Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
Handtekening:
INHOUD
1
2
3
4
5
6
Algemeen
6
§1
Aanduidingen, begripsbepalingen
6
§2
Van toepassing zijnde voorschriften, tegenstrijdige bepalingen
6
Vertegenwoordiging van partijen
7
§3
Directie
7
§4
Gevolmachtigde van de aannemer
8
Algemene verplichtingen
8
§5
Verplichtingen van de opdrachtgever
8
§6
Verplichtingen van de aannemer
9
§ 6a
Tekeningen en berekeningen
13
Aanvang, uitvoeringsduur, oplevering
14
§7
Datum van aanvang
14
§8
Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering
14
§9
Opneming en goedkeuring
15
§ 10
Oplevering
16
§ 11
Herstelplicht in de onderhoudsperiode
17
§ 12
N.v.t.
18
Wijziging tijdstippen van uitvoering, schorsing, beëindiging in onvoltooide staat
18
§ 13
Wijzigen tijdstippen van uitvoering
18
§ 14
Schorsing van het werk en beëindiging van het werk in onvoltooide staat
18
Werkterrein, reclame
19
§ 15
Werkterrein
19
§ 16
Afsluiting, reclame
20
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
2
7
8
9
10
Bouwstoffen
21
§ 17
Verwerking van bouwstoffen
21
§ 18
Keuring van bouwstoffen
21
§ 19
Eigendom van bouwstoffen
23
§ 20
Zorg voor bouwstoffen en het werk
23
§ 21
Oude bouwstoffen
24
§ 22
Garantie voor een onderdeel
24
Hulpmiddelen
27
§ 23
Loodsen en andere hulpmiddelen
27
§ 24
Hulpmiddelen van de opdrachtgever
27
§ 25
Gezonken materieel
28
Uitvoering
28
§ 26
Algemeen tijdschema
28
§ 27
Dagboek, lijsten
29
§ 27a
Bouwvergaderingen, werkbesprekingen
30
§ 28
Afbakening, peilingen en opmetingen
30
§ 29
Verschillen in afmetingen of in de toestand van bestaande werken en terreinen
30
§ 30
Voorzieningen in waterkering, waterdoorlaat en verkeer
31
§ 31
Verband met werken van installateurs en derden, coördinatie
31
§ 32
Gevonden voorwerpen
34
§ 33
Vermoeden van onvoldoend werk
34
§ 34
Wijzigingen in de uitvoering
34
Meer- en minderwerk
34
§ 35
Verrekening van meer- en minderwerk
34
§ 36
Bestekswijzigingen
35
§ 37
Stelposten
35
§ 38
Hoeveelheden
36
§ 39
Afwijking van verrekenbare hoeveelheden
36
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
3
11
11A
12
13
Betaling, omzetbelasting, kortingen, verpanding
37
§ 40
Betaling
37
§ 40a
Wet Ketenaansprakelijkheid
38
§ 41
Omzetbelasting
40
§ 42
Kortingen
40
§ 43
Verpanding of cessie door de aannemer aan derden
41
Zekerheidstelling, verzekering
41
§ 43a
Zekerheidstelling
41
§ 43b
Verzekering
41
Schade aan het werk
42
§ 44
42
Schade aan het werk
In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van een der partijen
43
§ 45
In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de opdrachtgever
43
§ 46
In gebreke blijven, onvermogen van de aannemer
43
§ 47
Ontbinding voor aanvang werk
45
14
§ 48
N.v.t.
45
15
Vastlegging van de toestand, beslechting van geschillen.
45
§ 49
Vastlegging van de toestand
45
§ 50
Beslechting van geschillen
46
§ 51
Voortzetting van het werk
46
Bijlagen bij de A.B. Volmacht
47
Algemene besteksbepalingen voor de uitvoering van technische installaties, mei 1993
48
Wijzigingen en aanvullingen op de A.B. ten behoeve van de A.B.T.L
49
§1
49
Aanduidingen en begripsbepalingen
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
4
§ 6b
Sparingtekeningen
49
§ 8a
Beproeving
49
§ 10
Revisietekeningen
51
§ 23
Loodsen en andere hulpmiddelen
51
§ 31
Verband met andere werken
52
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
5
1
ALGEMEEN
§1
Aanduidingen, begripsbepalingen
1-1
Verstaan wordt onder: het werk: het uit te voeren werk of de te verrichten levering; de opdrachtgever: de natuurlijk rechtspersoon die het werk opdraagt; de aannemer: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het werk is opgedragen; de installateur: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het installatiewerk en daarmee de samenhangen werkzaamheden door de aannemer worden opgedragen; het bestek: de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing; de aannemingsovereenkomst: de tussen de opdrachtgever en de aannemer tot stand gekomen overeenkomst van aanneming van werk; de aannemingssom: het vaste bedrag, waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen. Wijzigingen van lonen, sociale lasten of van prijzen, huren en vrachten zijn hierin begrepen en zijn, evenmin als alle andere kostenverhogende omstandigheden, niet verrekenbaar; bouwstoffen: de in het werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties of onderdelen daarvan, grond van allerlei soort en dergelijke; dag: kalenderdag; werkdag: een kalenderdag tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid, dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individueel vrije dag; A.B.: deze Algemene Besteksbepalingen voor de uitvoering van werken van mei 1993; B.W.: Burgerlijk Wetboek;
1-2
Indien in de aannemingsovereenkomst een afzonderlijke termijn is gesteld, binnen welke een deel van het werk moet worden opgeleverd, wordt voor de toepassing van de §§ 6, vierde lid, 8, 9, 10, 11, 12, 42 en 44 dat deel als afzonderlijk werk aangemerkt.
1-3
Indien in de aannemingsovereenkomst een afzonderlijke termijn is gesteld, binnen welke de uitvoering van het werk tot een bepaalde stand moet zijn gevorderd, voordat de oplevering plaatsvindt, is het bepaalde in de §§ 8, 9 en 42 van overeenkomstige toepassing.
1-4
Bij meerjarige onderhoudswerken, opgedragen voor een bepaalde som per jaar wordt, indien er sprake is van ‘aannemingssom’, of van ‘termijn van betaling’, bedoeld de aannemingssom per jaar of de termijn van betaling van het betrokken onderhoudsjaar.
§2
Van toepassing zijnde voorschriften, tegenstrijdige bepalingen
2-1
De bepalingen van deze A.B. gelden voor zover daarvan in het bestek niet uitdrukkelijk van is afgeweken.
