Beste deelnemers, ouders en monitoren, Via deze weg willen wij jullie nogmaals heel hartelijk bedanken voor jullie deelname en bijdrage aan onze studie. We hebben ontzettend veel informatie kunnen halen uit de vragenlijsten (voormeting) en de dagboekjes (tijdens de Kazouvakantie). Benieuwd naar de resultaten? Op de volgende pagina’s hebben we de belangrijkste informatie proberen samen te vatten op een manier die begrijpelijk is voor jong en oud. Meer gedetailleerde informatie kan u steeds terug vinden naast het brilletje. Wat wilden we nu juist onderzoeken? Wel, we wilden een zicht krijgen op het sociaal leven en welbevinden van kinderen en jongeren tijdens een zomervakantie met leeftijdsgenoten. Ieder jaar vertrekken duizenden kinderen op vakantie vaak met de hoop er nieuwe vrienden te maken en een fijne tijd te beleven met leeftijdsgenoten. Helaas verloopt dit niet voor ieder kind van een leien dakje. Het doel van deze vakantiebevraging is dan ook het in kaart brengen van de factoren die ertoe leiden dat het voor de een al wat vlotter verloopt dan voor de ander en hoe we ervoor kunnen zorgen dat zoveel mogelijk kinderen een fijne tijd beleven onder leeftijdsgenoten op vakantie. Heeft u nog vragen of zou u graag papieren versie ontvangen? Aarzel dan niet om een mailtje te sturen naar
[email protected]. Vriendelijke groeten vanwege het onderzoeksteam, Dr. Janne Vanhalst Anne De Schepper Anne Ederveen Julie Schreuer Sofie Weyn
Inhoud Hé jij daar! Ken je deze drie KU-Leuven studenten nog? ........................................................ 1 Wie was mee op vakantie en waarom? ...................................................................................... 2 Voor welke Kazouvakanties waren de deelnemende kinderen ingeschreven? ............... 2 Wat verwachtten kinderen van de Kazouvakantie? ........................................................ 3 Hadden kinderen zin om op Kazouvakantie te vertrekken? ............................................ 3 Hoeveel procent van de kinderen vertrok alleen op Kazouvakantie? ............................. 4 Hoe voelden kinderen zich op Kazouvakantie? ......................................................................... 5 Ervaarden kinderen veel positieve emoties doorheen de Kazouvakantie?...................... 5 Blijdschap ........................................................................................................................... 5 Zich deel voelen van de groep voelen ................................................................................ 6 Waren er ook moeilijkere momenten? ............................................................................ 7 Eenzaamheid ...................................................................................................................... 7 Heimwee............................................................................................................................. 9 Andere emoties ................................................................................................................. 11 Wat was de rol van de monitor daarbij? ........................................................................ 12 Hoe werden de monitoren ervaren door de kinderen? ..................................................... 12 Welke kwaliteiten van een monitor waren belangrijk voor het sociaal welbevinden van kinderen? .............................................................................................................................. 13 Hoe verliepen de sociale contacten tijdens een Kazouvakantie? ............................................. 14 Wederkerige vrienden ................................................................................................... 14 Hoe verliep de relatie met de beste vriend of vriendin op Kazouvakantie? .................. 15 Hé wist je dat al? ...................................................................................................................... 16
Achtergrondinformatie
