Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
4 mei 2011
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009 Onderzoek actualisatie kostentoedeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Verantwoording Titel Opdrachtgever Projectleider Auteur(s) Projectnummer Aantal pagina's Datum
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ir. A.J.G. (Ton) van der Maarel Ton van der Maarel, Rienco Groenewold 4777112 20 (exclusief bijlagen) 4 mei 2011
Handtekening
Colofon Tauw bv Vestiging Deventer Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon +31 57 06 99 91 1 Fax +31 57 06 99 66 6
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
5\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
6\20
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5 1
Inleiding.......................................................................................................................... 9
2 2.1
De categorale kostenverdeling .................................................................................. 11 Ingezetenenaandeel ...................................................................................................... 11
2.2 2.3
Waardeverhouding onroerende zaken .......................................................................... 12 Categorale kostenverdeling in %................................................................................... 16
3 3.1 3.2 3.3
Tariefdifferentiatie ....................................................................................................... 17 Tariefdifferentiatie van wegen ....................................................................................... 17 Tariefdifferentiatie voor bemalen gebieden ................................................................... 18 Tariefdifferentiatie buitendijkse gebieden ...................................................................... 19
Bijlage(n) 1. Gebruikte referentiegegevens 2. Tekening
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
7\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
1 Inleiding Met de invoering van de Waterschapswet zijn vanaf 1 januari 2009 nieuwe regels van kracht geworden om de bijdragen van de diverse categorieën belanghebbenden in de kosten van het watersysteembeheer vast te stellen. In de begroting 2011 heeft het Hoogheemraadschap aangegeven voor 2012 een nieuwe kostentoedelingsverordening te willen vaststellen en daarbij rekening te houden met de meest actuele gegevens. Hierbij gaat het in ieder geval om het actualiseren van: Het aandeel ingezetenen op basis van onder meer de inwonerdichtheid in het gebied Het vaststellen van de waardeverhoudingen tussen de gebouwde onroerende zaken, de natuurterreinen en de ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen Door het Hoogheemraadschap is bovendien gevraagd de effecten van een eventuele tariefdifferentiatie voor wegen, buitendijkse gebieden en bemalen gebieden inzichtelijk te maken. In dit rapport wordt regelmatig verwezen naar eerdere onderzoeken en berekeningen. 2007 Dit betreft uitgangspunten en resultaten van het onderzoek dat door het
hoogheemraadschap is uitgevoerd voor de vigerende kostentoedeling. (Kostentoedelingsverordening 2009). Het referentiejaar/peildatum is 2007 2009 Dit betreft de uitgangspunten en resultaten van een tussentijds door Tauw uitgevoerd
onderzoek in maart 2010. Het referentiejaar/peildatum is 2009 2010 Dit betreft het voorliggende onderzoek met als referentiejaar 2010
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
9\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
10\20
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
2 De categorale kostenverdeling Binnen de watersysteemheffing wordt onderscheid gemaakt tussen een solidariteitsdeel en een profijtdeel. Het solidariteitsdeel wordt opgebracht door de ingezetenen in het waterschapsgebied. Het profijtdeel wordt betaald door de eigenaren van onroerende zaken op basis van de waardeverhouding.
2.1
Ingezetenenaandeel
Vanuit het oogpunt van belang-betaling wordt het ingezetenenaandeel in de kosten van de watersysteemheffing gekoppeld aan de gemiddelde inwonerdichtheid (aantal inwoners per km2). In artikel 120 van de Waterschapswet is vastgelegd dat: a. Het ingezetenenaandeel minimaal 20 % en maximaal 30 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 niet meer bedraagt dan 500 b. Het ingezetenenaandeel minimaal 31 % en maximaal 40 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 meer bedraagt dan 500 maar niet meer bedraagt dan 1.000 c. Het ingezetenenaandeel minimaal 41 % en maximaal 50 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 meer bedraagt dan 1.000 Het Algemeen Bestuur kan, op grond van artikel 120.3 van de Waterschapswet de genoemde maximale percentages in bijzondere omstandigheden verhogen tot 40 %, 50 % respectievelijk 60 %. De wetgever heeft hierbij, zo blijkt uit de toelichting op de modelkostentoedelingsverordening, gedacht aan waterschappen met een relatief groot aandeel natuurterreinen (bijvoorbeeld meer dan 25 % van het beheersgebied) en aan waterschappen met een zeer grote inwonerdichtheid (meer dan 1.250 inwoners per km2). De inwonerdichtheid 1 in het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt geschat op afgerond 945 inwoners per km2. Indien alleen de inwonerdichtheid in beschouwing wordt genomen resulteert dit in een ingezetenenaandeel van afgerond 39 %. In vergelijking met andere waterschappen in Nederland is er geen sprake van bijzondere omstandigheden. Ongeveer 11% van het gebied bestaat uit natuurgronden (inclusief bos en weids water). Dat is landelijk gezien niet uitzonderlijk veel en bovendien ruim beneden het percentage van 25, dat door de Unie van Waterschappen wordt genoemd als ondergrens om over te gaan tot verhoging van het ingezetenenaandeel. Ook kan met een inwonerdichtheid van 1
Bron: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Situatie op 1 -1 -2011 773.000 inwoners op basis van gemeentelijke basisadministratie.
