1
Het dubbelgebod en de zin van ons bestaan (22 februari 2009)
De achtergrond van de vraag naar het belangrijkste gebod De vraag waar wij vanochtend mee te maken hebben is de vraag naar het grote of anders gezegd het belangrijkste gebod. Deze vraag is heel begrijpelijk tegen de achtergrond van het complexe geheel van joodse geboden. De oude synagoge kende namelijk 613 geboden/verboden op grond van de Thora. Men kwam aan dit getal omdat de letters van het woord Thora in het Hebreeuws het getal 613 vormen. Al deze geboden en verboden waren ingedeeld in lichte en zware geboden. De vraag naar het belangrijkste gebod was een heftig omstreden punt. Bij de beantwoording van deze vraag gingen verscheidene rabbijnenscholen uit elkaar. De beantwoording ervan besliste over waar en onwaar, betrouwbaar en onbetrouwbaar in het Joodse geloof. Degene aan wie deze vraag werd gesteld liep groot gevaar uit de vele geboden van de Joodse wet er één uit te kiezen en daarmee andere van mindere betekenis te achten, met alle gevolgen van dien. De Farizeeën wilde met deze vraag Jezus tot een keuze voor een bepaald gebod dwingen, zodat ze Hem bij een bepaalde rabbijnenschool konden plaatsen en Hem buiten spel konden zetten.
Een verlegenheidsvraag toen en nu: waar gaat het nu eigenlijk om? Wat mij bij deze vraag opvalt is dat het ten diepste een verlegenheidsvraag is. Men was zo verstrikt geraakt in allerlei wetjes en geboden dat men er de bedoeling er niet meer van begreep. Het houden van de geboden werd een doel op zichzelf. De reden waarom God de geboden gegeven had was men uit het oog verloren. Zij wisten niet meer wat Gods bedoeling was met hun leven. Is dit eigenlijk ook niet het probleem van onze tijd? Weten wij nog wel waarvoor we hier op aarde zijn gezet? Als je aan mensen vraagt: Waarvoor leeft u nu eigenlijk? Waar draait het nou om in het leven? Dan wordt er over het algemeen geantwoord: Ik probeer er het beste van te maken en meer kun je toch niet doen? Of: ik probeer er uit te halen wat er in zit! Iedereen moet zelf maar uitzoeken waarvoor hij of zij leeft. Zolang het mij maar niet stoort vind ik het allemaal best. Er worden op deze vraag natuurlijk ook wel andere antwoorden gegeven. Toch durf ik het wel aan om te beweren dat breed de vraag leeft: waarvoor ben ik hier nu eigenlijk, wat is het doel en de zin van mijn leven? Ten diepste is dat de vraag waar wij vanmorgen mee bezig gaan.
2
Een oud en actueel antwoord van Jezus Het antwoord dat Jezus geeft is een oud antwoord, en toch verfrissend nieuw. Het is oud omdat het letterlijk zo in het Oude Testament staat, beter gezegd, in de Thora(Gen-Deut). Het is namelijk een samenvoeging van Deut. 6:5 en Lev. 19:18. Bij de meeste Bijbels wordt onder aan dit perikoopje naar deze twee teksten verwezen. Op het eerste gezicht zegt Jezus dan ook niets nieuws. En toch was het nieuw, omdat hij weer opnieuw laat zien waar het om gaat in het leven. Door weer duidelijk naar voren te brengen waar het God altijd al om te doen is geweest, doorbreekt hij de vraagstelling en geeft hij een nieuwe richting aan hun denken. Zo wil de Here door dit woord ons vandaag ook weer aanspreken en zo ons denken en doen opnieuw richten. Vergelijking met een stemvork om weer een zuiver toon te krijgen. De Here Jezus leert ons met deze twee geboden dat het er in eerste instantie niet om gaat of wij allerlei dingen goed of fout doen. Het gaat om de relatie die wij met de ander hebben. Het gaat erom dat enerzijds de relatie met God goed is en anderzijds de relatie met onze naaste. Wanneer die relaties bepaald worden door de liefde, leven we zoals God het bedoeld heeft. Dan leven we pas echt. Dan leven we zinvol.
Voorbeeld van de driehoek Misschien kan ik dit duidelijk maken aan de hand van een tekening.
