MAGAZINE OVER HET PROJECT “CRADLE TO CRADLE ® IN DE PRAKTIJK” VAN DE NATUUR- EN MILIEUFEDERATIES
kasteelstoel voor de toekomst natuur als rolmodel composieten nieuwe stijl van sneaker tot plant composteerbaar alternatief in de bouw samenwerking in landbouw een nieuw soort regenjas
MICHAEL BRAUNGART
“we hebben geen tijd meer voor pessimisme”
HEBBEN!
producten voor thuis of op het werk
FASHION SPECIAL met de jongste generatie modeontwerpers
DRUKWERK STINKT! op weg naar biologisch afbreekbaar drukwerk
LET
OP: DIT M AGAZ I NE I NIET S BIOL OGIS CH AFBR EEK B A AR
STOF MAGAZINE // EERSTE UITGAVE // 2011 // PRIJS € 4,99
inhoud Dit magazine bevat: calcium carbonaat polypropeen polyetheen houtdragend papier metaaldraad zware metalen
06
08
09
12
drager (omslag) drager (omslag) drager (omslag) drager (binnenwerk) bindwijze inkten
16
18
20
en er is meer stof tot nadenken
“Afval is voedsel” Deze uitspraak levert vandaag de dag al heel wat minder fronsen op dan acht jaar geleden. Toen schreven Michael Braungart en William McDonough het boek: Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things. In het boek breken zij een lans voor een nieuwe manier van ontwerpen. Een manier waarbij producten zo worden gemaakt dat ze na hun gebruiksleven niet verworden tot afval, maar dienen als waardevolle grondstof voor nieuwe producten. Maar hun boodschap gaat verder. In hun visie zou dat wat wij nu nog ‘afval’ noemen onze wereld moeten voeden. Net zoals de van de boom gevallen bladeren uiteindelijk humus worden en diezelfde boom voeden. Er is nog een ander interessant aspect aan de Cradle to Cradle®-visie. McDonough en Braungart laten zien dat op een positieve wijze omgaan met natuur en milieu prima samengaan met een welvarende moderne maatschappij. Ook in de visie van de Natuur en Milieufederaties kunnen natuur en milieu aan de ene kant en economische ontwikkeling aan de andere kant goed samengaan. Dat is precies wat het landelijke project Cradle to Cradle® in de Praktijk laat zien. In het kader van dit project hebben zeven Milieufederaties in nauwe samenwerking met het
bedrijfsleven gewerkt aan concrete producten. De innovatieve paden die daarbij werden gevolgd zijn nog zo vers, dat de meeste producten niet het certificaat Cradle to Cradle® kunnen dragen. Maar ook dat is het mooie aan deze levensvisie: het proces is net zo belangrijk als het product. Het resultaat zijn zeven aansprekende Cradle to Cradle®-geïnspireerde producten. In dit magazine leest u over deze producten en over de ontwikkeling daarvan. Tijdens dit project werden wij verrast door de enorme innovatieve kracht die ontstond bij de zoektocht naar verbeteringen in productiemethoden. Kennelijk is het ons gelukt de juiste partners en disciplines samen te brengen. De Nederlandse aanpak van Cradle to Cradle®projecten spreekt ook Braungart aan. Hij spreekt zelfs van een Blueprint Netherlands die geëxporteerd kan worden naar andere landen. Wij hebben met het project aangetoond dat het Cradle to Cradle®-denken een goede balans biedt tussen natuur & milieu en economie. Dat is een bemoedigend perspectief. Met dit magazine nodigen wij u uit te genieten van de vergezichten die dit biedt. Siegbert van der Velde, Directeur Natuur en Milieufederatie Groningen
Cradle to Cradle in de Praktijk is een project van de Natuur- en Milieufederaties. De natuur- en milieufederaties dragen ®
ideeën aan voor de oplossing van belangrijke natuur- en milieuproblemen en bouwen aan maatschappelijk draagvlak.
r Cradle Michael Braungart ove ® cering tifi cer to Cradle en de ® Praktijk Cradle to Cradle in de
komst Kasteelstoel voor de toe Nature is our role model l Composieten nieuwe stij voeden milieu art Interview Michael Braung Fashion
04 05 06 08 09 12 14
Van modieuze sneaker naar plant in je tuin
16
tief Composteerbaar alterna voor de bouw
18
ouw maakt Samenwerking in landb flexibel en sterk ook nieuwe stof Nieuwe regenjas levert en inzamelsysteem op ® (inspired) Hebben! Cradle to Cradle het werk! op en is thu r producten voo
20 22 24
zoek biologisch Drukwerk Stinkt! Onder Studio Pats afbreekbaar magazine
26
Held, strateNawoord door Diana den hael Braungart gisch adviseur voor Mic
30
INNOVATIE IN fashion isch ligt ver achter ons . Biolog De geitenwollensokken-tijd bieden en ent duc pro entieve stoffen afbreekbare garens en inv ers . erp ntw deo mo jongste generatie nieuwe kansen voor de n, nge Do van line ber Soepboer, Pau Matilda Wendelboe, Ber to dle Cra de van vaandeldragers Rianne de Wit te zijn de rbuiten . de in Nederland en daa mo ® e erd Cradle -geïnspire en 3d en jurk klik n, logische broeke Met onder andere mytho ultaat. pag. 14 geprinte schoenen als res
22
4
vragen en antwoorden
project verantwoording
Michael Braungart
over Cradle to Cradle® en de certificering
In gesprekken over Cradle to Cradle® rijzen vaak dezelfde vragen. Hieronder geeft Michael Braungart antwoord op de belangrijkste van die vragen. Wat wordt er precies verstaan onder Cradle to Cradle® en wat is de reden voor de bescherming van het begrip Cradle to Cradle®? Wat is Cradle to Cradle® nou eigenlijk; een filosofie, een visie of een
gebeuren. In een revolutionaire beweging als die waarin we ons nu
marketing tool? Sommigen spreken zelfs van een recycling-concept.
bevinden, waarin alles zó snel beweegt, heb je weleens een kwaliteits-
“Cradle to Cradle ® is in de eerste plaats een business model. In dit
probleem. Het is normaal.”
model wordt een onderneming zodanig georganiseerd dat de uitkomst
®
Cradle to Cradle in de praktijk Het concept Cradle to Cradle® (C2C®) is aan een stevige opmars bezig. Steeds meer ontwerpers en vormgevers worden gegrepen door deze manier van scheppen. C2C® tilt milieuvriendelijk ontwerpen naar een nieuw niveau met als ultieme doel: afval is voedsel. Onderdelen van een afgedankt product dienen als volwaardige grondstoffen voor een nieuw product. De Natuur en Milieufederaties besloten in een landelijk project zeven praktische uitwerkingen te stimuleren.
zowel voor de onderneming, als de omgeving, als de maatschappij goed
Er is soms kritiek op de manier waarop omgegaan wordt met infor-
is. Het is dus ook véél meer dan een milieuverhaal. Natuurlijk kijken we
matie over ingrediënten. Hoewel veel informatie beschikbaar is bij
naar biologische en technische cycli, maar eerst kijken we naar de relatie
Material Connexion vinden mensen toch nog dat de informatie teveel
Zoals het vaak gaat met aansprekende filosofieën zit er nog een behoor-
tussen leverancier, fabriek en gebruiker. Alleen zo kun je komen tot voor
wordt afgeschermd.
lijke drempel tussen overtuiging en uitvoering. De filosofie achter C2C®
iedereen betere producten.
“Er spelen hier twee dingen. In de eerste plaats mógen we van de
is zo logisch, aansprekend en aantrekkelijk, dat eigenlijk niemand er
Een van de grootste misverstanden die ik tegenkom als het over C2C®
bedrijven waar we mee samenwerken niet altijd zomaar alles naar buiten
tegen kan zijn. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Bovendien bevat het
gaat is dat het geplaatst wordt binnen een context van afvalvermin-
brengen. Zeker zolang een project nog loopt, zijn wij vaak gebonden
C2C®-principe nog veel open einden en zal het zich op veel fronten nog
dering of andere soorten van vermijden, minimaliseren en controleren.
aan geheimhoudingsverklaringen. Veel producten bestaan immers uit
moeten bewijzen in de praktijk.
C2C® is géén recycling concept. Het is een strategie om te komen tot
nogal heftige combinaties van allerlei materialen. Er is veel vertrouwe-
product- en procesinnovatie.”
lijke informatie mee verbonden. Alleen de uitkomst van het onderzoek is
Voor de Natuur en Milieufederaties was dat aanleiding om met een
altijd heel helder; een C2C® product kan óf terug de biosfeer in, óf wordt
landelijk project een flinke slinger te geven aan Cradle to Cradle ® in de
Waarom is het logo en zelfs de term Cradle to Cradle beschermd?
weer opgenomen in de technocyclus.
praktijk. Halverwege maart 2009 ging het project van start met zeven
“Momenteel hebben we die bescherming nodig om te voorkomen dat
In de tweede plaats geldt dat veel materialen in de technische cyclus
Milieufederaties. Deze gingen op zoek naar regionale partners uit het
Magazine
mensen bestaande producten en ideeën in een nieuw jasje gieten en
giftig zijn. Ze kunnen een groot gevaar opleveren als ze niet goed ge-
midden- en kleinbedrijf om samen het C2C®-concept in de praktijk te
Dit magazine bevat onder andere zeven verhalen over evenzoveel pro-
intussen gewoon doorgaan op de oude weg. Meer is het niet. We moeten
bruikt worden. Neem isolerende ramen; je moet heel goed weten waar
brengen. Het project werd afgesloten in het eerste kwartaal van 2011
jecten. De projecten werden uitgevoerd door Natuur en Milieufederatie
met zekerheid kunnen stellen dat waarvan gezegd wordt dat het C2C®
je mee bezig bent om de giftige stoffen die daarin gebruikt worden in
met drie C2C®-congressen.
Groningen, Natuur en Milieufedertaie Drenthe, Milieufederatie Noord-
is, daadwerkelijk ook C2C® is. Anders ontstaan er te veel misverstanden.
de technocyclus te kunnen houden. Daar is veel extra kennis en vaar-
Nog niet iedereen weet goed te onderscheiden wat C2C® is. Tot dat zo
digheid voor nodig.
Netwerken en crongressen
de Brabantse Milieufederatie en de Milieufederatie Limburg. Op pagina
ver is houden wij zelf nog even een vinger aan de pols.”
Publiek toegankelijke databases zijn, als je het over dit soort risico’s
Cradle to Cradle ® in de praktijk moest om te beginnen leiden tot een
31 vind u alle contactgegevens van de Milieufederaties en de betrokken
hebt, heel belangrijk want het is ook een publieke verantwoordelijkheid.
inventarisatie van kansrijke, bestaande initiatieven. Daarna zou in elke
bedrijven.
Die informatie moet op de juiste manier verzameld en beheerd worden.”
deelnemende regio één initiatief uitgewerkt worden. Al snel wordt
Er wordt beweerd dat de advisering rondom Cradle to Cradle moedwillig binnen de eigen gelederen wordt vastgehouden. Leg nog eens
Holland, Natuur en Milieufederatie Utrecht, de Zeeuwse Milieufederatie,
duidelijk dat de koppeling van Milieufederaties aan het bedrijfsleven
We hopen dat ons enthousiasme aanstekelijk werkt en ook u inspireert
uit hoe het met de training zit?
Gebeurt het nog weleens dat mensen het aantal verstrekte
erg vruchtbaar is. De Natuur en Milieufederaties beschikken over uit-
verder kennis te maken met Cradle to Cradle ®.
“Da’s niet zo’n ingewikkeld verhaal. We hebben met alle grote partijen in
certificaten als maatstaf nemen voor het succes van Cradle to Cradle?
gebreide netwerken met veel waardevolle bronnen als het gaat om
Nederland gesproken en zij kunnen aan boord stappen zodra ze willen.
“Ik zou bijna zeggen, gelukkig beslaat die hele certificering minder
kennis, overheden, adviesbureau’s en subsidies.
Werknemers van organisaties die willen adviseren over C2C® ontvan-
dan 5% van het werk wat we doen. Want een certificaat impliceert dat
gen een training die ongeveer een week duurt en ze kunnen vanaf daar
iemand voortdurend van buitenaf gecontroleerd moet worden, terwijl
Enthousiasmerend
verder als C2C® consultants.
