Het Big Five Model
achtergronden & toepassingen ISMA April 2014
Drs Richard H. Voorendonk www.pentacompany.nl
©
Richard Voorendonk (1954) • Mede-‐oprichter van Pentacompany, op#mizing people in 1998 (samen met Peter Draisma) • Sinds 1985 Advies/Assessments/Coaching/Management Development/OD projecten voor Nederlandse en InternaRonale cliënten • Klinisch A&O registerpsycholoog NIP • Was o.a. directeur in training en adviesbureau, UD psychologie in DelY Polytechnic University en gedragstherapeut • N=E=O++A=C+ (?) ©
1
Agenda • Achtergronden en beschrijving model • Toepassingen o.a. – Profileren & Ontwikkelen van mensen – Person-‐Job fit – Person-‐Person fit (teams, relaRes) – ‘Bright & dark side’ – ‘Treatment matching’ /coping
©
Missie/visie Van OrganisaRe
CompetenRemodel feedback
Taak
(Doel op ResultaatGebied)
CompetenRe management
Gedrag
Product
Competen(es
(Kennis, Vaardigheid, Adtude)
IntelligenRe Persoonlijkheid
Talent-‐ management
MoRvaRe ©
2
Persoonlijkheid • Persoonlijkheid is opgebouwd uit 5 ‘trekken’ of eigenschappen. ‘Typen’ bestaan niet. • De ‘Big Five’ is meest onderzochte en wetenschappelijk gevalideerde model, 70 jaar onderzoek in Rentallen landen en culturen. • Kennis van je persoonlijkheid, vergroten van zelhennis helpt om meer effecRef te worden als leider, professional, teamlid. En: Anderen kennen jou vaak beter dan jij jezelf…. • ‘Only a shallow person knows himself well’ (Oscar Wilde)
©
Zelmeoordeling is onbetrouwbaar.. (We overschanen onszelf..)
Dus feedback is essenReel !!! ( o.a. tests/360°)
100%
Waargenomen 75% prestatie t.o.v. anderen 50%
25%
Q1 ©
Q2
Q3
Q4
(Dunning, 2005)
Feitelijke prestaRe
3
Ontstaan van de Big Five.. De lexicografische hypothese • • • • • • •
5.000.000 500.000 50.000 5000 500 50 5
woorden in het woordenboek zoektermen in het woordenboek persoons-‐gerelateerde woorden persoonlijkheids-‐beschrijvende woorden nudge representaReve woorden facenen factoren
©
N NegaReve EmoRonaliteit LAAG
GEMIDDELD
Veerkrach(g
Ontvankelijk
Reageert kalm op stressvolle situaRes. Gezien als nuchter, onverstoorbaar, koel.
Doorgaans kalm, druk of tegenslag leiden tot stress-‐ reacRes.
HOOG Reac(ef Reageert alert en sensiRef op situaRes. Gezien als gespannen, rusteloos, gevoelig.
©
4
Negatieve Emotionaliteit facetten
(zoals gemeten door NEO-Pi-R instrument) VEERKRACHT (N-)
REACTIEF (N+)
N1 - Bezorgheid
Ontspannen; rustig
Bezorgd; ongerust
N2 - Ergermis
Beheerst; niet snel boos
Gemakkelijk boos
N3 - Moedeloosheid
Zelden ontmoedigd
Snel ontmoedigd
N4 - Gêne
Niet in verlegenheid te brengen
Snel in verlegenheid gebracht
N5 - Impulsiviteit
Zwicht niet
Zwicht snel
N6 - Kwetsbaarheid
Houdt hoofd koel in crisis
Kan slecht omgaan met stress
altijd
soms
altijd
©
Negatieve Emotionaliteit
Upside: - Meer accurate schattingen (sadder & wiser) - Beter dreiging kunnen zien aankomen - Gevoel van urgentie in team brengen - Minder geneigd tot nemen te grote risico’s (vb Mount Everest) Downside: - Vaker ontevreden met werk/leven - Meer angst en stress gevoelig - Meer aanleg voor somberheid - Vaak ‘overkritische’ houding
©
5
Neuroticism
Average Change Over Time •
Neuroticism decreases for women but not for men • Young women are dramatically more neurotic than young men, but these differences become smaller by age 60 Source: Srivastava, John, & Gosling, JPSP, 2003
wWomen
n Men
©
E Extraversie LAAG
GEMIDDELD Ambivert
Introvert Voorkeur voor alleen werken. Soms gezien als stug, gesloten. Graag in situaRes met weinig prikkels.
