N i e u w s b l a d
F r a n c i s c u s
H o s p i c e Weert, jaargang 10 nr. 1, april 2010
In deze uitgave: Veranderingen En dan komt die dag… Als de deur op een kiertje staat Kwestie van durven en doen Palliatieve zorg: het sluitstuk? Thuiskomen Wi-j giêtj met dich?
1
Veranderingen “Niets duurt voort, behalve verandering” Heraclitus, griekse filosoof
Inmiddels is het alweer negen jaar geleden dat het eerste nieuwsblad verscheen. In deze jaren is er vanwege de herkenbaarheid bewust weinig veranderd aan de opzet en vormgeving. Immers onze primaire doelstelling was en is het verstrekken van relevante informatie aan onze lezers.
H
et nieuwsblad geeft een kijkje in de keuken van het hospice. Het is mooi te weten dat er onder de lezers mensen zijn die alle tot nu toe verschenen nieuwsbladen hebben bewaard. Vanaf deze uitgave zullen er wat wijzigingen worden doorgevoerd. Zo is er door de redactie voor gekozen om een thema te koppelen aan het nieuwsblad. Het thema voor deze uitgave is verandering. Een heel divers onderwerp. Verandering voor de nieuwe bewoner vindt plaats zodra deze het besluit heeft genomen naar het hospice te komen. Deze grote stap heeft veel impact voor
alle betrokkenen. Graag verwijs ik hiervoor naar het relaas van een bewoner welk is opgenomen in dit nieuwsblad. Binnen de organisatie worden ook veranderingen doorgevoerd. Het bestuur bevindt zich momenteel in een oriënterende fase voor wat betreft een mogelijke uitbreiding van het hospice. Hierover willen wij u graag in het volgende nieuwsblad nader informeren. Ook in het bestuur doet zich een verandering voor. Zo heeft Ruud Windhorst, bestuurslid vanaf het eerste uur, besloten om na tien jaar zijn taak neer te leggen. Uiteraard respecteren wij deze beslissing
maar we zullen zijn grote kennis, betrokkenheid en enthousiaste manier van samenwerken zeker gaan missen. Goed te weten dat hij nog aan het hospice verbonden blijft als vrijwilliger. De procedure voor een nieuw bestuurslid wordt binnenkort opgesteld en in gang gezet. We hebben alle vertrouwen in een goede invulling hiervan. Veranderingen genoeg dus. maar stilstand is immers achteruitgang! We houden u graag op de hoogte. Ine Verhaeg, voorzitter
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2010 nr.1
En dan komt die dag…
De mensen van voorbij...
… waarop je niet heb gewacht, maar die onvermijdelijk was. Eerlijk gezegd
In de huiskamer van het hospice ligt het boek ‘De mensen van voorbij’. Nabestaanden en medewerkers schrijven er hun herinneringen in. De kracht van het boek wordt alsmaar groter.
heb ik wat te lang getreuzeld, terwijl de vergunning van het C.I.Z. al enige tijd in huis was. Was het angst? Was het de gebondenheid aan “thuis”? Of zat ik nog net te goed in mijn vel om huis en haard te verlaten en mijn
De ijsvogel
laatste bestemming te aanvaarden? Ik weet het echt niet!