Na schriftelijke toestemming van ouders en kind, hebben de deelnemende kinderen een vragenlijst ingevuld bij de inschrijving en eentje twee weken voor de start van de Kazouvakantie. Tijdens de Kazouvakantie hebben deze kinderen iedere avond een dagboekje ingevuld met vragen over het sociaal gebeuren van die dag. Dit gebeurde onder begeleiding van de monitoren en drie KU-Leuven studenten. In ruil voor hun deelname kregen de kinderen een kleine beloning. Het onderzoek is goedgekeurd door de sociaal-maatschappelijke ethische commissie van de KU Leuven, en die kan steeds gecontacteerd worden bij eventuele vragen of klachten:
[email protected]. Hé jij daar! Ken je deze drie KU-Leuven studenten nog? Kennen jullie Anne, Anne en Julie nog, zij die jullie iedere avond hielpen met het invullen van het vakantiedagboek? Zij studeren aan de KU Leuven en schrijven een masterproef over de dingen die jullie hebben ingevuld in de dagboekjes. Benieuwd waarover hun masterproef gaat? Anne De Schepper
Anne Ederveen
Anne merkte dat er naast de vele leuke groepsmomenten ook momenten waren waarop sommige kinderen zich een beetje eenzaam voelden op vakantie. Ze deed daarom een onderzoek naar eenzaamheid op vakantie. Met dit onderzoek wil ze te weten komen of er veel kinderen waren die zich sterk verbonden voelden met de groep, maar ook of er kinderen waren die zich wat eenzamer voelden in de groep. Ze wil onderzoeken welke factoren maken dat kinderen zich iets meer of iets minder verbonden voelden. Voorbeeldjes hiervan zijn: voelen verlegen kinderen zich misschien minder opgenomen in een groep? Zijn kinderen die vriendjes kennen op vakantie minder eenzaam dan kinderen die geen vriendjes kennen op vakantie? Verder gaat Anne ook onderzoeken op welke momenten het groepsgevoel van kinderen heel sterk is en op welke momenten kinderen zich minder goed verbonden voelen met een groep. Ten slotte wil Anne bekijken hoe dit evolueert doorheen de vakantie. Voelen kinderen die in het begin van de vakantie eenzame gevoelens hadden, zich op het einde van de vakantie beter verbonden met de groep? 1
Anne zag dat er naast veel vriendschappelijke en leuke momenten op vakantie, ook af en toe momenten waren waarop het minder leuk was, bijvoorbeeld wanneer kinderen zich buitengesloten voelden. Voor haar masterproef keek Anne of er een verschil is in het sociaal welbevinden tussen jongens en meisjes. En wat bleek? Jongens en meisjes werden gelijkaardig behandeld. Verder ging Anne op zoek naar hoe het komt dat sommige kinderen zich beter in de groep opgenomen voelen dan anderen. Hierbij vond ze dat kinderen zich beter in de groep opgenomen voelden wanneer ze meerdere vriendjes hebben op vakantie.
Julie Schreuer
Julie heeft gekeken of de relatie die jullie op vakantie hadden met de monitoren een invloed heeft op hoeveel kinderen je leuk vonden (acceptatie leeftijdsgenootjes), hoeveel kinderen je minder leuk vonden (afwijzing leeftijdsgenootjes) en hoeveel kinderen jou ook hebben opgegeven als beste vriend(in) (wederkerige vrienden). Benieuwd naar wat Julie vond? Julie vond dat kinderen die een goede band hadden met de monitoren, meer leuk gevonden werden door andere kinderen en meer wederzijdse vrienden hadden. Kinderen die meer afhankelijk waren van hun monitoren (bijvoorbeeld vaak hulp vroegen), werden daarentegen minder leuk gevonden door anderen en hadden minder wederzijdse vrienden. Ook kinderen die meer conflicten hadden met hun monitoren werden over het algemeen minder leuk gevonden door andere kinderen. Verder heeft Julie gekeken of er verschillen waren tussen jongens en meisjes. Wat bleek? Jongens en meisjes werden beiden even vaak leuk gevonden door anderen, maar meisjes werden, in vergelijking met jongens, gemiddeld minder vaak afgewezen door andere kinderen en hadden gemiddeld meer wederzijdse vrienden dan jongens.
Wie was mee op vakantie en waarom? In totaal namen 263 kinderen tussen 11 en 12 jaar deel aan de studie. Deze groep bestond voor 54.79% uit meisjes en voor 45.21% uit jongens. De kinderen werden gerekruteerd uit zeven verschillende Kazouvakanties in Massembre. Aan de kinderen werd gevraagd wat ze verwachtten van een Kazouvakantie en of ze op voorhand al kinderen kenden. Voor welke Kazouvakanties waren de deelnemende kinderen ingeschreven?
2
Wat verwachtten kinderen van de Kazouvakantie?
De deelnemende kinderen hebben deze vragen twee weken voor de start van de Kazouvakantie beantwoord. Iedere vraag werd beantwoord op een schaal van 1 (helemaal niet akkoord) tot 5 (helemaal akkoord). Hadden kinderen zin om op Kazouvakantie te vertrekken?