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
11\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
circa 945 inwoners per vierkante kilometer niet worden gesproken over extreme inwonerdichtheid. Wel heeft het Hoogheemraadschap de mogelijkheid om op grond van andere overwegingen, het ingezetenenaandeel op 40 % te zetten.
2.2
Waardeverhouding onroerende zaken
De waardeverhouding tussen de categorieën ongebouwd, natuur en gebouwd voor de watersysteemheffing is gebaseerd op de Handleiding Rekenmodel belastingstelsel 2009 en de Geowijzer van de Unie van Waterschappen. De Handleiding beschrijft vooral de berekening van de waardeverhouding met onderliggende uitgangspunten. De Geowijzer beschrijft welke bronnen gebruikt moeten (kunnen) worden voor de berekening van de oppervlakte per (ongebouwde) belangencategorie. Voor het berekenen van de oppervlakte per categorie is gebruik gemaakt van het bestand TOP10NL (uitgiftedatum november 2008). Voor de berekening van de oppervlakte natuur is gebruik gemaakt van het door Tauw ontwikkelde zogenaamde ‘4-lagen model’ waarin niet alleen het (gedateerde) bestand bodemgebruik van het Centraal Bureau van de Statistiek (BBG2006) maar ook het bestand TOP10NL 2 van het kadaster wordt gebruikt. Tabel 2.1 Oppervlakte per belangencategorie ongebouwd in ha
Categorie A1.1 Autosnelwegen
3
2009
2010
1.071
1.081
1.081
A1.2 Hoofd- en regionale wegen
2.604
2.642
2.642
A1.3 Lokale wegen + beb kom
3.482
3.566
3.566
A1.4 Overige verharde wegen
682
647
647
7.837
7.935
7.935
Openbare landwegen totaal A2
Agrarische en overige gronden
50.898
49.616
52.459
A3
Openbare spoorwegen
366
343
327
A4
Bouwpercelen
960
1.364
1.364
A
Ongebouwd, totaal
60.061
59.258
61.403
B
Natuur
9.544
9.319
9.277
2
3
12\20
2007
In het 4-lagen model kan desgewenst ook gebruik gemaakt worden van de invalshoek kadastraal eigendom en de aanwijzing van natuur op grond van de PSN-regeling. In het kader van dit onderzoek is dit niet gedaan. Bij de oppervlakte van de openbare landwegen (A1.1 tot en met A1.4) is rekening gehouden met vermenigvuldigingsfactoren voor de dienstbaarheid van de wegen zoals aangegeven in de Geowijzer.