2-2
Tot het bestek behoren mede als ware zij er letterlijk in opgenomen: a De wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, waaronder het Bouw Besluit en de voorschriften van de bouwvergunning, alsmede de voorschriften van openbare diensten en andere nutsbedrijven.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
6
b
Het bouwkeur, het attest en het kenmerkblad, elk uitgegeven door de Stichting Ratiobouw te Rotterdam, betrekking hebbende op de in het bestek voorgeschreven systemen, producten of werkwijzen.
c
Het certificaat en het modelblad uitgegeven door de stichting KOMO te ’s-Gravenhage, betrekking hebbende op de in het bestek voorgeschreven systemen, producten of werkwijzen.
d
De kwaliteitseisen, beoordelingsrichtlijnen en ontwerpen welke door KIWA bindend zijn verklaard als grondslag voor de afgifte van KOMO-certificaten of KOMO-attesten-met-certificaat betrekking hebbende op de in het bestek voorgeschreven systemen, producten of werkwijzen.
e
De kwaliteitseisen, beoordelingsrichtlijnen en ontwerpen, welke door certificatie-instellingen erkend door de Raad voor Certificatie, zijn aangewezen als grondslag voor de afgifte van certificaten, attesten of attesten-met-certificaat, betrekking hebbende op de in het bestek voorgeschreven systemen, producten of werkwijzen.
f
Alle ontwerp-, gebruiks- en verwerkingsvoorschriften van fabrikanten c.q. leveranciers.
2-3
De in het bestek van toepassing verklaarde normen, normontwerpen, kwaliteitseisen, keuringseisen, beoordelingsrichtlijnen, andere richtlijnen, voorlichtingsbladen, brochures en rapporten alsmede de voorschriften van openbare diensten en andere nutsbedrijven, gelden zoals deze op de dag van ondertekening van de aannemingsovereenkomst luiden.
2-4
Op de aannemingsovereenkomst is van toepassing het Nederlandse recht.
2-5
Indien onderdelen van het bestek onderling tegenstrijdig zijn, wordt, tenzij een andere bedoeling uit het bestek voortvloeit, de rangorde daarvan bepaald aan de hand van de volgende regels: a een nieuw geschreven of getekend document gaat voor een oud geschreven of getekend document;
2-6
b
bij een verschil tussen een beschrijving en een tekening dient de vorm aangehouden te worden die het meest van de aannemer eist;
c
een bijzondere regeling gaat voor een algemene regeling; met dien verstande, dat regel a gaat voor de regels b en c, en regel b gaat voor regel c;
a
Bij een tekortkoming in het bestek van enig onderdeel, hetwelk uit de bijbehorende tekeningen duidelijk is af te leiden, zal de bestektekening het bestek aanvullen.
b
Bij verschillen tussen de constructietekeningen en de bouwkundige tekeningen gelden in eerste instantie voor de constructie de constructie tekeningen en voor de bouwkundige onderdelen de bouwkundige tekeningen.
2-7
Het in het vijfde en zesde lid bepaalde laat onverlet de verplichting van de aannemer om de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte te stellen van tegenstrijdigheden, waarna door de directie zal worden aangegeven welk voorschrift dient te worden toegepast.
2
Vertegenwoordiging van partijen
§3
Directie
3-1
De opdrachtgever is gerechtigd een of meer personen aan te wijzen om als directie op te treden of de directie bij te staan dan wel als zodanig aangewezen personen door anderen te vervangen.
3-2
Indien de opdrachtgever niet een of meer personen wil aanwijzen om als directie op te treden, is hij verplicht hiervan vóór de uitvoering van het werk schriftelijk mededeling te doen aan de aannemer. Indien door het niet aanwijzen of niet vervangen van een of meer personen om als directie op te
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
7
treden meer van de aannemer wordt verlangd dan redelijkerwijs van hem kan worden gevergd, heeft hij recht op bijbetaling. 3-3
De opdrachtgever geeft van elke aanwijzing indien deze niet reeds in het bestek is gedaan en van elke wijziging of intrekking daarvan, onverwijld schriftelijk kennis aan de aannemer. Het verslag van de bouwvergadering geldt tevens als schriftelijke mededeling.
3-4
Zolang en voor zover de opdrachtgever niet schriftelijk aan de aannemer het tegendeel doet blijken, vertegenwoordigt de directie de opdrachtgever in alle zaken het werk betreffende. In de gevallen echter, waar in de A.B. uitdrukkelijk de opdrachtgever is genoemd, is alleen deze bevoegd.
3-5
Indien meer dan één persoon als directie is aangewezen, wordt ieder der aangewezen personen geacht de directie te vertegenwoordigen.
3-6
De directie oefent het toezicht uit op de uitvoering van het werk en op de naleving van de aannemingsovereenkomst.
3-7
Personen, die zijn aangewezen om de directie bij te staan binden deze niet, tenzij het tegendeel schriftelijk aan de aannemer is medegedeeld.
3-8
De directie is bevoegd te bepalen, dat door haar aan te duiden werkzaamheden niet mogen worden uitgevoerd dan in tegenwoordigheid van de directie of van door haar aangewezen personen.
3-9
Indien en zolang de opdrachtgever van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, treedt hij daar, waar in de A.B. sprake is van directie, in haar plaats.
§4
Gevolmachtigde van de aannemer
4-1
De aannemer is ten alle tijde gerechtigd bij door de directie goed te keuren volmacht (conform bijlage 1) een of meer personen aan te wijzen om hem in zaken het werk betreffende te vertegenwoordigen. Ditzelfde geldt bij wijziging van bedoelde volmacht.
4-2
Een door de aannemer gewaarmerkt afschrift van de volmacht wordt onverwijld aan de directie verschaft.
4-3
De aanwijzing van iedere gevolmachtigde geschiedt voor het werk of voor een bepaald gedeelte ervan.