Wisselt makkelijk van samen naar alleen. Te weinig variaRe leidt tot verveling.
HOOG Extravert Voorkeur voor Sociale situaRes. Prater, spontaan, open, leider Soms gezien als agressief of oppervlakkig. Kan veel prikkels aan.
©
6
Extraversie
Upside: - Meer zichtbare (en vaak betere) leiders - Beter in rollen waarin sociale skills nodig zijn - Beter in rollen waarin competitie nodig is (makelaars, advocaten, etc) Downside: - Meer impulsief (vaker ongeluk/absent) - Meer neiging tot risico’s (kicks, opwinding) - Slechter in rollen die lang aandacht of routinewerk vragen
©
Extraversion
Average Change Over Time • Women become somewhat more introverted over time • Men become very slightly more extraverted • Women tend to be more extraverted than men • Not dramatic change over time ©
wWomen
n
Men
Source: Srivastava, John, & Gosling, JPSP, 2003
7
O Openstaan LAAG
GEMIDDELD
Behoudend
Gema(gd
Expertkennis, prakRsch, efficiënt, kan rouRne aan. Soms gezien als rigide, conservaRef, oogkleppen.
PrakRsch maar soms iets nieuws proberend. Niet alRjd nieuwsgierig maar soms verrassend
HOOG Verkennend Veel interesses en benieuwd naar het onbekende. Snel verveeld. fantasievol, creaRef, theoreRsch. Soms dromer.
©
Openstaan
Upside: - Meer creatief (zowel artistiek als wetenschappelijk) - Beter in omgaan met veranderingen - Passen zich makkelijker aan - Zijn meer ‘transformationeel’ leiders Downside: - Houden zich minder aan regels, rebels - Meer contraproductief gedrag/ongelukken - Minder gecommitteerd aan werkgever - Zijn niet perse betere performers of gelukkiger (in meeste jobs) ©
8
Openness
Average Change Over Time • Men tend to be more open than women • Openness declines with age • As with extraversion, changes over time are less dramatic than other traits ω Women ©
Men
Source: Srivastava, John, & Gosling, JPSP, 2003
A Altruïsme LAAG
GEMIDDELD
Uitdagend
Onderhandelend
ScepRsch t.a.v. autoriteit. Volhardend, compeRRef, onayankelijk, Soms gezien als vijandig, vechterig, egoïsRsch.
Soms compeRRef, Soms samenwerkend. Noch extreem onaf-‐ hankelijk als extreem ayankelijk.
HOOG Aanpassend Accepteert autoriteit. Vriendelijk behulpzaam, Teamspeler. Soms gezien als naïef, conflict vermijdend, onderdanig, ayankelijk.
©
9
Altruisme
Upside: - Willen de meesten als vriend, partner, collega - Doen het goed in teams (betere volgers) - Hebben minder conflicten - Minder geneigd tot contraproductief gedrag Downside: - Minder extrinsiek succesvol in hun loopbaan - Geneigd tot te soepel beoordelen (‘halo’) - Vaak conflict vermijdend
©
Agreeableness
Average Change Over Time •
Changes in agreeableness are complex (curvilinear) • Low in 20’s • Increase 30-50 • Decline 50-60
Source: Srivastava, John, & Gosling, JPSP, 2003
wWomen
nMen
©
10
C ConsciënReusheid LAAG Flexibel
GEMIDDELD
HOOG
In balans
In focus
Houdt taakeisen en persoonlijke doelen in balans. Is ambiReus én kan ontspannen.
