havana
#08
Weekblad voor de Hogeschool van Amsterdam 13 oktober 2010
Lennart Stekelenburg
Vlotte student, snelle zwemmer
Boemerangkind Wonen bij mama, wel zo makkelijk
Srananistiek Dansen en zingen tijdens de les
Onderwijs 2.0 We missen langzaam de boot
-advertentie-
inhoud
Boemerangstudenten 10 Relatie uit? Huur te hoog? Ruzie met de huisbaas? Gelukkig kun je altijd nog terug naar Hotel Mama.
‘Het koude water vond ik maar niks’ 13 En toch schopte zwemmer Lennart Stekelenburg het tot Studentensporter van het Jaar.
Respect voor Suriname 14 Studenten van de nieuwe minor Srananistiek zijn dolenthousiast over de colleges. ‘Bij mijn hoofdstudie skip ik wel eens het eerste uur, maar van deze minor wil ik geen les missen.’
Weinig nieuws onder de zon 16 Het regeerakkoord van het nieuwe kabinet lijkt veel verandering te brengen voor het onderwijs, maar in de praktijk blijft veel bij het oude.
Lichtjaren achter 18 Het Nederlandse hoger onderwijs dreigt de boot te missen als het gaat om web 2.0-toepassingen en social sharing. Belangrijkste obstakel: onwillige docenten én studenten.
Verplichte taaltoets Ik ben geen aanhanger of sympathisant van het Genootschap voor de Zuiverheid van Ons Nederlands. Ik gebruik zelfs regelmatig allerlei Engelse woorden, just for the fun of it. Bovendien vind ik dat Engelse woorden of uitdrukkingen soms meer zeggingskracht hebben. Ik ben dus geen purist, maar ik erger mij wel aan krakkemikkig taalgebruik. Wat dat betreft krijg ik het steeds moeilijker. De vervuiling van onze taal neemt immers toe. Het vervelende is dat ik regelmatig mensen spreek die dat helemaal niet erg vinden. Het maakt hun niet uit of je ‘ik wordt’ of ‘ik wort’ dan wel ‘ik word’ schrijft. Zolang het maar duidelijk is wat wordt bedoeld. Het gaat immers om de boodschap, om het idee. Ook in officiële stukken van de HvA zie ik af en toe taalfouten staan. Voorbeeld. Vorige week verspreidde de afdeling IT&V het bericht dat de toeslag van vijf cent op chipkniptransacties wordt afgeschaft en dat de ‘prijzen niet worden verhoogt’. Is er nou niemand van de duurbetaalde communicatiemedewerkers die ziet dat je met zo’n taalfout zakt voor de taaltoets van de pabo? De verantwoordelijke medewerker hoeft niet ontslagen te worden maar om in de lijn van het regeerakkoord te blijven zou de persoon in kwestie in ieder geval niet in aanmerking mogen komen voor een prestatiebeloning. Overigens hoor ik regelmatig het geluid dat vooral allochtone studenten taalproblemen hebben. Dat klopt echt niet. Het barst van de autochtonen – ook bij ons op de HvA – met een gebrekkige taalbeheersing. Toen ik nog docent was verzamelde ik vreemde uitdrukkingen, rare grammaticale constructies en bizarre taaluitingen van studenten en medewerkers. Enkele voorbeelden? ‘Ik ga op hun kaart zetten hoe de zaak in de vork in de steel zit.’ Of wat denkt u van een medewerker die zonder blikken of blozen schrijft dat ‘ik onder de grond vindt dat het management fout handeld’. Oké, nog eentje. ‘Dit automatiseringsysteem van onze jonge en dynanisch organisatie draagt ongetwijfelt zeker bij aan een optimale stroomlijning zonder storingen van al u bedrijfsprocessen en heeft u geen last van storingen.’ Interessant is de vraag of er een verplichte taaltoets moet komen voor al onze studenten? Ik zou dat wel mooi vinden. Sterker, eigenlijk vind ik dat wie zakt voor zo’n taaltoets een bas moet krijgen. Daar staat dan wel tegenover dat wij als HvA onze studenten voldoende ondersteuning moeten bieden zodat iedereen ook inderdaad de mogelijkheid heeft om die toets te halen. Gaat zo’n taaltoets er komen? Ik ben een optimist in optima forma, maar ik geloof niet dat er veel draagvlak is voor een taaltoets waaraan een bindend advies is verbonden. En medewerkers met een gebrekkige taalbeheersing? Wat doe je daar mee?
Paul van de Water Hoofdredacteur
Havana is het weekblad voor studenten en medewerkers van de Hogeschool van Amsterdam 13 oktober 2010 jaargang 16 / #08
En verder... 04 nieuws
23 passie
26 very short intro’s
09 hashtag #hva
24 recensies
27 weekgast
09 vraag van de week
25 eten
28 afstuderen
09 column fen
25 zwartwit
20 havana international
26 gekeurd
Redactieadres Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, 020 595 39 91
[email protected]. Hoofdredactie/management Paul van de Water
[email protected] Eindredactie Wim de Jong
[email protected] Redactie Carlijn van Donselaar
[email protected], Lisa Hartog (redactie-assistent), Nina Manuhutu (stagiair), Jeff Pinkster
[email protected], Ron Santing
[email protected], Robert Simon
[email protected] (Havana International), Annemarie Vissers
[email protected] Medewerkers Miriam Bons, Kim Bos, Kirsten Dorrestijn, Anouk Kemper, Klaas Kleiterp, Kirsten van der Kolk, Marit van Kooij, Rian Lanenga, Thomas van Manen, Roos Menkhorst, Harmen van der Meulen (correctie), Fen Verstappen, Sebastiaan van de Water Fotografen Bram Belloni, Fred van Diem, Marc Deurloo, Marc Driessen, Jelmer de Haas, Jan-Maarten Hupkes, Bas Uterwijk Coverbeeld Bas Uterwijk Illustratoren Pepijn Barnard, Martien Bos, Enkeling, Aimée Groen, Marc Kolle, JeRoen Murré, Pascal Tieman Vormgeving Hannah Weis Lay-out Death Valley Advertenties Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040AA, Zandvoort, telefoon 023 571 47 45 fax 023 571 76 80 of zandvoort@bureauvanvliet. com Abonnementen € 18,15 per jaar, opgave via de redactie-assistent of per e-mail Drukkerij Dijkman Offset Diemen. Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder toestemming van de hoofdredacteur artikelen of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen. ISSN - 1385-5670 De volgende Havana verschijnt woensdag 20 oktober
havana
3
nieuws Carlijn van Donselaar / Jim Jansen / Rian Lanenga / Nina Manuhutu / Jeff Pinkster / Ron Santing / Annemarie Vissers
‘Allemaal meevibreren’
Beeld Bas Uterwijk
Nederland moet de Olympische Spelen van 2028 organiseren en het hoger onderwijs moet daar ook een rol in spelen.
Een sloepenrace door de Amsterdamse grachten en kanalen van ruim 24 kilometer; van het Oosterdok bij het Scheepvaartmuseum, over de Amstel, langs het Olympisch Stadion en via de grachten in de binnenstad terug naar
het Oosterdok. Bijna 140 sloepen deden afgelopen zaterdag mee aan de Grachtenrace, die in 1986 voor het eerst werd georganiseerd. Ook de HvA was vertegenwoordigd. De boot van de HES was het snelst, met
een tijd van 2:47:23, goed voor de 86e plaats. De Plancius kwam pas na 4:04:07 over de streep en eindigde op de 134e plaats. De Schotse Vier, een ploeg van Terschelling, kwam als eerste over de streep. (JP)
Pabostudent beste van het land Pabostudent Valentijn de Geus is uitgeroepen tot de beste van het land. In de categorie basisonderwijs won hij vorige week de OnderwijsTopTalentPrijs 2010. De student ontwikkelde voor zijn stageschool een landkaart voor coachingsgesprekken met leerlingen uit de bovenbouw. ‘Je moet je een fictief land voorstellen, een poster op A2-formaat. Dat land heb ik ontwikkeld aan de hand van verschillende emoties: zo heb je bijvoorbeeld de IJsvallei. Daar staan woorden als “slaan”, “agressie” en “boos” in. Maar ook is er het Schoolgebergte, waar allerlei termen staan die met school te maken hebben: “toets”, “taal”, “rekenen”, enzovoorts,’ licht Valentijn toe. Aan de hand van deze landkaart zou het gemakkelijker moeten worden voor leerkrachten om in gesprek te gaan met een kind. Bij de ontwikkeling van de kaart heeft Valentijn 4
havana
gebruik gemaakt van sociaal-emotionele kaartspelen. Ook heeft hij zijn leerlingen (groep 7) tijdens de lessen associaties laten opschrijven bij de vier basisemoties (blij, boos, bang, bedroefd). Door deze uitkomsten te clusteren kwam hij tot zo’n 75 woorden, die op de landkaart terug te vinden zijn. ‘De gesprekken gaan over het welbevinden van het kind. Dat kan over van alles gaan. Heeft het kind genoeg vrienden? Is het eigenlijk wel leuk op school? Heeft het kind moeite met bepaalde dingen, emotioneel of praktisch? Misschien is een van de ouders wel ziek. Hoe voelt het kind zich daar dan bij? Ik vraag dan bijvoorbeeld aan kinderen waar ze graag op vakantie zouden gaan in dat fictieve land, en waarom. Maar vaak beginnen kinderen zelf al te praten,’ aldus de winnende student. Het idee ontsprong Valentijn na het volgen van de minor ‘Docent
als coach’. Hier werd ook gewerkt met landkaarten die het menselijke emotionele leven in kaart proberen te brengen. Tijdens zijn eigen lessen zag Valentijn dat dat zeker nuttig zou kunnen zijn. Alleen bleken de termen lang niet allemaal begrijpelijk voor kinderen, en een kinderversie bestond nog niet. ‘Sommige kinderen zijn erg gesloten, en reageren afwijkend als er over emoties wordt gepraat. Het is dan erg moeilijk om een kader te vinden waarbinnen er over emoties kan worden gepraat. Je wilt geen vragenvuur openen. Nu ziet het kind al die woorden al op de landkaart staan, en begrijpt het dat het gesprek over alles mag gaan.’ Volgens de jury is de bijdrage een ‘waardevol’ en ‘praktisch’ hulpmiddel waarmee Valentijn laat zien dat hij ‘op pedagogisch en didactisch gebied zeer competent is’. Valentijn kreeg onder meer een kunstwerk en een cheque van duizend euro. (RS)
Die boodschap werd uitgedragen tijdens een symposium over de Spelen, afgelopen week in het Universum. ‘Als heel Nederland op olympisch niveau gaat functioneren, dan zou het in 2028 wel eens kunnen gaan lukken,’ zei André Bolhuis, voorzitter van het NOC*NSF, afgelopen woensdag. Op uitnodiging van sportlector Cees Vervoorn, die zowel voor de HvA als de UvA actief is, gaf Bolhuis zijn visie op de mogelijkheid om de Spelen in Nederland te organiseren. Bolhuis: ‘Juist deze doelgroep – studenten van de HvA en UvA – is ontzettend belangrijk, want de studenten van nu moeten straks het werk gaan uitvoeren. Daarom moeten we talenten herkennen en ontwikkelen.’ Gedurende de middag kreeg Bolhuis louter bijval. Voorzitter Karel van der Toorn sprak van een ‘geweldige gelegenheid’. ‘Sport bindt en we hebben hier met z’n allen een gedeeld enthousiasme voor sport. Op dat enthousiasme moeten we allemaal meevibreren.’ In aanloop naar de Spelen moet het hoger onderwijs in Amsterdam een grote rol krijgen. Volgens de verschillende sprekers is er veel mogelijk op gebied van infrastructuur, huisvesting en economie. Wethouder sport Eric van der Burg liet ook weten dat het gemeentebestuur enthousiast is. ‘We gaan overal op bezuinigen behalve op sport; dat is namelijk van zeer groot belang voor de stad.’ Ondanks het enthousiasme en het grote aantal prominenten dat aanwezig was – schaatsster Yvonne van Gennip, volleyballer Ron Zwerver, radiopresentator Tom van ’t Hek en Telegraaf-journalist Jaap de Groot – is er voor Vervoorn nog een hoop missiewerk te verrichten. Onderzoek wijst uit dat slechts 40 procent van de studenten vindt dat er een organisatorische rol moet zijn weggelegd voor beide onderwijsinstellingen. Bij medewerkers is dit percentage nog lager: 25 procent. Vervoorn bleef echter positief. ‘Alles is mogelijk in de toekomst,’ zei hij lachend. (JJ)
Huurcommissie scheelt geld Bijna een kwart van de studenten die op kamers wonen, heeft het afgelopen jaar een probleem gehad met de huisbaas. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Huurcommissie heeft laten uitvoeren. De onafhankelijke geschillencommissie voor huurders en verhuurders vindt dat studenten vaker moeten opkomen voor hun rechten. Volgens de Huurcommissie krijgen huurders vaak gelijk bij een geschil, maar verzuimen studenten de onafhankelijke organisatie voor huurders en verhuurders in te schakelen. Bij veel geschillen kan er volgens de commissie maandelijks tot tientallen euro’s bespaard worden op de huur. ‘Wij willen graag dat meer studenten die op kamers wonen of gaan wonen ons kennen,’ zegt Anke van Heur, voorzitter van de Huurcommissie. ‘Als je er met je huisbaas niet uitkomt, kan de Huurcommissie een uitspraak doen. Vaak leidt dit tot huurverlaging.’ De Huurcommissie adviseert studenten die net op kamers wonen snel werk te maken van een hoge huurprijs. Binnen het eerste half jaar geldt een speciale procedure, waardoor de Huurcommissie snel uitspraak kan doen. Als er volgens de Huurcommissie sprake is van een te hoge huur, dan gaat de huurverlaging in met terugwerkende kracht tot aan het begin van de huurovereenkomst. Via www.huurcommissie.nl kunnen studenten kijken of hun huurprijs redelijk is en hoe het zit met servicekosten en onderhoud. Een verzoek tot uitspraak kost 25 euro. Als de huurder in het gelijk gesteld wordt, volgt teruggave. (NM)
nieuws
HvA onderaan in onderzoek Elsevier De Hogeschool van Amsterdam is als slechtste uit de bus gekomen in het jaarlijkse Elsevier-onderzoek naar de beste Nederlandse hogescholen. De Avans Hogeschool en de Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle prijken bovenaan het lijstje. Studenten beoordeelden zelf hun opleiding in het onderzoek dat is uitgevoerd door Elsevier en onderzoeksinstituut Researchned. Uit de vergelijking tussen 38 veelgekozen opleidingen kwam de HvA als slechtste uit de bus. Slechts dertien procent van de studies aan de Amsterdamse hogeschool werd als bovengemiddeld beoordeeld, tegen 86 procent bij de Avans Hogeschool. ‘Voorop staat dat alle hogescholen een voldoende hebben gekregen,’ zegt Paul Helbing, woordvoerder van het College van Bestuur van de UvA-HvA, in een reactie op het onderzoek. ‘Opvallend is dat de onderste plaatsen consequent worden ingenomen door de grote randstedelijke hogescholen. Het is niet voor niets dat het ministerie van Onderwijs daar aparte middelen voor vrijmaakt.’ Met die kanttekening geeft het CvB toe dat er de komende jaren nog veel werk te verzetten is. Tijdens de opening van het hogeschooljaar sprak bestuursvoorzitter Karel van der Toorn de ambitie uit over vier jaar de beste hogeschool van het land te zijn. Daar wordt volgens Helbing aan gewerkt. ‘Hoewel het over de volle breedte voldoende is, willen we toe naar een ruime acht.’ Voor het onderzoek maakten Elsevier en onderzoeksinstituut ResearchNed een selectie van opleidingen en vragen uit de jaarlijkse Nationale Studentenenquête. Vorig jaar deed de HvA het beter in het onderzoek. Toen scoorden vijf van de 28 opleidingen gemiddeld hoger dan een zeven. Dit jaar is het beste resultaat een 6,9. (JP)
Amstelcampus Festival door met nieuwe naam Het Amstelcampus Festival gaat komend jaar verder onder de naam ‘HvA Amstelcampus Festival’. Het jaarlijkse evenement voor en door studenten wordt 30 juni georganiseerd in de omgeving van de toekomstige Amstelcampus. ‘We willen nog meer benadrukken dat het festival voor alle studenten van de HvA is,’ zegt Willem Baumfalk, domeinvoorzitter van Maatschappij & Recht en lid van het organisatiecomité. ‘Het moet het eindfestival van het jaar worden voor alle studenten en medewerkers.’ Studenten krijgen volgens Baumfalk komend jaar een prominentere rol: ‘Meer dan tijdens de laatste editie van het festival gaan studenten zich bezighouden met de inhoud van de programmering en de organisatie van de dag zelf. Het wordt onderdeel van het curriculum van de domeinen Techniek; Media, Creatie & Informatie; en Maatschappij & Recht.’ Niet alleen de naam en de organisatie verandert, ook de opzet van de dag is anders dan tijdens de afgelopen editie. ‘De bezoekersaantallen vielen de laatste keer heel erg tegen,’ zegt Baumfalk. ‘Natuurlijk moet het de tijd krijgen om te groeien, een traditie creëer je niet zomaar. Vorig jaar was de spanningsboog gewoon te groot. Het begon met een ontbijt, ’s morgens vroeg, en het ging vervolgens door tot in de avond. Nu beginnen we om vier uur.’ Ongewijzigd blijft de verkiezing van de docent van het jaar. Evenals de doelstelling van het festival: een verbinding maken tussen de studenten van verschillende domeinen. ‘Studenten aan de HvA weten van elkaar vaak niet wat ze doen, met zo’n festival kun je dat prachtig doorbreken,’ aldus Kees Hoogeveen, een van de initiatiefnemers van het festival. Over het festival zei Hoogeveen eerder dit jaar: ‘Net als de Amstelcampus wordt ook het festival ieder jaar fysiek wat groter.’ Die belofte maakt hij waar: dit jaar wordt het festival in de omgeving van het Singelgrachtgebouw én het Kohnstammhuis georganiseerd. (JP)
