Heftige effecten van de versobering van het fiscale kader voor pensioenopbouw Om inzicht te krijgen in wat de financiele gevolgen zijn voor de versobering van de pensioenopbouw vanaf 2014, inclusief het wetsvoorstel van 20 januari 2014 inzake de verdere verlaging per 1 januari 2015, hebben wij enkele maatmensberekeningen uitgevoerd. Al eerder schreven wij hierover een notitie eind december 2013, welke u in de bijlage aantreft. In navolging van deze notitie deden wij enkele nieuwe berekeningen, waarbij de AOW buiten beschouwing gelaten is. Deze nieuwe berekeningen hebben derhalve alleen betrekking op de aanvullende pensioenen in de 2e pijler. In de bijlage vindt u berekeningen inclusief de AOW. Wij rekenden voor 4 maatmensen het te bereiken pensioen door op basis van 4 verschillende fiscale regimes. We veronderstellen maatmensen die allen toetreden in een (collectieve) pensioenregeling op leeftijd 25, en vervolgens pensioen opbouwen onder de 4 onderstaande fiscale regimes tot aan leeftijd 67. 1.
Het fiscale regime tot 2014: 2,25% middelloon en pensioenleeftijd 65 jaar;
2.
Het nieuwe regime in 2014 conform de "Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd": 2,15% middelloon, pensioenleeftijd 67 jaar;
3.
Het inmiddels verworpen Pensioenakkoord op basis van maximale opbouw 1,85% (1,75% + 0,1%) en pensioenleeftijd 67 jaar, welke inmiddels is gewijzigd in
4.
Het Pensioenakkoord-regime van december 2013: 1,875% middelloon en pensioenleeftijd 67 jaar.
Wij rekenden de volgende maatmensen door :
Maatman 1 : 25 jaar, startsalaris EUR 25.000, gemiddeld carrièreverloop (3-2-1-0) Maatman 2 : 25 jaar, startsalaris EUR 32.000, laag carrièreverloop (1-1-0-0) Maatman 3 : 25 jaar, startsalaris EUR 45.000, steil carrièreverloop (5-4-3-1) Maatman 4 : 25 jaar, startsalaris EUR 60.000, steil carrièreverloop (5-4-3-1)
Resultaten AANVULLEND PENSIOEN IN EURO'S OP LEEFTIJD 67 Maatmens 1
Maatmens 2
Maatmens 3
Maatmens 4
Regime 1 (2,25%)
€
48.400
€
46.000
€
183.000
€
252.900
Regime 2 (2,15%)
€
41.700
€
39.600
€
158.000
€
218.200
Regime 3 (1,85%)
€
35.900
€
34.000
€
136.000
€
187.700
Regime 4 (1,875%)
€
36.300
€
34.500
€
137.800
€
190.300
ALS % LAATSTE PENSIOENGRONDSLAG (PG) Maatmens 1 Pensioengrondslag 67
€
67.400
Maatmens 2 €
56.300
Maatmens 3 €
313.700
Maatmens 4 €
428.400
Regime 1 (2,25%)
72%
82%
58%
59%
Regime 2 (2,15%)
62%
70%
50%
51%
Regime 3 (1,85%)
53%
60%
43%
44%
Regime 4 (1,875%)
54%
61%
44%
44%
Conclusies (1) Ten opzichte van het inmiddels verworpen Pensioenakkoord (zomer 2013) welke nog uitging van in totaal 1,85% opbouw, is de procentuele verbetering zeer marginaal, zo’n 1 tot 1,5%. In vergelijking met het oude regime zoals dat gold tot 2014 is de achteruitgang 25%, en in vergelijking met het regime in 2014 is dit 13%.
(2) In euro's bezien komt dit voor een 'gemiddelde Nederlander met een modaal inkomen en normaal carrierepatroon uit op een jaarlijkse achteruitgang van EUR 12.000 bruto in vergelijking met vóór 2014 en EUR 5.000 per jaar minder in vergelijking met het nieuwe regime in 2014. De ‘winst’ voor
Pensioen2015.nu
modale inkomens ten opzichte van het verworpen Pensioenakkoord bedraagt uiteindelijk zo’n EUR 40 bruto per maand.