3
Hebben kinderen die minder zin hebben om op vakantie te vertrekken een minder leuke vakantie? Neen, uit onze studie blijkt dat de kinderen die een beetje zin hebben om op Kazouvakantie te gaan, gemiddeld gezien de dagen op vakantie even leuk vinden (gemiddelde score (gem.) = 4.12/5) als de kinderen die veel zin hebben om op Kazouvakantie te gaan (gem. = 4.55/5). Hoeveel procent van de kinderen vertrok alleen op Kazouvakantie?
Zijn de kinderen die alleen op Kazouvakantie vertrekken meer eenzaam dan kinderen die met vrienden of familieleden op Kazouvakantie vertrekken? Neen, uit onze studie blijkt dat er geen verband is tussen het al dan niet alleen op vakantie vertrekken en het gemiddelde niveau van eenzaamheid doorheen de vakantie (r = -.02*). Besluit Uit onze studie blijkt dat er ongeveer evenveel meisjes als jongens deelnamen, dat de meeste kinderen hopen veel vrienden te maken, dat de meeste kinderen veel zin hebben om op Kazouvakantie te vertrekken en dat bijna 1/5 van de kinderen alleen op Kazouvakantie vertrekt. Dit laatste hangt echter niet samen met eenzaamheid op vakantie
* r staat voor correlatie. Een correlatie geeft aan hoe sterk twee variabelen samenhangen. 4
Hoe voelden kinderen zich op Kazouvakantie? Verder waren we vooral geïnteresseerd in het sociaal leven van kinderen op vakantie. We wilden bijvoorbeeld weten hoe kinderen zich voelen in het bijzijn van leeftijdsgenootjes en hoe de groepsactiviteiten op vakantie verlopen. Naast de leuke momenten zijn we ook geïnteresseerd in de voor sommige kinderen iets minder leuke momenten. Ervaarden kinderen veel positieve emoties doorheen de Kazouvakantie? Blijdschap
5
Blijdschap werd tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal niet blij) tot 5 (helemaal blij). Eerst werd de gemiddelde score op blijheid over de dagen heen genomen en werd er een onderscheid gemaakt in ‘Niet blij’ (een gemiddelde score van 1-2.5), ‘Gemiddeld’ (een gemiddelde score van 2.5-3.5) en ‘Heel blij’ (een gemiddelde score van 3.5-5). Daarna werd er per dag gekeken naar het percentage blijde kinderen (percentage kinderen met een gemiddelde score > 3.5 op blijheid). Bovendien bleek dat blijheid gemiddeld lichtjes toeneemt doorheen de vakantie (dag 1: gem. = 4.1/5, dag 6: gem. = 4.6/5).
Zich deel voelen van de groep voelen
6
Zich deel van de groep voelen werd tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (zich helemaal geen deel voelen) tot 5 (zich deel van de groep voelen). Eerst werd de score op ‘Zich deel van de groep voelen’ over de dagen heen genomen en een onderscheid gemaakt in ‘Zich niet deel van de groep voelen’(een gemiddelde score van 1 - 2.5), ‘Neutraal’ (een gemiddelde score van 2.5-3.5) en ‘Zich deel van de groep voelen’ (een gemiddelde score van 3.5-5). Meer specifiek bleek dat 3 kinderen zich niet deel van de groep voelden, 18 kinderen neutraal antwoorden en 242 kinderen zich deel van de groep voelden. Daarna werd er per dag gekeken naar het percentage kinderen dat ‘zich deel van de groep voelde’ (percentage kinderen met een gemiddelde score > 3.5 op ‘zich deel van de groep voelen’). Bovendien bleek dat ‘Zich deel van de groep voelen’ gemiddeld lichtjes toeneemt doorheen de vakantie (dag 1: gem. = 4.3/5, dag 6: gem. = 4.8/5). Ervaarden kinderen die zich deel van de groep voelen, gemiddeld meer blijdschap dan kinderen die zich geen deel van de groep voelden? Uit onze studie blijkt dat kinderen die zich deel van de groep voelden, meer blijdschap ervaarden doorheen de vakantie (r = .68). Besluit Uit onze studie blijkt dat de meeste kinderen zich blij en deel van de groep voelden doorheen de vakantie. Daarnaast blijkt dat beiden lichtjes toenemen doorheen Waren de er ook moeilijkere momenten? vakantie en dat naarmate kinderen zich meer deel van de groep voelden, ze blijder waren. Eenzaamheid Voelen kinderen zich soms wat eenzaam op Kazouvakantie?