Inholland opnieuw onder vuur Hogeschool Inholland blijft onder vuur liggen. Vorige week was de hogeschool onderwerp van discussie in de Tweede Kamer en begin deze week stapte bestuursvoorzitter Geert Dales op. Oorzaak van het vertrek van Dales is een verschil van inzicht over de bestuurlijke stijl die de school nodig heeft. Het geschil bestaat volgens de school al langer, maar is de laatste weken versterkt door de ophef die is ontstaan rond de opleiding media & entertainment management (mem). Een commissie onder leiding van oud-burgemeester Gerd Leers concludeerde dat studenten die lang over de studie mem deden te gemakkelijk aan een diploma zijn geholpen. De
medezeggenschapsraad van Inholland liet vrijdag nog weten zeer bezorgd te zijn. De raad vroeg zich af of het college van bestuur de problemen wel het hoofd zou kunnen bieden. Eerder die week was de school nog onderwerp van discussie in de Tweede Kamer. Een meerderheid van de Tweede Kamer schaarde zich achter een motie van SP-Kamerlid Jasper van Dijk, waarin Inholland wordt verzocht anderhalf miljoen euro terug te betalen aan het Rijk. Volgens Van Dijk heeft Inholland voor minstens 150 diploma’s een bonus ontvangen van ruim tienduizend euro. De anderhalf miljoen euro die daarmee vrijkomt, moet volgens Van Dijk gebruikt worden om studenten met een ongeldig diploma alsnog een
goede opleiding aan te bieden. Met het aannemen van de motie is nog niet gezegd dat Inholland het geld ook daadwerkelijk moet terugbetalen. Dat is afhankelijk van de uitkomst van het inspectieonderzoek, dat in het voorjaar van 2011 wordt verwacht. Dan heeft de staatssecretaris de mogelijkheid om onterecht verkregen overheidsgeld terug te vorderen. Als blijkt dat de kwaliteit van de opleiding onder de maat is geweest, hebben studenten ook recht op een schadevergoeding. Honderdvijftig studenten van de opleiding mem kregen een diploma in de schoot geworpen. Via een verkort afstudeertraject konden zij afstuderen. Het management van de opleiding was daarvan op de hoogte. (JP)
Nieuw kenniscentrum Maatschappij & Recht Per 1 januari krijgt het domein Maatschappij en Recht een domeinbreed kenniscentrum. Doel is het bundelen van de onderzoeksactiviteiten binnen de verschillende opleidingsrichtingen. Onder meer het kenniscentrum van de sociale opleidingen De Karthuizer en het Juridisch Onderzoekscentrum Amsterdam (JOA) zullen opgaan in het nieuwe kenniscentrum. Deze verandering heeft geen gevolgen voor de rol en omvang van onderzoek binnen het domein, zegt domeinvoorzitter Willem Baumfalk. ‘Dat de bestaande kenniscentra worden samengebracht, heeft niets te maken met de kwaliteit van het onderzoek dat daar al gedaan werd. De Karthuizer stamt uit de tijd van de instituten: in het domein dat
inmiddels bestaat, willen we geen lappendeken van kenniscentra.’ Een belangrijke overweging noemt Baumfalk de profilering van de onderzoeksprogramma’s binnen en buiten het domein. Hij denkt dat die beter zichtbaar worden door onderzoeksactiviteiten te bundelen. Het onderzoek binnen het nieuwe centrum zal voor het leeuwendeel uit programma’s van De Karthuizer bestaan. Baumfalk: ‘Deze verhouding verandert natuurlijk nog. Toegepaste psychologie is nu bijvoorbeeld nog een jonge opleiding. Het duurt even voordat de onderzoeken daar gaan lopen. Vanaf volgend jaar wordt ook het onderzoek binnen de nieuwe opleiding urban management ondergebracht in het kenniscentrum.’ (CvD)
Van Bijsterveldt op Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) wordt de nieuwe minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op hetzelfde departement krijgt VVD’er Halbe Zijlstra de post van staatssecretaris. Het kabinet, dat morgen wordt gepresenteerd, telt nu drie vrouwelijke ministers. Alle partijen hebben kritiek geuit over het geringe aantal vrouwen dat plaats zal nemen in het ‘mannenkabinet’-Rutte. VVD-prominent Neelie Kroes pleitte daarom eerder deze week al voor een quotum. Rutte gaf toe dat er weinig vrouwen in het
kabinet zitting nemen, maar zegt dat hij de beste ministers heeft gekozen die hij kon vinden. Marja van Bijsterveldt is momenteel demissionair staatssecretaris van Onderwijs. In die functie kwam ze in 2007 onder vuur te liggen. Scholieren van het middelbaar onderwijs demonstreerden tegen de lesurennorm van 1040 uur. Binnen de fractie was Van Bijsterveldt favoriet om fractievoorzitter te worden, maar zelf geeft ze de voorkeur aan een ministerspost. (JP)
Prijs voor stickslot Met een slot voor een hockeystick hebben twee afgestudeerde studenten sport, management & ondernemen (sm&o) de ondernemersprijs 2010 gewonnen. Het Hoody stickslot is goed voor een startkapitaal van 2500 euro. Menno Lambalk (23) en Wouter Eelkman Rooda (25) kregen de prijs uitgereikt uit handen van Piet Stolp, directeur Markt Nieuw-West van Rabobank Amsterdam. Stolp roemde de manier waarop het duo de samenwerking is aangegaan met andere partijen om het product op de markt te krijgen. Fanatieke hockeyers Menno en Wouter werden beiden bestolen van hun stick. Het bracht ze op het idee voor de Hoody, een slot waarmee je een stick vastmaakt aan bijvoorbeeld een tas of een fiets. ‘Zie het als een fietsslot. Het is hufterproof en heeft een geïntegreerd slotje,’ aldus Lambalk. Dit najaar zal de Hoody al verkrijgbaar zijn, waarschijnlijk via hockeyverenigingen voor zo’n 25 euro. (JP)
havana
5
nieuws HvA-zwemmer sportman van het jaar Zwemmer en student van de Johan Cruyff University Lennart Stekelenburg (23) is vorige week uitgeroepen tot sportman van het jaar tijdens het Studenten Sportgala. Ook de HvA-studenten en broers Tygo en Vincent Muda vielen in de prijzen. De roeiers kregen de prijs voor beste sportploeg van het jaar. Sportvrouw van het jaar werd atlete en UvA-student Yvonne Hak (23). Co-schappen en een druk trainingsschema verhinderden de UvA-student de prijs zelf op te komen halen. Vrijwilliger van het jaar werd VU-student Arno Hendrikse. Het Studenten Sportgala werd dit jaar voor het eerst georganiseerd onder de vlag van de nieuwe sportkoepel Studenten Sport Amsterdam (SSA). ‘We hadden bovendien de eer als eerste af te trappen tijdens de openingsweek van sportcentrum Universum op het Sciencepark,’ zegt Jesse Schreurs, voorzitter van de SSA. ‘Voor het publiek was het ook de eerste kennismaking met de nieuwe sportkoepel.’ Op 1 september zijn de voormalige sportraden van HvAUvA en VU samengegaan in de SSA. Het Gala op het Sciencepark was onderdeel van de openingsweek van het Universum, het nieuwe sportcentrum van de UvA en HvA. Afgelopen vrijdag werd het centrum officieel geopend. (JP) Lees het interview met Lennart Stekelenburg op pagina 13.
Hoger collegegeld verboden De Hogeschool Rotterdam mag van de rechter geen hoger collegegeld vragen aan een student voor een tweede studie. Dat meldt de Volkskrant. De student betaalt nu 1672 euro voor een masterstudie in plaats van 6500 euro. De uitspraak van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs heeft mogelijk gevolgen voor veel meer studenten, die nu toch een tweede studie kunnen volgen tegen betaling van het wettelijk collegegeld. Door een wetswijziging die voor de zomer is aangenomen betaalt de overheid niet langer mee aan een tweede studie. Sinds dit collegejaar zijn hogescholen en universiteiten vrij meer collegegeld te vragen aan studenten die aan een tweede bachelor- of masterstudie beginnen. De bedragen voor opleidingen variëren van 18.000 euro tot 30.000 euro. Ook de studente die zich dit studiejaar inschreef aan de Hogeschool Rotterdam werd geconfronteerd met een hoge rekening. In plaats van de wettelijke 1672 euro moest ze 6500 euro betalen. Ze maakte bezwaar en kreeg gelijk, een hbo-diploma uit 2002 bleek haar redding. Volgens de rechter valt de opleiding die de studente in juni 2002 afrondde niet onder de bachelor-masterstructuur die 1 september 2002 is ingevoerd. De advocaat van de studente meldt in de Volkskrant dat dit zou betekenen dat aan alle studenten die voor september 2002 zijn afgestudeerd geen hoger collegegeld meer gevraagd kan worden. (JP)
VSI nieuwe stijl De Very Short Introductions-competitie (VSI) wordt dit jaar in een nieuw jasje gegoten. De wedstrijd waarin deelnemers hun onderzoek presenteren, is uitgebreid met aparte voorrondes. Het deelnemersveld is dit jaar vernauwd. Vorig jaar deden er nog studenten mee, nu zijn het alleen medewerkers met bijvoorbeeld een promotietraject die meedoen. De kern van de wedstrijd blijft ongewijzigd: binnen vijf minuten tot de kern van het onderzoek komen. De finalisten worden tijdens de Onderwijsconferentie bekendgemaakt. Felix Malten, directeur Marketing & Communicatie en één van de organisatoren van de vorige editie: ‘De spreektijd van vijf minuten is rekbaar, want anders gaan sprekers de fout in omdat ze te snel hun verhaal willen afmaken. Winnen doe je niet door de snelheid, maar door te zorgen dat het onderzoek voldoet aan de vastgestelde criteria.’ Per domein organiseert één lector de voorrondes van het evenement. ‘Het komende jaar kijk ik samen met de Raad van Lectoren of het niveau omhoog kan,’ zegt Malten. ‘Daarbij moeten we erop letten dat het evenement past binnen de kaders van het programma. Uiteindelijk kan de Raad van Lectoren de onderzoeken meer aanzien geven.’ (NM) 6
havana
‘Kantoren ombouwen voor studenten’ De gemeente Amsterdam moet leegstaande kantoorpanden ombouwen tot studentenwoningen. Dat vindt de ASVA Studentenunie. Nu de overheid middelen heeft om kraken en leegstand tegen te gaan, vindt de studentenbelangenbehartiger het tijd dat de gemeente zich hier actief voor gaat inzetten. De gemeente wijt het uitblijven van succes aan onwelwillende eigenaren. Vorige week presenteerde de gemeente Amsterdam het programma ‘Kiezen voor studentenhuisvesting’. Daarin is opnieuw de ambitie uitgesproken om over vier jaar negenduizend extra studentenwoningen op te leveren. Daarvan moeten er vierduizend uit de bestaande woningvoorraad worden gehaald. De
resterende vijfduizend moeten worden gebouwd. De ASVA zegt teleurgesteld te zijn omdat de gemeente het aantal nooit zal halen. ‘Beide onderdelen beslaan tijdelijke oplossingen, over vijf jaar zijn we terug bij af,’ zegt ASVA-voorzitter Lodewijk Berkhout. Ook over de woningen die uit de bestaande voorraad moeten worden gehaald spreekt de voorzitter zijn twijfels uit. ‘Door de bouwstop en de financiële crisis staan veel bouwprojecten op losse schroeven’. Dat studentenhuisvesting goed op de agenda staat vindt de ASVA wel positief. ‘Projectontwikkelaars nodigen ons uit om mee te denken over randvoorwaarden van studentenhuisvesting, dat doen wij graag.’ (JP)
Iam haakt aan bij kennisevent Om afstudeerders op het gebied van nieuwe media de helpende hand te bieden, organiseert interactieve media (iam) samen met social-mediabureau OKGO het kennisevent Paperjammed. Om tegemoet te komen aan het groeiend aantal vragen aan deskundigen op het gebied van sociale media, bedacht OKGO een oplossing in de vorm van Paperjammed. Organisator Johan Voets: ‘We kregen steeds vaker interviewverzoeken van studenten die afstuderen op het gebied van het snel veranderende medialandschap.’ Volgens Voets is met name sociale media hét afstudeeronderwerp van dit moment. Om
afstuderenden de kans te geven al hun vragen voor te leggen aan deskundigen uit de praktijk, besloot het bureau tot het oprichten van het kennisevent. Ditmaal wordt Paperjammed in samenwerking met de opleiding interactieve media georganiseerd. In het deskundigenpanel zitten onder anderen Ernst-Jan Pfauth (blogger bij nrc.next), Roeland Stekelenburg (hoofd digitale media bij de NOS) en Henk de Hooge (hoofdredacteur Dutch Cowboys.nl). Studenten moeten van tevoren hun vragen voorleggen aan een commissie. Voor iam-studenten zijn nog twee plekken vrij. Het tweetal met de beste vragen mag ze voorleggen aan het panel. Paperjammed vindt volgende week woensdag plaats in De Balie. (AV)
Samenwerking met bloemenveiling Het domein Economie & Management gaat samenwerken met bloemenveiling Floraholland. De bloemenveiling ondertekende het convenant met meerdere onderwijsinstellingen. Tussen de partijen zijn afspraken gemaakt over het aantal stageplaatsen en afstudeerprojecten dat Floraholland aanbiedt. In de cao van het bedrijf is
vastgelegd dat er per jaar 75 stagiars de mogelijkheid krijgen een stage of afstudeeropdracht te vervullen. Ook over gastdocentschappen en sollicitatietrainingen voor de studenten en docenten zijn afspraken gemaakt. Inholland Rotterdam/Delft, de Haagse Hogeschool, TH Rijswijk en het Mondriaancollege maakten ook afspraken met de veilingorganisatie. (JP)
Sportlessen voor kansarme kinderen Studenten van de opleiding sport, management & ondernemen (sm&o) zijn gestart met de voorbereidingen voor een ontwikkelingsproject in Guatemala. Vorige week kregen ze definitief het groene licht. Coördinator Jaap van Hulten: ‘In het verleden zijn dit vaak opdrachten geweest in de profitsector, maar meer en meer ontdekken wij dat onze opleiding en kennis ook veel kan betekenen voor ontwikkelingssamenwerking.’ De keuze voor het project is gevallen op de basisschool Nuestro Futuro in Ciudad Vieja, Guatemala. De school is in 2008 opgericht door de Nederlandse organisatie Niños de Guatemala, een initiatief van studenten van de Universiteit van Amsterdam. Het jonge, frisse karakter van Niños de Guatemala en hun onbevangen manier van ondernemen in Guatemala passen wat de
docenten en studenten betreft goed bij hun opleiding. Twaalf studenten hebben inmiddels een plan opgesteld, dat vorige week het groene licht kreeg. Daarin is onder meer nagegaan hoe ze de kinderen van Nuestro Futuro les gaan geven en welke sportlocatie in de buurt van de school geschikt is. Tegelijkertijd is onderzocht hoe de leefgemeenschap in het stadje baat kan hebben bij de ontwikkelingen. Voor de financiering van het project zijn de studenten een samenwerking aangegaan met sterrestaurant Aan de Poel in Amstelveen. 29 november organiseren de sm&o’ers een fundraisingdiner. Honderd bedrijven kunnen deelnemen aan een chique maaltijd, afgewisseld met cabaret, een casino en een veiling. Met het geld dat ze hopen op te halen kan de gemeente Ciudad Vieja het sportveld renoveren. In januari vertrekken de studenten naar Guatemala om daar hun beleidsplan voor de sportlessen in werking te zetten. (RL)
nieuws
Beeld Fred van Diem
De economie in het klein
SPARK, drie themadagen over creativiteit en innovatie. Zo’n tweehonderd studenten van het domein Economie & Management leerden creatiever denken. De opdracht: ontwikkel een spel waarmee de economie wordt gesimuleerd. Voor de slotdag in de Leeuwenburg, afgelopen vrijdag, werd de kantine daarom eventjes verbouwd tot casino. Voor de winnaars, en de bedenkers van het meest creatieve spel was een geldprijs beschikbaar, die geschonken mocht worden aan een goed doel naar keuze. (JP) havana
7
-advertentie-
Eindelijk echt leren
luisteren
Voor een milieuorganisatie is StudiJob op zoek naar meerdere
Donateurwervers Promotieteam (09-15u p/w) De milieuorganisatie zoekt voor de werving van nieuwe donateurs meerdere Donateurwervers Promotieteam in de regio Groot-Amsterdam. Het Promotieteam maakt deel uit van de Unit Werving binnen de afdeling Fondsenwerving & Relatiebeheer.