een prachtig stukje vakmanschap tot in detail volmaakt zo kleurrijk als een regenboog door zonlicht aangeraakt zijn helderblauwe verenpracht weerspiegelt van omhoog het schone water van de beek daar zit hij hoog en droog zijn lange, scherpe snavel schiet als een pijl vooruit als hij vanaf zijn stille tak op zoek naar voedsel duikt behoedzaam en kieskeurig dat wonder van azuur zingt hij zijn korte leven de lof van de natuur
Achteraf gezien heb ik daar spijt van, maar dat komt omdat ik inmiddels hier al ruim een maand geniet van mijn laatste levensfase en ervaar hoe de medewerkers, bestaande uit vrijwilligers en gediplomeerde verpleegkundigen ons liefdevol verzorgen, begeleiden en vertroetelen op een onnavolgbare wijze. Het lijkt soms net of iedere medewerker streng geselecteerd is op al deze aspecten, maar het tegendeel blijkt. Iedereen doet dit werk uit pure liefde voor zijn medemens en ikzelf ervaar dat als pure liefde voor de medemens die daardoor met volle teugen geniet van deze laatste levensfase. Mijn eerste stappen op weg naar deze “eindbestemming”
Op de dag van aankomst werd ik, beladen met mijn laatste levensbenodigdheden, “afgeleverd” bij de villa waarin het Franciscus Hospice gevestigd is. Vanuit de autoramen bekeek ik met grote argwaan de mooie villa, klaar voor de laatste fase en de confontatie met verzorging en omgeving. Ik stapte vol zelfvertrouwen uit, maar naarmate ik de deur naderde, begon mijn hart steeds feller te bonken. Ik zag de stoere eik die, ontdaan van alle bladeren, als een stevige wachter de ingang beschermend in de gaten hield, en van waaruit onze gevleugelde vrienden mij als het ware een warm welkom uitkraaiden en zodoende mijn angst wat wegnamen. Ik drukte op de bel en een automatische meneer liet mij weten, dat mijn aankomst was geregistreerd en dat iemand was gesommeerd om de deur voor mij te openen, nadat ik eerst even te kennen had gegeven wie ik was en wat ik kwam doen. Sesam open u, was de reactie en ik kon mij naar binnen begeven; het eerste wat mij als reclameman opviel was het mooie, volledig met de hand uitgesneden, korenkleurige logo van de stichting “Eerbied voor het Leven”. Daarna liep ik linksaf, en vond aan het einde van de gang kamer 2… mijn verblijf voor onbekende tijd. Ik vergat nog te vertellen, dat zelfs voor de fietsen van de medewerkers een keurig nachtverblijf was geregeld en dat een licht glooiend pad de toegang vormde naar de entree van de villa. Eenmaal binnen ging alles wat soepeler en wezen de details zich vanzelf…
Zo moest het gedachtenisprentje van de onlangs in ons hospice overleden Tjeu de Borgie eruit zien: geen mooie woorden over wie hij was geweest en had gedaan, maar lovende woorden over een klein schepseltje dat hem tot in het diepst van zijn ziel had geraakt: de ijsvogel. Met zijn grote tekentalent heeft hij zelf voor de illustratie gezorgd en met bovenstaande woorden wilde hij de nabestaanden dit ene meegeven: kijk naar de ijsvogel, die met zijn manier van leven de natuur respecteerde, en doe als hij… Ga zorgzaam en respectvol om met alles wat onze lieve Heer heeft geschapen!
Tot zover mijn beschrijving van het binnenschrijden – vanaf dat moment sloot de warme deken zich als een engel om mij heen. Om het stukje leesbaar te houden volgen verdere details zich in de tweede aflevering. Daarin zal ik u iets meer vertellen over de vele lieve medewerkers die bestaan uit een kleine groep gediplomeerde verpleegkundigen en een grote groep vrijwilligers, al of niet gediplomeerd voor het beroep waarvoor zij zich hebben aangediend, die samen de gehele verpleging en verzorging “zorgvuldig” op zich nemen. Dus lieve lezers, hier eindigt voorlopig mijn relaas van de binnenkomst In het volgende Nieuwsblad vertel ik u meer over de verzorging en de verpleging door de medewerkers van het hospice. Tot een volgende keer dus en hartelijk dank voor uw welwillende oor! Henri Cruz, anno 1933
Tineke Tuinder
2
Wat gebeurt er als een terminale patiënt bewust of onbewust niet meer wil eten en drinken? Soms is het moeilijk voor de naasten om dit te accepteren.
Als de deur op een kiertje staat
M
ensen kiezen er soms bewust voor om niet meer te eten en te drinken. Dit kan meerdere oorzaken hebben: kauw- en slikproblemen, last van misselijkheid, een afkeer voor bepaald voedsel, verandering van smaak, wegvallen van het plezier en de behoefte om te eten of drinken, enz. Bij een bewuste keuze heeft de patiënt vaak al de balans opgemaakt tussen de kwantiteit en de kwaliteit van het leven en heeft hij gekozen voor kwaliteit. Voor de familie en naasten is dit vaak moeilijk te begrijpen en brengt dit wel eens een conflict met zich mee. Het is hierbij belangrijk dat het een bewuste keuze is van de geliefde en dat we die moeten proberen te begrijpen en te accepteren. Natuurlijk proces
Bij een onbewuste keuze is het belangrijk dat we onthouden dat dit een natuurlijk proces van het lichaam is, dat terminale patiënten de gelegenheid geeft om in hun eigen tempo te kunnen en mogen sterven. In het algemeen is de behoefte aan eten en drinken in de terminale fase kleiner. De eetlust en het dorstgevoel verminderen geleidelijk en verdwijnen vaak helemaal zonder dat de patiënt honger of dorst ervaart. Het is een natuurlijk verloop van de ziekte. De behoefte aan vocht is vaak minder door gewichtsafname, verminderd vochtverlies, verminderde activiteit, verminderde nierfunctie. In de terminale fase kan het lichaam van de patiënt aangeven dat hij geen behoefte meer heeft aan eten en drinken en vervolgens dooft het lichaam meestal als een kaarsje uit. Dorst heeft in deze fase meer te maken met een droge mond dan met de geleidelijke uitdroging van het lichaam die in de laatste levens-
fase plaatsvindt. Vaak worden de patiënten geleidelijk aan suffer en slaperiger, het bewustzijn daalt, de pijnbeleving vermindert en de dorstprikkel gaat weg.