3
ALGEMENE VERPLICHTINGEN
§5
Verplichtingen van de opdrachtgever
5-1
De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer tijdig kan beschikken over: a de verstrekkingen, die de opdrachtgever ingevolge de bijlage A bij de aannemingsovereenkomst doet; b
5-2
het terrein of het water, waarop of waarin het werk moet worden uitgevoerd. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft, houdt de directie vóór aanvang van het werk een bouwbespreking met de aannemer en de inleidingbeheerders, waarbij de aannemer wordt ingelicht omtrent de juiste ligging van zich in of nabij het werk en het werkterrein bevindende ondergrondse kabels en leidingen en waarbij wordt vastgesteld wat daarmee moet geschieden. Indien de directie deze werkbespreking niet houdt, zal de aannemer vóór de aanvang van het werk schriftelijk om het houden van die bespreking verzoeken. De directie zal aan dit verzoek gevolg geven.
De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen, daaronder begrepen de invloed die daarop door de bodemgesteldheid wordt uitgeoefend, alsmede voor de door of namens hem gegeven orders en aanwijzingen.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
8
5-3
Indien bouwstoffen of hulpmiddelen, die de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld gebreken mochten hebben, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade.
5-4
De opdrachtgever is aansprakelijk voor de functionele ongeschiktheid: a van door hem voorgeschreven bouwstoffen; b
5-5
De opdrachtgever is aansprakelijk voor de niet of niet tijdige levering: a van bouwstoffen die bij een voorgeschreven leverancier moeten worden betrokken; b
5-6
van bouwstoffen, die bij een door hem voorgeschreven leverancier moeten worden betrokken, tenzij de aannemer een keuzemogelijkheid had met betrekking tot deze bouwstoffen. Onder de functionele ongeschiktheid van bouwstoffen wordt volstaan het naar hun aard niet geschikt zijn van deze bouwstoffen voor het doel waarvoor zij blijkens het bestek zijn bestemd.
van door hem voorgeschreven bouwstoffen, tenzij de aannemer een keuzemogelijkheid had met betrekking tot de leverancier van deze bouwstoffen, tenzij de aannemer een keuzemogelijkheid had met betrekking tot de leverancier van deze bouwstoffen, mits in elk van de beide gevallen de aannemer het redelijkerwijs nodige heeft gedaan, waaronder het bepaalde in § 31, zesde lid, sub f, om nakoming en/of schadevergoeding te krijgen. In dat geval zal de aannemer zijn vordering op leverancier op eerste verzoek van de opdrachtgever aan deze cederen tot aan het door de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag.
Overal in het bestek waar sprake is van een voorgeschreven bouwstof of een voorgeschreven leverancier dient hierachter te worden gelezen “of gelijkwaardig”, Dit houdt in dat na daartoe door de directie vooraf schriftelijk toestemming is verleend, het de aannemer is toegestaan: a andere bouwstoffen te leveren, dan die in het bestek door de opdrachtgever zijn voorgeschreven, b door andere leveranciers bouwstoffen te doen vervaardigen en/of te leveren, dan die in het bestek door de opdrachtgever zijn voorgeschreven, mits bedoelde bouwstoffen van overeenkomstige aard, hoedanigheid, kwaliteit, afwerking en geschiktheid zijn. Een voorstel van de aannemer tot wijziging van een voorgeschreven bouwstof of een voorgeschreven leverancier, dient geruime tijd voor de toepassing/inschakeling daarvan schriftelijk ter goedkeuring bij de directie te worden ingediend. De aannemer dient daarbij gelijktijdig de verlangde gelijkwaardigheid overtuigend aan te tonen.
5-7
De opdrachtgever zal het aan de aannemer toekomende volgens de in de aannemingsovereenkomst gestelde regelen voldoen.
5-8
Indien het werkterrein, de uit het werk komende oude bouwstoffen of de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen verontreinigd zijn, wordt de aard en omvang hiervan, voor zover voor der uitvoering van het werk van belang, in het bestek vermeld. De opzet van het werk zal zodanig zijn, dat daardoor schade aan persoon, goed of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt.
5-9
Van alle tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het werk worden aan de aannemer in nader overleg kostenloos voldoende (met een maximum van vijf) afdrukken verstrekt. Indien de aannemer meer afdrukken wenst komen de kosten hiervan voor zijn rekening.
§6
Verplichtingen van de aannemer
6-1
De aannemer is verplicht het werk goed en deugdelijk uit te voeren naar de bepalingen van de aannemingsovereenkomst zonder aanspraak op verrekening, bijbetaling of schadevergoeding te kunnen doen gelden dan in de gevallen waarin dat bepaaldelijk is voorgeschreven of kennelijk bedoeld is. Hij is verplicht al datgene te verrichten, wat naar de aard van de aannemingsovereenkomst door de wet, de billijkheid of het gebruik wordt gevorderd of tot een behoorlijke aanwending der bouwstoffen behoort.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
9
6-2
De aannemer is verplicht het werk uit te voeren volgens de door de directie goedgekeurde tekeningen. Hij is verplicht de orders en aanwijzingen op te volgen, die hem door de directie worden gegeven. Het toezicht van de directie op de uitvoering van het werk en op de naleving van de overeenkomst ontheft de aannemer niet van zijn verplichting het werk volgens bestek en tekeningen en naar de eisen van goed en deugdelijk werk uit te voeren.
6-3
De verplichtingen van de aannemer omvatten mede: a de levering van de nodige bouwstoffen en het verrichten van de nodige werkzaamheden. Voor alle in de werkbeschrijving genoemde bouwstoffen geldt, dat zij door de aannemer moeten worden geleverd en door hem in het werk worden aangebracht, tenzij uitdrukkelijk het tegendeel is vermeld; b
de beschikbaarstelling van gereedschap, materieel, hulpmaterialen, hulpstoffen, hulpwerken en andere hulpmiddelen, nodig voor de uitvoering van het werk en het verrichten van de nodige hulpwerkzaamheden;
c d
de betaling van de voor rekening van de aannemer komende kosten van: de precario voor het terrein, gelegen buiten het door de opdrachtgever ter beschikking gestelde terrein -zoals omschreven in de aannemingsovereenkomst- kosten van aan-en afsluiting van hulpleidingen en dergelijk; de kosten van leidingwater en alle energiekosten tot de oplevering, ook de energiekosten die voortvloeien uit de beproeving van technische installaties en die ten behoeve van het droogstoken, werken door installateurs en derden, als bedoeld in § 31 en de goede voortgang van het werk in het algemeen.
e
6-4
Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor rekening van de aannemer met ingang van de datum van aanvang of zoveel eerder als de aannemer ingevolge § 7, tweede lid, met het werk begint, tot en met de dag waarop het werk overeenkomstig het bepaalde in § 10, eerste of tweede lid, als opgeleverd wordt beschouwd. Onder het werk en de uitvoering daarvan worden mede begrepen de voorbereiding, de aanvoer van bouwstoffen, de uitvoering van de hulpwerken, de doelmatigheid en de capaciteit van de werktuigen en gereedschappen.