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Vergelijking van de oppervlakte per belangencategorie voor de peildatum 2009 en 2010 laat een lichte toename zien van de totale oppervlakte ongebouwd. De verschillen zijn gering en zijn mogelijk deels ook terug te voeren tot de wijze waarop de ruimtelijke analyses zijn uitgevoed. De berekening van de oppervlakte bouwpercelen (2009, 2010) is gebaseerd op de Nieuwe Kaart van Nederland en niet afgeleid van WOZ-gegevens van de inliggende gemeenten. Voor het doel van deze rapportage, de toetsing van de categorale kostentoedeling, is de analyse betrouwbaar. Een toelichting per subcategorie is gegeven in bijlage 1. In de volgende tabel 2.2 is de waarde per belangencategorie (per ha) weergegeven. Het waterschap heeft voor de berekening van de waarde van de openbare landwegen en spoorwegen bij de vigerende kostentoedeling gebruik gemaakt van de Taxatiewijzer V02 zoals door de Unie van Waterschappen in januari 2008 ter beschikking is gesteld. Op verzoek van de Unie van Waterschappen is de Taxatiewijzer, na januari 2008 aan een ‘second opinion’ onderworpen hetgeen resulteerde in een Taxatiewijzer V04 van mei 2008 (prijspeil 2007). In de onderstaande tabel is, in de kolom 2009, de waarde van de openbare landwegen en spoorwegen berekend met de Taxatiewijzer V04 tegen het prijspeil 2009 4 . De waarde van de openbare (land)wegen en spoorwegen in de kolom 2010 zijn berekend met de Taxatiewijzer V04-prijspeil 2010. Wanneer in de autosnelwegen gelegen grote kunstwerken (bruggen over de grote rivieren enzovoort) buiten het waterschap zijn gelegen zijn deze (in de berekeningen 2009 en 2010) voor 15 % van de waarde (aanbruggen enzovoort) meegerekend. In overeenstemming met de Taxatiewijzer is voor alle openbare landwegen en spoorwegen rekening gehouden met een vermindering van de waarde door technische veroudering (voorgeschreven is dat de totale waarde 75 % bedraagt van de berekende waarde). De waarde van de agrarische grondpercelen en overige gronden in 2009 (kolom 2009) is ontleend aan de Grondprijsmonitor 2008 (Dienst Landelijk Gebied: juli 2009, Veehouderijgebied Utrecht [61 %], Weidegebied Utrecht [39 %]). De waarde van de agrarische grondpercelen in 2010 (kolom 2010) is gebaseerd op een advies van de Dienst Landelijk gebied, vooruitlopend op de publicatie van de Grondprijsmonitor 2010 (zie ook bijlage 1.) De waarde van de categorie natuur is voorgeschreven en gebaseerd op 20 % van de waarde van de agrarische gronden. De waarde van de bouwpercelen is gebaseerd op een analyse van de grondprijs voor bouwkavels in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap en gecorrigeerd voor een lagere kavelprijs voor bedrijfsterreinen (zie ook bijlage 1).
4
Grondslag 10 % veen, 64 % klei en 26 % zand.
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
13\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Tabel 2.2 Waarde per belangencategorie (EUR 1.000 per ha), exclusief correctie technische veroudering
Categorie
2007
2009
2010
A1.1 Autosnelwegen
1.702
2.180
2.085
A1.2 Hoofd- en regionale wegen
1.191
1.241
1.206
A1.3 Lokale wegen + beb kom
1.633
1.707
1.677
A1.4 Overige verharde wegen
2.008
1.573
1.576
A2
Agrarische en overige gronden (euro per ha)
37.165
48.205
56.487
A3
Openbare spoorwegen
12.003
13.923
13.827
3.000
2.069
2.930
7.433
9.319
11.297
5
A4
Bouwpercelen
B
Natuur (euro per ha)
De waardestijging (waarde per ha) van de openbare wegen varieert, wanneer de peildata van 2007 en 2010 worden vergeleken) van minus 20 % voor de overige verharde wegen tot meer dan 20 % voor de autosnelwegen en spoorwegen. Dit verschil is zeker een gevolg van de wijze waarop in 2007 de grote kunstwerken in de verschillende versies van de Taxatiewijzer zijn opgenomen. Een belangrijk commentaar op de versie V02 van de Taxatiewijzer had betrekking op de modelmatige berekening van kleine kunstwerken. Correctie hiervoor heeft geleid tot een lagere waarde per ha voor met name de overige verharde wegen. Een tweede belangrijke wijziging was de toevoeging van op- en afritten van autosnelwegen aan de categorie Autosnelwegen. Dit leidde tot een verhoging van de waarde voor die autosnelwegen. De totale (berekende) waarde van de openbare landwegen en spoorwegen is in de periode 2007 tot 2010 met circa 4 % toegenomen. Tussen 2009 en 2010 is de waarde van de openbare landwegen en spoorwegen licht gedaald; met name omdat de prijs van de in de wegen gelegen kunstwerken tussen beide peildata met 9 % is afgenomen. De ontwikkeling van de landelijke gemiddelde grondprijs laat vanaf 2005 een doorgaande stijgende trend zien. Uit de resultaten van de grondprijsmonitor blijkt dat de agrarische grondprijzen tot en met 2009 niet onder invloed van de recessie zijn gedaald. In 2010 lijkt hierin enige verandering op te treden maar de gemiddelde grondprijs daalt nog niet. In vergelijking met 2007 is de gemiddelde agrarische grondprijs toegenomen met circa 52 %.