7
Wanneer voelen kinderen zich het meeste eenzaam?
8
Eenzaamheid werd tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal niet eenzaam) tot 5 (helemaal eenzaam). Eerst werd de gemiddelde score op eenzaamheid over de dagen heen genomen en werd er een onderscheid gemaakt tussen ‘Niet eenzaam’ (een gemiddelde score van 1-2.5), een ‘Beetje eenzaam’ (een gemiddelde score van 2.5-3.5) en ‘Heel eenzaam’ (een gemiddelde score van 3.5-5). Daarna werd er per dag en per moment naar het percentage eenzame kinderen gekeken (percentage kinderen met een gemiddelde score > 3.5 op eenzaamheid). Meer specifiek, in aantallen, bleek dat 3 kinderen zich heel eenzaam voelden, 8 een beetje eenzaam en 252 niet eenzaam. Hebben eenzame kinderen minder leuke dagen op Kazouvakantie? En zijn ze meer verdrietig? Ja, uit onze studie blijkt dat kinderen die meer eenzaamheid ervaarden, de dagen gemiddeld minder leuk vonden (r = -.48) en ze zich meer verdrietig voelden (r = .75).
Heimwee Hebben kinderen soms heimwee?
9
Wanneer is de heimwee het ergst?
Heimwee werd tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal geen heimwee) tot 5 (heel veel heimwee). Eerst werd de gemiddelde score op heimwee over de dagen heen genomen en werd er een onderscheid gemaakt tussen ‘Geen heimwee’ (een gemiddelde score van 1-2.5), een ‘Beetje heimwee’(een gemiddelde score van 2.53.5) en ‘Veel heimwee’ (een gemiddelde score van 3.5-5). Daarna werd er per dag naar het percentage eenzame kinderen gekeken (percentage kinderen met een gemiddelde score > 3.5 op eenzaamheid). Meer specifiek, in aantallen, bleek dat 13 kinderen veel heimwee ervaarden, 10 een beetje heimwee en 240 geen heimwee.
10
Andere emoties
Alle emoties werden tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal niet) tot 5 (heel veel). Hierbij werd de gemiddelde score van de emoties over de dagen heen genomen.
Besluit Uit onze studie blijkt dat de meeste kinderen zich niet eenzaam voelen. Toch is het belangrijk om hier steeds voldoende aandacht aan te besteden. Uit onze studie blijkt namelijk dat eenzame kinderen meer verdriet ervaren en minder leuke dagen op vakantie beleven. Wanneer kinderen zich echter eenzaam voelen, bereikt eenzaamheid een piek tegen dag 5 en is de eenzaamheid het ergst voor het slapen gaan en tijdens vrijetijdsmomenten. Tijdens groepsmomenten is eenzaamheid het laagst. Ongeveer 10 procent van de kinderen heeft ook wel eens heimwee. Ook heimwee bereikt een piek tegen dag 4 en 5. Ten slotte voelen de kinderen zich meestal actief en vol energie en weinig verdrietig, boos en verveeld.
11
Wat was de rol van de monitor daarbij? Hoe werden de monitoren ervaren door de kinderen?
