uitgaande brieven van Gio Battista Cioffi 1193. Onbekende bestemmeling
Z.p.
1629
Italiaans
1 stuk
1194. Onbekende bestemmeling Gioane
Z.p.
1621
Italiaans
1 stuk
1195. Onbekende bestemmeling Migelangelo
Z.p.
Z.d.
Italiaans
1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijke leven Stukken betreffende de nalatenschap van Carolus (de) Longin 1196. Beschikking van de president van de Rekenkamer in Rijsel voor Gillis Stalins betreffende een advies op een rekest van Gio Battista Cioffi. Rijsel. 1651. Frans 1 stuk
Philippote (de) Longin x Isaac Smekens xx Petrus de Stoppelaere Philippote (de) Longin was een van de acht kinderen van Roland (junior) (de) Longin en Helena de Tournon de Sint-Winnoksbergen. Ze huwde tweemaal: een keer met Isaac Smekens en een keer met Petrus de 332 Stoppelaere .
Stuk van algemene aard Ingekomen brief van Philippote (de) Longin 1197. de Bels
Moeskroen
1654
Nederlands
1 stuk
Willem (de) Longin x Anna (Peeters) van Catz xx Catharina de Crohin Willem (de) Longin was een zoon uit het tweede huwelijk van Roland (senior) (de) Longin met Anna de Rifflart. Willems broer Carolus liet hem volgens zijn testament uit 1609 de heerlijkheid 333 Schiplaken na .
332
members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 333
137
Willem (de) Longin huwde twee maal. Zowel het huwelijk met Anna (Peeters) van Catz als het huwelijk met Catharina de Crohin bleef kinderloos of de kinderen overleden op 334 zeer jonge leeftijd .
Stukken van algemene aard Uitgaande brief van Willem (de) Longin 1198. Onbekende bestemmelinge 335 Nicht
Schiplaken
1619
Frans
1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende de nalatenschap van Willem (de) Longin 1199. Akte verleden voor notaris Lambrecht Turffhoop te Brussel op 27 juli 1654 uit het proces tussen Anna de Visscher en Cornelia de Norman en haar twee zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Anna van Catz, weduwe van Willem (de) Longin, anderzijds betreffende de nalatenschap van Willem (de) Longin. Brussel. 1654. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern
Proces tussen Cornelia de Norman en haar twee zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Anna de Visscher anderzijds *** Stukken uit het proces tussen Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, en haar twee zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Anna de Visscher, haar echtgenoot Juan Gomez Caño en hun zoon Joannes Baptist Caño anderzijds betreffende de verdeling van de sterfhuizen van Carolus en Willem (de) Longin. Z.p. 1616, 1618, 1625, 1626, 1649, 1652, 1654, 1655, z.d. Afschrift. Z.p. 2654, 1655 Nederlands, Frans 1 omslag Bewaard onder nr. 1221
Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige Carolus (de) Longin was een van de zeven kinderen van Roland (senior) (de) Longin en diens 336 tweede vrouw Anna de Rifflart . Via zijn moeder verkreeg hij de titel van heer van Schiplaken en de bijhorende heerlijkheid. Hij moet ook de heerlijkheid Lembeek in zijn bezit hebben gehad, maar verloor die tijdens de oorlogstroebelen in het laatste kwart van de zestiende 337 eeuw . Carolus (de) Longin was gewoon commissaris van aanmonstering en werkte decennia trouw in dienst van de staatsambtenarij. 334
members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm Mogelijk gericht aan Anna de Visscher. 336 members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm 337 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nr. 1209. 335
138
Carolus (de) Longin huwde twee maal. Met zijn eerste echtgenote Isabeau de Hontsocht (gehuwd in 1570) had hij een dochter, Anna (de) Longin, die trouwde met René de Chalon. Anna (de) Longin overleed kinderloos in 1600. Carolus (de) Longin was negen jaar eerder al weduwnaar geworden, want zijn echtgenote Isabeau de Hontsocht overleed op 18 338 februari 1591 . Vermoedelijk hertrouwde Carolus (de) Longin pas na de dood van zijn dochter met Maria de Baronaige, weduwe van Antonius de Lalaing. Dit huwelijk bleef kinderloos. 339 Carolus (de) Longin overleed op 3 mei 1615. Zijn tweede echtgenote was toen nog in leven .
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Carolus (de) Longin A. Familie 1200. du Cellier, Michiel Verwant340
Rijsel
1599
Frans
2 stukken
Spaans
2 stukken
B. Zakelijke correspondent 341
1201. Masi, Cosme
Doornik, Asper 1583
Minister van Staat en Oorlog
Stukken betreffende Carolus (de) Longin als gewoon commissaris van aanmonstering 1202. Rekening van Carolus (de) Longin over de kosten gemaakt bij de inspectie van de Duitse 342 infanteriecompagnieën . Z.p. 1573. Frans 1 katern 1203. Rekening over de onkosten verbonden aan de functie van commissaris generaal van monstering. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1204. Rekening over de aanmonstering van een infanteriecompagnie van tweehonderd soldaten en veertien officieren ter ondersteuning van de Waalse volk. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1205. Rekening over de monstering van een infanteriecompagnie van 214 personen ter ondersteuning van het Waalse volk. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
338
AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nr. 1217. members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171214. 340 Michel du Cellier spreekt Carolus (de) Longin met neef aan, maar hun familiale band is niet duidelijk. 341 Cosme Masi was particulier secretaris van Alexander Farnese sedert 1568. Tussen 1580 en 1592 nam hij het ambt van minister van Staat en Oorlog (secretario de estado y guerra) op zich. Tot 1595 bleef hij belast met de administratie in de Lage Landen. Vanwege zijn trouwde dienst ontving hij twee hertogdommen. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 272. 342 Tijdens de Tachtigjarige Oorlog was de Duiste infanterie verdeeld in regimenten die gewoonlijk uit tien compagnieën bestonden. Iedere compagnie telde in die tijd driehonderd manschappen. PARKER G., Het Spaanse Leger in de Lage Landen, p. 260. 339
139
1206. Memorie betreffende de vergoeding van de officieren en soldaten van de aartsbisschop van Keulen, keurvorst van het Heilig Rijk, bisschop van Luik en hertog van (Beide) Beieren. Brussel. 1583. Frans 1 stuk 1207. Vertaling van een verslag betreffende de reacties van de stadsmagistraat van Hamburg op bevelen van de hertog van Parma. Z.p. Z.d. Spaans 1 stuk 1208. Vonnis van de Geheime Raad uit het proces tussen Jehan Buisegnies, ontvanger-generaal van de bede in Henegouwen, en Carolus (de) Longin, gewoon commissaris voor aanmonstering betreffende de som van 12 000 gulden die Carolus (de) Longin zijn toegekend als onkostenvergoeding. Brussel. 1610. Frans. Perkament 1 stuk *** Beschikkingen van Filips II waarin hij Roland (de) Longin, president van de Rekenkamer van Brabant, omwille van zijn jarenlange dienst aan de staat een jaarlijks pensioen 400 ponden Vlaams toekent. 1571. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken Bewaard onder nr. 1186
1209. Rekest van Carolus (de) Longin aan de thesaurier-generaal en commiezen van Financiën waarin hij vraagt hem te vergoeden voor een jaar werkzaamheden. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1210. Rekest van Carolus (de) Longin, gewoon commissaris, aan de thesaurier-generaal en de commiezen van Financiën waarin hij vraagt de Staten van Brabant aan te zetten de buitengewone belastingen te betalen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1211. Rekest van Carolus (de) Longin aan de aartshertogen waarin hij verzoekt om een snelle betaling van vijf jaar en vijf maanden gage. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1212. Memorie betreffende financiële steun aan de overheid. Z.p. Z.d. Spaans
1 katern
Stukken betreffende de bevrijding van de soldaten van de Spaanse armada onder leiding van graaf de Medina Sidonia 1213. Kwitantie van Francis Walsyngham, gezant van Elisabeth I voor Carolus (de) Longin over het losgeld betaald voor de bevrijding van Spaanse gevangenen in Londen. Z.p. 1589. Engels 1 stuk 1214. Lijst opgemaakt door Carolus (de) Longin voor Filips II van de namen van de Spaanse en andere soldaten en mariniers van de koninklijke armada onder leiding van graaf de Medina Sidonia, kapitein-generaal, gevangen genomen in Engeland en door Carolus (de) Longin in opdracht van de hertog van Parma zijn bevrijd. Z.p. 1589. Spaans . Buiten formaat. 1 band 1215. Verslag over de betaling van het losgeld voor Spaanse soldaten in opdracht van Carolus (de) Longin, in naam en op bevel van Alexander Farnese, hertog van Parma, met kwitanties van Thomas Cotteels, Juan Hidalgo en Juan de Vera. Z.p. 1590. Spaans, Frans 1 stuk
140
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer *** Renteboek van Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans. Buiten formaat
1 band
Bewaard onder nr. 1332
*** Register van de rentes in het bezit van Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands. Buiten formaat
1 band
Bewaard onder nr. 1333
Stukken betreffende het huwelijk van Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht 1216. Akte verleden voor notaris Molijn op 29 november 1608 te Brussel waarbij Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht hun huwelijksvoorwaarden bepalen. Authentiek afschrift. Brussel. 1608. Frans 1 katern
Stukken betreffende de nalatenschap van Carolus (de) Longin Stukken betreffende het testament van Carolus (de) Longin 1217. Testament van Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht verleden voor notaris Marcq op 31 maart 1589 te Brussel. 1589. Authentiek afschrift. Brussel. 1601. Frans 1 katern 1218. Codicil verleden voor notaris Jan De Donckere te Brussel op 27 maart 1609. Brussel. 1609. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1219. Extract uit het testament van Carolus (de) Longin verleden in 1609. Authentiek afschrift. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk *** Extract uit het besloten testament van wijlen Carolus (de) Longin door hem neergelegd bij notaris J. De Donckere te Brussel in 1609 en door dezelfde notaris geopend in het bijzijn van getuigen in 1615. Z.d. Authentiek afschrift. Nederlands 1 stuk *** Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 179.
Stukken betreffende de afhandeling van de nalatenschap van Carolus (de) Longin 1220. Akte verleden voor notaris J. De Donckere op 15 maart 1616 Brussel waarin Florentus Albertus (de) Longin, burggraaf van Sint-Winnoksbergen, en Fernando Zuero, in naam van de erfgenamen van Carolus (de) Longin verklaren dat ze de rekeningen van de nalatenschap van Carolus (de) Longin hebben gesloten en dat ze notaris De Donckere machtigen om deze voor te leggen aan de wethouders van Brussel. 1616. Afschrift. Z.p. 1616. Nederlands, Frans 1 omslag
141
Proces tussen de Cornelia de Norman en haar twee zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Anna de Visscher anderzijds De erfenis van Carolus (de) Longin, overleden op 3 mei 1615, bevatte het hof van plaisantie Schiplaken, een stenen huis met water omgeven. Het lag in een domein met schuren, een boerderij, bijgebouwen en vee. Carolus (de) Longin had het domein nog uitgebreid. Schiplaken strekte zich uit over de parochies Hever en Elewijt. Carolus (de) Longin had Schiplaken van zijn ouders geërfd en liet het volgens zijn testament verleden voor notaris Jan de Donckere op 27 mei 1609 na aan zijn broer Willem (de) Longin. Voorwaarde was wel dat Willem (de) Longin het voornoemde goed Schiplaken niet verkocht. Stierf Willem (de) Longin zonder wettige nakomelingen, dan bepaalde het testament van Carolus (de) Longin dat Schiplaken in handen zou komen van Joannes Balthazar de Visscher, de zoon van Carolus’ en Willems zus Catharina. Joannes Balthazar de Visscher was dan wel verplicht om direct na de dood van Willem (de) Longin aan de zes kinderen van wijlen Roland (de) Longin, broer van Carolus, en aan zijn twee zussen Anna en Catharina de Visscher eenmalig de som van 20 000 gulden te betalen (iedereen kreeg dus 343 een achtste deel van die som) . Willem (de) Longin overleed op 30 juni 1624 zonder kinderen. Joannes Balthazar de Visscher erfde Schiplaken en voldeed de 20 000 gulden aan de andere erfgenamen van Willem (de) Longin. Anna de Visscher ging er echter niet mee akkoord dat Joannes Balthazar de Visscher het goed Schiplaken kreeg inclusief de gronden die Carolus (de) Longin tijdens zijn leven had gekocht en eraan had toegevoegd. Volgens Anna de Visscher had Joannes Balthazar er enkel recht op in de staat zoals Carolus (de) Longin de heerlijkheid oorspronkelijk had geërfd, dat wil zeggen zonder de gronden die Carolus (de) Longin er tijdens zijn leven had bijgekocht. Cornelia de Norman betwistte dit op basis van interpretaties van het testament van Carolus (de) Longin waaruit zou blijken dat de gekochte goederen onder de toebehoren van Schiplaken konden gerekend worden en dus toebehoorden aan wijlen haar man Joannes Balthazar de Visscher. Roland (de) Longin, enige levende broer van Willem (de) Longin, dacht echter dat hij enige erfgenaam was van de onroerende goederen van Willem (de) Longin en dat de weduwe van Willem (de) Longin, Anna (Peeters) van Catz, enige erfgename zou zijn 344 van de roerende goederen . Bovendien liet de afhandeling van het sterfhuis van Willem (de) Longin op zich wachten. Daarvoor lag Anna de Visscher in proces met van der Laen omdat deze laatste noch de staat noch de inventaris van het sterfhuis van Willem (de) Longin had opgemaakt alhoewel hij reeds lange tijd overleden was. Uiteindelijk was Anna de Visscher genoodzaakt het proces te stoppen omdat van der Laen het vonnis niet uitvoerde. Daarnaast poogde Anna de Visscher het erfenisdeel dat wijlen Catharina de Visscher toekwam uit de erfenis van Carolus (de) Longin af te snoepen van de kinderen van wijlen Joannes Balthazar de Visscher onder voorwendsel dat de erfenis van Carolus (de) Longin een fideï-commis was. Anna de Visscher werd bij de procesvoering eerst bijgestaan door Juan Gomez Caño en later door haar zoon Jan Baptist Caño. Het zullen uiteindelijk Cornelia de Norman en haar zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher zijn die het proces stopzetten in 345 1654 . 1221. Stukken uit het proces tussen Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, en haar twee zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Anna de Visscher, haar echtgenoot Juan Gomez Caño en hun zoon Joannes Baptist Caño anderzijds betreffende de verdeling van de sterfhuizen van Carolus en Willem (de) Longin. Z.p. 1616, 1618, 1625, 1626, 1649, 1652, 1654, 1655, z.d. Afschrift. Z.p. 2654, 1655 Nederlands, Frans 1 pak
343
AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 344 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219. 345 AdB., de Visscher de Celles, Carolus (de) Longin x Isabeau de Hontsocht xx Maria de Baronaige, nrs. 12171219.
142
Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani Margaretha (de) Longin was de dochter en een van de vermoedelijk vijf kinderen van Laurent (de) Longin en Maria van Heyleweegh. Ze huwde met Jeronimus Scribani, een luitenant346 kolonel in dienst van de Spaanse vorst . Margaretha (de) Longin was op het ogenblik van haar dood op 26 septmber 1632 reeds weduwe. Joannes Balthazar de Visscher was samen met Jeronimus de Quesnoy, ridder en oud-burgemeester van Brussel, executeur van het testament van Margaretha (de) Longin. Ze ligt begraven in de grote kerk in Halle voor het kapelletje van Jezus in het koor van het 347 mirakuleuse beeld van Onze-Lieve-Vrouw .
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende de persoonlijke vorming 1222. Nota betreffende het advies dat de keizer bij de paus heeft ingewonnen om de pest te bestrijden. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het vermogensbeheer Stukken betreffende de nalatenschap van Margaretha (de) Longin Stukken betreffende het testament van Margaretha (de) Longin 1223. Extracten uit het testament van Margaretha (de) Longin, weduwe van Jeroniums Scribani, verleden op 21 september 1632. Afschrift. Z.p. 1632, 1634. Nederlands 3 stukken
Briefwisseling betreffende de nalatenschap van Margaretha (de) Longin 1224. Brieven van Augustus Richardt, rector van de Sociëteit Jezus in Halle, voor Jeronimus de Quesnoy en Joannes Balthazar de Visscher, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin. Z.p., Halle. Z.d., 1632-1633. Frans 3 stukken Met kwitantie van Anna Thoms voor de Quesnoy en Joannes Balthazar de Visscher, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over 600 gulden voor het ornament van haar graf. Z.p. 1634.
1225. Brief van Jacobus (de) Longin voor Jeronimus de Quesnoy, executeur van het testament van Margaretha (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Met verklaringen van Willem (de) Longin en Magdalena van den Driessche over de afhandeling van het sterfhuis van Margaretha (de) Longin waarvan hun kinderen Jacobus en Philippus (de) Longin erfgenamen zijn. Z.p. 1634.
1226. Brieven van Joannes Van Dam aan Jeronimus de Quesnoy en Joannes Balthazar de Visscher, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin. Antwerpen. 1634. Nederlands 2 stukken 1227. Brief van G. Cordwanier voor Joannes Balthazar de Visscher en Jeronimus de Quesnoy, de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin. Halle. 1635. Frans 1 stuk 346 347
members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/jvdbiest/idxl.htm AdB., de Visscher de Celles, Margaretha (de) Longin x Jeronimus Scribani, nrs. 1223-1257.