5
De berekening van de waarde bouwpercelen is gebaseerd op een analyse van de Nieuwe Kaart van Nederland (NKN). De oppervlakte bouwpercelen die met de NKN wordt berekend is een bruto oppervlakte met bouwpercelen, maar ook met toekomstige openbare voorzieningen zoals wegen en openbaar groen. In de onderzoeken 2007 en 2009 is voor de berekeningen van de waarde van de bouwpercelen daarom de waarde per ha aangepast. In het voorliggende onderzoek 2010 is niet de waarde maar de oppervlakte bouwpercelen gecorrigeerd.
14\20
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
In tabel 2.3 is de waarde per subcategorie berekend tegen prijspeil 2010 en vergeleken met de berekeningen 2007 en 2009. De waarde gebouwd voor het watersysteem is aangeleverd door het hoogheemraadschap en ontleend aan de belastingadministratie. Volgens deze opgave is de gerealiseerde waarde gebouwd op peildatum januari 2010 EUR 116,5 miljard.
Tabel 2.3 Waarde per belangencategorie (EUR 1.000 000), inclusief correctie technische veroudering land- en spoorwegen
Categorie
2007
2009
2010
A1.1 Autosnelwegen
1.366
1.767
1.690
A1.2 Hoofd- en regionale wegen
2.326
2.459
2.389
A1.3 Lokale wegen + beb kom
4.264
4.565
4.485
A1.4 Overige verharde wegen
1.026
763
764
A1. Openbare landwegen
8.983
9.553
9.328
A2 Agrarische en overige gronden
1.892
2.392
2.963
A3 Openbare spoorwegen
3.294
3.582
3.391
A4 Bouwpercelen
2.880
2.822
3.997
17.048
18.349
19.679
71
89
105
A Ongebouwd
B Natuur
C. Gebouwd
102.686
114.324
116.548
Totaal
119.809
132.763
136.331
Een eerste beschouwing van de berekende waardeverhouding laat zien dat in vergelijking met 2007 in 2010 de waarde van de gebouwde eigendommen met 14 % is toegenomen terwijl de waarde van de ongebouwde eigendommen met 15,4 % is toegenomen. Dit is zowel een gevolg van de hogere waardering van de openbare landwegen als van een waardering van de bouwpercelen. Het aandeel van de openbare landwegen en spoorwegen in het totaal van de waarde ongebouwd is afgenomen van 72 %, tot 65 %.
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
15\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
De procentuele waardeverhouding tussen de categorieën ongebouwd, natuur en gebouwd is weergegeven in de onderstaande tabel 2.4.
Tabel 2.4 Waardeverhouding tussen categorieen ongebouwd, natuur en gebouwd in %
Categorie
2007
2009
2010
Ongebouwd
14,2
13,8
14,4
Natuur
0,1
0,1
0,1
Gebouwd
85,7
86,1
85,5
Uit de berekening van de waardeverhouding volgt, ten opzichte van de huidige kostentoedeling, een geringe verschuiving van de categorie ongebouwd (was 14,2 % in 2007, wordt 14,4 %) naar de categorie gebouwd (was 85,7 %, wordt 85,5 %).
2.3
Categorale kostenverdeling in %
Op grond van de uitgevoerde berekeningen en bovenvermelde uitgangspunten wordt in de onderstaande tabel 2.5 een indicatie gegeven van de kostenaandelen per categorie bij een ingezetenenaandeel van 39 % en 40 %. De berekende percentages worden vergeleken met de percentages in de vigerende kostentoedeling (2007).