C2C® juist gaat om support en samenwerking. Het certificaat is een
Belangrijk doel van het project was om te laten zien dat het C2C®-
De enige voorwaarde die we echt hard stellen is dat ze zichzelf alleen
stap die we hebben moeten nemen vanwege de aankooprichtlijnen die
concept haalbaar is én economisch aantrekkelijk is. C2C leidt in de
C2C consultants kunnen noemen -binnen- deze organisatie. Vertrek-
door o.m. de regering worden opgesteld; zij hebben certificaten nodig.
meeste gevallen tot werkelijk goede producten waar niet alleen een
ken ze daar, dan kunnen ze er nog steeds prima mee werken, maar
Anders kunnen producten niet gekocht worden.
markt voor is, maar die ook nog eens vriendelijk én bruikbaar zijn
zonder het bij naam te noemen. We verliezen anders te snel uit het
Ik zal het toelichten met een voorbeeld. Neem PVC (polyvinyl chloride),
voor natuur en milieu. Dat is een inspirerend gegeven waarvoor wij,
oog wat er allemaal speelt en op dit moment moeten we nog even de
een materiaal dat zowel voor mensen als de omgeving giftig is. Bedrij-
met dit magazine, ook anderen enthousiast willen maken.
kwaliteit blijven bewaken. Een aantal voorbeelden van bedrijven die
ven waar we mee samenwerken op C2C® hebben in de keten van mate-
C2C® consultants in huis hebben kun je vinden op de EPEA website.”
rialen PVC aangetroffen en vervangen. Maar in Nederland krijg je van
Een sterk onderdeel van C2C® is dat het veel ruimte laat voor allerlei
®
®
de overheid ‘extra punten’ voor ‘duurzaam’ inkopen. Vanuit dat oogpunt
nieuwe ontwikkelingen. Er is weliswaar een certificering die producten
Kan iedereen een training tot Cradle to Cradle consultant bij
bekeken ziet een gerecycled product er goed uit, zelfs als het PVC is.
waardeert als basic, silver, gold of platinum, maar een product is ook
EPEA doen?
Maar een product van gerecycled PVC is zo ongeveer het slechtste wat
al geslaagd wanneer het C2C® -geïnspireerd is. Zeker als de verdere
“Ja. Iedereen met een wetenschappelijke basis kan zich bij ons aan-
je kunt voorstellen. Alternatieve materialen, die wel gezond en veilig zijn,
ontwikkeling ingebed is in een roadmap; een visie van de producent
melden. Dus dat kunnen bijvoorbeeld architecten zijn, designers of zelfs
hebben een kans nodig op de markt en daarvoor zijn die certificaten
op hoe zijn product door kan groeien op de C2C®-schaal.
marketeers.”
bedoeld.”
Betrokken Federaties Milieufederatie Noord-Holland Milieufederatie Limburg Zeeuwse Milieufederatie Brabantse Milieufederatie Natuur en Milieufederatie Utrecht Natuur en Milieufederatie Drenthe Natuur en Milieufederatie Groningen
Je ziet ook weleens dat bedrijven C2C® alleen maar gebruiken om bij een nieuwe klant binnen te komen terwijl ze uiteindelijk met een ‘oude’
Diana den Held , strategisch adviseur voor Michael Braungart
oplossing gaan werken. Ik erger me er soms wel aan, maar deze dingen
www.gevleugeldewoorden.nl
“Cradle to Cradle® and C2C® are registered trademarks held by EPEA Internationale Umweltforschung GmbH and McDonough Braungart Design Chemistry, LLC.”
5
6
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
Dit jaar bestaat Slot Loevestein 650 jaar. Een goed moment om als historische plek opnieuw geschiedenis te maken, dacht directeur Ien Stijns. Dat gebeurt nu met een nieuwe stoel waarvoor zoveel mogelijk duurzame grondstoffen worden gebruikt.
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
desh realiseerde Stijns Tijdens een reis in Bangla met ons afval omgaan. zich hoe verschillend we n wordt verbrand, worde Ter wijl bij ons veel afval gew ieu opn n erdele in Bangladesh nuttige ond bleek dit inzicht heel d lan der Ne in bruikt. Terug van de drie Cradle to goed aan te sluiten bij een is voedsel- waardoor Cradle® -principes -af val n twerpbureau WeLL Desig Mathijs van Dijk van On r nie ma een ns Stij Omdat zich ook laat inspireren. ring van Slot Loevestein voe rijfs bed zocht om de stond al snel een gezaduurzamer te maken , ont steelwaardige’ conferenmenlijk plan voor een ‘ka tiestoel. kwam in een stroomHet plan voor deze stoel r en Milieufederatie versnelling toen de Natuu C®. st organiseerde rond C2 Utrecht een bijeenkom e voor te zijn’’, ver telt Iek ,,Er bleek veel interesse tie era fed ieu r en Mil Benschop van de Natuu honderd belangstelruim en am kw Utrecht. ,,Er eau ijkheid op regionaal niv lenden op af. De mogel als ies sat ani org rheids te netwerken tussen ove Agentschap NL aan de en ten een gem provincie, onderzoekers, adviseurs ene kant en bedrijfsleven, anisaties aan de andere en maatschappelijke org rd.’ ’ kant, werd erg gewaardee r C2C® leidde al tijdens De brede interesse voo vervolg. De Milieufedera de bijeenkomst tot een een r voo e ide et concre tie riep iedereen met een ef op, zich te melden. iati init ® rdiree nsp C2C geï te vinden waaraan de Doel was een initiatief rage kon leveren in de Milieufederatie een bijd netwerk en publiciteit. vorm van inzet in uren, l”voor de ”af val is voedse De keus viel op het idee LL We en tein ves Slot Loe geïnspireerde stoel van Design.
n De grondstoffe Duurzameves van k Dij Van tein sprak
wens van Slot Loe . “Een prachtige uitdaWeLL Design direct aan erbarstige omgeving ging. Juist binnen een we gelijk bouwwerk is al erg als een kasteel. Een der r al eeuwen. Bedenk daa duurzaam. Het staat er en ele tab for com leuke, maar eens een moderne, ® geïnspireerde confedle Cra to dle Cra ook nog rentiestoel bij! ’’
“We zochten naar een combi natie van verschillende materialen, waarbij we zoveel mogelijk gebr uik wilden ma- ken van grondstoffen uit de omgeving.”
com”We zochten naar een nde ille sch ver binatie van zoveel materialen, waarbij we maden wil ruik mogelijk geb ® de eer tific cer -ge C ken van C2 ten dek ont We . fen grondstof eranbij een Nederlandse lev keld wik ont e uw cier een nie ® caat. tifi cer C C2 t tex tiel me zitting de r voo dat is Bijzonder ® eerd tific cer -ge C C2 en de rug
Verdienmodel . Synbra) gebruik t wordt Biofoam (van producent ft hee l iaa d. Dit mater Een primeur in Nederlan len . Je kunt er slim rde voo e iev leuke construct er weinig bevestigingsmee ontwerpen waardoor n LL Design heeft gekoze middelen nodig zijn. We lijk kke ma er de zitting we voor nylon pluggen, die . ken demontabel ma stoel zijn zo gekozen dat De onderdelen van de ® hebben en anders zo ze een C2C cer tificaat ten . Bij de variant met hou duurzaam mogelijk zijn Bij . eer beh Staatsbos poten komt het hout van zullen de poten worden n ele sto de vervanging van elen en anders worden hergebruik t in nieuwe sto at voor een ‘volgend ver werkt in houtvezelpla gens gecomposteerd zal leven’ waarna het ver vol de gehele stoel weer in al worden. Uiteraard is de (de r baa eer elen demont oorspronkelijke onderd sign for disassembly)”. t opvalt in is zoeken Wa Pionieren ces el, is dat sto als dat van de
een ontwikkelpro arop geen kant-en-klare veel vragen opduiken wa een n zijn. ,,Over het algem antwoorden voorhande . den vin te om informatie vonden wij het moeilijk ,’’ atie rm info enstrijdige Daarnaast is er veel teg zijn we goed geholpen el “W . Dijk oordeelt Van federatie Utrecht met door de Natuur en Milieu we via hen ons ontwerp haar netwerk. Zo konden afnemers presenteren en bij een aantal potentiële ossingen als het gaat om denken zij mee over opl ’’■ cer tificering en logistiek.
l pakket met eisen Loevestein werd een hee Voor de stoel voor Slot baar, schakelbaar esten de stoelen stapel doorgesproken. Zo mo che eis is dat de belangrijke arbo-technis en ‘hufterproof ’ zijn. Een ft duurder dan hel gen zijn. De stoel is de stoelen niet te zwaar mo wel weer ruik iestoel, maar heeft na geb een gangbare conferent een volgend leven. de grote uitdaging. LL Design: “Daarin ligt Mathijs van Dijk van We kloppen: het ontwerp, overwinnen moet alles Om die prijsbarrière te iestoel kost rond l. Een gewone conferent het comfor t en het verhaa el is ongeveer 60 sto uceerd in China . Onze de 160 euro en is geprod procent duurder.” er zijn , die duurgemotiveerde ondernem “De afnemer zal dus een har t toedraagt. rm wa t met een verhaal een duc pro een en eid mh zaa voor deze stoel bij geval ligt de inspiratie Gelukkig zijn die er. In dit ® dsel’. Daar zijn we C) -principe ‘afval is voe het Cradle to Cradle (C2 isch, maar hebben krit entiële afnemers zijn heel enthousiast over. Pot ® n hype is.” al snel door dat C2C gee door Slot Loevestein e afname van 30 0 stuks Door de gegarandeerd gaven verschillende der tot stand komen. Ver kon de stoel in kor te tijd je op proef te wiltijd nemers aan de stoel een der -on ord ieo ent fer con s 20 0 stoelen. Alles dan gaat het om nog een len hebben. Bevalt het, ruw weg 35.00 0 van r een voorinvestering bij elkaar praten we ove extra ontwerpen. of inig ruimte voor fouten euro. Zo’n bedrag laat we
7
8
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
Interessant voor business-to-business te maken van de energie van zonlicht, gebruiken ze daarom nu als eerste stap de nieuwste technieken en materialen op het gebied van zonneenergie.
Grootste uitdaging Oefening baart Energie opwekken met kantkloswerk. Je moet er maar opkomen. Ontwerpers Kim van Bakel en Linda van Neerven zagen in die combinatie een prima “De ontwerpers basis voor een in hebben zich dan novatief energieop ook vol overgave wekkend interieur gestort op het juweel. beheersen van de kantklostechniek.”
nog steeds kunst. De ontwerpers hebben zich dan ook vol overgave gestort op het beheersen van de kantklostechniek. In Museum de Kantfabriek in Horst krijgen ze les van een ervaren rot in het vak. Ondertussen verdiepen ze zich in het op milieuvriendelijke manier kleuren van garens. Daarnaast zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd naar Cradle to Cradle(C2C)®-materialen die gebruikt kunnen worden.
Het nieuwe interieurproduct zal bestaan uit een groot staand of hangend frame van ongeveer twee bij vier meter met daarin een gekantkloste structuur van een biologisch afbreekbaar materiaal. Het patroon is geïnspireerd op de bladstructuur, waarbij de bladnerven als sierdraad door het werk lopen. De gekantkloste structuur dient als basis voor de zonnetechnologie. De ontwerpers verwachten dat het product vooral interessant is voor de business-to-business markt. Zo kan het toegepast worden in grote openbare hallen, met veel glaswanden waar het daglicht door valt. In 2015 hopen de ontwerpers het product op de markt te kunnen brengen.
De grootste uitdaging is toch wel het toepassen van zonnetechnologie in hun kantkloswerk. Vooral de zoektocht naar de zonnecelmaterialen kost veel tijd en energie. Ze hebben onder andere contact gezocht met het lectoraat Nieuwe Energie van de Hogeschool Zuyd, TNO, Helianthos NUON en Agentschap NL. Het is de vraag of de markt een materiaal kan leveren dat energie opwekt en tevens volledig in het kantkloswerk geïntegreerd kan worden. Maar ook dat hoort bij C2C®-geïnspireerd ontwerpen: de markt uitdagen om nieuwe innovatieve materialen en producten te leveren.
