HERDENKING VAN DE BELGISCHE SLACHTOFFERS AAN BOORD VAN DE ‘RHENUS 127’
Historiek De Rhenus 127 was een binnenvaartschip dat op 30 mei 1940 op het Hollandsch Diep bij Willemstad is gezonken.
Aan boord waren Belgische krijgsgevangenen, van wie er volgens de opgave van de Duitse bezetter 167 om het leven kwamen. Het vermoedelijke aantal slachtoffers ligt rond de 200. De Rhenus 127 is in 1922 gebouwd als Rheinfahrt 47 voor Rheinschiffahrt AG, voormalig Fendel, in Mannheim, bij de werf van Boele in Bolnes. In 1939 werd het schip verkocht aan Rhenus AG in Mannheim en Rhenus 127 genoemd. Na de capitulatie van België werd de Rhenus 127 ingezet om krijgsgevangen te vervoeren van Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen naar Duitsland. Op 30 mei rond 19h20 liep het schip ter hoogte van Willemstad, met ongeveer 1200 man aan boord, op een Duitse magnetische mijn. Dit gebeurde op ongeveer 300 meter uit de wal. De meeste opvarenden wisten zich te redden en een deel van de opvarenden wist van de gelegenheid gebruik te maken en te vluchten. De overige overlevenden werden de volgende dag weer op transport naar Duitsland gesteld. 134 van de omgekomen militairen werden begraven op een Erekerhof bij de haven. Op last van de Duitse bezetter werd op 25 juli 1940 begonnen met het lichten van het schip. Ik kom daar later nog op terug.
Jaarlijkse herdenking Op 29 mei 1950 is een monument onthuld voor de omgekomen Belgische krijgsgevangenen. Jaarlijks werd de ramp op 2de pinksterdag herdacht. Vanaf 2016 zal deze herdenking geïntegreerd worden in de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. De plechtigheid begint met een eucharistie, dit jaar voorgegaan door Z.E.H. Bernard De Preter, dominee Wouter van Laar en diaken Michael Bastiaansen.
Vroeger was er een kerkdienst in de grote kerk, doch deze was te klein geworden en men verhuisde naar het ‘Arsenaal’
De eucharistie in het Arseaal
Nadien gaan de genodigden naar de erebegraafplaats bij het havenhoofd waar de kranslegging volgt en de volksliederen van België en Nederland worden gespeeld.
Het Erepark in alle rust
Om de leesbaarheid te vergroten werd het Franstalige deel weggelaten
Toespraak door de Belgische ambassadeur
Bloemenhulde: burgemeester Jac Klijs
Integrale tekst van de burgemeester
Aangrijpende tekst van een familielid va een van de gesneuvelden
Kolonel op rust Johan Vinck
Johan Vinck wordt door burgemeester Jac Klijs gehuldigd voor zijn jarenlange inzet om de herdenkingsplechtigheid in Willemstad te ondersteunen. Hij is de ‘eerste’ burger die de medaille van Willemstad uit handen van de burgemeester opgespeld krijgt.
Vervolgens gaan de genodigden per boot het Hollandsch Diep op om daar een krans te leggen Over de markeer boei.
De markeerboei ligt niet op de oorspronkelijke plaats van de ramp, maar wordt voor deze herdenking iets uit de oever te water gelaten, zodat iedereen de ceremonie kan volgen vanop de wal.
De patrouilleboot P96 van de scheepvaartpolitie op weg naar de boei
De hoogwaardigheidsbekleders leggen de bloemenkrans over de boei
Addendum Molens praten Willemstad leeft vooral van het toerisme. Wat direct opvalt wanneer je het kleine stadje binnenkomt, is de stellingsmolen.
Aan de stand van de wieken kan je afleiden in welke ‘stemming’ de molen zich bevindt, maar let op ! Niettegenstaande Noord Brabant en onze contreien vroeger deel uitmaakten van de Lage Nederlanden, verschilt o.a. voor enkele Nederlandse provincies (waaronder ook NoordBrabant) de ‘molentaal’.
Op dit moment zijn bij ons de volgende standen nog actueel: •
•
•
De onderste wiek voor de romp staat voor komen en vreugde, dit kan dus zowel geboorte als huwelijk zijn. Bij geboorte blijft de molen ongeveer een week in deze stand staan, bij huwelijk alleen de dag van de huwelijksvoltrekking. Als de molen in deze stand staat, wordt hij soms ook nog versierd met vlaggetjes of bijvoorbeeld een Zaanse tooi. De onderste wiek voorbij de romp staat voor over / voorbij, dit is dus vaak overlijden. De molen blijft vanaf het moment van overlijden tot aan de begrafenis in deze stand staan. De kruisstand (diagonaal) is de ruststand. Dit komt voor als de molen voor een langere periode niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld bij de wind-watermolen, op het moment dat er voor een langere periode geen regen verwacht wordt en de molen niet hoeft te malen). Toen de wieken nog niet van staal waren, werd dit gebruikt om doorhangen te voorkomen.
In de Nederlandse provincies Noord-Brabant, Limburg, delen van Gelderland en de aangrenzende streken van België en Duitsland gelden andere wiekstanden. • • •
•
De onderste wiek voor de romp staat voor rust voor korte duur. Een korenmolen draait immers het gehele jaar door, dit in tegenstelling tot een poldermolen. De onderste wiek voorbij de romp staat voor geboorte. Dit is het begin van een nieuwe omwenteling. De kruisstand (diagonaal, overheks genoemd) is de vreugdestand. Vaak is dit een huwelijk. Het gevlucht ('de wieken') is midden in zijn omwenteling. Omdat korenmolens geen rust voor lange duur kennen, is het wegzetten van het gevlucht (wieken), om doorhangen te voorkomen, niet nodig. De onderste wiek voor de romp staat voor rouw. Dit is het einde van een omwenteling.
