De club bestaat dit jaar 40 jaar en dat gaan we vieren. Mart Dominicus en Leendert Pot gaan een film maken, die – als alles doorgaat – wordt gepresenteerd op een groot feest. De redactie zal in ieder nummer aandacht besteden aan dit jubileum. Voor dit nummer heb ik een verhaal geschreven over de oprichting. Waar komen we eigenlijk vandaan? Waarom hebben we wedstrijd en toerrijders? Kortom: waartoe is FC Trappist op aarde?
Heet van de meet Verhuisd Steven Lenos IJdoornlaan 1689 1034 BM Amsterdam tel: 020 486 7759 Tjebco de Jong 21 Foxwood, Garyduff Cork/Ierland tel: 353(0)872886430 Opzeggingen Bert Lam Corné de Loos Eline Lam Gjelt Dijkstra Ivo Flinkenflogel Kees Fopma Patrick van Mil Rob Mantje Herman Flint
Het moest er eens van komen na: 20 jaar actief zijn geweest binnen de club 40 jaar in totaal lid geweest en 80 jaar geworden onlangs Een mooie (rekenkundige) reeks die ik toch niet meer kan verbeteren. Ik wil dus hierbij mijn lidmaatschap van de FC Trappist opzeggen. Een mooie afsluiter is misschien dat ik zo een beetje help om de gemiddelde leeftijd met minstens 1 maand te verlagen. Met vriendelijk groet Herman Flint
Verhuizingen e.d. Alle wijzigingen in het lidmaatschap, zoals verhuizingen, opzeggingen en nieuwe aanmeldingen graag zo spoedig mogelijk doorgeven aan de secretaris, bij voorkeur via de mail.
Als je in de geschiedenis duikt, stuit je op een soort jongensboek: een groepje dertigers dat elkaar uit het café kent, wordt enthousiast over wielrennen, maar nou ook weer niet zo enthousiast dat ze zich aansluiten bij een bestaande wielervereniging. Los van het feit dat verreweg de meeste daarvoor het talent ontbeerde. Nee, ze richten zelf een club op, waarbij Vrijheid, blijheid hoog in het vandaal staat. Uiteindelijk blijkt FC Trappist opgericht omdat een fotograaf op een gegeven moment helemaal simpel werd van het steeds maar weer fotograferen van die kop van Karl Marx. Hij stortte zich daarom op het wielrennen. Hoewel er in het eerste jaar relatief weinig wordt gefietst, leidt de officiële oprichting van de club ertoe dat de Drinkende Trappisten, zeg maar de oerTrappisten, langzaam maar zeker door de Fietsende Trappisten op afstand wordt gezet. Bladerend in die oude jaargangen valt op hoeveel belang oprichter Salemon hecht aan de Ronde van de Zijpenberg, een heuvel aan de zuidkant van de Posbank. Zo’n vijftig Amsterdammers spelen er wielrennertje, de eerste jaren veelal op een tourfiets. Maar goed, de tijden zijn veranderd en het is – helaas niet haalbaar die wedstrijd op de openbare weg nog eens te organiseren. We moeten het nu doen met de Veluwetoertocht, die de afgelopen twee jaar over de Zijpenberg voerde en ook dit jaar zal ik het klimmetje in de tocht opnemen. In dit nummer noteren we ook de opzegging van Herman Flint, een oudgediende. Hij is 20 jaar actief geweest binnen de club, onder andere als penningmeester, en 40 jaar lid, zo’n beetje vanaf het begin. Herman is inmiddels 80 jaar oud en vindt het welletjes. Ik ken Herman niet persoonlijk, maar afgaande op die getallen is hij een van de Fietsende Trappisten, die de club hebben gemaakt tot wat het nu is. Ik zal hem een beetje missen, al was het maar omdat op veel clubbladen in het archief zijn naam op de adressticker staat.
Perry van Dijk Cover: Mike Cooper op weg naar de crosstitel Foto Rob Bohte
Pim Kolenbrander
In memoriam Pim Kolenbrander (29 oktober 1957 – 21 oktober 2015) r: Peter Hormeijer
[email protected], 06 5184 3717 : Loes Zwart
[email protected], 020 612 4585, 06 2342 5306 : Liduine Bremer
[email protected], 020 664 2567 : € 45 individueel, € 55 gezin NL79INGB0005209729 :
[email protected] Ben Koeleman, 020 620 2133 Bram Bimmerman, 06 2682 3955 Marja de Ridder, 020 625 2326 :
[email protected] Manja de Neef, 020 618 3533 Eric van Steijn, 06 4461 0450 Bas Klein, 06 5250 5774 Evert Fermin, 020 664 2567 :
[email protected] Jan Repko, 06 5176 5493 Mart Dominicus, 06 2491 2098 Rinus Cerfontain, 06 5562 8842 :
[email protected] Perry van Dijk, 020 662 0806 Bart Bijvoet, 06 5468 5127 : Jan Klein, 023 5849121 Erik d’Ailly, 020 421 3279, 06 5394 3627 Kopij voor clubblad 2 inleveren vóór 18 maart :
[email protected] Bram Bimmerman, 06 2682 3955 Erik d’Ailly, 020 421 3279, 06 5394 3627
In de politiek spreken ze over de periode rond de feestdagen van een kerstreces en wij, het bestuur van de Trappist had dat ook als je kijkt naar hoe vaak we bij elkaar kwamen: nul keer. Maar zaten we ook stil? Geenszins! Liduine, de nieuwe penningmeester hield zich druk bezig met de overdracht van het penningmeesterschap van Eric naar haar. Het blijkt een hele toer te zijn om de bevoegdheden rond het rekeningenbeheer over te dragen. Verder waren we druk bezig met het voorbereiden van de Nieuwjaarsborrel; je staat er nog van te kijken hoeveel werk zo’n organisatie inhoudt…… We kijken terug op een heel geslaagde Nieuwjaarsborrel! Wat hebben we nu een prima locatie gevonden en ik denk dat het de drukst bezochte borrel is die ik zelf heb meegemaakt. Er was ook een wervend programma, natuurlijk de bekeruitreiking. Alle bekers stonden te schitteren op de tafel en ook weer de Floris de Graaf trofee, die door Floris zelf aan onze voorzitter werd uitgereikt en Simon van Ede als winnaar van 2013 mocht hem ook even vasthouden, want had hij er verloren en met lege handen bijgestaan in 2013, toen die trofee er niet bleek te zijn. Het was plezierig dat alle winnaars van bekers, truien, en andere prijzen aanwezig waren en dus konden glunderen, applaus konden ontvangen en vereeuwigd worden door vakkundig opererende Jan Klein. In de kerstperiode werden we ook verrast door de mededeling dat Rieks van Rooijen wilde stoppen met het beheren van de website en ook nog op heel korte termijn. Daar hadden we niet meteen van terug, maar als deus ex machina kwam er een oplossing: Erik d’Ailly en Bram Bimmerman kondigden aan dat zij het over zouden nemen en zij gingen voortvarend aan de slag. In no time was de site weer geactualiseerd, bekerwinnaars vermeld, verslag van de jaarvergadering erop, enz. enz. Het moge duidelijk zijn hoe groot de waardering is voor hen! En daarmee wordt ook een wens van het bestuur ingewilligd: de redactie van blad en site in een hand. Het is allemaal veelbelovend. En natuurlijk past hier ook een dankwoord aan Rieks. Graag hadden we hem in het zonnetje gezet op de Nieuwjaarsborrel, maar hij was er helaas niet, maar een afscheidscadeau heeft hij toch ontvangen. Nu kijken we uit naar een bijzonder clubjaar dat in het teken zal staan van ons 40jarig bestaan. De redactie kondigde al themanummers aan en dan hebben we ook onze enige echte eigen Trappist film, gemaakt door Mart Dominicus en Leendert Pot in het verschiet. Op de Nieuwjaarsborrel kregen we al een heel inspirerend voorproefje te zien. Het is nog onduidelijk wanneer ons jubileum groots gevierd gaat worden met filmpresentatie en feest; het zal het vroeg najaar worden. En dan de korte termijn vooruitblik: het bestuur vergadert er weer lustig op los, de eerste toertocht , “de Carrousel “ staat voor de deur op 13 maart en de openingswedstrijd op 3 april. Ik kijk uit naar heerlijk fietsen!
Pim en ik waren een jaar of twintig toen wij onze schamele spaarcentjes bij elkaar legden en samen onze eerste auto kochten. Een okergele DAF 33, overgenomen van mijn hospita. Pim, de snelheidsmaniak, in een DAF? Een invalidenwagen, alleen geschikt voor angstige oude dames die ternauwernood de weg op durfden of bejaarde heren die tijdens het chaufferen hun vilten gleufhoed op hielden. Wat deed Pim in zo’n truttenschudder? Pim, die jaren later in zijn supersnelle leasebak naar de Nürburgring zou scheuren om daar zonder angst voor boetes de volle 250 pk die onder zijn motorkap lagen aan het asfalt toe te vertrouwen. Daarbij, voor het gemak, vergetend de verzekeringspolis van de leasemaatschappij erop na te slaan om te checken of dit soort racesessies wel gedekt waren. Pim, die met zijn Ducati racemotor dodemansritten maakte op binnen en buitenlandse circuits. Pim, die na zijn derde skiles een paar twee meter lange reuzenslalomski’s aanschafte waarmee hij snelheden bereikte tot 75 km/u. Pim, die tijdens de, in zijn ogen op een onuitstaanbaar sukkeldrafje verreden, toertochten van de Trappist pas in de slotfase, als ‘de wedstrijd’ los ging, in zijn element kwam en dan ook steevast van voren te vinden was. Wat deed deze speedfreak in een auto die door vriend en vijand slechts geschikt geacht werd voor het veroorzaken van verkeersopstoppingen?