Natuur als rolmodel
Kantklossen en zonnecellen is een combinatie die je niet snel tegenkomt. Een oer-Hollands oud ambacht gecombineerd met hightech zonneceltechnieken. Dat zijn de uitgangspunten voor het interieurproduct waar ontwerpers Kim van Bakel en Linda van Neerven aan werken. Hun droom is een interieurproduct dat mooi is om naar te kijken en ook nog eens de lucht zuivert. Net zoals planten dat doen met behulp van fotosynthese. Fotosynthese is kortweg het proces waarbij planten met behulp van zonlicht en water, koolstofdioxide omzetten in zuurstof en glucose. Helaas konden Van Bakel en Van Neerven geen materialen vinden om hun idee voor luchtzuivering nu al in praktijk te brengen. Om toch gebruik
Kim van Bakel en Linda van Neerven vinden hun inspiratie in de natuur. “Nature is our role model. Er gaat zoveel kracht uit van natuurlijke processen en structuren. Kijk maar eens naar de nervenstructuur van een boomblaadje. Alsof een vakman alles uiterst precies heeft gebeeldhouwd. Daar gaat een natuurlijke aantrekkingskracht van uit.” De stap naar een C2C®-geïnspireerd ontwerp is een logische voor beide ondernemers. “We voelen ons betrokken bij het wel en wee van Moeder Aarde en willen ook een positieve bijdrage leveren aan haar gezondheid. Wij willen de producten die we maken en de manier waarop ze gebruikt gaan worden, veranderen. De principes van ‘Afval is voedsel’ en ‘Gebruik hernieuwbare energie’ zijn daarom twee belangrijke uitgangspunten voor ons bij het ontwerpen van dit product. En het moet ook nog een aanwinst zijn voor het interieur.” Het persoonlijk doel van de ontwerpers is meer inzicht te krijgen in de gedachtengang van C2C®. Ze willen hun C2C®-inspiratie vooral ook verankeren in hun werk en vakmanschap. “Wat we zeker niet willen is achter een hype aanlopen. Wat we ook willen voorkomen is dat het complexe eisenpakket voor C2C®-materialen onze motivatie en creativiteit in de weg staat. Wat betreft kennis en technische vaardigheid staan we nog aan het begin van een lange weg. Onze motivatie gaat er echter voor zorgen dat we ons doel gaan bereiken”, beloven Van Bakel en Van Neerven. ■
u Parkbankjes die het milie voeden. Een pomp om autobanden op spanning te brengen die werkt op zonnepanelen. Composie , ten zijn breed toepasbaar t maar vaak slecht voor he milieu. Daar komt nu verandering in. d ialen die zijn opgebouw Composieten zijn mater en. ent pon tof fen en com uit verschillende gronds j om vezelversterkte rbi daa het Heel vaak gaat
ste vezels die worden kunststof fen. De bekend en koolstofvezels. De gebruik t zijn glasvezels trie moderne vliegtuigindus n taa bes nen kun t zou nie dige zonder deze hoogwaar s. zel fve koolsto Directeur Willem Böttger van het in composieten gespecialiseerde bedrijf NPSP: “Composietproducten moeten vaak aan hoge technische eisen voldoen. Ze moeten licht zijn
“NPSP w il nu samen met de M ilieufederatie Noord-Holland en advies bureau Partners for Innovation bewijzen dat het anders kan.”
9
10 projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties 11
tof fen die uit hergebruik grondstof fen of gronds r van het produc t is vol komen. Als de levensduu afig led vol er enten we tooid moeten alle compon . Daarnaast zullen de zijn ar eba ycl rec breekbaar of aal zijn of zelfs duurzame producten energieneutr nen dit project wordt nu energie opwekken.” Bin ® afnemers voor dit C2C gezocht naar potentiële kt den er ttg ilair. Bö geïnspireerde straatmeub ste composietproeer de or rvo begin 2011 hie . Hierin zijn natuurlijke ducten te kunnen maken binatie met biohars. vezels ver werkt in com
s vandalisme-, chemicaen sterk en ook nog een rdt Om dat te bereiken wo liën- en UV-bestendig. com hechting tussen alle gestreefd naar optimale ponenten.” ige hechting is dat de com “Nadeel van die kracht ing ycl te scheiden zijn. Rec ponenten later moeilijk technisch lastig en erg rom van composieten is daa d che heeft in duurzaamhei duur. De composietbran po zel doen. Zo kan glasve dan ook nog genoeg te er me s se niet of nauwelijk lyester na de gebruiksfa rden. Storten is door de wo t ergens voor gebruik gelijk en verbranden is EU -regelgeving niet mo
meubilair Criteria Straatilai zinkt staal, beton, r is vaak gemaak t van ver
Het huidige straatmeub amd hout. Verzinkt polyester en verduurza met glasvezel versterkt naar bodem en en het zink kan uitlogen staal is lastig te recyclen CO2-impact van lastig te recyclen en de grondwater. Beton is ook polyester geeft rkt ste ver rm. Met glasvezel de cementindustrie is eno ieso niet goed brandingsoven en kan sow veel problemen in de ver gerecycled worden. het duurzaam inkopen lezen in de criteria voor Hoe het wel kan valt te ). Siem Haffmans: “In nterNovem 28 juli 2009 van Straatmeubilair (Se ® d als een van de Cradle to Cradle genoem de gunningcriteria wordt par tijen straatmeusamen met andere markt criteria. NPSP wil graag dan specifiek via de doet aan deze criteria en bilair ontwikkelen dat vol biologische kringloop.”
ovens ver vuilt.” lastig omdat het glas de scala aan toepassingsTegenover het enorme rom als groot nadeel mogelijkheden staat daa r milieubelastend zijn. dat composieten vaak zee de Milieufederatie Noord NPSP wil nu samen met tion ova Inn for rs Par tne Holland en adviesbureau . kan ers and het bewijzen dat
Afbreekbaar en energieer van de neutraal NPSP is nu al koplop composieten. Zo
men van sector in het verduurza , grondstof fen als vlas, jute e lijk uur nat worden ook vra els vez e rlijk rkt. Natuu kokos en hennep ver we te produceren en minder om e rgi ene gen minder de hars in het composiet chemicaliën om zich aan een goede basis te zijn te hechten. Dat bleek al t de Milieufederatie om samen te werken me to rijven zocht om Cradle Noord-Holland dat bed en. kel wik ont te producten Cradle® -geïnspireerde radviesbureau voor duu het tij par de Met als der , tion ova Inn for rs n, Par tne zame innovatieprojecte een r voo en bije racht was voldoende innovatiek t. jec pro nd aanspreke : twikkelaar Siem Haffmans Adviseur en producton en kel wik ont het ject is “Doelstelling van het pro is van natuurlijke bas op lair eub van straatm
ikerindustrie Restproduct tsu van restproducten van
Biohars wordt gemaak lijke oliën of melkzuur. de suikerindustrie, natuur naar grootschalige toeNPSP doet onderzoek De grootste uitdaging passingen van biohars. werkbaar maken van ligt in het industrieel ver blijkt dat kostprijzen oek deze harsen. Uit onderz en vezels nu al kunnen van biologische harsen tionele grondstof fen en concurreren met conven er zo’n tachtig procent lag dat de milieubelasting en rken aan oplossing kan zijn . Böttger: “Wij we die grootschalige toepassingen van steeds duurzamere composieten mogelijk maken. Het zou toch mooi zijn als dat leidt tot een duurzaam product ■ voor eenzelfde prijs!”
12 interview Michael Braungart
interview michael braungart 13
Braungart vindt Nederlandse Cradle to Cradle ® -aanpak rijp voor de export
je vooral dat mensen zich schuldig gaan voelen omdat zij die uitstoot niet helemaal tot nul kunnen reduceren. Maar mensen die zich schuldig voelen, klappen dicht en daarmee zijn ze niet meer creatief. Ik wil juist het tegendeel bereiken. Laat mensen zien wat er wel mogelijk en haalbaar is. Stimuleer hen anders naar de wereld te kijken en je zult versteld staan van de creatieve en innovatieve energie die vrijkomt. Gezien de manier waarop wij de wereld uitputten mag dat ook wel. We hebben geen tijd meer voor pessimisme.”
“We hebben geen tijd meer voor pessimisme’’
Braungart is goed te spreken over de manier waarop het C2C®-denken in Nederland wordt opgepakt. “Als jij kijkt naar de grootste multinationals ter wereld tref je daar altijd Nederlandse bedrijven aan. Zij behoren tot de top als het gaat om innoveren.” Nederland is dichtbevolkt en sterk geïndustrialiseerd en het Nederlandse bedrijfsleven is sterk naar buiten gericht. Dat alles maakt dat het C2C®-denken in ons land snel opgepikt wordt.
Cradle tot Cradle® floreert in Nederland. Cradle to Cradle®-professor Michael Braungart spreekt al over Blueprint Netherlands als exportproduct. Maar wat levert het de Nederlandse ondernemer op? En is het geschikt voor elke onderneming? Nederlandse C2C®-krant Begrippen als duurzaamheid en milieuvriendelijkheid doen hem weinig. Ook zijn groene imago laat hem koud. De boodschap van Michael Braungart, een van de grondleggers van de Cradle to Cradle®-visie, gaat niet over een wereld die een beetje groener en beetje milieuvriendelijker is. “Minder slecht met de wereld omgaan is niet goed genoeg. Als wij de wereld iets minder vernietigen hebben we niks bereikt. We moeten de wereld juist beter maken”, stelt Braungart.
Het is een krachtig statement, maar toch verschijnt een paar jaar later de Nederlandse uitgave op – weliswaar PEFC-gecertificeerd - papier. Braungart: “Het leek ons niet zinnig dat statement met ons boek opnieuw te maken. Het ging ons om de boodschap. Bovendien komen boeken terecht in een boekenkast. Daar kunnen ze jaren blijven staan, of ze nu van papier of van kunststof zijn. De omloopsnelheid is te laag.”
Bij Cradle to Cradle (C2C)® bestaat afval niet meer omdat alle onderdelen waaruit een product is opgebouwd, aan het einde van de gebruiksduur van dat product, helemaal opnieuw kunnen dienen als grondstof voor nieuwe producten. Daarom wordt C2C® ook wel vertaald met: afval is voedsel. Voedsel hoort energie te geven, stelt Braungart. Het voegt iets toe aan het leven en dat zou ook moeten gelden voor wat wij nu afval noemen.
Toch is er veel voordeel te halen in de grafische industrie. Momenteel is Braungart in gesprek met twee grote uitgevers in Nederland. “We willen kijken hoe we de het C2C®principe kunnen toepassen bij het drukken van kranten. Ik verwacht dit jaar hiervan de eerste resultaten”, vertelt Braungart enthousiast. Kranten hebben wel een hoge omloopsnelheid. Elke dag verschijnen er nieuwe en kunnen de oude ingezameld worden. Een ideaal gegeven voor C2C® waar niet alleen de terugwinbaarheid van materialen cruciaal is, maar ook de terughaalbaarheid.
In 2002 stuurt hij die boodschap voor het eerst nadrukkelijk de wereld in. Hij doet dat samen met de Amerikaanse architect William McDonough in het boek Cradle to Cradle: remaking the way we make things. Om hun visie kracht bij te zetten drukken zij het boek op recyclebare kunststof in plaats van papier. Deze polymeer-verbinding kan direct gebruikt worden als grondstof voor een ander product. De inkt is volledig veilig voor het milieu en kan met warm water van de polymeer gespoeld worden.
Het Nederlandse C2C® -succes staat begin dit jaar zelfs centraal in het Cradle to Cradle®-festival in Berlijn. Onder de noemer ‘Blueprint Netherlands’ kunnen andere landen leren van de succesvolle Nederlandse aanpak. “De sleutel voor succes ligt bij het bedrijfsleven, want alles draait om goede producten. Producten die niet giftig zijn, maar juist ons leefmilieu voeden, een positieve bijdrage leveren. Het maken van die producten is ook economisch en financieel absoluut aantrekkelijk. Tapijtfabrikant Desso brengt al C2C®-gecertificeerde producten op de markt en zij wisten zelfs tijdens de crisis winst te maken. Waarom? Omdat zij een goed product hebben.”