•
Vreugdestand
•
Korte rust
•
Rouwstand
•
Geboorte of goede gebeurtenis
In de Tweede Wereldoorlog werden molens als geheime semafoor gebruikt. Door de wieken in een bepaalde stand te zetten, waarschuwde men de omgeving voor een Duitse inval.
De Rhenus 127 vaart nog steeds… Wat weinig Willemstadters weten is dat die Rhenus 127, na de ramp op last van de Duitse bezetters gelicht is en gerepareerd. En zelfs nog steeds vaart, aanvankelijk onder de naam ms Grebbeland. En sinds kort, onder Roemeense vlag, tussen Nederland en Roemenië onder de naam Henrean. De eerste trip onder die naam was, met 1100 ton staal, in maart. Dat nieuws verrast oud-wethouder Toos in 't Veld van de voormalige gemeente Willemstad, mede-organisator van de herdenkingsplechtigheden. "Dat kan haast niet waar zijn", zegt ze. Zij heeft al vaker geprobeerd te achterhalen wat er met de Rhenus 127 na de ramp is gebeurd. Hier het verhaal van de ramp. Na de aanval op Nederland en België, op 10 mei 1940, capituleert België later dan Nederland. Grote aantallen krijgsgevangen genomen Belgische soldaten worden naar Duitsland gebracht, via het Zeeuws -Vlaamse Axel, in vier rijnaken. Donderdag 30 mei 1940. Rond 19.20 uur doet een dreunende slag het stadje Willemstad op zijn grondvesten schudden. Uit de brede vaargeul klinkt gejammer en geschreeuw. De met Belgische krijgsgevangenen volgepakte Rhenus 127 blijkt op een magnetische Duitse mijn te zijn gelopen. Het schip splijt en zinkt, zo'n driehonderd meter uit de wal. De taferelen zijn hels. In de laadruimten bevinden zich nog veel soldaten – ze moeten er een vreselijke verdrinkingsdood hebben gevonden. Tussen schepen worden soldaten geplet. Willemstadters onder leiding van dokter Schiphorst proberen in vissersbootjes te redden wat er te redden valt. Urenlang duurt de stroom van gewonden naar de Voorstraat voort. Intussen worden veel van de geredde Belgische krijgsgevangenen door Willemstadse burgers in staat gesteld te vluchten, in droge burgerkleding. Begin juni wordt het eerste lijk uit het Hollandsch Diep opgevist. Willemstadters trekken er dagelijks op uit om de lijken op te sporen. Op 25 juli 1940 wordt aangevangen met het lichten van de Rhenus 127. Het aantal zich nog aan boord bevindende doden wordt dan geschat op zo'n 160. Pas eind augustus lukt het om de Rhenus 127 te lichten. De Duitsers staan het naar de regel van de Wrakkenwet niet af aan Willlemstad ter bestrijding van de kosten, maar beschouwen het als oorlogsbuit. Begin 1941 wordt het wrak aangekocht door rederij D.J.L. Akkermans. Die brengt het later als ms Grebbeland weer in de vaart, zo meldt ook de Scheepvaartkrant op 30 april jl. In 1960 is Fred van der Hek als matroos-motordrijver op die bewuste Grebbeland gaan werken. Het motorschip, weet hij, heeft ook gevaren onder de namen Diana, Helena en Janny. Begin dit jaar is het schip (1124 ton) onder de naam Henrean door Genstra Trading & Shipping BV uit Krimpen aan den IJssel verkocht voor het bedrag van 245.000 euro aan een
Roemeense maatschappij. "De koper is op de hoogte van de gebeurtenissen met het schip", zo meldt de scheepsmakelaardij Genstra. Volgens Maarten Geneuglijk van Genstra BV is het schip enige jaren geleden te koop aangeboden aan de gemeente Moerdijk, met de optie er een museumschip van te maken. Volgens hem zou de gemeente daar niet op in zijn gegaan. Geneuglijk: "In het opnieuw gelaste middenschip zijn weinig sporen terug te vinden van de ramp uit de meidagen van 1940." Op een foto, op de werf genomen, is onder de buik nog altijd goed de lasnaad te zien, waar het enorme gat uit 1940 gerepareerd is. Genstra BV is er 'honderd procent zeker' van dat het om de Rhenus 127 gaat die verging op 30 mei 1940 bij Willemstad. Zo komen de serienummers overeen met de nummers op de originele scheepsbouwtekeningen. Dat bevestigt ook conservator Cees van Putten van het Maritiem Museum Rotterdam. Toos in 't Veld, verrast over het nieuws, verwijst naar de Belg Vinck, die in 1990 op verzoek van de Belgische oudstrijders onderzoek deed naar het lot van de Rhenus 127. Deze laat weten dat het 'zou kúnnen zijn' dat het ms Henrean inderdaad de Rhenus 127 is. Vinck: "Er zijn inderdaad verhalen dat de Rhenus 127 weer vaarwaardig is gemaakt." Volgens Vinck wees onderzoek eerder uit dat de wrakstukken van de Rhenus 127 ongeveer twintig jaar geleden als schroot verkocht zijn aan arme landen, waaronder Roemenië. Dat de Rhenus 127 naar Roemenië is gegaan klopt dus. Alleen dan wel varend en volop in dienst. Als het ms Henrean.
Bronnen: ’t internet. Eigen teksten, foto’s en aangepaste teksten.
© Patrick, ON4CKZ
2 juni 2015