Deze drie dimensies werden tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal niet) tot 5 (helemaal wel). Deze scores betreffen de ervaringen van het kind in de relatie met de monitor. Hangen deze dimensies samen met hoe het kind zich voelt? Ja, uit onze studie blijkt dat wanneer kinderen zich verbonden voelen met hun monitor, ze minder negatieve gevoelens, zoals eenzaamheid (r = -.21), verdriet (r = -.30), boosheid (r =-.30) en verveling (r = -.19) ervaarden. Daarnaast rapporteerden ze meer positieve gevoelens, zoals blijdschap (r = .43) en energie (r = .28). Ze ervaarden bovendien hun dagen als leuker doorheen de vakantie (r = .43) en voelden zich beter opgenomen in de groep (r = .39) dan kinderen die zich minder verbonden voelden met hun monitor. Wanneer kinderen echter veel conflict met hun monitor ervaarden, rapporteerden ze meer negatieve gevoelens, zoals eenzaamheid (r = .27 ), verdriet (r = .22), boosheid (r = .14) en verveling (r = .14). Bovendien voelden ze zich minder opgenomen in de groep (r = -.16) dan kinderen die weinig conflict ervaarden met hun monitor. Tot slot, wanneer kinderen zich meer afhankelijk (‘Ik heb veel hulp gevraagd aan mijn moni vandaag’) voelden van hun monitor ervaarden ze meer negatieve gevoelens, zoals eenzaamheid (r = .18), verdriet (r = .19), verveling (r = .08) en heimwee (r = .17) en ervaarden ze minder positieve gevoelens, zoals blijheid (r = -.06).
12
Kinderen hebben telkens op een schaal van 1 (helemaal niet waar) tot 5 (helemaal waar) aangegeven hoeveel verbondenheid, conflict en afhankelijkheid ze ervaarden in de relatie met hun monitor. Deze scores werden vergeleken met hoe een kind zich voelde over de dagen heen. Welke kwaliteiten van een monitor waren belangrijk voor het sociaal welbevinden van kinderen? Uit onze studie blijkt dat specifieke leiderschapskwaliteiten die de monitor zelf belangrijk vindt, in tegenstelling tot verbondenheid, conflict en afhankelijkheid, geen direct effect hebben op hoe eenzaam of blij een kind zich voelt. We vonden wel een aantal kleine effecten, maar deze waren niet eenduidig. Zo vonden we dat wanneer een monitor afspraken maken en nakomen belangrijk vindt, kinderen lichtjes meer blijheid (r = .09) ervaarden en de dagen doorheen de vakantie als leuker (r = .06) rapporteerden. Verder bleek dat naarmate monitoren meer belang hechten aan initiatief nemen (r = .10) en anderen vermaken (r = -.07), kinderen minder gevoelens van heimwee ervaarden. De monitoren hebben na de vakantie een vragenlijst ingevuld waarin zij negen belangrijke leiderschapskwaliteiten (initiatief nemen, afspraken maken en nakomen, anderen vermaken, feedback geven en ontvangen, samenwerken, een groep begeleiden, een activiteit voorbereiden, een activiteit uitvoeren en een veilige en fysieke omgeving creëren) hebben geordend van wat zij zelf als minst belangrijk ervaarden (1) tot wat zij meest belangrijk ervaarden (9).
Besluit Uit onze studie blijkt dat de monitoren een zeer belangrijke rol spelen in hoe kinderen zich voelen doorheen de vakantie. De meeste kinderen voelden zich verbonden met de monitor, wat ertoe leidde dat kinderen meer positieve en minder negatieve emoties ervaarden. Eén vijfde van de kinderen gaf zich afhankelijk te voelen van de monitor, wat samenhing met een toename van negatieve gevoelens en een afname van positieve emoties. Zeer weinig kinderen rapporteerden conflict met de monitor. Het is dus zeer belangrijk dat kinderen zich verbonden voelen met de monitor, zonder zich er te afhankelijk van te voelen. Deze dimensies bleken belangrijker te zijn dan specifieke leiderschapskwaliteiten die de monitor als belangrijk ervaarden.
13
Hoe verliepen de sociale contacten tijdens een Kazouvakantie? Wederkerige vrienden Hebben kinderen ‘beste vrienden’ op Kazouvakantie waarmee ze veel tijd doorbrachten? En rapporteren ze elkaar als beste vriend of vriendin?
Iedere dag hebben de kinderen genoteerd wie hun beste vriend(en) uit de leefgroep was(waren). Door de antwoorden van de verschillende kinderen te vergelijken, konden we zien of dezelfde kinderen elkaar hadden opgeschreven. Dit was een indicatie voor het aantal wederkerige vrienden.
14
Hoe verliep de relatie met de beste vriend of vriendin op Kazouvakantie?