Loes Zwart
: Maarten Toneman,
[email protected] Pim tijdens de halve Elfstedentocht in Friesland
Speedmodus Een koekblik voor bange oudjes? Pim en ik wisten beter; de DAF, met zijn sullige imago, kende een geheim wapen. Strategisch midden op het dashboard zat een knopje dat, wanneer ingedrukt, groen oplichtte ten teken van het feit dat berg en speedmodus was geactiveerd. In deze stand was het 33 pk sterke tweecilindermotortje tot ongekend acceleratievermogen in staat. Steevast, als wij vooraan stonden bij het stoplicht en naast ons verscheen iets BMW achtigs dan drukte Pim, met een brede grijns op zijn gezicht, op dat knopje. Zodra het stoplicht op groen sprong ging meteen het gaspedaal tot op de bodem. Met het ‘pientere pookje’ in sportstand stoven wij weg. De piloten van de sportbolides naast ons deden vergeefse pogingen ons bij te houden maar verloren kostbare tijd met schakelen. Wij negeerden uiteraard de waarschuwingen uit het instructieboekje om nooit harder te rijden dan 50 km/u met de bergversnelling. Als uiteindelijk de verbaasde BMW patjepeeër het volgende stoplicht bereikte stonden wij daar allang vredig te schudden in ons gele monster. Pim liet dan nooit na om de proleet in de belendende patserbak een hooghartige blik toe te werpen, Met een stalen smoel, maar inwendig brullend van het lachen. Pim hield van snelheid en van mooie spullen die wat mochten
Pim Kolenbrander
Pim Kolenbrander
Mijn ontmoeting met Peter Post
Op de Loosdrechtse plassen
kosten. Op de laatste racefiets die hij aanschafte was, uiteraard, een DuraAce groep gemonteerd. Zijn pignon had, een primeur in die tijd, negen kransjes. Bij voorkeur zorgde Pim ervoor dat van die fiets vooral het achterwiel zichtbaar was voor zijn concurrenten. De sukkels die Pim probeerden te volgen hadden zodoende goed zicht op de gehate 9speed cassette terwijl zij zich zelf met hopeloos verouderde setjes van acht of zelfs zeven tandwieltjes moesten behelpen. Vanzelfsprekend had Pim geen triple; echte wielrenners haalden hun neus op voor de triple. Buitenblad Pim ging door het leven met de ketting op het buitenblad, met het groene knopje van de speedmodus permanent op de aanstand. Dat gold ook figuurlijk. Een gesprek met Pim werd gevoerd topsnelheid, op basis van hoor en wederhoor. Of, beter gezegd, hoor (Pim), wederhoor (de verbouwereerde gesprekspartner) en nogmaals hoor (Pim: zijn oorspronkelijke mening resoluut tot conclusie bestempelend). Intervisie heet dat in modern Nederlands, geloof ik. Pim was een man van de competitie, de messcherpe redeneertrant, de met autoriteit uitgedragen meningen en niet vies van de nodige luxe. Maar Pim had ook een andere kant. Belangrijker dan zijn racefietsen, zijn tot in de puntjes verzorgde zeilboot, zijn belachelijk grote verzameling veel te dure pakken en zijn schaatsen (het absolute topmodel waar zelfs Sven Kramer nog op zat te wachten), waren zijn vriendschappen. Vaak gingen die terug tot zijn jeugd. Deze vriendschappen waren Pim’s anker in het leven, tegenwicht voor de onzekerheid die hem, ondanks zijn macho imago, ook kenmerkte. Speelgoedbeest Ruim een jaar geleden werd Pim ziek. In het ziekenhuis, waar langzaam de ernst van zijn ziekte duidelijk werd, lag tegenover hem een imam die 24 uur per dag hardop aan het bidden was. Pim werd gek van dat continue geprevel en
startte een intervisiegesprek: “meneer, zou het misschien mogelijk om, heel af een toe, een heel klein beetje zachter….”. Ik sluit niet uit dat Pim’s woordkeus op details afweek van wat ik hier noteer. Zijn smeekbeden hielpen nauwelijks. Toen hij weer enigszins ter been was gooide hij het over een andere boeg. Hij nam de lift naar de begane grond van het ziekenhuis een kocht in de souvenirshop een cadeautje voor de imam: een pluchen speelgoedbeest. De imam werd boos toen Pim hem dit overhandigde: “maar dat is voor kinderen!”. Geduldig legde Pim uit: “ja dat is bedoeld voor kinderen maar het is ook een teken van kameraadschap in moeilijke tijden, ook onder volwassenen. Als hart onder de riem”. Uiteindelijk begreep de imam dit. “Wij zijn nu vrienden” vertelde Pim mij, zonder een spoor van ironie. Het laatste jaar ging het bergaf met Pim’s gezondheid, het voelde als een moeizame rit bergop. Pim had noodgedwongen moeten terugschakelen naar het binnenblad. Een lichter verzet was niet meer voorhanden, want Pim had geen triple. Het knopje van de speedmodus weigerde nog langer groen op te lichten. Ruim veertig jaar waren Pim en ik vrienden en hebben we samen gesport, in zeilboten, op de fiets, op ski’s en op het ijs. Maar bovenal hebben we samen veel gelachen daarbij vaak en graag een flesje wijn (of twee) opentrekkend. Uiteraard ‘das Beste aus dem Keller’. Het gezamenlijk sporten is niet meer, maar de vriendschap blijft.
Tom Hijmans Pim Kolenbrander was van 1998 tot en met 2001 secretaris van FC Trappist Foto’s René Kuit
Vorig jaar, na de opening van het Velodrome, ontstond een ware jacht op tweedehands baanfietsen voor weinig. Vooral de fietshandelaren die het tot voor kort onverkoopbare baanmateriaal toch bewaard hadden, wreven zich in de handen. Enkele handelaren maakten handig gebruik van hun oude contacten in het baanmetier. Zo vertelde Ger Hermans dat de blauwe Colnago in zijn etalage niet zomaar een karretje was. Nee, op deze fiets was Jelle Nijdam ooit Nederlands kampioen geworden! Mart Dominicus hoorde dit verhaal en aarzelde niet. Hij kocht het karretje direct. Ook ik sloeg mijn slag bij Ger Hermans. Omdat Ger ooit zo slim was geweest uit de garage van Peter Post nogal wat materiaal mee te nemen, ben ik nu de trotse bezitter van de Raleigh waarop Roy Schuiten eens een mislukte poging deed om het werelduurrecord te verbeteren. Althans, dat dacht ik. Onlangs kwam ik er bij toeval achter dat ik het mis had. De fiets had helemaal niet aan Roy toebehoord. Het was Peter Post zelf die me uit de droom hielp. In Ger’s winkel. Ik stond te wachten op de montage van een andere stuurpen op mijn baanfiets toen Peter Post binnen struinde. Hij had een wiel in zijn hand en keek Ger vriendelijk lachend aan. “Ik denk dattie lek is Ger, maar ik heb er toch nog drie kilometer mee doorgereden. Te koud om te stoppen. Wat moet ik daar nou mee?” “Gaat u maar even zitten dan kijk ik wel even”, antwoordde Ger. Grappig, dacht ik, Peter Post kan geen bandje plakken en Gerrie zegt keurig U tegen hem. Nou is het eerste bij nader inzien niet zo vreemd. Een renner van het kaliber van Peter Post heeft daar natuurlijk altijd een mannetje voor gehad. En het tweede eigenlijk ook niet, merkte ik. Ook ik waagde het niet om meneer Post te
tutoyeren. Dat ging gewoon vanzelf. Bij sommige mensen heb je dat nu eenmaal. Achtervolgingsfiets Ik schikte mij er zonder morren in dat Ger zijn werkterrein ogenblikkelijk had verlegd van mijn stuurpen naar het wieltje van Peter Post. Eenmaal gezeten knikte meneer Post mij vriendelijk toe. Vervolgens viel zijn oog op mijn zojuist door Ger in de steek gelaten baanfiets. “Hé”, riep hij enthousiast. “Dat karretje is nog van één van mijn jongens geweest. Dat is een achtervolgingsfiets, een tijdritfiets. Speciaal voor die renner gemaakt door Jan Legrand, onze vaste framebouwer. Is die van jou, jongen? Nou, daar heb je een goeie aan. Wij hadden nooit rommel. Alleen de beste spullen! Mag ik er effe op zitten?” “Ja natuurlijk meneer, ga gerust uw gang”, stamelde ik enigszins beduusd en de grote meester nam plaats op mijn fiets. “Van dit soort hadden we er maar een paar”, vervolgde hij vergenoegd, “deze is van een kanjer geweest, mogelijk van Schuiten. Je kan het trouwens zien aan de bracket. Daar werden altijd de initialen van de renner in geperst.” Hij keerde de fiets om en daar verscheen de combinatie FB P175. Verrassend en tegelijk teleurstellend. Niet van Roy Schuiten dus. Maar van wie dan wel? Een peinzende trek verscheen op het gelaat van de éminence grise. “FB, FB?” herhaalde hij meermaals. “Wie kan dat nou toch geweest zijn? Dat ik dat niet meer zou weten, daar geloof ik niks van. Wacht even, dan ga ik effe pissen en als ik terug kom dan weet ik het weer!”
Pim Kolenbrander maandag 16 november 2015, Clubhuis Swift/PST (Afwezig met bericht: Joop Buinink, Jos v.d. Valk, Maarten Veen, Joop Vangangel en Johan Middendorp.) 1. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De belangrijkste agendapunten worden genoemd. In de afgelopen periode is het bestuur niet toegekomen aan het huishoudelijk reglement. Het wordt doorgeschoven naar 2016 en is dan een prioriteit. 2. Mededelingen Zoals vermeld in de agenda: de Nieuwjaarsborrel is op 17 januari op dezelfde plaats als deze ALV, in het clubhuis van Swift/ PST aan de Plantage Parklaan.
Ferdinand Bracke Twee minuten later keerde hij terug met een triomfantelijke trek op zijn gelaat. “Ik weet het weer hoor jongens, FB dat is Ferdinand Bracke. De Belgische baancoureur die in zijn nadagen nog bij ons onder contract stond.” “En die voordien nog verschillende keren tegen u heeft gereden en zelfs weleens van u gewonnen heeft”, wist Gerrie. “Ja, dat was een grote”, stelde hij vast, in een poging om bij mij nog wat recht te zetten, maar ik had nog nooit van Ferdinand Bracke gehoord. “Ook nog houder van het werelduurrecord (*) geweest”, vervolgde hij, en om de klasse van Ferdinand nog meer te benadrukken voegde hij er aan toe dat deze aan astma leed. “Astma, ach ja”, relativeerde meneer Post de mededeling met een glimlach, “welke renner had het nou niet aan zijn luchtwegen in die tijd en trouwens, dat is toch niks veranderd?” “Wat bedoelt u, meneer Post”, vroeg ik wat naïef. “Nou als je wat hebt dan kan je ook gemakkelijk wat van de dokter krijgen, snap je wel”, knipoogde hij schalks. ‘s Avonds in het Velodrome trof ik een aantal Trappisten en ik vertelde over mijn ontmoeting met Peter Post. Een van hen stopte ondertussen een inhaleerpijpje in zijn neus. Op mijn vragende blik reageerde hij met, “ja jongens, van de dokter gekregen. Bronchitis hè!”
