Harm Vredeveld, Coevorden - NL
1e Keizer Generaal 2008 van Afdeling 10 (2.000 leden) Tekst : Gerrit van Eikenhorst De winter houdt Nederland in een ijzeren greep. Een groepje kinderen krabbelt op een dichtgevroren kanaal. Op de radio die ochtend een voorbeschouwing van het Nederlands Kampioenschap schaatsen op natuurijs, wat later op de dag op de Oostvaardersplassen zal worden verreden. Ja, de schaatskoorts houdt ons landje die dag helemaal in haar macht. De reis gaat dit keer naar Coevorden, om precies te zijn het dorpje Steenwijksmoer, de woonplaats van Harm Vredeveld, één van de grote tenoren in de vaderlandse duivensport. Ook in huize is men in de ban van de schaatssport. Trots toont Lenie mij de foto van haar kleindochter op de schaats, welke op de voorpagina van het plaatselijke weekblad prijkt. En Harm denkt erover om de ijzers ook nog weer eens onder te binden. Je weet tenslotte maar niet of zich voorlopig nog eens zo'n kans zal voor doen. De reden van mijn komst is natuurlijk: de duiven. Want ook in 2008 deed deze duivenkenner bij uitstek weer van zich spreken, wat uiteindelijk resulteerde in het behalen van het prestigieuze kampioenschap Keizer Generaal van de Afdeling 10 Noord Oost Nederland, met een ledental van ca. 2.000. Dit keer echter geen verhaal over spelmethode, verzorging enzovoort, maar een aantal opinies van de grootmeester zelf, die zeer de moeite waard zijn om te vernemen. Hoe was het seizoen 2008? 'Laat ik voorop stellen dat we natuurlijk blij zijn met de behaalde titel van Keizer Generaal van Afdeling 10, zeker als je daarbij in ogenschouw neemt dat we de beste duiven van de vliegploeg voor aanvang van het seizoen naar het kweekhok hebben verhuisd. In de breedte gezien maakten we een heel goed seizoen, zonder een echte zwakke vlucht. Ik blijf echter wel kritisch. We hebben te weinig pure kopprijzen en zeker te weinig eerste prijzen gewonnen. Zoals iedereen weet zijn onze vliegduiven inmiddels totaal verkocht. In 2009 gaan we een nieuwe start maken.' Hoe ziet de toekomst er precies uit? 'Vanaf 2009 gaan wij hier spelen onder de naam Vredeveld Leemhuis. Ik ken Robert Leemhuis al een aantal jaren. Hij heeft ambitie en doorzettingsvermogen, maar moet natuurlijk nog een hoop leren. Robert en zijn vrouw Henriëtte hebben hier op het dorp een huis gekocht. Het ligt in de bedoeling dat wij met duiven gaan spelen vanaf zijn woonadres. Daar is meer ruimte en ben je met duiven de buren minder tot last. Ik woon hier in de nieuwbouw en laat mijn duiven bewust niet op zondag trainen, zodat de buurt geen last van mijn koppel duiven heeft. Dat is niet ideaal, want na een relatief gemakkelijke vlucht is het haast noodzaak dat
de duiven op de zondag weer trainen. Dat kan dan straks ook. Overigens spelen we in het seizoen 2009 met de jonge duiven nog gewoon van mijn eigen adres, aangezien de bouwvergunning voor het nieuwe hok bij Robert nog niet goedgekeurd is. Hopelijk kunnen we nog een ploeg zomerjongen gaan spelen vanaf het nieuwe hok bij Robert. De kweekduiven blijven hier bij mijn eigen huis. Ik zie het als een grote uitdaging om Robert de fijne kneepjes van het vak bij te brengen en goed te coachen. Ik ben nu 59 jaar en over een aantal jaren hoop ik het stokje aan hem te kunnen overdragen.'