“De patiënt sterft niet omdat hij niet eet of drinkt , maar eet en drinkt niet meer omdat hij aan het sterven is.” Goede verzorging
Patiënten in de laatste levensfase kunnen zich best goed voelen, ook als ze niet meer eten en drinken. Ongemakken kunnen vaak tot een minimum beperkt worden door een goede lichamelijke verzorging, een comfortabele houding en een goede mondverzorging (het vochtig houden van de lippen met vaseline of labello, het vochtig houden van de mond met ijsschilfers, eventueel met een smaakje, waterijsje, pepermuntjes, kleine stukjes fruit, wattenstokje met water, kunstmatig speeksel, enz). Belangrijk is dat de terminale patiënt niet door uitdroging sterft, maar door het uitvallen van alle lichamelijke functies in het stervende lichaam! In de volksmond noemen we dat versterven, een natuurlijk stervensproces. Eten en drinken kunnen een bron zijn van angst en conflict tussen de stervende en zijn naasten. Als iemand in de terminale levensfase voedsel en drank weigert, wordt dit vaak gezien als een afname van het vasthouden aan het leven. Soms wordt het door de naasten als pijnlijk ervaren en maken ze zich daar zorgen om. De familie ziet het overlijden van hun geliefde dan vaak als een gevolg van het stoppen van de voeding in plaats van het natuurlijke verloop van het ziekteproces.
Het hoort er bij
Het is belangrijk voor de naaste om te beseffen dat het in de laatste levensfase normaal is dat er steeds minder voedsel en vocht wordt ingenomen. Het hoort gewoon bij. De voeding in de terminale fase wordt niet meer omgezet in energie, en is daardoor eerder een belasting voor de patiënt dan een voordeel. Belangrijk in deze situatie is het nabij zijn, aandacht, begrip, acceptatie van het stervensproces, mondverzorging en soms volstaat het om alleen de hand van uw geliefde vasthouden. Genieten
Probeer nog zoveel mogelijk te genieten van de dagen samen, geniet van de kleine dingen en denk eraan dat de kwaliteit van leven belangrijker is dan de kwantiteit. Blijf praten over uw gevoelens met elkaar.
“Geen dagen toevoegen aan het leven maar leven toevoegen aan de dagen!” Patricia Steensels, verpleegkundige
3
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2010 nr.1
Waarom werk ik in een Hospice?
Kwestie van durven en doen Hoe komt het nou, dat je zo bang bent voor de dood? Mijn omgeving begon dit zo’n 10 jaar geleden te merken.Ik vond het moreel verantwoord om naar de avonddiensten te gaan als er een kennis was overleden. Ik lag echter wakker van een overleden familielid, het zweet brak me uit. Dagen van pijn volgden. Maanden daarna nog. Vragen kwamen als pijlen binnen. “Iedereen was er! Waar was jij?” Dit bij het overlijden en afscheid nemen van o.a. mijn ouders. De begrafenis was al zwaar voor me, maar op bezoek gaan bij een dode, doodeng!!! Erover praten kon ik niet. Ik wimpelde het weg, heel ver weg, jaren weg.
Nieuw leven, een nieuw begin
Eerste confrontatie
Het begon op 17- jarige leeftijd. Ik werd letterlijk een ziekenkamer in geduwd en ik worstelde me er ook meteen weer uit. Mijn oom van 41 jaar was net overleden. De eerste confrontatie met de dood. Dit was niet mijn lieve oom! Hij leek er een beetje op. Deze herinnering bleef mij dagen bestoken. Er volgde een begrafenis met veel verdriet. Niemand kwam met vragen. Ik had ze wel. Bij wie kon ik ze kwijt? Ik heb het ook nooit geprobeerd!