Tabel 2.5 Categorale kostentoedeling in %
Categorie Ingezetenen
6
2007
2010 – 39 %
2010 – 40 %
38,0
39,0
40,0
Gebouwd
53,1
52,1
51,2
Ongebouwd
8,8
8,8
8,7
Natuur
0,1
0,1
0,1
Omdat de waarde gebouwd circa 85 % van de totale waarde uitmaakt, werkt een toename van het ingezetenenaandeel vooral door in een vermindering van het aandeel gebouwd. In de onderlinge verhouding tussen de categorieën gebouwd en ongebouwd verandert weinig.
6
16\20
Bij de oppervlakte van de openbare landwegen (A1.1 tot en met A1.4) is rekening gehouden met vermenigvuldigingsfactoren voor de dienstbaarheid van de wegen zoals aangegeven in de Geowijzer.
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
3 Tariefdifferentiatie Via tariefdifferentiatie zijn er beperkte mogelijkheden om tot uitdrukking te brengen dat in bepaalde gebieden het belang bij de zorg voor het watersysteem duidelijk afwijkend is van die van de rest in het waterschapsgebied. De belastingplichtigen van de specifieke categorieën ongebouwd niet zijnde natuur, natuur en gebouwd, betalen binnen de eigen categorie in beginsel één gelijk tarief (artikel 121, eerste lid, Waterschapswet). De wetgever heeft echter onderkend dat in bepaalde situaties een verder onderscheid naar tarief wenselijk kan zijn en is hieraan tegemoetgekomen door de invoering van de mogelijkheid van tariefdifferentiatie. Er is geen sprake van een verplichting, want de bestuurlijke vrijheid om al dan niet tot tariefdifferentiatie over te gaan staat voorop. In deze verkenning wordt een drietal tariefdifferentiaties onderzocht te weten: De tariefdifferentiatie voor wegen Tariefdifferentiatie voor buitendijks gelegen gronden en Tariefdifferentiatie voor bemalen gebieden De effecten van een cumulatie van tariefdifferentiatie 7 worden in het kader van deze verkenning niet onderzocht. Tevens is verondersteld dat er geen tariefdifferentiatie voor de categorie natuur 8 plaatsvindt. Een algemeen kenmerk van tariefdifferentiatie is dat de verschuiving van de belastingdruk direct doorwerkt in de categorie waarvoor de tariefdifferentiatie wordt ingesteld maar slechts een beperkte doorwerking heeft voorde categorie die een groter draagvlak heeft.
3.1
Tariefdifferentiatie van wegen
Een tariefdifferentiatie voor wegen heeft alleen invloed op de verdeling van de lasten binnen de categorie ongebouwd. Op grond van het bepaalde in artikel 122 lid 3 van de Waterschapswet kan het waterschap de heffing voor openbare landwegen maximaal 100 % hoger vaststellen dan de heffing voor de overige ongebouwde eigendommen, niet zijnde natuur.
7
8
Bijvoorbeeld de gevolgen van een tariefdifferentiatie van wegen in niet bemalen gebieden indien wordt besloten om zowel een tariefdifferentiatie voor wegen als bemalen gebieden in te voeren. Tariefdifferentiatie natuur kan plaatsvinden voor binnendijks- en buitendijks gelegen natuur en bemalen/ niet bemalen natuur.
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
17\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Bij een tariefdifferentiatie van 100 % gaan de wegbeheerders, op basis van het in tabel 2.1 berekende ruimtebeslag 81 % meer betalen en de eigenaren van het overige ongebouwd 10 % minder ten opzichte van de situatie zonder tariefdifferentiatie. De belangrijkste kentallen voor deze berekening zijn in tabel 3.1 weergegeven.
Tabel 3.1 Tariefdifferentiatie wegen
Categorie Openbare landwegen
9
Agrarische gronden en overig ongebouwd
Oppervlakte (ha)
Fictief tarief
Verschil (%)
6.348
30,12
81
53.713
15,06
-10
Fictief tarief zonder tariefdifferentiatie
16,65
Tariefdifferentiatie voor wegen raakt met name andere overheden die wegbeheerder zijn. Mogelijk heeft wegendifferentiatie ook gevolgen voor enige particuliere wegeigenaren als deze wegen ook openbaar zijn. Bij de invoering van tariefdifferentiatie voor wegen moet rekening worden gehouden met de extra kosten voor heffing en invordering.