HeeY veel doelen. Stelt uit. Veel dingen tegelijk onderhanden. Soms gezien als onverantwoordelijk, Ongeorganiseerd.
Vol discipline gericht op een doel. Werkt hard, prestaRegericht. Soms gezien als workaholic, dwangmaRg, arrogant, pietludg.
©
Consciëntieusheid
Upside: - Zijn in de meeste jobs betere performers - Vaak gelukkiger in hun jobs en leven - Betere leiders - Minder contraproductieve acties - Meer integer Downside: - Slechter omgaan met ongeplande veranderingen - Leren minder in het begin (experimenteren) - In combinatie met A-: interpersoonlijk lastig - Minder artistiek creatief ©
11
Conscientiousness
Average Change Over Time •
Conscientiousness increases over time, with the rate of increase slowing over time • Individuals in their early 20’s start out at about 60% of scale maximum and increase to about 70% of scale maximum by 60 Source: Srivastava, John, & Gosling, JPSP, 2003
w Women n Men
©
‘OCEAN’ ‘CANOE’
De ‘Big Five’ trekken
Trait
laag
gemiddeld
hoog
N Nega(eve
Veerkrach(g
Ontvankelijk
Reac(ef
E Extraversie
Introvert
Ambivert
Extravert
O Openstaan
Behoudend
Gema(gd
Verkennend
A Altruïsme
Uitdagend
Onderhandelend
Aanpassend
Flexibel
Gebalanceerd
In focus
Emo(onaliteit
C Consciën(eusheid ©
12
878
JUDGE, RODELL, KLINGER, SIMON, AND CRAWFORD
NEO Sub-Facets
DeYoung et al. Facets
Big Five Broad Traits
Achievement Striving Competence
Industriousness
Self-Discipline
Conscientiousness
Deliberation Dutifulness
Orderliness
Order Tender-Mindedness
This document is copyrighted by the American Psychological Association or one of its allied publishers. This article is intended solely for the personal use of the individual user and is not to be disseminated broadly.
Altruism
Compassion
Trust
Agreeableness
Compliance Modesty
Politeness
Straightforwardness Angry Hostility Impulsiveness
Volatility
Anxiety
Neuroticism
Depression Self-Consciousness
Withdrawal
Vulnerability Ideas Actions
Intellect
Aesthetics
Openness
Fantasy
Aesthetic Openness
Feeling Values Gregariousness Positive Emotions
Enthusiasm
Warmth
Extraversion
Excitement-Seeking Activity
Assertiveness
Assertiveness
©
Figure 1. Hierarchical representation of personality, from NEO subfacets (Costa & McCrae, 1992, 1998) to DeYoung, Quilty, and Peterson (2007) facets to the Big Five traits.
further argued, “Tests may be constructed to yield separate scores on a number of diverse, internally homogenous scales, or to provide a single measure loaded with the general factor underlying items” (Cronbach & Gleser, 1965, p. 99). Thus, the bandwidth– fidelity dilemma appears to address the tradeoff between a reliable but unidimensional measure versus a multidimensional but potentially unreliable measure. In considering the literature that has cited the bandwidth–fidelity dilemma, however, it is clear that researchers have interpreted the dilemma in different ways, each of
which affects expectations regarding the reliability and criterionrelated validity of broad and narrow traits. Three of the most prominent interpretations of these perspectives are reviewed below. First, if there is a fixed constraint on the amount of information that can be collected from an individual (e.g., a certain amount of testing time available for each job applicant), then the researcher or practitioner faces a choice: Assuming a fixed constraint on survey or testing time, do I use the time to
Erfelijke aanleg • • • • •
Negatieve emotionaliteit Extraversie Openstaan Altruïsme Consciëntieusheid
48 54 57 42 49
% % % % %
Bouchard & McGue, 2003
Stabiliteit in persoonlijkheid Costa & McRae (1988): Helson & Wink (1992): Helson & Moane (1987): Finn (1986): Hampsen & Goldberg (2004):
r = .83 r = .70 r = .50 r = .40 r = .25
(na 6 jaar) (na 10 jaar) (na 20 jaar) (na 30 jaar) (na 40 jaar)
©
13
Trekcombinaties
©
Trekcombinaties (2) enkele voorbeelden
Loopbaan (Holland code)
Emotioneel temperament N+
E+
Stressgevoelig Emotioneel
Ondernemend Artistiek Sociaal
E-
Responsief
Koel
Warm N-
E+
O-
O+ Onderzoekend Conventioneel Realistisch E-
©
14
‘Management Profiel’ N
-‐ -‐ 35 -‐ 45 = 55 +
65 ++
E O A C ©
Uw posiRe t.o.v. rolprofiel.. voorbeeld
Als U LAGER scoort op A.......