It’s fun! Braungart nodigt ondernemers uit de C2C®-visie zelf te ontdekken. “Cradle to Cradle® is niet alleen voor grote bedrijven. Het eerste bedrijf waarmee wij aan de slag gingen had maar 28 mensen in dienst. Kleinere bedrijven hebben juist als extra voordeel dat ze meer flexibel zijn. Maar in principe kan elk bedrijf C2C® werken. En als dat gebeurt zal de omslag gigantisch zijn. Dan is het alleen nog een kwestie van tijd. Kijk naar mobiel bellen en internet. In tien jaar tijd groeiden die tot fenomenen die niet meer weg te denken zijn in ons leven.”
“Mensen die zich schuldig voelen, klappen dicht en daarmee zijn ze niet meer creatief. Ik wil juist het tegendeel bereiken”
Omschakeling in denken De C2C®-visie spreekt aan omdat zij heel logisch is. Maar om de visie eigen te maken moeten een paar denkknoppen omgezet worden. Een van die knoppen is dat afval niet bestaat. Een andere is de manier waarop Braungart mensen overtuigt. “Als je begint over het verlagen van de CO2-uitstoot, bereik
fotografie: Fred van ‘t Slot
“Ik ken bedrijven die klanten meenemen de productiehal in. Er is immers geen betere reclame voor je product dan werknemers die enthousiast zijn over het product dat zij maken.” Het is misschien wel de belangrijkste boodschap die hij Nederlandse ondernemers wil meegeven. “Begin er gewoon mee. Het levert je bedrijf zoveel goeds op. Werknemers zijn vaak trots als hun bedrijf C2C®-produceert en los daarvan …it’s fun!” ■
14 fashion
1.
2.
1+2. Matilda Wendelboe laat zich inspireren door folklore, mythen en sagen. De helft van haar collectie is gemaakt van biologisch afbreekbare stoffen. Zij betrekt haar katoen van
Trigema in Duistland en de wol van Pendleton Woolen Mills in de Verenigde Staten. Ook gebruikt ze de stof Returnity van de Oostenrijkse fabrikant Backhausen. www.matildawendelboe.se
3.
fashion
3. Berber Soepboer introduceerde, in opdracht van Refinity, een jurk en rok met een klik- en vouwsysteem. Bij deze cradle to cradle® -geïnspireerde kleding kun je het ontwerp op verschillende manieren aanpassen. www.berbersoepboer.nl
fotografie: Tina Axelsson
4.+5. Rianne de Witte past in haar tijdloze ontwerpen duurzame materialen toe. Gebreide stukken worden bijvoorbeeld vervaardigd van biologische wol, geverfd met de plantaardige kleurstoffen van Rubia®, uit Steenbergen. Naast haar eigen label is Rianne de Witte ook ontwerper voor de brandnetelcollectie van Brennels. www.riannedewitte.com
“ De geitenwollensokken- tijd ligt ver achter ons. Biologisch afbreekbare garens en inventieve stoffenproducenten bieden nieuwe kansen voor de jongste genera tie mode ontwerpers”
4.
5.
6.
fotografie: Tina Axelsson
fotografie: Mark Groeneveld
6. Ontwerpster Pauline van Dongen vindt duurzaamheid erg belangrijk. Het liefst zou ze haar hele collectie op een duurzame manier maken. De ‘Morphogenesis’ voldoet aan deze eisen. Vooral de manier van produceren met 3D printing techniek en de recycling van het materiaal zijn erg interessant. (foto: Mike Nicolaassen) www.paulinevandongen.nl
16 projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties 17
bleken de contacten water te krijgen. Achteraf het Dutch Polymer met Karin Molenveld van kon hen veel ver telZij . Institute erg belangrijk eid en de materiaaleilen over de afbreekbaarh plastics. Ook Fioen van genschappen van allerlei gespecialiseerd is in het Balgooi van Refinity, dat n van mode, kwam met eco-ef fectief ontwerpe veel nuttige kennis.
n Hoe krijg je consumente die kiezen op uiterlijk en imago, toch aan een goed et product? Door bij hen m het verhaal over je product in te spelen op een bestaande behoef te. OAT n Shoes deed dat door ee je schoen te ontwerpen die na een paar jaar dragen ge . woon kunt composteren
n duurzame schoenen Maats zag dat er nog gee te ook nog eens aan de juis op de markt waren die d hei aam urz Du d.” resenteer doelgroep werden gep dat d vin Ik n. ard worde moet de nieuwe standa uw schoenenmerk in nie een ld bee oor als je bijv gens duurzame principes de markt zet, je dat vol rijk, innovatie is dan belang moet doen. Technische sucon te juis de dat je maar het gaat er ook om Als dat luk t breng je en. eik ber te et menten we ing van je product in een de duurzame ontwikkel elling kan je dan helpen stroomversnelling. Storyt oep in je product te inte om juist die ene doelgr resseren.” r vragen èn onderzoek naa Het antwoord op beide een tot k elij ® ind uite leidde Cradle to Cradle (C2C) ® -geïnspireerd prodle Cra to dle Cra nieuw en nd verhaal: een modieuze duct met een aanspreke r jaar dragen in de grond sneaker die je na een paa afbreekt. Sterker nog: het kunt stoppen, waar hij n in de schoen te ver werke is zelfs mogelijk zaden ® C C2 De n. eie t gro zodat er een plant uit gaa in de uiteindelijke gen krij m vor kan gedachte de afgetrapte sneaker die ambitie van dit project: uur is en de gebruiker op weer voedsel voor de nat van nteert met de eenheid een leuke manier confro product en natuur.
Het is 2008 als Christiaan Maats als industrieel ontwerper afstudeer t aan de TU Delft. In zijn eindproject richt hij zich op twee onderwerpen: technische innovaties en storytelling. Bij storytelling gaat het om het verhaal achter een product. Wie een nieuw en ook nog duurzaam product op de markt wil brengen, krijgt met beide onderwerpen te maken.
tdaging Samen Informatie alsn ui richtte Maats OAT Shoes
met Dirk-Jan Oudshoor richt op het ontwerpen op. Een bedrijf dat zich schoenen die honderd van sportieve en hippe kbaar zijn. Eerste stap procent biologisch afbree informatie. En dat bleek was het verzamelen van n : “Informatie verzamele nog een hele klus. Maats otgro de van een ek n ble over duurzame materiale t zijn bijna geen vrij rne inte Op n. nge agi ste uitd n met duurzame materiale toegankelijke databases hun ar wa s cie pre t ten nie en veel leveranciers we aak t of welke behandelin gem zijn van ten produc gen ze hebben gehad.” informatietraject cruVoor OAT Shoes was het esten afbreekbaar en ciaal. Alle materialen mo ernemers moesten flink niet-giftig zijn. Beide ond om alle informatie boven graven en doorvragen
netwerk UiteinInternationaal ers erzoek de eerste monst
delijk leverde het ond k werd een sluitende bevan de schoenen op. Oo product ook te kunnen groting gemaak t. Om het in rk worden opgebouwd maken moest een netwe reis ats en Oudshoorn de schoenenwereld. Ma ar ook naar Italië, Bulma den door Nederland, aken met fabrikanten, garije en Por tugal. Ze spr te ers en verkopers om uit handwerkers, leveranci den kon schoenen gemaakt vinden hoe en waar de hnieken en materialen. tec worden en met welke . het product af te zetten Volgende stap was om rbij onontbeerlijk. Een goed verhaal is daa t in de markt zet is een “Als je een nieuw produc hap heel belangrijk. heldere logische boodsc ppen wat hem of haar De consument moet sna d arnaast moet je heel goe aangeboden wordt. Da s cie wíe je je product pre voor ogen hebben aan . De doelgroep van OAT ats aanbiedt”, meent Ma Shoes is niet alleen de t consument die via interne r aile ret koopt, maar ook de kel win die de sneaker in de verkoopt.
Roadmap als tomtom Kunst is nu
“Een schoen die je na een paar jaar dragen gewoon kunt composteren.”
h om een goed product toc . nog beter te maken wikkeling. Het is een “Duurzaamheid is een ont nt evalueert en bekijkt proces waarin je consta willen we het ontwikwat beter kan . Daarom en dat fabrikanten en kelingstraject zo inricht actief worden gestileveranciers voortdurend der te verduurzamen muleerd om steeds ver eren.” en het product te verbet plastics die volledig bio Zachte bio-afbreekbare n, ure kle te n die goed zijn based zijn, stevige stoffe , nep pasbaar zijn op hen kleurtechnieken die toe of sterke afbreekbare lijm ad stevig en glad stikdra al rieel toepasbaar is. Op die goed hecht en indust ijk gel der g mogelijk. Een die fronten is verbeterin ® binnen C2C gegoten rdt wo verbeteringstraject lle . Dat worden waardevo in zogeheten roadmaps ve itie pos product met een routekaar ten naar een ons r voo tom, maar dan bijdrage. “Een soort tom ons dat onze missie ren lise bedrijf. Want we rea de eerste sneaker in de eigenlijk pas begint als winkel ligt.” ■
18 projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties 19
positieve bijdrage levert èn goed in de Nederlandse bouw kan worden toegepast is veel kennis nodig. Samen met het bedrijf HempFlax proberen de Milieufederaties in een paar jaar tijd hennepisolatie als volwaardig concurrerend materiaal op de Nederlandse markt te zetten. “Meestal wordt er wat lacherig gereageerd als ik vertel waar ik mee bezig ben”, vertelt Teule. “Hennep, dat rook je nou eenmaal. Maar als ik dan vertel wat er van hennepvezel gemaakt wordt en wat de mogelijkheden zijn, wordt vrijwel iedereen enthousiast.” Een studie naar mogelijke toepassingen van biomassa in een nieuwe woonwijk werd uiteindelijk de aanzet tot hennep als bouwmateriaal. Ecologisch verantwoord, snel groeiend en toepasbaar in een bestaand product: isolatiemateriaal.
In de eigen regio verbouwde en geproduceerde hennepisolatie als vervanging van glas of steenwol en gewoon verkrijgbaar bij Cradle to Cradle® ambities de doorsnee bouwmarkt. “Stel je voor: een in het noorden geteeld ecoloZonder meerkosten, maar gisch gewas, ter plekke verwerkt en toegepast in de Noord-Nederlandse bouw. Met als bijkomend met een goed gevoel. Dat voordeel dat het energiebesparend is én in de is wat de Natuur en Milieuproductiefase ook nog eens CO2 vastlegt. Ideaal; voor de bouwbranche, als voor de landfederaties Drenthe en Gro- zowel bouwsector in Groningen en Drenthe.” Het project ningen voor ogen Hennep to House moet dat mogelijk maken. “Stel je voor:een hadden toen zij het in het noorden project Hennep to ‘Voedsel’ voor biologische geteeld ecologisch House startten. kringloop Binnen het project wordt gewas, ter plekke ook certificering voor Cradle to Cradle (C2C) onderzocht. verwerkt en toe- Wat betreft de gebruikte grondstoffen lijkt het gepast in de Noord- wel goed te gaan komen. Het isolatiemateriaal wordt gemaakt van hennepvezel en vezels die Nederlandse bouw.” gemaakt zijn die gemaakt zijn van PLA (Polylac-
Verschillende niveau’s Je kunt de vezels natuurlijk ook hergebruiken en toepassen in nieuwe matten. Dat klinkt eenvoudig, maar hoewel de grondstoffen hier van het land komen, worden de matten nu nog gemaakt in Zuid-Duitsland. Pas als de productie zelf ook in Nederland plaats kan vinden is terugname en hergebruik rendabel. Ondanks deze vragen zijn er goede kansen voor
een certificering op het basic- of misschien zelfs silver-level. De verschillende niveau’s van certificering laten zien wat de progressie is van het C2C® proces richting de uiteindelijke ambitie. Teule: “We weten dat C2C®-certificering haalbaar is. Het is nu zaak de huidige eigenschappen goed tegen het licht te houden zodat we weten waar we nog verder kunnen innoveren. Dat is een goed begin.”■
Kei goed De Kei in Borger is een concreet project waar hennepisolatie in wordt verwerkt. Het gebouw is een initiatief van Hunesus, een adviesbureau voor duurzame innovatie uit Borger. Het pand wordt deels ingericht met flexibele werkplekken voor thuiswerkers en ZZP-ers. Hunesus zet hoog in als het gaat om duurzame bouw. Samen met bouwbedrijf Van Wijnen wordt in het gebouw De Kei ook veel inspiratie gehaald uit het eerste principe voor Cradle to Cradle®-afval is voedsel. Het gebouw wordt volledig demontabel zodat alle onderdelen na afbraak kunnen worden hergebruikt.