6-5
De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk overeenkomstig de volgens § 8, eerste lid, in de aannemingsovereenkomst voorgeschreven termijn verzekerd is.
6-6
De wijze van uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat voor de opdrachtgever dan werd voor derden geen ontoelaatbare hinder is te duchten. De aannemer dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan persoon, goed of milieu zoveel mogelijk, doch in elk geval tot volgens de ter zake geldende normen toelaatbare proporties wordt beperkt.
6-7
Onvoldoende werk wordt binnen een door de directie in billijkheid te stellen termijn tot haar genoegen door de aannemer verbeterd of vernieuwd. Deze verbetering of vernieuwing geschiedt op kosten van de aannemer, tenzij het onvoldoend werk het gevolg is van een omstandigheid, die voor rekening van de opdrachtgever komt.
6-8
De aannemer is aansprakelijk voor schade aan met het werk in verband staande werken en eigendommen van de opdrachtgever, voor zover deze door de invoering van het werk toegebracht is. Excepties en beperkingen van deze aansprakelijkheid door derden kunnen de opdrachtgever door de aannemer nimmer worden tegengeworpen.
6-9
De aannemer vrijwaart de opdrachtgever, voor diens aansprakelijkheid jegens derden wegens het niet nakomen door de aannemer van zijn verplichtingen ingevolge de overeenkomst dan wel ingevolge de wet. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door, tijdens en/of in verband met het werk is toegebracht
6-10
De aannemer zorgt voor de tijdige verkrijging van vergunningen, ontheffingen en dergelijke beschikkingen, die hij nodig heeft of wenst, voor zover zij niet behoren tot die, waarvoor de opdrachtgever ingevolge het bepaalde in § 5, eerste lid, sub a, zorg draagt.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
10
6-11
De aannemer wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, alsmede de voorschriften van openbare diensten en andere nutsbedrijven, voor zover deze op de dag van ondertekening van de aannemingsovereenkomst in werking zijn getreden. De aan de naleving van deze voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening. Indien wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege, alsmede de voorschriften van openbare diensten en andere nutsbedrijven, hogere eisen aan het werk stellen dan in het bestek is bepaald zullen, overeenkomstig het bepaalde in artikel zes, eerste lid van de aannemingsovereenkomst, wijzigingen van het werk welke nodig zijn om aan die eisen te voldoen, niet worden verrekend als meer werk.
6-12
De gevolgen van naleving van voorschriften van bijzondere aard zijn voor rekening van de aannemer, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat hij deze voorschriften niet behoefde te kennen, in dit laatste geval heeft hij aanspraak op bijbetaling.
6-13
De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege, alsmede de voorschriften van openbare diensten en andere nutsbedrijven, die na de dag van ondertekening van de aannemingsovereenkomst in werking treden, komen voor rekening van de aannemer, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aannemer die gevolgen op de dag van ondertekening de aannemingsovereenkomst niet had kunnen voorzien.
6-14
Indien de constructies, werkwijzen, orders en aanwijzingen, bedoeld in § 5, tweede lid, dan wel bouwstoffen of hulpmiddelen, bedoeld in § 5, derde lid, klaarblijkelijk zodanige fouten of gebreken vertonen, dat de aannemer in strijd met de redelijkheid en billijkheid zou handelen door zonder de directie daarop schriftelijk te wijzen tot uitvoering van het desbetreffende onderdeel van het werk over te gaan, is hij voor de schadelijke gevolgen van zij verzuim aansprakelijk. Het in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de in § 5, vierde en vijfde lid, bedoelde gevallen. Indien de aannemer, mede gelet op zijn garantieverplichtingen, zich niet kan verenigen met de kwaliteit en geëigende toepassing van voorgeschreven bouwstoffen dient hij naast het bovengestelde in § 5, vierde lid, in acht te nemen. De aannemer zal in geen geval werk uitvoeren overeenkomstig tekeningen, die mede gelet op zijn garantieverplichtingen, zijn volledige instemming niet hebben. Hij zal daartoe alle tekeningen controleren en tijdig bij de directie melding maken van getekende constructies en /of details, die zijn instemming niet hebben. De melding zal zijn vergezeld van een schetsmatig getekend voorstel voor een naar de mening de aannemer juiste constructie en/of detail. De aannemer is aansprakelijk voor alle consequenties van door hem voorgestelde wijzigingen, ook voor die welke pas bij de uitvoering blijken.
6-15
Indien de aannemer meent, behalve op de aannemingssom, op de vergoeding van omzetbelasting en op de verrekening ingevolge de §§ 35 tot en met 39, nog andere aanspraken jegens de opdrachtgever te hebben, geeft hij daarvan op zodanig tijdstip dat de directie de terzake nodige gegevens kan verzamelen, doch uiterlijk binnen vier weken na oplevering van het werk, schriftelijk aan deze kennis. Na afloop van deze vier weken kan de aannemer geen aanspraken meer doen gelden. Aan het verzamelen van die gegevens verleent de aannemer zijn medewerking. De opdrachtgever of de directie kan nadere inlichtingen verlangen omtrent de door hem kenbaar gemaakte aanspraken.
6-16
De aannemer zorgt voor orde en veiligheid op het werk. Ongevallen moeten door de aannemer terstond en per geval aan de directie worden gemeld, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen.
6-17
De aannemer is verplicht alle onbekwame dan wel ongeschikte personen, die van zijnentwege of vanwege een onderaannemer of leverancier op het werk aanwezig zijn, uit eigener beweging dan wel op verlangen van de directie onverwijld daarvan te doen verwijderen.
6-18
De aannemer moet gedurende de uitvoering van het werk op of in de nabijheid van de plaats, waar het wordt uitgevoerd, aanwezig zijn, tenzij de directie zulks onnodig oordeelt of een gevolmachtigde hem overeenkomstig § 4 vertegenwoordigt.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
11
6-19
De aannemer zorgt ervoor, dat bij de uitvoering van het werk, tenzij hijzelf of een gevolmachtigde ter plaatse is, steeds een persoon aanwezig is, die de opdracht heeft orders of aanwijzingen van de directie op te volgen en deze onverwijld aan hem of zijn gevolmachtigde over te brengen.