Als U HOGER scoort op A......
Train in sensiRef gedrag/luisteren
Leer grenzen stellen, nee zeggen
Leer toe te geven in conflicten
Train stevig onderhandelen
Gebruik uw harde kant in rollen als bijv crisismanager
Vermijd compeRReve (A-‐) werkomgeving
Werk onayankelijk/onderhandel samen met A+ persoon
Zoek rollen die beroep doen op uw sterkte bijv bemiddelaar, coach
©
15
‘OpRmaliseren’ kan op 2 manieren • Trainen & ontwikkelen – Als rol /‘doelcompetenRe’ goed ‘in lijn’ ligt met persoonlijkheid, moRvaRe, capaciteit (talent)
• Compenseren – Als rol /‘doelcompetenRe’ slecht ‘in lijn’ ligt met persoonlijkheid, moRvaRe, capaciteit (talent)
©
Ontwikkelen of Compenseren Ontwikkelstrategieën
Compensatiestrategieën
Volg een (deel van) training Bestudeer boeken, vakbladen Vind een mentor of coach Zoek mogelijkheden voor meer oefening Wordt actief in een vak vereniging, interessegroep Breek activiteit in stukken Neem meer en betere tools Ga in therapie Vraag meer/andere feedback Maak een ‘Job aid’ Praat minder, doe meer Imiteer experts Etc.....
Delegeer (omlaag, omhoog, opzij) Zoek naar een andere manier Pas de functie aan of zoek een andere functie/organisatie Zoek in het team oplossingen (rolonderhandeling) Leg prioriteiten anders Leer iets anders dat het tekort opvangt Pas je omgeving aan zodat het tekort gecompenseerd wordt Maak je sterkten meer zichtbaar Maak anderen meer afhankelijk van je sterkten Etc…..
©
16
Persoonlijkheid-Prestatie ‘Fit’
Hoog Presterend
Pas op
Niet Hoog Presterend
Kapitaliseer
Compenseer
Ontwikkel
Onnatuurlijke fit
©
Natuurlijke fit
Big 5 en Interpersoonlijke effecRviteit Voorbeeld: Partnerrela#es Trek
N NegaReve
laag
gemiddeld
hoog
VeerkrachRg
Ontvankelijk
ReacRef
M V M
EmoRonaliteit
E Extraversie
Introvert
O Openstaan
Behoudend
A Altruïsme
Uitdagend
M
Flexibel
C ConsciënReusheid
M
©
Ambivert
M
V
V Extravert
M V V
GemaRgd
Verkennend
MV V
M
Onderhandelend
Aanpassend
M
V
Gebalanceerd
V
M V
In focus
Rammstedt & Schupp 2008
17
Big 5 & Dark side: extreem gedrag voorbeelden
• Impulsief (psychopathisch) : Ongeduldig, onvoorspelbaar, en geneigd tot handelen zonder de mogelijke consequenRes van het eigen gedrag af te wegen. (N+/A-‐ -‐/C-‐ -‐) • Arrogant (narcis(sch): Uitermate zelfverzekerd/zelfingenomen. Daardoor vaak slecht in luisteren, ideeën of feedback van anderen aheurend. (N+/E+/A-‐ -‐)
– Aanpak: Vermijd oproepen van negaReve emoRes, benadruk logisch vervolg en voordeel voor de ander, vat agressie niet persoonlijk op, blijf rusRg, bewonder, laat scoren en vraag hulp....