®
tic acid), een biologisch afbreekbare kunststof uit maïszetmeel. De hennepvezel komt van een ecologisch verantwoord gewas. De vezels uit maïszetmeel zijn composteerbaar en worden in meer C2C®-producten gebruikt. Ook de soda, die gebruikt wordt om de matten brandwerend te maken, is niet schadelijk voor het milieu.
“Eigenlijk zitten we nog maar aan het begin van het hele proces’’, zegt Christiaan Teule van de Natuur en Milieufederatie Drenthe. Om van hennepisolatie een product te maken dat èn een
De grootste uitdagingen in het C2C®-proces lijken niet te zitten in het materiaal zelf, maar in de fase na de gebruiksduur van het product. In de C2C®visie moeten de matten, als de gebouwen worden afgebroken, als voedsel aan de bodem teruggegeven worden. Maar hoe zamel je ze in? Wie gaat dat doen en hoe veilig is het materiaal echt voor de bodem? Soda is niet schadelijk voor het milieu maar dat wil nog niet zeggen dat zomaar grote hoeveelheden in de grond gestopt kunnen worden. Daar moet je oplossingen voor bedenken.
Bio-cyclus isolatiemateriaal Hennepisolatie wordt in Nederland geleverd door het bedrijf HempFlax uit Oost-Groningen. Het is een isolatiemateriaal van natuurlijke hennepvezel voor de bouwsector en de doe-het-zelver. Het materiaal wordt geleverd in matten van verschillende dikte en is een ecologisch alternatief voor veelgebruikte isolatiematerialen zoals glas- en steenwol. Met de matten van hennepisolatie kunnen daken, muren en vloeren geïsoleerd worden tegen warmte, kou en geluid. De verwerking is schoon en stofarm en het materiaal veroorzaakt geen jeuk. Omdat de hennepvezel geen eiwitten bevat heeft het materiaal geen chemische behandeling tegen motten en kevers nodig.
20 projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties 21
Landbouw. Nog steeds op roept dit woord beelden uivan grazige weiden en w en vend graan. Toch is er ge branche waar de invloed rvan globalisering, schaalve g groting en industrialiserin groter is. eden was het Zuidelijk Nog maar vijf tig jaar gel ek in Groningen tegen Westerkwartier, een stre arkisch. De streek kon de grens met Fryslân, aut rzien in haar eigen in bijna alle opzichten voo ouw in het Zuidelijk behoef tes . Ook de landb economische zin zelfWesterkwartier was in voorzienend. is niet veel meer over. Van die zelfstandigheid igoed komen van buiten Meststof fen, voer en zaa n maïs en het graan verlate de regio en de melk, de arin Da n. rde rkt te wo de regio om elders ver we rkwartier niet van anste We ijk del Zui verschilt het te n. Alles gebeur t op gro dere plattelandsgebiede ook akt ma het nt, maar schaal. Dat is zeer efficië baarheid wordt zichtbaar ets kw Die r. erg kwetsbaa est en diervoeders. als het gaat om kunstm
ja Diervoerders bevatFosfaat en soDe wereldwijde vraag naar
ten bijna allemaal soja. op grote schaal regensoja is nu al zo groot, dat om op die grond extra wouden worden gekapt a n. Ook kunstmest is bijn soja te kunnen verbouwe or Vo . ouw db lan moderne niet weg te denken in de t nodig. Maar het einde faa fos ral voo is kunstmest en n in de wereld is in zicht van de fosfaatvoorrade er me rdt wo fen ndstof bij gebrek aan schone gro van ver vuilde fosfaatt aak gem ruik en meer geb r de landbouw om na te erts. Hoog tijd dus voo manier van werken. denken over een andere ® kan landbouwregio’s Cradle to Cradle (C2C) den door opnieuw te nieuwe perspectieven bie van voedingsstof fen. kijken naar de kringloop en veehouders samenZo kunnen akkerbouwers aan leveren daarin het voer werken: akkerbouwers io. reg de in ijen veehouder Als tegenprestatie ontvan ® dehou vee de gen zij van d rijen de mest om hun lan te bemesten.
“Cradle to Cradle kan landbouw regio’s nieuwe perspectieven bieden door weer te werken op regionale schaal.”
een Zelfs het landschap kan t He . ces pro dit in rol spelen is ier art rkw ste Zuidelijk We erisbekend om haar karakt Juist s. gel tsin hou tieke oude ouw db lan lige de kleinscha
r dschapselementen doo heeft oog voor deze lan s. gel beheren van deze sin een rol te spelen in het iaal zou door compos Het snoei- en kapmater ststof voor het boerenme lle tering een waardevo nten nemen CO2 uit de land kunnen worden. Pla ing wordt de CO2 voor lucht op, door composter erbindingen vastge langere tijd in de humusv de algehele CO2-rehouden, wat bijdraagt aan alstof fen hergebruik t, ductie. Zoals een bos afv ruik kunnen maken van zo zou de landbouw geb ouw en veehouderij. Zo afvalstof fen uit akkerb aard en leidt de zelfblijven de houtsingels bew weer tot een veelbelovend voorziening in de regio .■ perspectief voor boeren
Interview Paul Tamelin
g
gerelid baar in een wereld die boerenbedrijven kwets Paul Tameling is bestuurs heeft Zo . schalig. Dat maakt deze len rde voo het heeft ook ur tu na r schaalvergroting. Maar e doo ch rdt ken ris wo rok ra rd bet gee ag ect dir de rs van en zijn de agrarië sterke eigen uitstraling een ek stre e dez r uu houd. vereniging Boer & Nat ld bij het landschapsonder kon benutten. Bijvoorbee r. die voordelen niet verder ie je at of af w rk ons n te ege es ee vro W arm We Da ijk n. el nge id Zu rkt te bre de-producten op de ma door C2C -geïnspireer t he il erwaarde. Dat zou best w me tie te san sa res ni duct een inte Deze orga geef je je regionale pro uls kan weer kunnen leiden. En die imp er kt ra ka e economische impuls e uw ijk nie el een pp tot . ha ied sc geb land lige industrie in dit werken voor de kleinscha d ren ule stim rte van het Zuidelijk Wes kaas of komkommers? ur- Praten wij dan over Cradle to Cradle -geïnspireerde ma tu na , en ud ho be r tie ar in kassen geteeld ar kw bijna alleen nog rs worden tegenwoordig me om mk Ko r onze streek. voo en rbeeld niet. Kaas is een beter voo ontwikkeling stimuler en die hebben we hier et dat je voewe je aal produceren zodat de en er bo d geit of koe kun je region tij van er s Kaa lijk ge te en gaan. anders verloren zouden dingsstof fen gebruik t die tui t he or vo en ed ruimte bi armaken voor derlandse economie kla . ijf dr be n gt daarna? Wilt u de Ne hu vol t n wa va En n ren juist reule ne fe stim oe artier? Nee, we het Zuidelijk Westerkw uit ten duc pro rkwartier f ste We ga delijk ten. We hebben in het Zui De Natuurvereniging gionale afzet van produc ucten rod ekp boerenmarkt waar stre aer ed uf ilie M zomer elke maand een de en ens r tijd uu at N de worden verkocht. tie Groningen opdracht de hebben eerst de nen Hoe krijgt Cradle to Cradle in dit project vorm? Weeeh en rk ve te n de he ijk el ouderijen onderog m en twee melkv ® op twee geitenhouderijen pen glo krin ) 2C (C l productiestappen al die bedrijven voor vee om Cradle to Cradle zocht. Toen zagen we dat voer en de elders . Zo worden al het te e to k zijn van producten van uw elij bo ank afh nd voor de la het lag de in io aangevoerd. Toen mest van buiten de reg n samenlate den boerenbedrijven kon passen. hand om te kijken of de io plaatsvinden. ®
®
®
werken zodat die kringlo
pen binnen de reg
ject? Mensen u tegen tijdens het pro Welke problemen kwam tificaat. Bij cer of aan een soort label denken bij C2C® direct telling ins de t het veel meer om C2C® in de landbouw gaa voein ken rtdurend blijven den van de boeren en het voo land der Ne in er eldprojecten zijn dingsstof fen. Veel voorbe voorier art rkw in het Zuidelijk Weste ook nog niet. We lopen ouw. db lan de in ® r C2C -toepassingen op in de zoektocht naa
® e om Cradle to Cradle Hoe kwam u op het ide dbouw? De landbouw in toe te passen in de lan inartier is nog relatief kle het Zuidelijk Westerkw
® op de markt? Cradle to Cradle -kaas Wanneer ligt de eerste uceerde kaas, rod aal gep r jaar duren. Maar region Dat zal nog wel een paa rkt. Er zijn ma ere zom e zijn nu al te koop op onz hter bij eieren, worst en groent dic p sta r p voo winkel. Zo komen we sta ook al plannen voor een gloop. de het sluiten van de krin
22 projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties
landbouw De kwetsbaarheid van de grote nadelen hebben schillende nadelen. Twee ver t ken ting gro ver aal De sch van kunstmest. tie van diervoeders en betrekking op de produc
projecten van de landelijke natuur- en milieufederaties 23
begin vorige eeuw is Kunstmest Sindsg te denken uit de Neder-
kunstmest niet meer we van de hoofdbestanddelandse akkerbouw. Een faat. De grondstof is erg len van kunstmest is fos he t een sterke economisc sterk in trek in landen me den. voe te reld ren we die de de ar om Ma r ia. of Ind Veehouderijen kopen voe ontwikkeling zoals China die cht lvru op. peu po jke itri tem l eiw sne t raken in groot deel uit soja, een wijde voorraden fosfaa reldDit voer bestaat voor een r volwordt verbouwd. De we a erik nog voor 25 tot 100 jaa Am d er is Zui of ing cht ten Sta Naar ver wa sen vooral in de Verenigde bos dat oer nog t rika me kom ij d-A arb Zui ar. Da zo groot dat vooral in doende fosfaat beschikba n 90 zo’ a wijde vraag naar soja is het soj e in d est lan me het De . op apt gebruik sojabonen worden gek fosfaatverbindingen na één voor de productie van ar ruik t als veevoer. Voor geb rdt ater terecht komen. Da wo tew lak oer erv inv opp dse end is het grond- en procent van de Nederlan ast een bel t ieu wa mil ter ra wa Ext het ig. zuurstoftekor t in vijf kilo soja-eiwit nod voerd zorgt het voor kilo vlees (eiwit) is circa over lange afstanden ver r voe vee r voor planten en dieren. voo mt fen vor tof bedreiging feit dat de meeste gronds n. rde wo land gebruik t kunnen worden voor zij in Neder
Diervoerders
de regenjas ontwikkeld, maar kan deze later ook voor andere ontwerpen ingezet worden.
de biodiversiteit, aan gezonde lucht, vruchtbare Een regenjas ontwerpen grond, schoon water. Het is deze complete benadie niet schadelijk is voor dering die tot interessante ontwikkelingen leidt. het milieu, maar dit juist ver- Ontwerpster Fioen van Balgooi ervoer dat zelf bij rijkt. Ontwerpster Fioen van het ontwikkelen van een regenjas. “Er bestaat nog geen C2C -jas die echt waterwerend is. Dat leek Balgooi heeft zich dat als me een uitdaging, want de meeste regenjassen uiteindelijke ambitie gesteld. die wel waterwerend zijn hebben giftige coatings. Bovendien wilde ik ook eens iets maken Fabrikant Backhausen dat via een productielijn op de markt gebracht ontwikkelde met haar part- kan worden, want hiervoor had ik alleen unieke ners alvast een nieuwe stof. kledingstukken gemaakt.” Ook werd het terughaalDicht bij huis Haar wens kon dichterbij systeem van Dutch Spirit gebracht worden toen zij in contact kwam met het verder ontwikkeld. bedrijf DS sustainable solutions BV, kortweg Dutch ®
Cradle to Cradle (C2C)®-producten zijn meer dan milieuvriendelijk. Ze zijn veilig en gezond, gemaakt met eerlijke arbeid, gebruiken hernieuwbare energie, leveren grondstoffen voor een nieuw product, en voegen iets aan het milieu toe. Dat laatste kan bijvoorbeeld een bijdrage zijn aan
Spirit. Zij nemen de productontwikkeling van het eerste model op weg naar Cradle to Cradle® op zich. Het geheel paste ook prima binnen het C2C®project van de Brabantse Milieufederatie en de Milieufederatie Limburg. Al snel werd duidelijk dat het project ook leidde tot nieuwe mogelijkheden voor Dutch Spirit. Zo werd de stof speciaal voor
Er bestond al een C2C®-gecertificeerde stof die waterwerend is, maar die wordt alleen in de Verenigde Staten gemaakt. Voor dit project heeft (de Europese) fabrikant Backhausen een nieuwe stof ontwikkeld op basis van hun interieurstof Returnity. Dit textiel is van zichzelf al vlamvertragend en bevat geen giftige coating. Het lukte om de stof strakker te weven met een lichter garen, waardoor de souplesse van de stof verbeterde ten opzichte van de stugge interieurstof en de waterdoorlaatbaarheid werd beperkt. Maar ook deze dicht geweven stof was nog niet waterwerend genoeg. Met een milieuvriendelijke coating die Dutch Spirit en Backhausen met een derde partij ontwikkelden werd de stof ten slotte helemaal geschikt voor een duurzame regenjas.