Word ook buddy !
Als Donateurwerver Promotieteam ben je een belangrijke spil in het werven van nieuwe donateurs. Hiermee draag je bij aan het redden van onze aarde. Taken: • het geven van informatie en voorlichting aan voorbijgangers op straat • het enthousiasmeren van voorbijgangers • het werven van nieuwe donateurs op straat het • ombuigen van negatieve gevoelens/reacties betreffende de milieuorganisatie
www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500
Nexus-symposium
The Return of the Ghosts Over fascisme, populisme en andere spoken in de politiek, met o.a. Mario Vargas Llosa, Ab Klink, Britta Böhler en Frits Bolkestein Aula Universiteit van Tilburg, 11 november 2010, aanvang 13.30 uur Aanmelding www.nexus-instituut.nl
AdvHav-120x76-05.indd 1
het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
debat
WO 13/10 19.30 uur
Turkije en de Europese Unie
Sinds 2005 onderhandelen de EU en Turkije over toetreding, na veel tegenstand van onder andere Griekenland en Oostenrijk. Toetreding van Turkije zal gunstig zijn voor de economische groei en de militaire macht van de Europese Unie. Aan de andere kant, maar 13 % van het land ligt in Europa, en minderheden worden nog steeds gediscrimineerd. studenten gratis, e 5,- alle anderen
theater, muziek dO 14/10 20.30 uur
CREA Open Podium
Een afwisselende avond met singer songwriters, stand up comedians, theatermakers en cabaretiers. Deze maand optredens van Rogier Pelgrim (singer-songwriter), Daan Doesburg (poetry), Roland Westgeest (stand-up comedy), Leslie Ebony (spoken word), Sytse Wilman (stand-up comedy) en Vélo Volé (kleinkunst). toegang gratis
theater
Vr 15/10 20.30 uur
Placebo speelt Theatersport
Placebo neemt het in de eerste wedstrijd van het seizoen op tegen het Utrechtse D.O.M. Bij theatersport worden er scènes geïmproviseerd op basis van suggesties uit het publiek. toegang e 7,50, studenten e 5,-
Wij bieden: • persoonlijke training en begeleiding vanuit het eigen kantoor in Amsterdam • een uitdagende baan in een team met gedreven mensen • een salaris van E 9,65 bruto per uur • volledige reiskostenvergoeding
Functie-eisen: • grote affiniteit met milieuproblematieken • HBO niveau • representatief voorkomen • goede communicatieve vaardigheden • commercieel ingesteld • om kunnen gaan met negatieve reacties • relevante (verkoop) werkervaring • minimaal 9 uur en maximaal 15 uur p/w beschikbaar, verdeeld over shifts van 3 uur • goede beheersing van de Nederlandse taal
Pas jij helemaal in dit profiel? Neem dan snel contact op met Alessandra: 020-535 3467 of mail een korte motivatie en CV naar
[email protected].
• Studijob is geopend van 09.00 - 17.15 uur. • Voor meer informatie kun je ook bellen naar 020 535 34 60. • www.studijob.nl
28-09-2010 16:05:23
COmedy
Vr 15/10 20.30 uur
Easy Laughs - Improv Comedy
‘The Friday Show’ at 20:30 and an ‘Unplugged’ at 22:30, with different formats and guest players. New: a free quick extra show after the second performance. English spoken. e 8,- (20:30) / e 5,- (22:30) / both e 12,-
theater
Tijd om je...
za 16/10 19.00 uur
Amsterdam Improv goes English
In preparation for the next International Improvisation Theatre Festival (January 2011) the best players of TVA will perform in order to decide who is going to represent the festival this year. Three independent judges will decide who is in and who is out. toegang e 7,50
Lezing
ma 18/10 20.00 uur
Moderne islam (2) Politieke islam in SaoediArabië en Turkije
In Saoedi-Arabië geldt als staatsgodsdienst het wahhabisme - een zeer conservatieve stroming binnen de islam. Maar is religie in de loop der jaren niet steeds meer ondergeschikt geraakt aan de politiek? In Turkije probeert de AKP, de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling, verandering te brengen in de relatie staat– godsdienst zoals die sinds de modernisering van Atatürk in Turkije bestaat. studenten gratis, e 5,- alle anderen
...punt te maken Op zoek naar een leuke voetbalvereniging? Kom eens kijken bij ons of train een keer mee!
Meer informatie over de CREA agenda:
WWW.Crea.uVa.nL Cultureel studentencentrum CREA, Binnengasthuisterrein (achter de Oude Turfmarkt)
T.O.S.-Actief Sportpark Middenmeer, Radioweg 63 020 6928314 /
[email protected] / www.tos-actief.nl
actueel
hashtag #HvA De timeline van @Havanaweb werd vlak voor het ter perse gaan gevuld met tweets over minorenperikelen. Een selectie. @rjsopers Minor aan #WDKA gaat niet door. Jammer... Nu maar iets kiezen van wat er nog over is binnen de #HvA #Deprimerend #Slechtaanbod @RobertttV Snap geen moer van die #minor inschrijf site, waar is media ondernemerschap terug te vinden? #hva #iam @LFashionAddict Seriously you can’t do this to me! You have to let me apply #hva to the minor fashion & entrepreneurship!
Vraag van de week De NS heeft afgelopen weekend de winterdienstregeling uitgetest om zo beter voorbereid te zijn op hevige sneeuwval. Geloof jij in een winterproof spoor?
Jean-Paul Ligthart (19) Derdejaars bedrijfseconomie ‘Ik geloof dat het beter gaat dan vorig jaar. Toch verwacht ik wel problemen, dus het is zeker goed om de dienstregeling te testen. De site was gisteren overbelast. De berichtgeving moet bij zo’n test ook goed zijn. Met dat overstappen gaat het wel lukken, maar die kans wordt aanzienlijk kleiner als je vertraging hebt. Zelf woon ik in Hoogkarspel en ik heb nooit erg veel last gehad van het slechte weer. Als je in een kouder deel van het land woont kan het best lastig zijn.’
Liza Kats (22) @OmeMenno Wow, #minor #gamedesign is nu al vol! Bizar! Ik ben blij dat ik hem binnen heb. #hva #iamhva @paulram85 RT @bgoselink: op 10 oktober opblijven tot 0.00 uur ‘s nachts en dan meteen inloggen < Mail J.S. Dijkhuis - BEDANKT #IAM #HvA #minor @jmijdam @ClaudiaHoldorp Kon jij je inschrijven voor de #IAM #HvA #minor? Welk domein valt game design onder? @delans @jmijdam Hahahaha. Ik gok dat ze hun tijd ver vooruit zijn. Dit design is future. 3011 ofzo. #HvA #HvA #minor @jmijdam Ik word zo moe van technologie en #HvA, kijk dan die vreselijke interface van de inschrijfwebsite van #HvA #minor http://yfrog.com/mud4mp @liliciousnl kan niet inschrijven voor minor...!! #hva @jmijdam Neeee het is exact 00u00 en de inschrijvingen voor de #IAM #HvA #minor is niet open, haha @paulram85 @jmijdam ook ondernemen anders online management #IAM #HvA #minor
Vierdejaars media, informatie & communicatie ‘De NS zal vast zijn best doen, maar ik heb er niet zo veel vertrouwen in. Ik hoop dat de volgende winter niet meer zo erg zal zijn, want mijn ouders wonen in Zeeland. Ik ga er vaak heen, het is echt een hele trip. Met het slechte weer deed ik er uren over om in Leiden te komen. Voor mij was het maar een klein stukje vanaf Weesp, maar er waren ook mensen uit Groningen, die wisten niet of ze nog wel thuis konden komen. Ik heb wel genoten van de sneeuw.’
Karien Brentjens Docent media, informatie & communicatie ‘Laat ik zeggen dat ik er graag in wíl geloven, want ik gun het de NS wel. Mensen klagen er zo over, maar de NS krijgt het toch mooi voor elkaar om mensenmassa’s te verslepen. Ik reis op het traject UtrechtAmsterdam. Normaal gesproken doe ik er twintig minuten over. Er rijden veel treinen, dus als er één uitvalt heb je zo een andere. Ik heb wel eens gezegd dat ik meestal de eerstvolgende trein naar mijn bestemming neem. Helaas werkt het niet altijd zo.’
Max Hafkamp (23) Tweedejaars toegepaste psychologie ‘Het is altijd goed om te oefenen. Alleen is het probleem van de NS zo drastisch, dat het zinloos is om een keer te oefenen. Als het spoor ondergesneeuwd is maakt het allemaal niet meer uit. Dan kun je doen wat je wil, maar dat heeft dan ook geen zin meer. Ik heb vier jaar in Hilversum op school gezeten. In de winter moest ik wel eens mensen opzoeken. Dan deden zich wel eens incidenten voor, maar ik ben nooit echt in de problemen gekomen.’
Desire Scholtemeijer (21) @jmijdam @paulram85 Nee, niet echt een tweede keus kunnen maken. Waar ga jij voor? #IAM #HvA #minor (hashtags onder de paste knop, hehe) @jmijdam @paulram85 Media ondernemerschap, hopelijk is er genoeg plek! #IAM #HvA #minor
Tweedejaars human resource management ‘Dat nieuws heb ik helemaal niet gevolgd. Wel weet ik dat de vorige nooddienstregeling in duigen was gevallen. Toen het erg sneeuwde, was ik meestal vrij. Met het slechte treinverkeer in Utrecht had ik mazzel, want ik had nét de laatste trein te pakken. Andere mensen moesten er slapen. Zo’n oefening is wel noodzakelijk, anders zou de NS nog wel eens klanten kwijt kunnen raken. Die extra intercity’s naar Eindhoven leverden me vorige week een uur vertraging op, omdat die ook langs mijn woonplaats Assendelft rijden.’ (NM)
Fen Zeikt Als er één zeikerd over de dam is, volgen er meer, een dag niet gezeken is een dag niet geleefd, en: wie zeikt die blijft. Zelfs als je al een uurtje of drie demonstratief zit te gapen en ontzettend graag naar bed wilt. Begrijp me niet verkeerd, ik zie heus een hoop heil in het uitspreken van frustraties. Vers onder het juk van christelijke normen en waarden vandaan, moeten we de openheid van onze tijd vanzelfsprekend koesteren. Dat ‘weet wat je voelt en maak van je hart geen moordkuil’ lijkt me dan ook een prima devies. Maar maak van dat hart van de weeromstuit dan ook weer niet een oeverloze poel van zeikverhalen. Het lijkt mij dat je je, in het geval van frustratie, uitspreekt op het moment dat je die ervaart. Tegenwoordig lijkt men echter niet alleen graag te praten op het moment dat ze iets dwarszit, maar de frustratie als insteek en leidraad te hanteren voor alle sociaal contact. En zo vind ik mezelf op dinsdagmiddag terug met een vriendin die al maanden mokt om haar zogenoemde onterechte ontslag. Sinds ze besloten heeft dat haar voormalige baas een narcist is, wentelt ze zich hongerig in haar rol van miskend slachtoffer. ‘De man reduceert me gewoon tot dat kind van vier dat ook zo stelselmatig genegeerd werd.’ Lijdzaam drukt ze haar peuk uit en zucht. Op donderdagochtend tref ik een studiegenoot. Hij laat twee keer per week voor vijftig euro zijn aura reinigen door een beunhaas in Almere en neemt nu eens goed de tijd mij uit te leggen hoe deze reinigingsacties hem helpen meer in balans te komen met zijn prestatiedrang en zijn vegetarische vriendin. En nu is het zaterdagavond – of zondagochtend eigenlijk – en ik luister al vier uur naar het monoloog van een dame die zich mijn vriendin noemt maar die mij – getuige haar verbale zeikstraal – wel heel erg moet haten. En terwijl ik haar mond voor de zoveelste keer hetzelfde slepende verhaal uit de doeken zie doen en terwijl ik weet dat het niet uitmaakt hoe goed ik luister of hoezeer ik haar ook adviseer, fantaseer ik over hoe ik mijn vrienden bij elkaar drijf op een plein, zelf de kerktoren bestijg en ze vanaf daar streng doch met liefde toespreek: Zeg, kunnen we wat minder lijden met zijn allen? Kunnen we alsjeblieft wat minder zeiken met zijn allen? Niemand heeft beloofd dat het onverdeeld feestelijk zou worden. Get real, praat en get over it. n Fen Verstappen is freelance filosoof & tekstschrijver
havana
9
Beeld Jan-Maarten Hupkes
boemerangkind
Terug naar mam Thijs van den Berg
Bevalt het op kamers wonen niet? Huur te duur, avonden te eenzaam of verzuip je in de troep van je huisgenoten? Je kunt altijd nog terug naar huis. Heb je na lang zoeken eindelijk een kamer met de afmetingen van een bezemkast, je hele spaarvarken opgeofferd aan Ikea-meubilair en de boel in het boodschappenautootje van je moeder naar de grote stad gereden, blijkt het op jezelf wonen toch tegen te vallen. What to do? Anno 2010 is het echt geen schande meer om dan gewoon weer aan te schuiven voor mama’s macaroni. ‘Boemerangkinderen’ is de naam die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft bedacht voor jongvolwassenen die weer thuis gaan wonen. Het CBS vermoedt dat het aantal boemerangkinderen is toegenomen, zo blijkt uit Onderzoek Gezinsvorming 2008. Je bent een boemerangkind als je minimaal vier maanden of langer weer thuis gaat wonen. ‘Als je ergens langer dan vier maanden woont, behoor je je adres van inschrijving 10
havana
Nina Manuhutu
te wijzigen. Daarom hebben we de definitie op die manier afgebakend,’ stelt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS. Als reden voor de terugkomst noemden de respondenten opleiding, woning, werk en het einde van de relatie. Ongeveer vijftien procent van de nestverlaters uit de jaren negentig is een boemerangkind. Kinderen die sinds de jaren negentig uit huis gingen deden dat bijna twee keer zo veel als hun voorgangers in de jaren zeventig. Hier zijn verschillende oorzaken voor. Vroeger was het uit den boze om ongetrouwd samen te wonen met je partner. Mensen trouwden en moesten gelijk samenwonen en een huishouden runnen. Dit gebeurt steeds minder, want jongvolwassenen wonen nu vaker alleen of gaan samenwonen. Hierdoor is volgens de onderzoekers het aantal boemerangkinderen gestegen.
Heren Tegenwoordig is het normaal om samen te wonen. Jonge stellen beslissen vaak na korte tijd al om samen te wonen, want ze willen toch het huis uit. Als de relatie stukloopt, is de kans groot dat één van hen of beiden niet genoeg inkomen heeft om zelf van rond te komen. Dan is het fijn als je weer terecht kan bij paps en mams. Jongeren leven in een tijd van ongekende welvaart. Ze gaan uit, kopen kleding of ze geven geld uit aan hippe gadgets. Als ze het huis uitgaan, verkijken zij zich vaak op de kosten. Daardoor kunnen ze financiële problemen krijgen en vervolgens op straat worden gezet door de huisbaas. Er is dan immers geen geld meer over voor de huur. Studenten die hun studie hebben afgerond gaan vaak terug naar huis omdat ze hun kamer vrij moeten maken voor een nieuwe student. De kans op terugkeer wordt kleiner als iemand op latere leeftijd het huis verlaat. Volgens Latten is dit omdat een achttienjarige meestal het huis uitgaat om praktische redenen. Het is volgens hem dan nog niet zozeer de behoefte om zelfstandig te wonen. ‘Als je ouder bent is het een ander verhaal. Misschien heb je al gespaard voor een eigen huis.
Dan zul je niet zo gauw teruggaan.’ Ook mensen met een traditionele of streng gelovige achtergrond keren vaker terug. ‘Gelovige mensen wonen liever niet onnodig alleen. Gelovige ouders vinden het ook niet prettig dat hun ongetrouwde dochter in een grote stad woont.’ Havana sprak met vier boemerangstudenten, allen heren. Jan Latten heeft hier een verklaring voor. ‘Vrouwen gaan vaak terug omdat de relatie over is. Daar willen ze misschien niet gauw over praten. Jongens gaan vaak terug als de studie is afgerond. Zij vinden het allang prima dat ze weer thuis kunnen wonen en de auto van pa kunnen pakken.’