6-20
De aannemer verleent toegang tot het werk en het werkterrein aan de personen, die door de opdrachtgever of de directie zijn gemachtigd tot toegang, voor zover hij daartegen geen redelijke bezwaren heeft.
6-21
Behalve het te werk gestelde personeel en uit andere hoofde bevoegde personen mag de aannemer andere personen op het werk toelaten voor zover de opdrachtgever of de directie daartegen geen redelijke bezwaren kenbaar maakt.
6-22
De aannemer zorgt ervoor, dat de directie en door de directie aangewezen personen, voor zover fabrieksgeheim zich daar niet tegen verzet, vrije toegang hebben tot terreinen, fabrieken, werkplaatsen en loodsen, zowel van de aannemer als van onderaannemers en leveranciers, waar werkzaamheden ten behoeve van het werk worden verricht of voor het werk bestemde bouwstoffen zijn opgeslagen, teneinde de werkzaamheden respectievelijk de bouwstoffen te inspecteren.
6-23
Indien uit hoofde van fabrieksgeheim vrije toegang als bedoeld in het voorgaande lid niet of niet ten volle kan worden gegeven, moet hiervan kennis worden gegeven: a bij de aanvraag tot goedkeuring, indien de bevoegdheid tot het verlenen van vrije toegang bij de aannemer berust; b bij de aanvraag tot goedkeuring van de betrokken onderaannemer of leverancier, indien de bevoegdheid bij een van hen berust.
6-24
Indien twee of meer personen gezamenlijk een werk hebben aangenomen, zijn zij hoofdelijk voor de gehele uitvoering daarvan aansprakelijk. Zij zijn verplicht om een van hen schriftelijk aan te wijzen om hen in alle opzichten te vertegenwoordigen.
6-25
De aannemer mag het werk niet geheel of ten dele aan een ander overdragen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.
6-26
De aannemer kan bepaalde onderdelen van het werk in onderaanneming laten uitvoeren, mits voor de keuze van deze onderdelen en van de daarvoor in te schakelen onderaannemers de schriftelijke goedkeuring van de directie is verkregen; de aannemer blijft niettemin jegens de opdrachtgever voor de onderdelen ten volle verantwoordelijk en aansprakelijk.
6-27
Indien door of namens de opdrachtgever het inschakelen van een bepaalde onderaannemer is of wordt voorgeschreven, is de aannemer voor wat het werk van die onderaannemer betreft jegens de opdrachtgever niet tot meer gehouden dan tot datgene, waartoe de aannemer die onderaannemer kan houden krachtens de voorwaarden van onderaanneming, mits deze gelijk zijn aan de voorwaarden die gelden tussen de opdrachtgever en de aannemer.
6-28
Indien onderdelen van het werk in onderaanneming worden uitgevoerd, zal de aannemer de onderaannemer volledig inlichten omtrent de bepalingen van het bestek, die bij het desbetreffende onderdeel van belang kunnen zijn, en omtrent de wijze van uitvoering.
6-29
Orders en aanwijzingen betreffende die onderdelen zullen door de directie uitsluitend aan de aannemer kenbaar gemaakt worden en zullen door deze aan de onderaannemer worden doorgegeven, tenzij de aannemer na overleg met de onderaannemer schriftelijk verzoekt bedoelde orders en aanwijzingen tevens rechtstreeks aan de onderaannemer mede te delen.
6-30
De aannemer is verplicht ter zake van de aannemingsovereenkomst in Nederland domicilie te hebben voor zover hij niet reeds in Nederland is gevestigd.
6-31
Alle kleine leveringen en werkzaamheden binnen het kader van het bestek, die naar het oordeel van de directie noodzakelijk zijn, ook al zijn ze niet nader omschreven, behoren tot de verplichtingen van de aannemer.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
12
6-32
De aannemer dient zich voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte te stellen van de belendingen. In voorkomend geval dient de aannemer de staat waarin de belendingen verkeren op te nemen en deze door middel van foto’s en tekst door een beëdigd makelaar, taxateur of expertisebureau in een rapport vast te laten leggen, voordat met de uitvoering van het werk wordt begonnen. Dit rapport wordt aan de opdrachtgever verstrekt. Voorts dient de aannemer de eigenaren en rechthebbenden van de belendende percelen voor de aanvang van de werkzaamheden op voldoende wijze in kennis te stellen van het voornemen tot opneming en van de uit te voeren werken en voor zover nodig met hen in overleg te treden voor het treffen van eventuele voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van schade. Dit ontheft de aannemer niet van zijn aansprakelijkheid voor eventuele schade, als gevolg van de uitvoering van het werk, aan deze opgenomen belendingen of andere percelen in de nabijheid van het werk. Voorts zal de aannemer tegenover de opdrachtgever geen recht op schadevergoeding of enig ander recht kunnen doen gelden voor vertraging of verandering van werken, ontstaan door geschillen tussen de aannemer en de rechthebbenden van de belendende percelen.
6-33
Werkzaamheden zoals het opbreken en het weer herstellen van trottoirs, wegen e.d., het herstellen van beschadigingen en het verwijderen van bevuilingen, het ophogen van verzakkingen, het maken van tijdelijke inritten e.d. zijn geheel voor rekening van de aannemer en geschieden in overleg met en ter goedkeuring van de directie en/of plaatselijk Bouw- en Woningtoezicht.
6-34
De aannemer is verplicht het werk en de terreinen regelmatig op te ruimen en opgeruimd te houden, afval, ook hetgeen afkomstig is van werken uitgevoerd door installateurs en derden, als bedoeld in § 31, regelmatig uit het werk en van de terreinen te verwijderen. Ter verzameling hiervan plaatst de aannemer containers.
6-35
Indien de aannemer buiten de normale werktijden werkzaamheden op het werkterrein wenst te verrichten dient hij hiertoe tijdig een verzoek ter goedkeuring in bij de directie. De daaruit voortvloeiende kosten, ook die van de opdrachtgever, zijn geheel voor rekening van de aannemer.
§ 6a
Tekeningen en berekeningen
6a-1
Aan de hand van door de directie te verstrekken gegevens betreffende vorm, hoofdmaatvoering, aantal en detaillering worden door of namens de aannemer tekeningen en - voor zover nodigberekeningen gemaakt van de onderdelen van het werk welke volgens het bestek verlangd worden. Voor de constructie waarvan de constructietekeningen en berekeningen door of namens de aannemer worden gemaakt geldt, dat de aannemer aansprakelijk is, zowel voor constructieve samenstelling en de gekozen constructiewijze, als voor de uitvoering van de constructies.