3.2
Tariefdifferentiatie voor bemalen gebieden
In het kader van deze verkenning wordt onder bemalen gebieden die delen van het waterschapsgebied verstaan die niet vrij afwateren en die delen van het waterschapsgebied waarin uit lager gelegen gebieden water wordt opgemalen 10 (zie tekening bijlage 2). Op basis van deze definitie wordt circa 66.650 ha gerekend tot het bemalen gebied en 16.370 ha tot het niet bemalen gebied. Bij een tariefdifferentiatie van 100 % voor de bemalen gebieden gaan de eigenaren van de gebouwde onroerende zaken in het bemalen gebied 4,9 % meer betalen ten opzichte van de situatie zonder tariefdifferentiatie. De eigenaren van de gebouwde onroerende zaken buiten het bemalen gebied gaan 47,6 % minder betalen (zie tabel 3.2). Bij deze berekening is verondersteld dat de omvang van de buitendijks gelegen niet bemalen gebouwde onroerende zaken te verwaarlozen is.
9
10
18\20
Uit onderzoek bij andere waterschappen is bekend dat in het Uniemodel de oppervlakte openbare landwegen met hun dienstbaarheden wordt overschat. Voor de waardeverhouding is dit niet van belang omdat de omvang van de dienstbaarheden (met name bermen enz.) geen rol van betekenis speelt bij de waardering van wegen. Voor de tariefdifferentiatie is dit wel van belang. In de berekening is er rekening mee gehouden dat de oppervlakte openbare landwegen 20 % kleiner is dan berekend met het Uniemodel. Definitie conform ‘evaluatie kostentoedeling’. Notitie nr 353993; besproken in D&H 18-01-2011.
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Tabel 3.2 Tariefdifferentiatie bemalen gebieden, deelcategorie gebouwd
Categorie Gebouwde onroerende zaken; bemalen Gebouwde onroerende zaken, niet bemalen
Oppervlakte (ha)
Fictief tarief
11.194
84,98
4,9
1.147
42,49
--47,6
Fictief tarief zonder tariefdifferentiatie
Verschil (%)
81,03
Bij een tariefdifferentiatie van 100 % voor de bemalen gebieden gaan de eigenaren van de ongebouwde onroerende zaken in het bemalen gebied 7,2 % meer betalen ten opzichte van de situatie zonder tariefdifferentiatie. De eigenaren van de ongebouwde onroerende zaken buiten het bemalen gebied gaan 46,4 % minder betalen (zie tabel 3.3).
Tabel 3.3 Tariefdifferentiatie bemalen gebieden, deelcategorie ongebouwd
Categorie Ongebouwde onroerende zaken; bemalen Ongebouwde onroerende zaken, niet bemalen
Oppervlakte (ha)
Fictief tarief
53.126
17,46
7,2
8,73
--46,4
8.280
Fictief tarief zonder tariefdifferentiatie
3.3
Verschil (%)
16,28
Tariefdifferentiatie buitendijkse gebieden
In deze verkenning wordt onder buitendijkse gebieden verstaan de gebieden die gelegen zijn buiten de primaire waterkeringen aan de Neder-Rijn en Lek. Het totaal oppervlak wordt geraamd op 2.786 ha (zie bijlage 2). De maximale tariefdifferentiatie voor buitendijkse gronden is door de wetgever op – 75 % gesteld. Tariefdifferentiatie van buitendijks gelegen gronden heeft gevolgen voor het tarief ongebouwd. Bij een tariefsdifferentiatie van – 75 % voor de buitendijks gelegen gronden gaan de eigenaren van de binnendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken 3,0 % meer betalen ten opzichte van de situatie zonder tariefdifferentiatie. De eigenaren van de buitendijks gelegen onroerende zaken betalen 74,2 % minder ten opzichte van de situatie zonder tariefdifferentiatie (zie tabel 3.4).