‘Mijn ouders zijn lieve mensen’ Thijs van den Berg (24, vierdejaars media, informatie & communicatie) werd in juli met twee vrienden uit hun huis in Utrecht gezet. ‘We gingen er in januari 2010 wonen. Vrienden van mij vonden een huis via een bemiddelingsbureau. Alles was geregeld en we schreven ons in op dat adres. Vervolgens kregen we een brief van de gemeente. We
boemerangkind
ma’s macaroni Boven: Rico Hendriks, onder: Rik van der Jagt
moesten een handtekening hebben van de hoofdbewoner. Je voelt ’m al aankomen: het bleek te gaan om onderverhuur. De “eigenaar” zei van niks te weten. Het pand zou verkocht worden. Mijn vrienden en ik stapten naar de rechtmatige eigenaar van het huis, maar dat mocht niet baten. Ik ging eerst maar op vakantie, daarna zou ik verder zien. De huizenjacht verliep moeizaam. Momenteel loop ik stage en pendel ik heen en weer tussen Utrecht en Millingen aan de Rijn, daar wonen mijn ouders. Ik slaap twee keer per week bij vrienden op de bank, ze zijn allemaal heel begripvol. Ideaal is het niet. Inmiddels heb ik zeker vier huissleutels in mijn zak zitten, haha. Gelukkig kan ik vanaf november tijdelijk in het huis van een vriend die op reis gaat. Mijn ouders zijn lieve mensen, ik kan gewoon aanschuiven. Ik moet alleen drie uur van tevoren mijn bed uit als ik naar mijn stage in Amsterdam ga. En dat is balen.’
een nieuwe woonruimte.’ Er is voor het gezin niet veel veranderd door de terugkomst van Thijs. ‘We houden er wel rekening mee dat hij mee-eet. Gelukkig eten we vaak samen, omdat we laat thuis zijn. Het is lastig om afspraken te maken over het huishouden. Ik heb vroeger altijd opgeruimd voor de kinderen. Erg, hè?’ Het is voor Ans niet vervelend dat haar zoon weer thuis is. Ze vindt het zelfs gezellig. ‘De reistijd en de afstand zijn nu langer voor Thijs, omdat hij stage loopt in Amsterdam. Als hij op zondag een uitzending heeft, zorgen wij ervoor dat hij de auto mee kan nemen. Hij kan namelijk niet zo een-tweedrie naar huis als hij om middernacht moet klaarstaan.’ Volgens Ans is haar zoon door het zelfstandig wonen volwassener geworden en weet hij beter wat hij wil. ‘Het belangrijkste is dat hij nu zijn studie afmaakt.’
‘Feesten doe ik bij mijn broer’ Ans Tory (57) is de moeder van Thijs. Ze werkt als activiteitenbegeleider bij een koffiebranderij. ‘Ik vind het jammer voor Thijs dat hij het huis uit moest met zijn vrienden. Ze hadden het zo leuk samen. Het is vervelend gegaan. Bovendien vind je niet zo makkelijk
Rico Hendriks (21, afgestudeerd HES) moest zijn studentenwoning in de Bijlmer verlaten. Nu woont hij met zijn moeder, haar vriend, broertje en stiefzusje in Wagenberg, bij Breda.
Rico speelt rugby in de eerste klasse. Hier is hij vier keer per week mee bezig. Bovendien runt hij met zijn vriend Aziz het bedrijf H2Joy, dat zich bezighoudt met de verkoop van waterpijpen. ‘Ik ben thuis gaan wonen omdat ik mijn studentenwoning moest verlaten, maar ook omdat ik het financieel niet redde om elders met vrienden te wonen. Nu werk ik voor H2Joy en bij een pizzeria, op het terras en als bezorger. Ik woonde in een studentenflat met een gezamenlijke woonkamer, badkamer en balkon met drie andere jongens. Inmiddels zijn we echt vrienden geworden; we deden dezelfde opleiding en we zaten op dezelfde school.’ Amsterdam was een andere wereld voor Rico. ‘Tijdens mijn eerste week in Amsterdam moest ik me echt even oriënteren, ik wist niet wat me overkwam. De Bijlmer verschilt totaal met het dorp waar ik vandaan kom, zelfs met Breda. Ik ben nog steeds mezelf, maar ik heb wel wat straattaal opgepikt. En ik heb veel geleerd van andere culturen.’ Rico hoeft geen huur te betalen, maar hij helpt wel in het huishouden. ‘Ik pas wel eens op mijn broertje en mijn stiefzusje. Daarnaast kook ik wel eens en doe ik de boodschappen.’ Er komen wel eens vrienden over de vloer, maar feesten doet hij bij zijn
broer van 19. ‘De weekenden breng ik bij hem door. Ook feesten doe ik daar. Ik weet wat ik wel en niet kan maken thuis.’ Moeder Daniëlle Lemmers (40) vindt het fijn dat Rico weer thuis is. Tijdens het interview moet ze wel even iets rechtzetten. ‘Jullie noemen hem Rico, maar volgens mij is dat erin geslopen door zijn tijd in Amsterdam. Thuis heet hij Ricardo.’ Daniëlle vindt vooral dat het door de terugkeer van Rico drukker is geworden in huis. Toch heeft ze veel aan hem. ‘Het klinkt waarschijnlijk heel cliché, maar Rico is echt een ideaal kind. Hij is volwassener geworden en verantwoordelijker. Soms vraag ik of hij wat voor me wil doen, maar hij hoeft niet het huis te soppen.’ Voorlopig heeft Rico de tijd om te sparen en om op adem te komen. Hij weet nog niet of hij een vervolgstudie gaat doen. ‘Vanaf volgend jaar betaalt hij wel kostgeld, want het is hier natuurlijk geen paradijs. Hij is wel zo dat hij af en toe zelf boodschappen betaalt, van zijn eigen geld.’ Ze heeft niet het idee dat Rico veranderd is door zijn tijd in Amsterdam. ‘Hij is gewoon wereldwijs, heeft al veel dingen gezien. Soms roept hij dat Breda maar een dorp is, maar dat zijn alleen maar praatjes. Daar bedoelt hij niets mee.’ havana
11
boemerangkind
Erik Moes
‘Thuis wonen lastig? Nee hoor’ Rik van der Jagt (22, vierdejaars sport, management & ondernemen) woonde antikraak maar is nu terug bij zijn moeder. Een eigen huis huren was te duur. ‘Het huis was lekker dichtbij school, maar het stond alleen in een slechte buurt. Dat nam ik toen maar voor lief.’ De zelfstandigheid leek in eerste instantie prachtig. ‘Ik had de vrijheid om te doen en laten wat ik wilde. Bovendien scheelde het aanzienlijk in reistijd. Ook hoefde ik na een feestje niet meer bij een klasgenoot te pitten.’ De mindere kanten van het zelfstandig wonen kwamen na een tijdje naar voren. ‘Het huishouden draaien, dat was echt verschrikkelijk. De één was er nooit, de ander ruimde nooit op. Ik was meer van het opruimen én studeren. De studie vraagt veel tijd van je.’ Pas toen zijn oma overleed, besloot hij om terug naar huis te gaan.
Rik denkt na over zijn toekomst. Over een jaar hoopt hij een goedbetaalde baan te hebben, zodat hij weer op zichzelf kan wonen. Ineke van der Jagt (51) werkt als verpleegkundig hoofd in het VU Medisch Centrum. Ze is de moeder van Rik. ‘Ik weet pas sinds het krantenartikel van nrc.next wat een boemerangkind is. Rik zei tegen ons: “Hé, dat ben ik, in dat verhaal!” ‘Toen Rik het huis uit was, was het veel stiller in huis. Zijn terugkomst bracht weer wat reuring. Rik is iemand die behoefte heeft om zijn verhaal kwijt te kunnen.’ Ineke vond het prima dat hij weer thuis kwam wonen. ‘Natuurlijk mocht hij terugkomen. Zijn studie staat voorop.’ De ouders van Rik vonden het niet nodig om kostgeld te vragen. ‘Onze kinderen moeten de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Wij betalen de studie en hun ziektekosten. Het loon van hun bijbaantjes is het zakgeld.’ Goed presteren wordt bij
‘Mijn moeder vindt het fijn dat ik bel als ik niet thuis eet’ Hij woont inmiddels een jaar bij zijn ouders. ‘De grootste verandering voor mij is dat ik mijn studie weer op de rails heb. Thuis is er verder niks veranderd. Ik kook wel eens of ik doe de was. Kostgeld betaal ik niet. Ik bel even op als ik niet thuis eet. Het is fijn om nu weer even thuis te wonen. Ik vind het ronduit grappig dat mensen thuis wonen als lastig ervaren.’ 12
havana
hen beloond. ‘De jongens kopen zelf hun studieboeken, maar als ze het jaar halen, betalen wij de kosten terug.’ Ineke vindt dat Rik veel geleerd heeft en dat hij zelfstandiger is geworden. ‘Hij waardeert meer wat wij doen en hij draagt zijn steentje bij in het huishouden. Bovendien is hij serieus en geordend. Als hij weer uit huis gaat, verwacht ik dat hij gaat settelen.’
‘Noem het drukke gezelligheid’ Erik Moes (22, vijfdejaars sport, management & ondernemen) woont sinds kort weer bij zijn moeder in Nauerna, een gehucht in de Zaanstreek. Hij loopt stage bij sportkledingfabrikant O’Neill. ‘Daar wil ik me volledig op richten, dus ik ben gestopt met werken. Daardoor heb ik niet genoeg inkomsten om op mezelf te wonen.’ Eriks eerste huis was in Amsterdam Geuzenveld. Daar vertrok hij, omdat er tot twee keer toe werd ingebroken. ‘De buurt was erg vervallen, dus fijn was het er niet. Vervolgens verhuisde ik naar Zaandam. Daar deelde ik een huis met twee vrienden. Dat was echt ideaal, er waren altijd mensen over de vloer en het was altijd gezellig. Gelukkig was er onder ons een schoonmaakfreak, zodat het huis er nog enigszins opgeruimd uit zag.’ Erik moet wel even omschakelen, nu hij weer thuis woont. ‘Er zijn geen regels waar ik me aan moet houden, maar mijn moeder vindt het wel fijn als ik van tevoren bel als ik niet thuis eet. Voorheen besloot ik op het laatste moment wat ik ging doen. Nu betaal ik vijftig euro kostgeld per maand en ik heb wat huishoudelijke taken.’ Reizen naar zijn stage wordt voor Erik nog een heel gedoe. ‘Ik moet eerst een half uur fietsen naar Zaandam. Daarna met de trein naar Voorburg of Leiden en dan nog eens met een bus die één of twee keer per uur vertrekt. Maar goed, ik heb het er voor over; ik heb zelf voor die stage gekozen.’ Voor zijn moeder, Mieke Blauw (54) is het niet nieuw dat een van haar kinderen weer
thuis komt wonen. Eriks broer Niels kwam na drie jaar studeren terug. Hij wilde gaan backpacken. Thuis komen wonen was voor hem de beste oplossing, het bespaarde hem geld. ‘Erik vroeg wat ik ervan vond als hij weer thuis kwam wonen en of hij welkom was. Hij had er een goede reden voor; hij geeft zelfs zijn baan en vrijheid op. Hij zou eigenlijk later pas thuis komen wonen. Het is wel drukker voor me, nu de jongens weer thuis wonen. Noem het maar drukke gezelligheid. Maar als Erik er niet is, is dat ook prima.’ Vorig jaar is Mieke gescheiden. ‘Dus ik ben nog bezig met het opnieuw inrichten van mijn leven. Het was een wisseling van wacht. Ik ging hier eerst weg, Eriks vader woonde hier nog.’ Mieke vindt het fijn dat hij er weer is, maar soms is het fijn als ze even wat tijd voor zichzelf heeft. ‘Hij zit twee avonden per week bij zijn vriendin, prima. Dan kan ik zelf mensen uitnodigen om op visite te komen of om te blijven eten. Die afwisseling is leuk.’ Ze is niet erg streng, maar houdt wel van duidelijkheid. Mieke heeft onregelmatige diensten, verdeeld over zeven dagen. ‘Soms zien we elkaar niet, maar dan moeten we wel weten wanneer wie niet thuis is. We hebben een agenda waarin hij noteert of hij wel of niet mee-eet. Ik heb namelijk ook nog een hond, dus die moet ook uitgelaten worden. Erik en ik hebben afgesproken dat hij zelf zorgt dat zijn kamer netjes is en zijn was gedaan. En het is fijn als hij boodschappen doet en kookt. Hij doet een maandelijkse huishoudelijke bijdrage, verder hoeft hij geen huur te betalen.’ n
Beeld Bas Uterwijk
interview
‘Soms heb je zo’n tegenslag nodig’ De aftrap van de feestweek van het USC (4 oktober) vond plaats met het allereerste Studenten Sportgala van Amsterdam. Lennart Stekelenburg (23), zwemmer en student van de Johan Cruyff University, werd daar uitgeroepen tot Studenten-Sportman van het jaar. Kirsten van der Kolk Gefeliciteerd! Ben je blij met je prijs? ‘Ja. Er is gekeken naar studievoortgang in combinatie met sportprestaties. Ik vind het een hele eer omdat mijn studieresultaten zwaar meetellen. Blijkbaar studeer ik toch nog vlot genoeg.’ Hoe vlot studeer je dan? ‘Ik zit op dit moment in het derde jaar. Ik volg een minor van de Johan Cruyff University, maar ik ben eigenlijk vierdejaars. Vorig
voor mijn studie zou hebben, maar na de operatie ging het lopen zelfs al moeilijk. Ik mocht van de artsen niet te veel doen. Doordat ik zo slecht ter been was in die eerste weken, is de studie op het tweede plan gekomen.’ Vind je het moeilijk om studie en topsport te combineren? ‘De eerste twee jaar heb ik eigenlijk geen problemen gehad met die combinatie. Ik heb wel studievertraging gehad, maar dat wist ik
‘Als klein jongetje wilde ik eigenlijk niet eens zwemmen’ jaar heb ik studievertraging opgelopen. De eerste twee jaar ben ik prima doorgekomen.’ Waardoor heb je dan studievertraging opgelopen? ‘Vorig jaar was een lastig jaar voor mij. In september ben ik aan een liesbreuk geopereerd en dat heeft nogal wat revalidatietijd gekost. In eerste instantie had ik nog het idee dat ik door het revalideren wat extra tijd
altijd binnen de perken te houden door op tijd mijn toetsen te doen en grote opdrachten, zoals proftaken, met het normale studietraject te doen. Dus de vertraging die ik had, kon ik aan het einde van het studiejaar redelijk makkelijk weer rechtzetten. Het moeilijkste is dat trainingskampen en wedstrijden vaak samenvallen met tentamenperiodes. Aan het eind van het studiejaar in juni en juli zwemmen wij onze zomertoernooien – ek of wk
– en in de aanloop naar zo’n toernooi ben je vaker op trainingskamp.’ Je hebt je prijs gekregen voor je studieén je sportresultaten? Wat was je meest aansprekende sportresultaat afgelopen jaar? ‘Ik heb op de ek lange baan in Boedapest afgelopen zomer brons gewonnen op de 50 meter schoolslag en de 4x100 meter wisselslag. De 50 meter schoolslag is een nietolympisch nummer, maar met die medaille heb ik laten zien dat ik over voldoende snelheid beschik. Nu is het een kwestie van die tweede baan nog beter doorkomen. Daarom hoeft deelname aan de Olympische Spelen van 2012 niet een groot obstakel te zijn. De tweede baan is trainbaar!’ Je ziet de Olympische Spelen dus wel als een haalbaar doel? ‘Ja. Het is lastig om te vergelijken, maar ik zwem nu al behoorlijk sneller dan de kwalificatie-eis die voor de Olympische Spelen van 2008 gold. Die Olympische Spelen heb ik net niet gehaald. Ik had het wel moeten kunnen halen. In 2008 was in maart het laatste kwalificatiemoment en daar kwam het er niet uit. Toen heb ik besloten om van Eindhoven te verhuizen naar Amsterdam. Ik heb mij hier bij het Zweminstituut aangesloten en wordt nu gecoacht door Martin Truijens. In twee, drie maanden tijd heb ik toen een behoorlijke stap gezet. Eigenlijk de stap die ik voor ogen had voor de Spelen in 2008.’ Heb je spijt dat je die overstap niet eerder hebt gemaakt? ‘Ja en nee. Alles komt met de tijd. Soms heb je zo’n tegenslag ook nodig. Kijk, tot dan
ging mijn zwemcarrière eigenlijk heel soepel. Het grappige is dat ik als klein jongetje eigenlijk niet eens wilde zwemmen. Zoals elk jongetje van zes jaar wilde ik graag op voetbal. Daar hebben mijn ouders niet aan toegegeven. Ik ben meegesleurd naar het zwembad omdat mijn zusje op zwemmen zat. Ik had een ontzettende hekel aan het koude water. Ik vond het maar niks, maar vanaf de eerste training ging ik zo snel vooruit dat ik het vanzelf leuk ben gaan vinden. Ze hebben nog even gewacht om mij in te schrijven voor wedstrijden. Toen ik acht of negen was, heb ik mijn eerste wedstrijd gezwommen. Ik zwom meteen een nk-limiet en mocht meedoen aan de nk, waar ik ook meteen won. Zo is het eigenlijk een beetje gebleven… Tegenwoordig zwem ik alleen minder verschillende slagen. Ik heb me gespecialiseerd in de schoolslag.’ Maar het winnen is moeilijker geworden? ‘Haha. Dat heeft natuurlijk alles met het niveau te maken en naarmate je ouder wordt, maak je kleinere stapjes. Er komt veel meer bij kijken dan een beetje zwemtalent, zoals mentale vaardigheden en hoe je als sporter met je sport omgaat. Het winnen is zeker lastiger geworden, maar ik heb ieder jaar wel wat gewonnen waar ik tevreden mee kan zijn.’ En dan nu deze prijs. ‘Ontzettend leuk. Het geeft mij een tevreden gevoel dat ik mijn studie met mijn sport kan combineren. Het helpt mij ook om het zwemmen leuk te blijven vinden. Het maakt het een stuk minder eentonig. Dat is ook een van de lessen geweest, die ik heb geleerd van mijn weg naar de Olympische Spelen van 2008.’ n havana
13
reportage
De HvA heeft er een nieuwe minor bij: Srananistiek, een collegereeks over Suriname. Dansen en zingen tijdens de les, en als toetje een excursie naar de tropen. Kirsten Dorrestijn
‘Zoals jullie weten is het Sranantongo een klanktaal’, poneert docent Michiel van Kempen tijdens zijn les over de Surinaamse literatuur. Hij heeft de studenten zojuist het gedicht ‘Kopenhagen’ van de dichter Trefossa laten vertalen. ‘Maar wat houdt dat dan precies in, een klanktaal?’ vraagt hij. ‘De kleine woordjes als ‘eh-eh!’ en ‘a-a!’ zijn uitroepen van verbazing. Die spreek je niet uit als een locomotief – ‘a-a’ – maar je zingt ze, op hoge toon: ‘AaaaaAAAaaa-AaaaAAAaaa’ of ‘EèèèèhhhhEèèèhhhh’ schalt het door het lokaal. San dya na mofo se? Eh-eh! Watramama na yu Sidon na ston? Van Kempen vertelt dat Trefossa in 1957 de eerste was die het Sranantongo als literaire taal gebruikte. In Suriname is het Nederlands de officiële taal waarin men leert lezen en schrijven. Het Sranantongo is de lingua franca, de straattaal. ‘Maar Trefossa heeft met zijn dichtbundel laten zien dat het Sranan ook een literaire taal is, en er niet alleen is om een bos kousenband te kopen op de markt,’ legt Van Kempen uit. De les over de Surinaamse literatuur is een onderdeel van de nieuwe minor Srananistiek. Het leren van de grammatica en spellingsregels van het Sranantongo is een belangrijk
wil liever niet met haar achternaam in de krant) steeds te horen als ze vertelt welke minor ze volgt. ‘Ik ben dan wel Surinaams, en ik ga er vaak op familiebezoek, toch weet ik echt nog niet alles. Over de economische ontwikkelingen wist ik niks, de spellingsregels van het Sranantongo kende ik niet en over het slavernijverleden wist ik ook weinig. Bijna alles wat ik hier hoor, is nieuw voor me. Ik vind het echt interessant om bezig te zijn met mijn achtergrond, want mijn hart ligt bij Suriname.’ Loraine profiteert direct van de kennis die ze opdoet. Voorheen antwoordde ze vaak in het Nederlands als iemand Sranan tegen haar sprak. Nu durft ze terug te spreken. ‘Eerder schaamde ik me vaak voor mijn accent. Of soms probeerde ik wel Sranan te praten, maar kon ik niet de juiste woorden vinden. Door de lessen ben ik zekerder geworden.’ Ook de spellingsregels van het Sranan kan Loraine direct toepassen in de dagelijkse praktijk: ‘Soms, als ik gezellig wil doen met vrienden, schrijven we op MSN in het Sranan. Voorheen deed ik meestal maar wat. Nu let ik op de spelling en leer ik de regels aan mijn vrienden.’