• Aandacht zoekend (melodrama(sch): Vriendelijk, charmant, en overtuigend—soms iets té. ManipulaRef. Aandachnrekkend gedrag. (N+/E++/A-‐) • Perfec(onis(sch (micromanager): Neiging teveel op details te managen. Anderen excessief controleren en extreem hoge eisen stellen. (E-‐/A-‐/C+ +) ©
Matching treatment to personality? Why is this important?
• Helps therapist anRcipate and understand client’s private experience • Helps therapist understand and anRcipate problems presented in treatment • Helps therapist formulate a pracRcal treatment plan and anRcipate opportuniRes and pi~alls for treatment. • Gives bener informaRon on where to target change efforts. • Generates more realisRc expectaRons for change. • Creates opportuniRes for increased self-‐knowledge for client Miller. T. R. (1991). The psychotherapeuRc uRlity of the five-‐ factor model of personality: A clinician's experience. Journal ©
of Personality Assessment, 57(3), 415-‐430.
18
Treatment CharacterisRcs of Neuro(cism Levels influences intensity/dura,on of client’s distress
Low Neuro(cism High Neuro(cism – Presents with emoRonal – Presents with variety of blandness painful feelings – Problems usually – Problems include full situaRonal gamut of neuroRc misery – Wants and can benefit – Psychological pain from advice and moRvates compliance clarificaRon – Likely to remain – May be misunderstood uncomfortable as defensiveness ©
Treatment CharacterisRcs of Extraversion Levels influences the client’s enthusiasm for treatment
Low Extraversion
– Presents as reluctant to talk; can be overwhelmed in group. – Problems can include being overly serious; apathy. – Comfortable with structured approaches. – Can lack enthusiasm for interacRon with therapist.
High Extraversion
– Presents as needing to
talk and needing people. – Problems can include excitability, interpersonal conflict, easily bored. – Comfortable with less structured approaches; opRmisRc and energeRc. – Watch for talkaRveness that blunts treatment focus.
©
19
Treatment CharacterisRcs of Openness Levels
Influences client’s reac,on to therapist’s interven,ons
Low Openness
– Presents with discomfort in reacRng to novel experiences. – Problems vary, but conceptualized in concrete, convenRonal terms. – Responds well to pracRcal approaches: educaRon, support, behavior therapy. – Rigidity and lack of curiosity can be misunderstood as resistance
High Openness – Presents as liking variety, curious. – Problems vary but tend to be conceptualized in abstract, imaginaRve terms. – Prefers imaginaRve approaches. – Watch for excessive curiosity which can scaner resources.
©
Treatment CharacterisRcs of Agreeableness Levels Influences client’s reac#on to the person of the therapist
Low Agreeableness
– Tends to present as wanRng to be admired or be “somebody” – Problems may include being overly compeRRve, unpopular, lack of social support. – Good at problem solving; tend to be asserRve and clear thinking. – Watch for hosRlity or skepRcism toward therapist; difficult to form alliance.
High Agreeableness – Presents as genuinely
compassionate and generous. – Problems may include naivety, oversensiRvity to criRcism (N+). – Treatment alliance easily formed. – Watch for need to please therapist.
©
20
Treatment CharacterisRcs of Conscien(ousness Levels influences client’s willingness to do the work of psychotherapy
Low Conscien(ousness – Presents as loving
High Conscien(ousness – Presents as loving
leisure – Problems may include low achievement, impulsivity. – Unlikely to do homework; likely to reject intervenRons requiring hard work.
accomplishment; sedng goals. – Problems may include overwork. – Tends to work hard to benefit from treatment; willing to tolerate discomfort and frustraRon.
©
Dank u !
InformaRe?
[email protected] ©
21