Herziening kostentoedelingsverordening 2009
19\20
Kenmerk R001-4777112AJM-wga-V03-NL
Tabel 3.4 Tariefdifferentiatie buitendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken
Categorie
Oppervlakte (ha)
Fictief tarief
Ongebouwde onroerende zaken; binnendijks
58.994
16,78
3,0
Ongebouwde onroerende zaken, buitendijks
2.412
4,19
--74,2
Fictief tarief zonder tariefdifferentiatie
20\20
Herziening kostentoedelingsverordening HDSR 2009
16,28
Verschil (%)
Bijlage
1
Gebruikte referentiegegevens
Bijlage 1 Gebruikte referentiegegevens Overzicht gebruikte referentiegegevens en toelichting oppervlakteanalyse Kostentoedelingsonderzoek HDSR april 2011
Gegeven
Informatiebron
Actualiteit
Waarde wegen en spoorwegen
Tauw Taxatiewijzer V04
Prijspeil 2010
Waarde agrarische gronden
DLG Grondprijsmonitor
Prijspeil 2010
Waarde bouwpercelen
www.bouwkavels.nl
Geraadpleegd op 8 april 2011
Waarde gebouwd
HDSR
April 2011 (actuele situatie)
Oppervlakte wegen
Kadaster Top10NL
Situatie 2008
Oppervlakte spoorwegen
CBS Bestand Bodemgebruik
Situatie 2006
Oppervlakte agrarische gronden
Berekend in dit rapport
Oppervlakte bouwpercelen
Nieuwe Kaart van Nederland
1 maart 2010
CBS Bestand Bodemgebruik
Situatie 2006
Kadaster Top10NL
Situatie 2008
Oppervlakte natuur
De oppervlakte wegen is gebaseerd op Kadaster Top10NL, situatie 2008. Omdat er geen actualisatie heeft plaatsgevonden van dit bestand is de oppervlakte openbare (land) wegen gelijk aan het onderzoek in 2010 (kolom 2009 van tabel 2.1). De oppervlakte openbare spoorwegen is afgeleid van het CBS Bestand bodemgebruik 2006. In het onderzoek 2010 is gebruik gemaakt van het CBS bestand bodemgebruik 2003. Het oppervlak spoorwegen is in de stad Utrecht afgenomen rond het voormalige Lijnwerkplaatsterrein en rond Leidse Rijn./ De oppervlakte bouwpercelen is gebaseerd op de Nieuwe kaart van Nederland. (Planstatus: hard; Bestemming: bedrijventerrein, detailhandel, glastuinbouw, kantoor, wonen). De waarde van de bouwpercelen is ontleend aan gegevens van verkoopprijzen (vraagprijzen) van bouwkavels op www.bouwkavels.nl voor de binnen het waterschap gelegen gemeenten en de grondprijzenbrief 2010 van de gemeente Utrecht. Op deze verkoopprijs hebben twee correcties plaatsgevonden. Een deel van de oppervlakte bouwpercelen uit de Nieuwe Kaart vaan Nederland heeft betrekking op bedrijventerreinen, detailhandel enzovoort. Verondersteld is dat 25 % van de oppervlakte geen woonbestemming heeft. De waarde van de bedrijventerreinen is gesteld op 40 % van de waarde van de bouwkavels met een woonbestemming De geselecteerde oppervlakte is een ´bruto´ oppervlak en omvat tevens openbare groenvoorzieningen, wegen enzovoort. Verondersteld wordt dat 50 % van deze oppervlakte gerekend mag worden tot de bouwpercelen
De waarde van de bouwpercelen (inclusief btw) wordt derhalve geraamd op 47 % van de kavelprijs (verkoopprijs) van bouwkavels met een woonbestemming. De oppervlakte agrarische gronden (inclusief de subcategorie overige gronden) is berekend als het verschil tussen de oppervlakte van het beheersgebied, de hierboven genoemde (sub)categorieën en de met het gebouwd meegetaxeerde oppervlakte. Uit de gegevens van het waterschap volgt een afname van de oppervlakte van de meegetaxeerde grond. Dit heeft als gevolg een toename van de oppervlakte Agrarische en overige gronden van 49.616 ha naar 52.459 ha.
Bijlage
2
Tekening
© De auteursrechten en databankrechten van de ondergrond zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2011
Legenda
Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten
Binnendijks, Bemalen gebied
Telefoon: (030) 634 57 00 Fax: (030) 634 59 98 E-mail:
[email protected]
±
Binnendijks, Onbemalen gebied
KaartID:
Afdeling: WKB-GIS
Datum: 28-3-2011
Buitendijks, Bemalen gebied
Project:
Buitendijks gebied (overigens onbemalen)
Kostentoedelingsonderzoek 2011
Omschrijving: Indeling Buitendijks en onbemalen gebied (nabesproken versie)
Paraaf: ErikS / FJvHall Schaal: 1:160.000