6a-2
6a-3
De aannemer legt de door of namens hem gemaakte tekeningen en berekeningen tijdig in viervoud ter beoordeling aan de directie voor.
6a-4
Tekeningen en berekeningen van onderaannemers en leveranciers, welke ter beoordeling of goedkeuring bij de directie worden ingediend, moeten van te voren door de aannemer worden gecontroleerd.
6a-5
Met de controle door de directie van de door de aannemer verstrekte tekeningen en berekeningen dient in het gedetailleerde werkplan rekening te worden gehouden.
6a-6
De aannemer legt de bijgewerkte tekeningen en berekeningen tijdig in viervoud, ter goedkeuring aan de directie voor.
6a-7
Alleen de door de directie goedgekeurde tekeningen en berekeningen mogen door de aannemer voor de uitvoering worden gebruikt. Controle van maatvoering en aantallen op tekeningen - ook welke door de directie worden verstrekt - en coördinatie van maatvoering en aantallen op het werk berust geheel bij de aannemer. De goedkeuring door de directie ontheft de aannemer niet van aansprakelijkheid voor eventuele fouten en gebreken.
6a-8
Na goedkeuring van de tekeningen en berekeningen door de directie dient de aannemer deze ter goedkeuring voor te leggen aan alle daar voor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
13
Voor de aanvang van de werkzaamheden aan het desbetreffende onderdeel op de plaats van het werk, moet de directie in het bezit zijn van een set door alle daar voor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen en berekeningen. Goedkeuringen door de daar voor in aanmerking komende instanties van de door of namens de aannemer vervaardigde tekeningen en berekeningen ontheffen de aannemer niet van zijn aansprakelijkheid daarvoor. 6a-9
De aannemer is verantwoordelijk voor de aanvragen tot aansluiting voor elk van de aan te sluiten installaties en het tijdig indienen van de daarvoor vereiste bescheiden bij alle daar voor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven. De kosten verbonden aan deze aanvragen zijn voor rekening van de aannemer. De aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever.
6a-10
De aannemer is verplicht werkzaamheden die eventueel tot meer werk kunnen leiden, zodanig tijdig aan de directie te melden dat deze in gelegenheid is één en ander zodanig bij te stellen, dat deze meerkosten kunnen worden voorkomen, zonder dat hierdoor vertraging in de bouw optreedt. De aannemer dient hiertoe voorstellen in bij de directie.
6a-11
De kosten van het eventueel vervaardigen van de nodige nieuwe en/of wijzigingen van tekeningen tengevolge van door de aannemer voorgestelde wijziging van constructie en/of uitvoeringswijze zijn voor rekening van de aannemer.
6a-12
De kosten van het maken van de in het eerste lid bedoelde tekeningen berekeningen zijn voor rekening van de aannemer.
4
AANVANG, UITVOERINGSDUUR, OPLEVERING
§7
Datum van aanvraag
7-1
Als datum van aanvang van het werk zal worden aangemerkt de datum die daarvoor in de aannemingsovereenkomst is aangewezen. De aannemer zal het werk na aanvang onafgebroken voortzetten.
7-2
Tenzij in het bestek anders is bepaald, kan de aannemer in overleg met de directie, ook voor de datum van aanvang met het werk te beginnen. In dat geval geldt de toegestane datum als datum van aanvang.
§8
Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering
8-1
De termijn, binnen welke het werk moet worden opgeleverd wordt in de aannemingsovereenkomst uitgedrukt: a hetzij in een aantal werkbare werkdagen; b hetzij in een aantal kalenderdagen, -weken of -maanden; c hetzij door een bepaalde dag te noemen.
8-2
Als de oplevering van het werk zou moeten geschieden op een zaterdag, zondag of algemeen erkende nationale feestdag, geldt de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende nationale feestdag is, als de overeengekomen dag van oplevering. Als de oplevering van het werk zou moeten geschieden op een dag die in enige vakantie of vrije periode valt, zal de oplevering normaal op de desbetreffende dag geschieden, tenzij die dag tevens een zaterdag, zondag of algemeen erkende nationale feestdag is. In dat geval geldt de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende nationale feestdag is, als de overeengekomen dag van oplevering.
8-3
De termijn binnen welke het werk moet worden opgeleverd, kan door de opdrachtgever worden verlengd, hetzij eigener beweging, hetzij op een daartoe strekkend verzoek van de aannemer. Indien door het door of namens de opdrachtgever aanbrengen van bestekswijzigingen dan wel wijzigingen in de uitvoering van het werk, niet van de aannemer kan worden gevergd dat het werk binnen de overeengekomen termijn wordt opgeleverd, heeft hij recht op termijnsverlenging.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
14
8-4
Een verzoek van de aannemer om termijnsverlenging zal slechts in overweging kunnen worden genomen, indien de aannemer zo spoedig mogelijk, nadat hem de aanleiding tot het verzoek om termijnsverlenging bekend is geworden c.q. had kunnen zijn dit schriftelijk aan de directie verzoekt. Bij gebreke aan bovenbedoeld verzoek vervalt alle aanspraak van de aannemer op termijnsverlenging.
§9
Opneming en goedkeuring
9-1
De opneming van het werk geschiedt op schriftelijke, tijdig tot de directie gerichte aanvrage van de aannemer, waarin deze mededeelt op welke dag het werk naar zijn oordeel voltooid zal zijn. De directie kan genoegen nemen met een mondelinge mededeling, welke in het dagboek, bedoeld in § 27, wordt aangetekend.
9-2
De opneming geschiedt zo spoedig mogelijk en in de regel binnen acht dagen na de in het eerste lid bedoelde dag. De dag en het tijdstip van opneming worden aan de aannemer tijdig en zo mogelijk drie dagen tevoren schriftelijk medegedeeld. De directie kan verlangen, dat de aannemer of zijn gevolmachtigde bij de opneming tegenwoordig is. Indien de opname in fasen of delen geschiedt is de opname pas voltooid nadat het laatste onderdeel is opgenomen, pas dan vangt de in het derde lid bedoelde termijn aan. De opname van het laatste onderdeel wordt door de aannemer aan de directie als zodanig schriftelijk aangevraagd conform het in het eerste lid bepaalde.