Wat zijn je huidige basisduiven en ben je nog altijd op zoek naar goede en beter duiven? 'Mijn huidige basisduiven zijn de nazaten van ons stamkoppel 'Boy' x 'Queen' ( hiervan bezit Harm nog tien rechtstreekse kinderen), die tot 400 kilometer bijna onklopbaar zijn en daarnaast de duiven van Martin van Zon, die zich met name van voren laten zien op de eendaagse fond. In 2008 speelden we met veel Van Zon duiven, waardoor we minder eerste prijzen op de kortere vluchten speelden. In 2009 gaan we weer meer de snelle duiven op elkaar zetten. Toch blijf ik ook altijd op zoek naar goede en betere duiven, waarbij ik bewust naar prestatieduiven kijk. Ik ben altijd alert en volg alles. In de afgelopen 50 jaar heb ik zeven of acht superduiven in de hand mogen nemen zoals : 'de 90 van Wanroy' - 'De Maaskant' van Wanroy - 'De Kruisborst' Willem Muller en 'Goed Duifje' van C. & G. Koopman. Deze
duiven zijn voor mij de maatstaf hoe een goede duif eruit moet zien. Daarbij kijk ik naar spieren, pluim, evenwicht en ogen. Vooral ogen zijn erg belangrijk. De kleur van een oog maakt naar mijn mening niets uit. Wel een zo klein mogelijke pupil, graag net een speldekopje en vooral een dikgekleurd oog, maar niet doorlopen. Deze zaken zag ik ook allemaal bij die eerder genoemde superduiven en ze zijn erg belangrijk om de soort in stand te houden. Dat wil overigens niet zeggen dat een duif met een 'gewoon' oog niet goed kan vliegen. Mijn ervaring is overigens wel dat fondduiven in het algemeen betere ogen hebben dan vitesseduiven. Goede spieren is ook erg belangrijk, waarbij er overigens veel verschil in spieren is tussen vitesseduiven en fondduiven. De verdergaande specialisatie binnen de duivensport stelt steeds meer andere eisen aan de duiven. Je ziet een vergelijk met de atletiek. Er zijn nauwelijks meer lopers, die zowel op de 100 m. - de 200 m. en de 400 m. uitblinken. Ook duiven die overal op uitblinken zijn er nauwelijks meer. Verder is mijn ervaring dat er onder eigenzinnige duiven ook veel supers zitten. De wil om te winnen moet er altijd in een duif zitten.'
De laatste aanwinst van Harm Vredeveld is de NL 06-4727282 'Nova Star' van Koos Buiter, Woldendorp. Deze duif presteerde top van 100 tot 750 kilometer. Een zus ervan won het Vredesconcours vanaf Berlijn in 2008. Deze 'Nova Star' is van vaderszijde van het ras C. & G. Koopman. De moeder stamt af van 'De Generaal' van Smeulders. Hij vloog in zijn nog prille loopbaan al: - 1e van 3.197 d.
- 1e van 3.134 d. - 1e van 1.219 d. - 1e van 405 d. - 1e van 267 d. - 2e van 1.468 d. - 3e van 3.028 d. - 4e van 1.734 d. - 4e van 461 d. - 9e van 2.322 duiven. Hij miste op een haartje plaatsing voor de Olympiade in Dortmund. Wat is belangrijk bij de aanschaf van duiven? 'Kijk vooral niet eerst naar de stamboom. De duif moet alles hebben wat ik net al heb verteld. De ouders en grootouders moeten ook van goede kwaliteit zijn en goed hebben gepresteerd. Want goede eigenschappen zitten wel degelijk in de genen. Hoe meer kwaliteit bij de voorouders, hoe groter de kans dat je iets goeds uit je aangeschafte duiven kweekt. Verder veel kweken uit je nieuwe duiven en veel overkoppelen. Ook dat vergroot de kans op het kweken van goede duiven. Gerard Koopman had het 20 jaar geleden al door. Iedereen kweekte toen maar een 15 tot 20 jonge duiven. Hij al 150 en had op die manier zo al tien jaar voorsprong op de rest.' Mooie uitslagen in 2008: Nationaal NPO Chantilly 487 km: 8,19,22,38,103,134,135 etc. tegen 12.742 duiven Nationaal NPO Ablis 574 km: 13,35,49,53,59,77 etc tegen 8.519 duiven Nationaal NPO Orleans Saran 628 km: 7,22,25,etc tegen 6.004 duiven Nationaal NPO Blois 683 km: 12,27,34,37,69 etc. tegen 4.260 duiven Arras 378 km: 5,7,11,58, etc tegen 6.168 duiven Gennep 119 km: 10,11,14,15,18,28,41,64 etc tegen 12.089 duiven Lommel 186 km: 3,13,18,19,21,22,23,24,68,74,79 etc tegen 12.265 duiven Strombeek 255 km: 6,7,8,11,38,74,75,76,78,82,83,85,91,98 etc tegen 3.188 duiven Arras 378 km: 9,10,42,43,44,46, etc tegen 20.071 duiven Nationaal Morlincourt Derby der Junioren 430 km: 14,19,26,27,28,32,34,36,53,60,80,82,85 etc. tegen 6.718 duiven Wat is het belang van voeding in de duivensport? 'De voeding voor een duif is erg belangrijk. Dat geldt overigens voor alle topsporters en ik zie een duif als een echte topsporter. Bij Real Madrid bijvoorbeeld worden iedere morgen alle spelers gecontroleerd op gewicht en vetpercentage. In het vliegseizoen geef je voor in de week eiwitten erbij en aan het einde van de week vetten. Wij voeren zelf Matador, ze maken het je erg gemakkelijk want ze hebben overal een aparte mengeling voor. En denk erom: veel trainen betekent ook veel voeren. Uit een ruime en goede voeding haalt de wedstrijdduif zijn broodnodige