(*) Rome 1967, 48,093 km. Naschrift redactie: Bovenstaand verhaal is een licht bewerkte herpublicatie van een artikel van Pim uit het clubblad van maart 2000. De baanfiets FB P175 heeft Pim enkele jaren later aan Djoen Liem verkocht. Foto’s: Djoen Liem
3. Jaarverslag d.d. 18112014 • De tijdritbeker zal voor de eerste keer uitgereikt worden aan de winnaar van 2015. • Aad Jansen komt terug op een punt uit voornoemd verslag: punt 4 en 6. Zijn vraag was: blijft het wedstrijdsecretariaat wedstrijdpunten toekennen (en dus ook SPpunten) aan individuele leden bij niet individuele evenementen, m.n. de Koppeltijdrit en het Omnium? Het antwoord op deze vraag is niet ter vergadering geweest, maar wel per mail gegeven. Het luidt als volgt: het wedstrijdsecretariaat is van mening dat ook bij teamwedstrijden individueel punten moeten worden uitgedeeld (dit is in de wielrennerij overigens niet heel bijzonder. Bv. de ploegenrijdrit in de Tour, waarbij de ploegentijd doorweegt in het individueel klassement). Wel was het wedstrijdsecretariaat van mening dat het ploegenomnium in de Wereldbeker te zwaar meewoog (20% van het klassement). Om die reden is een vervangende wedstrijd gezocht. Verder is het wedstrijdsecretariaat (en het bestuur) van mening dat besluiten omtrent wedstrijden of regels met betrekking tot wedstrijden een aangelegenheid zijn van het wedstrijdsecretariaat. Die ziet in dit geval geen aanleiding om de puntentoekenning aan te passen. Het verslag wordt goedgekeurd en daarmee vastgesteld. 4. Toercommissie Terugblik: de verslagen van de toertochten zijn steeds te lezen geweest in het clubblad. De toercommissie zal zich er voor inzetten
dat er in de toekomst ook steeds verslagen komen. Er waren 28 toertochten met 92 verschillende deelnemers. Er zijn ruim 62.000 kilometers gereden. Dat is meer dan vorig jaar. Dit komt vooral doordat de Zuiderzeetocht voor het eerst meetelde.De indruk bestaat dat men tevreden is over de tochten: afwisselend, goed voorgereden, prettige sfeer en tempo. Vooruitblik: de openingsrit is niet het traditionele 'Waterland', maar 'de Carrousel van Amsterdam', een nieuw rondje om de hoofdstad, voorbereid en voorgereden door Erik d’Ailly. De tochten over de Maasvlakte en die rondom Nijmegen blijven gehandhaafd. 'Zwolle' wordt waarschijnlijk 'Weekend Drenthe'. De tocht WestFriese Omringdijk wordt vervangen door een tocht van Hoorn naar het voormalige eiland Wieringen en weer terug onder leiding van Aad Janssen. Het uitje rondom Jisp vervalt. De toercommissie doet haar best om de toerkalender op de Nieuwjaarsborrel uit te reiken. Samenstelling: Peter van Riemsdijk is vertrokken uit de toercommissie, Bram Bimmerman is toegetreden. Hij krijgt een warm applaus. 5. Wedstrijdsecretariaat Terugblik: het wedstrijdsecretariaat kijkt met gemengde gevoelens terug op het seizoen: het deelnemersaantal bleef ver achter bij dat van vorig jaar: nog geen 600 deelnames tegenover ruim 800 deelnames vorig jaar. Er waren gemiddeld 28 renners per wedstrijd, gelijk verdeeld over de A en B categorie. In totaal namen 96 leden deel aan tenminste één wedstrijd, dat aantal lag niet zo veel lager dan vorig jaar; iedereen reed minder wedstrijden. Wedstrijden met meerdere onderdelen lijken niet zo gewild, met als dieptepunt de Koninginnenwedstrijd met slechts 8 deelnemers. Best bezocht was Zandvoort: 48 deelnemers. Enkele wedstrijden zijn ontsierd door valpartijen, één wedstrijd werd zelfs om die reden gestaakt. Het wedstrijdsecretariaat meldt dat zij de oorzaak van valpartijen probeert te analyseren en zo nodig maatregelen neemt. Vooruitblik: de Koninginnenwedstrijd wordt geschrapt, de rest blijft gehandhaafd. Het Omnium wordt in 2016 een ploegenwedstrijd. In de Openingswedstrijd wordt de Koppeltijdrit vervangen door een individuele tijdrit. Deze telt dan mee in het tijdritklassement, dat wordt opgemaakt na drie tijdritten. Voor de tijdritbeker zullen de twee beste tijden van de renner meetellen. Er komen twee tijdritbekers: voor de A
Pim Kolenbrander Bas Klein, wedstrijdklassement A
Niels Kooij, wedstrijdkl. en wereldbeker B
Mike Cooper en Bas Klein, wereldbeker A
en de B. Er wordt gezocht naar een geschikte datum/locatie voor een Sprintwedstrijd. De deelnemers aan het experiment dit jaar waren enthousiast. Samenstelling: Jan Gottmer verlaat de commissie, Evert Fermin treedt toe. Ook hij krijgt een warm applaus. Jurering: Manja blijft het in 2016 nog doen, maar wil in dat jaar een nieuw jurylid inwerken, die het daarna van haar overneemt. We zijn dus hard op zoek naar een vervanger voor haar. Mylaps: bij monde van de voorzitter wordt het besluit toegelicht om vooralsnog niet tot aanschaf over te gaan. Het bestuur steekt de hand ook in eigen boezem: in eerste instantie was zij met te weinig voorbehoud meegegaan in het enthousiasme van het wedstrijdsecretariaat. Toen het bestuur later, zich meer verdiepend in de zaak, ernstige voorbehouden maakte, viel dat het wedstrijdsecretariaat wat rauw op het dak. Het besluit om niet tot aanschaf over te gaan heeft vooral te maken met de hoge kosten in relatie tot het aantal deelnemers en de effectiviteit van het systeem, ook omdat wedstrijden open blijven staan voor renners zonder chip. Ook waren er grote zorgen over beheer en bediening van de apparatuur. Het besluit is aanvaard door het wedstrijdsecretariaat en wordt ook in deze ALV aanvaard. Om het jureren enigszins te vergemakkelijken, wordt een nieuwe camera aangeschaft. De besluitvorming rond Mylaps verdiende geen schoonheidsprijs. Het nog te maken huishoudelijk reglement moet duidelijkheid verschaffen over bevoegdheden en besluitvorming in dit soort zaken. Dit wordt een belangrijk te realiseren onderwerp voor 2016. 6. Redactie De redactie laat een proefnummer van het nieuwe clubblad zien: een iets kleiner formaat, scherper beeld, meer fullcolor pagina’s mogelijk (waarmee het adverteren aantrekkelijker wordt), de vouw in de rug, zodat het prettiger zal aanvoelen. En niet op de laatste plaats: veel goedkoper, nu we naar de nieuwe drukker BladNL zijn overgestapt. De redactie ontvangt een luid applaus en bloemen. Het contract met BladNL behelst dat er per nummer 250 exemplaren gedrukt worden, 32 pagina’s dik. Ook maken zij een webmagazine (digitale versie van het clubblad). Dat is online te lezen en vergelijkbaar met de pdf die de redactie zal blijven maken en die nu al een jaar is te downloaden vanaf de site. Op de vraag of het wat uitmaakt als leden overstappen op uitsluitend de digitale versie, wordt geantwoord dat dat niks uitmaakt voor de oplagekosten, wel voor de verzendkosten. Dat wordt nog uitgezocht. Er wordt benadrukt dat de ledenlijst, die in het eerste nummer komt te staan, niet verschijnt in de digitale versie. De redactie ziet hierop toe. De redactie zegt tevreden te zijn over de aanlevering van de kopij en foto’s, met name de wedstrijdfoto's van Jan Klein.
7. Crosscommissie In de ACC, de Amsterdamse Crosscompetitie, organiseren regionale clubs elk een of meer wedstrijden. De Trappist neemt daarin de TwiskeCross voor haar rekening. Dat evenement, gisteren verreden, was opnieuw een groot succes en is goede reclame voor de club. Voordeel van inbedding in de Trappist is: vanzelfsprekende beschikbaarheid van het budget en – hopelijk – een vanzelfsprekender inzet van vrijwilligers die zo hard nodig zijn bij dit evenement. De mensen die de cross organiseren, Rinus Cerfontain, Mart Dominicus en Jan Repko, spreken hun dank uit aan de vrijwilligers voor hun inzet gisteren. De vergadering stemt in met het 'inlijven' van deze nieuwe commissie met een bijbehorend budget. 8. Aansprakelijkheidsverzekering Het bestuur licht toe waarom zij is overgegaan tot het afsluiten van deze verzekering: al jaren komt dit punt terug op de agenda, nog nooit heeft het tot actie geleid, terwijl de wenselijkheid daartoe meerdere malen is uitgesproken, zelfs de laatste keer zo sterk dat iemand alleen tot het wedstrijdsecretariaat wilde toetreden als de aansprakelijkheid afdoende geregeld was. Van diverse zijden werd duidelijk gemaakt dat het echt noodzakelijk is zo’n verzekering te hebben, temeer daar er een toenemende claimcultuur is. Alle gesprekken rond die aansprakelijkheid leidden tot het opstellen van twee veiligheidsprotocollen (voor toer en wedstrijd), waarmee de club duidelijk maakt hoeveel waarde zij hecht aan veiligheid. Die protocollen waren zeker geen voorwaarde bij de verzekeraar, het maakt alleen duidelijk dat we veiligheid een serieus onderwerp vinden. De beide protocollen worden – na enige meningsuitwisseling – door de vergadering geaccordeerd. De tijdritten (wedstrijd op de openbare weg) vormen nog wel een punt van discussie, omdat deze niet onder de aansprakelijkheidsrisico’s zullen vallen. Er wordt vastgesteld dat de tijdritten tot onze activiteiten blijven behoren met steeds de uitdrukkelijke stelling naar de renners, dat iedereen voor eigen risico meerijdt. 9. Financieel overzicht 2015 laat een groot overschot zien door de contributieverhoging, die onder meer is gedaan om te voorzien in een mogelijke aanschaf van Mylaps. Deze aanschaf is niet doorgegaan. Beide stukken roepen verder geen vragen op en de begroting wordt goedgekeurd, behoudens de post van 5.000 euro voor het Jubileumfeest, wat nog ter sprake komt bij punt 12.
