H.A.N.G. PLEKKEN Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI Binnenkort ga je met je klas op bezoek bij het Nederlands Architectuur instituut (NAi). Daar zal je het programma H.A.N.G. plekken volgen. Bij dit programma brengt een rondleider van het NAi je langs verschillende plekken in het centrum van Rotterdam. Maar… H.A.N.G. plekken is geen gewone rondleiding. Je gaat op pad met een camera en een filmblik met materialen. Op verschillende plekken in de stad film je, met je groepje, een korte scène. Zo maak je tijdens de rondleiding jouw eigen docusoap over Rotterdam. In iedere scène geef je antwoord op de vraag: is deze plek Heel Aardig of Niet Geweldig? (H.A.N.G.) Laat zien wat jij zou veranderen in de stad! Alle films worden verzameld op het H.A.N.G. plekken YouTube‐kanaal. Straks kan je daar ook jouw eigen film bekijken en laten zien aan anderen via bijvoorbeeld Hyves of Facebook! Kijk ter inspiratie alvast naar wat filmpjes van andere leerlingen. Kijk op: www.youtube.com/HANGplekken
Maak de opdracht hieronder als voorbereiding op je bezoek aan het NAi en ontdek de architect in jezelf!
ARCHITECTUUR EN VORMGEVING > LEESTEKST Architectuur gaat over jouw huis, je school, de straat, de wijk waar je woont, de stad en vaak over het landschap. Vormgeving is een pak melk, je mobiele telefoon, nieuwe sneakers en zelfs je kapsel. Met architectuur en vormgeving kun je zelf bepalen hoe jij en je omgeving er uit zien. Bijna elk gebouw is helemaal ontworpen door een architect. Die denkt bijvoorbeeld na over hoe het moet worden gemaakt, met welk materiaal het moet worden gebouwd en hoeveel het mag kosten. Architecten bedenken niet alleen gebouwen. Zij ontwerpen bijvoorbeeld ook straten, pleinen, tramhaltes en parken. Bijna alles wat je om je heen ziet, is op die manier bedacht en vormgegeven. Architectuur is dus zo’n beetje overal om je heen. Soms bedenken architecten een gebouw helemaal zelf, maar meestal is er een opdrachtgever die een gebouw wil. De opdrachtgever zegt waarvoor het gebouw gebruikt moet worden en wat het mag kosten. Architecten proberen de wensen van de opdrachtgever uit te voeren. Hierbij moeten ze met veel verschillende dingen rekening houden. Wie gaat het gebouw gebruiken en waarvoor? Welke kleur, vorm en materiaal past bij het gebouw? En hoe zorg je ervoor dat het gebouw door iedereen goed te gebruiken is? Architecten letten bij het ontwerpen altijd op: 1. Vorm: Hoe ziet het gebouw er uit? Welke kleur, vorm en materiaal past bij het gebouw? 2. Functie: Wat is het doel van het gebouw? Wie zullen het gebouw gaan gebruiken? Heeft het gebouw een functie in de omgeving? 3. Inhoud: Wat wil de architect met het gebouw laten zien? Wat moet het gebouw zeggen? Heeft het bijvoorbeeld iets aparts om de aandacht te trekken? Bekijk de korte film en laat je inspireren! (Even geen mogelijkheid om de film te bekijken? Geen probleem! Ga verder met de opdracht…)
http://youtu.be/mFsDK466YTU
> OPDRACHT: SCHETS JOUW SCHOOL Op school zit je ieder uur in een andere ruimte. Ook al zijn die lokalen grotendeels hetzelfde, toch heeft ieder lokaal zijn eigen sfeer en uitstraling. Hoe zien de muren, tafels en stoelen er eigenlijk uit? Hangen er posters? De architectuur en vormgeving van de ruimte en de inrichting zeggen iets over die plek! Maak de opdrachten hieronder. Bedenk bij de tekenopdrachten dat het er niet om gaat zo precies mogelijk te tekenen, maak schetsen van de meest opvallende delen van de ruimte. Met losse woorden kun je in je tekening meer informatie geven over vorm, functie, materiaal, kleur enz. Naam + Klas
................................................................................................................................ Schrijf op wat je ziet in de ruimte waar je nu bent. Ik zie:
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ Wat zegt deze plek? Je kunt zien dat:
................................................................................................................................ Waarschijnlijk zien andere ruimtes in de school er heel anders uit. Vergelijk de ruimte waar je nu bent met twee andere ruimtes in de school. Maak een tekening van de meest opvallende elementen in 1) De ruimte waar je nu bent 2) De ruimte in school die jou het meeste aanspreekt 3) De ruimte in school die jou het minste aanspreekt Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? (Let op vorm, kleur en materiaal).
Tekening 1: De ruimte waar ik nu ben
Tekening 2: De ruimte in school die mij het meeste aanspreekt Tekening 3: De ruimte in school die mij het minste aanspreekt De verschillen zijn:
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ De overeenkomsten zijn:
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................
Nu ben jij de architect. Je gaat op zoek naar een architectuurprobleem dat vraagt om een oplossing. Misschien is er in of rondom jouw school wel een ontzettend lelijk lokaal of een treurige hal waar nodig wat aan gedaan moet worden? Dit kan je doen door de plek een beetje te veranderen, maar je kan ook aan de slag met een nieuw ontwerp! Vraag aan je docent of je naar die plek mag, neem een potlood mee. Wat zou je willen veranderen?
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ Verzin nu zelf iets beters voor deze plek. Een goede truc hiervoor is brainstormen. Dit helpt je om tot nieuwe ideeën te komen. Schrijf alles wat er in je opkomt over het onderwerp hieronder op. Het geeft niet of iets wel of niet leuk, logisch of uitvoerbaar is. Dat komt later wel! Alle woorden die ik hierbij kan bedenken zijn:
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ In je ontwerp houd je rekening met een aantal dingen. De eerste is de doelgroep. Voor wie maak je het? Een groep jongeren heeft andere wensen dan een groep bejaarden. Denk daarbij ook na over de vorm en functie van het gebouw. Een gebouw of ruimte kan er wel goed uitzien maar op een nutteloze ruimte zit natuurlijk niemand te wachten. Let op! Het is natuurlijk wel jouw ontwerp. Zorg dus dat het ontwerp iets van jezelf laat zien. Wat vind jij mooi? Gebruik je fantasie en laat jouw eigen smaak zien! Gebruik het vak hierover (of pak een leeg vel papier) en maak van je beste ideeën alvast een schetstekening. Schetstekening
Deze les komt uit ‘Spacesoup’. Een online lesprogramma over architectuur en vormgeving: www.spacesoup.nl