9-3
Nadat het werk is opgenomen, wordt aan de aannemer binnen acht dagen schriftelijk medegedeeld, of het werk al dan niet is goedgekeurd, in het laatste geval met opgave van gebreken, die de reden voor de onthouding van de goedkeuring zijn. Wordt het werk goedgekeurd, dan wordt als de dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende mededeling aan de aannemer is verzonden.
9-4
Met toestemming van de aannemer kan, in plaats van de schriftelijke mededeling bedoeld in het vorige lid, worden volstaan met een overeenkomstige aantekening in het dagboek, met vermelding van de datum der aantekening. Alsdan wordt, indien het werk wordt goedgekeurd, als dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende aantekening is geplaatst.
9-5
Wordt niet binnen acht dagen na de opneming een schriftelijke mededeling, of het werk al dan niet is goedgekeurd, aan de aannemer verzonden, dan wel, in het geval bedoeld in het vierde lid, een overeenkomstige aantekening in het dagboek geplaatst, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na opneming te zijn goedgekeurd.
9-6
Geschiedt de opneming niet binnen vijftien dagen na de in het eerste lid bedoelde dag, dan kan de aannemer bij aangetekende brief een nieuwe aanvrage tot de directie richten, met het verzoek binnen acht dagen op te nemen. Voldoet de directie niet aan dit verzoek, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na de opneming te zijn goedgekeurd.
9-7
Kleine gebreken, die gevoeglijk vóór een nog volgende betalingstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot onthouding van goedkeuring mogen zijn, als zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan. De aannemer is gehouden in de in dit lid bedoelde gebreken zo spoedig mogelijk te herstellen.
9-8
Met betrekking tot een heropneming na onthouding van goedkeuring vinden de bovenvermelde bepalingen overeenkomstige toepassing.
9-9
Bij een heropneming zullen andere gebreken dan die, welke overeenkomstig het vijfde lid aan de aannemer zijn opgegeven, alleen dan reden tot hernieuwde onthouding van goedkeuring kunnen zijn, indien zij eerst na voorafgegane opneming aan de dag zijn getreden.
9-10
De aannemer dient alle onderdelen van het voltooide werk alsmede het werkterrein in de meest ruime zin schoon op te leveren. Dit houdt onder meer in dat:
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
15
a
het werk en de terreinen vrij van bouwafval en andere verontreinigingen dienen te zijn. Dit geldt ook voor bouwafval en verontreinigingen afkomstig van werken uitgevoerd door installateurs en derden, als bedoeld in § 31;
b
waar tapijt aangebracht is, dit schoon gestofzuigd dient te zijn;
c
alle aan het oog onttrokken ruimten onder vloeren, boven verlaagde plafonds, kanalen, kabelgoten, kokers, putten, afvoeren, daken, dakgoten enzovoort, dienen te zijn ontdaan van afval;
d
het zand vlak en egaal aangebracht dient te zijn;
e
ruiten, spiegels, tegelwerken, sanitair, keukens, radiatoren enz., enz., schoon en zonder krassen, ontdaan van plastikkers of resten daarvan, kalk-, verf-,mortelspatten en andere vlekken dienen te zijn;
f
alle beglazing, voor zover mogelijk aan beide zijden gewassen dient te zijn;
g
alle aluminium puien, gevelbeplating, stalen puien en deuren schoon en krasvrij dienen te zijn;
h
beton- en andere gevelelementen als schoon / nieuw werk dienen te zijn;
i
al het hang- en sluitwerk gesmeerd en ontdaan van verf-, specieresten en andere ongerechtigheden dient te zijn.
9-11
Onder afval wordt verstaan alles wat van de te verwerken bouwstoffen na de verwerking daarvan overblijft als onverwerkbaar voor het werk (zoals bijvoorbeeld puin, specieresten, haksel, krullen, resten van betonstaal, resten van betimmering) alsmede verpakkingsmateriaal, afgekeurde materialen, vervuilde en overtollige grond.
9-12
De ten gevolg van de uitvoering van het werk door de aannemer vervuilde eigendommen van de opdrachtgever, de directie en werken door installateurs en derden, als bedoeld in § 31, dient de aannemer eveneens schoon te maken.
§10
Oplevering
10-1
Het werk wordt als opgeleverd beschouwd, indien het overeenkomstig het bepaalde in § 9 is of geacht wordt te zijn goedgekeurd. De dag, waarop het werk is of geacht wordt te zijn goedgekeurd, geldt als de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
10-2
Indien de aannemer niet een aanvrage om opneming als bedoeld in § 9, eerste lid, tot de directie heeft gericht, doch de opdrachtgever het werk voltooid acht, kan deze de aannemer zulks schriftelijk meedelen. De vijfde dag na de verzending van deze mededeling geldt dan als de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
10-3
De opdrachtgever kan het werk, voordat dit voltooid is, of een al dan niet voltooid onderdeel daarvan, in gebruik nemen of doen nemen mits de ingebruikneming een voldoende voortgang van het werk niet in gevaar brengt. De opdrachtgever gaat hiertoe niet over nadat hij dit schriftelijk aan de aannemer heeft meegedeeld en een opneming van het in gebruik te nemen werk of onderdeel daarvan heeft plaatsgevonden. Indien door de in gebruikneming meer wordt verlangd van de aannemer dan redelijkerwijs van hem kan worden gevergd, zal dit worden verrekend als meerwerk. Indien door de ingebruikneming schade aan het werk ontstaat is deze schade niet voor rekening van de aannemer. Door de in dit lid bedoelde ingebruikneming en opneming wordt het werk dan wel een onderdeel daarvan, niet als opgeleverd beschouwd.
10-4
De aannemer draagt zorg voor de afgifte van: a de voltooiingsverklaringen, tegelijk met de oplevering van het werk;
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
16
b
de certificaten, attesten of attesten- met-certificaat voorzien van het keurmerk van certificatieinstellingen die erkend zijn door de Raad voor de Certificatie, betrekking hebbende op de in het bestek voorgeschreven systeem, producten of werkwijzen;
c
de nader door de directie aan te wijzen gegevens ten behoeve van de projectinventarisatie;
d
alle revisietekeningen van de tekeningen die in gevolge § 6a, eerste lid moet maken, uiterlijk drie maanden na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd;
e
de bedienings- en onderhoudsvoorschriften en de revisietekeningen van de technische installaties; hiervoor wordt verwezen naar het gestelde in de installatiebestekken.