Het is half januari. De noordoostenwind is ijzig koud, een gevoelstemperatuur van -15 graden. De vogels bij de voedertafel zitten met een dik opgezet verenpak maar wat te kleumen (denken wij). Met enige hulp van vetbollen en zaden redden zij het toch wel, maar zwakke dieren kunnen wel het loodje leggen. Verder is er in het parkje weinig activiteit, een flink pak sneeuw verhindert op dit moment alle werkzaamheden. De tuinvrijwilligers zijn nu ook in winterslaap. Nu wij de jaarwisseling achter de rug hebben, gaan wij elke dag met rasse schreden richting voorjaar. Wat zal het mooi worden, de eerste ontluikende bloemetjes, zoals het sneeuwklokje en de kerstroos (helleboris-niger) die medio februari bloeien. Dan volgen geleidelijk aan de voorjaarsbloemen, zoals de narcis, in de volksmond paasbloemen genoemd.
Onrust
Twee jaren later op de A27 een auto-ongeluk met 5 doden. Wij waren de derde auto. Van nazorg was nog geen sprake. Hoe ga je dit aanpakken? Ouder worden, groeien, balans opmaken, relativeren. Denken, overdenken, bedenken. Wat moet ik onder andere met het thema: ”de dood?” De onrust hierover bleef als een snelstromende, meanderende rivier. Tot zo’n 8 jaar geleden de voordeurbel ging en daar stond de bijna-buurvrouw. ‘Mag ik deze papieren bij jou kopiëren? Mijn apparaat is stuk.’ Vervolgens hebben wij ruim een uur over het Hospice gepraat en daardoor ook over de dood. Vanaf dat moment bestookten mijn hersenen mij met de woorden: ‘Ga hier wat mee doen!’ Ik ging me verdiepen in de ethiek van de stervende mens, volgde een cursus palliatieve zorg en ging meehelpen met de opbouw van het Franciscus Hospice. Wonderlijk vind ik het, de manier waarop met eerlijkheid en openheid met en over de zieke patiënt wordt gepraat. De patiënten worden daardoor ook opener. De vraag is en blijft belangrijk: ‘Wilt u dit?’ of ‘Wat wilt u?’
Dus nog even geduld…
Heden
Ik heb mijn doel bereikt, de acceptatie van de dood. Bijzonder vind ik de manier, waarop de vrijwilligers hun talenten gebruiken en met passie hun werk doen. Dit samen met de thuiszorg. Voor beiden heb ik diep respect. Koken is mijn passie, dus doe ik dit vaak op donderdag in het Franciscus Hospice. Ik durf nu naast het bed te staan, een hand te geven en te vragen: ‘Wat wilt u?’
Er is geen einde aan het laatste einde Er is alleen een eeuwig nieuw begin
Lennaert Nijgh, Coördinatie tuin Cor Haenen
Bevoorrecht voel ik me om te helpen. Het positieve is, ik voel meer rust van binnen. Hettie Korz vrijwilliger
4
Laatst woonde ik een bijeenkomst bij voor verpleegkundigen, waar een kwaliteitskader voor het opleiden van mensen, werkzaam in de palliatieve zorg, werd gepresenteerd. Een prachtig boekje, vol met competenties waaraan men zou moeten voldoen, om te kunnen werken in de palliatieve zorg.
Palliatieve zorg: het sluitstuk?
W
at is dat eigenlijk: palliatieve zorg? Daar is een mooie definitie van: Palliatieve zorg is een benadering, die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten, die te maken hebben met de gevolgen van een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en het verlichten van lijden door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere symptomen of andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. Inderdaad, een hele mond vol. Wat blijft er over als ik dit vertaal naar wat wij in het hospice proberen te doen?