Duurzame uitvinding
tijdens de presentatie eind januari!” Fioens wens om een product te ontwikken dat niet alleen niet schadelijk is voor het milieu, maar dit juist verrijkt zal in een volgende fase een stapje verder kunnen
“Er bestond nog geen C2C jas die echt waterwerend is. Dat leek me een uitdaging.”
Het huidige eindproduct is geïnspireerd door Cradle to Cradle® en een eerste stap op weg naar een Cradle to Cradle® ambitie (de ‘positieve bijdrage’). Zo wordt de jas helemaal gemaakt van materiaal dat hergebruikt kan worden (technische recycling), is de buitenstof C2C®-gecertificeerd en is de coating niet schadelijk. Ook kan de jas eenvoudig uit elkaar worden gehaald. De jas wordt niet geplakt met tussenvoering, zoals meestal gebeurt, maar enkel gestikt waardoor voering en buitenstof later eenvoudig te scheiden zijn. “Echt uniek is de sluiting van de regenjas, een idee van Dutch Spirit. Daar verklappen we nog niets over, die zal voor het eerst zichtbaar zijn
worden gebracht. De reikwijdte van het project is indrukwekkend. Van Balgooi: “Ik merkte al snel dat je niet alleen maar zelf aan een regenjas werkt. Er komen ineens allerlei dingen in beweging. Ik ontwerp een jas en dat leidt weer tot een nieuwe stof bij Backhausen. Dutch Spirit bedenkt dan dat hun inzamelsysteem ook voor de regenjas gebruikt kan worden. Op termijn zal dat systeem daardoor rendabel worden. Zo ontstaat een nieuwe stroom van grondstoffen voor nieuwe producten en is de kringloop compleet. Dat is het mooie aan dit project: het zorgt voor een sneeuwbaleffect aan nieuwe ontwikkelingen. Op termijn zullen nieuwe ontwikkelingen van andere producten meehelpen om deze regenjas in de toekomst Cradle to Cradle® te kunnen laten zijn. Ook dat is het mooie aan dit project: het kan altijd beter.’’ ■
24 producten voor thuis en op het werk
producten voor thuis en op het werk 25
Ecologisch verantwoorde cosmetica van Aveda Aveda levert schoonheidsproducten op basis van bloemenen plantenextracten. Zeven shampoos, conditioners en een gezichtscrème zijn C2C® -gold gecertificeerd. “Het ontwikkelen en produceren van consumentengoederen kan verantwoord zijn als er vanaf het prille begin rekening wordt gehouden met het milieu. Bij Aveda geloven we dat authentieke schoonheid zorg moet dragen voor de aarde die we van onze voorvaderen geërfd hebben en nalaten aan de generaties die na ons komen.”, aldus Dominique Consell, oprichter van Aveda. Naast goede, veelal biologische, ingrediënten kiest Aveda ook voor recyclebare verpakkingen en windenergie.
HEBBEN!
www.aveda.nl
Cradle to Cradle® (inspired) producten voor thuis en op het werk!
Satino Black in natuurwinkels Volgens fabrikant Van Houtum is Satino Black het enige echte duurzame toiletpapier ter wereld dat CO2-neutraal geproduceerd wordt, de keurmerken FSC recycled en Europees Ecolabel heeft én ook nog eens Cradle to Cradle® (C2C®) is. Satino Black is gemaakt van honderd procent gerecycled papier. Tijdens het produtieproces worden geen schadelijke chemicaliën gebruikt. Het toiletpapier is ontworpen voor de biologische kringloop uit het C2C®-principe. Satino Black was al leverbaar op de professionele markt, maar is nu ook te koop in natuur(voedings)winkels.
Zie alles zitten! Ruimtelijk
Identiteit door tegels
ontwerper Melle Koot gebruikt voor het frame-werk van zijn Ambrozijn-stoel inlands hout met een zitting van twee kleuren vilt. De verbindingen tussen de verschillende onderdelen zijn bewust zichtbaar gelaten, zodat je de constructie van de stoel duidelijk kunt zien. Op dit moment werkt Studio Melle Koot samen met o.a HempFlax aan een Ambrozijnstoel met een hennepvezel kuip in verschillende kleuren. Hennep, het meest milieuvriendelijke gewas, wordt verwerkt tot hennepvezel en hennephout.
Met onderscheidende tegels van kwalitatief en esthetisch hoog niveau wil Mosa graag een bijdrage leveren aan architectonische ontwerpen van nu en morgen. Mosa is er recentelijk opnieuw in geslaagd om een
Veilig voor baby’s Laladoo is het verhaal van twee vaders die zich zorgen maakten over de gifstoffen in speelgoed en baby-kleding. Hun jarenlange en wereldwijde zoektocht naar gifvrije materialen
die biologisch afbreekbaar zijn, leidde tot opmerkelijke en verrassende resultaten. De verpakking van de babyspullen bestaat uit biologisch afbreekbaar bioplastic, voor het drukwerk wordt sojainkt op waterloze
Cradle to Cradle® Zilver certificering te halen voor vloer- en wandtegels. Dit betekent dat nu 99 procent van de wand- en vloertegels Cradle to Cradle® Zilver gecertificeerd is. www.mosa.nl
drukpersen gebruikt en de cadeaukaarten zijn voorzien van eetbare bakkersinkt. Wie de verpakking in de grond stopt zaait daarmee zonnebloemen.
www.laladoo.nl
www.mellekoot.nl
Opvolger van de Mirra Herman Miller produceerde in 2003 de Mirra, ‘s werelds eerste bureaustoel die werd ontwikkeld volgens het Braungart cradle to cradle®-protocol. De stoelen-familie SAYL is de nieuwste aanvulling op de cradle to
cradle®-productportfolio van Herman Miller. Bij de ontwikkeling van Sayl wordt op inventieve wijze minder materialen gebruikt. Minder onderdelen en minder materialen zorgen voor lagere kosten en een kleinere CO2-voetafdruk. Deze benadering, eco-
Gerecycled tapijt
dematerialised™ design genoemd, maakt demontage van de stoel ten behoeve van recycling aan het einde van zijn leven eenvoudiger. De stoel is Cradle to Cradle® Silver-gecertificeerd.
Verantwoording nemen voor het tapijt na het gebruik ervan, is een belangrijk onderdeel van het duurzame beleid van Shaw. De tapijtfabrikant werd daarmee de eerste houder van een Cradle to Cradle® silver certificering op tapijt. Shaw neemt het tapijt na gebruik terug en gebruikt dit als grondstof voor nieuw tapijt zonder dat er sprake is van kwaliteitsverlies. Momenteel bestaan de tapijttegels voor circa veertig procent uit gerecyclede inhoud.
www.hmergonomics.nl
www.pr-trading.nl
26 ONDERZOEK BIOLOGISCH AFBREEKBAAR MAGAZINE STUDIO PATS
DRUKWERK STINKT! Toen de Natuur en MilieuFederatie Groningen ons benaderde met de vraag om het magazine van het project “Cradle to Cradle® in de praktijk” vorm te geven, zette dit ons meteen aan het denken en dromen. Zou het niet mooi zijn, en ook heel logisch, om het magazine ook geheel volgens de Cradle to Cradle®principes te ontwikkelen en te produceren? Door Studio Pats
Gaandeweg het proces werd steeds duidelijker dat een geheel Cradle to Cradle®-geproduceerd magazine in de praktijk op dit moment nog wel eens moeilijk haalbaar zou kunnen zijn. Het leek
ONDERZOEK BIOLOGISCH AFBREEKBAAR MAGAZINE STUDIO PATS 27
Een onderzoekstraject zoals we dat voor het ontwikkelen van een drager hebben afgelegd, bleek voor het vraagstuk van de meest geschikte inkt eenvoudigweg niet mogelijk. Het productieproces van inkt is vele malen complexer, bewerkelijker en variabeler dan dat van papier en andere dragers, waardoor het uitgesloten was om op korte termijn met een partner een onderzoeks- of ontwikkelingsproces in gang te zetten. Ook bleken leveranciers en producenten uit concurrentieoverwegingen zeer terughoudend met informatie over hun producten. Hierdoor werd het vergelijken van al dan niet duurzame inktsoorten aanzienlijk bemoeilijkt. In het onderzoekstraject werd inktproducent T&K Toka van verschillende kanten als meest duurzame aangeraden. Niet geheel toevalligerwijs is dit hetzelfde bedrijf dat al geruime tijd de inkt levert voor Drukkerij Kempers, de drukker van dit magazine.
doorsteken of vlechten van de nog te produceren drager. Biologisch afbreekbare lijmen of garens waren zeker ook een optie, alleen zijn we in onze zoektocht vooralsnog geen verantwoorde lijmen en garens tegengekomen die sterk genoeg zijn om een magazine mee te binden. Het eureka vonden we in het doorboren van een stapel plastic (aanvankelijk een stapeltje biologisch afbreekbare groentezakjes) met een verhitte naald. Door het pakketje op deze wijze in de rug te ‘stikken’ konden we een hechting maken die sterker was dan het materiaal zelf. We vonden een oplossing in de combinatie van het thermisch lassen van plastics – zoals die in verpakkingsindustrie vaak worden gesealed – en het (draadloos) stikken, zoals wordt toegepast in de grafische industrie. Voor zover wij konden nagaan is dit nog nooit gedaan en we zullen hier in combinatie met het zoeken naar de afbreekbare drager in de toekomst nog verder mee experimenteren. Omdat het niet op tijd uitontwikkelen van de drager heeft geleid tot een keuze voor FSCgecertificeerd papier, bleek het ouderwetse, lullige nietje vooralsnog de eenvoudigste oplossing.
Bindwijze: zelf experimenteren
Mindset versus labelshoppen
ons daarom des te interessanter om het af te leggen traject naar een biologisch afbreekbaar magazine als een onderzoek op te vatten en te beschrijven, om inzichtelijk te maken wat de stand van zaken is in ‘drukwerkland’. In dit artikel en de daaropvolgende routekaart doen we verslag van de belangrijkste vragen, keuzes en problemen die we zijn tegengekomen in de productie van dit magazine. Omdat wij grafisch ontwerpers zijn en geen wetenschappers, hebben we geprobeerd ons zoveel mogelijk bezig te houden met de praktische vraagstukken die direct aan de productie van een magazine verbonden zijn. Dat waren “Wat is de beste drager voor ons magazine?”, “welke inkt is ongevaarlijk als het in onze leefomgeving belandt?” en “hoe binden we het magazine zonder schadelijke of niet-herbruikbare toevoegingen toe te passen?”.