143
1228. Brief van De Brouwer voor Jeronimus de Quesnoy, executeur van het testament van Margaretha (de) Longin. Antwerpen. 1635. Nederlands 1 stuk 1229. Brief van Conradus de Gaure voor Jeronimus de Quesnoy, executeur van het testament van Margaretha (de) Longin. Halle. 1636. Frans 1 stuk 1230. Brief van Philippus (de) Longin voor zijn moeder Magdalena van den Driessche. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de afhandeling van de nalatenschap van Margaretha (de) Longin 1231. Inventaris van de meubelen en voorwerpen in het woonhuis van Margaretha (de) Longin opgemaakt in opdracht van Jeronimus de Quesnoy en Joannes Balthazar de Visscher, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1632. Nederlands 1 katern 1232. Inventaris van de rentes en goederen gevonden in het sterfhuis van Margaretha (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1233. Inventaris van de rentes, obligaties en het geld van Margaretha (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1234. Rekeningen van Joannes Balthazar de Visscher en Jeronimus de Quesnoy, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over de verdeling van de goederen van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1635 Nederlands 3 stukken 1235. Adviezen betreffende erfeniscasussen over de nalatenschap van Margaretha (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1236. Adviezen betreffende het adviezen over de uitvoering van het testament van Margaretha (de) Longin. Brussel. 1634. Nederlands 1 stuk 1237. Akten waarin de meier, baljuw en schepenen van Halle, Anthoine de Werimont, baljuw van Halle, en Jan van Bellingen machtigen om de rentes te mogen innen gelegateerd door Margaretha (de) Longin. Halle, z.p. 1634, 1635. Nederlands 2 stukken *** Onderhandse akte waarin Willem (de) Longin en Magdalena van den Driessche verklaren dat hun kinderen Jacobus en Philippus (de) Longin erfgenamen zijn van Maragretha (de) Longin. Z.p. 1634. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 1225
1238. Onderhandse akte waarin A. van Eede verklaart de obligatie te hebben gezien ondertekend door Anthonie du Carm op 19 juni 1617 ten behoeve van wijlen Margaretha (de) Longin. Brussel. 1635. Nederlands 1 stuk
144
1239. Verklaring van Jacobus (de) Longin, erfgenaam van wijlen Margaretha (de) Longin, echtgenote van luitenant-kolonel Scribani, waarin hij bekent dat de executeurs van het testament van Maragaretha (de) Longin pater Fredericus Beijens, priester van de Sociëteit Jezus in Halle en procurator van de provincie, eenmalig 200 gulden mogen kwijtschelden uit de erfelijke rente ter waarde van jaarlijks 100 gulden die de voornoemde Beijens schuldig is volgens de obligatie van pater Antonius du Carne ten behoeve van de erfgenamen van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1635. Nederlands 1 stuk 1240. Extracten uit het register van de rentmeesters van Brussel over verscheidene rentes gelegateerd door Margaretha (de) Longin. Brussel. 1634, 1635. Nederlands 3 stukken 1241. Stukken betreffende de afhandeling van het sterfhuis van Margaretha (de) Longin en de desbetreffende adviezen. Brussel, z.p. 1634, z.d. Nederlands 6 stukken 1242. Stukken betreffende Antonius Martinus van Meghen als vader van Jacobus en Ambrosius van Meghen gauthoriseerd is jaarlijks 50 rijnsgulden te ontvangen gelegateerd door Margaretha (de) Longin als onderhoud van zijn twee kinderen. Brussel. 1634. Authentiek afschrift. Z.p. 1634. Nederlands 2 stukken 1243. Stukken betreffende de opbrengsten uit gronden te Grimbergen als betaling van de opvoeding van de minderjarige kinderen van Catharina de Scrapere. Brussel, z.p. 1634, 1635. Nederlands 2 stukken *** Kwitantie van Margaretha (de) Longin voor Andreas de Riet, procurator van het college der Sociëteit Jezus in Brussel over 75 gulden. Brussel. 1631. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 561
1244. Kwitantie van Willem Langerdonck, rector van de Sociëteit Jezus te Halle, over 30 gulden voor de armentafel naar aanleiding van het overlijden van Margaretha (de) Longin. Halle. 1632. Nederlands 1 stuk 1245. Kwitantie van de kapelaan van de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Halle voor Joannes Balthazar de Visscher over 5 gulden als vergoeding voor het opdragen van missen ter nagedachtenis van Margaretha (de) Longin mee te bekostigen. Halle. 1632. Latijn, Frans 1 stuk 1246. Kwitantie van Bruijne voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over de betaling van de executeurs voor de levering van kaarsen. Z.p. 1633. Nederlands 1 stuk 1247. Kwitantie van Magdalena van den Driessche en Willem (de) Longin, ouders van Jacobus (de) Longin, voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over de ontvangst van het zilverwerk nagelaten door Margaretha (de) Longin. Brussel. 1633. Nederlands 1 stuk 1248. Kwitanties van Willem (de) Longin en Magdalena vanden Driessche, ouders van Jacobus (de) Longin, voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over geldsommen als onderhoud van hun zoon. Brussel. 1634. Nederlands 2 stukken *** Kwitantie van Anna Thoms voor de Quesnoy en de Visscher, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over 600 gulden voor het ornament van haar graf. Z.p. 1634. Nederlands 3 stukken Bewaard onder nr. 1224
145
1249. Kwitantie van Jacobus Terinus van de Sociëteit Jezus in Antwerpen voor executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over de rente van 75 gulden ten laste van de Sociëteit Jezus in Antwerpen ten voordele van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1634. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1250. Kwitanties van de priorij van het klooster van Sint-Agnetten en Willem Aerents, aartsdiaken in de kathedraalkerk, te Gent voor Joannes Balthazar de Visscher en Jeronimus du Quesnoy, executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over de eenmalige som van 400 rijnsgulden en 50 gulden uit de nalatenschap van Maragaretha (de) Longin. Z.p. 1634. Nederlands. Een stuk met opgeplakt zegel 2 stukken 1251. Kwitantie van Martinus Berckmans voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over de uitkeringen die hij heeft ontvangen. Z.p. 1635. Nederlands 1 stuk 1252. Kwitanties van de Cranendonck voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin over de sommen die hij heeft ontvangen uit het legaat van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1635. Z.d. Nederlands 2 stukken 1253. Kwitantie van de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin voor pater Fredericus Bayens, procurator van provincie van de Sociëteit Jezus, over ontvangsten uit rentes gelegateerd door Margaretha (de) Longin. Z.p. 1635. Nederlands 1 stuk 1254. Kwitanties over de afhandeling van het sterfhuis van Margaretha (de) Longin. Z.p. 1635. Nederlands 1 stuk 1255. Kwitanties van Conradus de Gaure, rector van het college van de Sociëteit Jezus in Halle, over de uitkeringen van een rente gelegateerd door Margaretha (de) Longin. Halle. 1635. Nederlands, Frans 7 stukken 1256. Kwitanties van Jan van Bellinghem, gemachtigd door de baljuw, meier en schepenen van Halle, voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over de som van 400 rijnsgulden die hij van de voornoemde executeurs voor het aflossen van een rentes gelegateerd door Margaretha (de) Longin. Brussel. 1635. Nederlands 3 stukken 1257. Kwitanties van Guilielmus de Wael, rector van het college der Sociëteit Jezus, voor de executeurs van het testament van Margaretha (de) Longin, over het ontvangen van uitbetalingen van erfelijke rentes uit een legaat van wijlen Margaretha (de) Longin. Brussel. 1635. Nederlands 2 stukken
146
FAMILIE DE NORMAN
Jacobus de Norman x Jossina de Seclyn Jacobus de Norman werd geboren als een van de vijf kinderen en twee zonen van Franciscus de Norman en Joanna (de) Salaert. Jacobus de Norman was heer van Oxelaere, SintAldegonde, Kerrebroeck en van Walle. Op 12 oktober 1630 werd hij tot ridder verheven per brief van Filips IV. Hij was schepen van de stad Gent. Jacobus de Norman huwde op 13 juli 1614 met Jossina de Seclyn. Ze kregen samen zeven kinderen: Guido, Ignatius, Philippus Franciscus, Charlotte Isabeau, Margaretha, 348 Adriana en Gilles of Aegidius . Er bestaat onzekerheid over wie het oudste kind was. In de meeste stambomen staat Jacobus de Norman als tweede zoon en tweede oudste kind vermeld, na zijn broer Philippus die jezuiët was. Het feit dat de twee zonen als eerste in de stamboom worden vermeld voor hun drie zussen, kan er op wijzen dat zij weldegelijk de oudste waren, maar evenzeer kan dit het gevolg zijn van de patriarchale visie die de meeste genealogische werken volg(d)en.
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven van Jacobus de Norman 1258. du Cellier, Ingelbert
Roeselare
1634, 1638
Frans
2 stukken
1259. Stalins, Gillis
Ieper
1641, 1643
Nld., Fr.
2 stukken
Stukken betreffende openbare functies van Jacobus de Norman 1260. Aanbevelingsbrieven voor de voordracht van Jacobus de Norman als eerste schepen bij de volgende verkiezingen van de bank van de Keure of de Gedele in Gent. Z.p. Z.d. Frans 6 stukken
Guido de Norman Guido (Guy) de Norman was een van de zeven kinderen van Jacobus de Norman en Jossina de Seclyn. Over zijn professioneel en persoonlijk leven is weinig geweten. Vermoedelijk stierf 349 hij in Italië, op een onbekend tijdstip .
348 349
Nobiliaire, p. 1455. Nobiliaire, p. 1455.
147
Stuk van algemene aard Uitgaande brief van Guido de Norman 1261. Onbekende bestemmeling
Gent
1646
Latijn
1 stuk
Cornelia de Norman x Carolus van der Zype (xx Joannes Balthazar de Visscher) Toen Cornelia de Norman op 29 mei 1623 trouwde met Joannes Balthazar de Visscher, was dat voor haar het tweede huwelijk. Eerder was ze in de echt verbonden geweest met Carolus van der Zype, zoon van Joannes van der Zype en Margaretha van (der) Meere. Hij had nog twee broers, Willem en Jacobus en een zus Maragretha. Carolus van der Zype bezat een hof 350 van plaisantie in Latem en onroerende eigendommen in de streek rond Gent en Gent zelf . Het huwelijkscontract van Cornelia de Norman en Carolus van der Zype dateert van 20 juni 1620. Vermoedelijk woonden ze in de Drabstraat in Gent. Het huwelijksgeluk was van korte duur. Carolus van der Zype overleed nog geen jaar later op 8 mei 1621 zonder kinderen 351 na te laten .
Genealogische stukken 1262. Nota met de namen van telgen uit de families van der Zype en van (der) Meere. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stukken betreffende het vermogensbeheer Stukken betreffende de voorhuwelijkse jaren van Carolus van der Zype 1263. Vonnis van de Raad van Vlaanderen uit het proces tussen Margaretha van (der) Meere en Carolus van der Zype tegen de burgemeester en schepenen van Aalst. Gent. 1610. Nederlands 1 stuk Met stuk uit het proces tussen Margaretha van (der) Meere, weduwe van Joannes van der Zype, en haar zoon Carolus van der Zype enerzijds en Knockaert anderzijds over twee jaren achterstallige pacht. Gent. 1610.
1264. Reglement voor de betaling van rentes op de imposten. Z.p. 1613. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
350
Nobiliaire, nr. 1455. AdB., de Visscher de Celles, Cornelia de Norman x Carolus van der Zype, nrs. 1266-1274. 351 AdB., de Visscher de Celles, Cornelia de Norman x Carolus van der Zype, nrs. 1266-1274.
148
Huwelijksjaren 1265. Akte verleden voor notaris Flourent op 3 februari 1614 waarin Gillis van (der) Meere, gehuwd met Margaretha van der Zype, Carolus van der Zype de tafelkosten van Margaretha van (der) Meere, schoonmoeder van Gillis van (der) Meere en moeder van Carolus van der Zype, kwijtscheldt die hij de voornoemde Gillis van (der) Meere zou of zal moeten betalen. Z.p. 1614. Authentiek afschrift. Gent. 1622. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende nalatenschappen Stuk betreffende de nalatenschap van Philippus de Gruutere *** Akte waarin de erfgenamen van Philippus de Gruutere overgaan tot de verdeling van zijn sterfhuis. Z.p. 1589. Nederlands 1 katern Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 183.
Stukken betreffende de nalatenschap van Carolus van der Zype 1266. Inventaris van de goederen uit het sterfhuis van Carolus van der Zype, overleden op 8 mei 1621. Z.p. 1622. Nederlands 1 katern 1267. Inventarissen van de gronden, huizen en rentes behorende tot het sterfhuis van wijlen Carolus van der Zype. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 1268. Rekening van de liquidaties tussen Cornelia de Norman, weduwe van Carolus van der Zype, enerzijds en de erfgenamen van Carolus van der Zype anderzijds. Z.p. 1621. Nederlands 1 katern 1269. Rekening van de verdeling van de achterstallige pachten en uitkeringen van rentes uit het sterfhuis van wijlen Carolus van der Zype tussen Cornelia de Norman, weduwe van Carolus van der Zype, enerzijds en de erfgenamen van Carolus van der Zype anderzijds. Z.p. 1622. Nederlands 1 katern 1270. Akte betreffende het advies over de nalatenschap van Carolus van der Zype op basis van het huwelijkscontract gesloten met Cornelia de Norman op 20 juni 1620 en de liquidatie van 19 april 1604 tussen Carolus van der Zype en zijn moeder Margaretha van (der) Meere. Gent. 1621. Nederlands 1 stuk 1271. Akte verleden voor notaris Jan Flourent op 17 februari 1622 te Gent waarin Gheeraert vanden Eechaute, en Janneken vanden Zande, oudecleercoopers in Gent, verklaren de wollen stoffen en het linnen in het huis van van der Zype in de Drabstraat in Gent en gehuurd door advocaat Voussier, te schatten op twee ponden Vlaams. Gent. 1622. Nederlands 1 stuk 1272. Akte waarin Cornelia de Norman, weduwe van Carolus van der Zype, enerzijds en Jacobus van der Zype, broer van wijlen Carolus van der Zype, en Gillis van (der) Meere, echtgenoot van Margaretha van der Zype, zus van de voornoemde Jacobus en wijlen Carolus, anderzijds het sterfhuis van Carolus van der Zype afhandelen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
149
1273. Akte waarin de erfgenamen van Margaretha van (der) Meere verklaren 300 ponden groten Vlaams te hebben gelicht van Cornelia de Norman, weduwe van Carolus van der Zype, die wijlen Carolus van der Zype van zijn moeder Margaretha van (der) Meere in bewaring had gekregen. Z.p. Z.d. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1274. Stukken betreffende de afhandeling van het sterfhuis van Carolus van der Zype. Z.p. 1621. Afschrift. Z.p. 1641, z.d. Nederlands 4 stukken
150
FAMILIE DE BACKERE-DE LA TOUR
Margaretha de Backere x Nicolaas de la Tour Margaretha de Backere en haar man Nicolaas de la Tour zijn de vreemde eenden in de bijt. Ze hebben geen aanwijsbare connecties met de familie de Visscher, (de) Longin of de Norman, maar onderhielden wel nauwe contacten met de de Visschers, vooral Willem Benedictus de Visscher. Margaretha de Backere sprak hem in haar brieven dan ook aan als 352 neef . Margaretha de Backere was een zeer vrome vrouw. Vooral na de dood van haar man leidde ze een zeer godsvruchtig leven. Ze zou meerdere mirakels hebben verricht en haar omgeving heeft dan ook verwoede pogingen ondernomen om haar heilig te laten verklaren. Buiten de wonderlijke exploten van Margaretha de Backere is er over haar en haar man zo 353 goed als niks geweten . 354 Margaretha de Backere overleed in 1658. Wanneer haar man stierf is onbekend .
Stukken van algemene aard Ingekomen brieven Margaretha de Backere A. Familie 1275. Delamotte, M.L.
Kerkhove
1658, z.d.
Frans
6 stukken
1276. de François, F.
Kassel
1650
Nederlands
1 stuk
1277. du Freye, E. Neef
Onleesbaar
1655
Nederlands
1 stuk
1278. van Ha(e)s(e)brouck, Gillis Norbert
Ieper, z.p.
1647, 1648, z.d.
Nederlands
4 stukken
1279. van Honde(r)ghem, Anna
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1280. van Lake, Margaretha
Gent, z.p.
1657, z.d.
Nederlands
5 stukken
1281. Lauwereyns, Loyse
Gent
1657, 1658, z.d.
Fr., Ndl.
5 stukken
1282.de Norman, Adriana
Gent
1658
Nederlands
1 stuk
Oudenaarde
1657
Nederlands
1 stuk
Nicht
Neef, kanunnik en pastoor
Nicht
1283. vanden Velde, Anna F. Nicht
352
AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nrs. 628 en 646. AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nrs. 1275-1318. 354 AdB., de Visscher de Celles, Willem Benedictus de Visscher, nrs. 1275-1318. 353
151
1284. vanden Velde, Joanna Theresia
Z.p.
1658
Nederlands
2 stukken
Brussel
1657
Nederlands
1 stuk
Kassel
1651, 1654
Frans
2 stukken
1287. Zannequin, Catharina
Oudenaarde
1657, 1658
Frans
2 stukken
1288. (onbekend), Theresia
Gent
1656-1658, z.d.
Frans
5 stukken
Z.p., Branden
1655, 1656, 1658, z.p.
Nederlands
6 stukken
1290. Ximenez d’Aragon, Maria
Z.p.
1657
Nederlands
1 stuk
1291. de Bevere, Isabeau
Z.p.
1657
Nederlands
2 stukken
1292. de Brochorst, A.F.
Gent
1656, 1657
Fr., Ndl.
3 stukken
1293. de Cordes, Louise
Pon
1637
Frans
1 stuk
Nicht
1285. de Visscher, Willem Benedictus Neef
1286. de Wulf, Jenne Nicht
Nicht
B. Zakelijke correspondenten 1289. Ximenez d’Aragon, Joanna Doña
Priorin
1294. de Croix, Anna
Brouwane, z.p. 1656, z.d.
Frans
5 stukken
1295. de Crombrugge, J.M.
Gent
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1296. David, Joannes
Oudenaarde
1655
Nederlands
1 stuk
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1298. Everwijn, L.
Kortrijk, z.p.
1657, z.d.
Nederlands
2 stukken
1299. van Hole, Cathelijne
Gent
1657
Nederlands
1 stuk
1300. de Lalaing, T.
Sint-Omaars
1659
Frans
1 stuk
1301. de Lezenne, Agnes
Z.p.
Z.d.
Frans
1 stuk
1302. van (der) Meere, A.P.
Brouwane, 1655-1658, Watervliet, z.p. z.d.
Frans
7 stukken
1303. de Merode de Mariekerke, Claude
Steenvoorde, z.p.
1655-1657, z.d.
Frans
16 stukken
1304. Morel dit d’Angry
Oudenaarde
1655
Nederlands
1 stuk
1305. Rodrigues, M.
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1306. Scholliers, Anna
Z.p.
1655
Nederlands
1 stuk
Pastoor van Oudenaarde
1297. van Ellen, Maria Geestelijke
Vrouwe van Steenvoorde
152
1307. de Thouaert, M.C.
Gent
1654
Frans
1 stuk
1308. Triest, M.
Gent
1657, 1658, z.d.
Frans
3 stukken
1309. Verreycken, M.T.
Gent, z.p.
1655-1658, z.d.
Ndl., Fr.
12 stukken
1310. Volvarens, Maria
Ieper
1658
Nederlands
1 stuk
1311. Onbekende afzender
Trazegnies
1685
Frans
1 stuk
1312. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1313. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
1314. Onbekende afzender
Z.p.
Z.d.
Nederlands
1 stuk
Vrouwe van Balle
Geestelijke
Concepten van uitgaande brieven van Margaretha de Backere A. Familie 1315. van Ha(e)s(e)brouck Gillis Norbert
Brussel, z.p.
1657, z.d.
Nederlands
2 stukken
Z.d.
Frans
1 stuk
Neef, kanunnik en pastoor van Ieper
1316. Onbekende bestemmelinge
Brussel
Nicht
B. Zakelijke correspondenten 1317. Onbekende bestemmelinge
Brussel, z.p.
Z.d.
Nederlands
3 stukken
1318. Onbekende bestemmelinge
Brussel
Z.p.
Nederlands
1 stuk
Stukken betreffende het persoonlijk leven Stuk betreffende de gezondheid 1319. Recept voor een remedie tegen graviel ende obstructien. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
153
NIET TE DETERMINEREN ARCHIEFVORMERS Stukken van algemene aard Ingekomen brieven 1320. Brief van H. Situe aan onbekende raadsheer Frans
355
. Z.p. 1606. 1 stuk
1321. Frans
Brief van van der Zype aan onbekende bestemmeling. Mechelen. 1622. 1 stuk
1322. Frans
Brief van Jan de Bacquere aan zijn neef Nicolas vanden Terre. Valenciennes. 1627. 1 stuk 356
1323. Brief van onbekende afzender aan onbekende bestemmeling. Kortrijk. 1652 . Frans 1 stuk
Stuk betreffende het persoonlijk leven Stuk betreffende het vermogensbeheer 1324. Lijst van het eikenhout gebruikt bij de bouw van een loge voor de heer van Schiplaken. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 357
1325. Kwitantie voor W[illem] de Steenhuys etenswaren. Z.p. Z.d. Nederlands
355
voor het betaling van de rekening voor diverse 1 stuk
In dit stuk wordt gesproken over ‘mijnheer de Visscher’, maar omdat gezien de datum zowel Joannes de Visscher als zijn zoon Joannes Balthazar in aanmerking komen als archiefvormer en de inhoud van het stuk geen uisluitsel, opteren we ervoor het stuk onder ‘niet te determineren archiefvormers’ te plaatsen. 356 In de inhoud van deze brief worden zowel Cornelia de Norman als een ‘mijnheer Caño’ vermeld. 357 Willem de Steenhuys (+30.04.1638) is de echtgenoot van Margaretha de Gottignies (+15.11.1644). Margaretha de Gottignies is op haar beurt de dochter van Lancelot de Gottignies en Anna van der Laen. Ze is dus de zus van Augustinus de Gottignies. Willem de Steenhuys en Catharina de Gottignies zijn de oom en tante van Catharina Margaretha de Gottignies, dochter van Augustinus de Gottignies en Margaretha Verreycken. Deze Catharina Margaretha de Gottignies huwde met Joannes Balthazar de Visscher de Celles. Nobiliaire, p. 844.