A
llereerst streven wij ernaar dat degenen die bij ons komen wonen, zich niet meer patiënt voelen, maar mens. Het is wonderbaarlijk om te zien welk een helend effect hiervan uit kan gaan. Het opgenomen worden in een hospice is een zware stap, men is zich er goed van bewust, dat het laatste stukje geleefd gaat worden en dat het afscheid van alles wat men liefheeft, dichtbij is. Maar vaak laat men ook minder aangename zaken achter zich en vindt men weer wat terug van wat verloren was gegaan in dat proces van ziek-zijn, behandeling, leven tussen hoop en vrees, wachten op uitslagen enz, enz. Men heeft zich vaak overgeleverd gevoeld, aan weliswaar goedbedoelende behandelaars, aan zorgverleners, waarvan men afhankelijk werd. De ziekte dreigde vaak groter te worden dan de mens die er achter zat. En dan wordt je weer gewoon met de voornaam aange sproken, er wordt gevraagd naar wat je wil eten, men doet moeite om lekker voor jou te koken. Familie kan komen zoals jij en zij daar behoefte aan hebben. Jouw wensen staan weer centraal.
H
et is voor ons, in welke hoedanigheid dan ook aanwezig in het hospice, altijd weer een mooi proces om de ontspanning te zien, die dan optreedt bij onze bewoners en hun naasten. Het gaat natuurlijk niet altijd en bij iedereen vanzelf. Soms is ook de periode bij ons in huis vol strijd en pijn. In die zin is de definitie misschien iets hoogdravend - het ís niet simpel om lijden te voorkomen en te verlichten in situaties als die waarin onze bewoners verkeren. Maar het zich als mens weer gekend voelen maakt wel vaak dat wat aanvankelijk als een capitulatie werd gezien, een overwinning van de ziekte, een opgeven van de strijd, zich ten positieve keert naar een herwonnen vermogen om zelf weer regie te nemen en invulling te geven aan die kostbare tijd die rest.
D
eze aandacht voor de persoonlijke wensen van de mens die het betreft, is een kenmerkend, wezenlijk aspect van palliatieve zorg. Op dit moment nog de zorg, die pas mogelijk is, als er, zoals de dokter zegt, niets meer mogelijk is. In de toekomst kijken we daar misschien anders tegen aan…
Ans van Schoubroeck, Coördinator
5
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2010 nr.1
Thuiskomen
De Doôlhof
En nu is het voorbij Een dag of wat ben je razend druk geweest om alles te regelen. Er kwam zoveel op je af en je had maar zo weinig tijd. En het moest in één keer goed. Een tweede kans zat er dit keer niet in.
Anderen namen je heel wat uit handen. Maar er waren toch ook details die je zelf wilde regelen. Waar je een weloverwogen besluit over wilde nemen. Waar je eigenlijk geen goed bedoeld advies bij kon gebruiken. Omdat alleen jij kon weten hoe het moest gaan. Omdat jij hem kende zoals niemand hem had gekend. Omdat jij van hem had gehouden zoals niemand van hem had gehouden.
Op de Doôlhof stiet ’n
En toen brak de dag aan. De dag waar je als een berg tegenop had gezien. De zwaarste, zwartste dag in je leven. De dag dat alle ogen op jou gericht waren. De dag dat er zoveel van je werd verwacht. De dag dat je nog één keer alles wilde geven. Alles wilde doen. Nog één keer. Voor het laatst. Het leek wel alsof er een bron in je werd aangeboord waarvan je het bestaan niet wist. Alsof je boven jezelf uitsteeg en alle liefde van een heel leven je vleugels gaf, je inspireerde en droeg. Je kón het. Je deed het. Voor het laatst.
schoeën hieërehoeës Det es ’n wêrrem leste thoeës
Waat ich zegh es waor Daor staon ze vör de bewoeëners klaor
En nu is het voorbij D’r hieërst tiêt, rust en gedöltj
Nu is het afscheid definitief. De laatste woorden gezegd. De muziek vervaagd. De bloemen neergelegd om in weer en wind te vergaan. Zoals het leven zelf. Voorbij. Jouw leven met hem. De man van wie je hield. Maar die je met al je liefde niet kon vasthouden. Die je moest laten gaan. Tot voorbij de grens.
Vul winse waere dör vervöltj
Met respect en ieërbied waerd-je begeleidj
Voorbij
Als-je d’r vör de groeëte reis vörtrektj
Je doet de deur open en loopt je huis binnen. Het huis lijkt leeg. Stil. Koud. Zijn stoel waarop hij nooit meer zal zitten. Zijn jas aan de kapstok die hij niet meer nodig heeft. Zijn plaats in het grote bed die voortaan koud zal blijven. Maar toch ook… een huis vol herinneringen die je vullen met dankbaarheid. Een huis vol tastbare bewijzen van een leven, een liefde die was… maar die ergens, hoe dan ook, altijd zal blijven. Een huis vol van die ene die jouw leven heeft aangeraakt, voorgoed veranderd.