In deze driehoek zien we het dubbelgebod van de liefde terug. Opdat u zult leven, is het nodig dat u de Here God liefheeft en de naaste als uzelf. Al Gods geboden zijn er om de liefde tot God en de naaste goed te laten verlopen. Ze kunnen allemaal op deze tweevoudige relatie worden teruggebracht. Ik zal eerst ingaan op de relatie met God dan en op de relatie met de naaste en vervolgens op het onderling verband van die twee.
Het eerste gebod luidt : Heb de Heer uw God lief met heel uw hart, heel uw ziel en met heel uw verstand •
Liefhebben. Het woord dat hier voor ”liefhebben wordt gebruikt heeft de betekenis van de volle overgave aan de ander om niet. Dat betekent dat je niet allerlei dingen doet voor die ander omdat je een straf wilt ontlopen of omdat je er beter van wilt worden, maar omdat je van die ander houdt. Zo wil de Here God dat wij tegenover
3
Hem staan. Hij wil niet uit angst, door dwang of om winst gediend worden. Hij wil dat wij Hem dienen uit liefde. God wil dat wij Hem liefhebben •
”met heel ons hart”. Het hart, leert de Bijbel, is het centrum van ons leven. Het is meer dan een lichaamsdeel van een mens. Het is meer dan onze rikketik. In het hart vinden de overleggingen plaats. Daar worden de plannen gemaakt. De houding van ons hart bepaalt hoe we tegenover iemand staan. God liefhebben met het hart is dan ook niet een zaak van het gevoel. Het is hem dienen met alles wat je wilt, waar je naar streeft en in alles wat je doet. Hem liefhebben met het hele hart is voor Hem beschikbaar zijn met al wat we zijn en wat we hebben.
•
Met heel uw ziel. In de Bijbel duidt de ziel op het wezen van de mens. Het is de mens met al de karaktereigenschappen en gevoelens die hij of zij heeft. Kortom, God wil dat wij Hem liefhebben met heel onze persoonlijkheid. We mogen Hem liefhebben zoals we zijn. We hoeven niet een ander soort mens te worden. Dat heeft iets heel ontspannends. Als je een nuchter iemand bent mag je God liefhebben met al je nuchterheid. Ben je meer emotioneel dan mag je Hem liefhebben met je emoties. We mogen Hem liefhebben zoals we zijn.
•
en met geheel uw verstand. Voor velen is dit een moeilijk punt. Hoe kun je nou liefhebben met je verstand? Liefhebben is toch een gevoel? Dit misverstand ontstaat doordat "liefhebben" en "sympathie voelen voor" met elkaar verwisseld worden. Liefhebben is niet in eerste instantie iemand heel erg mogen, maar een levenshouding. Liefhebben is de ander nummer één laten zijn. Niet jijzelf staat dan centraal maar die ander. Als God van ons vraagt om Hem lief te hebben met ons verstand, vraagt Hij of wij heel ons denken door Hem laten bepalen. Een professor eens: "God wil ook dat we Hem met zijn verstand dienen, we zijn tenslotte geen koeien. God heeft ons hersens gegeven om na te denken over de dingen van Hem."
Het eerste gebod laat ons dus zien dat indien God op alle terreinen van ons leven de eerste plaats heeft, wij leven naar zijn bedoeling.
Je naaste liefhebben als jezelf De liefde tot God staat in direct verband met de liefde tot de naaste. Er staat dat wij ”onze naaste lief moeten hebben Dat betekent dus niet alleen degene die wij sympathiek vinden, maar een ieder die wij op onze levensweg tegenkomen, zoals de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan ons leert. We moeten beginnen degene lief te hebben die het dichtst bij ons staat en vandaaruit steeds verder. Van naaste tot naaste moet onze liefde zich naar steeds bredere terreinen in het leven uitstrekken. Vandaar dat er in de wetgeving van Israël veel aandacht was voor de vreemdeling, de weduwen, de wezen en de armen. De naaste liefhebben, dat is wel vrij duidelijk. Maar wat betekenen de woorden : ”als uzelf”?