154
II. STUKKEN BETREFFENDE HET GOEDERENBEHEER
II.1. Stukken betreffende onroerende goederen ONBEPAALDE OF DIVERSE PLAATSEN
Stukken betreffende het beheer 1326. Rekening van Joannes de Visscher voor zijn zoon Joannes Balthazar overt de pachtschuld van Laureijs Abeels voor de jaren 1609-1611. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1327. Rekening van rentmeester Jan Bogaerts voor Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, over de ontvangsten en uitgaven bij de verkoop van bomen op 27 november 1645. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1328. Onderhandse akte waarin Bartholomeus Lagohavesi bevestigt dat paarden in opdracht van graaf de Fontaine, burgemeester van Zemst, over de grond van Cornelia de Norman zijn getrokken waardoor zij schade heeft geleden die zal vergoed worden door de voornoemde burgemeester van Zemst. Origineel en afschrift. Brussel. 1641. Spaans, Nederlands 2 stukken 1329. Pachtcontract waarin Joannes Balthazar de Visscher aan Jacques Goossens een klein huis verhuurt tegen jaarlijks 21 gulden voor een termijn van drie jaren. Z.p. 1648. Nederlands 1 stuk 1330. Kwitantie op een declaratie van kosten van Gregorius van Mockenborch voor Joannes Balthazar de Visscher over 11 gulden voor het betalen van de deboursementen bij de verkoop van het hof van de weduwe van Nicolaas Stroobant gelegen in de Croonstraetken bij de Chartroisen. Z.p. 1650, z.d. Nederlands 2 stukken 1331. Memorie betreffende de problemen rond een niet nader genoemd afgebrand huis. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1332. Renteboek van Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans. Buiten formaat
1 band
1333. Register van de rentes in het bezit van Carolus (de) Longin. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands. Buiten formaat
1 band
1334. Manuaal van rentes van Cornelia de Norman. Z.p. Z.d. Frans
1 band
1335. Rekening voor Cornelia de Norman, vrouwe van Schiplaken, over het ontvangen geld uit rentes. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
155
1336. Schuldbekentenis van Susanna Boecleijn voor Joannes Balthazar de Visscher over 250 e gulden te bezetten in een rente volgens de 16 penning. Brussel. 1626. Nederlands 1 stuk 1337. Stukken uit het proces voor de wethouders van Brussel tussen Catharina de Visscher enerzijds en Hendrik van Gindertalen en zijn zoon Jan van Gindertalen anderzijds betreffende elf jaar achterstallige betalingen ter waarde van 962 rijnsgulden. Z.p. Z.d, 1636, 1637. Nederlands 1 omslag 1338. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes Balthazar de Visscher, namelijk Cornelia de Norman en haar kinderen, enerzijds en Martijn de Rovignier anderzijds betreffende achterstallige betalingen van jaarlijks 18 ponden erfelijke rente ten laste van Martin de Rovignier gehypothekeerd op zijn goederen. Z.p. 1638, 1643. Authentiek afschrift. Z.p. 1643. Nederlands 2 stukken 1339. Stuk uit een proces tegen ongekende tegenpartij betreffende een rente. Z.p. Z.d. Afschrift. 1645. Nederlands 1 stuk 1340. Rekest aan de burgemeester en schepenen van Brussel waarin Catharina de Visscher de betaling eist van een achterstallige rente ter waarde van 250 gulden ten laste van de weduwe van G(u)illam Stro(o)bant(s). Z.p. 1643. Nederlands 1 stuk 1341. Rekest van Cornelia de Norman aan de burgemeester en schepenen van de stad Brussel waarin zij de uitvoering van een vonnis vraagt waarin Valerin Catharine wordt gesommeerd een achterstallige rente van 18 gulden te betalen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1342. Rekest voor de kanselier [van de Raad van Brabant] waarin Cornelia de Norman de betaling vraagt van 47 rijnsgulden achterstallige rente ten laste van Peeter van Hamme uit Perk. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1343. Staat van uitkeringen van rentes ten laste van Joannes Balthazar waaruit blijkt dat deze laatste 440 gulden moet voldoen. Z.p. 1624. Spaans 1 stuk *** Memorie voor secretaris van Rest om de cassatie te bevelen van een rente van 100 gulden. Brussel. 1625. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 18
1344. Memorie van het ghene ick te doen sal hebben gaende naer Antwerpen den 18. november 1623 betreffende de ontvangsten uit en openstaande schulden van rentes in eigendom van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. 1626. Nederlands, Frans 1 stuk *** Memorie van de investeringen die Joannes Balthazar de Visscher heeft gedaan met het geld van een erfelijke rente ten laste van Jan Dinghens te Brussel gehypothekeerd op een hofstede. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 1357
1345. Memorie van Joannes de Visscher voor Joannes Balthazar de Visscher betreffende opdachten die Joannes Balthazar de Visscher moet uitvoeren in de zaak van een rente van 140 rijnsgulden. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
156
1346. Extract uit een brief van de baron van Phalaix geschreven in Ham-sur-Sambre op 15 september 1609 en gericht aan de heren van Bredam betreffende de onmogelijkheid van de baron van Phalainx om Joannes de Visscher en zijn schoonbroer (de) Longin de rentes in hun eigendom uit te keren. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1347. Kwitantie van Cornelie Laminin voor Andries Ryngodt over 1650 rijnsgulden als betaling van kapitaalpenningen en het verloop van een rente. Z.p. 1620. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1348. Kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher voor Thomas van den Eynde over twee jaar achterstallige uitkeringen van een rente ten laste van Thomas van den Eynde gehypothekeerd op het huis ‘de Gulden Sporen’. Z.p. 1639. Nederlands 1 stuk
Graafschap Vlaanderen ONBEPAALDE OF DIVERSE PLAATSEN
Stuk betreffende het beheer 1349. Authentieke akte verleden voor notaris Melchior vanden Brande op 26 augustus 1655 te Brussel waarin Willem Benedictus de Visscher, ridder en heer van Schiplaken, zijn broer Joannes Balthazar de Visscher, schepen van Brussel en heer van Celles, aanstelt om alle gronden van de erven gelegen in Vlaanderen te verhuren en om de opbrengsten daarvan uit rentes, obligaties acties of andere schulden te ontvangen. Brussel. 1655. Authentiek afschrift. Z.p. 1655. Nederlands 1 stuk *** Stuk uit het proces tussen Margaretha van (der) Meere, weduwe van Joannes van der Zype, en haar zoon Carolus van der Zype enerzijds en Knockaert anderzijds betreffende twee jaren vervallen pacht. Gent. 1610. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 1263
1350. Stuk uit het proces tussen Margaretha van (der) Meere, weduwe van Joannes van der Zype, en haar oudste zoon Willem van der Zype enerzijds en Joos Brackman betreffende de achterstallige pacht. Z.p. 1616. Nederlands 1 stuk 1351. Kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher voor Philippe de Orosco, ridder en heer van Dorent, hoogbaljuw van Sint-Winnoksbergen, over 100 gulden. Brussel. 1615. Nederlands 1 stuk 1352. Kwitantie van Florentus Albertus (de) Longin voor Joannes Balthazar de Visscher over 300 gulden. Brussel. 1615. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1353. Memorie van [Carolus van der Zype] van de ontvangsten uit de rentes gehypothekeerd op het Land van Vlaanderen. Z.p. 1617. Nederlands 1 stuk
157
1354. Kwitantie van Carolus van der Zype en Margaretha van (der) Meere voor Dierick van Vaernewijck over de som van 160 ponden groten Vlaams die van Vaernewijck, ontvanger van het Land en de stad van Aalst, heeft betaald ter aflossing van een rente van 10 ponden groten Vlaams per jaar. Z.p. 1611. Nederlands 1 stuk
OOST-VLAANDEREN
Stukken betreffende rentes 358
1355. (Concept) van rekesten van Catharina de Norman , zus van Cornelia de Norman, voor de thesaurier-generaal en commiezen van Financiën waarin zij de ontvanger-generaal van de domeinen van Oost-Vlaanderen verzoekt tot de betaling van achterstallige rentes ten laste van de domeinen van Zijne Majesteit in Oost-Vlaanderen. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken
WEST-VLAANDEREN
Stukken betreffende rentes 1356. Authentieke akte verleden voor de notarissen Pierre Cramyen en Gabriël le Febure in Pontoise waarin Noel Lebrun, procureur-generaal in naam van Philbert Ledanoix, ridder en heer van Bigny, en zijn echtgenote Harriëtte (de) Longin, de helft van een zevende deel van een rente van 600 gulden gehypothekeerd op de domeinen in het kwartier van Menen overdraagt aan Hendricus (de) Longin, kapitein in het infanterieregiment van graaf de Megem en waarvan de ontvangsten uit de rentes in handen was van Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher. Pontoise. 1647. Frans 1 stuk 1357. Stukken betreffende de achterstallige uitkeringen van een rentes gehypothekeerd op de domeinen van Menen en West-Vlaanderen en op de kasselrij van Kortrijk. Brussel, z.p. 1628, 1629, 1633, 1634, 1639, 1640, 1642, 1643, 1646, 1648, 1651, 1652, 1656, z.d. Nederlands, Frans, Latijn 1 omslag Eén stuk bewaard onder nr. 449 Met memorie van de investeringen die Joannes Balthazar de Visscher heeft gedaan met het geld van een erfelijke rente ten laste van Jan Dinghens te Brussel gehypothekeerd op een hofstede. Z.p. Z.d.
358
Catharina de Norman was de dochter en een van de vijf kinderen van Franciscus de Norman en Joanna (de ) Salaert. Ze koos voor een leven als geestelijke. Nobiliaire, p. 1455.
158
HEERLIJKHEID GISTEL
Stukken betreffende het beheer 1358. Vonnis uit het proces tussen Gillis Hoffmans en zijn zoon enerzijds tegen Jan Hamilton betreffende de verkoop van het derde deel van het Land en de heerlijkheid van Gistel. Mechelen. 1620. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1359. Memorie betreffende de verdeling van de heerlijkheid Gistel door de moeder van Gillis Hoffmans onder haar kinderen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
HEERLIJKHEID SINT-ANTHONIUS De heerlijkheid Sint-Anthonius was gelegen tussen Sint-Winnoksbergen en Veurne
359
.
Stuk betreffende het beheer 1360. Akte van beschrijving betreffende de heerlijkheid Sint-Anthonius, gelegen tussen Winnoksbergen en Veurne, in eigendom van de erfgenamen van wijlen Wenceslaus Coburger, architect-generaal van wijlen Hare Doorluchtige Hoogheid. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
DOEL
Stukken betreffende het beheer 1361. Stukken uit het proces tussen Joannes de Visscher en later zijn erfgenamen tegen Joannes Baptist Arnouts betreffende de dijkpenningen en andere penningen op de gronden in de polder van Doel. Doel, z.p., Antwerpen. 1617, 1620, 1621, 1629. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d., 1620. Nederlands 1 omslag
GENT
Kwartier Gent Stukken betreffende rentes Proces tussen de erfgenamen van Carolus (de) Longin en Willem van Houwijcks alias de Hontsocht Na de dood van Isabeau de Hontsocht kwam het tot een proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en later zijn weduwe Cornelia de Norman enerzijds en Willem van Houwijcks (ook wel Hauwijcken, Hoycken) alias de Hontsocht (hij was immers heer van Hontsocht). Willem de 359
AdB., de Visscher de Celles, goederenbeer Vlaanderen, nr. 1360.
159
Hontsocht was de kleinzoon van Maximiliana de Hontsocht, zus van Isabeau, en zoon van Jacobus van Houwijcks en Mechteld Seghers. Het proces draaide om de erfenis van Isabeau de Hontsocht, gehuwd met Carolus (de) Longin. Willem de Hontsocht vond als verwant van Isabeau dat hij aanspraak kon maken op de erfenis omdat de enige dochter van Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht reeds voor haar moeder was overleden. Het huwelijkscontract van Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht bepaalde dat Isabeau de Hontsocht na het overlijden van haar man, of ze nu kinderen hadden of niet, aanspraak kon maken op haar deel ingebracht bij haar huwelijk en alle goederen die haar door erfenis of schenking toebehoorden als ook haar kleren, ringen, juwelen en andere persoonlijke bezittingen. Ze mocht eveneens de helft van de meubels houden. Dezelfde bepalingen golden voor Carolus (de) Longin indien zijn echtgenote voor hem overleed. Dat betekende dat twee rentes ter waarde van 400 gulden die Isabeau de Hontsocht bij haar huwelijk had ingebracht bij kinderloos overlijden niet naar haar man Carolus (de) Longin gingen, maar terug naar haar familie gingen. Hadden ze wel kinderen dan moesten de goederen die ze hadden ingebracht bij hun huwelijk met name gronden, heerlijkheden en rentes verkocht worden en verdeeld onder de naaste erfgenamen volgens rang. De andere goederen mochten in gemeenschappelijke eigendom blijven. Carolus (de) Longin en Isabeau de Hontsocht kregen een dochter, Anna, die als universele erfgename werd getesteerd op 31 maart 1589. Isabeau de Hontsocht stierf op 18 februari 1591 en liet haar erfenis na aan haar dochter Anna die op haar beurt stierf op 16 maart 1600. Carolus (de) Longin, haar vader, kreeg haar erfenis. Carolus (de) Longin stelde op 27 mei 1609 vervolgens een codicil op waarin hij zijn nalatenschap verdeelde onder tien erfgenamen. De erfgenamen van zijn overleden vrouw kregen de rentes in kwestie. In 1625 is door Joannes Balthazar de Visscher de overdracht van de rentes aan de erfgenamen van Isabeau de Hontsocht weldegelijk voldaan, maar hij bleef de erfgenamen wel 70 gulden. Na 22 jaar waren de 70 gulden nog niet terugbetaald en de Hontsocht heeft wraak genomen door in het geheim een actie voor te bereiden waardoor hij recht had op de helft van de inkomsten die Carolus (de) Longin tijdens zijn huwelijk met Isabeau de Hontsocht had verworven. De proceskosten die de Hontsocht moest betalen, liepen hoog op, namelijk tot 2400 gulden nog voor het proces aan ‘de grote revisie’ bezig was. Vermoedelijk is het verzoek tot grote rivisie afgewezen wegens insolventie. Hun proces werd uitgevochten voor de Raad van Brabant. 1362. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en later zijn weduwe Cornelia de Norman, in eigen naam en in naam van de erfgenamen van Carolus (de) Longin, tegen de kinderen van wijlen Jacques van Houwijcks en Mechteld Segers. Z.p. 1624, 1625, 1627, 1643, 1644, 1646, 1649, 1650, 1651, 1652, 1654, 1655, z.d. Nederlands, Frans 1 omslag *** Drie stukken uit 1651 (waaronder een perkament met verdwenen zegel en een transfix van perkament en papier) worden bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 181.
Huis ‘den Grooten Pau’ en ‘den Cleenen Pau’ in de Lange Steenstraat Stuk betreffende de verwerving en het bezit 1363. Concept van een verkoopsovereenkomst waarin Jacobus van der Zype aan Carolus van der Zype twee huizen met hofstede, genaamd ‘de Grooten Pau’ en ‘den Cleenen Pau’, beiden gelegen in de Lange Steenstraat in Gent tegenover de kerk van de Onze-Vrouwe-Broeders verkoopt. Z.p. 1612. Nederlands 1 stuk
160
Stuk betreffende het beheer 1364. Concept van een verhuurovereenkomst waarin mijnheer van Marievoorde aan Carolus van der Zype vier zesden en aan Willem van der Zype en Gillis van (der) Meere, heer van Ooike, de overige twee zesden verhuurt van een huis met erf gelegen in de Lange Steenstraat in Gent tegenover de kerk van de Onze-Vrouwe-Broeders, genaamd ‘Den Grooten Pau’, voor een termijn van drie jaar vanaf 1612 tegen 20 ponden groten Vlaams per jaar. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Huis in de Drabstraat Stuk betreffende het beheer 1365. Memorie betreffende de lasten en de verschuldigde interesten die rusten het huis in de Drabstraat in Gent. Z.p. 1621. Nederlands 1 stuk
Huis in de Waghenaerstraat Stuk betreffende het beheer 1366. Memorie betreffende een verhuurovereenkomst waarin Carolus van der Zype aan Rogier Robrecht een huis met erf in de Waghenaerstraat te Gent verhuurt voor de termijn van drie jaren vanaf 1617 voor de jaarlijkse som van 14 ponden groten Vlaams. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
SINT-DENIJS
Stuk betreffende het beheer 1367. Kwitantie van Willem Lambrecht voor Joos Oste over 9 gulden betaald als pacht voor een stuk grond in Sint-Denijs boven ‘den Puttenbulck’. Z.p. 1614. Nederlands 1 stuk
Hertogdom Brabant ONBEPAALDE OF DIVERSE PLAATSEN
Stuk betreffende het beheer 1368. Lijst van gronden en hun pachtprijzen in verschillende plaatsen in Brabant. Z.p. z.d. Frans 2 stukken
161
1369. Rekening van Joannes Balthazar de Visscher over ontvangsten en uitgaven van Catharina de Visscher sinds haar vertrek uit Brussel op 15 oktober 1638. Brussel. 1639. Nederlands 1 katern 1370. Rekening van Catharina de Visscher over ontvangsten sinds augustus 1641. Z.p. 1644. Nederlands 1 katern *** Authentieke akte verleden voor notaris van Velder op 21 juni 1652 te Antwerpen waarin Cornelia de Norman en Joannes Balthazar de Visscher de Celles respectievelijk haar zoon en zijn broer Willem Benedictus de Visscher machtigen om het beheer te voeren van de huizen in de SintRochusstraat in Antwerpen, de goederen in Geldenaken en de goederen en lenen in Bornem gelegen in de polder van Weert die hen voor de helft tobehoren en voor de andere helft eigendom zijn van Anna de Visscher en haar kinderen. Antwerpen. 1652. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 673
Stukken betreffende rentes 1371. Renteboek van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. Z.d. Frans, Nederlands. Buiten formaat
1 band
1372. Nota’s waarin Catharina de Visscher beschrijft welke opbrengsten van haar onroerende goederen moeten herzien worden. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk *** Kwitantie van Jadart voor Joannes de Visscher over 490 gulden als aflossing van drie jaarlijkse rentes. Z.p. 1602. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 1603
HEERLIJKHEDEN, CELLES, POTTES EN TRAULEZ
Stuk betreffende het beheer 1373. Memorie betreffende een cijns op een weg gelegen te Celles, Pottes en Traulez die toebehoort aan mijnheer Servais bestaande uit grond, bos en gebouwen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
HEERLIJKHEID SCHIPLAKEN (ELEWIJT, HEVER EN BERG) De heerlijkheid Schiplaken strekte zich uit over Elewijt, Hever en Berg. Binnen hun heerlijkheid bezaten de de Visschers een ‘steenen waterhuys’, het kasteel van Schiplaken genaamd, een boerderijcomplex, het hof van Schiplaken genaamd, en een brouwerij. Het is niet geheel duidelijk onder welke meierij Schiplaken viel. Elewijt viel onder de meierij van Kampenhout, 360 maar voor Hever bestaat daarover geen uitsluitsel . Om tijdens hun afwezigheid een oogje in het zeil te houden, was op het domein naast de pachter van het Hof van Schiplaken ook een knecht aanwezig die de de Visschers aanstelden.
360
HASQUIN H., Gemeenten van België, deel I, p. 234, 389-340.
162
Bij het domein hoorden ook bossen, boomgaarden en grachten met vissen. Uit de houtverkoop haalde de familie de Visscher inkomsten.
Stukken betreffende het beheer 1374. Memorieboeck van Scheplaken. Inventaris van de inkomsten en uitgaven betreffende de heerlijkheid Schiplaken en de openstaande schulden van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. 16241626. Nederlands. Perkamenten kaft. Schimmelvorming. Buiten formaat 1 band *** Register van Joannes Balthazar de Visscher de Celles inoudende de goederen in Schiplaken. Z.p. 1664-z.d. Nederlands. Buiten formaat 1 band Bewaard onder nr. 515 1375. Concept van een instructie van Joannes Balthazar de Visscher voor Gillis de Bont met de specifieke taken die de Bont als kastelein van het kasteel van Schiplaken moet uitvoeren. Z.p. 1641. Nederlands 1 stuk 1376. Apostille op een overeenkomst waarin Willem Benedictus de Visscher, heer van Schiplaken, de voorwaarden vastlegt waarop Jan Janssens wordt aangesteld als kastelein op het domein van Schiplaken voor de voorlopige termijn van een jaar vanaf 1656. Z.p. 1658. Nederlands 1 stuk 1377. Onderhandse akte waarin Joannes Balthazar de Visscher Jan Roybaert, kastelein en bewaarder van het huis van Schiplaken, de toestemming geeft om volgens het ploegrecht te genieten van de helft van de granen op het land van Joannes Balthazar de Visscher. Lier. 1631. Nederlands 1 stuk 1378. Kwitantie van Guilliam Cleymans voor Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, over de vereffing van de rekening over de inkomsten uit en uitgaven voor Schiplaken die Cleymans heeft gedaan in opdracht van Cornelia de Norman. Z.p. 1647. Nederlands 1 katern Met een losse kwitantie uit 1646 van Jan Nicaey betreffende drie gulden die hij uit handen van Guilliam Cleymans heeft ontvangen van Cornelia de Norman en met een concept van een rekening.