Lies
Want als je goed luistert, als je goed kijkt, als je je hart ervoor openstelt, dan zul je merken… uiteindelijk… dat wat er was, er nog steeds is. Niet zichtbaar misschien. Maar tastbaar. Merkbaar. Want de liefde die er was, heeft van dit huis een thuis gemaakt. Je bent thuis… Tineke Tuinder vrijwilliger
6
Vanmorgen vroeg stond ik in de slaapkamer van een hoogbejaarde mevrouw in Haelen. Dat was voor haar onverwacht “een zuster met baard”. Het wende snel. Maar liefst 90 jaren was mevrouw oud, of misschien toch… jong? In elk geval lichamelijk aardig krakkemikkig (zo mag ik dat van haar best wel samenvatten) én gelukkig glashelder van geest én vol humor.
Pieter van der Hooft
Wi-j giêtj met dich? “Hoe gaat het met jou?”
A
l roepende vanuit de badkamer dirigeert zij mij op afstand door haar goed gevulde woning. Bijna tot op de centimeter nauwkeurig naar de plaats waar ik ‘Engels pluksel’ of pilletje zus, pleistertje zo, kon vinden. Allemaal spullen die wij bij het douchen nodig hebben. Haar optimisme staat in geen verhouding tot wat ik allemaal zie aan lichamelijke tekortkomingen. Mevrouw laat zich daar kennelijk zo weinig mogelijk aan gelegen liggen. Als je zo bij mensen thuis moet/ mag komen en hun huis moet doorzoeken, dan roept dat al snel vragen op over hun leven. Voorzichtig lopen om maar niets om te stoten. Foto’s, beeldjes, boeken, schilderijen, glas in lood, hier een beker, daar een beschilderd bord. Ik moet mij concentreren op wat ik aan het zoeken ben en nú nodig heb, want daar staat, ligt en hangt zoveel boeiends. Mijn oog valt op een groen ledenblaadje van Anthonius onder de medicijnen-doseerdoos. Anthonius…? Welke Anthonius? Zo maken mijn gedachten toch even een zijsprongetje, weg van mijn medicatieopdracht. Het blijkt Anthonius van Padua te zijn. Ook een vriend van “onze Franciscus”, flitst het door mijn hoofd, en meteen weer: “let op die medicijnen.” Maar dan maken mijn gedachten automatisch toch weer een sprongetje naar “ons hospice”. Na een intensieve verzorging in de badkamer zit mevrouw gekleed in een stemmige
jurk in haar zitkamer in haar stoel op adem te komen. Het is tijd om de kousen aan te doen. Ongevraagd en ondanks hoorbaar ademtekort schetst mevrouw in enkele zinnen haar boeiende lange leven. Om dan ineens aan mij te vragen wat ik hiervoor eigenlijk gedaan heb als ik nu “invalwijkverpleegkundige” ben? “Ik..? Ik heb een aantal jaren in een hospice gewerkt,” zeg ik voorzichtig om er maar direct “als u weet wat dat is?” aan toe te voegen. Met haar blik maakt ze mij nog net niet voor “simpele”. ”Natuurlijk weet ik dat! Onlangs is mijn goede vriendin gestorven in een hospice in Weert…. Het moet daar zó’n goed hospice zijn, ze werken daar allemaal met vrijwilligers!” Jullie begrijpen het al, mijn oren spitsen zich. Nu kan ik haar vertellen dat het zo’n goed hospice is omdat er zoveel mensen samenwerken voor en met de stervende medemens en hun naasten - vrijwilligers samen met beroepskrachten. Om een lang verhaaltje toch maar wat korter te maken. Hoe het met jullie persoonlijk is, weet ik niet van iedereen. Wat ik vanmorgen toevallig in Haelen gehoord heb, is dat jullie het samen goed doen!