Excursie De minor is het resultaat van een idee dat linguïst Gracia Blanker een tijd geleden kreeg toen ze in de trein zat. Ze had een woordenboek Sranantongo gepubliceerd,
Pretminor S Studenten van de minor scrananistiek met docent Gracia Blanker.
doel. Zeventien studenten zijn in september van start gegaan. De meesten hadden al een passieve kennis van het Sranan en hebben Surinaamse familie, maar spreken de taal niet vloeiend. In de minor komen ook de
was bezig met het samenstellen van een corpus Sranan en wilde iets nieuws doen met de taal. Het was haar opgevallen dat vooral witte mensen de Surinaamse taal en cultuur onderzoeken. ‘Ik vond dat daar
‘We gaan als zussen en broers met elkaar om. Dat is echt Surinaams’ geschiedenis en de economie van het land uitgebreid aan de orde. Voor het eerst wordt er in Nederland op deze schaal lesgegeven over Suriname. ‘Je bent toch Surinaams? Dan weet je toch alles over Suriname?’ krijgt Loraine (20, derdejaars management, economie & recht, 14
havana
eens verandering in moest komen en wilde iets opzetten waarbij Surinamers zelf met hun land bezig zijn. Ik denk bovendien dat Surinamers toch het beste begrijpen wat er bedoeld wordt. Ik wilde bij het onderzoeken van de taal zo veel mogelijk jonge Surinamers betrekken.’
Tijdens de practicumlessen leren de studenten het Sranan toe te passen. Deze keer komt zangeres en actrice Sahiensha Ramdas als gastdocent vertellen over haar leven. Ze blijkt in Suriname een ware ster. In 2004 stond ze met haar hit Aleng (regen) wekenlang op nummer één. Ze laat via YouTube de clip zien bij het nummer. We zien de gastdocent op een sensuele manier dansen en zingen in de regen, en uitdagend in de camera kijken. Op haar 21e was ze getrouwd met een Hindoestaanse man, vertelt ze. Een situatie die haar beklemde. Ze ging van hem weg en brak al snel door als zangeres. In Aleng verwoordt ze de vrijheid die ze toen voelde. ‘Ik heb veel reacties gekregen op deze clip. Als Hindoestaan hoor je je zedelijk te gedragen. Ik spang me daar nu niet meer om. Ik bepaal zelf hoe ik het prettig vind een
lied te presenteren.’ Zo leren de studenten spelenderwijs over de gebruiken en gewoontes van Suriname. ‘Het is een pretminor,’ krijgt Blanker soms te horen als ze vertelt dat ze zingt en danst met haar studenten tijdens haar lessen taalverwerving. ‘Wat nieuw is wordt altijd met argusogen bekeken. Ik zorg dat de studenten op een levendige manier over het land leren. Afgelopen week hebben we een spel gespeeld waarbij je leert hoe je de klanken van het Sranan uitspreekt, en vandaag hebben we het Surinaamse volkslied geoefend. Ik sta erop dat de studenten dat uit hun hoofd kennen als ze straks in Suriname zijn.’ Want een excursie naar de tropen kan natuurlijk niet ontbreken. In november vertrekt de groep voor drie weken naar Suriname. Op 25 november zullen zij daar ‘Srefidensi’
Srananistiek (Onafhankelijkheidsdag) vieren. Ook zullen ze ter plekke colleges volgen en excursies naar de districten maken. Het prijskaartje van de minor bedraagt 1200 euro. Wopke Veenstra (23, derdejaars mer) heeft dat er graag voor over. ‘Het is een investering in mijn eigen toekomst. Normaal gesproken vlieg ik één keer per jaar naar Suriname voor familiebezoek. Deze studiereis wordt een hele nieuwe ervaring. Door de lessen heb ik het land beter leren begrijpen.’
Respect Chavelli Pardam (27, vierdejaars commerciële economie voor toekomstige ondernemers) woonde een groot deel van haar leven in Suriname. Vier jaar geleden kwam ze naar Nederland. ‘Doordat ik zo kort geleden naar Nederland ben gekomen heb ik het gevoel
dat ik mijzelf steeds moet verantwoorden dat ik deze minor volg. Mensen denken dat ik al alles over Suriname weet, maar ik heb ontzettend veel geleerd de afgelopen weken. In Suriname is de scholing anders. Je leert bijvoorbeeld weinig over de Surinaamse geschiedenis. Door deze minor heb ik veel respect gekregen voor mijn land. Bijvoorbeeld hoe het na de slavernij uit een dal is geklommen. Ik weet nu wat de economische positie van het land is, en door middel van het interpreteren van gedichten heb ik geleerd hoe mensen vroeger leefden.’ Behalve dat de minor van pas kan komen als je wilt MSN’en in het Sranan, leren de studenten een ‘beroepsproduct’ ontwikkelen: ze gaan onderzoeken welke dienst of welk product nuttig kan zijn naar Suriname te brengen. Voor Loraine is dit een goede oefe-
ning, want zij wil in de toekomst misschien een bedrijf opzetten in Suriname. ‘Ik wil iets introduceren dat men daar nog niet heeft. Daarvoor moet ik me natuurlijk eerst goed oriënteren. Ik ga kijken waar vraag naar is, waar mijn kansen liggen en wat barrières kunnen zijn.’ Ook Chavelli wil iets voor haar land betekenen als ze straks is afgestudeerd. Blanker denkt dat de minor een goede voorbereiding is op een (r)emigratie. ‘Iedere Surinamer zegt dat-ie ooit teruggaat naar zijn geboorteland. Zij dromen ervan te helpen het land op te bouwen. En Suriname heeft die hulp hard nodig.’ Wopke is door de minor op een andere manier gaan kijken naar de mogelijkheden van Suriname. ‘Eerst zag ik het echt als een ontwikkelingsland, nu zie ik ook veel kansen. Maar om reëel te blijven, ik ga geen bedrijf
opstarten in Suriname. Ik volg deze minor puur om mijn kennis te verbreden. Ook verheug ik me erop mijn oma in november te verrassen door met haar in het Sranantongo te spreken.’ De minor valt goed in de smaak. Wopke, Chavelli en Loraine zijn dolenthousiast over de colleges. Wopke: ‘Bij mijn hoofdstudie skip ik wel eens het eerste uur, maar van deze minor wil ik geen les missen. De groep is in korte tijd heel hecht geworden. We gaan als zussen en broers met elkaar om. Dat is echt Surinaams. Wij kijken niet de kat uit de boom, zoals Nederlanders vaak doen. Uiteindelijk zijn Surinamers één grote familie. Dat merk je in de klas.’ n
havana
15
Beeld Fred van Diem
reportage
kabinetsplannen
Akkoord en Het regeerakkoord van het kabinet-Rutte-Verhagen heeft ook gevolgen voor studenten en medewerkers van de
Beeld Marc Kolle
HvA. Een paar voorstellen op een rijtje. Carlijn van Donselaar en Jeff Pinkster
Pabo
Op de pabo moet een onderscheid komen in specifieke bekwaamheden voor lesgeven aan het jongere of oudere kind. Een specificering van de pabo past in de ontwikkeling waarin steeds hogere eisen aan leerkrachten worden gesteld, vindt Lies Timmering, docent en onderzoeker bij het domein Onderwijs & Opvoeding. ‘Vanuit het beroepsveld is duidelijk behoefte aan meer verdieping bij leraren. Dat zie je ook aan de komst van de Universitaire Pabo van Amsterdam (UPvA), waar studenten worden opgeleid tot leraren die analytisch sterker zijn.’ Timmering vindt het ‘op zich waardevol’ dat studenten straks een bewuste keuze moeten maken. Maar: ‘In plaats van de bestaande opleiding te vermageren, zie ik liever een extra verdiepingsjaar waarin de keuze wordt vormgegeven. Studenten minder breed opleiden lijkt me niet verstandig. De realiteit is toch dat er een lerarentekort is, waardoor ze uiteindelijk overal waar nodig worden ingezet. Bovendien vind ik dat ook een leraar die alleen met kleuters te maken heeft het rekenniveau van een kind uit groep acht moet hebben.’ Bij de keuze voor een afstudeerrichting vindt in feite al een differentiatie in onder- en bovenbouw plaats. Maar daarmee sluiten de studenten niets uit voor de toekomst: met het pabodiploma kunnen ze lesgeven in het hele basisonderwijs. Eerstejaars UPvA Christian Jelders (20) is blij dat hij alle opties open kan houden. ‘Ik kan me goed voorstellen dat ik er na een paar jaar voor de klas achter kom dat ik toch liever lesgeef aan oudere of jongere kinderen. Als studenten straks moeten kiezen voor de onder- of bovenbouw vind ik dat de opleiding verkort moet worden. Vier jaar studeren om maar een deel te leren van wat pabostudenten nu leren, lijkt me absurd.’ 16
havana
Numerus fixus
De numerus fixus, een grens aan het aantal studenten dat tot een opleiding wordt toegelaten, zal binnen vijf jaar worden afgeschaft. Binnen de HvA geldt de numerus fixus nu bij een paar opleidingen, zoals toegepaste psychologie en fysiotherapie. Een afschaffing van de regel lijkt Willem Baumfalk, domeinvoorzitter Maatschappij & Recht, geen goed plan. ‘Het is in een aantal gevallen maar de vraag of er wel genoeg werk is voor een grotere groep afgestudeerden. Bij een jonge opleiding als toegepaste psychologie merken we dat het even duurt voordat de vraag naar afgestudeerden op gang komt. De fixus is ook een manier om hierop in te spelen. Het lijkt me niet goed als de arbeidsmarkt straks wordt overspoeld met mensen waar geen behoefte aan is.’ Minstens zo belangrijk lijkt de vraag of de HvA een grotere toestroom van studenten wel aankan, zonder dat het gevolgen heeft voor de kwaliteit van het onderwijs. Collegevoorzitter Karel van der Toorn sloot onlangs niet uit dat juist meer opleidingen om deze reden een beperkt aantal eerstejaars gaan toelaten. Toch maakt hij zich geen zorgen om het voornemen van het nieuwe kabinet. ‘Ik heb inmiddels de toezegging uit Den Haag gekregen dat de afschaffing alleen voor geneeskunde gaat gelden. In het akkoord wordt niet duidelijk gemaakt dat het om zo’n specifieke maatregel gaat, waardoor veel misverstanden zijn ontstaan.’ Mocht de HvA toch geconfronteerd worden met een afschaffing, dan zijn de gevolgen volgens Van der Toorn wel te overzien. ‘De numerus fixus wordt maar bij een paar opleidingen gebruikt. Daar zouden we dan moeten zoeken naar andere manieren om de groei te beheersen.’
Prestatiebeloning
Binnen het onderwijs komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als van teams. De salarissen van onderwijzers en medewerkers worden weliswaar bevroren, uitmuntende prestaties mogen van de regering juist meer beloond worden. Malcolm Biezeveld, docent sociaal pedagogische hulpverlening, juicht het plan toe. En dat heeft niets te maken met het feit dat hij vorig jaar genomineerd werd voor Docent van het Jaar. Biezeveld: ‘Natuurlijk doe ik ook zonder extra beloning mijn werk zo goed mogelijk. Maar ik maak wel eens, zij het grappend, de vergelijking met een communistisch regime waarin het niet uitmaakt hoe goed je je werk doet. Het is goed dat docenten straks wel gestimuleerd worden iets extra’s te doen.’ Willem Brouwer, docent informatica en lid van de Centrale Medezeggenschapsraad, is minder positief. ‘Het is raar dat hogescholen op deze manier gedwongen worden meer geld uit te geven, terwijl het budget relatief minder wordt.’ Brouwer is vooral kritisch over de manier waarop invulling wordt gegeven aan het plan. ‘Een bonus voor teams lijkt me in elk geval een slecht idee. Dit zou betekenen dat je twee keer zo hard moet werken als je een oen in je team hebt.’ Overigens wordt binnen de HvA al gewerkt met een systeem van financiële beloningen, weet Brouwer. ‘Excellente docenten schijnen soms iets extra’s te krijgen. Ik heb alleen nog nooit mensen gesproken die dat is overkomen.’ Biezeveld blijkt een van de gelukkigen te zijn. ‘Ik heb wel eens een extra maandsalaris gekregen. Dat weten mijn collega’s niet, terwijl transparantie juist bij dit soort beloning belangrijk is. Iedereen moet kunnen zien wat de meerwaarde van een persoon voor het onderwijs is.’
kabinetsplannen
n onderwijs Studiefinanciering
De studiebeurs wordt uitgekleed. De basisbeurs blijft bestaan in de bachelorfase, maar wordt in de masterfase omgezet in een sociaal leenstelsel. ‘Tegen de context van de verkiezingen valt het mij nog mee,’ zegt Alfred Peerboom, als decaan verbonden aan het domein Onderwijs & Opvoeding. ‘Zowel rechts als links waren van plan de studiefinanciering af te schaffen. Ik vrees dat het in de toekomst alsnog een leenstelsel wordt, hoe spijtig ik dat ook vind. Dan zal een substantieel deel niet meer aan een studie beginnen.’ De decaan meent dat nu vooral studenten op universiteiten worden geraakt. ‘Daar is een bachelor minder waard dan op het hbo.’ Tegen die achtergrond is het onduidelijk of er in de toekomst minder hbo-studenten aan een master zullen beginnen. ‘Voor ons domein kan het gevolgen hebben. Verdeeld over zeven masters volgen momenteel 350 studenten een opleiding tot eerstegraads leraar. Mijn ervaring is toch dat geld een drempel opwerpt.’ Daar is de economische malaise volgens Peerboom een voorbeeld van. De afgelopen twee jaar zag hij het aantal studenten met betalingsproblemen fors toenemen. ‘Zowel bij mij als mijn collega-decanen.’ Gina Plat (21) van het Comité SOS, een studentenafvaardiging die protesteert tegen de onderwijsplannen in het regeerakkoord, is daarom verbolgen over de plannen. ‘Sinds de jaren tachtig worden studenten beetje bij beetje harder aangepakt. Als samenleving moet je juist stimuleren dat studenten doorleren, je moet opkomen voor de armen.’ Bestuursvoorzitter Karel van der Toorn zou het toejuichen als meer studenten door de gewijzigde financiering voor het hbo kiezen. ‘Veel vwo’ers kiezen nu nog voor de universiteit, ook als een hbo opleiding beter aansluit bij hun wensen.’