1379. Kwitantie van Jan Janssens voor Willem Benedictus de Visscher, heer van Schiplaken, over de voldoening van de rekening over de inkomsten en uitgaven. Z.p. 1648. Nederlands 1 katern 1380. Verhuurovereenkomst waarin Cornelia de Norman, vrouwe van Schiplaken, aan Jesper Baetens een erf met zes dagwanden grond verhuurt voor de voorlopige termijn van een jaar vanaf 1649 tegen jaarlijks drie gulden per dagwand en twee kippen. Kasteel van Schiplaken. Z.d. Nederlands 1 stuk *** Concept van een beschikking van Joannes Balthazar de Visscher voor de maestros de campo, kolonels en kapiteinen binnen zijn cijns van Schiplaken waarin hij vraagt Josse Leemans en zijn familie met respect te behandelen. Schiplaken. 1624. Frans, Spaans 1 stuk Bewaard onder nr. 473
1381. Stukken betreffende de vrijwaring van de heerlijkheid Schiplaken van oorlogschade. Mechelen. 1653, 1655. Frans 2 stukken
163
Stukken betreffende verkoop bomen 1382. Verkoopsovereenkomst verleden voor notaris de Medina te Mechelen op 27 september 1647 waarin Willem Benedictus de Visscher in naam van zijn moeder Cornelia de Norman bevestigt Thijs Timmerman 245 bomen uit Elewijt te hebben verkocht. Mechelen. 1647. Authentiek afschrift. Z.p. Nederlands 1 stuk 1383. Concept van een verkoopsovereenkomst tussen Cornelia de Norman en Goyen de Winter betreffende wishout dat gestapeld ligt aan de brug van het kasteel van Schiplaken en dat geschat en verkocht zal worden voor 3 gulden per wis. Brussel. 1653. Nederlands 1 stuk 1384. Verkoopsovereenkomst met voorwaarden waarbij Willem Benedictus de Visscher 950 eiken verkoopt aan Nicolaus voor zes gulden per 100 eiken. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1385. Concept van een verkoopsovereenkomst met de voorwaarden waarop Cornelia de Norman, douarière van Joannes Balthazar de Visscher, heer van Schiplaken, heesters, eiken, abelen en andere bomen gelegen nabij het huis van Schiplaken verkoopt aan verschillende kopers. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1386. Memorie van Joannes Balthazar de Visscher (de Celles) betreffende de 160 gulden ontvangen uit de verkoop van 32 eiken uit ‘den Blickenberch’. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende de verkoop van heesters 1387. Verkoopsovereenkomsten waarin Joannes Balthazar de Visscher in totaal 900 heesters afkomstig van twee bossen, een genaamd ‘den Blickenberch’ en een ander gelegen aan de Wijngaardstraat in Elewijt, verkoopt aan Huybrecht Baeten voor 75 gulden per honderd heesters en aan Pieter Huysuweel voor 47 gulden per honderd heesters. Elewijt. 1626. Nederlands 2 katern 1388. Verkoopsovereenkomst met de voorwaarden waarop Joannes Balthazar de Visscher 659 heesters afkomstig van ‘het Snackaertbos’ te Elewijt verkoopt aan Jan van Laer, Joachim van Hal en Jan de Clercq voor 60 guldens en 308 heesters afkomstig van het bos nabij ‘den Puthoff’ verkoopt aan Jan de Clercq voor 74 gulden. Elewijt. 1627. Nederlands 1 stuk 1389. Verkoopsovereenkomst met de voorwaarden waarop Joannes Balthazar de Visscher heesters en schaarbos uit de bossen ‘de Hoeve’ en ‘de Vreheyde’ te Elewijt verkoopt aan Rombaut de Clercq en Jan van K(e)erberghe(n) voor 74, 80 en 88 gulden per honderd heesters en heesters uit het bos ‘de Cleyne hoeve’ te Elewijt verkoopt aan Pauwel Coesmans voor 84 gulden per honderd heesters. Elewijt. 1629. Nederlands 1 katern 1390. Verkoopsovereenkomst waarin Joannes Balthazar de Visscher in totaal 757 heesters afkomstig van het bos ‘het Keyserijck’ verkoopt waarvan 440 heesters aan Hendrick Hoeckmans voor 83 gulden per honderd heesters en 317 heesters aan Rombaut Verhacht voor 140 gulden per honderd heesters. Kasteel van Schiplaken. 1631. Nederlands 1 katern 1391. Verkoopsovereenkomst waarin Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, 1040 heesters afkomstig van het bos ‘het Keyserijck’ te Hever verkoopt aan Joachim van Hal en Di(e)rick Verha(e)gen voor 1500 gulden. Kasteel van Schiplaken. 1631. Nederlands 1 katern
164
1392. Verkoopsovereenkomst met de voorwaarden waarop Conelia de Norman aan Jan Cools en Peeter Coninck heesters verkoopt afkomstig van het bos ‘de Hoeve’ te Elewijt en aan Peeter Husteel en aan Jan van K(i)erberghe 703 heesters verkoopt afkomstig van het bos ‘de Groote Hoeve’ te Elewijt tegen 95 gulden per honderd heesters. Schiplaken. 1641. Nederlands 1 katern 1393. Verkoopsovereenkomst waarin Cornelia de Norman aan Joachim van Hal(le) en Di(e)rick Verha(e)gen 1300 heesters verkoopt voor 97 gulden per honderd heesters afkomstig van het bos ‘de Meersche’ in Elewijt. Kasteel van Schiplaken. 1642. Nederlands 1 katern 1394. Verkoopsovereenkomst waarin Cornelia de Norman aan Jan Peeters, pachter van het Hof van Schiplaken, en Peeter Heurckmans, inwoner van Hever, 1000 heesters verkoopt voor 86 rijnsgulden per 100 heesters afkomstig van twee bossen genaamd ‘de Groote Hoeve’ en de ‘Cleyne Hoeve’, gelegen achter het kasteel van Schiplaken. Kasteel van Schiplaken. 1648. Nederlands 1 stuk 1395. Verkoopsovereenkomst waarin Joannes Balthazar de Visscher, heer van Schiplaken, aan Jan Peeters, pachter van het Hof van Schiplaken, en Jan van Loyck, inwoner van Elewijt, 710 heesters verkoopt voor 100 rijnsgulden per 100 heesters afkomstig van de bossen genaamd ‘d’Heer’ en ‘Nevele Voort’ te Hever. Kasteel van Schiplaken. 1652. Nederlands 1 stuk 1396. Verkoopsovereenkomst waarin Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher aan Jan van K(i)erberghe, pachter van de heer van Perk wonende te Perk, Hendrik vande Putte uit Elewijt en Merten Griters uit Elewijt 1013 heesters verkoopt voor 77 rijnsgulden per 100 heesters afkomstig van twee bossen genaamd ‘de Groote Hoeve’ en de ‘Cleyne Hoeve’, gelegen onder Berg. Kasteel van Schiplaken. 1653. Nederlands 1 stuk
Het Hof van Schiplaken Het Hof van Schiplaken lag bij het ‘steenenwaterhuys’ of het kasteel van Schiplaken. Het Hof omvatte een hoeve of neerhof, woonhuis, schuren, stallingen, galerijen, schapen- en varkenskoten. De pachter van het Hof van Schiplaken moest een heel pak voorwaarden aanvaarden bij de huur. Zijn taken waren niet beperkt tot het strikt agrarische. Zo moest de pachter de de Visschers ten dienste staan met paard en kar en was hij gehouden vier keer per jaar de reis te maken van Brussel naar Schiplaken of omgekeerd. Daarnaast moest hij ten alle tijden het fruit of hooi naar Brussel brengen indien de de Visschers dat vereisten. Bovendien was de pachter verplicht het lijnwaad te wassen en broden te bakken voor de knecht die de heren van Schiplaken hadden aangesteld om een oogje in het zeil te houden.
Stukken betreffende het beheer 1397. Stukken betreffende de verhuur van het Hof van Schiplaken door Joannes Balthazar de Visscher aan Di(e)rick Verha(e)gen en zijn echtgenote Christeyn Vermeulen, wonende te Boortmeerbeek. Schiplaken, Boortmeerbeek, z.p. Z.d., 1634. Nederlands 6 stukken 1398. Stukken betreffende de verhuur van het Hof van Schiplaken door Cornelia de Norman aan Jan Peeters, wonende te Elewijt, voor een termijn van zes jaren van 1646 voor 600 gulden per jaar. Schiplaken, z.p. 1645, 1651, 1652, z.d. Nederlands 5 stukken
165
1399. Akte uit het geschil tussen Cornelia de Norman, vertegenwoordigd door Guilliam Cleymans en Willem Benedictus de Visscher, enerzijds en Di(e)rick Verha(e)gen, pachter van het Hof van Schiplaken, anderzijds betreffende de verdeling van het stro. Z.p. 1646. Nederlands 1 stuk 1400. Memorie van Cornelia de Norman betreffende het naleven van de voorwaarden uit de huurovereenkomst van het Hof van Schiplaken door Di(e)rick Verha(e)gen, gewezen pachter. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
ANTWERPEN
Kwartier van Antwerpen Stukken betreffende rentes 1401. Rekest van Cornelia de Norman voor de thesaurier-generaal en commiezen van Financiën om van Gabriël vander Horst de betaling van drie jaar achterstallige uitkeringen te eisen afkomstig van twee rentes gehypothekeerd op de domeinen in het kwartier van Antwerpen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Blekerij ‘de Colffraeme’ in de Boksteeg met huizen de SintJansstraat onder andere genaamd ‘het Hoochhuys’, ‘het Somerhuys’ en ‘de Sterre’ en de blekerij ‘de Lanteeren’ in de Boksteeg De blekerij ‘de Colffraeme’ in de Boksteeg en de vermoedelijk zes huizen in de Sint-Jansstraat vormden samen een complex. Daarnaast bezaten de de Visschers ook de blekerij ‘de 361 Lanteeren’. Het is niet duidelijk of het gaat om een blekerij of meerdere. Joannes de Visscher had de blekerij in gemeenschappelijke eigendom met Jacobus de Berg(h)es, baanderheer van het Land van Grimbergen.
Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1402. Apostillen op rekesten van Jacobus de Berg(h)es aan de burgemeester en schepenen van Antwerpen om de erfgenamen van Joannes de Visscher te verplichten in te stemmen met de verkoop van de blekerij in de Boksteeg en van huizen gelegen in de Sint-Jansstraat te Antwerpen. Antwerpen. 1622. Authentiek afschrift. Z.p. 1622. Nederlands 2 stukken 1403. Stukken betreffende de openbare verkoop van de huizen ‘het Hoochhuys’ ‘het Somerhuys’, ‘de Sterre’, een niet nader genoemd huis en de blekerij ‘de Colffraeme’ gelegen in de Sint-Jansstraat te Antwerpen in eigendom van Joannes de Visscher met authentieke akten betreffende de koper en verkoopprijs. Antwerpen. 1622. Afschrift. Z.p. Z.d, 1690. Nederlands 9 stukken
361
Een blekerij was vermoedelijk de plaats waar stoffen werden gebleekt.
166
1404. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Antwerpen op 31 januari 1626 waarin Juan Mendez Caño gemachtigd door Joannes Balthazar de Visscher een huis met toehoren koopt op de Veemarkt te Brussel tegenover het klooster van Jericho en waarvoor Anna de Visscher in ruil zijn derde van de helft van ‘de Colffraeme’ in Antwerpen krijgt. Antwerpen. 1626. Nederlands. Perkament 1 stuk
Stukken betreffende het beheer 1405-1408. Rekeningen van Anna de Visscher voor Cornelia de Norman over de ontvangsten en uitgaven van de huizen in de Sint-Jansstraat en de Boksteeg, samen ‘de Colffraeme’. Nederlands 5 stukken 1405. Van 1644 tot 1645. Z.p. 1645. 1406.
Van 1645 tot 1646. Z.p. 1646.
1407.
Van 1645 tot 1646. Z.p. Z.d.
1408.
Van 1646 tot 1647. Z.p. 1647, z.d.
1409. Pachtcontract waarin Anna de Visscher de blekerij ‘de Lanteeren’ met daarbij horende huizen verhuurt aan Michiel van Eertbrugge voor een termijn van zes jaar tegen 470 gulden per jaar. Antwerpen. 1640. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1410. Onderhandse verhuurovereenkomsten waarin Anna de Visscher en haar man Juan Gomez Caño in eigen naam en in naam van de kinderen van wijlen Joannes Balthazar de Visscher, en Michiel van Eertbrugge de verhuur aan de huidige bewoners van de huizen in de Sint-Jansstraat verlengen. Antwerpen. 1640, 1641. Authentiek afschrift.Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1411. Onderhandse verhuurovereenkomsten waarin Anna de Visscher twee huizen verhuurt met name het huis ‘de Sterre’ in de Sint-Jansstraat aan Jacques Vernielen voor de termijn van drie jaar tegen 60 gulden per jaar en de blekerij ‘de Lanteeren’ gelegen in de Boksteeg aan Hans Verleyen voor de termijn van drie jaar tegen 36 gulden per jaar. Antwerpen. 1642. Nederlands 1 stuk 1412. Onderhandse verhuurovereenkomsten waarin Anna de Visscher twee huizen verhuurt met name het huis ‘de Sterre’ in de Sint-Jansstraat aan Nicolaes Kerkhoven voor een termijn van 3 jaar tegen 56 gulden per jaar en een huis in de Boksteeg voor een termijn van drie jaar tegen 34 gulden per jaar. Antwerpen. 1642. Nederlands 1 stuk 1413. Onderhandse verhuurovereenkomst waarin Anna en Catharina de Visscher in eigen naam en in naam van de minderjarige kinderen van wijlen hun broer Joannes Balthazar de Visscher en diens weduwe Cornelia de Norman een huis verhuren in de Sint-Jansstraat te Antwerpen aan Guill(i)am G(e)ys voor een termijn van drie jaren vanaf half maart 1644 tot half maart 1647 tegen 52 gulden per jaar. Antwerpen. 1644. Nederlands 2 stukken 1414. Verhuurovereenkomst waarin Anna de Visscher, in eigen naam en in naam van Catharina de Visscher en de kinderen van wijlen Joannes Balthazar de Visscher, een huis in de Sint-Jansstraat verhuurt aan Guill(i)am G(e)ys voor de periode van drie jaren vanaf 1644 tegen 52 gulden per jaar. Z.p. 1644. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1415. Onderhandse verhuuroverkomst waarin Anna de Visscher een huis in de Boksteeg verhuurt aan François Cools voor een periode van twee jaar. Z.p. 1644. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
167
1416. Onderhandse verhuuroverkomst waarin Anna de Visscher een huis in de Sint-Jansstraat verhuurt aan Cornelis Jacob voor een periode van drie jaar tegen 60 gulden per jaar. Z.p. 1645. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1417. Memorie betreffende de huizen in de Sint-Jansstraat en Boksteeg, hun huurders en huurprijzen. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
Proces tussen (de erfgenamen van) Joannes Balthazar de Visscher en Catharina de Visscher enerzijds tegen Anna de Visscher, haar echtgenoot Juan Gomez Caño en hun kinderen anderzijds Het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher met enerzijds Joannes Balthazar de Visscher met zijn echtgenote Cornelia de Norman en hun drie kinderen en zijn zus Catharina de Visscher en anderzijds Anna de Visscher met haar man Juan Gomez Caño en hun kinderen draaide om de verkoop van de helft van het raamhof ‘de Colffraeme’ in de Boksteeg te Antwerpen met daarin begrepen verschillende huizen in de Sint-Jansstraat plus twee huizen op de Oude Korenmarkt, genaamd ‘de (Dry) Conijnen’. Deze onroerende goederen erfden ze fideï-commis waardoor ze in principe niet verkocht konden worden. Ze werden tot de verkoop gedwongen door Jacobus de Berg(h)es, baanderheer van het land Grimbergen, die de andere helft van ‘de Colffraeme’ en toebehoren in eigendom had en ze niet langer in gemeenschappelijke eigendom wenste te houden (vermoedelijk omdat het deel van wijlen Joannes de Visscher nu toebehoorde aan zijn drie kinderen). Joannes Balthazar de Visscher en later zijn kinderen erfden een zesde, Catharina de Visscher erfde een zesde en ook Anna de Visscher kreeg een zesde. Samen bezaten ze dus drie zesden of de helft. De andere helft behoorde toe aan de graaf van Grimbergen. Van de huizen op de Oude Korenmarkt, ‘de (Dry) Conijnen’, bezaten de drie kinderen en tevens erfgenamen van Joannes de Visscher elk een derde. Die behoorden dus in volledige eigendom toe aan Joannes de Visscher. Joannes Balthazar de Visscher en zijn zus Catharina de Visscher stonden wel een verkoop van de fideï-commisgoederen toe, terwijl Anna de Visscher niet wenste te verkopen. De helft van de verkoop die plaatsvond in 1626 op de Vrijdagmarkt in Antwerpen en 12 023 gulden opleverde, werd dus geannuleerd. 1418. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher, met name Joannes Balthazar de Visscher met zijn echtgenote Cornelia de Norman en hun kinderen en zijn zus Catharina de Visscher enerzijds tegen Anna de Visscher, zus van Joannes Balthazar en Catharina de Visscher, met haar echtgenoot Juan Gomez Caño en hun kinderen anderzijds betreffende de verkoop van het raamhof ‘de Colffraeme’ in de Boksteeg. Z.p. 1622, 1626, 1641, 1642, 1643. Afschriften. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans 1 pak
Stukken betreffende rentes 1419. Akte verleden voor de schepenen van Antwerpen op 2 augustus 1570 te Antwerpen betreffende verscheidene rentes die rusten op het raamhof in de Boksteeg en de bijhorende huizen in de Sint-Jansstraat te Antwerpen. Antwerpen. 1570. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1420. Memorie voor Joannes Balthazar de Visscher betreffende zijn huizen op de Veemarkt in Brussel die als waarborg gelden voor 203 gulden van een erfelijke rente op ‘de Colffraeme’ en 50 gulden erfelijke rente gehypothekeerd op huizen op de Korenmarkt in Antwerpen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
168
Complex ‘de (Dry) Conijnen’ op de Oude Korenmarkt Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1421. Affiche voor de openbare verkoop van ‘de (Dry) Conijnen’ op de Oude Korenmarkt van wijlen Joannes de Visscher. Antwerpen. 1625. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende rentes *** Memorie voor Joannes Balthazar de Visscher betreffende zijn huizen op de Veemarkt in Brussel die als waarborg gelden voor 203 gulden van een erfelijke rente op de ‘de Colffraeme’ en 50 gulden erfelijke rente gehypothekeerd op huizen op de Korenmarkt in Antwerpen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 1420
‘Het Geleyhuis’ op de Meir Stukken betreffende de verwerving en het bezit *** Authentieke akte verleden voor de burgemeester en schepenen van Antwerpen op 5 oktober 1641 te Antwerpen waarin Philips van Erp(s), in eigen naam en in naam van de erfgenamen van Anna Arnouts enerzijds en Anna de Visscher, gehuwd met Juan Gomez Caño, en Catharina de Visscher in eigen naam en in naam van Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, verklaren in te stemmen met de verkoop van ‘het Geleyhuis’ op de Meir voor drie tienden in eigendom van de eerste partij en voor zeven tienden in eigendom van de tweede partij. Antwerpen. 1641. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1422
1422. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Petrus Arnouts enerzijds en de erfgenamen van Joannes de Visscher anderzijds over een jaarlijkse rente van 625 gulden gehypothekeerd op hun gemeenschappelijke huis. Antwerpen, z.p., Brussel. 1612, 1630, 1635, 1636, 1641. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 omslag 1423. Authentieke akte van Philippus Augustinus Caño geassisteerd door Silvester de Hertoge, vertegenwoordigers van de erfgenamen van Joannes de Visscher voor tweederden eigenaar van ‘het Geleyhuis’ op de Meir, enerzijds en Philips van Erp(s) en (Jan) Carlo Snuffaert eigenaars van het resterende derdendeel eigenaars van ‘het Geleyhuis’ anderzijds waarin de eerste partij zich akkoord verklaart over de verkoop op voorwaarde dat de ingestelde koopsom van 23 000 gulden wordt gehaald. Z.p. 1641. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1424. Affiche voor de openbare verkoop van ‘het Geleyhuis’ gelegen op de Meir. Antwerpen. 1642. afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1425. Onderhandse akte waarin de erfgenamen van Anna de Visscher en Juan Gomez Caño verklaren aan Joannes Balthazar de Visscher hun derdedeel in ‘het Geleyhuis’ te verkopen voor de som van 2400 gulden. Z.p. 1676. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1426. Extract uit het renteboek van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. Z.d. Authentiek afschrift. Z.p. 1642. Frans, Nederlands 1 katern
169
‘Het Huehuis’ 362
1427. Concept van een rekest van Odilia (de) Longin, dochter van Roland (de) Longin en echtgenote van Joannes van Asseliers, aan de aartshertogen betreffende een jaarlijkse douarie van 300 gulden uitgekeerd uit opbrengsten van ‘het Huehuys’ in Antwerpen. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk Met beschikking voor Bernardo de Alque in dienst van de stad Anrtwerpen. Z.p. 1597. Spaans.
Huis ‘Sint-Christoffel’ tegenover Sint-Andrieskerk en hoeve met bleychhoff Stukken betreffende het beheer 1428. Huurovereenkomst waarin Joannes Balthazar de Visscher het huis ‘Sint-Christoffel’ voor drie jaar verhuurt aan Verbraeck en zijn echtgenote. Antwerpen. 1647. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1429. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en Si(j)moen(s) Staes betreffende twee jaar achterstallige uitkeringen van twee erfelijke rentes elk van jaarlijks 75 gulden ten laste van Si(j)moen(s) Staes waarvan een gehypothekeerd op zijn hoeve en bleychhoff net buiten Antwerpen en een gehypothekeerd op zijn huis ‘Sint-Christoffel’ gelegen achter Sint-Andrieskerk te Antwerpen. Antwerpen. 1642, 1644, 1646. Afschrift. Z.p. 1647. Nederlands 4 stukken
Complex ‘het (Gulden) Vlies’ op de Paardenmarkt Ook het goed ‘het (Gulden) Vlies’ omvatte meerdere gebouwen. Het complex bestond uit het hoekhuis ‘het Vlies’ gelegen op de hoek van de Vekenstraat en de Paardenmarkt, drie huizen naast elkaar in de Vekenstraat die later omgevormd werden tot twee huizen, namelijk ‘den Vrachtwagen’ en ‘den Roosen’, en een brouwerij met de naam ‘het (Gulden) Vlies’ aan de Paardenmarkt.