Drager: statiegeld of wegwerp? Het gros van het tegenwoordig geproduceerde drukwerk wordt gemaakt van houtdragend papier. Papier is echter niet een ‘hernieuwbare grondstof’ voor een productie zoals een magazine: de productietijd van papier (de tijd die een boom nodig heeft om te groeien) is vele malen langer dan de gebruiksduur van een magazine. Hierdoor is het proces ‘eindig’, want op den duur zal de grondstofvoorraad opraken. Een alternatief, zoals drukwerk geproduceerd uit gerecycled materiaal, is op zich niet heel duurzaam, als het materiaal zelf niet volledig biologisch afbreekbaar is. Immers, vroeg of laat belandt het product toch op de vuilnishoop en richt dan alsnog milieuschade aan. Voor papiervervangende producten zoals hoogwaardige polymeren geldt dan ook dat je een sluitend terugnamesysteem (bijvoorbeeld statiegeld) zou moeten ontwikkelen, zodat er geen schadelijk materiaal in het milieu belandt. Tapijttegelfabrikant Desso bijvoorbeeld gebruikt deze strategie met succes bij het maken van reclamefolders. Het bedrijf produceert folders die gemaakt zijn van een materiaal dat ook gebruikt wordt in de tapijten die het bedrijf maakt. Daardoor kan de geretourneerde folder in de vorm van vloerbedekking opnieuw dienst doen. Voor periodieken zoals magazines ligt het juist voor de hand te kiezen voor een wegwerpproduct, mits natuurlijk biologisch afbreekbaar. Als de verpakking van bijvoorbeeld biologische tomaatjes afbreekbaar kan zijn, zou er toch ook een papiervervangende drager ontwikkeld kunnen worden waarop je na gebruik bij wijze van spreken je eigen tuinkers kan kweken? In Rodenburg Biopolymers vonden we een partner die bereid was zich in te zetten voor het voor drukwerk toepasbaar maken van hun biologisch afbreekbare product Solanyl. Drukkerij Kempers heeft op zeer betrokken wijze meegewerkt aan experimenten met proefdrukken van dit materiaal. Binnen het tijdbestek waarin dit magazine geproduceerd moest worden bleek het uitontwikkelen van dit product helaas net niet mogelijk. De samenwerking met Rodenburg en Kempers wordt echter voortgezet om in de nabije toekomst alsnog een volledig afbreekbare drager voor drukwerk te realiseren.
“Zou het niet mooi zijn, en ook heel logisch, om het magazine ook geheel volgens de Cradle to Cradle®-principes te ontwikkelen.”
Inkt: gesloten wereld
“Het eureka vonden we in het door boren van een stapel plastic met een verhitte naald.”
Nog voordat we daadwerkelijk een concreet materiaal als drager hadden gevonden hielden we ons al bezig met de mogelijke bindwijze voor een magazine van bioplastic. We vonden het met name belangrijk om de oplossing te zoeken in het dragende materiaal zelf, dat wil zeggen het vouwen,
Hoewel dit magazine uiteindelijk minder verantwoord is geworden dan we zelf aanvankelijk voor ogen hadden, heeft het proces ons wel degelijk in de overtuiging gesterkt dat een volledig afbreekbaar en met laag energieverbruik geproduceerd magazine in de nabije toekomst een realiteit kan zijn. Niet voor niets is Cradle to Cradle® in eerste plaats een mindset: het feit dat we steeds voor ‘100 %’ gegaan zijn heeft er voor gezorgd dat het magazine binnen de beschikbare tijd zo duurzaam als maar kon gerealiseerd is. En dat is echt veel duurzamer dan wanneer we gewoon een rondje door het woud van keurmerken en labels hadden gemaakt. Belangrijker nog is echter dat we dankzij deze kritische, maar enthousiaste houding gedurende het hele proces steeds bij bevlogen mensen en bedrijven terecht zijn gekomen die ons enthousiasme deelden of, sterker nog, ons nog meer konden enthousiasmeren. Hierdoor zijn samenwerkingen, nieuwe wegen en mogelijkheden die voor we dit proces aangingen nog dromen waren, een realiteit binnen handbereik geworden.
28 ONDERZOEK BIOLOGISCH AFBREEKBAAR MAGAZINE STUDIO PATS
ONDERZOEK BIOLOGISCH AFBREEKBAAR MAGAZINE STUDIO PATS 29
SUN CHEMICALS
ONDERWEG MET STUDIO PATS Deze pagina’s bieden een kijkje in de complexiteit van ons onderzoek naar een volledig biologisch afbreekbaar magazine. We pretenderen geenszins compleet te zijn, wel hebben we de meest relevante partijen uitgelicht om zo een beeld van onze reis te schetsen. Dit magazine is nog niet uitgegeven op het veelbelovende bioplastic, maar we zijn al een heel eind op weg. Er zijn veel prachtige initiatieven en bedrijven die onze ambities voor een schonere, eerlijkere en veiligere wereld delen. We hopen dat het mensen helpt bij het versnellen van hun eigen plannen. Let’s cradle!
NNZ Dit Groningse handelsbedrijf gespecialiseerd in verpakkingen met vestigingen wereldwijd heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda staan. Hoewel zij gezonde alternatieven voor conventionele verpakkingsmaterialen bieden, blijft de vraag naar deze bioplastics helaas nog achter. NNZ heeft het bestaande netwerk aangeboord naar aanleiding van Studio Pats’ zoektocht naar folie van bioplastic en daarvoor geschikte drukinkt. Ondanks de geweldige inzet van NNZ en de goede leads, bleek de specifieke toepassing die nodig was voor dit magazine te ver af te liggen van de verpakkingsindustrie. www.nnz.nl
MARABU inktproducent
RODENBURG BIOPOLYMERS VINK KUNSTSTOFFEN Aanvankelijk gaf de telefoniste op de verkoopafdeling slechts te kennen dat zij geen bioplastics in hun assortiment hebben en het ook niet kunnen bestellen. Na doorvragen kwamen we in contact met dhr. Wellink, die erkent dat de vraag naar bioplastics en duurzame alternatieven toeneemt. Zelf ziet hij het belang er van in, het is echter niet zo dat de toepassing en vraag naar bioplastics al een enorme vlucht neemt. Vink is zeker geïnteresseerd in nieuw aanbod, zodat het bedrijf het in de toekomst op kan nemen in het assortiment. Uiteindelijk zullen ze wel moeten toch? www.vinkkunststoffen.nl
Met het product Solanyl richt Rodenburg zich op het vervangen van conventionele plastics door bioplastics en zoekt naar toepassingen waarbij de eigenschappen van bioplastics een duurzaam voordeel oplevert. Solanyl wordt aan producenten geleverd in de vorm van granulaat. Na gebruik is dit materiaal eenvoudig vergistbaar en (lokaal) composteerbaar, of af te voeren als huisvuil. Solanyl is hernieuwbaar en concurreert niet met landfor-food of voedselketens, want de grondstof die gebruikt wordt is de reststroom van de aardappelverwerkende industrie. Het energiegebruik is laag tijdens de productie in vergelijking met concurrerende bioplastics. Rodenburg denkt mee over het produceren van bedrukbare Solanylsheets ter vervanging van houtdragend papier voor dit magazine. Studio Pats, Michel Verdaas en Thijs Rodenburg komen na inspirerende gesprekken overeen dat Rodenburg Biopolymers zich gaat inzetten om sheets te produceren die qua dikte en stijfheid kunnen concurreren met conventionele papiersoorten. Er wordt aanvankelijk gekozen voor de technisch haalbare dikte van 240ȝ, aangezien Dutch Card Printing dezelfde dikte nodig heeft voor testen met de verdere evolutie van de Ecopas. Zo snijdt het mes aan twee kanten en worden meerdere belangen gebundeld. Hoewel het voor dit magazine niet haalbaar bleek, gaan Rodenburg en Studio Pats na dit nulnummer verder met de ontwikkeling van bedrukbare sheets om zo stappen te zetten richting een biologisch afbreekbaar magazine. www.biopolymers.nl
T&K TOKA Producent van de New Alpo Soya-E inkt voor Torray platen (waterloos offset) waarmee Drukkerij Kempers werkt. Dit Japanse bedrijf slaagde er met deze inkt in alle minerale oliën te vervangen door hernieuwbare sojaolie en vluchtige stoffen (VOC) te bannen uit dit product. T&K Toka is één van de grotere (top 10) inktproducenten in de wereld en naar verluid één van de meest innovatieve. Volgens de importeur van T&K Toka inkten zijn deze Japanners steeds meer geïnteresseerd in de de principes van Cradle to Cradle®, maar zijn ze onzeker of verdere ontwikkeling van hun inkten en werkwijze economisch rendabel is. Dit is herkenbaar, ook voor Nederlandse ondernemers. Ze beginnen echter steeds meer overtuigd te raken van de vraag naar omgevingsvriendelijke inkten in Duitsland en Nederland. Hopelijk durven ze hierin in de nabije toekomst te investeren en komen ze met nog betere, misschien zelfs Cradle to Cradle® inkten! Het magazine dat u nu in handen heeft is gedrukt met inkt van T&K Toka. www.tk-toka.co.jp
De inhoud van deze pagina is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Ondanks dat bestaat de mogelijkheid dat er onjuistheden in de tekst staan.