10. Kascommissie Deze heeft de boekhouding bekeken en er zijn geen op of aanmerkingen. De kascommissie vraagt de vergadering om decharge. Die wordt verleend. De nieuwe kascommissie wordt benoemd: Henny Remmers en Wim v.d. Zande. 11. Bestuurswisseling Eric Schulte wordt bedankt voor vier jaar uitstekend penningmeesterschap en ontvangt bloemen en een cadeau. De nieuwe penningmeester wordt aan de leden voorgesteld: Liduine Bremer. Zij vertelt in het kort wat haar beweegredenen zijn om de post te aanvaarden. De vergadering verwelkomt Liduine met grote instemming. 12. Jubileumfeest In 2016 bestaat de club 40 jaar. Het bestuur lanceert haar voorstel: Mart Dominicus en Leendert Pot gaan een film maken over FC Trappist. Deze film zal haar première beleven op een nader te bepalen datum, feestelijk omlijst met drankjes en hapjes en wat al niet meer bedacht gaat worden. Elk lid zal een dvd van de film krijgen. Een belangrijk argument om tot deze keuze te komen is de overweging dat we hiermee iets doen voor alle leden, ook de 'slapende' leden. Bij een wielerevenement zou dat beslist anders zijn. Mart ligt toe wat de makers voor ogen hebben bij de film: 40 kleine portretten (één per bestaansjaar dus) van Trappisten die in dat jaar op een of andere wijze opvielen, een soort 'achterwerk in de kast' en dan 40x het gordijntje open. De kosten zijn absoluut hoog, maar relatief laag gezien het werk en de professionaliteit die ervoor nodig zijn. Begroot wordt 2.500 euro voor de film en 2.500 euro voor de feestelijke omlijsting, inclusief het huren van een ruimte/filmzaal (bv Studio K). Het voorstel krijgt een warm onthaal en wordt inclusief het begrote bedrag van 5.000 euro zonder enige kanttekening goedgekeurd. Een en ander zal plaats vinden in september/oktober 2016. Het feest waarop de film gepresenteerd gaat worden, moet ook worden georganiseerd en dat vraagt om een Feestcommissie. Op de vergadering meldt zich niemand die zijn/haar schouders eronder wil zetten. 13. Buitenlandevenement Willen we met de club op vakantie in 2016? De organisatoren van de afgelopen evenement (Henny Remmers en Wim de Haan) zullen in 2016 zoiets om diverse redenen niet organiseren. Alex Leenders neemt het op zich om – alvorens te besluiten of zo’n buitenlandevenement georganiseerd moet worden – een concept te verkennen. Als de wensen daarmee inzichtelijk worden, is de kans van slagen groter. Om zicht te krijgen op de wensen zal er op de website een kleine enquête worden gehouden. Alex zal op de Nieuwjaarsborrel de enquêteuitslag toelichten.
Ben Koeleman, toerbeker
Annemarie v/d Bogaard, M/V beker
14. Wat verder ter tafel komt • Ben meldt dat Martin van Oostrom en hijzelf twee gemeenten aansprakelijk hebben gesteld voor het feit dat zij gevallen zijn op het fietspad. Ben houdt ons op de hoogte van het verloop. • De organisatoren van de TwiskeCross bedanken de vrijwilligers van die dag nogmaals voor hun inzet.
Loes Zwart Wim de Haan en Henny Remmers, sportiviteitsbeker
Mart Dominicus, clubkampioen A
Eric van Steijn, clubkampioen B
Natascha Darlang, clubkampioen dames
Financieel jaarverslag 2015 en begroting 2016 Het jaar 2015 hebben we afgesloten met een winst van 1.759 euro. Hierin zit 1.000 euro contributieverhoging met het oog op de aanschaf van Mylaps, die vrijgevallen is door het besluit niet tot aanschaf over te gaan. De overige 759 euro is overgehouden doordat op veel onderdelen net iets minder is uitgegeven dan begroot. Het binnen krijgen van de contributie heeft dit jaar meer inspanning gevraagd dan de voorgaande jaren. Er zijn geen signalen dat dit iets te maken heeft met de contributieverhoging. Vergeten, dacht dat ik het al gedaan had, dat soort dingen. In verband met het geven van een duidelijker plek van de Twiskecross binnen de club, zijn in het financieel overzicht voor het eerst de inkomsten en uitgaven voor de cross uitgesplitst. De cross bedruipt zichzelf. De club dient vooral als een financieel vangnet . De winst van 2015 brengt het eigen vermogen van de club op 12.000 euro. Dat is wel een erg ruime buffer voor een club waar eigenlijk zo weinig geld in om gaat. Voor de begroting 2016 zijn drie dingen die er uit springen ten opzichte van voorgaande jaren. Ten eerste gaan we voor het clubblad over op een andere drukker. Deze is veel goedkoper dan we gewend waren. Omdat deze drukker werkt met een maandelijkse abonnementsbedrag, hoeven we ook geen dure kopieerkaarten meer voor te financieren. De clubbladmakers zijn terecht in het zonnetje gezet op de jaarvergadering.
Ten tweede heeft het bestuur een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten die de club moet vrijwaren voor gevolgen van eventuele schadeclaims. 550 euro per jaar is een hoop geld voor iets dat de club in haar 40jarig bestaan nog nooit nodig gehad heeft, maar is toch verstandig. Het vrijwaart de club voor gevolgen van een eventuele grote schadeclaim en biedt degene die schade heeft opgelopen door nalatigheid van de club een kans op een reële vergoeding. Laten we hopen dat we ook de komende 40 jaar de verzekering niet daadwerkelijk nodig zullen hebben. Ten derde heeft het bestuur mede met het oog op het ruime eigen vermogen een mooi plan aan de jaarvergadering voorgelegd dat met veel enthousiasme is aangenomen. Leendert en Mart zijn al druk bezig met het voorbereidende denkwerk voor de Trappistfilm. Ondanks dat beide heren de film op een koopje gaan maken, neemt het toch een grote hap uit de clubkas. De club zal daardoor 2016 afsluiten met een verlies van tegen de 2.500 euro. Maar dan zijn we met zijn allen wel een film rijker en hebben we nog steeds een flink eigen vermogen. Als laatste wens ik Liduine succes als penningmeester.
Eric Schulte
Ötztaler Radmarathon
“Na het startschot stort het peloton zich als een op hol geslagen kudde bizons de afgrond in”. De woorden van Peter’s inspirerende fietssite krijg ik niet meer uit mijn hoofd. Het moet intussen drie of vier jaar geleden zijn dat ik zijn verslag de eerste keer las. De massastart is maar één van de vele uitdagingen. Uitgeloot worden – derde keer goede keer. Tijd vinden voor de lange klimtrainingen tijdens de voorbereiding. Niet ziek worden. Calorieën stapelen de dagen ervoor. Om halfvijf opstaan en een dubbel ontbijt binnenwerken. En ja, natuurlijk ook nog vier Alpencols overwinnen op de grote dag, volgens de officiële site 238 km en 5500 hoogtemeter. Monnikenzomer Geen enkele voorbereiding is perfect en dus ook deze niet. Voor het werk moet ik vaak in Californië zijn. Van de nood dan maar een deugd maken en een aantal leuke maar pittige klimritten gemaakt met vrienden en collega’s, een aanrader. Het verandert een mens helaas wel in een kasplantje. Terug in Nederland eind mei, na de regenenwindtocht met de Trappisten, neemt een bronchitis/longonsteking de controle over mijn lijf. Pas na drie weken kan ik weer voorzichtig een uur de fiets op. Gemiddelde snelheid op het vlakke komt niet boven de 18 km/h. Er zal een klein wonder nodig zijn, nog 8 weken te gaan. Wat volgt is een monnikenzomer ‘werk en trainen’. Temporijden rond het Markermeer. De trappen nemen naar de zesde verdieping. Klimstage weekends in de Eifel en Luxemburg tot 8 uur per dag bij twijfelweer. Mooi rijden daar, lang leve het rijden op gps met routes van je stravavrienden. Grote stukken taart als bonus. De twee dagen voor de grote dag landen we in het bergdorpje Sölden in de Oostenrijkse bergen. De sfeer is heel bijzonder. Circa 4300 fanatiekelingen zijn er klaar voor. Blijkbaar ben ik de enige die zijn benen niet geschoren heeft. Al sta ik vrij scherp (onder de 70 kg), ik voel me zwaar als die ranke mannetjes met hun compressiekousen voorbijdartelen. Het weer belooft goed te worden, mogelijks zelfs te goed met een
stralende zon en temperaturen ver boven de 30 graden. Nog even de start en de finish verkennen en het materiaal op punt zetten. Als ik er nu niet klaar voor ben, dan nooit. Ingehouden spanning Zes uur ‘s ochtends. De sfeer voor de start is uniek en onvergetelijk – die frisse combinatie van spanning, ingehouden enthousiasme, lichte angst voor wat komen gaat. Het is best koud maar de zon komt om de bergen piepen. ‘Het is een berg minder dan vorig jaar, dus moet het wel kunnen,’ zeg ik tegen mezelf. Samen met vierduizend andere moedigen wachten we op het kanonschot. Ik sta ergens in de tweede helft, het duurt een tijd voor we kunnen starten. Mijn doel is uitrijden binnen een redelijke tijd, minder dan 11 uur, en heimelijk hoop ik de klus in minder dan 10 uur te klaren. Het warme weer wordt de grootste uitdaging dus is drinken drinken drinken de boodschap. Na de start maakt de ingehouden spanning plaats voor het bevrijdende wezijnvertrokkengevoel. Het verhaal van de kudde bizons die door de vallei afdaalt naar Oetz klopt. Beide rijstroken zijn vrijgemaakt, maar links rijden voelt onnatuurlijk aan. Over de eerste 30 km is mijn gemiddelde bijna 50 km/h. Vele groepjes vliegen me voorbij. Ik ben geen ochtendmens dus om 7 uur ‘s ochtends kan dit wel tellen. Net voor de klim nog een pitstop en het jasje uit, en dan begint de klim over de Küthai (ca 1200m klimmen). Achteraf blijkt dat ik hier pas als 3400ste zal aan beginnen. We rijden over de hele breedte van de weg en inhalen is moeilijk. Het gaat soepel, ik wil iets sneller maar het is daar te druk voor. Niet druk maken – iedere inspanning teveel wordt later afgestraft. De klim is onregelmatig met stukken boven de 14%, best pittig. Op het eind laveren we tussen de koeien. Op de top vlug bijtanken en dan afdalen richting Innsbruck. Het is een ‘100+ km/h’ afdaling voor de geroutineerden maar ik hou het op een goede 84, de veeroosters helpen niet om ‘de knop’ uit te zetten. Ergens voor me rijdt Jan Ullrich, we zien hem die avond de winnaars feliciteren.