Kinderen hebben iedere dag aangeven wie hun allerbeste vriend(in) was. Over deze persoon hebben ze een vijftal vragen beantwoord. Iedere vraag werd gescoord op een schaal van 1 (helemaal niet waar) tot 5 (helemaal waar). Maken we naar het einde van de vakantie toe meer wederkerige vrienden? Neen, uit onze studie blijkt dat de kinderen iedere dag gemiddeld 1 à 2 wederkerige vrienden rapporteerden. Hebben kinderen die eenzaam zijn, ook minder wederkerige vrienden? Uit onze studie blijkt dat kinderen met een score > 2.5 op eenzaamheid (beetje eenzaam en heel eenzaam), gemiddeld 1 wederkerige vriend hebben. Sommigen zelfs 2, maar anderen ook geen. Bovendien blijkt dat deze kinderen ondanks de eenzaamheid, toch redelijk veel tijd doorbrengen met hun allerbeste vriend(in) (gem. = 3.99/5), zelden ruzie maken met hun beste vriend(in) (gem. = 1.46/5), elkaar helpen (gem. = 4.36/5), met elkaar praten als ze een probleem hebben (gem. = 3.96/5) en zich goed voelen bij elkaar (gem. = 4.50/5). Besluit Uit onze studie blijkt dat kinderen gemiddeld 1 à 2 wederkerige beste vrienden hebben doorheen de vakantie. Met deze vrienden brengen ze veel tijd door en hebben ze het gevoel altijd bij terecht te kunnen. Dit geldt ook voor kinderen die zich een beetje tot heel eenzaam voelen. We moeten ons er dus van bewust zijn dat eenzaamheid vooral een gevoel is dat niet altijd gelijk is aan alleen zijn. 15
Hé wist je dat al? Wat hierboven besproken is, is slechts een klein deel van de vele resultaten die we uit het onderzoek hebben gehaald. We willen echter nog een heleboel andere vragen beantwoorden. Hieronder zullen we alvast een tipje van de sluier oplichten in de vorm van wist-je-datjes.
Wist je dat jongens en meisjes zich over het algemeen even goed opgenomen voelen in de groep (jongens: gem. = 4.45/5; meisjes: gem. =4.46/5)? Wist je dat kinderen zich heel blij voelen (gem = 4.65/5) als ze worden opgenomen in de groep? Wist je dat sommige kinderen zich wel eens buitengesloten voelen, maar zich erna meestal wel terug beter voelen? En uiteindelijk zelfs toch een vrij leuke dag rapporteren (gem = 3.44/5)? Wanneer kinderen zich tijdens een activiteit niet goed opgenomen voelen in de groep geven ze gemiddeld een score van 2.43/5 op eenzaamheid, maar in de loop van de dag zakt het niveau meestal al snel terug naar 1.18/5. Wist je dat de eenzame kindjes tijdens de Kazouvakantie vooral de kindjes zijn met heimwee (r =.61) en diegene die zich daarvoor al wat eenzamer voelden (r =.23)? Eenzaamheid werd bij de inschrijving en twee weken voor de start van de Kazouvakantie gemeten met een eenzaamheidsvragenlijst (De Leuvense Eenzaamheidsschaal voor Kinderen en Adolescenten (LEKA)).Tijdens de vakantie werd eenzaamheid gemeten in het vakantiedagboekje op een schaal van 1 (helemaal niet eenzaam) tot 5 (heel eenzaam). Heimwee werd tijdens de vakantie gemeten op een schaal van 1 (helemaal geen heimwee) tot 5 (heel veel heimwee). Wist je dat het gedrag van monitoren een heel belangrijke invloed heeft op hoe het kind zich voelt? Zo voelden kinderen zich veel beter in de groep als monitoren vaak lachen, animeren en meedoen met de activiteit.
16
Wist je dat kinderen aangeven zich goed opgenomen voelen in de groep doordat ze het gevoel hebben dat ze een leuke leefgroep hebben (gem. = 4.45/5) en dat de andere kinderen hen leuk vinden (gem. = 4.18/5)? Wist je dat kinderen zich meer verbonden voelen met de groep tijdens groepsactiviteiten, profileringsactiviteiten (bv. waterskiën) en activiteiten waarbij samenwerken van belang is? En dat bij minder gestructureerde momenten zoals tijdens de vrije tijd, het wandelen en het slapengaan, kinderen soms het gevoel hebben zich minder verbonden te voelen met de groep?
17