Leven lang leren
Nederland moet toetreden tot de top vijf van kenniseconomieën. Daarvoor moeten we een leven lang leren. De doelstelling is eenvoudig: stimuleer dat elk mens zijn hele leven blijft leren. Volgens Gina Plat van Comité SOS, een studentenafvaardiging die protesteert tegen de onderwijsplannen in het regeerakkoord, is het nog maar de vraag of de overheid dat stimuleert. ‘Vooral in het hbo zijn er veel studenten die in deeltijd studeren. Bedrijven stimuleren dat, maar ik vraag me af of ze dat blijven doen nu een tweede studie duurder is geworden en een master meer geld gaan kosten.’ Ook de HvA heeft haar onderwijs op ingericht op een leven lang leren. Werknemers met veel praktijkervaring kunnen een verkorte opleiding volgen, via een zogenaamde evcprocedure: het erkennen van (in de praktijk) verworven competenties. ‘Het belangrijkste over een leven lang leren staat in de zin dat het rapport van de commissie Toekomstbestendigheid hoger onderwijs wordt uitgevoerd,’ zegt Lucie te Lintelo van het EVC-centrum van de HvA. ‘De commissie-Veerman benadrukt het belang van blijven leren, ook voor werkenden van 30-plus.’ Wat Te Lintelo betreft is dat veelbelovend. ‘In het rapport wordt gepleit voor alles wat wij vanuit een leven lang leren belangrijk vinden: flexibele leerroutes, mogelijkheden voor stapelen, invoering van associate degrees zodat een opleiding in twee jaar kan worden afgerond en een gedifferentieerd aanbod aan professional masters. Goed nieuws dus.’ Toch houdt Te Lintelo een slag om de arm. ‘Ik ben benieuwd of het rapport van de commissie-Veerman integraal wordt uitgevoerd en in welk tempo.’
Open deuren Afgezien van een aantal concrete plannen bevat de onderwijsparagraaf van het regeerakkoord ook de nodige wollige voornemens en open deuren. Zo is er opnieuw de ambitie Nederland in de top vijf van kenniseconomieën te krijgen, is ‘presteren niet langer een vies woord’ en moet ‘de kerntaak van het geven van goed onderwijs’ centraal komen te staan. What’s new? Binnen de HvA betekenen niet alle plannen een verandering. Sterker: de voorgestelde samenwerking tussen hbo en bedrijfsleven zal velen bekend in de oren klinken. Zo ook Martin Haring, coördinator van het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE). ‘Bij het lezen van de voorstellen dacht ik niet bepaald: goh, dit is nieuw. Er wordt niet afgeweken van de koers die – in elk geval binnen de HvA – al jaren geleden werd ingezet. Zo is er een voorstel om ondernemerschap waar mogelijk aandacht te geven in het onderwijs. Dit hebben wij binnen alle domeinen al uitstekend vormgegeven.’ Natuurlijk is Haring wel blij met de voornemens van het kabinet-Rutte-Verhagen op dit gebied. ‘Het ministerie van Economische Zaken heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de rol van ondernemerschap binnen het onderwijs en samenwerking tussen bedrijven en hogescholen. Ook ACE heeft hier veel geld voor gekregen. Het zou zonde zijn als we straks de stekker er weer uit moeten trekken.’ Of ACE de komende jaren meer subsidie krijgt, valt volgens Haring nog te bezien. ‘Ik verwacht geen groots effect.’ havana
17
onderwijs 2.0
‘Niet zo handig met knopjes’ Het hoger onderwijs doet nog veel te weinig met alle onderwijstoepassingen die web 2.0 en sociale media bieden. Ook aan de HvA gaan de handen van docent én student nog niet massaal op elkaar. Annemarie Vissers
Nog even snel een prezi maken, voordat je naar college gaat. Als je überhaupt al gaat, want via YouTube kun je al bankhangend de samenvatting van het college ook tot je nemen. Een snelle blik op MSN en Twitter of die docent statistiek niet toevallig is ingelogd voor een vragenuurtje. En anders download je wel een hoorcollege wiskunde via iTunes University, net zo makkelijk. Bovenstaande klinkt kinderlijk eenvoudig, maar dat de dagelijkse digitale onderwijspraktijk een stuk weerbarstiger is, daar is al heel wat papier aan gewijd. Eerder dit jaar deed Surfnet/Kennisnet onderzoek naar het gebruik van nieuwe mediatoepassingen en concludeerde in het rapport Social media en de kansen voor het hoger onderwijs dat datzelfde hoger onderwijs nog lang niet alle mogelijkheden en toepassingen benut. Vooral docenten zouden sloom zijn in het oppikken van de nieuwste sociale media en web 2.0-mogelijkheden.
Geen flauw benul Een constatering die hout snijdt volgens Yori Hak (20, tweedejaars interactieve media, webondernemer, actief op Twitter, Facebook, Foursquare en YouTube). Ook aan de HvA blijken de handen niet massaal op elkaar te gaan voor socialemediagebruik en web 2.0 onderwijsmogelijkheden. Hak: ‘Je zou toch verwachten dat juist op déze opleiding docenten meegaan met hun tijd. Een aantal is goed ingevoerd, maar helaas zijn er ook docenten die geen flauw benul hebben. Of ze weten er wel wat van, maar verdiepen zich er verder niet in. Uitzonderingen daargelaten blijft het bij gepraat over wat er misschien mogelijk kan zijn “in de toekomst”. Dat we als studenten projecten nog steeds moeten uploaden op BSCW, dat vind ik eigenlijk niet kunnen. Waarom kan dat niet in bijvoorbeeld Dropbox?’ Remy Wilshaus (29, pabodocent bij Onderwijs & Opvoeding, het meest vergrijsde domein aan de HvA) weet het antwoord daar wel op: ‘Het gros weet niet wat Dropbox is, die werken inderdaad nog met dat redelijk achterhaalde “archiefkastje”, zoals ik BSCW wel eens lacherig noem.’ Volgens Wilshaus leeft het onderwerp amper. ‘Niet 18
havana
bij studenten, niet bij docenten.’ Tijdens een lezing van het domein kwam het onderwerp aan bod door een gastspreker, zegt Wilshaus: ‘Er waren zelfs docenten die wat bozig en afstandelijk reageerden op zijn lezing. “Flauwekul” en “onzin” noemden sommigen het toekomstbeeld dat de spreker over social sharing van kennis schetste.’
Digitale drempels Niet alleen docenten zetten de hakken in het zand, ook een flink aantal studenten haalt de schouders op over het onderwerp, merkt HES-duaal docent Jurriaan Gorter. Zelf probeert hij de mogelijkheden van het geven van Twitter-colleges als aanvulling op de behandelde lesstof. Daarvoor peilde Gorter tijdens colleges en werkgroepen hoe actief zijn studenten zich op sociale media bewegen voor het delen van kennis, projecten en presentaties. Conclusie van Gorter: minimaal. Van de tweehonderd HES-duaal studenten (commerciële economie) hebben er ongeveer tien een Twitter-account. Een groot gedeelte (150) heeft een Hyves-account maar doet daar vrijwel niets meer mee. Slechts tien procent is nu nog actief op het Nederlandse sociale media netwerk. Facebook kan rekenen op vijftig procent actieve gebruikers, in tegenstelling tot YouTube: niemand heeft een eigen YouTube-kanaal en geen enkele student zet eigen onderwijsprojecten op het filmplatform. ‘Het is een misvatting te denken dat studenten zo veel verder zijn in de mogelijkheden. Mijn ervaring is dat ze vooral consumeren, maar veel minder echt participeren in het delen van kennis,’ zegt de docent. Zijn studenten laat hij dan ook niet ‘vastzitten aan de lesboeken’. ‘Ik stuur ze via allerlei netwerken “het gebouw uit”. Via LinkedIn zoeken ze interessante sprekers, via Twitter bekijken ze de laatste meningen over een thema.’ UvA-promovendus Media & Cultuur David Nieborg reageert verbaasd op de gebruikersgegevens van Gorter. Hij is niet overtuigd. ‘Jongeren, blijkt uit vrijwel alle rapporten en onderzoeken, zijn volledig “genetwerkt.” Die weten precies wat er allemaal aan nieuwe mogelijkheden ligt, zijn continu online, zijn vergroeid met hun smartphone.’ Er gaapt echter een groot gat tussen de dagelijkse on-
derwijspraktijk en de wensen van de jongere generatie, volgens Nieborg. Hij zag hoe het óók kan tijdens zijn verblijf in de VS. ‘Dáár gebeurt het. Daar worden de Googles en Facebooks ontwikkeld. Commerciële bedrijven zetten de paaltjes uit, marktpartijen beslissen over onze digitale toekomst. Dat moet je als hogeronderwijsinstelling niet willen, als je de ambitie hebt leidend te zijn.’ Volgens Nieborg is er geen enkel excuus sociale netwerktoepassingen niet te omarmen. Hij is echter somber. Intellectuele luiheid en een gebrek aan nieuwsgierigheid bij de wat oudere docent of hoogleraar vormen volgens de promovendus flinke hobbels. ‘In het hoger onderwijs lopen ongelofelijk slimme mensen rond. Maar als het over dit onderwerp gaat, hoor je: “Ik ben niet zo handig met knopjes.” Onvoorstelbaar, meent Nieborg, die houding van ‘het zal mijn tijd wel duren’. Gorter beaamt dat er notoire weigeraars rondlopen. ‘Die verwachten een opdracht nog in een postvakje. Het staat iedereen vrij, maar het is gewoon niet meer van deze tijd.’ Nieborg: ‘Wat dat betreft kun je zeggen dat we wat betreft kennis overdragen en de manier van denken daarover, in de 18e eeuw zijn blijven hangen. Kanselonderwijs.’ Zo zou Luc van der Pijl, directeur Strategische Informatievoorziening HvA, het niet meteen noemen, maar het is eveneens zijn ervaring dat docenten aan de HvA in een kramp schieten bij het zien en horen van allerlei – op het eerste oog – ingewikkelde crossmediale aangelegenheden, enkele early adopters niet meegerekend. ‘Veel docenten weten niet wat er te koop is, maar we merken toch een aarzelende interesse. Het
Op een laptop? Via mail? Via telefoon? Wat is het kennisniveau van docenten, en welke middelen hebben we nodig om dat bij te spijkeren?’ De afdeling probeert dat via samenwerking met docententeams te achterhalen. Docent Wilshaus merkt op dat ook de toegevoegde waarde moet worden benadrukt: ‘Zo lang mijn studenten niet de noodzaak voelen zich hierin te verdiepen omdat ze er niets van terugzien in hun curriculum of op hun stageschool, zullen ze niet meteen warmlopen voor social sharing.’ Een stevige infrastructuur is volgens Nieborg eveneens een absolute must. ‘Trage wifiverbindingen kunnen echt niet meer. Alles begint met een fatsoenlijke infrastructuur en middelen. In Eindhoven snappen ze dat heel goed: die hogeschool geeft iedere student een iPad. En wat doet het College van Bestuur hier? Die kondigen enorme bezuinigingen op ict-gebied aan, in ieder geval aan de UvA. Het is bijna niet te geloven. We missen langzaam de boot, en niemand die zich dat lijkt te realiseren.’
Deltaplan Het ontbreken van een HvA-breed beleid resulteert bovendien in een flinke versnippering van initiatieven op individueel niveau. Tegenstanders menen dat sociale netwerken, portals en community’s bestaan bij de gratie van vrijwilligheid, interesse en groei die organisch verloopt. Dwang werkt niet om mensen enthousiast te krijgen. De voorstanders zien dat anders. ‘Duw het mensen door de strot, zou ik bijna zeggen,’ zegt David Nieborg. ‘Er moet echt een structureel beleid komen. Een Deltaplan waarin zaken als bijscholing en cursussen worden geregeld. En dan niet vrij-
‘Het zal mijn tijd wel duren, is de gedachte’ kost echter tijd en energie uit te vogelen hoe alle technologie werkt. De toegevoegde waarde voor je onderwijs – en flinke tijdswinst voor jezelf – komt pas later, dat vergt uithoudingsvermogen.’ Om die digibeten de helpende hand te bieden, is Van der Pijl met collegae dan ook aan het inventariseren waar precies behoefte aan is. ‘Speerpunt is nu te bekijken via welke web 2.0-kanalen we gegevens het best kunnen aanbieden.’ En dat blijkt lang zo makkelijk nog niet. Als voorbeeld geeft de informatiestrateeg de succesvolle implementatie van roosterinformatie via smartphones. ‘Daar komen heel praktische vragen bij kijken. Waar zoeken studenten als eerste naar roosterinformatie?
blijvend, formaliseer het ook.’ De opvatting dat de HvA en de UvA de boot langzaam aan het missen zijn, deelt informatiestrateeg Van der Pijl niet, maar: ‘Ik zeg er eerlijk bij dat we als hoger onderwijs in Nederland misschien wat harder moeten lopen, maar de ontwikkelingen gaan erg snel. Dat is lastig bij te benen en gaat gepaard met omvangrijke investeringen.’ Volgens Van der Pijl komt er aan de HvA de komende jaren wél schot in de zaak via diverse investeringen: ‘Docenten krijgen up-to-date digitale middelen om hun onderwijsprogramma’s vorm te geven. En belangrijker: in die programma’s wordt óók aandacht besteed aan scholing en begeleiding van docententeams.’ n
Beeld JeRoen Murré
onderwijs 2.0
havana
19
The Fastest Game on Two Feet The (very) old North American game of lacrosse is a new arrival to Dutch playing fields. Ciaran Woods, both a player and a current HvA student, says it looks like “a combination of basketball, rugby, ice hockey and field hockey.” But lacrosse is distinct from these, and inspires its own brand of excitement. Woods tells us all about it.
Originating in North America and Canada, lacrosse is a sport that is strongly rooted in Native American religion and culture. It is one of the oldest sports in the world and was used to develop strong, virile men. Players took on the role of warriors, fighting for glory and honour. Lacrosse also served as a preparation for warfare, combining strength, speed and cooperation. The teams were made up of over 100 players, mostly from different tribes. Matches were played on a field that varied in length and width, often stretching out over more than 10 kilometres. These violent contests sometimes went on for days on end, from sunup to sundown. 20
havana
Back then the only equipment players had was their lacrosse stick, also known as a “crosse.” There were no helmets, gloves or shoulder protectors. The balls were made out of wood, deerskin, baked clay or stone. Only in 1867 did a Canadian dentist by the name of W. George Beers standardize the game. He implemented basic rules such as set field dimensions and limits to the number of players per team. Lacrosse has been growing ever since and is now an immensely popular sport at colleges and universities throughout the United States and Canada. In 2001 the Major League Lacrosse was established, a big step within the international lacrosse community. As for the rest of the world, in many European countries and even in parts of Asia lacrosse is getting more and more popular, paving a way towards the Olympics.
is also quite popular in Germany, which has a longer history with the sport. There were a few German students at the University of Maastricht and they decided to start up the first official Dutch lacrosse club. In 2001 they played friendly matches with German teams and in 2002 and 2003 they were allowed to join in the WDLL (West German Lacrosse League). Ironically, in both years they beat every other team in the WDLL and became champions. In Amsterdam, lacrosse started to get popular around 2002 and in 2003 the Amsterdam Lions club was established. Amsterdam and Maastricht often played each other, so eventually they both decided it was time for more teams and a national league. In 2004 the NLB (Nederlandse Lacrosse Bond) was born and there are currently sixteen clubs spread out over the country.