Ötztaler Radmarathon Lang vals plat Daarna komt het langste vals plat ooit – ca 36 km naar de Brennerpas, voor een hoogteverschil van 777 meter, enkel het einde is wat steiler. Er staat een lichte tegenwind en dus is hier meer te verliezen dan te winnen. De groepjes vormen zich vanzelf. Na 90 km zie ik een gemiddelde van meer dan 30 km/h, dat had ik niet verwacht. Een enkeling rijdt weg, waaronder ook ‘Volvoman’ en ‘finisherman’ met ‘finisher 9h39’ op zijn shirt. Ik sla een praatje met ‘cerveloman’. Nog nooit heb ik een slechte klimmer gezien op een cervelo, en helemaal niet op een R5. Het blijkt een Belg te zijn, die voor de eerste keer in zijn leven zijn benen had geschoren. Geschoren benen zijn ‘hors compétition’ voor mij. Het einde is een stuk steiler en tot onze verrassing lost het pelotonnetje als les deux petits belges het tempo aangeven op het eindklimmetje. Boven weer bijtanken en spullen wisselen in mijn persoonlijke rugzakje – een uitstekend idee van de organisatie. Daarna dalen via de grote weg richting derde klim van de dag, de Jaufenpass. De Jaufenpass lijkt wel in de tekenkamer ontworpen, zo gelijkmatig klimt die aan 78% met een hoogteverschil van 1130 hoogtemeter. De diesel is op gang gekomen, de hartslag wordt gefixeerd en niemand haalt me voorbij. Het peloton is inmiddels aardig uitgedund en de bomen zorgen voor schaduw en een ‘zensfeertje’ omdat het uitzicht niet verandert. Eenmaal boven nog een laatste keer bijtanken. Alles voelt nog okee, alleen de drinkbus met Johannisbeersaft zal tegenvallen. Wat volgt is nog een klein stukje klimmen en dan een weinig leuke afdaling tussen felle zon en donkere schaduwen. Lange barsten en gleuven in de langsrichting van de weg doen me inhouden, meer te verliezen dan te winnen. Op het eind speel ik nog een paar kilometer haasjeover met wat lijkt een 7jarig jongetje op een mountainbike. Die jongen heeft echt geen angst. Ik laat hem voorgaan in het bochtenwerk, hij doet het uitstekend. Martelgang De vallei is warm. Heel warm, meer dan 35 graden. Volle zon. Bij veel rijders is de martelgang begonnen. De laatste en zwaarste klim naar de Timmelsjoch komt eraan, 1759 hoogtemeter over een afstand van ongeveer 30 km. Even zoeken naar het ritme en we beginnen eraan. De versnellingen kraken bij het harken op de steile stukken. Bij geïmproviseerde waterstops stapt bijna iedereen even af maar ik zet door voor een goede tijd. Daar is Volvoman weer, en even later ook ‘finisher 9h39’man, dit geeft me moed. Tientallen tunneltjes brengen wat schaduw, maar ze zijn te kort om effect te hebben. Boven de boomgrens is het uitzicht indrukwekkend maar het afzien domineert. De
bochten zijn gelardeerd met kleurrijke wielershirts, best cool. Het is hard werk, zoeken naar schaduw. Slechts twee renners halen me voorbij, allebei Nederlanders. Op 3 km van de top is er een wat langere tunnel. Wat ben ik blij als blijkt dat het daarna meer plat is dan echt klimmen, onder in de beugel en doortrekken nu. Ik bereik de top en bal een vuist – dit gaat lukken. Achteraf blijkt dat ik op deze vierde en zwaarste col de 538ste tijd gereden heb. Vliegende afdaling Dan volgt een vliegende afdaling, ik klok af op 95.6 km/h op de speedtrap, maar wordt ook hier weer voorbijgesneld door gestileerde aëromannen. Mijn fiets is profwaardig stabiel, maar in combinatie met zijwind, vermoeide armen en een leeg hoofd voelt het alsnog shaky. Dan komt er nog een korte tussenklim, de kramp slaat in mijn benen. Meer vierkant dan rond trek ik door voor de laatste afdaling tot in het dorp. Het is volhouden nu tot aan de finish, wat een sfeer. Een klein brugje en mijn naam wordt afgeroepen, ik ben zo intens leeg en blij. Supertevreden met het resultaat, 9h37 bruto en 9h18 netto, gemiddeld 24,7 km/h, daar waar de winnaar (een exprof) het klaarde in 7h02. Dit pakken ze me nooit meer af. Vier uur later, na het douchen en wat bijkomen, zien we de laatste finishers. Ze zijn bijna 13h40 onderweg geweest. Respect. ‘s Anderendaags de officiële uitslag. Ik ben gefinisht op plaats 1099 (18de van 93 Nederlanders), dat betekent 2200 ingehaald onderweg en beter dan ik had durven dromen. “De Ötztaler is misschien wel de grootste, mooiste, moelijkste en best georganiseerde cyclosportieve van Europa,” staat er ook nog op Peter’s site. De moeilijkste is die niet. Maar waarschijnlijk wel de mooiste en best georganiseerde. Onvergetelijk.
Koen Denecker
Kalmpjes toeren in nieuwe Bgroep Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
Elke woensdag 10:30 Het Kalfje 80 – 100 km Addie de Visser en Maria Geijsel
Elke woensdag rijdt een groep Trappisten vanaf het Kalfje een toertocht van ruim 100 kilometer. Voor wie deze groep te hard rijdt of voor wie de afstand te groot is, kan zich op woensdag aansluiten bij de nieuwe Bgroep. Deze Bgroep fietst langzamer dan de Agroep. De bedoeling is dat we
Braassemermeer tussen de 80 en 100 kilometer fietsen met hooguit één koffiepauze. Mocht je nooit zijn verschenen op de woensdag omdat het je te hard ging, dan is dit je kans. Ook als je op dinsdagavond te diep in het glaasje hebt gekeken en opziet tegen de Agroep, dan hoef je niet weg te blijven: je kunt voor één keer wat rustiger aandoen bij ‘de ouderen’. Kortom: voor een ieder wat wils!
Maria Geijsel
De Carrousel van Amsterdam Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
Zondag 13 maart 11 uur pont CS 76 km Erik d’Ailly
Carrousel, dat is met dubbelr en enkels. Het is een draaimolen die maar doorgaat en waar je op en af kunt springen. Dat is het idee achter deze nieuwe tocht: waar je ook woont, nergens is de Carrousel ver weg, overal kun je erop of eraf, ieder zijn eigen start en eindpunt. Ik zou als voorrijder de tocht wel twee keer achter elkaar moeten rijden, zodat iedereen kan aan en afhaken op zijn favoriete punt en vanaf daar minstens één volledige ronde kan meerijden. Ik ga dat niet doen. Eén rondje is genoeg in maart. We beginnen en eindigen dus samen en mijn persoonlijke startpunt is de pont achter het Centraal Station. Elke stad, elk dorp heeft zijn ‘rondje om de kerk’. Maar onze club heeft geen tocht die om Amsterdam heen gaat, voor zover ik weet. De behoefte daaraan is bij mij met de jaren gegroeid en zegt misschien iets over mijn pogingen deze stad te begrijpen, te kunnen hanteren. En ik moet zeggen: het werkt. Als ik om de stad heen rijd, heb ik het idee dat ik haar van alle kanten kan bekijken, steeds aan mijn rechterhand, en dat ik een scala aanzichten te zien krijg, sommige overbekend, andere nieuw en alles met elkaar verbonden. Het Waterland, IJburg, Diemen, Ouderkerk, Amstelveen, de Ringvaart, Sloten, Osdorp, Geuzenveld, Westpoort, Zaandam, Oostzaan en Landsmeer. En overal water en groen, hier en daar verrassingen en technische passages. Ik heb geprobeerd de Ring A10 te volgen, en heb zoveel mogelijk gekozen voor de groene optie. De route is een soort cirkel met een straal van 5 kilometer met als middelpunt de Dam, maar op de kaart lijkt het een hart, meer een werkelijk hart dan het symbool. Het klopt: wij rijden thuis, wij rijden om ons hart, dit is onze draaimolen. Iedereen kent delen van de route en iedereen zal vandaag meer dan eens kunnen zeggen: ach, hier ben ik duizend keer geweest, om dan vlak daarna te moeten toegeven: hé, hier was ik nog nooit. En waar je
Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
ZATERDAG 19 maart 11 uur IJsbaanpad, bij de sluisjes 80 km Jens Roep
Storm en bij vlagen flink nat – dat belooft wat. Veel code geel, overal takken op de weg. Het is een wilde februaridag. Het weer heeft nog een goede maand om flink tot kalmte te komen, voordat we aan het vertrek van de Braassemermeertocht. Plus één extra schrikkeldag dit jaar. Maar aan de andere kant gaat er ook een dag af, omdat deze tocht alweer op zaterdag wordt gereden. Dit in verband met de pont over de Oude Wetering die zo vroeg in het jaar nog niet op zondagen vaart.
We hopen daar te komen via Amsterdamse Bos, Aalsmeer en Leimuiden. Na het pontje rijden we naar Hoogmade, waar we pauzeren aan de Kromme Does. Terug is er een aaneenschakeling van jaagpaden en veenkades, over onder meer Rijnsaterwoude, Papenveer, Ter Aar en Bilderdam, en dan via Uithoorn op huis aan. Langs heel veel en hopelijk intens blauwe meren en vaarten. Is er dit jaar ook weer een kalmaan uitvoering? Waar met storm tegen, de 28 niet op de teller wordt gehouden? Hier valt zeker over te praten – ik laat de snellere groep graag aan iemand anders over…
Jens Roep
Vecht en Plassen
ook woont in of bij Amsterdam, voortaan zul je altijd kunnen zeggen als je de stad in of uitrijdt: hier kruis ik de Carrousel. Vanaf de pont achter het CS gaat de tocht naar het noorden en daarna met de klok mee. De pauze is na 45 kilometer, bij Restaurant Meerzicht, in de lange bocht van de Ringdijk, waar je rechts zicht krijgt op de Nieuwe Meer. Na het havengebied nemen we de Hempont (fris!) naar Zaandam en rijden daarna via 't Twiske terug naar de pont achter CS. O ja, als je terugkomt bij het Noordhollandsch Kanaal, kun je een kilometer verderop de gele brug over en aan de overkant van het kanaal de route oppikken voor een tweede ronde.