DUTCH CARD PRINTING Een dag na het eerste telefoontje zat Studio Pats al aan tafel bij Dutch Card Printing, ook wel bekend van Ecopas®, het alternatief voor conventionele PVC passen. Alles bij dit bedrijf uit Groningen wordt bedrukt door middel van waterloos offset. De aan populariteit winnende Ecopas® van aardappelzetmeel is vervaardigd van het Solanyl granulaat van Rodenburg Biopolymers. Dhr. Kiewiet was erg enthousiast over de ambities van Studio Pats en zoekt tevens naar betere inkten. Om geavanceerde technieken zoals RFID toe te kunnen passen in toekomstige varianten van de Ecopas heeft Dutch Card Printing behoefte aan Solanyl sheets van 240ȝ. www.dcp.nl
HANZE HOGESCHOOL workshop Diana den Held
BASF inktproducent
YUKON Yukon Inks is importeur van offset inkten van de Japanse inktfabrikant T&K Toka en legt zich toe op de verkoop van milieuvriendelijke drukinkten aan de grafische industrie. Yukon brengt C2C® onder de aandacht bij de Japanners. www.yukon-inks.com
FABLAB
inktproducent
EPEA Dit internationale wetenschappenlijke instituut, opgericht door Professor Dr. Michael Braungart, adviseert bedrijven en implementeert het Cradle to Cradle® concept door eco-effectief ontwerp van materialen, producten en diensten. Diana den Held, strategisch adviseur voor Michael Braungart in Nederland, koppelde Studio Pats en de NMFG aan interessante partijen en controleerde de inhoud van het magazine op technische correctheid. Daarnaast bracht zij Studio Pats in contact met Braungart die interesse toonde in drukwerk. De landelijke Natuur en Milieufederaties hebben inmiddels besloten uit te zoeken hoe een partnership met EPEA vorm kan krijgen. www.epea.nl
MELLE KOOT Melle Koot is een Cradle to Cradle® geaccrediteerde interieur- en meubelontwerper die o.a. veel onderzoek heeft gedaan naar lijmsoorten. Deze kennis deelde hij met Studio Pats ten bate van een mogelijke bindwijze voor dit magazine. Echt goede opties blijken er op lijmengebied nog niet te zijn, al zijn op dit gebied wel ontwikkelingen gaande. www.mellekoot.nl
STUDIO PATS Studio Pats is een verzamelpand voor communicatie en creatie, gevestigd in de stad Groningen. De Natuur en Milieufederatie Groningen (NMFG) vroeg Studio Pats om mee te denken over een slotdocument voor het project “Cradle to Cradle® in de praktijk”. Na enkele oriënterende gesprekken met de NMFG start Studio Pats vol overgave een queeste naar dragers, inkten en bindwijzen voor een magazine dat in hun ogen volledig biologisch afbreekbaar moet worden. In hun uitgebreide zoektocht komen ze in contact met vele inspirerende gelijkgestemden zoals Rodenburg Biopolymers en drukkerij Kempers. Tegenvallers zijn de geslotenheid van de industrie, groenwasserij van Cradle to Cradle® wannabees en conservatisme. Resultaat is het magazine dat u nu in handen heeft. www.studiopats.nl
NMFG De Natuur en Milieufederatie Groningen behartigt de belangen van natuur, milieu en landschap in Groningen en ondersteunt mensen en organisaties die zich daarvoor inzetten. Samen met 6 zusterfederaties uit het land initiëren ze het project “Cradle to Cradle® in de praktijk”. Anneke Lindeman wordt aangetrokken door de NMFG als projectleider. Tim van der Horn wordt op de taak gezet om de teksten voor dit magazine te verzorgen. www.nmfgroningen.nl
ROWAT
Importeur van T&K Toka’s New Alpo Soya-E inkt. www.rowatinks.com
DESSO Desso is producent van Cradle to Cradle® gecertificeerde tapijten en tapijttegels. Desso heeft een folder uitgebracht op polyolefine, waardoor zowel de drager als de inkt via de technische kringloop hergebruikt kunnen worden in tapijt(tegels). Deze oplossing is dus niet geschikt voor een biologisch afbreekbaar magazine. www.desso.nl
Een Fablab is een werkplaats met digitaal gestuurde apparatuur waar je - in theorie - bijna alles kunt maken. Tijdens een open lab is hier de door Studio Pats bedachte innovatieve concept-bindbijze voor het Solanyl bioplastic magazine getest d.m.v. lasersnijden. www.fablabgroningen.nl
SYNTENS Tijdens de workshop “atelier C2C® certificatie” in Leek werd Studio Pats gewezen op de aanwezigheid van Syntens en eventuele mogelijkheden voor onderzoeksbudget. Na enkele gesprekken bleek dat Studio Pats geen aanspraak op een dergelijke subsidie kon maken aangezien zij functioneert als aanjager en regisseur van het onderzoek, en er geen sprake was van een concreet eindproduct danwel C2C® certificering. www.syntens.nl
CODIN Codin is het netwerk voor duurzame innovatie, van en voor alle deelnemers aan de Noord-Nederlandse economie. Tijdens de workshop “atelier C2C® certificatie” in september 2010 benadrukten Erik van Buuren en Sonja Rickert-Kruglov (medewerkers van EPEA) herhaaldelijk dat Cradle to Cradle® toch voornamelijk moet gaan over de juiste ‘mindset’ en dat die belangrijker is dan het certificeren van producten. www.codin.nl
DRUKKERIJ KEMPERS Drukkerij Kempers uit Aalten is een pionier op het gebied van waterloos drukken. Met ruim twintig jaar ervaring op dit gebied kunnen ze zich de eerste waterloze drukker op alle offset druktorens in Nederland noemen. Dit zullen ze echter niet snel doen want vader en zoon, Chris en Bas Kempers hangen het adagium “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” aan. Bescheidenheid is echter nergens voor nodig. Naast het waterloos drukken maakt Kempers gebruik van drukinkten op basis van plantaardige olie en chemievrije drukplaten. Ze maken geen gebruik van IPA of vluchtig K3 wasmiddel waardoor er minder luchtemissie is en er een gezonder werkklimaat ontstaat. Uitgebreide kennisdeling over waterloos drukken leverde ze in februari 2009 de Butterfly Vision Award van de mondiale associatie van waterloze drukkers IWPA op. In de toekomst wil Kempers zonnepanelen gaan plaatsen op het dak om zo in een deel van de energievoorziening zelf te voorzien. Studio Pats werkt al jaren samen met drukkerij Kempers. Als vanzelfsprekend werd Kempers dan ook betrokken in de zoektocht naar een volledig biologisch afbreekbaar magazine. Onmiddellijk toonde Kempers zich bereid om met beschikbaar materiaal van Solanyl Bioplastics van Rodenburg proefjes te gaan draaien op hun persen. Dit magazine is dan ook gedrukt door de drukker die in onze ogen koploper is op het gebied van schoon drukwerk in Nederland. www.kempers.nl
BÜHRMANN UBBENS Papierleverancier van onder Revive 100, de papiersoort waarop het binnenwerk van dit magazine is gedrukt. Revive 100 is 100% gerecycled FSC papier. www.bup.nl
VAN GENNE Drukkerij van Genne is een conventionele drukker uit Hoogeveen met C2C® aspiraties. www.vangenne.nl
HENK GRAFIMEDIA inspiratiebron
DRUKKERIJ KNOOPS Knoops Eco Printing is een aparte afdeling binnen de conventionele Drukkerij Knoops. Bij deze afdeling kun je Cradle to Cradle® gecertificeerd drukwerk bestellen. Voor dit magazine heeft Studio Pats contact opgenomen met Drukkerij Knoops om te praten over inkten die Knoops gebruikt in hun drukprocessen. Helaas was Drukkerij Knoops niet geneigd tot kennisdeling. www.drukkerijknoops.nl
PROOST & BRAND Papierleverancier van onder andere StonePaper, de papiersoort waarop de cover van dit magazine is gedrukt. StonePaper is gebaseerd op calciumcarbonaat (steen). www.proost.nl
30 nawoord
adressen en gegevens 31
Adressen Diana en den gegevens held Oplossingen voor fosfaatproblematiek
Elk Cradle to Cradle® project begint met: “Wat zijn je intenties?” Zo gold voor dit Milieufederatie-programma: bedrijven ondersteunen bij hun eerste stappen op het Cradle to Cradle ® pad. Dit magazine toont dat elk project heeft geleid tot tastbare resultaten, nieuwe samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling en soms zelfs tot nieuwe vriendschappen.
Van ‘Groene’ ambities naar C2C®-ambities Ik ben niet bij elk project in dit programma betrokken geweest, maar daar waar ik even aan kon schuiven, bijvoorbeeld het ‘kantklos’project van Kim van Bakel, kon ik getuige zijn van grote sprongen vooruit in het werken met Cradle to Cradle® ambities en principes. Het doel van een ‘positieve bijdrage’ raakte steeds dieper geworteld: wat begon bij ‘milieuvriendelijke’ materialen, ging al spoedig richting een installatie die niet alleen is gemaakt van gezonde materialen, maar die energie kan opwekken en de lucht zal gaan zuiveren.
Ook het landbouwproject in het ‘Zuidelijk Westerkwartier’ maakte veel indruk en ik ben dankbaar voor de aandacht die aan dit onderwerp is besteed. Er zijn in Nederland nog maar weinig projecten die landbouw en Cradle to Cradle® combineren, terwijl de wereld-fosfaatcrisis waar we met z’n allen op af stevenen een ernstiger crisis is dan de olie-crisis. Dit project, met vruchtbare grond als resultaat, kan niet alleen een voorbeeld zijn voor Nederland, maar voor de rest van de wereld.
Cradle to Cradle® in de Praktijk Landelijk project van de Natuur en Milieufederaties. In het kader van dit project werd in de periode tussen maart 2009 en maart 2011 binnen zeven projecten gewerkt aan concrete C2C® -geïnspireerde producten. Tim van der Horn (communicatie).
Milieufederatie Limburg
www.nmfgroningen.nl
Projectleider: Sandra Akkermans www.milieufederatielimburg.nl
Een feest van diversiteit De projecten in dit magazine tonen stuk voor stuk dat Cradle to Cradle® mensen uit zeer verschillende beroepsgroepen inspireert en samenbrengt. Hoewel het grootste deel van de projecten zich met name heeft laten inspireren door het eerste Cradle to Cradle® principe –Afval is voedsel- laat het programma “Cradle to Cradle in praktijk” in zichzelf het derde Cradle to Cradle® principe opleven: “Celebrate diversity”.
Schaalverkleining in landbouw maakt flexibel en sterk
Brabantse Milieufederatie
Natuur en Milieufederatie Groningen
www.brabantsemilieufederatie.nl
Projectleider: Ellen Farwick
Zeeuwse Milieufederatie
www.nmfgroningen.nl
Projectleider: Ilse Pama
Agrarische natuurvereniging Boer & Natuur
www.zmf.nl
Projectleider: Ilse Hoenderbos
Zuidelijk Westerkwartier www.boerennatuurzwk.nl
Nature is our role model Kim van Bakel, ontwerper in Venlo.
STICHTING MILIEUFEDERATIE LIMBURG
Laten we dat vooral, ook hierna, blijven doen! Diana den Held Strategisch adviseur voor Michael Braungart
Het duurzame alternatief in de bouw
Design Academy Eindhoven, afdeling: Man & Identity
Natuur en Milieufederatie Drenthe
www.kimvanbakel.nl
Projectleider: Christiaan Teule
Linda van Neerven, ontwerper in Breda.
www.nmfdrenthe.nl
Academie Sint Joost Breda, afstudeerspecificatie:
HempFlax, Oude Pekela – Hennepvezelproducent.
Interieurarchitectuur
www.hempflax.com
www.lindavanneerven.nl
Kasteelstoel voor de toekomst Natuur en Milieufederatie Utrecht
Van modieuze sneaker naar plant in je tuin
Projectleider: Ieke Benschop
OAT Shoes, Design en producent afbreekbare schoenen,
www.nmu.nl
Amsterdam.
Slot Loevestijn, Poederoijen - Middeleeuws kasteel
www.oatshoes.com
in 17e eeuwse vesting in gemeente Zaltbommel.
NATUUR EN MILIEU
UTRECHT
Colofon STOF Redactie en coördinatie
WellDesign, Utrecht - Innovatie, productontwerp
Nieuwe regenjas levert ook nieuwe stof en inzamelsysteem op
en productontwikkeling
Refinity, Mijdrecht - Gespecialiseerd in eco-effectieve
www.welldesign.com
design en mode.
Synbra, Etten-Leur - Producent van onder andere
www.refinity.eu
BioFoam®
Backhausen, Wenen – stoffenproducent.
www.synbra.com
www.backhausen.com
www.slotloevestein.nl
Natuur en Milieufederatie Groningen Tim van der Horn fotografie: www.yago1.com
De Zeeuwse Milieufederatie, de Brabantse Milieufederatie en de Milieufederatie Limburg werkten gezamenlijk aan de volgende drie projecten:
Contactpersoon: Anneke Lindeman (projectleider) of
FEDERATIE
“Wat zijn je intenties?”
Adressen en gegevens
www.nmfgroningen.nl
DS sustainable solutions BV Nijmegen –
Composieten nieuwe stijl voeden milieu
productie regenjas www.dutchspirit.com
Milieufederatie Noord-Holland, projectleider: Rolf van Arendonk
Concept en ontwerp
www.mnh.nl
Studio Pats, Groningen
NPSP Composieten in Haarlem. Gespecialiseerd in
Jan Willem Wennekes,
het ontwikkelen en produceren van producten van
Dion ten Heggeler
vezelversterkte kunststoffen.
dit magazine is mede tot stand gekomen door de bijdragen van:
& Gijs Bekenkamp
www.npsp.nl
Prof. Dr. Michael Braungart, grondlegger van de Cradle
Partners for Innovation in Amsterdam. Adviesbureau
to Cradle®-filosofie en wetenschappelijk directeur van
gespecialiseerd in onder andere maatschappelijk
EPEA International Umweltforschung GmbH (Hamburg,
verantwoord ondernemen, duurzame technologie,
Germany)
recycling/hergebruik en systeeminnovaties.
www.braungart.com
www.partnersforinnovation.com
Diana den Held, strategisch adviseur van Michael
Urbania Products in Lochem. Sinds 1996 de exclu-
Braungart.
sieve leverancier in de Benelux van producten voor
www.gevleugeldewoorden.nl
de openbare ruimte. Houd zich ook bezig met het
EPEA, door Braungart opgerichte organisatie met als
ontwikkelen van innovatieve producten en diensten voor
doel het integreren van wetenschappelijke innovaties in
de sector ‘stedelijke aankleding’.
nieuwe producten.
www.urbaniaproducts.nl
www.epea.com
www.studiopats.nl Drukwerk Drukkerij Kempers, Aalten www.kempers.nl “Cradle to Cradle® and C2C® are registered trademarks held by EPEA Internationale Umweltforschung GmbH and McDonough Braungart Design Chemistry, LLC.”
“We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them.” ~ Albert Einstein