Stukken betreffende rentes Stukken betreffende het proces Joannes de Visscher tegen Antonius (van) Asseliers Joannes de Visscher en Antonius (van) Asseliers gingen een ruilcontract aan. Uit de erfenis van zijn vader Joannes had Antonius (van) Asseliers een erfelijke rente gekregen van jaarlijks 1500 rijnsgulden gehypothekeerd op een brouwerij genaamd ‘het (Gulden) Vlies’ op de Paardenmarkt in Antwerpen. Joannes de Visscher was in bezit van elf bunders en zes dagwanden land in Geldenaken daar ter plaatste gekend als Maubisoul (Molenbizoul).
362
Het is niet geheel duidelijk van welke Roland (de) Longin deze Odilia een dochter was. Over haar en haar man is er behalve dit archiefstuk geen enkele andere verwijzing in het deelarchief de Visscher terug te vinden.
170
1430. Stukken uit het proces tussen Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin enerzijds en Antonius Asseliers anderzijds betreffende het ruilcontract waarin Antonius (van) Asseliers zijn rente van jaarlijks 150 rijnsgulden gehypothekeerd op een brouwerij met toebehoren genaamd ‘het (Gulden) Vlies’ op de Paardenmarkt in Antwerpen ruilt voor grond van Joannes de Visscher in Geldenaken daar ter plaatste gekend als ‘Molenbizoul’. Antwerpen. Leuven, z.p. 1561, 1583, 1587, 1590, z.d. Afschrift. Leuven, z.p. 1587, z.d. Nederlands 1 omslag *** Met stukken betreffende een hypotheek en rentes op de brouwerij ‘het (Gulden) Vlies’ met de huizen ‘de Oude Smisse’, ‘de Vrachtwaegen’ en ‘den Roosen’ afgesloten door A. van Asseliers ten voordele van Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin. Leuven, Antwerpen. 1586, 1587, 1612. Nederlands. Perkament met verdwenen zegels een zegelstaarten 3 charters Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 186.
Andere stukken betreffende rentes 1431. Authentieke akte verleden voor notaris Jan Waerbeke op 1 augustus 1602 te Antwerpen waarin Joannes de Visscher uit vriendschap Hendrich van Woelput, graanverkoper, een jaarlijkse erfelijke rente van 87 gulden kwijtscheldt, liggend op ‘het (Gulden) Vlies’. Antwerpen. 1612. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1432. Stukken betreffende de rente die Catharina de Visscher en Wachtmans bezitten gehypothekeerd op het goed ‘het (Gulden) Vlies’. Antwerpen, z.d. 1635, z.p. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 1433. Akte verleden voor notaris Stephano de Volder op 16 augustus 1640 te Brussel waarin Joannes Balthazar de Visscher zijn zus Catharina de achterstallige intresten van een jaarlijkse rente van 87 rijnsgulden gehypothekeerd op het huis ‘het (Gulden) Vlies’ kwijtscheldt. Brussel. 1640. Authentiek afschrift. Brussel. Z.d. Nederlands 1 stuk
Huis ‘den Witte Arent’ in de Meyerstraat Stukken betreffende rentes Proces tussen Catharina de Visscher en Joannes Balthazar de Visscher de Celles enerzijds en Balthazar vanden Perre anderzijds betreffende een rente 1434. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en na haar dood haar erfgenamen vertegenwoordigd door Joannes Balthazar de Visscher de Celles enerzijds en Balthazar vanden Perre, procureur, anderzijds betreffende een jaarlijkse rente van 112 rijnsgulden ten laste van Balthazar vanden Perre gehypothekeerd op ‘den Witte Arent’. Antwerpen, z.p., Brussel. 1641, 16471649. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 4 stukken
171
Huis in de Corte Gastestraat Stuk betreffende rentes 1435. Akte verleden voor notaris Henrick Vinckens op 16 juli 1647 waarin Loys Dirickx verklaart Catharina de Visscher de achterstallige intresten van een jaarlijkse rente van 162 gulden gehypothekeerd op zijn huis in de Corte Gastestraat te betalen met de ontvangsten uit de pacht. Antwerpen. 1647. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Bakkerij op de Meir (hoek met Eikelstraat) Stuk betreffende rentes 1436. Stuk uit het proces tussen Catharina de Visscher enerzijds en Adriaen van Schol, bakker, en zijn echtgenote Jacquelijne Caluwaert anderzijds betreffende een erfelijke rente van 75 gulden. Z.p. 1639. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Huis in de Orgelstraat Stuk betreffende het beheer Proces tussen de erfgenaam van Catharina de Visscher en Nicolaas Janssen Hollevoet betreffende het huis van Catharina de Visscher in de Orgelstraat 1437. Conclusie uit het proces tussen Nicolaes Janssen Hollevoet een erfgenaam van Catharina de Visscher betreffende het huis van Catharina de Visscher in de Orgelstraat. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern
BERCHEM
Stuk betreffende de verwerving en het bezit 1438. Akte verleden voor notaris Carcelis Loets op 26 juni 1648 te Antwerpen betreffende het proces tussen de prelaat van Sint-Michiels en de erfgenamen van Joannes Balthazar de Visscher over de uitvoering van de verkoop van een hoeve met huizen en paardenstal gelegen op de Mechelsesteenweg door Joannes Balthazar de Visscher. Antwerpen. 1648. Afschrift. Z.p. 1648. Nederlands 1 stuk 1439. Stukken betreffende de verdeling van ‘de Smisse’ uit de nalatenschap van de ouders van Peeter ven Lodewijk Houwen. Antwerpen. 1570, 1610. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
172
Stukken betreffende rentes 1440. Stukken betreffende het akkoord over een jaarlijkse erfelijke rente van 6 gulden ten laste van 363 Cornelia Vekemans gehypotheekeerd op goederen in Berchem. Z.p., Antwerpen. 1613, 1648, z.d. Afschrift. Z.p. 1648, z.d. Nederlands 5 stukken
BOORTMEERBEEK
Stukken betreffende rentes 1441. Kwitantie van Hendrica van Wees voor Joannes Balthazar de Visscher over 2400 gulden afkomstig van een rente van 300 gulden per jaar die rust op de goederen van Jacob van Tourlant. Z.p. 1629. Frans 1 stuk 1442. Akte verleden voor notaris Peter Tserstevens op 16 januari 1630 te Brussel waarin kapitein Jacob van Tourlant en procureur Charles Bogaert(s) verklaren ten voordele van Joannes Balthazar de Visscher een erfelijke rente van 300 rijnsgulden te hebben gehypothekeerd op de heerlijkheid, appendentien ende dependentien van Boortmeerbeek en “ ’t Hoff te Soy” en een tweede erfelijke rente van 50 rijnsgulden te hebben gehypothekeerd op een hof aan de Korenmarkt in Mechelen. Brussel. 1630. Afschrift. Z.p. 1630. Nederlands. Gescheurd 1 stuk
BORGERHOUT
Stukken betreffende rentes 1443. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Juan Gomez Caño, in naam van zijn echtgenote Anna de Visscher, enerzijds en stadhouders en leenmannen van het Leenhof van Eeckeren anderzijds betreffende de achterstallige uitkeringen van twee rentes waarvan een ter waarde van jaarlijks 62 gulden en een ter waarde van jaarlijks 50 gulden ten laste van wijlen Theodorus en Mencia Crets gehypothekeerd op twee derdedelen van een tiende te Borgerhout. Brussel, e.p. 1632, z.d. Nederlands 2 stukken
363
Cornelia Vecquemans/Vekemans was de dochter van Joannes Vekemans en Cornelia Doncker. Ze koos voor de geestelijke staat. Haar broer Franciscus Vekemans werd in 1653 raadsheer in de Grote Raad van Mechelen en zetelde later in de Geheime Raad. Hij bleef ongehuwd. Nobiliaire, p. 1966-1967.
173
BORNEM, HINGENE, MARIAKERKE EN WEERT
De heerlijkheid en polder van Weert Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1444. Manuaal aangevat in 1654 van de goederen in de polder van Weert in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1145. Authentieke akte verleden voor de baljuw en de schepenen van de polder en de heerlijkheid van Weert op 29 april 1619 te Weert waarin op vraag van Juan Gomez Caño, de waarde van een stuk land in de polder van Weert wordt geschat op 250 carolus gulden per bunder. Weert. 1619. Authentiek afschrift. Z.p. 1619. Nederlands 1 stuk 1446. Verkoopsaffiche voor dertig gemeten land in de polder van Weert. Z.p. Z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende het bestuur 1147. Verzoek van Joannes de Visscher aan van Gendt om Daniël Vael als griffier van de polder van Bornem te laten vervangen door Dierick Andriessen, griffier-generaal van de volledige polders van Bornem, Dijkvliet en Hingene. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het beheer 1448. Stukken betreffende de verhuurovereenkomst waarin Willem Basseliers voor de periode van zes jaar partijen land in de polder van Weert verhuurt aan Peeter vanden Brande. Z.p. 1616, 1619, 1624. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands. Schimmel 3 stukken 1449. (Concept van) verhuurovereenkomsten waarin de erfgenamen van Joannes de Visscher, een hofstede met vier bunders land gelegen in de polder van Weert verhuren aan Joannes van Eec(k)hout. Antwerpen. 1625, 1638, 1640. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 5 stukken 1450. Verhuurovereenkomsten verleden voor notaris Peeter Ghijsberti op 4 januari 1645 te Antwerpen waarin Anna de Visscher en Catharina de Visscher, in eigen naam en in naam van de kinderen en weduwe van wijlen hun broer Joannes Balthazar de Visscher, land gelegen in de polder van Weert verhuren aan J(o)an(nes) Segers, burgemeester van Temse, voor een termijn van zes jaren tegen jaarlijks 1300 gulden. Antwerpen. 1645. Afschriften. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 1451. Akte verleden voor notaris Jacques le Rousseau op 6 oktober 1651 te Antwerpen waarin de erfgenamen van Joannes de Visscher enerzijds en Joannes Maes en zijn echtgenote Catelijne Vergouwen anderzijds de voorwaarden voor de verhuur van een hofstede met grond in de polder van Weert tegen 38 ponden per jaar vastleggen die Joannes Maes en Catelijne Vergouwen pachten. Antwerpen. 1651. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern
174
1452. Akten waarin de erfgenamen van Joannes de Visscher aan Peeter vanden Brande en Lau(we)rey(n)s van Wese(n)mael land verhuren in de polder van Weert. Antwerpen, Temse. 1624, 1629, 1641, 1644, 1652. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d., 1641, 1644. Nederlands. Eén perkament met beschadigd zegel 5 stukken 1453. Pachtcontract waarbij Willem Benedictus de Visscher verklaart in eigen naam en in naam van zijn moeder en broer aan Jan Keurs uit Temse voor 17 gulden per jaar een visserij in de polder van Weert te hebben verpacht. Temse. 1655. Nederlands 1 stuk 1454. Verkoopsovereenkomst waarin Catharina de Visscher in eigen naam en in naam Joannes Balthazar de Visscher en Anna de Visscher diverse percelen hooiland verkoopt aan Dierick Vergouwen voor de som van 1100 carolusgulden. Weert. 1640. Nederlands 1 katern 1455. Authentieke akte verleden voor notaris Ambrosius de Sebille op 24 maart 1646 te Antwerpen waarin Joannes Segers verklaart dat de opbrengst van de grond in de polder van Weert die hij huurt van Anna en Catharina de Visscher voor 1300 rijnsgulden per jaar geleden heeft onder de doortocht van het Spaanse leger en daarom zijn verhuurders vraagt naar Weert te komen om aanwezig te zijn bij de schatting van het resterende hooi. Authentiek afschrift. Z.p.1646. Nederlands 1 stuk 1456. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher tegen Lauwereyns van Wese(n)mael en Peeter vanden Brande betreffende achterstallige pacht. Z.p., Brussel. 1624, 1639, 1643, z.d. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 omslag 1457. Onderhandse akte waarin Anna en Catharina de Visscher, in eigen naam en in naam van Cornelia de Norman, onder voorwaarden pachter J(o)an(nes) Segers uit Temse pacht van 1645 en 1646 kwijtschelden wegens de schade die hij heeft geleden aan de grond en vruchten in Weert door de oorlogsomstandigheden. Z.p. 1627. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1458. Onderhandse akte waarbij Gillis De Vos, schipper te Brussel, verklaart al het hooi van Willem Bas(s)eliers te hebben gekocht en zich ertoe verbindt ten uiterste binnen de drie weken de koopsom van 1000 rijnsgulden te betalen. Z.p. 1635. Nederlands 1 stuk 1459. Onderhandse akte opgemaakt waarbij Philippus Augustinus Caño in naam van zijn ouders en Catharina de Visscher het uitgraven van een gracht en het bouwen van een dijk uitbesteedt aan Jan Boel voor zeven gulden. Z.p. 1641. Nederlands 1 stuk 1460. Concept van een onderhandse akte waaruit blijkt dat Peeter vanden Brande 205 gulden achterstallige pacht van 1653, 1654 en 1655 schuldig is [aan de erfgenamen van Joannes de Visscher]. Z.p. 1656. Nederlands 1 stuk 1461. Onderhandse akte waarin Joannes Balthazar de Visscher verklaart dat Joannes Maes hem de som van acht pond schuldig is. Z.p. 1658. Nederlands 1 stuk 1462. Brief van J. de Clercq aan Silvester de Hertoghe over pachter vanden Brande. Temse. 1645. Nederlands 1 stuk 1463. Memorie van Catharina de Visscher voor Cornelia de Norman betreffende de afmetingen van de gronden in eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher verhuurd aan Joannes van Eec(k)hout. Z.p. 1644. Nederlands 1 katern
175
1464. Memorie van Cornelia de Norman betreffende de betaalde pacht van Peeter vanden Brande. Z.p. 1646. Nederlands 1 stuk 1465. Memorie van de ontvangsten binnen de polder van Weert. Z.p. 1656. Nederlands
1 stuk
1466. Memorie van Catharina de Visscher betreffende voldane en openstaande pacht. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1467. Nota van Willem Benedictus de Visscher betreffende de betaling van de pacht van Joannes Maes voor 1651. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1468. Nota’s betreffende pachters en pachtinkomsten van de polder van Weert. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende lasten 1469. Nota betreffende de betaling van de geschoten die Catharina de Visscher heeft openstaan ten voordele van J(o)an(nes) Segers door de wanbetalingen van Lau(we)rey(n)s van Wese(n)mael en waarbij ze diezelfde van Wese(n)mael aanmaant haar openstaande geschoten aan Segers te betalen en de overige schuld aan haar te voldoen. Met kwitantie van J(o)an(nes) Segers voor de betalingen van van Wese(n)mael. Z.p. 1639. Nederlands 1 stuk 1470. Stukken betreffende de betaling van het aandeel van de erfgenamen van Joannes de Visscher in de werken aan de dijk in de polder van Weert. Z.p. 1639, 1641. Nederlands 3 stukken 1471. Kwitanties van Joos Borms voor de erfgenamen van Joannes de Visscher over geld voor werken aan dijken in de polder van Weert. Z.p. 1641, 1642. Nederlands 2 stukken 1472. Kwitantie opgemaakt door Seghers over de geschoten van de polder van Weert aan hem betaald door de pachters van diezelfde polder. Z.p. 1648. Nederlands 1 stuk 1473. Kwitanties over de wederzijdse schulden van de erfgenamen van Joannes de Visscher en Joannes Maes. Z.p. 1654, 1655. Kopie. Z.p. Zd. Nederlands 2 stukken Met nota’s van Catharina de Visscher betreffende de nog openstaande schuld van Maes.