Erik d’Ailly
Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
MAANDAG 28 maart 10.00 uur ingang Flevobad 110 km Aad Janssen
Op 1 januari 2016 zijn Muiden, Naarden en Bussum opgegaan in de nieuwe gemeente Gooise Meren. Dat was voor mij aanleiding om eens te kijken wat er deze eeuw op bestuurlijk niveau allemaal veranderd is in het gebied waar we Vecht en Plassen verrijden. Het begon op 1 januari 2001, toen de gemeente Maartensdijk, waartoe ook Westbroek, Hollandsche Rading en Groenekan behoorden, werd geannexeerd door De Bilt. Een jaar later gingen Loosdrecht, ’s Graveland en Nederhorst den Berg op in de nieuwe gemeente Wijdemeren. De gemeente Stichtse Vecht zag het levenslicht op 1 januari 2011, na een fusie van Maarssen, Breukelen en Loenen. Tegelijkertijd ging de gemeente Abcoude op in De Ronde Venen. Wijdemeren praat nu alweer over een nieuwe fusie. Er zijn gesprekken gaande met Hilversum en Weesp. In de loop van 2016 zal hierover een besluit vallen. Hilversum streeft er overigens naar om op termijn van de hele Gooi en Vechtstreek één gemeente te maken. Dat betekent dat er in de afgelopen vijftien jaar maar liefst elf Vecht en Plassengemeenten zijn verdwenen (al mag ik Bussum eigenlijk niet meetellen) en er drie nieuwe voor zijn teruggekomen. Binnen niet al te lange termijn zullen ook Weesp en Wijdemeren hun zelfstandige status opgeven.
De stad Weesp, binnenkort geen eigen gemeente meer
Nog even iets heel anders: het ingaan van de zomertijd zorgt vaak voor problemen. Bijna elk jaar zijn er wel een paar Trappisten die keurig om 10.00 uur bij het vertrekpunt staan en er dan achter komen dat het al 11.00 uur is en dat hun clubgenoten dus al een uur onderweg zijn. Daar hebben we dit jaar wat op gevonden, geholpen door het feit dat de zomertijd ingaat in het paasweekend en paasmaandag voor de meesten van ons een vrije dag is. We vertrekken dus op máándagmorgen om 10.00 uur en mogen er dan hopelijk van uitgaan dat alle klokken en horloges inmiddels aan de zomertijd zijn aangepast.
Aad Janssen
Utrechtse Heuvelrug Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
Zondag 10 april 11.00 uur Piramide van Austerlitz 100 km Peter van Riemsdijk
Ook dit jaar weer de eerste voorzichtige klimmeters in het seizoen in de Utrechtse heuvels, alleen nu eens een keer niet op tweede paasdag. Pasen is erg vroeg dit jaar, 27 en 28 maart. In 2017 op 16 en 17 april, wellicht dan weer een heuvelrug op tweede paasdag. Want wat is nu een heuvelrug
op een gewone zondag? Wij volgen de bekende route, wellicht dat er in de buurt van de Grebbeberg een extra klimmetje zal worden ingelast. Voor zover mogelijk pauzeren we direct na de Grebbeberg bij Cunera (is namelijk een steakhouse geworden) en fietsen vervolgens weer richting Austerlitz
Peter van Riemsdijk
Dat was toen 1976 BloemendaalLisse Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Onder wiens hoede
De ronde van de Zijpenberg die 20 september 1975 werd verreden, is een dermate groot succes geworden dat de organisatie heeft besloten dit halfjaarlijkse wielerevenement extra gestalte te geven in de oprichting van een fietsvereniging. Ook wordt het idee geboren om te komen tot de uitgave van een clubblad waarvan je nu het eerste nummer in handen hebt. Arthur Jaspers, een van de oprichters van de club, werd in het café gek gemaakt met fietsverhalen. Gelukkig jatte iemand zijn stereoinstallatie zodat hij van het verzekeringsgeld een racefiets kon kopen. 1e jaargang no 1, februari 1976
Zondag 17 april 10.00 uur Haarlemmerpoort 110 km Peter van Riemsdijk
Als ik deze aankondiging schrijf weet ik nog niet hoe we dit jaar na de pauze terugfietsen. Wellicht zoals vorig jaar of zoals traditioneel via de Ringvaart. In het eerste geval laten we Lisse links liggen. De route voor de pauze ligt vast, via De Hoge Duin en Daalseweg naar het Kopje, let op de villa op nummer 31 (voor de goede klimmers) van Eduard Cuypers uit 1915. Zijn architectenbureau wordt gezien als de oorsprong van de Amsterdamse School, omdat Michel de Klerk, Joan van der Mey en Piet Kramer op zijn kantoor gevormd zijn. Via de duinen naar Zandvoort en vandaar naar de Langevelderslag en pauzeren bij Langs Berg en Dal te Noordwijk, uiteraard op het terras want het wordt hopelijk een mooie dag. De terugweg is dan waarschijnlijk wel bekend Tot ziens.
Donderdag 25 maart word je om 8 uur verwacht in de Kikker voor de eerste ledenvergadering. We kunnen echt de krant naast onze normale dagtaken niet alleen vullen. Schrijven dus! ‘t Mag kort zijn maar ook lang. Het liefst iets wat direkt of indirekt met fietsen te maken heeft. Zondag 28 maart heeft FC Trappist vanaf 15:00 uur het wielercircuit van Sloten gereserveerd. Leden kunnen trainen voor het nieuwe seizoen. Vier Trappisten gaan naar de Kemmelberg. Frans Hell komt als enige boven. Otto Salemon valt tien meter voor de top van zijn fiets, Theo Jansen komt tot de helft. Arthur Jaspers, die het verslag schrijft, ‘vergeet’ hoe ver hij is gekomen. 1e jaargang no 2, maart 1976
Peter van Riemsdijk
De toeragenda voor 2016 telt maar liefst 5 nieuwe toertochten. Erik d’Ailly leidt ons rond Amsterdam tijdens de openingstocht op 13 maart. Deze tocht vervangt de traditionele openingsrit door Waterland. Wim de Haan is ook een Trappisttoerrijder die overal de weg weet. Dat laat hij zien op 8 mei tijdens de Krimpenerwaardtocht en op 4 september tijdens de Maas en Waaltocht. Aad Janssen heeft voor ons de schoonheid van Wieringen verkend. Op 10 juli vertrekken we daarvoor vanuit Hoorn. De Westfriese Omringdijk laten we vervallen. Marja de Ridder is tegenwoordig bekend met het Drentse landschap en fietst daar een tocht voor (en heel misschien een weekend) op 26 juni (of 25 en 26 juni). Henny Remmer neemt in de zomervakantie (6 en 7 aug.)
Het resultaat van de enquête naar een buitenland evenement is dusdanig positief dat een groepje van drie Trappisten een volgende stap gaat zetten in de organisatie van een buitenlandse reis. Deze drie zijn Alex Leenders, Arent Wilde en Jeroen Zonneveld. Hun taak is het nu om zowel een verkenning te maken naar een uitstapje in de Vogezen als een tochtje naar de Mont Ventoux en het resultaat voor te leggen aan de leden. Daarbij hopen ze dat er nog enkele clubleden aanschuiven om de trip voor te bereiden. Ruim dertig leden hebben afgelopen winter de enquête ingevuld. Het leeuwendeel ziet een buitenlandse reis als een gewoon clubuitje, niet als zomervakantie. Dertien Trappisten willen het liefst naar de Mont Ventoux, twintig prefereren de Vogezen. Elf willen een bestaande cyclosportive ter plaatse
de liefhebbers van het Vlaamse werk mee voor een weekend in de Vlaamse Ardennen Uit de categorie ‘goede oude tijden’ komt de Hilversumse Heidetocht weer terug op 11 september onder leiding van (als vanouds) Gijsjan van der Linden. Gooi en Eemland maakt daar plaats voor. De toercommissie blijft werken aan een afwisselend toerprogramma. Ook aan het programma voor 2017 wordt al gewerkt. We kunnen dat echter niet alleen. Ben je ergens in Nederland goed bekend en vind je dat we daar ook eens moeten gaan rondkijken (en fietsen), meld je dan bij de toercommissie. Samen bekijken we de mogelijkheden en treffen we de voorbereidingen. Je staat er nooit alleen voor.
Ben Koeleman
rijden, acht een ‘eigen’ wedstrijd en vijf een klimtijdrit. Bij het toeren willen achttien Trappisten een programma op grote lijnen met keuzes ter plaatse, terwijl twaalf leden een vast programma willen. De meeste leden willen kamperen, maar een grote groep wil liever in vakantiehuisjes. Voor het eten verwachten dertien dat er groepjes ontstaan, hebben elf een voorkeur voor de accommodatie en negen willen het zelf regelen. De drie bovengenoemde leden hebben aangeboden mee te helpen, en daarnaast hebben dertien Trappisten aangeboden deels mee te willen helpen als er op hen een beroep wordt gedaan.
Alex Leenders
Voor de vijfde maal gaan wielerliefhebbers uit Amsterdam naar de Zijpenberg. Dit keer gaan ze met een touringcar. De A’s rijden 15 ronden, de B’s 7. Zondag 25 april is er een toertocht van dertig kilometer. In Abcoude is er koffie of een pilsje. Tijdens de eerste vergadering blijken de 22 aanwezigen tevreden. Bestuur en redactie mogen op dezelfde voet doorgaan. Elf Trappisten zijn aanwezig op Sloten, op het parcours van exact 2,5 km met een gore rotklim erin. 1e jaargang no 3, april 1976 De oprichters kunnen geen potten bij de ronden van de Zijpenberg. Arthur Jaspers wordt 16de bij de B. Bij de A stappen Jerry Koning (na 10 ronden) en Otto Salemon (na 5 ronden) af. Ludo Pinxt en Dick Kok staan niet eens aan de start. 1e jaargang no 4, mei 1976 Zaterdag 21 augustus wordt in één dag rond het IJsselmeer gefietst. Vertrek is om vijf uur ‘s ochtends. Inschrijfgeld bedraag f. 10 (€4,50) voor de bezemwagen. Na afloop feestavond in café van Puffelen. De eerste renners worden daar tegen half acht ‘s avonds terugverwacht. Willem van Dongen met zijn 46 jaartjes toonde menig jongere Trappist dat je op oudere leeftijd nog tot goede sportprestaties in staat bent. Op de kalender staan onder meer een koers over 120 km naar Nijkerk en een koers over 150 km naar Enkhuizen en een koers over 130 km naar Lelystad. 1e jaargang no 5, junijuli 1976 Zaterdag 18 september wordt de tweede ronde van de Zijpenberg verreden. Leden kunnen zich uitsluitend per brief of briefkaart inschrijven. Wie gebruik maakt van clubvervoer betaalt f. 15 (€7). Mensen die met hun eigen auto gaan, betalen niets.