E
n hoe het met mij gaat? Zoals ik eigenlijk wel gewend ben, maar waar ik toch maar niet aan wen, is dat ook deze nieuwe ontwikkelingen veel langer duren dan verwacht. Er ligt een waardevol en
mooi plan om te kunnen komen tot een eerste Samen Zorgen Huis. De subsidiepot is helaas leeg. Vanaf begin juni ben ik daarom weer in de wijk begonnen als “inval-wijkverpleegkundige”. Het is een goed en boeiend beroep, maar kent ook een grote verantwoordelijkheid. Het is sowieso leuk om oud-collega’s weer te spreken en jonge mensen enthousiast bezig te zien. In die 8 jaar dat ik niet bij de patiënt aan bed werkte, is er het een en ander veranderd. Toch is en blijft de kern van het werk voor mij zo kostbaar, zoals jullie uit het bovenstaande kunt lezen. Mijn hoofd zit niettemin nog zeker zo vol van de nieuwe veelbelovende ontwikkelingen. Op 1 juli sprak ik de staatssecretaris, mevrouw Jet Bussemaker. Zij vertelde dat ze benieuwd is naar en enthousiast over het project gemeenschapszorg! Het blijkt evenwel een hele kunst te zijn om een plaats in haar agenda te krijgen. In december heeft mevrouw Bussemaker een brief geschreven dat ze graag meer wil weten over gemeenschapszorg en Samen Zorgen, en op werkbezoek wil komen.Wellicht dat ik u een ander keertje kan vertellen “wi-j ut vérder es gegaon” ofwel hoe het verder is gegaan. Alle goeds en een warme groet van Pieter van der Hooft, zorgarchitect Samen Zorgen Buro
7
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2010 nr.1
Mist mist beperkt zicht opgesloten in je eigen kleine wereld geen idee wat vóór je ligt zelfs de hemel lijkt oneindig ver terwijl in feite waar wolken de aarde raken de hemel je omsluit
Colofon Dit nieuwsblad Deze Nieuwsbrief is een is een uitgave uitgave vanvan Stichting Eerbied voor het Leven. stichting De Nieuwsbrief Het nieuwsblad verschijnt drie tweekeer keerper jaar jaar per en wordt en wordt toegestuurd toegestuurd aan aan de de vrienden van het hospice, organisaties en bedrijven die betrokken zijn bij de stichting.Eerbied voor het Leven. stichting
en als dan de mist optrekt en de hemel wolkeloos adembenemend blauw je weer uitzicht biedt schitterend duizelingwekkend weet je weer dat de zon die je verwarmt en je weg beschijnt er al die tijd en altijd was en zijn zal
Het bestuur van Eerbied voor het Leven De stichting Eerbied voor het Leven, initiatiefnemer en beheerder van het hospice, heeft een bestuur dat uit zeven personen bestaat:
Aan het bestuur zijn toegevoegd:
Voorzitter: Ine Verhaeg, Beesel (0475) 50 23 14
Vice-voorzitter: Harrie Kuipers, Weert (0495) 54 85 78
Coördinatoren Franciscus Hospice: Tiny Naus Ans van Schoubroeck
Secretaris: Rini Vunderink, Budel (0495) 49 43 27
Bestuursleden: Harrie Beeren, Nederweert Ruud Windhorst, Roggel Patrick Voss, Heythuysen
Penningmeester: Marjo Wijen, Tungelroy (0495) 56 40 22
Financieel adviseur: Leo Hobus, Roggel Medisch adviseurs: Wim Baake, Weert Tjeu Rietjens, Weert
Bankrekeningnummer ‘Eerbied voor het Leven’: 13.57.11.231
8
Redactie: Pierre Ine Verhaeg Beelen Lucky Grave Tineke Tuinder Pieter van Patricia Steensels der Hooft Ine Verhaeg Gerry Wijdemans Eindredactie: Ans van Schoubroeck Eindredactie: Peter Clement Foto's: Peter Clement Vormgeving: Schreurs Commercial Artwork Weert Vormgeving: ART= ontwerp- en reclameburo, Weert www.art-is.nl Druk: Drukkerij van Deursen Nederweert Druk: Reacties: van Deursen Nederweert Drukkerij Heeft u vragen of wilt u reageren op de inhoud van deze nieuwsbrief? Reacties: Stuur een brief naar ons Heeft u vragen of wilt u redactieadres: reageren Doolhofstraat 14 het nieuwsblad? op de inhoud van 6001 XZ Stuur eenWeert brief naar ons redactieadres: of een e-mail bericht naar: Doolhofstraat 14
[email protected] 6001 XZ Weert of een e-mail bericht naar:
[email protected] Tel. (0495) 49 89 77 Fax (0495) 49 89 79 Internet: www.franciscushospice.nl