Lacrosse in the Netherlands Lacrosse made its way to the Netherlands around 2000 and since then teams have been popping up everywhere. It all started in the south of Holland in Maastricht. Lacrosse
Brief Explanation of the Game Lacrosse resembles many different sports; it is often described as a combination of basketball, rugby, ice hockey and field hockey. Each team consists of ten players: a
goalkeeper, three defenders, three midfielders (“middies”) and three attackers. The defenders are only allowed to stay in the defensive end of the field and the attackers in the offensive end; middies are free to roam the entire field. Each player must wear a helmet and protective gloves and is only eligible to play with a legal stick. The ball (made of solid rubber) is played through the air and the idea is to score in the opponent’s goal. Body checks are permitted between one’s hips and neck and the opponent must be hit from the front or the side. Stick checks (stopping or slowing down an opponent with the stick) are allowed on the opponent’s stick, gloves and lower arms (the last two seen as part of the stick). A typical game consists of four twenty-minute quarters. n Ciaran Woods
Ciaran Woods is a student in the minor International Journalism (MIC). He plays middie for the Amsterdam Lions. For further information see: www.nlllax.nl and www.alax.nl
Photos Spencer Samuels
havana international
havana international
Forget the Foregoing
“One big adrenaline rush” Dutch national team and Amsterdam Lions player Ben van Ooijen started playing lacrosse about four years ago. He grew up playing field hockey, but found out about lacrosse when he moved to Amsterdam. He is one of the most committed players out there, on and off the field. So Ben, what makes lacrosse so special for you? “I guess it’s the ultimate combination of technique and agility. Of course the physical aspect and all the body checks also make it a really fun sport to play.” How do people react when you tell them you play lacrosse? “Isn’t that the sport you play on horses? I really don’t know why people always seem to think of polo. Either that or they’ve seen it in the movie American Pie.” What is the Dutch lacrosse community like, how has it been growing through the years?
“The Dutch lacrosse scene is growing tremendously. On game days it’s often like a miniature tournament where about six teams come to one location for three games. Everyone knows each other and that’s also something that attracts new players. It’s good to see new clubs being formed throughout the country; we even had three divisions last season. And for the original teams that were in it from the start, they need to maintain their level and attract new players with the same passion.” Lacrosse is a relatively new sport in the Netherlands; have there been any setbacks or is there a lot of support? “The NLB gets very little subsidising from the Dutch government. That makes it difficult to set things up. But everyone involved is really committed and very loyal to getting this sport off the ground in Holland. It’s a shame that there aren’t as many possibilities for us as there are for other sports. But stepby-step we’re gaining ground. We’re here to stay man!”
Do you have a specific most memorable or proud moment in your career? “In 2008 I went with the Dutch national team to the European Championships in England. It was the first appearance of the Dutch squad at an international tournament and everyone was really pumped. In the semi-finals we had to play against Germany. This was one of the best games I’ve ever played and we ended up beating the German team. In the final we lost to England, but it was definitely a good feeling to beat the Germans.” Can you describe lacrosse in one sentence? “Lacrosse is the fastest, toughest and possibly most exciting sport that exists. A great balance between speed, toughness, agility, technical skills and athleticism, all packed into one big adrenaline rush.” Well that was two, but I think you’re forgiven. Just out of curiosity, where would you be without lacrosse? “Lost.” n Ciaran Woods
Last week, in a speech at the Conservative conference in Birmingham, published on the official Conservative website (www.conservatives.com), the new Tory Education Secretary Michael Gove described his plans for a national school curriculum. As one might expect from a Conservative ministry, the emphasis is on improving classroom discipline, closely focusing curricular attention on British history, restoring traditional subjects (“the great tradition of our literature”—followed by a list of nine writers—“should be at the heart of school life”), and raising standards in science, maths, and communications. Indeed, “the Conservative party is the party of the teacher, the party of higher standards.” By communications, Gove means writing skills, about which he is clear: “Under this government we will insist that our exams, once more, take proper account of the need to spell, punctuate and write a grammatical sentence.” What grade does Gove receive for the published transcript of his speech? In consecutive sentences Gove refers to “16 year-olds” and then “sixteen year olds.” For serious grammarians consistency within a category is essential. Worse still is the old punctuation disaster of “its”: “Its because teachers like these want…” when it’s supposed to be “It’s because” as per the contraction of “it is.” Education Secretary Gove gets a rap across the knuckles for this grammar-rookie mistake. And then there’s Gove’s confusion—at a moment of high rhetorical drama—between “forgoing” and “foregoing” : “My parents made huge sacrifices, running down their savings, foregoing new cars and foreign holidays, so that I could go to a great school.” The correct word is “forgoing”, which means “going without.” “Foregoing” makes reference to something stated before. Enough of playing correction monster. Is it fair to hold Gove (and in turn the Tories) so very responsible for the transcription of a speech? Of course, especially when the speech is an ode to high standards of grammar and spelling and punctuation, standards with consequences, pointing towards real policy decisions and actions in the classroom. But what about the question of strict standards in communications? Of their fundamental importance? Gove’s speech may ring hollow, but to his constituency, I’ve no doubt his message is clear, strong and straight. Robert Simon Editor, Havana International
[email protected]
havana
21
-advertentie-
passie
‘Toen ik zeven jaar geleden mijn studie toerisme had afgerond, kon ik geen baan in die sector vinden. Ik was zoekende. Ik vroeg me af wat ik echt wilde in het leven. Zingen, dansen en acteren, besloot ik. Dus ik deed auditie bij toneelgroep De Nieuw Amsterdam. Ik werd aangenomen. Aanvankelijk werd ik verliefd op mime. Dat is dat je iets uitbeeldt zonder een woord te zeggen. Mooi toch? Je communiceert met je lichaam en hebt geen woorden nodig om iets te vertellen. Eigenlijk gaat dat in het echte leven ook zo. Eerste indrukken krijg je door lichaamstaal. Later kreeg ik meer interesse in acteren, mét tekst dus. Niet dat ik mime niet interessant meer vind, ik zocht een nieuwe uitdaging. Acteren vind ik heerlijk. Je zet iemand
neer die totaal anders is dan je zelf bent. Kijk naar Magda Goebbels, haar karakter lijkt helemaal niet op dat van mij. Het was de vrouw van Joseph Goebbels, de beruchte Duitse minister van propaganda tijdens het bewind van nazi-Duitsland. Magda is een trotse vrouw, brutaal ook wel, een controlfreak. Als ze die controle verliest wordt ze nerveus en springerig. Ik ben beschaafder en meer bescheiden. Moeilijk hoor, om die vrouw te spelen. Ik heb heel veel moeten uitzoeken over haar verleden. Ik wist eerlijk gezegd amper wie ze was. Het is ontzettend eng, om compleet iemand anders neer te zetten. Als ik straks het podium opga weet ik zeker dat mijn hart een stuk sneller klopt. Maar dat geeft niet, ik vind het gewoon heel tof. Ik vind
het bijzonder dat je met acteren mensen kunt ontroeren of aan het lachen maken. Soms komen er na een voorstelling mensen naar me toe die zeggen dat ze hebben genoten. Dat is toch mooi. Op het moment heb ik bijna geen tijd voor andere dingen naast het acteren en mijn studie. Dat geeft niets, ik heb het ervoor over. Komen jullie wel naar de première kijken? Of anders gewoon naar het stuk. We spelen tot en met 24 november in het CREAtheater. Of dit mijn mooiste rol ooit is weet ik niet, mijn favoriete rol heb ik denk ik nog niet gehad. Ik ga ervan uit dat die nog komt en wacht met spanning.’ n Kim Bos
Beeld Fred van Diem
Sabine Overtoom (31, tweedejaars culturele & maatschappelijke vorming) speelt Magda Goebbels in het toneelstuk Hitlers vrouwen, geproduceerd door CREA. De première is op 19 november. Een jaar lang werkte de toneelgroep eraan. Dat geeft niet, als je iets echt wilt, geef je er vrije tijd voor op, vindt Sabine.
23
havana
recensies
Film
Unter Bauern Regie: Ludi Boeken HHHHH
Cd
Belle & Sebastian Write About Love (Rough Trade) HHHHH
Film
Idiots & Angels 14 oktober, Melkweg
Wel gaan Tekenaar en filmmaker Bill Plympton schiep Angel: een egoïstische, kettingrokende barhangende, zuipende antiheld die zijn plezier haalt uit andermans leed. Wanneer twee vleugels ontspruiten uit Angels rug, is hij zichzelf niet meer en wordt hij overspoeld met schaamte. Waar Angel eerst van zijn vleugels af wil, merkt hij langzaam dat zijn nieuwe lichaamsdelen ingezet kunnen worden voor opmerkelijke doeleinden. Niet gaan Cartoons doen jou helemaal niets en fictie kan jij al helemaal niet waarderen.
Tentoonstelling
Vrijdagavond
15 oktober, Van Gogh Museum Wel gaan Loungebanken, videoprojecties, live-muziek, dj’s en een beetje kunst: dat is Unter Bauern is de verfilming van de memoires van de nu 98-jarige Joodse Marga Spiegel. Hierin beschrijft zij hoe zij en haar gezin door moedige Duitse boeren uit handen bleven van de nazi’s. Regisseur Ludi Boeken verfilmde het boek. Dit was niet zomaar: Boeken, zelf van Joodse komaf, herkende hierin het verhaal van zijn eigen familie die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vervolgd. Unter Bauern belicht een geheel andere zijde van de Tweede Wereldoorlog, namelijk het onderduiken in Duitsland. In die tijd waren de Joden al uit de Duitse samenleving ‘verwijderd’. Wanneer de Joodse familie Spiegel een deportatiebevel ontvangt, besluit vader Menne zijn oude kameraad Heinrich Aschoff op te zoeken met wie hij tijdens de Eerste Wereldoorlog samen in het Duitse leger vocht. Op het helpen van Joden staat de doodstraf, maar de boerenfamilie Aschoff twijfelt niet en besluit de familie Spiegel onderdak te bieden. En dat terwijl hun eigen zoon aan het oostfront voor de Duitsers vecht. Moeder Marga Spiegel en haar dochtertje Karin nemen onder een valse identiteit deel aan het dagelijkse boerenleven, terwijl Menne elders onderdak zoekt uit angst om als bekende zakenman in de regio herkend te worden. De film laat de vanzelfsprekendheid zien van de Duitse, heldhaftige boeren zonder stil te staan bij het feit dat zij hiermee reddende helden waren. Van bloedige oorlogsfilms met de Duitser als tiran zijn er al dertien in een dozijn. Unter Bauern belicht de oorlog vanuit een andere invalshoek en vertelt het verhaal van de Duitsers die zich wél verzetten tegen de nazi’s. Met de film wordt voor het eerst aandacht besteed aan deze geschiedenis. In heel Duitsland woonden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog zeventig miljoen mensen, slechts enkele honderden Joden hebben ondergedoken gezeten bij boeren. Zonder jengelende violen, tearjerkers of clichés doet de film een meeslepend, tragisch en onbelicht verhaal uit de doeken. n Lisa Hartog
24
havana
Ze zijn terug en hoe: Belle & Sebastian. Na vier jaar stilte brengt de Schotse band nieuw werk op de markt, getiteld Write about Love. Het album is gegoten in een toepasselijke hoes: een romantisch uit het raam starende jongedame met een pen in haar hand, in de kleur roze. Maar klinken de songs ook romantisch? Bij het horen van het openingsnummer ‘I Didn’t See It Coming’ vergeef je Belle & Sebastian de lange radiostilte. Het prachtige nummer verrast je. De samenzang geeft kippenvelmomenten, indiesoul voert de boventoon. Ook voor dit album heeft zanger Stuart Murdoch gastzangeressen weten te regelen. Helaas zijn die niet altijd even goed. Dieptepunt is de samenwerking met Norah Jones, die voor de song ‘Little Lou, Ugly Jack, Prophet John’ is opgetrommeld. De stijlen passen niet bij elkaar. Het klinkt mat, traag en alles behalve ‘leuk om samen een duet op te nemen’. Ook zonder Jones zou het nummer niet overtuigend klinken. Dit past niet bij Belle & Sebastian. Laten we het hebben over de titelsong én single ‘Write About Love’. Daar treedt de zanger in duet met actrice Carey Mulligan. Hier komt de heerlijke Belle & Sebastiansound naar voren. Achtergrondzangeressen, vrolijk, lekker up-tempo en het heerlijke eighties-geluid hoorbaar. De romantische nummers op Write about Love – met of zonder zangereshulp – zijn stuk voor stuk zoetsappig. Het is typisch zo’n album dat je pas na een paar keer luisteren steeds beter gaat vinden. Ook dit keer komt er geen rock ’n roll aan te pas. Maar wel wisselen vrolijkheid en melancholie elkaar af. Er kan geconcludeerd worden dat dit muzikaal het beste album tot nu toe is van Belle & Sebastian. In Nederland zijn ze niet daverend populair, hoewel ze in 2003 al doorbraken bij ‘het grote publiek’ met hun zesde studioalbum Dear Catastrophe Waitress. Zouden ze met dit album dan definitief voet aan de grond krijgen in Nederland? n Miriam Bons
het nieuwe Van Gogh. Als ultrahippe cultuurjunk zie jij jezelf al liggen op de loungesofa’s, nippend van je koude drankje. Kunst was nog nooit zo ontspannen. Niet gaan Cultureel verantwoord is het nieuwe milieuverantwoord. Deze rage laat jij liever aan je voorbij gaan. Kromme tenen krijg jij van die hippe, urban types met een zogenaamd gevoel voor kunst.
Theater
Nanook Nono – Shelter
16 oktober, Fijnhout Theater Wel gaan Op camping Shelter wonen egoïsten, graaiers, kemphanen, mislukkelingen, gierigaards en minkukels. Shelter is de plek waar zij door kampbeheerder Hero worden gedrild en gecommandeerd. Wanneer er twee nieuwe zondaars arriveren ontstaat onzekerheid. Niet gaan Het theater is niet de uitgelezen plek voor jou. Kleinkunst doet jou niets en sterke verhalen al helemaal niet.
Nightlife
Wicked Jazz Sounds
17 oktober, Sugar Factory Wel gaan Het basisgevoel van Wicked Jazz Sounds is ‘dance with a smile!’ en daar heb jij wel oren naar. Niet alleen de performers van Wicked Jazz Sounds zijn verliefd op muziek, maar ook het publiek is als een grote homp wiegende liefde voor jazz. Zowel oude als nieuwe jazzhelden vullen de avond. Niet gaan Jazz doet jou denken aan oude mannetjes in geruite colberts die intellectueel kijken bij neurotisch gepingel.
Pop
Women In Paradise
18 oktober, Paradiso Wel gaan Women In Paradise is een jaarlijks festival met op het podium heldinnen zoals Ellen ten Damme, Anousha Nzume, Marynka Nicolaï-Krylova, Roos Jonker en DJ Polyesta. Het optreden gaat uit van de kracht van de vrouw. Ook mannen mogen op deze avond meegenieten van deze show vol vrouwen-power. Niet gaan Jij houdt niet van sterke vrouwen, die maken je bang.
Cabaret
Open Bak
19 oktober, Engelenbak Wel gaan Op deze plek zijn veel Nederlandse artiesten groot geworden. Dit podium is de geboorteplek van Hollands cabaret. Elke week iets nieuws, een verrassingsmenu! Jij met je neus voor al wat nieuw, cultureel en hilarisch is, zit natuurlijk op de eerste rij. Niet gaan Jij komt pas kijken als succes een feit is. Waarom zou je je geld uitgeven aan een artiest die de kranten niet haalt?
zwart-wit
Beeld Henk Thomas
Beeld Annemarie Vissers
eten
Klooster, weeshuis, lunchcafé
‘Ik ben een beetje bang voor blockbusters’
Op een drukke winkelmiddag is het fijn om zonder al te veel moeite op een rustig plekje even uit te kunnen puffen. Kopje koffie, broodje of wat uitgebreider: Museumcafé Mokum doet een poging.
Loek Coerwinkel (24, vierdejaars Amfi)
Er is mij altijd verteld dat presentatie de helft van de maaltijd is. Als de locatie ook onder presentatie valt, zit je hier goed: het voormalig koehuis van het St. Luciënklooster is niet de meest alledaagse plek om te lunchen. Het klooster werd gesticht in 1414, tussen de Nieuwezijds Voorburgwal en de destijds nog niet gedempte Begijnensloot. In 1580, toen de protestanten en de katholieken elkaar de kop insloegen, namen de protestanten het gebouw over en werd het omgedoopt tot het Burgerweeshuys. Amsterdamse wezen werden hier opgevangen (onder meer Jan Carel Josephus ‘dan liever de lucht in’ van Speijk), opgeleid en gevoed. Vierhonderd jaar later vertrok de laatste wees, en in 1975 vestigde het Amsterdams Historisch Museum zich er. De tijden veranderen dus. Tegenwoordig ligt de mooie toegangspoort aan de drukste winkelstraat van Nederland. Het eten is niet langer voor de hulpbehoevenden, maar vooral voor de iets rijkere toerist. Er kan vooral geluncht worden met broodjes, maar ook wordt er een aantal machtiger happen geserveerd: pannenkoeken, omeletten, borrelhapjes. Oh ja, ook één soort steak.