Voorzitter Otto Salemon schrijft dat hij na de Tour de France van 1973 een racefiets heeft gekocht omdat hij door het vele praten over wielrennen een ongelooflijke conditie had opgebouwd. De eerste tocht, heenenweer naar Alkmaar, wordt op de Hemweg onderbroken. Een van de deelnemers gaat terug naar Presto om een koersbroek te kopen tegen de zadelpijn. Met pijn en moeite halen de Trappisten Koog Zaandijk. De toertocht door de Ronde Hoeppolder is niet doorgegaan wegens gebrek aan deelnemers. De toertocht van 10 oktober gaat daarom alleen door als er een goede opkomst is tijdens de toertocht van 5 september. 1e jaargang no 6, augustus 1976 De tweede Ronde van de Zijpenberg heeft meer dan zestig inschrijvingen. Winnaar JanPeter Kelly doet er bij de A 2 uur, 11 minuten en 43 seconden over. De B’s Ruud Wijchers wint – doen er ruim een uur over. Twintig Trappisten rijden om het IJsselmeer. Hoofdredacteur Jerry Koning komt om half negen in Amsterdam aan. 1e jaargang no 7, september 1976 Drie Trappisten doen mee aan het Nederlands kampioenschap wielrennen voor fysiotherapeuten en artsen. Twee staken de strijd na een valpartij, de laatste Trappist in koers wordt in de eindsprint zevende. Ruim een week na de ronde van de Zijpenberg staat er een koers naar Den Helder op de kalender. Slechts vijf Trappisten
Dat was toen 1976 rijden de tocht. We zijn een democratische club en dat houden we voorlopig ook maar zo, luidt de aankondiging van de tweede ledenvergadering in café de Kikker. 1e jaargang no 8, 1976
dat hij bij Velp heeft uitgezet. Salemon hangt briefjes op in de Sproeier, Spuit, Kikker en een paar andere cafés en in september staan er tientallen cafégangers aan de start met een toerfiets, speciaal voor de gelegenheid ontdaan van spatborden en dynamo. De Ronde van de Zijpenberg is geboren. In 1974 en 1975 herhaalt Salemon ‘zijn’ evenement, die laatste keer staan er vijftig Amsterdammers op die heuvel bij Arnhem. In 1975 fietst Salemon veel samen met Frans Hell, barkeeper in café Van Puffelen. Hij vindt het leuk, maar hij zou liever in een grote groep fietsen. Voor de Ronde van de Zijpenberg moet hij iedere keer affiches maken, ophangen in cafés en hopen op voldoende animo. Het zou handiger zijn contact te houden met de deelnemers door hen maandelijks een stenciltje te sturen en hen uit te nodigen voor fietstochten. Aan het eind van dat jaar hakt hij de knoop door en nodigt vier andere fietsende barkeepers en cafégasten uit naar Scheltema te komen om het tijdschrift en de fietsclub op te richten.
Op 11 en 12 december organiseert FC Trappist met Café van Puffelen en Presto een indoor clubkampioenschap. Presto levert 2 baanfietsen en rollenbanken met een klok in het midden. Zondag 19 december staat een koers naar Baarn op de kalender. Vertrek – bij droog weer om 11 uur vanaf de Westermarkt. Bij de tweede ledenvergadering zijn slechts 17 van de 108 leden present. Er is een kans dat FC Trappist komend voorjaar op het circuit van Zandvoort kan koersen om het clubkampioenschap in ‘t vlakke. 1e jaargang no 9, 1976 FC Trappist neemt uitsluitend nieuwe leden aan die niet in het bezit zijn van een licentie. Ik hoop dat we over vijfentwintig jaar nog bestaan, zegt oprichter en voorzitter Otto Salemon in een lang interview. En als we ooit goed bij kas komen, dan gaan we een keer naar België. Hoofdredacteur Jerry Koning biedt zijn excuses aan. Anders dan gesuggereerd is er op de tweede ledenvergadering niet veel gedronken. Hij had dit in het verslag gezet bij wijze van een – misplaatste – grap. Rob Steinweg wint de rollenbankwedstrijd. 1e jaargang no 10, 1976
Op 19 december 1975 om drie uur ‘s middags komen ze op verzoek van de dertigjarige fotograaf Otto Salemon in café Scheltema bij elkaar om hun wielertijdschrift op te richten. Ze, dat zijn Salemon en vier andere Amsterdamse kroegtijgers die het leuk vinden af en toe een stukje te fietsen. Het idee maakt hen enthousiast. Een krantje om de eigen prestaties op de fiets achter de schrijfmachine nog eens dunnetjes over te doen, om de wereld te vertellen hoe ver het was, hoe zwaar, hoe steil, hoe heet en hoe vreselijk! Het enthousiasme is zo groot dat de vijf het nieuwe tijdschrift verheffen tot het maandblad van een heuse fietsclub. Jerry Koning, in het dagelijks leven copywriter, bedenkt ter plekke de naam. FC Trappist. In februari 1976 verschijnt het eerste nummer van het nieuwe tijdschrift, een gestencild krantje van acht pagina's dat ze aan iedereen sturen die in september mee is geweest naar de Ronde van de Zijpenberg. Er is nu een redactie en een bestuur, alleen een vereniging ontbreekt nog. Om die leemte op te vullen wordt in het tweede nummer iedereen uitgenodigd naar café De Kikker in de Egelantierstraat te komen. Op 25 maart krijgen de 22 aanwezigen van voorzitter Salemon het goede nieuws te horen dat er meer dan vijftig leden zijn. Er is nu ook een club. FC Trappist gaat gezelligheidstochten, de halfjaarlijkse Ronde
Dat was toen 1976
Fanatisering Met – of is het: Dankzij? het oprichten van FC Trappist verdwijnt langzaam de vrijblijvendheid van de fietsende caféganger en komt er een sluipende fanatisering op gang. Al bij de eerste Ronde van de Zijpenberg onder de vleugels van FC Trappist staat er iemand met een echte racefiets aan de start. Over de gehele linie wordt het materiaal beter, de buiken platter en de gezichten gladder. Daarnaast ontstaat al heel snel een discussie over het tempo tijdens de toertochten.
van de Zijpenberg en kleine vlakke wedstrijden organiseren onder het motto: ‘Heb je zin, dan ga je mee, kun je niet dan blijf je thuis. De volgende keer beter. Alles mag, niets moet!’ Maandelijks verschijnt er een clubblad. Afstompend werk Deze halfjaarlijkse Ronde van de Zijpenberg is al in 1973 door Salemon bedacht. Hij is dan, omdat hij als freelance fotograaf geen droog brood kon verdienen, in dienst getreden bij het IISG, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, waar hij dag in dag uit met flinke tegenzin documenten fotografeert: “Iedere keer weer die kop van Marx! Ik heb het nou wel gezien.” Om zijn afstompende werk te ontvluchten stort hij zich op het wielrennen. Eerst zit hij in café De Sproeier aan de radio gekluisterd en na de Tour de France koopt hij voor 1000 gulden een racefiets, een Peugeot PX 10. Als freelance fotograaf met artistieke ambities was dat hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk geweest, maar nu kan hij het zich veroorloven, dankzij zijn duffe baan. Een dag later vertrekt hij met Paul ten Kortenaer, barkeeper van café De Sproeier, naar Alkmaar maar bij de Hempont zijn ze al bekaf. Op karakter komen ze tot Koog Zaandijk. Ondertussen doet het wielervirus zijn werk. Salemon heeft tussen Arnhem en de Posbank een gemeen klimmetje ontdekt en deze Zijpenberg vormt de scherprechter in het parkoers
Het verslag van de tweede ledenvergadering in het najaar van 1976 spreekt van oeverloos gekletst, maar dat is een denkfout. Deze permanente discussie over de snelheid tijdens de tochten hoort bij een club als de onze, want FC Trappist organiseert vanaf dag één gezelligheidstochten én kleine vlakke wedstrijden. Dat zijn verwante activiteiten die niet geheel in elkaars verlengde liggen en daardoor verschillende type renners trekken. Het spanningsveld dat dit oplevert wordt in het jubileumnummer in 1986 door Eddie Korlaar adequaat, maar een tikje hoogdravend beschreven: “FC Trappist is vóór alles te typeren als een voortdurende herhaalde, tot mislukken gedoemde, pogingtegenbeterwetenin om een modus vivendi te vinden tussen deze verschillende renners c.q. menstypen. Als zodanig is ze niet meer, maar ook niet minder, dan een queeste: een zoektocht naar de verborgen schat, naar een verloren paradijs, naar de Elysische harmonie. En ook voor deze queeste geldt dat de maat voor het succes ervan niet gelegen is in het bereiken van het doel – wat onmogelijk is – maar in de intensiteit waarmee naar dat doel gezocht wordt.” Drinkende Trappisten Korlaar schrijft de geschiedenis van de eerste tien jaar en hij onderscheidt verschillende renners c.q. menstypen. In de eerste plaats noemt hij de Drinkende Trappist, die met de fiets vooral van kroeg naar kroeg gaat. De Drinkende Trappist is historisch gezien de eerste Trappist en zo’n beetje alle leden van het eerste uur behoren tot deze groep. Dan zijn er
Dat was toen 1976 Amsterdamse Cross Competitie Uitslag Trappisten 40+ 1. Auke Broex 2, Mike Cooper 3. Sander Baars 4. Djoen Liem 5. Bart Bijvoet 6. Mart Dominicus 7. Jan Repko 8. Jan Maarten Deurvorst 9. Klaas Fopma 10. Evert Fermin 11. Nick Mulder