1474. Concept van een huurovereenkomst voor grond in de polder van Weert. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1475. Beschikking van de vorst over de fout die de baljuw van Weert heeft gemaakt door de ordonnantie te voldoen van le Pelletier, raadsheer in de Raad en het Parlement van Parijs. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
176
Stukken betreffende rentes Proces tussen de erfgenamen Joannes de Visscher tegen de bisschop van Gent 1476. Stukken uit het proces tussen de erfgenamen van Joannes de Visscher, namelijk Anna de Visscher en haar man Juan Gomez Caño, Catharina de Visscher en Joannes Balthazar de Visscher met na zijn dood zijn zonen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher, vertegenwoordigd door Joos Wasteel, procureur in de Raad van Vlaanderen, enerzijds en de bisschop van Gent, heer van Weert, en zijn vicariaat als executeurs van het testament van wijlen bisschop Lindanus anderzijds betreffende een cijns ten voordele van de bisschop van Gent die rustte op een stuk grond in Weert verkocht door Joannes de Visscher. Antwerpen, z.d., 1606, 1626, 1636, 1646, 1647, 1657, 1660, 1690, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 omslag
Bornem, Hingene, Mariekerke en Weert Stukken betreffende het beheer 1477. Uittreksel uit het register van resoluties van de Raad van Financiën betreffende de betaling van de dijkgeschoten door de ingelanden. Brussel. 1592. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 2 stukken 1478. Instructie betreffende de uitvoering van het octroy der dycagie van Bornem, etc. Z.p. 1629. Nederlands 1 stuk 1479. Stukken betreffende de dycagielanden onder Bornem, Hingene, Mariekerke en Weert. Gent, z.p. 1636, 1637, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 3 stukken 1480. Stukken betreffende het rekest van Gregorius del Plano, superintendant en dijkgraaf van Vlaanderen, aan de heren thesaurieren-generaal en commiezen van de domeinen en financiën betreffende geschoten. Brussel, Antwerpen. 1646, 1647. Afschrift. Brussel.1647. Frans 2 stukken 1481. Minuut van een rekest van de eigenaars van de dycagielanden voor de Grote Raad van Mechelen uit het proces tegen de heer van Bornem betreffende reparaties aan de dijken. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Bornem Stuk betreffende de verwerving en het bezit : verhef 1482. Extract uit het register van verhef van de lenen van de baronie van Bornem waarin onder folio 23 staat opgenomen dat Philippus Augustinus Caño als oudste feodale erfgenaam bij de dood van zijn oom Joannes Balthazar de Visscher het reliëf heeft ontvangen voor een stuk land van een bunder in leen gehouden van Peeter Coloma, baanderheer van het land van Bornem. Z.p. 1641. Authentiek afschrift. 1645. Nederlands 1 stuk
177
1483. Extract uit het leenboek van de baanderheer van de landen en kasselrij van Bornem inhoudende de gronden die de erfgenamen van Joannes de Visscher in leen hebben van de baron van Bornem. Z.p. 1641. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het beheer *** Brief van G. de Blasere aan de Nieulard in Gent. Brussel. 1639. Frans
1 stuk
Bewaard onder nr. 426
1484. Akte verleden voor notaris N. Corstens op 16 december 1645 waarin Passchier de Weer(d)t, landman binnen de baronie Bornem, verklaart de som van 16 gulden te hebben voldaan aan Catharina en Anna de Visscher. Authentiek afschrift. Bornem. 1645. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1485. Memorie voor Cornelia de Norman betreffende rentes ten laste van Passchier de Weerdt en Jan Maes. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1486. Memorie betreffende de afhandeling van een rente uit de nalatenschap van wijlen de Weerdt. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
BRUSSEL
Huizen en brouwerij ‘de Croone’ in de Monnikstraat Stuk betreffende rentes 1487. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Brussel op 19 oktober 1638 waarin Guillam Stroobant en zijn echtgenote Martyne Appelmans in naam van Jan Claerbouts aan Joannes Balthazar de Visscher in naam van Catharina de Visscher een jaarlijkse rente van 150 gulden verkopen gehypothekeerd op hun goederen in Brussel, namelijk op twee huizen met gronden in een straat nabij de Driesmolen en de brouwerij ‘de Croone’ met hofstede en huis in de Monnikstraat. Brussel. 1638. Nederlands. Perkament. Verdwenen zegels 1 stuk
Huis ‘Sint-Antheunis’ Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1488. Akten waarin Roland (de) Longin en zijn echtgenote Anna de Rifflart aan hun dochters Barbara en Catharina (de) Longin bij hun (eventuele) intrede als begijn in het begijnhof van Brussel een vervallen huis schenken genaamd ‘Sint-Antheunis’. 1571. Authentieke afschriften. Z.p. 1610, z.d. Nederlands 2 stukken
178
Huis ‘Sint-Lucas’ bij de Sint-Janskapel en huis in de Stoofstraat Stukken betreffende rentes Catharina de Visscher bezat een jaarlijkse rente van 100 rijnsgulden ten laste van de erfgenamen van Lucas Finet, namelijk zijn weduwe en de kinderen Jan, Christoffel Robrecht, Francisco en Anna Finet, gehypothekeerd op een huis gelegen in de Stoofstraat en op het huis ‘Sint-Lucas’ gelegen bij de Sint-Janspoel (op de hoek van de Drabstraat en de Pongelmarkt) in Brussel. Omdat de rente niet langer werd uitbetaald, zijn de gehypothekeerde huizen verkocht aan Jan van Elshout, raad- en rentmeester-generaal van Zeeland Bewesterschelde. 1489. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher enerzijds en de erfgenamen van Lucas Finet en later Jan van Elshout, anderzijds betreffende een jaarlijkse rente van 100 gulden gehypothekeerd op huizen in de Stoofstraat en bij de Sint-Janspoel in Brussel. Z.p., Brusel .1637, 1638, 1646, 1649, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d., 1646. Nederlands 1 omslag
Huis ‘den (Swerten) Arent’ op de Ruisbroekberg Stukken betreffende rentes 1490. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en zijn erfgenamen enerzijds en Francisco del Bono en zijn echtgenote Susanna Billekin anderzijds betreffende rentes gehypothekeerd op het huis ‘den (Swerten) Arent’ op de Ruisbroekberg. Brussel, Mechelen, z.p. 1639, 1640, 1641, z.d. Afschrift. Z.p. 1639, z.d. Nederlands. Perkament 1 omslag 1491. Stukken betreffende de authorisatie van Cornelia de Norman door de Weeskamer van Brussel waardoor zij gemachtigd is een jaarlijkse rente gehypothekeerd op ‘den (Swerten) Arent’ te innen. Brussel. 1642. Authentiek afschrift. Z.p. 1642, z.d. Nederlands 3 stukken 1492. Stukken betreffende rentes gehypothekeerd op het huis ‘den (Swerten) Arent’. Brussel, z.p. 1642, 1645. Afschrift. Z.p., 1642, z.d. Nederlands 1 omslag
Huis in de Bergstraat (Berchstraet) Stukken betreffende rentes 1493. Authentieke akten verleden voor de schepenen van Brussel betreffende een rente van jaarlijks 625 gulden ten laste van Jacques Le Roy, rentmeester in het kwartier van Halle, gehypothekeerd op een grote hofstede in de Berchstraet in Brussel ten voordele van Joannes Balthazar de Visscher. Brussel. 1633, 1635. Nederlands. Perkament 2 stukken
179
Huizen in de Cleynschipstraet en erven in het Straetken vander Elst Stukken betreffende rentes 1494. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher de Celles en Joannes Antonius de Ruysschen, heer van Elissem, en interveniërende voor Antoon Tanton, betreffende een jaarlijkse rente van 100 rijnsgulden gehypothekeerd op vijf huisjes met tuin in de Cleynschipstraet en op twee erven in het Straetken vander Elst in de Nieuwstraat te Brussel. Z.p., Brussel. 1639, 1640, 1652, 1654, 1655, 1659, z.d. Afschrift. Z.p. 1639, z.d. Nederlands 1 omslag
Huis in het Crommenellenboochstraetken bij de Stillepoorte Stukken betreffende rentes 1495. Authentieke akte verleden voor notaris Antonius Jaspers op 6 november 1631 te Antwerpen waarin Anna en Catharina de Visscher, hun broer Joannes Balthazar de Visscher en bij zijn afwezigheid Catharina de Visscher machtigen om een huis met grond te laten verkopen, in het Crommenellenboochstraetken bij de Stillepoorte in Brussel, eigendom van procureur Bernard Havet. Antwerpen ter recuperatie van de achterstallige intresten van een rente van 50 gulden. 1631. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Huis in de Lange Ridderstraat Stukken betreffende rentes 1496. Akte verleden op 12 maart 1627 voor notaris Peeter Tserstevens te Brussel betreffende 400 gulden die Joannes Balthazar de Visscher heeft overgemaakt aan Hendrick vander Tompt en Josyne Raschaert voor een erfelijke rente van jaarlijks 25 gulden ten laste van de voornoemde vander Tompt en Rasschaert gehypothekeerd op hun hofstede met huis in de Lange Ridderstraat waarvan de eerste uitkering start in 1628. Brussel. 1627. Afschrift. Z.p. 1627. Nederlands 1 katern 1497. Appointement op een rekest van Cornelia de Norman aan de weeskamer van Brussel waarin Cornelia de Norman vraagt in cassatie te mogen gaan om de achterstallige intresten van een jaarlijkse rente van 25 rijnsgulden gehypothekeerd op een huis in de Lange Ridderstraat alsnog te recupereren. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
Huizen in de Maagdenstraat (Maeghdekenstraete) en drie huizen op de Anderlechtste Steenweg Stukken betreffende rentes 1498. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en Jan Claerbots betreffende een jaarlijkse rente van 75 gulden ten laste van de voornoemde Claerbots gehypothekeerd op drie huizen in de Maeghdenkensstraete en drie huizen op de Anderlechtse Steenweg. Z.p., Brussel. 1644, 1645, 1647. Afschrift. Z.p. 1645, z.d. Nederlands 4 stukken
180
Huis in de Oppemstraat (Ophemstraet) Stukken betreffende het beheer 1499. Huurovereenkomsten waarin Cornelia de Norman een huis met toebehoren gelegen in de Oppemstraat te Brussel voor drie jaar verhuurt aan Jan van Speybroeck tegen 52 rijnsgulden per jaar. Brussel. 1652, 1655. Nederlands 2 stukken
Stukken betreffende rentes 1500. Stukken uit het proces tussen Cornelia de Norman enerzijds en Leonar(d)t Sebastiaenssens e en Marie Ingels anderzijds betreffende een erfelijke rente van jaarlijks 60 gulden volgens de 20 penning ten laste van de voornoemde Leonardt Sebastiaenssens en Marie Ingels gehypothekeerd op hun huizen ten voordele van Cornelia de Norman. Brussel, z.p. 1642, 1648, 1650, 1651. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands. Perkament met zegels 5 stukken
Huis op de Veemarkt tegenover het klooster van Jericho Stukken betreffende de verwerving en het bezit *** Stukken betreffende de aankoop van het huis op de Veemarkt door Joannes Balthazar de Visscher en waarvoor Anna de Visscher in ruil zijn derde van de helft van ‘de Colffraeme’ in Antwerpen krijgt. Antwerpen, z.p. 1626, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 3 stukken Bewaard onder nrs. 613, 1404 en 1420 1501. Akte verleden voor notaris Remigius Jensma te Brussel op 24 juni 1642 waarin Cornelia de Norman verklaart dat er geen rentes rusten op het huis dat ze bewoont. Brussel. 1642. Afschrift. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
Huis nabij de kanselarij Stuk betreffende rentes 1502. Akte verleden voor notaris Michiels te Brussel op 19 oktober 1620 waarin Bernard Havet, procureur, en zijn echtgenote Françoise Delvaux, bekennen van Joannes de Balthazar de Visscher 384 gulden te hebben ontvangen tegen een jaarlijkse rente van 24 gulden gehypothekeerd op de helft van een rente belast op een huis nabij de kanselarij in Brussel. Brussel. 1620. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 katern
181
DEURNE
Stukken betreffende het beheer 1503. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Theodorus Schetz, graaf van Hoogstraten, betreffende achterstallige intresten van een jaarlijkse rente van 50 gulden gehypothekeerd op den Thiende te Deune. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans 3 stukken
EKEREN
Stukken betreffende het beheer 1504. Stukken uit het proces tussen Joannes de Balthazar de Visscher en Juan Gomez Caño enerzijds en de erfgenamen van Pauwel van Gemert anderzijds betreffende een tiende van een leen onder het Leenhof van Eeckeren. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
ELEWIJT, HEVER, HOFSTADE EN MEISE
Stuk betreffende het beheer 1505. Onderhandse akte van Brion, luitenant-kolonel, waarin hij verklaart dat de soldaten onder zijn bevel geen schade te zullen berokken aan de bossen van Meise, Hever, Elewijt en Hofstade. Mechelen. 1655. Authentiek afschrift. Z.p. 1655. Frans 1 stuk
Elewijt Elewijt behoorde tot de meierij van Kampenhout
364
.
Hof ‘Colliviers alias de Gottignies’ Stuk betreffende de verwerving en het bezit 1506. Verkoopsaffiche van een schoon groot ende wel gheleghen huys van plaisantie met een hoeve plantasie ende toebehoorte te Elewijt genaamd ‘ ’t Hoff Colliviers alias de Gottignies’ eigendom van Philips Françhois van Varick, burggraaf van Brussel, waarvan de verkoop plaatsvindt op 15 november 1653 in de herberg ‘de Schael’ in Mechelen. Mechelen. 1653. Nederlands. Gedrukt. Met figuratieve kaart. Buiten formaat 1 stuk
364
HASQUIN H., Gemeenten van België, deel I, p. 234.
182
Leen ‘het Mostvinck/Mostvinne’ onder het Leenhof Ter Borcht Het leen het Mostvinck/Mostvinne ressorteerde onder het leenhof van Ter Borcht.
Stuk betreffende de verwerving en het bezit: verhef 1507. Stuk betreffende het verhef van de lenen gehouden onder het leenhof Ter Borcht onder Elewijt, namelijk ‘den Smallenbroeck’ en ‘Breebeke’ door Jacques van der Aa op 18 maart 1512 en ‘het Mostvinne’ door Carolus (de) Longin op 17 december 1601. Z.p. Z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands, Latijn 1 stuk
Stuk betreffende het beheer 1508. Pachtovereenkomst waarin Joannes Balthazar de Visscher een stuk grond genaamd ‘het Mostvinck’ verpacht aan Christoffel vanden Putte voor de termijn van zes jaren tegen 16 gulden per jaar. Z.p. 1631. Nederlands 1 stuk
Scauwersbroek Stukken betreffende het beheer 1509. Authentieke akte verleden voor notaris Jan de Muntere op 13 november 1625 te Brussel uit het processen tussen Anna van Catz, weduwe van Willem (de) Longin, enerzijds en Elisabeth van Boxtel, weduwe van Roland (de) Longin, en Joannes Balthazar de Visscher anderzijds betreffende een stuk land gelegen in Scauwersbroeck onder Elewijt. Brussel. 1625. Afschrfit. Z.p. 1644. Nederlands 1 katern
Meise Stukken betreffende het beheer 1510. Stukken uit het proces tussen Willem Benedictus de Visscher en Joos vanden Houtte, meier van het Land van Grimbergen, betreffende de rekening van de verkoop van heesters afkomstig van ‘de Schependam’. Z.p. 1656. Afschrift. Z.p. 1656. Nederlands 1 omslag
Stukken betreffende rentes 1511. Stukkken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en zijn erfgenamen enerzijds en Martijn de Tailly en zijn echtgenote Nicola de Haene anderzijds betreffende een jaarlijkse erfelijke rente van 25 rijnsgulden gehypothekeerd op de goederen in Meise. Brussel, Meise. 1636, 1637, 1652, 1653, 1655, 1656, 1659, 1650, z.d. Afschrift. Z.p. 1652, 1653, 1654, 1659, z.d. Nederlands 1 omslag
183
EPPEGEM Eppegem behoorde tot de meierij Grimbergen
365
.
Stuk betreffende het beheer 1512. Onderhandse akte van Bertholomeus Langhaveci waarin hij de meiers de opdracht geeft Catharina de Visscher te vergoeden voor de schade die paarden op haar grond te Eppegem hebben veroorzaakt. Mechelen. 1641. Authentiek afschrift. Z.p. 1642. Nederlands 1 stuk
Heerlijkheid Steen Stuk betreffende rentes De heerlijkheid Steen behoorde tot het Leenhof van het Land van Grimbergen en lag onder Eppegem. Steen omvatte een ‘hof van plaisantie’, heerlijke cijnzen, gronden en andere ‘appendentien ende dependentien’. Jan Cools, heer van Steen en Corbais, heeft ze aangekocht en belast met een rente van 20 000 rijnsgulden. Joannes Balthazar de Visscher, commissaris van Zijne Majesteit, betaalde aan Jan Cools, heer van Corbais en Steen, eenmalig de som van 8000 rijnsgulden in ruil voor een jaarlijkse erfelijke rente van 500 rijnsgulden gehypothekeerd op de heerlijkheid Steen en waarvan de eerste betaling moest gebeuren op 16 december 1623. Indien Cools de rente niet kon afbetalen, kreeg Joannes Balthazar de Visscher de helft van de heerlijkheid Steen waardoor hij recht had op een deel van de inkomsten van deze heerlijkheid tot het ogenblik dat de rente was afgelost. Cools stopte met de betalingen in december 1630. Joannes Balthazar de Visscher dwong via een uitspraak van het bevoegde Leenhof van Grimbergen op gerechtelijke wijze af dat hij de heerlijkheid Steen mocht verhuren om toch de nodige inkomsten uit de rente te kunnen recupereren. De opbrengsten van de huur en de grond dienden aan de griffier van het Leenhof (of aan een door het Leenhof aangestelde persoon) te worden afgestaan. Die verdeelde de inkomsten dan over Joannes Balthazar de Visscher en Jan Halleman, leenvinder in het Leenhof van Grimbergen, die eveneens als partij optrad in het proces tegen Jan Cools. Cools probeerde de verhuring van Steen te verhinderen door in beroep te gaan tegen de uitspraak op basis van ‘nulliteyt van verhueringhe’ (nietigheid van verhuring). Toen Jan Cools (den Ouden) overleed, zette zijn zoon, Jan Cools (den Jongen), het proces verder. Het proces werd niet alleen gevoerd voor het Leenhof van Grimbergen, maar in beroep ook voor het Leenhof van Brabant en de Raad van Brabant. Vermoedelijk bleef het proces onbeslist en moest Jan Cools (den Jongen) de heerlijkheid Steen verkopen uit geldgebrek. Joannes Balthazar de Visscher probeerde de achterstallige intresten vermoedelijk te verhalen op de nieuwe eigenaars van Steen. 1513. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Jan Halleman, leenvinder van het Leenhof van Grimbergen, enerzijds tegen Jan Cools (den Ouden), heer van Corbais en Steen, en later zijn zoon Jan Cools (den Jongen) anderzijds betreffende een erfelijke rente van jaarlijks 500 rijnsgulden gehypothekeerd op de heerlijkheid Steen. Z.p. 1631-1635, z.d. Afschrift. Z.p. 1631, 1632, 1633, z.p. Nederlands 1 pak Twee stukken uit 1631 (namelijk een perkament met en zonder zegel) worden bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 187.
365
HASQUIN H., Gemeenten van België, deel I, p. 246.
184
BARONIE GAASBEEK
Stukken betreffende rentes 1514. Stukken betreffende jaarlijkse rentes die Joannes Baptist Corpels, licentiaat in de rechten en advocaat in de Raad van Brabant, aan Catharina de Visscher heeft verkocht, gehypothekeerd op een stuk grond genaamd “ ’t Camproth” gelegen in Leeuwe, Wesenbeek en Lennik, op bossen en het ‘Schaerbosch’ in Groenenberg en op het stuk grond ‘de Maeymeersch’ in de Sint-Martinusparochie in Lennik. Lennik. 1630. Nederlands. Perkament met beschadigd en verdwenen zegel 3 stukken
Processen van Catharina de Visscher en Cornelia de Norman tegen de erfgenamen van Jan Baptist Corpels en tegen Batholomeus Ruiz betreffende een rente gehypothekeerd op goederen in de baronie Gaasbeek Bartholomeus Ruiz kocht op 18 mei 1638 verscheidene gronden en een huis in de heerlijkheid Gaasbeek die toebehoorden aan advocaat Corpels volgens een decreet van de Raad van Brabant. Ruiz betaalde er 27 500 gulden voor. Op die gronden en dat huis rustten echter twee rentes, een van jaarlijks 25 gulden en een van jaarlijks 75 gulden, beiden ten voordele van Catharina de Visscher. De twee rentes werden al enkele jaren niet meer voldaan. Uiteindelijk betaalde Ruiz slechts 26 093 gulden en nam hij de rente van 75 gulden over. Bovendien overhaalde Ruiz Catharina de Visscher om hem 300 pond te lenen met intrest en gehypothekeerd op zijn nieuw aangekochte goederen in Gaasbeek. 1515. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en later Cornelia de Norman, weduwe van Joannnes Balthazar de Visscher, beiden schuldeisers van Joannes Baptist Corpels, enerzijds en de weduwe van Jan van Dormael anderzijds, betreffende de eis van deze laatste om de schuld van Corpels te verhalen op Catharina de Visscher. Z.p. 1644, 1645, 1648. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 5 stukken 1516. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en Batholomeus Ruiz betreffende de achterstallige jaarlijkse rentes van 75 gulden en 25 gulden ten voordele van Catharina de Visscher gehypothekeerd op gronden en een huis in de baronie Gaasbeek. Z.p. 1645-1648, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans, Spaans. Perkament 1 pak
(KWARTIER) GELDENAKEN (JODOIGNE) Behalve de heerlijkheid Schiplaken vormde Geldenaken een ander belangrijk goederencomplex van de familie de Visscher. Zo was Joannes de Visscher heer van Maubisoul, een heerlijkheid in de buurt van Geldenaken. Ze kwam vermoedelijk in handen van Joannes de Visscher en zijn echtgenote Catharina (de) Longin via het eerste huwelijk van Catharina’s vader Roland met Elisabeth de Mons. Uiteindelijk hebben Joannes de Visscher en Catharina (de) Longin de cijnsgronden in Maubisoul geruild voor een erfelijke rente gehypothekeerd op de brouwerij ‘het Gulden Vlies’ in Antwerpen. Ze behielden echter nog andere onroerende goederen in Geldenaken en omgeving. Voor het beheer van hun goederen in en rond Geldenaken deden de de Visschers beroep op meerdere personen. Spilfiguren waren Antonius de l’Escaille die optrad als rentmeester-ontvanger, Lambrecht Smoors die eveneens fungeerde als ontvanger en Jacques de Venise, procureur-generaal en schepen in Geldenaken.
185
Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1517. Akte verleden voor Martin Coulez, ontvanger van de vorst in het kwartier van Geldenaken op 28 oktober 1561 waarin Barbara de Mons haar huis, grond en bossen in en rond Geldenaken overdraagt aan haar petekind Barbara Longin. Z.p. 1561. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk *** Authentieke akte verleden voor de schepenen van de stad Leuven in 1561 waarin Barbara de Mons onroerende goederen overdraagt aan Barbara (de) Longin. Z.d. Authentiek afschrift. Frans 1 katern Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 178.
*** Stukken betreffende de transactie waarbij Catharina (de) Longin, dochter van wijlen Roland (de) Longin, ridder en heer van Sint-Ulrikskapelle, en haar man Joannes de Visscher goederen, waaronder cijnsgronden in Molenbesoul bij Geldenaken, met van Asseliers ruilen voor een erfelijke rente van oorspronkelijk 696 gulden en nog af te lossen voor 418 gulden gehypothekeerd op de brouwerij ‘het Gulden Vlies’ met vier huizen gelegen op de Paardemarkt in Antwerpen. Leuven, z.p. 1561, 1587, 1590. Afschrift. Leuven, z.p. 1587, z.p. Nederlands 1 katern Bewaard onder nr. 1430
*** Stukken uit het proces tussen Joannes de Visscher en Antonius (van) Asseliers betreffende het ruilcontract aangaande ‘het (Gulden) Vlies’ en de cijnsgronden Molenbizoul. Z.p. 1583, 1587, 1590. Nederlands 5 stukken Bewaard onder nr. 1430
Stukken betreffende het beheer 1518. Lijst van de gronden en hun pachters in Geldenaken. Z.p. z.d. Frans
1 katern
1519. Staat opgemaakt door Antonius de l’Escaille voor de erfgenamen van Joannes de Visscher van de goederen en inkomsten binnen het kwartier van Geldenaken voor het jaar 1622. Brussel. 1624. Frans 1 katern 1520. Staat opgemaakt door Jacques de Venise voor de erfgenamen van Joannes de Visscher van de goederen en inkomsten binnen het kwartier van Geldenaken voor de periode van 1636-1642. Z.p. 1643. Frans 1 katern 1521. Stukken betreffende de aanstellinging van Jacques de Venise, procureur-generaal wonende te Geldenaken, als gemachtigde voor het ontvangen huur van de huizen en pachthoven in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van Joannes de Visscher. Antwerpen, Geldenaken. 1637, 1646. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 3 stukken 1522. Authentieke akte verleden voor notaris Pierre Lievens op 28 mei 1638 te Antwerpen waarin Anna en Catharina de Visscher, in eigen naam en in naam van hun broer Joannes Balthazar de Visscher, aan A. de Bleeser, procureur-generaal wonende te Brussel, volmacht verlenen om van Jacques de Venise de rekeningen en bewijzen van de goederen in Geldenaken te eisen. 1638. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
186
1523-1534. Rekeningen van de rentmeesters-ontvangers voor de erfgenamen van Joannes de Visscher over inkomsten uit de gronden in het kwartier van Geldenaken in gemeenschappelijke eigendom. Frans, Nederlands 10 stukken 1523. Van Antonius de l’Escaille over 1623. Brussel. 1625. 1524.