De presentatie is prima. Fikse porties op hippe borden. De Belgische friet wordt – zoals het hoort – in puntzakken geserveerd. De salades fungeren als uitstekende bodem voor een paar uur shoppen, vooral door de toevoeging van vers brood. Ook ontbreekt het niet aan lekkere koffie en verse sapjes. Zo spectaculair als het gebouw en de locatie is het menu en het eten echter niet. Maar toegegeven: op de (deels overdekte) binnenplaats is het goed toeven. En het interieur van het café – zware, donkere houten balken en stutten, waarop een hoog puntdak rust – suggereert in ieder geval authenticiteit. Toch is de ‘oase van rust’ waar de website over rept niet echt aan de orde: regelmatig schuifelen er drommen nieuwsgierige toeristen door de zuilenpassage, op weg naar het museum, of even spieken aan de andere kant van de toegangspoort. Rustig lunchen, nee. Het blijft toch de Kalverstraat. n Ron Santing Museumcafé Mokum Kalverstraat 92 1012 PH Amsterdam 020-623 67 36
Kunst ‘Alexander McQueen verkocht een sfeer, een droom. Bij zijn ontwerpen gaat het niet meer om draagbaarheid maar om een idee. Met zijn ontwerpen mikte hij op zowel creativiteit als op de commercie. Ik vind het bewonderenswaardig dat je dat op die manier voor elkaar krijgt. Het was overigens vreemd om te vernemen dat hij zelfmoord had gepleegd. Realisme komt me te dichtbij. Kunst moet me juist uit die dagelijkse realiteit halen, me kunnen meevoeren naar een andere wereld en me inspireren.’ Moment ‘De verkoop van ontwerpen van Individuals – het modemerk van het Amfi – in verschillende winkels in Nederland. Dat ik merkte dat het echt begon te lopen. Pas dan zie je waar je al dat werk voor school voor doet: steeds meer winkels namen onze stukken af. Niet voor niks ontwerpen aan een tafel, maar de praktijk meemaken. Dat voelt goed. Ik studeerde ooit aan de hotelschool. Daar maakte ik echt werk van de menukaarten. Ik barstte van de creativiteit, maar daar wilden ze alles bij het oude laten. Menukaart op geschept papier in rode leren map, dat werk. “Doe maar zoals we het gewend zijn,” dat was het motto.’ Muziek ‘Zodra ik met mijn handen ga klappen op muziek, weet ik dat het fout zit. Muziek moet energie geven, ik moet ervan gaan willen dansen. Niet verveeld gaan klappen. House is vreselijk, daar zit vaak een producer of zo’n dj achter die snel geld wil binnenhalen. Momenteel draai ik veel Go back to the zoo. Echt een bandje dat ooit is begonnen op de middelbare school, je hoort dat ze met veel passie spelen.’
Boek ‘Tirza, van Grunberg, was echt niet om door te komen, ik heb er geloof ik drie bladzijdes van gelezen en toen maar weer weggelegd. Dat heb ik bij veel boeken, ik heb er niet de rust voor. Fotoboeken zijn favoriet bij me: weinig tekst, mooie platen. Magnum is favoriet. Mooi om te zien dat een groep fotografen zich organiseert in een agentschap dat zowel creatief als commercieel is. Ik hou erg van die instelling: niet in je eentje creatief gaan doen op je kamertje, maar met een groep mooie dingen maken én verkopen. David LaChapelle is ook zo’n fotograaf die dat begrijpt.’ Film ‘Ik ben een beetje bang voor van die typische blockbusters, megaproducties als Avatar of The Lord of the Rings. Als ik hoor dat een film enkele miljoenen bezoekers heeft gehad, haak ik af. Dan geloof ik het verhaal al niet meer. Minder commerciële Spaanse producties als Pan’s Labyrinth, een sprookje voor volwassenen, vind ik veel fijner om naar te kijken.’ Tv ‘Tv is inhoudsloos vermaak, ik kijk dan ook zelden. Op zondagochtend erger ik me mateloos aan Harry Mens in dat businessprogramma van hem, Business Class. Die man zit daar totaal ongeïnspireerd met zijn eigen zakenvriendjes aan tafel. Ik begrijp dat niet, ís het eindelijk zondag, ga je over zaken praten. Er zit waarschijnlijk ook een hele redactie achter die alles voor hem voorkookt, zo saai is het. RTL Boulevard kijk ik elke avond. Dat is ook pulp, maar wel lekker om een beetje te volgen als ik aan het koken ben.’ n Annemarie Vissers
25
havana
gekeurd
very short introductions
Drankgelach
Het hoofdingrediënt bij ieder spel is bier en/of sterke drank. Laat ik bier nou niet zo heel erg lekker vinden. Ik kies liever voor een lekkere Zuid-Afrikaanse chardonnay. Daarmee ga ik gelijk al tegen een belangrijk principe van het boek in. De heren achter Zuip! – vier studenten uit Enschede – willen overmatig zuipgedrag en ongelukken voorkomen. Daarom staan er voor in het boekje een disclaimer en een voorwoord. Het motto luidt: zuip, maar ad met mate! Voor de amateurs is er een verklarende woordenlijst. De spellen zijn ingedeeld in kaart-, dobbel- en conversatiespellen, met een indicatie van hoe lang de spellen duren. Daarna nog wat variatietips en spreekwoorden over het zuipen. Voor de dag erna zijn er antikatertips in het boek opgenomen. Bepaal van tevoren hoe dronken je wilt worden door te kijken naar het aangegeven dranklevel. Mijn gezelschap voor de vrijdagavond bestaat uit twee dames. We zijn alledrie ongeduldige types, we kiezen voor een kort spel. Ons oog valt direct op ‘Zap de neger’: dertig minuten. Men neme een televisie en natuurlijk bier of sterke drank, bij ons vervangen door de chardonnay. Het aantal ogen dat je gooit met de dobbelsteen is het aantal kanalen dat je mag zappen. Wanneer je op het kanaal van bestemming zit, tel je af van vijf naar nul. Nu is het de bedoeling om het aantal negers te tellen, binnen vijf seconden. Ik besluit dat er alleen jonge donkere mannen worden geteld. Dus geen Bill Cosby, maar wel John Williams in de Mona-reclame. Mijn gezelschap heeft hier uiteraard geen enkel bezwaar tegen. De speler neemt het aantal slokken drank dat gelijk staat aan het aantal dat geteld is. En je moet doorgaan tot je alle televisiezenders hebt gehad binnen een tijdsbestek van dertig minuten. Ik concludeer dat dat onhaalbaar is als je digitale televisie hebt. Jammer. Toch hebben wij alledrie de stemming er goed in zitten. Het belooft een gezellige stapavond te worden. Zuip! Hét drankspellenboek is vermakelijk én duidelijk. Geschikt voor normale tot grote drinkers, dus er is geen excuus om niet mee te doen. n Nina Manuhutu
26
havana
Beeld Fred van Diem
Drinken kan een stuk leuker én gezelliger door het spelen van een ouderwetsch drankspel. Zuip! Hét drankspellenboek helpt je in de goede richting.
De gymles mee naar huis Wie? Mirka Janssen is als promovenda verbonden aan de kenniskring Bewegingswetenschappen Wat? Het schoolplein onderzoek: hoe kunnen jonge kinderen het best worden aangemoedigd meer te bewegen? ‘Het probleem van overgewicht bij kinderen wordt enorm onderschat. Als gymleraar zie ik veel kinderen die te dik zijn. Er zijn tegenwoordig zelfs kleuters met obesitas. Vreselijk vind ik dat. Dus ik werkte graag mee, toen het bestuur van vijftien basisscholen in Nieuw-West de HvA vroeg iets te doen voor hun leerlingen, waarvan velen te zwaar zijn. Het schoolpleinonderzoek is een belangrijk deel van mijn promotieonderzoek naar hoe we kinderen fitter en gezonder kunnen maken. Het idee is dat kinderen in Nieuw-West aangemoedigd moeten worden om tijdens de pauze en na school te bewegen. Dit stimuleren we door op het schoolplein een link naar de gymles te leggen. Met betonverf hebben we de pleinen van vier basisscholen ingedeeld in vakken en cirkels, zodat er ruimte is voor verschillende spellen en activiteiten. Zo proberen we te voorkomen dat het hele plein gedomineerd wordt door de leerlingen die voetballen. Ook krijgt elke klas een speelkist, waarvan de inhoud gekoppeld is aan de gymlessen: van jongleerballen en touwen tot
ballen en knikkerspellen. De bedoeling is dat leerlingen in hun vrije tijd verdergaan met de dingen die ze bij gym geleerd hebben. En zo dus meer bewegen. Het afgelopen jaar zijn vier pleinen opnieuw ingedeeld en voorzien van materialen. Om de effecten op het gedrag van kinderen te kunnen meten, zijn de schoolpleinen die we onderzoeken gematcht met soortgelijke pleinen waar niets aan is gedaan: de “controlepleinen”. Op de deelnemende scholen worden meetapparaatjes uitgedeeld, die de bewegingsintensiteit van een kind meten. De binnengekomen data ben ik nu aan het analyseren. Hoewel het niet de bedoeling is de individuele ontwikkeling van een leerling te volgen, heeft elk kind van tevoren een “fit-test” gedaan. Ik kan dus zien of iemand het afgelopen jaar vooruit is gegaan. Maar belangrijker is de vraag of de herindeling van de pleinen en de link met de gymlessen ertoe leiden dat jonge kinderen in het algemeen meer bewegen. Als dit inderdaad zo is, pleit ik ervoor dat het bewegingson-
derwijs een belangrijker onderdeel van het lesprogramma wordt. De volksgezondheid zou daar zeker bij gebaat zijn.’ n Carlijn van Donselaar
Studenten, ctoren docenten of le imaal ax m vertellen in hun er ov en ut vijf min Very Short onderzoek bij . Meer weten? Introductions eb.nl/vsi www.havanaw
weekgast
Dianne Kuijs (20, vierdejaars media, informatie & communicatie) loopt stage bij Support Granada Kids in Nicaragua. Deze stichting organiseert sportactiviteiten voor straatkinderen.
Maandag 4 oktober Nicaragua is het armste land van Centraal-Amerika. Helaas zijn er hierdoor veel straatkinderen. Support Granada Kids organiseert op dit moment een basketbalcompetitie, honkbalcompetitie en zwemlessen. Kinderen mogen alleen meedoen als ze naar school gaan. Ik ben hier samen met mijn klasgenoot en goede vriendin Linda Sintniklaas. Wij zijn verantwoordelijk voor de marketing en communicatie van ons stagebedrijf. De wekker gaat om half acht, na een rumoerige nacht. Om drie uur hoor je het fluitje van de bewaker, die aangeeft dat alles veilig is in de straat. Rond kwart voor vijf hoor je de auto met een reclameboodschap voor een kerk. Om zes uur ontwaken de vijf generaties die naast ons wonen. Ik wil het badkamerlicht aan doen, maar er is geen elektriciteit. De douche doet het ook al niet, want er is geen water. Goed… welkom in Nicaragua. Ik merkte hier gelijk dat het hier nooit gaat zoals je plant of verwacht. Mensen vergeten hier hun afspraken of ze komen te laat. Als je posters wilt printen, blijkt de copyshop ineens geen toner te hebben, dat soort dingen. Vanavond heb ik een vergadering met alle trainers en vrijwilligers.
Dinsdag 5 oktober Vanmorgen word ik wakker met een goed gevoel. Alles rond de competities is geregeld. We hebben nu acht teams met twaalf spelers. Elk team heeft minimaal één trainer. De promotieposters waren dus niet voor niets. De shirts voor de spelers zijn besteld, dat ging op een totaal andere manier dan in Nederland. Ze worden met de hand gemaakt. Vandaag moet ik onderzoek doen voor de nieuwe website van de stichting, die Linda en ik samen met een webdesigner gaan ontwikkelen. Het sponsorboekje wordt gedrukt. Vanmiddag zijn er zwemlessen voor de kinderen van Casa Xalteva, een shelter voor straat- en weeskinderen. Ik vind het fijn dat ze zo iets kunnen leren en dat ze daardoor trots op zichzelf kunnen zijn.
Woensdag 6 oktober Ik mag genieten van een Nederlands ontbijt. Mijn ouders hebben een pakketje met Nederlandse producten opgestuurd. Dingen die thuis heel normaal zijn, ben ik meer gaan waarderen. Ongelofelijk. Mijn broodje met hagelslag smaakte hierdoor extra lekker. Linda en ik springen na het ontbijt gauw op de fiets, richting Hostel Mochilas, van onze stagebegeleider Diana Steinmetz. Fietsen in Nicaragua is niet zo makkelijk als je denkt. Onderweg moet je ervoor zorgen dat je niet tegen fietsers, slingerende auto’s of paard-en-wagens op botst. We hebben een afspraak met een bedrijf over het drukken van kaartjes, stickers en andere zaken voor de stichting. Vanmiddag naar de hoofdstad Managua, om extra basketballen te kopen. Op de terugweg van Granada zaten we in een propvolle bus met twee grote zakken gevuld met basketballen. Missie volbracht.
Donderdag 7 oktober Gisterenavond hebben Linda en ik een drankje gedronken bij Kelly’s Bar met mensen die we hier hebben ontmoet. De planning voor vandaag is Skypen met de stagebegeleiders. Het eerste gesprek is met de praktijkbegeleider van onze opleiding, het tweede is met onze stagebegeleider uit San Diego. Vanmiddag ga ik op pad voor het eerste sponsorrondje. Het drukken van een informatieboekje liep anders dan verwacht, maar het resultaat mag er zijn. Ook hebben Linda en ik een banner gemaakt voor de potentiële sponsors en een shirt waar hun bedrijfslogo op afgedrukt kan worden. Ik vind het allemaal heel spannend. Niet alleen vanwege de Spaanse taal, maar ook omdat ik benieuwd ben of de bar- en restauranteigenaren ons idee wel interessant genoeg vinden. Gelukkig heb ik voor mijn vertrek naar Nicaragua al een sponsor gevonden, Muttathara. Dat is een kringloopwinkel in mijn woonplaats Castricum. Het zou mooi zijn als lokale sponsors meedoen, zodat er ook geld is voor andere sportactiviteiten.
Vrijdag 8 oktober Afgelopen week heb ik verteld over mijn belevenissen in Nicaragua, een heel ander land dan waar ik zelf vandaan kom. Het is rijk aan natuur, maar er heerst veel armoede. Toch ben ik verliefd geworden op dit land. Ik vind het een geweldige uitdaging om de sportactiviteiten te organiseren, een website te ontwikkelen en marketing en de communicatie van de stichting te verbeteren. Met zekerheid kan ik zeggen dat hier heen gaan de beste keus in mijn leven is geweest. n
havana
27
afstuderen
Kick van Baekel (49)
Beeld Jan-Maarten Hupkes
Lerarenopleiding wiskunde (deeltijd) ‘Ik heb vijfentwintig jaar bij Albert Heijn gewerkt, in vele verschillende functies. Daar kon ik verder groeien, maar op een gegeven moment dacht ik: het roer moet om. Ik had altijd al interesse in het onderwijs. Wiskunde was daarin een praktische keuze: daar waren de meeste lerarentekorten. Maar ik vond het vooral altijd al interessant. Ik werd binnen een half jaar aangenomen als leraar wiskunde. De school wilde echter wel dat ik m’n bevoegdheid zou halen, en zo belandde ik bij de HvA. Tijdens mijn werk als leraar merkte ik al dat kinderen het vaak moeilijk vonden om tussen toetsen door te leren. Ze bekijken de stof van toets tot 28
havana
toets, en pas als die eraan zit te komen beginnen ze met leren. Terwijl het bij wiskunde juist erg handig is om ook tussendoor met de materie bezig te zijn. Zodoende begon ik me in te lezen in het “tussentijds toetsen”. Wat is de functie hiervan? Op welke manier zijn kinderen enthousiast te maken om te leren? Daarnaast keek ik naar meervoudige intelligentie: sommige kinderen zijn op een andere manier intelligent dan anderen. De één is beter in logica, de ander weer verbaal of lichamelijk. Deze twee dingen heb ik gecombineerd, door acht tussentijdse toetsproducten te ontwikkelen. Die verschillende toetsen heb ik tussentijds toe-
gepast op één klas. Daarnaast checkte ik dit door middel van een controleklas. De resultaten heb ik teruggebracht in een cijfermatige analyse, en wat bleek? Er zat een verschil van 0,3 in de uiteindelijke rapportcijfers.’ HvA+ ‘De sfeer op de opleiding heb ik altijd als zeer positief ervaren, zowel persoonlijk als professioneel. Ook sloot het aanbod van de vakken goed aan bij de praktijk.’ HvA – ‘Mijn minor “Werken in het vmbo” sloot niet goed aan op de kennis die we al hadden. Het programma stak gewoon niet zo goed in elkaar.’ n Ron Santing