4
Dit is geen onbelangrijke vraag omdat er veel mensen zijn die zeggen: maar ik houd niet van mijzelf, hoe kan ik mijn naaste dan liefhebben. Aan de andere kant zijn er mensen die zoveel van zichzelf houden dat ze geen liefde over hebben voor de naaste. Als uzelf wil ons leren dat wij ook moeten leren op een gezonde manier onszelf lief te hebben. En dat kan alleen als wij beseffen hoeveel God van ons houdt, ondanks onze tekorten en gebreken. Hoe meer je je door Hem geliefd weet, hoe meer liefde je kan delen met je naaste. Gezonde zelfliefde vanuit Gods perspectief leidt tot oprechte liefde tot de naaste. Als regel daarbij mag je dan nemen wat Jezus zegt in Matth 7:12 Behandel de ander steeds zo, zoals je zou willen dat ze jou behandelen. Dat is het hart van de wet en de profeten Ook hier geeft Jezus aan dat dit het wezen is van Gods bedoeling, en dus het wezen van ons leven hier op aarde
Het eerste gebod is aan het tweede gelijk: voorbeeld met afgod de mamon Stel u voor dat u de mammon (de god van het geld/bezit) liefkrijgt, belangrijker gaat vinden dan de liefde tot God. Dan zult u ook anders naar uw naaste gaan kijken. Uw houding zal daardoor veran-deren. De naaste wordt een concurrent, een bedreiging of juist iemand om aan te verdienen. Al snel zal dit naar voren komen op andere terreinen. Zo zal het Sabbathsgebod weldra sneuvelen. Tijd nemen voor God en de naaste is er snel niet meer bij. Ja kijk, tijd is geld en ze moesten eens weten hoe druk ik het heb. Het invullen van het belastingformulier zal er ook door beïnvloed worden. Alles goed en wel zeg, maar heb ik daar nou zo hard voor gewerkt. Je wordt tegenwoordig toch ook van alle kanten geplukt. Dat hele sociale stelsel wat we opgebouwd hebben is ook zo duur. Ik zou wel gek zijn om wit te gaan werken of alles aan de belasting op te geven wat ik op moet geven. En zo kun je van het één in het andere rollen. De liefde tot God en de naaste zijn zeer sterk op elkaar betrokken. We mogen die twee nooit tegen elkaar uitspelen. •
De liefde tot God is de bron voor de liefde tot de naaste.
•
De liefde tot de naaste is de toetssteen voor de liefde tot God.
Deze twee geboden zijn de grondslag (het hart) van alles wat erin de Wet en de profeten staat God heeft ons op deze aarde gezet om zo in het leven te staan. We weten allemaal dat dat telkens weer mislukt omdat we telkens weer menen voor onszelf te moeten kiezen, of onze eigen afgoden creeeren. Maar God laat in Jezus zien dat Hij er alles voor over heeft om ons weer te laten leven zoals we bedoeld zijn en zo ook het geluk en de zin van het leven kunnen ervaren. God is in Jezus in onze huid gekropen om te laten zien wat het is als je echt leeft naar zijn bedoeling.
5
En Hij heeft als mensen onze tekorten op zich genomen om de relatie met de Vader weer open te maken zodat een ieder die erkent: ik schiet tekort in liefde tot U en de naaste vergeving kan ontvangen en nieuwe verste goddelijke liefde. Jezus heeft de Geest gegeven opdat wij God werkelijk lief kunnen hebben en onze naaste. De Geest van God brengt ons zo terug naar de oorsprong en de zin van ons leven door de wet in ons hart te schrijven
Het dubbelgebod: een voortdurende uitdaging om echt mens te zijn Daarom is de oproep om de Here en de naaste lief te hebben voor een ieder die in Jezus Christus gelooft een uitdaging. U wordt uitgedaagd door God om te leven naar zijn bedoeling. Door het geloof in Jezus Christus wordt u niet een wereldvreemde. In tegendeel, door de liefde van Christus krijgt u juist oog voor andere mensen. U gaat niet minder goed als mens functioneren, maar juist beter. Maar trek je zelf dan niet aan het kortste eind? Verlies je jezelf dan niet? Word je dan niet opgeofferd aan God en de naaste? Wie zichzelf geeft zal gegeven worden. Juist als je jezelf niet geeft wordt je er armer van. Juist in de liefdevolle overgave aan de ander ligt de ware ontplooiing van een mens. Daarin ontdekt je ook je ware doel en de ware zingeving. Je leert je waarde, maar ook je grenzen kennen. God vraagt ook niet dat we onszelf maar opofferen totdat we niet meer kunnen. Hij geeft ons ook altijd weer tijd om te rusten en te genieten van de mooie dingen die Hij ons geeft. Hij geeft de liefde en de kracht waartoe Hij ons gemaakt en bedoeld heeft als wij Hem er om vragen. Moge de Here geven onze liefde voor God en onze naaste steeds sterker mag worden, want dan leef je het echte, zinvolle leven. amen