Van Antonius de l’Escaille over 1624. Brussel. 1626.
1525.
Van Antonius de l’Escaille over 1625 en 1626. Geldenaken. 1627.
1526.
Van Lambrecht Smoors over 6 oktober 1631 tot 6 oktober 1632. Z.p. 1633.
1527.
Van Ambrosius de Venise over 1637, 1638 en 1639. Z.p. Z.d.
1528.
Van Jacques de Venise over 1637, 1638 en 1639. Z.p. Z.d.
1529.
Van Jacques de Venise over 1636, 1637, 1638, 1639 en 1640. Z.p. Z.d.
1530.
Van Jacques de Venise over 1640, 1641 en 1642. Z.p. 1643.
1531.
Sinds 1618. Z.p. Z.d.
1532.
Van Ambrosius de Venise over 1631 tot 1636. Z.p. Z.d.
1533.
Van Jacques de Venise over 1636, 1637 en 1638. Z.p. Z.d.
1534.
Van Jacques de Venise. Z.p. Z.d.
1535. Concept van een rekest van Joannes de Visscher aan de president en raadsheren van de Rekenkamer van Brabant waarin hij inzage vraagt in de rekeningen van 1576 tot 1609 van het kwartier van Geldenaken. Z.p. 1608. Frans 1 stuk Met nota betreffende de troonopvolging van de Lage Landen en het hertogdom Bourgondië. Z.p. 1549. Afschrift. Z.p. Z.d.
1536. Memorie betreffende de ontvangsten 1635 en de rekeningen van Lambrecht Smoors. Z.p. 1635. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1537. Onderhandse huurovereenkomst waarin Jacques de Venise verklaart een pachthof te huren van de erfgenamen van Joannes de Visscher voor een termijn van zes jaren, vanaf 1644, voor jaarlijks 24 gulden. Z.p. 1643. Frans 1 stuk 1538. Verhuurovereenkomst verleden voor notaris Woultre op 28 februari 1644 met de voorwaarden waarbij Jacques de Venise, ontvanger van de erfgenamen van Joannes de Visscher, aan Philippe Philippa(urt) grond in de nabijheid van Molembisoul, Stocqnoy en Geldenaken verhuurt. Leuven. 1644. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1539. Proces-verbaal van een meting door Jean Fonteine, beëdigd meter, van de gronden van de boerderij gepacht door Julien Gerendael in gemeenschappelijke eigendom van de erfgenamen van wijlen Joannes de Visscher. Z.p. 1639. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1540. Concept van een akte verleden voor Etienne Blareau, Jacques de Venise en Charles Chesin, ontvangers van het kwartier Geldenaken, betreffende de erfgenamen van Joannes de Visscher. Z.p. 1652. Frans 1 stuk
187
1541. Stukken betreffende de achterstallige ontvangsten van een hypotheek op een huis in Geldenaken achtergehouden door Andries du Four, rentmeester van de domeinen in het kwartier van Geldenaken. Z.p. Z.d. Nederlands, Frans 3 stukken
Stukken betreffende de houtverkoop 1542. Frans
Akte met de voorwaarden waarop Antonius de l’Escaille hout uit bossen verkoopt. Z.p. 1624. 1 stuk
1543. Authentieke akte verleden voor notaris F. de Fraye op 6 oktober 1630 te Brussel waarin Joannes Balthazar, Anna en Catharina de Visscher Lambrecht Smoors uit Leuven aanstellen om het gekapte hout te verkopen afkomstig uit de bossen in de omgeving van Geldenaken. Brussel. 1630. Authentiek afschrift. Z.p. 1631. Z.p. 1631. Frans 1 stuk
Stukken betreffende lasten 1544. Kwitantie van Antonius de l’Escaille, ontvanger van de domeinen in het district Geldenaken, voor Joannes Balthazar de Visscher over 10 cijnzen van 1617, 1618 en 1619 ten laste van de erfgenamen van wijlen Joannes de Visscher. Z.p. 1620. Frans 1 stuk 1545. Rekest van Joannes de Visscher aan de president en raadsheren van de Rekenkamer van Brabant waarin hij een hertelling vraagt van de cijnzen op zijn gronden in Geldenaken. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Pitrain (Piétrain) Stuk betreffende het beheer 1546. Onderhandse akte verleden te Geldenaken op 18 februari 1632 waarin Jean le Gorli(j)er aan Philippe Philippa(urt) twintig bonnieren grond in Piétrain doorverhuurt voor een bepaalde hoeveelheid graan per bonnier. Geldenaken. 1632. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1547. Authentieke verhuurovereenkomst verleden voor notaris Woultre te Leuven op 20 januari 1635 met de voorwaarden waarop Lambrecht Smoors, ontvanger van de erfgenamen van Joannes de Visscher, grond verhuurt in Piétrain aan Jean le Gorli(j)er. Leuven. 1635. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1548. Pachtcontract verleden voor notaris Woultre te Geldenaken op 18 februari 1635 waarin Lambrecht Smoors, ontvanger van Joannes Balthazar de Visscher, twintig bonnieren verhuurt aan Jean le Gorli(j)er voor negen jaren tegen 4 gulden per bonnier. Geldenaken. 1635. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1549. Rekest van Jean le Groli(j)er aan de kanselier van de Raad van Brabant waarin Jean le Gorli(j)er de onmiddellijke betaling eist van Philippa(urt) van zes gulden pacht per jaar.. Z.p. 1641. Afschrift. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
188
GRIMBERGEN
Stukken betreffende het beheer 1550. Stukken betreffende de verhuur van eigendommen van de familie (de) Longin in de parochie van Grimbergen. Grimbergen, z.p. 1543, 1590, z.d., 1622. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 omslag
HOUTAIN-LE-MONT Houtain-le-Mont lag nabij Nijvel.
Stuk betreffende het beheer 1551. Memorie betreffende ‘de hoeve de la Haye’. Z.p. Z.d. Nederlands
1 stuk
KAPELLEN
Stuk betreffende de verwerving en het bezit 1552. Akte verleden voor notaris François Peeters te Brussel waarin Anna Mordoets, weduwe van Emmerij le Compte, verklaart de som van 1600 rijnsgulden te hebben ontvangen van Catharina de Visscher, begijn van het begijnhof van Brussel, tegen een jaarlijkse erfelijke rente van 100 gulden, gehypothekeerd op een huis met hofstede in de Hoogstraat in Kapellen. Brussel. 1628. Afschrift. Brussel. 1629. Nederlands 1 katern
LEUVEN
Stukken betreffende het beheer 1553. Pachtovereenkomst waarin Gregoire Beeckman in naam van Joannes Balthazar de Visscher aan Walder de Faquelberge en aan Joachim Vaes gronden verhuurt in Leuven. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk
Stukken betreffende rentes Huybrecht Duym bezat een jaarlijkse erfelijke rente van 80 rijnsgulden ten laste de Staten van Brabant in het kwartier Leuven. Na zijn dood streek zijn weduwe Anna Bellens, inwoner van Leuven, de opbrengsten uit deze rente op. Anna Bellens machtigde Jan Baptist Corpels, advocaat in de Raad van Brabant, als haar zaakgelastigde. Jan Baptist Corpels huwde met Anna Duym, de dochter van Jan Duym, licentiaat in de rechten en enige zoon van Huybrecht Duym en Anna Bellens. Jan Duym, gehuwd met Anna Vander Heyden (soms ook Maria genoemd), overleed voor zijn beide ouders. Anna Bellens en haar man Huybrecht Duym zijn overleden zonder een testament op te stellen. Hun erfgename, Anna Duym, kreeg dus integraal alle roerende en onroerende goederen. Anna Duym stelde
189
haar echtgenoot Corpels aan voor het beheer van de goederen die ze had geërfd van haar grootmoeder Anna Bellens (voordien was hij zaakgelastigde van Anna Bellens). Corpels verkocht op 4 augustus 1632 aan Catharina de Visscher voor de som van 960 rijnsgulden een jaarlijkse rente van 80 rijnsgulden ten laste van de Staten van Brabant in het kwartier van Leuven. Deze rente was in het bezit van Anna Duym, de echtgenote van Corpels, die ze had geërfd van haar grootmoeder Anna Bellens. 1554. Stukken betreffende het proces tussen Catharina de Visscher enerzijds en de erfgenamen van Huybrecht Duym en Anna Bellens anderzijds betreffende een rente ten laste van de Staten van Brabant ter waarde van 960 rijnsgulden of 80 rijnsgulden per jaar. Z.p. 1591, 1611, 1617, 1627, 1630, 1632, 1636-1640, z.d. Afschrift. Z.p. 1632, 1637-1640, z.d. Nederlands 1 omslag
LIPPELOO (LIPPELO) Lippelo behoorde tot de meierij Merchtem
366
.
Stukken betreffende de verwerving en het bezit: verhef 1555. Staat van de gronden die behoren tot “’t Hof van Moitere” en memorie van een extract uit het leenboek van het Leenhof van Melis van 9 januari 1579 betreffende een erfelijke rente ten voordele van Boels, kanunnik te Luik, ten laste van Ferdinand de Bernuy en zijn echtgenote Anna Caron. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern 1556. Authentieke akte verleden voor de schepenen van Antwerpen en de mannen van het Leenhof van Melis op 9 mei 1613 waarin Joannes Balthazar de Visscher een erfelijke rente van jaarlijks 12 rijnsgulden koopt ten laste van Meerten Snackaert en zijn echtgenote Adriana Schellebroet gehypotheerd op hun goederen in Lippelo onder het Leenhof van Melis. Z.p. 1613. Nederlands. Perkament 1 stuk 1557. Akte van verhef verleden voor het leenhof van Brabant waarin Joannes Balthazar de Visscher door het overlijden van zijn vader Joannes de Visscher de helft krijgt van een erfelijke rente ter waarde van 481 rijnsgulden gehypothekeerd op een hoeve met toebehoren genaamd ‘de Grote Bernouillenshoeve’ en op de hoeve met toebehoren genaamd ‘de Moirtere’. Brussel. 1621. Nederlands. Perkament 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1558. Stukken betreffende de jaarlijkse rente van 481 gulden gehypothekeerd op de ‘Grote Bernouillenshoeve’ en “’t Hof van Moitere” in Lippelo. Brussel, z.p. 1641. Nederlands. Perkament 2 stukken 1559. Memorie betreffende wat kapitein Fernando de Suero, heer van Wechter, zal doen met zijn goed ‘Hof ter Roeden’, ook wel ‘het Hemelrijck’ geheten waarop een rente is gehypothekeerd ter waarde van jaarlijks 100 gulden ten voordele van Roland (de) Longin. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
366
HASQUIN H., Gemeenten van België, deel II, p. 592-593.
190
Processen rond Hendrick Tacx Joannes de Visscher leende aan Francisco Bill(i)od of Bill(i)oti meerdere malen geld dat Bill(i)od beloofde binnen het jaar terug te betalen. Bill(i)od zette zijn goederen als pand in. Hij bleek echter niet solvabel en zijn schoonzoon, Hendrick Tacx, loste de geleende som van 7700 gulden af door een jaarlijkse rente 481 gulden te hypothekeren op twee cijnzen met huizen en toebehoren in de Lippelo. Bill(i)od stond trouwens nog bij verschillende andere personen in de schuld en werd uiteindelijk insolvent verklaard. 1560. Stukken uit het proces tussen Juan Gomez Caño, in naam van zijn schoonvader Joannes de Visscher, en Francisco Bill(i)od betreffende de terugbetaling van een som van 7700 gulden die Francisco Bill(i)od heeft geleend van Joannes Balthazar de Visscher. Brussel, z.p., Antwerpen, Lippelo. 1601-1606. Afschrift. Z.p. Z.d., 1604. Nederlands, Frans 1 omslag Drie charters uit 1602 en 1604 (perkament met zegels en met verdwenen zegels en zegelstaarten) worden bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 188.
Jan Willemsen Tacx was gehuwd met Maria Swoeyers. Ze hadden zeker drie zonen, namelijk Hendrick, Balthazar en Jacobus. Hendrick Tacx kreeg uit de verdeling van zijn vaders nalatenschap ten eerste een kleine hoeve met grond en toebehoren in Lippelo, genaamd ‘de Bernouillenshoeve’ gewaardeerd op 8200 gulden. Ten tweede kreeg hij een groot huis, genaamd ‘de Swane’, in Antwerpen gelegen op de Grote Markt achter het stadhuis ter waarde van 2800 gulden. Ten derde kwam hem een visbank op de vismarkt toe met een waarde van 800 gulden. Het volledige deel dat Hendrick Tacx kreeg uit het sterfhuis van zijn vader bedroeg dus 11 800 gulden. Hendrick Tacx’ moeder nam ‘de Grote Bernouillenshoeve’ over. Hierop rustte een jaarlijkse rente van 75 gulden. Ook de twee andere zonen van Jan Willemsen Tacx kregen hun deel uit zijn erfenis volgens het testament volledig fideï-commis. Hendrick Tacx nam de schuld van zijn schoonvader Francisco Bill(i)od over en hypothekeerde een jaarlijkse rente van 481 gulden op al zijn goederen en in het bijzonder op ‘de Grote Bernouillenshoeve’ in Lippelo, grond die Tacx had gekocht in de omgeving van ‘de Grote Bernouillenshoeve’ en natuurlijk de ‘Cleyne Bernouillesnhoeve’ in Lippelo. De betaling van de rente diende aan te vangen in 1604. In 1611 had Tacx de rente al drie jaar niet meer betaald. Daarom werd overeengekomen dat Tacx ‘de Grote Bernouillenshoeve’ zou verhuren ten voordele van Joannes de Visscher. Bovendien kon Joannes de Visscher ook aanspraak maken op de pachten van ‘de Cleyne Bernouillenshoeve’ zolang de rente niet was voldaan. Op 14 juli 1614 had Hendrick Tacx de helft van de rente gekweten en diende hij jaarlijks nog maar 240 gulden te betalen. 1561. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en later zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher en diens echtgenote Cornelia de Norman enerzijds en Hendrick Tacx en zijn erfgenamen anderzijds betreffende de achterstallige uitkeringen van een rente van jaarlijks 481 gulden. Antwerpen, z.p., Brussel. 1602, 1604, 1607, 1611-1614, 1618, 1619, 1620, 1621,1623, 16241626, 1631-1633, 1635, 1641, 1643, 1647, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d., 1631, 1641. Nederlands 1 pak Het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Hendrick Tacx enerzijds en Jan De Moor anderzijds draaide om de grootte van de gronden van de hoeve te Lippelo die Jan De Moor in pacht had van Hendrick Tacx. Jan De Moor opperde dat hij slechts veertien bunders grond in pacht had, terwijl Hendrick Tacx beweerde dat zijn pachter over zestien bunders grond beschikte. De Moor pachtte zijn gronden tegen 25 rijnsgulden per bunder. 1562. Stukken uit het proces voor het Leenhof van Brabant tussen Joannes Balthazar de Visscher en Hendrick Tacx enerzijds en Jan De Moor anderzijds betreffende de oppervlakte van de grond die Jan De Moor in pacht heeft van Hendrick Tacx. 1619, 1627, 1629, 1632, z.d. Afschrift. Z.p. 1627, 1652. Nederlands 7 stukken
191
1563. Stukken uit het proces voor de burgemeester en commissarissen van de wet van de stad Brussel tussen Jaspar Briers, aanlegger, en Hendrick Tacx, verweerder, betreffende de som van 525 gulden die Jaspar Briers op 23 juli 1603 aan Hendrick Tacx heeft geleend. Z.p. 1604. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 4 stukken 1564. Stukken uit het proces voor het Leenhof te Melis tussen Joannes de Visscher, na zijn dood verdergezet door zijn zoon Joannes Balthazar de Visscher en zijn weduwe Cornelia de Norman, enerzijds en Meerten Snackaert, zijn echtgenote Adriana Schellebroet en hun zoon Matheus Snackaert anderzijds betreffende de jaarlijkse rente van 12 rijnsgulden. Z.p. 1613,1620-1622, 1624, 1641-1643, z.d. Afschrift. Z.p. 1642, 1643, z.d. Nederlands 1 omslag
MAASTRICHT
Stuk betreffende rentes 1565. Vonnis uit het proces tussen Jan Vermeulen en Joannes de Visscher waarin de vraag van Vermeulen om hem zes maanden tijd te gunnen om de panden ‘van Cattenberge oft Maastricht’ te verkopen om de achterstallige uitkeringen van een rente gehypothekeerd op deze panden te kunnen voldoen, onontvankelijk wordt verklaard. Brussel. 1618. Authentiek afschrift. Z.p. z.d. Nederlands 1 stuk
MECHELEN
Stuk betreffende rentes *** Akte verleden voor notaris Peter Tserstevens op 16 januari 1630 te Brussel waarin kapitein Jacob van Tourlant en procureur Charles Bogaert(s) verklaren ten voordele van Joannes Balthazar de Visscher een erfelijke rente van 300 rijnsgulden te hebben gehypothekeerd op de heerlijkheid, appendentien ende dependentien van Boortmeerbeek en “ ’t Hoff te Soy” en een tweede erfelijke rente van 50 rijnsgulden te hebben gehypothekeerd op een hof aan de Korenmarkt in Mechelen. Brussel. 1630. Afschrift. Z.p. 1630. Nederlands. Gescheurd 1 stuk Bewaard onder nr. 1442
NEDER EN OVERHEEMBEEK
Stuk betreffende het beheer 1566. Stuk uit het proces tussen Hendrick van Asseliers, advocaat, en Steven van Craesbeeck, doctor en schoonvader van Hendrick van Asseliers, enerzijds en meester Anthonis Guarre en zijn erfgenamen anderzijds betreffende lenen in Nederheembeek die Maximiliaan Guarre, vader van de voornoemde Anthonis, heeft gekocht van de erfgenamen van wijlen Willem Tserclaes. 1546. Z.p. Afschrfit. Z.p. Z.d. Nederlands 1 katern
192
1567. Apostille op een rekest van Joannes Balthazar de Visscher aan Filips IV waarin hij vraagt om de rentmeester te bevelen de koopsom van de heerlijkheid Bolenbeek nabij Neder- en Overheembeek zo snel mogelijk uit te betalen. Z.p. 1648. Frans 1 stuk
NIEL
Stuk betreffende de verwerving en het bezit: verhef 1568. Extract uit het leenhof van Mechelen waarin Remigius Vrints in naam van Cornelia de Norman, weduwe van Joannes Balthazar de Visscher, op 8 juni 1641 verzoekt twee erfelijke leenrentes van 75 en 100 gulden per jaar die rusten op het leengoed “’t Nielderbroeck” te verheffen. Z.p. 1641. Afschrift. Z.p. 1641. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende het beheer 1569. Extract uit de rol van het Leenhof van Mechelen van 22 november 1636 uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en de pachter van “ ’t Nielderbroeck”. Z.p. 1636. Authentiek afschrift. Z.p. 1636. Nederlands 1 stuk 1570. Stukken betreffende de diensten van advocaat de Jonghe sinds 1637 voor Joannes Balthazar de Visscher in de processen die de voornoemde Joannes Balthazar de Visscher heeft gevoerd voor het Leenhof van het Land van Mechelen. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken 1571. Vonnis uit het proces tussen Cornelia de Norman en procureur Sittart waarin de eis van Sittart niet ontvankelijk wordt verklaard. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1572. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Lucas Hennick, sequester van het goed ”’t Nielderbroeck”, betreffende de achterstallige betalingen van een jaarlijkse rente van 75 gulden gehypothekeerd op “’t Nielderbroeck”. Mechelen, Brussel, z.p. 1630, 1631, 1633-1638. Afschrift. Z.p. Z.d., 1635. Nederlands 1 omslag 1573. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en zijn erfgenamen enerzijds en Joannes Baptist Arnouts anderzijds betreffende een rente van 600 gulden gehypothekeerd op “’t Nielderbroeck”. Z.p., Mechelen. 1614, 1637-1639, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d., 1638. Nederlands 1 omslag 1574. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar en Willem Benedictus de Visscher enerzijds en Cornelis Miertmans, voogd van de kinderen van wijlen Evert van Eversdijck, anderzijds betreffende het de rente op het goed “’t Nielderbroeck”. Z.p., Mechelen. 1636, 1638-1641. Afschrift. Z.p. Z.d., 1639, 1641. Nederlands. Perkament 1 omslag
193
POLDERS VAN RUISBROEK, WILLEBROEK EN PUURS
Stukken betreffende het beheer 1575. Convocatie voor een algemene vergadering op 9 oktober 1684 voor het sluiten van de rekening van de penningmeester en het voorleggen van oplossingen volgens het octrooi aan de dijkgraaf en andere gelanden van de polders van Ruisbroek, Willebroek en Puurs. Antwerpen. 1684. Nederlands. Gedrukt 1 stuk 1576. Notities betreffende het rekest van Huybrecht de Waersegger over Willebroek. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Stuk betreffende lasten 1577. Bekendmaking van de laatste waarschuwing aan de ingelanden van de polders van Ruisbroek, Willebroek en Puurs om het geschot van twee en vijf ponden Vlaams per bunder met de verlopen uiterste betaaldatum van 2 maart en 26 mei 1682 te betalen aan de penningmeester van de voornoemde polders. Antwerpen. 1684. Nederlands. Gedrukt 1 stuk
SINT-KATELIJNE LOMBEEK
De Cleyn Heyde Stukken betreffende de verwerving en het bezit 1578. Stukken betreffende de aankoop en bijhorende lasten van drie dagwanden grond in parochie van Sint-Katelijne Lombeek door Joannes Balthazar de Visscher. Brussel. 1629. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d., 1629. Nederlands 2 stukken
Stukken betreffende het beheer 1579-1582. Verhuurovereenkomsten waarin Joannes Balthazar de Visscher en Cornelia de Norman ‘de Cleyn Heyde’ verhuren voor een termijn van negen jaar. Nederlands 5 stukken 1579.