Fietsende Trappisten, die door Korlaar worden onderverdeeld in subcategorieën, zoals de Realo’s (accepteren hun beperkingen), Manco’s (gemankeerde wielrenners die zich een heel leven suftrainen), Veterano’s (oudwielrenners) en Echte Wielrenners (zeer zeldzaam). Het bestuur moet die groepen bij elkaar zien te houden. Dat valt niet mee. Voorzitter Salemon moet in zijn eerste Trappisten jaar al lossen. Op de terugweg uit Nijkerk komt hij man met de hamer tegen. Hij wilde het gras langs de weg opeten van honger en ellende. Thuis is hij beroerd en ijskoud. Korte tijd later volgt een valpartij. Op topsnelheid loopt z’n tube eraf. Salemon vlieg over de kop. Zelf moet hij naar het WG, zijn fiets ligt aan barrels. “Toen dacht ik: dit is te gek. Dit is mijn sport niet. Toen heb ik televisie gekocht.” Salemon blijft nog wel voorzitter en bezoekt iedere donderdag café Van Puffelen, maar nu hij niet meer mee fietst, proeft hij een verwijdering. Eind 1977 doet hij nog mee aan de rollenbankwedstrijd, terwijl de andere oprichter (inmiddels ex redacteuren en bijna exredacteuren van het clubblad) zich niet eens aan dit bij voorbaat mislukt avontuur wagen. Jaarklassement In het derde verenigingsjaar komt er een klassement met punten voor alle evenementen: aan de ene kant voor prestaties tijdens wedstrijden, aan de andere kant voor aanwezigheid bij officiële toertochten. De winnaar ontvangt een kampioenstrui en wisselbeker. In het najaar wordt het eerste clubkampioenschap georganiseerd. Waarnemend voorzitter Rob Steinweg wordt tweede, zijn voorganger Otto Salemon 25ste en laatste. Eddie Korlaar vindt het een symbolisch beeld van de enorme veranderingen in FC Trappist in bijna drie jaar tijd: de opkomst van de Manco’s en de afgang – door een achterdeur – van de Drinkende Trappisten. Hij onderbouwt dit beeld met cijfers: eind 1978 staan er 42 van de 112 leden in het jaarklassement. 80 beperken zich tot de rol van Drinkend Trappist. Waren er in 1976 ongeveer twee keer zoveel Fietsende als Drinkende Trappisten, in 1978 is die verhouding precies omgekeerd. Het jaarklassement wordt gedomineerd door de Manco’s en veel Drinkende Trappisten
zijn afgestapt. Met de moed der wanhoop en zonder goed argument besluit het bestuur door te gaan met een gecombineerd jaarklassement met wedstrijd en toerpunten. Er is ook geen echt alternatief. Splitsen in een wedstrijd en toerclub, zoals alle anderen? Dan kunnen de leden beter meteen overstappen naar zo’n vereniging. Tegelijkertijd is er een sprankje hoop. Deelnemers en bestuur ervaren de Dijkenduinen tocht van 1978 als de eerste gezellige, goed bemande toertocht sinds jaren. Voor het eerst sinds begin 1976 is er gegronde hoop dat FC Trappist méér kan worden dan een reisbureau voor tochtjes naar de Zijpenberg of een opvangcentrum voor gemankeerde wielrenners. In 1979 komt er een vast programma met jaarlijks terugkerende toertochten en wedstrijden, met een klassement, een clubkampioen en een beker. De leden gaan op de jaarvergadering in het najaar akkoord. Het jaar daarop begint de uittocht van de Drinkende Trappist, de leden van het eerste uur, maar desondanks breekt er een periode aan van gestage groei. De caféclub die ook wat aan fietsen doet, evolueert tot een fietsclub met leden die het leuk vinden om een biertje in de kroeg te drinken. Kemmelberg Otto Salemon is dan al teruggetreden als voorzitter. In maart 1978 stopt hij er mee en na het clubkampioenschap in 1978 raakt hij zijn fiets in Trappistverband niet meer aan. Hij is nog wel aanwezig als veilingmeester bij de rollenbankwedstrijd, hij schrijft nog enkele jaren veel stukjes in het clubblad en stelt het jubileumnummer 19761981 samen. In februari 1982 wordt hij ontslagen bij het IISG en een half jaar later verhuist hij naar Ieper, in de buurt van de Kemmelberg. Hij gaat er fotograferen. In september 1987 verzoekt hij zijn naam bij de ereleden te schrappen. Hij heeft geen binding meer met de club.
Perry van Dijk Foto’s: Archief FC Trappist
punten 238 224 150 114 107 100 96 92 23 20 17
deelnames 10 11 10 11 11 12 10 12 1 9 11
12. Joost Hartog 13. PieterJan Jongen 14. Frans Blom 15. Ilja de Vries 16. Bert Zwaving 17. Marc de Bokx 18. Jan Gottmer 19. Koen Denecker 20. Francois Donze
13 6 6 4 2 1 1 1 0
8 6 6 4 2 1 4 4 1
Trappisten 40 1. Niels Kooij 2. Jon Woodroof
6 1
7 0
Clubkampioenschap veldrijden Cooper en Fermin crosskampioenen Mike Cooper is Clubkampioen Veldrijden geworden bij de A. Evert Fermin werd Kampioen bij de B. Daarmee werd zondag 17 januari een mooi crossseizoen in stijl afgesloten. Ondanks de zware omstandigheden zaten de meeste Trappisten elkaar behoorlijk op de hielen. Het jaarlijkse kampioenschap was een gecombineerde wedstrijd met WTC De Amstel, Olympia
en De WVA. FC Trappist was goed vertegenwoordigd (9 A’s en 7 B’s), al waren een paar vaste klanten van de ACC opvallend afwezig. Die hebben wat gemist, want ondanks de kou werd het toch een echte (modder)cross, dankzij de medewerking van een crossvriendelijk zonnetje.
A 1. Mike Cooper 2. Sander Baars 3. Mart Dominicus 4. Djoen Liem 5. Bart Bijvoet 6. Jan Maarten Deurvorst Afgestapt: Eric van den Heuvel, Jan Repko en Rieks van Rooijen.
B 1. Evert Fermin 2. Joost Hartog 3. Koen Denecker 4. Klaas Fopma 5. Niek Mulder 6. Joop Vangangel 7. Wim van der Zande Foto: Niek Mulder
Openingswedstrijd De racefiets is gekuist, de benen glad geschoren en ingevet. Dat kan maar een ding betekenen…het spel gaat beginnen! In de Openingswedstrijd wordt de Koppeltijdrit vervangen door een individuele tijdrit. Deze telt mee in het tijdritklassement, dat wordt opgemaakt na drie tijdritten. Voor de tijdritbeker zullen de twee beste tijden van de renner meetellen. Er komen twee tijdritbekers: voor de A en de B. De individuele tijdrit gaat over 1 ronde van 3,2 km. De snelste tijd ooit gereden is van Gerard Ypenga 4:05:99. Na de tijdrit is er een criterium. De A rijden één uur en 3 ronden, de B drie kwartier en 3 ronden. Wanneer Starttijd Waar Inschrijfgeld
Zondag 3 april 13u00, neem ruim de tijd voor het halen van het rugnummer. Circuit Spaarnwoude, Wheeler Planet. 3 euro
Rugnummer abonnement geeft recht op gratis deelname. Een rugnummer abonnement kost 35 euro voor een vast rugnummer gedurende het wegseizoen 2016 en is geldig voor alle Trappist wegwedstrijden. Punten Alleen bij het criterium zijn punten te behalen. Wedstrijdklassement: A en B apart. Wedstrijdpunten: 10 punten voor de nr. 1, 9 punten voor de nr. 2 enz.
Super Prestige klassement: wedstrijdpunten + 5 deelnamepunten Wereldbeker: geen punten De individuele Tijdrit tijd telt mee voor Tijdritklassement (A en B apart). Prijzen 2 ontbijtkoeken (winnaars tijdrit A/B) 2 bossen bloemen (winnaars criterium A/B) 2 flessen wijn (strijdlustigste A/B) Bijzonderheden Renners die niet meedoen aan de tijdrit, kunnen alleen buiten mededinging meedoen aan het criterium, en worden 3 ronden voor het einde uit de koers genomen. Deze wedstrijden zijn niet toegankelijk voor nietleden en introducés Tevens is dit een uitgelezen kans voor onze toerrijders, en zeker onze dames, om eens kennis te maken met het wedstrijdgebeuren van de Trappist en het parkoers Spaarnwoude. Niets houd je tegen, om te laten zien hoe snel een tijdrit gereden kan worden, door enkele doorgewinterd toerrijders/sters. Het wedstrijdsecretariaat
Voorjaarsblok Na de openingswedstrijd, is het op woensdag avond 6 april en woensdagavond 20 april weer gewoon koers op de Wheeler Planet in Spaarnwoude. We gaan van start met de eerste wedstrijd in het voorjaarsblok. Het voorjaarsblok bestaat uit vier wedstrijden op de woensdagavond. Wedstrijdvorm: Criterium A één uur en 3 ronden, B drie kwartier en 3 ronden. (A en B groepen rijden tegelijk. De groepen starten even na elkaar) Wanneer Starttijd
Woensdag 6 april 2016 18u30 (vervroegde starttijd ivm invallende duisternis),
Wanneer Woensdag 20 april 2016 Starttijd 19u00 (vervroegde starttijd ivm invallende duisternis), Waar Circuit Spaarnwoude, Wheeler Planet. Inschrijfgeld 3 euro voor leden, 5 euro voor niet leden
Wedstrijdpunten: 10 punten voor de nr. 1, 9 punten voor de nr. 2 enz. Blokklassement: wedstrijdpunten + 10 deelnamepunten Super Prestige klassement: wedstrijdpunten + 5 deelnamepunten Wereldbeker: geen punten Prijzen bloemen (winnaars criterium A/B) fles wijn (strijdlustigste A/B) per 4 wedstrijden worst of ontbijtkoek (winnaars criterium A/B) Bijzonderheden Deze wedstrijden zijn toegankelijk voor nietleden en introducés. Zij mogen maximaal 2 maal meedoen, daarna is lidmaatschap verplicht. Op deze avond gaan we zien wie er goesting heeft voor een lang en hard seizoen op de weg. Was de openingswedstrijd slechts een schermutseling, nu brandt de echte strijd los. De grote vraag wie rijdt er bij de A en wie bij de B?
Rugnummer abonnement geeft recht op gratis deelname. Een rugnummer abonnement kost je 35 euro voor een vast rugnummer gedurende het wegseizoen 2016 en is geldig voor alle Trappist wegwedstrijden.
Neem ruim de tijd voor het halen van het rugnummer. We vertrouwen erop u allen in grote getalen te ontvangen,
Punten Wedstrijdklassement: A en B apart.
PS Aspirant juryleden kunnen zich bij ons melden om mede de wedstrijd te leiden.
Het wedstrijdsecretariaat