Drs. Jeroen Tuijp, AAG Partner bij Edmond Halley BV
Pensioen2015.nu
Bijlage : 1 In het Pensioenakkoord van 17 december 2013 is afgesproken dat de fiscale maxima van de aanvullende pensioenen verder omlaag worden gebracht per 1 januari 2015. Daar waar in het Regeerakkoord nog werd uitgegaan van maximaal 1,75% per jaar uit te keren vanaf 67, is in het Pensioenakkoord uiteindelijk 1,875% overeengekomen. Dit betekent een verdere verlaging van de al eerder overeengekomen verlaging naar 2,15% per 1 januari 2014 met 0,275% per jaar. Werknemers gaan dus vanaf 2015 per jaar 0,275 procent minder pensioen opbouwen, wat overeenkomt met een verlaging van zo’n 13% ten opzichte van wat in 2014 nog is toegestaan. Over een periode van veertig jaar betekent dat een aanzienlijk lagere pensioenopbouw. Een 25-jarige die begint met opbouwen kon in de oude situatie tot 2014 40 maal 2,25% is 90% van het gemiddelde salaris opbouwen. In de nieuwe situatie vanaf 2015 is dat 42 maal 1,875% is 78,75%. Voor meer inzicht in de effecten deden wij enkele berekeningen. Wij rekenden 4 maatmannen door van allen 25 jaar die aan het begin van hun carrière staan: Maatman 1 : 25 jaar, startsalaris EUR 25.000, gemiddeld carrièreverloop (3-2-1-0) Maatman 2 : 25 jaar, startsalaris EUR 32.000, laag carrièreverloop (1-1-0-0) Maatman 3 : 25 jaar, startsalaris EUR 45.000, steil carrièreverloop (5-4-3-1) Maatman 4 : 25 jaar, startsalaris EUR 60.000, steil carrièreverloop (5-4-3-1) Wij berekenden de pensioenresultaten op de pensioendatum, inclusief de AOW-uitkering (enkele gehuwde), en zetten dit af tegen het laatstverdiende salaris op de pensioendatum, en hebben dat gedaan voor 3 regimes: Het regime tot 2014: 2,25% middelloon en pensioenleeftijd 65 jaar; Het nieuwe regime in 2014 conform de "Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd": 2,15% middelloon, pensioenleeftijd 67 jaar en Het Pensioenakkoord-regime: 1,875% middelloon, pensioenleeftijd 67 jaar. Verder is rekening gehouden met 2% algemene loonontwikkeling en inflatie en 1% indexatie. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid zijn de pensioenen in het huidige regime (65 jaar) uitgesteld naar 67 jaar met bovendien 2 jaar (extra) opbouw tussen 65 en 67.
Pensioen2015.nu
In onderstaande figuur zijn de uitkomsten te zien voor de genoemde 4 maatmensen, waarbij het resultaat gelijk is aan het pensioen op de pensioenleeftijd (67 jaar) plus de AOW (enkelvoudig) afgezet tegen het laatstverdiende salaris. De relatieve effecten zijn het grootst bij de carrièremakers, zo’n 22% ten opzichte van het huidige fiscale regime tot 2014.