Aan Hendrick Maes vanaf 1630. Z.p. 1629. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d.
1580.
Aan Meerten Roussens. Z.p. 1641. Afschrift. Z.p. 1641.
1581.
Aan Meerten Roussens. Z.p. 1649. Afschrift. Z.p. Z.d.
1582.
Aan Meerten de Cuyper. Brussel. 1652. Authentieke afschriften. Z.p. Z.d.
1583. Stukken betreffende het proces van Cornelia de Norman tegen Meerten Roussens over de achterstallige pachten. Z.p., Brussel. 1644, 1649, 1651, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 omslag
194
1584. Akte verleden voor de schepenen van de heerlijkheid Cruyckenburg, Wambeek en Jorisbeek op 28 juni 1652 betreffende de taxatie in opdracht van Cornelia de Norman van acht bunders grond in de parochie van Sint-Katelijne Lombeek waaronder een stuk land van drie dagwanden, genaamd ‘de Cleyn Heyde’. Z.p.1652. Afschrift. Z.p. 1652. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes 1585. Authentieke akte verleden voor notaris Geeraerdt Coggeman op 31 augustus 1626 te Brussel waarin Adriaen Vermatten, zoon van wijlen Gillis, bevestigt de erfelijke rente ter waarde van 400 rijnsgulden of 25 rijnsgulden gehypothekeerd op goederen in Sint-Katelijne Lombeek te zullen voldoen. Brussel. 1626. Authentiek afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
VRIJHEID TERVUREN, WEZEMBEEK-OPPEM
Stukken betreffende rentes Catharina de Visscher hief een erfelijke rente van jaarlijks 18 gulden gehypothekeerd op de goederen van Maximiliaan De Mol. De eerste uitbetaling vond plaats in 1617. Vanaf 1637 betaalde Maximiliaan De Mol niet langer. De goederen waarop de rente rustte, omvatten een bos te Wesenbeek-Oppem geheten ‘den Roosenenbos’ en een bos in de vrijheid Tervuren geheten ‘het Somen’. Maximiliaan De Mol had ze als enige zoon en unieke erfgenaam van zijn ouders Peeter De Mol, oppervalkenier van Zijne Masjesteit, en Livina Borluit geërfd. 1586. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en Maximiliaan De Mol betreffende de achterstallige een rente van jaarlijks 18 gulden. Z.p. 1647. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 4 stukken
VILVOORDE
Huizen op de Grote Markt/Meer Stukken betreffende het beheer 1587. Staat van rentmeester Jan Marchant van de huurgelden van huizen. Vilvoorde. 1645. Nederlands 1 stuk 1588. Rekening over de kosten van vanden Kerkhoven bij het drukken van de affiches en te betalen port na de verkoop van de huizen in Vilvoorde. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk 1589. Extract uit de rekening van Geeraert Mommaerts, rentmeester van Vilvoorde, over de ontvangsten uit en de uitgaven voor de cijnzen en rentes van de stad Vilvoorde van 1644 tot 1645. Vilvoorde. 1645. Afschrift. 1647. Nederlands 1 katern
195
Stukken betreffende rentes 1590. Nota van Remigius Jensma voor Catharina de Visscher betreffende diverse rentes in haar bezit. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk
Proces tegen Francisco Vermecho Catharina de Visscher kocht op 5 oktober 1638 van Francisco Vermecho, commissaris van Zijne Majesteit, en Joanna vanden Kerckhove de helft van een erfelijke rente van 375 gulden of jaarlijks 10 gulden gehypothekeerd op vier huizen gelegen op de Grote Markt in Vilvoorde. De andere helft van de rente was in handen van Jean Jacques vanden Kerckhove, een licentiaat in de rechten, advocaat in de Raad van Brabant en vermoedelijk broer van Joanna vanden Kerckhove en de schoonbroer van Francisco Vermecho. Jean Jacques vanden Kerckhove was gehuwd met Elisabeth de Backere. De vier huizen in Vilvoorde waren in eigendom van Andries en Peeter Sophie, kooplieden uit Brussel. Andries Sophie en Francisco Vermecho waren eveneens in een proces verwikkeld. Na de dood van Andries Sophie zette Jan De Grootte als voogd van de minderjarige kinderen van Andries Sophie het proces verder. Vermoedelijk was Andries Sophie belast met het uitbetalen van een rente gehypothekeerd op de vier huizen ten voordele van Vermecho. Vermecho had immers ‘sijn garrand’ op de erfgenamen van wijlen Sophie. Als waarborg voor de helft van de rente van 375 gulden hebben Francisco Vermecho en zijn echtgenote de helft van een groot huis met grond en toebehoren gelegen in de Stuiverstraat in Brussel in hypotheek gegeven. Het huis in de Stuiverstraat was het huis waar Jacques vanden Kerckhove, vader van Joanna, in woonde en het behoorde Joanna vanden Kerckhove voor helft toe sinds 10 januari 1633. Bovendien werd afgesproken dat de uitbetaling van de rente ten minste alle drie jaren diende te geschieden. De betalingen verliepen vlot tot 1640, maar daarna bleven Vermecho en zijn echtgenote in gebreke. Ook na aansporingen van Catharina de Visscher bleven de betalingen uit. Omdat de huur van de vier gehypothekeerde huizen niet volstond om de achterstallige jaarlijkse rentes te dekken, lieten Catharina de Visscher en kanunnik Antonius de Tassis de huizen publiek verkopen op 27 december 1644 ondanks protest van Francisco Vermecho. De kopers van de vier huizen waren Gillis Martinus en Jan Marchant. De koopsom bleek niet voldoende voor de volledige afdoening van de rente. Omdat Vermecho en zijn echtgenote de resterende som niet konden betalen, had Catharina de Visscher het recht om inkomsten te claimen van het huis in de Brusselse Stuiverstraat dat Vermecho en zijn echtgenote als hypotheek voor de rente hadden opgegeven. In 1645 werd ontdekt dat de hypotheek in waarde was verminderd door diverse cijnzen die er zowel kwijtbaar als onkwijtbaar op rustten. Het proces draaide dus ook om de vraag of Vermecho niet had gefraudeerd bij het afsluiten van het contract betreffende de rente. Niet alleen de huizen in Vilvoorde zijn verkocht. Vermecho deed ook de helft van het grote huis in de Stuiverstraat te Brussel van de hand aan Catharina de Visscher, maar ook deze verkoop was te kwader trouw. Catharina de Visscher werd tijdens het proces tegen Vermecho vaak vertegenwoordigd door Remigius Jensma. Francisco Vermecho deed voor zijn vertegenwoordiging een beroep op Aegidius de Boute. Het proces sleepte jarenlang aan. Na het overlijden van Catharina de Visscher nam Joannes Balthazar de Visscher de verdere procesvoering op zich. Francisco Vermecho zette alleen het proces verder na de dood van zijn vrouw. Vanden Kerckhove liet zich vertegenwoordigen door Antonius de Tassis, kanunnik van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Antwerpen en tevens zijn schoonvader. Het proces werd gevoerd voor de schepenen van Brussel en de Raad van Brabant. Uit dit proces sproten nieuwe processen voort. Antonius de Tassis en Catharina de Visscher (en later Joannes de Visscher) spanden een rechtszaak aan tegen Gillis Martinus en Jan Marchant toen bleek dat ze de koopsom voor de huizen in Vilvoorde niet op tafel konden leggen. Het kwam ook tot een geschil tussen de erfgenamen van Catharina de Visscher en Jan Vander Elst aan wie Catharina de Visscher het alleenrecht van de rente ten laste van Vermecho zou overgedragen hebben. Tot slot was er het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher en Antonius de Tassis betreffende de geldigheid van de verkoop van de huizen in Vilvoorde.
196
1591. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en later Joannes Balthazar de Visscher enzerzijds en Francisco Vermecho en zijn echtgenote Joanna vanden Kerckhove anderzijds betreffende de achterstallige betalingen van een rente van 375 gulden. Z.p. 1634, 1638, 1639, 1641, 1643, 1645, 1646, 1655, 1666, 1648, 1649, 1652, 1654-1655. Afschrift. Z.p. Z.d., 1645,1646, 1653. Nederlands. Perkament met beschadigd zegel 1 pak
Proces tegen Gillis Martinus (en de schepenen van Vilvoorde) Catharina de Visscher en licentiaat vanden Kerckhove bezaten elk de helft van een rente van 375 gulden ten laste van Francisco Vermecho en zijn echtgenote en gehypothekeerd op vier huizen gelegen op de Grote Markt/Meer in Vilvoorde. Toen Vermecho en zijn echtgenote de rente niet meer konden uitbetalen waren ze verplicht de huizen die als hypotheek voor de rente dienden, te verkopen. De huizen werden op 14 maart 1645 verkocht aan Gillis Martinus, kapitein van Vilvoorde, en Jan Marchant, burgemeester van Vilvoorde. De meeste bronnen vermelden dat Gillis Martinus vier huizen in Vilvoorde kocht voor 5300 gulden. Het eerste was een hofstede met huis, gronden, bakhuis, boorput en andere toebehoren. Met gulden letters stond in de gevel te lezen IN DOMINE CONFIDO ET SOLI DEO GLORIA. De tweede eigendom betrof een huis met grond, hof en boorput. Ook hier stond in gouden letters een inscriptie op de gevel, namelijk SOLI DEO (HONOR) ET GLORIA. Eigendom drie omvatte een huis met gronden, toebehoren en met toegang tot een boorput en secreet. Eigendom vier was een hofstede met huis en toebehoren met daarachter een klein hof. Op alle vier de eigendommen rustten meerdere cijnzen. Gillis Martinus behield zelf drie huizen ter waarde van 3200 gulden. Het vierde huis kocht Jan Marchant over ten behoeve van de schepenen van de stad Vilvoorde voor 2100 gulden. De termijn voor het voldoen van de koopsom van in totaal 5300 gulden beliep 14 dagen, maar beide kopers betaalden de vooropgestelde koopsom niet binnen die termijn. Jan Marchant en de schepenen van Vilvoorde hebben uiteindelijk wel hun koopsom betaald, maar Gillis Martinus niet. Zo kwam het tot een proces tussen Catharina de Visscher en Antonius de Tassis, een ridder en kanunnik in de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal van Antwerpen die na het overlijden van zijn schoonzoon vanden Kerckhove diens helft van de eigendom van de vier huizen erfde, als verkopers, en Gillis Martinus, koper. Catharina de Visscher zou Gillis Martinus twee jaar uitstel hebben gegeven om de koopsom te voldoen, mits intrest, maar dit werd door de Raad van Brabant betwijfeld omdat Gillis Martinus daarvoor geen bewijzen kon voorleggen. De huizen werden dus door Catharina de Visscher en Antonius de Tassis opnieuw te koop aangeboden, al poogde Gillis Martinus die verkoop te verdagen, maar omdat hij tijdens die periode van verdaging de koopsom nog niet had voldaan, werden de huizen toch verkocht. Bovendien aanvaardden Catharina de Visscher en Antonius de Tassis de borg van Gillis Martinus niet. Op een bepaald ogenblik heeft een deurwaarder alle goederen in het huis van Gillis Martinus beschreven en getaxeerd om te verkopen zodat Gillis Martinus de koopsom van 3200 gulden zou kunnen voldoen. De drie huizen die Gillis Martinus had gekocht, zijn dan uiteindelijk doorverkocht aan Honorius van den Eynde op 16 april 1647 voor de som van 2500 gulden. Honorius van den Eynde bleek uiteindelijk slechts een stroman te zijn voor Antonius de Tassis. Het proces werd gevoerd voor de Raad van Brabant. Gillis Martinus is verplicht geweest om het proces te stoppen. 1592. Stukken uit het proces tussen Catharina de Visscher en Antonius de Tassis, kanunnik van de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Antwerpen, enerzijds en Gillis Martinus en in eerste instantie ook Jan Marchant, burgemeester van Vilvoorde, en de schepenen van Vilvoorde anderzijds betreffende het in gebreke blijven van de betaling van de koopsom voor vier huizen op de Grote Markt in Vilvoorde. Brussel, z.p. 1645-1648. Afschrift. Z.p. Z.d., 1645-1647. Nederlands. Perkament 1 pak Eén omslag met beschieden uit 1646-1648 (waaronder perkament met zegels en verdwenen zegels) wordt bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 189.
197
Proces tegen Antonius de Tassis Met de verkoop van de huizen in Vilvoorde was het leed voor de familie de Visscher en Antonius de Tassis nog niet geleden. Na de dood van Catharina de Visscher kwam het immers tot een proces tussen haar erfgenaam Joannes Balthazar de Visscher enerzijds en Antonius de Tassis anderzijds betreffende de geldigheid van de verkoop van de drie huizen. 1593. Stukken uit het proces tussen Joannes Balthazar de Visscher, erfgenaam van Catharina de Visscher, en Antonius de Tassis betreffende de geldigheid van de verkoop van de drie huizen op de Grote Markt in Vilvoorde die Antonius de Tassis en Catharina de Visscher elk voor de helft in eigendom hadden en die ze herverkochten omdat de koper Gillis Martinus de koopsom niet kon voldoen. Z.p. 1645, 1648, 1650, 1656. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands 1 pak
Proces tegen Jan Vander Elst Willem Benedictus de Visscher sloot in naam van zijn tante Catharina de Visscher op 23 november 1646 de verkoop af van het alleenrecht van de rente ten laste van Vermecho. Hij verkocht het alleenrecht aan Vander Elst, procureur in de Raad van Brabant. Het proces draaide om de geldigheid van de verkoop. 1594. Stukken uit het proces tussen Willem Benedictus en Joannes Balthazar de Visscher, neven en erfgenamen van wijlen Catharina de Visscher, en Jan Vander Elst, procureur in de Raad van Brabant, betreffende het alleenrecht van de rente ten laste van Vermecho. Z.p. 1650, 1655, z.d. Afschrift. Z.p. Z.d. Nederlands. Perkament 5 stukken
WATERMAAL
De Vogelensanck Stukken betreffende het beheer 1595. Verhuurovereenkomst waarin Joanna van Onchem, abdis van het klooster Hertoginnendal in Oudergem, in naam van Catharina de Visscher een huis met hofstede, kelder, bakhuis, stallingen, boomgaard en grond, genaamd ‘de Vogelensanck’, verhuurt aan Gillis Mertens en zijn echtgenote Martijnten Tambuijse voor de termijn van zes jaren tegen jaarlijks 25 rijnsgulden. Z.p. 1646. Nederlands 1 stuk 1596. Verhuurovereenkomst waarin Joannes Balthazar de Visscher een huis met stallingen, hof en boomgaard, genaamd ‘de Vogelensanck’, verhuurt aan Peeter de Herde en zijn echtgenote Martina van Heymbeke voor een termijn van negen jaar tegen 25 rijnsgulden per jaar. Brussel. 1649. Nederlands 1 stuk
Stukken betreffende rentes *** Vonnis voor de Raad van Brabant in het proces tussen de kinderen van wijlen Pieter van den Eynde enerzijds en Everaert van den Eynde, broer van Pieter, anderzijds, betreffende de Vogelsanck. Brussel. 1637. Nederlands 1 stuk Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 190.
198
1597. Akte verleden voor notaris De Costere op 27 oktober 1639 te Brussel waarin Librecht van Hove verklaart dat hij recht heeft op de helft van een rente ter waarde van 800 rijnsgulden of jaarlijks 50 rijnsgulden ten voordele van Catharina de Visscher en gehypothekeerd op een stuk grond genaamd ‘de Vogelensanck’ in eigendom van de broers Peeter en Everaert vanden Eynde. Brussel. 1639. Afschrift. Z.p. 1639. Nederlands 1 katern *** Uitgaande brief van onbekende aan procureur van Gendt te Brussel betreffende problemen met Everaert van den Eynde. Z.p. 1639. Nederlands 1 stuk Bewaard onder archiefbestanddeel Sint-Paulusseminarie, nr. 191.
1598. Memories betreffende de transacties over ‘de Vogelensack’ met Everaert van den Eynde. Z.p. Z.d. Nederlands 2 stukken
Graafschap Zeeland ONBEPAALDE PLAATS *** Met concept van een rekest van Cornelia de Norman waarin ze verzoekt de achterstallige uitkeringen van een rente in Zeeland van jaarlijks 44 gulden uit te keren. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk Bewaard onder nr. 672
199
II.2. Stukken betreffende roerende goederen Diverse plaatsen *** Concept van een kwitantie van Joannes Balthazar de Visscher voor ontvanger de Silva over 2700 gulden uit de aankoop van een rente ter waarde van jaarlijks 150 gulden gehypotheekerd op de persoon en goederen van Joannes Balthazar de Visscher. Z.p. 1624. Frans 1 stuk Bewaard onder nr. 473
Graafschap Vlaanderen Stukken betreffende rentes 1599. Memorie betreffende een jaarlijkse rente van 15 pond hypothekeerd op de Generaliteit en Gemene lichamen van Vlaanderen die Jacob Thomassoone Mol heeft gekocht op 15 mei 1553 en later heeft overgelaten aan Willem van der Zype, grootvader van Carolus van der Zype. Z.p. 1591. Nederlands 1 stuk *** Concept van een erfeniscasus betreffende een rente in Vlaanderen. Z.p. Z.d. Nederlands 1 stuk Bewaard onder nr. 422
GENT
Stukken betreffende rentes 1600. Stukken uit het proces tussen Arent Stalins, priester en licentiaat in de rechten, en de wezen van Gabriel Rousseels en zijn echtgenote Margriete Le Febure betreffende de rente van jaarlijks 150 gulden gehypothekeerd op de Berg van Barmhartigheid in Gent. Gent. 1649, 1650, 1653-1657. Nederlands. Perkament met beschadigd zegel 1 omslag
Hertogdom Brabant ONBEPAALDE PLAATSEN
Stukken betreffende rentes 1601. Kwitantie van Joannes de Visscher en zijn zoon Joannes Balthazar over de betaling van de uitkeringen van een vervallen rente gehypothekeerd op de Staten van Brabant en ten voordele van Anna (de) Longin. Z.p. Z.d. Frans 1 stuk 1602. Kwitantie van Juan Gomez Caño voor Joannes Balthazar de Visscher over 6000 gulden van de Bergen van Barmhartigheid. Z.p. 1627. Spaans 1 stuk
200
KWARTIER ANTWERPEN
Stukken betreffende rentes 1603. Kwitantie van Jadart voor Joannes de Visscher over 490 gulden als aflossing van drie jaarlijkse rentes. Z.p. 1602. Nederlands 1 stuk 1604. Akten voor de schepenen van de stad Antwerpen waarin Charles de Zuylen en diens echtgenote Eugenia Dandelot aan Catharina de Visscher drie rentes verkopen ter waarde van 100, 70 en 40 gulden met de achterstallige uitkeringen ten laste van de Staten van Brabant in het kwartier Antwerpen en haar een rente verkopen ter waarde van 100 gulden ten laste van de halve accijns van Borgerhout verkopen. Laarne, z.p. 1646, 1647, z.d. Afschrift. Z.p. 1646. Nederlands 4 stukken
Stukken betreffende andere kapitalen 1605. Apostille op een rekest van de erfgenamen van Catharina van Breughel aan de kanselier van de Raad van Brabant betreffende de afrekening van obligatie van 6658 gulden ten voordele van Cornelia de Norman. Z.p. 1654. Nederlands 1 stuk
201
Cultuurcentrum Ter Vesten Info 03 750 10 00
[email protected] Archief de Bergeyck Zwarte Dreef 2 9120 Beveren Info 03 755 74 51
[email protected] www.beveren.be Verantwoordelijke uitgever: Marc Van de Vijver - burgemeester, Stationsstraat 2, 9120 Beveren Deze inventaris is tot stand gekomen dankzij projectsubsidies van de Vlaamse Overheid in het kader van het Archiefdecreet.
D/2006/7121/02
202