energie. Een goede voeding acht ik veel belangrijker als bijvoorbeeld de huisvesting van de duiven. Vroeger speelden wij top op een open hok van voren, enkelwandig, stalen roosters, een betonnen vloer en de duiven zaten op stokken. In het voorjaar lekte het vocht van de dakplaten. Nu is alles dubbelwandig , schermen ervoor, dubbelwandig dak, platen ATX ( hok snel op temperatuur) en is de vloer geisoleerd. En de duiven presteren niet beter en ook niet minder dan toen.' Hoe zie je de ontwikkeling van de duivensport? De hedendaagse duivensport is vooral topsport en goed te vergelijken met andere sporten. Door veel naar andere sporten te kijken kun je veel positieve en nuttige dingen oppakken, waarmee je in de duivensport je voordeel mee kunt doen. Erg belangrijk is de drive en de ambitie van de liefhebber. Mijn vrouw Lenie heeft als één van de weinigen die drive. Ik maak het beleid en Lenie voert het uit. Ik hoef mij nooit geen zorgen te maken of iets wel of niet is gebeurd. Geweldig hoe dit hier al 35 jaar werkt. Ik ben mij er wel van bewust dat de meeste mensen dit niet kunnen of willen. De duivensport evolueert sterk. Daarbij maken de meeste liefhebbers de fout teveel naar het verleden te kijken. Je moet vooral vooruit kijken. In de jaren tachtig behoorden wij al bij de kampioenen. Had ik toen geweten van wat ik nu weet dan hadden mijn duiven toen nog harder gegaan en alles kapot gevlogen. Belangrijk is dat je als liefhebber een eigen mening hebt over hetgeen je mee bezig bent in de duivensport. Wees evenwel niet eigenwijs en sta altijd open van andere ideeën en suggesties. Iedere 1% dat je ergens beter van kunt worden met het presteren van je duiven, maakt dat jij de winnaar bent!' Hoe zie je de toekomst van de duivensport? 'Laat ik voorop stellen dat ik respect heb voor mensen die proberen jeugd bij de sport te betrekken. Het heeft echter geen zin, zo lang we onze spelregels niet radicaal wijzigen. Hoe kun je aan een beginneling uitleggen dat we met een sport bezig zijn, waarin hij het gelijk moet opnemen tegen liefhebbers die 200 duiven of meer korven. Iedere liefhebber dient naar mijn mening maximaal 20 tot 25 duiven op een vlucht in concours te hebben. Op die manier krijg je gelijke kansen voor iedereen en het geeft in ieder geval een psychologisch voordeel voor alle liefhebbers. Het zal de frustratie bij de 'gewone' melker een stuk wegnemen. Ik roep dit al jaren, iedereen die ik spreek is het mij eens, maar er gebeurt maar niks. Ik begrijp het gewoon niet, want het is mijn vaste overtuiging dat daar de sleutel ligt voor de oplossing van de toenemende wegloop van leden en het geringe aantal starters. Heel erg jammer dat bestuurders en beleidsmakers deze boodschap niet oppikken!' Enige adelbrieven vanaf 2000 2000: 1e-2e-3e Nationaal Chimay Afd. 10 N.P.O.-17.077 d. 2001: 1e Generaal Afd. 10 oud en jong (+/- 2500 leden)
1e beste jonge duif W.H.Z.B. 1e en 2e asduif jong W.H.Z.B. 1e W.E.N. cup 2002: 1e Generaal Afd. 10 oud en jong {+/- 2500 leden} 1e Generaal Afd. 10 oud 2004: alleen gevlogen met jonge duiven. 1e Kampioen Jong Rayon 10, Afdeling 10 - 200 leden 1e Kampioen F.N.N. tegen - 700 leden 2005: 1e Snelheid, Midfond & ééndaagse Fond rayon10 afd.10 2006: 1e Nat. NPO Orleans tegen 8.626 duiven en was tevens de snelste duif van Noord-Nederland tegen 15.855 duiven 2007: 1e Keizergeneraal rayon 10 afdeling 10 1e & 2e Nationaal Morlincourt tegen 12.480 duiven en dit waren tevens de twee snelste duiven van Noord-Nederland tegen 19.533 duiven 2008: 1e Keizergeneraal Afdeling 10 ( +/- 2.000 leden) 1e Keizergeneraal Rayon 10 van Afdeling 10 Slot De tijd vliegt om als je met een man als Harm Vredeveld over de duivensport praat. We zijn precies op tijd klaar als het startschot klinkt op de Oostvaardersplassen, waar later Sjoerd Huisman zich mag laten kronen als Nederlands Kampioen op natuurijs. En Harm bijt zich die middag in de wedstrijd vast. Wedden dat hij er weer enige inspiratie opdoet, wat hem het komend seizoen weer van pas komt? Bedankt voor de fijne ochtend.