Figuur 1:
Lagere premies? Normaliter betekent een lagere pensioenopbouw ook lagere premies, en uiteindelijk dus ook lagere uitkeringen. Dat eerste valt nog maar te bezien in de praktijk. De wetgever wil er in elk geval alles aan doen om lagere premies af te kunnen dwingen, gezien de negen premiewaarborgen die zijn gesteld. Het is goed voor te stellen dat sociale partners uiteindelijk toch zo veel mogelijk geld fiscaal vriendelijk in de pensioenregeling kwijt willen, bijvoorbeeld door het nabestaandenpensioen te optimaliseren, het toeslagenbeleid te verbeteren, achterstanden en tekorten versneld weg te werken en nog meer van dergelijke opties. Wij rekenden alvast uit met welk percentage de pensioenpremie omlaag kan, waarbij de verschillende regimes worden vergeleken. Omwille van de eenvoud hebben wij hierbij het nabestaandenpensioen buiten beschouwing gelaten. Becijferd is eerst het benodigde kapitaal op de pensioenleeftijd in het ruimste regime en het regime dat is vergeleken. Het verschil op de pensioendatum is uiteindelijk de slotwaarde van de lagere premies gedurende de looptijd. Anders gezegd: de genoemde premiepercentages zijn de premies (als percentage van de pensioengrondslag) die van jaar tot jaar zouden moeten worden ingelegd om uiteindelijk bij een verondersteld rendement van 3% op het ruimste regime uit te komen. Let wel: dit is de berekening voor de 25-
Pensioen2015.nu
jarige maatmens, en kan dus niet zomaar op een bestand worden toegepast. Het geeft slechts een indicatie.
Figuur 2
Als voorbeeld: stel dat voor deze 25-jarige momenteel in het huidige fiscale regime een actuariële premie wordt betaald van 23% van de pensioengrondslag, dan is de premie onder het nieuwe Pensioenakkoord vanaf 2015 grofweg 16,5% van de pensioengrondslag.
En nu? Voor 90% van alle pensioenregelingen betekent het sowieso (weer) een aanpassing van de pensioenregeling. Als het pensioenakkoord uiteindelijk tot wetgeving wordt verheven, en daar ziet het nu dus wel naar uit, dan kunt u in 2014 wederom aan de slag om deze nieuwe wijziging door te voeren. Ook nu zal dat weer in gezamenlijk overleg moeten met de sociale partners. Bij verzekerde pensioenregelingen is hierbij vaak de Ondernemingsraad de onderhandelingspartner, maar ook bij pensioenfondsen speelt de Ondernemingsraad sinds augustus 2013 een prominentere rol. Concreet betekent het dat als u voor 2014 een pensioenregeling heeft afgesproken met een opbouwpercentage hoger dan 1,875% (ook beschikbare premieregelingen) u deze uiterlijk op 31-12-
Pensioen2015.nu
2014 moet hebben aangepast. Het zal dan vooral gaan over de vraag hoe de verlaging van de pensioenpremie gaat worden besteed, waarbij wij opmerken dat fiscaal vriendelijke oplossingen of compensaties eigenlijk niet meer mogelijk zijn. Te denken valt wel aan oplossingen als het verlagen van de werknemersbijdrage, financiering van toeslagen (in de toekomst), optimaliseren van het partnerpensioen of simpelweg compensaties in de loonsfeer of andere arbeidsvoorwaarden. De waarde van de pensioenregeling als arbeidsvoorwaarde neemt af. Bij gelijkblijvend budget ontstaat er dus ruimte om eens goed te kijken naar andere arbeidsvoorwaarden in combinatie met de specifieke behoeften van de moderne werknemer. Wij zijn van mening dat veel meer op een integrale wijze moet worden gekeken naar de behoeften van mensen. Concreet betekent dit dat in eerste instantie een aantal grote thema’s op elkaar moeten worden afgestemd, zoals: • Pensioen • Zorg • Wonen • Studie • Kinderen • Inkomen • Vrije tijd Een integrale benadering betekent minimaal dat er sprake moet zijn van een arbeidsvoorwaardenpakket dat al deze thema’s aan elkaar knoopt, en waarbij werknemers in feite zelf de regie hebben over hun totale arbeidsvoorwaardenbudget. De hele simpele basisgedachte hierbij is: “spaar wanneer je kan sparen en consumeer naar behoefte”.
Drs. Jeroen Tuijp, AAG Partner bij Edmond Halley BV
Pensioen2015.nu