10-5
Alle kosten verbonden aan het vervaardigen van de bescheiden genoemd in het vierde lid, onder sub a, b, c, d en e zijn voor rekening van de aannemer.
10-6
De revisiebescheiden moeten beantwoorden aan de door de directie gestelde richtlijnen en moeten voldoen aan de beschrijvingen vermeld in de desbetreffende bestekken.
10-7
Indien dit wordt geëist door overheden of andere instanties en/of bedrijven is de aannemer verplicht tot het indienen van de nodige revisietekeningen van de installaties bij alle daarvoor in aanmerking komende instanties.
10-8
Indien de aannemer in gebreke blijft wat de levering van de revisietekeningen betreft, kan de opdrachtgever overgaan tot het laten vervaardigen van deze tekeningen door derden op kosten van de aannemer.
10-9
Indien tijdens de onderhoudsperiode, als bedoeld in § 11, wijzigingen in het werk aangebracht worden, moeten deze door de aannemer alsnog op de revisietekeningen worden verwerkt.
§ 11
Herstelplicht in de onderhoudsperiode
11-1
De aannemer verplicht zich tot een onderhoudsperiode van zes maanden voor het bouwkundig deel van het werk en een onderhoudsperiode van twaalf maanden voor alle installaties. De onderhoudsperiode gaat in onmiddellijk na de dag waarop het werk overeenkomstig het bepaalde in § 10, eerste of tweede lid, als opgeleverd wordt beschouwd. Dezelfde bepalingen die tijdens de uitvoering van het werk gelden zijn ook op de onderhoudsperiode van toepassing. Voor installaties wordt bovengenoemde periode met een zodanig aantal maanden verlengd als noodzakelijk is om de werking van de installaties nogmaals te kunnen controleren in het daarvoor geëigende seizoen, in het geval dat dit wegens herstel van geconstateerde gebreken in het voorafgaand seizoen niet meer mogelijk bleek.
11-2
Tot het onderhoud behoort in het algemeen het herstellen van gebreken die in de onderhoudsperiode aan de dag treden, dan wel in het verrichten van werkzaamheden om het ontstaan van gebreken te voorkomen. Met uitzondering van die echter waarvoor de opdrachtgever op grond van § 5, tweede lid, de verantwoordelijkheid draagt of waarvoor hij op grond van § 5, derde lid, aansprakelijk is.
11-3
De in het tweede lid bedoelde werkzaamheden geschieden voor rekening van de aannemer, tot genoegen van de directie en binnen een door haar in redelijkheid te stellen termijn. Voldoet de aannemer niet of op onvoldoende wijze (zulks ter beoordeling van de directie) aan de orders hem aangaande het onderhoud gegeven, dan geschieden de werkzaamheden vanwege de directie, doch voor rekening van de aannemer onverminderd zijn aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook. De kosten van de werkzaamheden zullen op de onderhoudstermijn in mindering worden gebracht c.q. op de bankgarantie worden verhaald.
11-4
In de onderhoudsperiode optredende schade aan het werk is voor rekening van de opdrachtgever, met uitzondering echter van die schade, welke het gevolg is van de door de aannemer verricht
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
17
onvoldoend werk. In het laatste geval is het bepaalde in het derde lid van overeenkomstige toepassing. 11-5
Indien de aannemer zich desgevraagd verbindt tot herstel van niet voor zijn rekening komende gebreken of schade aan het werk, geschiedt de verrekening daarvan als meer werk.
11-6
Na afloop van de onderhoudsperiode zal het werk wederom worden opgenomen om te constateren of de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan, waarbij wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in § 9.
11-7
Indien tijdens de onderhoudsperiode naar het oordeel van de opdrachtgever belangrijke gebreken optreden of belangrijke onderdelen moeten worden vervangen zal na hernieuwde oplevering overeenkomstig de bepalingen van § 10 de overeengekomen onderhoudsperiode opnieuw beginnen, tenzij alsnog een kortere periode wordt overeengekomen.
11-8
Wanneer de door de directie gestelde termijn voor het herstellen van gebreken en schade, zoals bedoeld in de leden twee en vier, de einddatum van de hierboven genoemde onderhoudsperiode overschrijdt, zal de onderhoudsperiode met deze overschrijding worden verlengd.
§ 12
N.v.t.
5
WIJZIGING TIJDSTIPPEN VAN UITVOERING, SCHORSING, BEEINDIGING IN ONVOLTOOIDE STAAT
§ 13
Wijzigen tijdstippen van uitvoering
13-1
De directie is bevoegd: a indien in het bestek en onderhoudsperiode als bedoeld in § 11, eerste lid, is voorgeschreven, de uitvoering van ondergeschikte werkzaamheden tot inde onderhoudsperiode te verschuiven; b
bij meerjarig onderhoud de uitvoering van werken, waartoe de aannemer in een bepaald jaar verplicht is, in een ander jaar binnen de duur van dit onderhoud te verlangen.
§ 14
Schorsing van het werk en beëindiging van het werk in onvoltooide staat
14-1
De opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het werk voor het geheel of ten dele te schorsen.
14-2
In spoedeisende gevallen is de directie, hangende de beslissing van de opdrachtgever voorlopig tot zodanige schorsing bevoegd.
14-3
Gedurende de schorsing is de aannemer verplicht: a in overleg met de directie gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het werk zou kunnen ontstaan; b
na te laten zowel hetgeen schade aan het werk ten gevolge zou kunnen hebben als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken.
14-4
Voorzieningen, die de aannemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, worden als meer werk met hem verrekend. Schade, die de aannemer ten gevolge van de schorsing lijdt, wordt hem vergoed.
14-5
Indien de schorsing langer dan één maand duurt, kan de aannemer bovendien vorderen, dat evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk plaatsheeft. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze, in verband met het bepaalde in § 19 eigendom zijn geworden van de opdrachtgever. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de aannemer eerst nog gekeurd.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
18
14-6
Indien de schorsing van het gehele werk langer duurt dan zes maanden, is de aannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen.
14-7
De opdrachtgever is bevoegd de aannemer op te dragen het werk in onvoltooide staat te beëindigen.
14-8
Wanneer door voor rekening van de opdrachtgever komende omstandigheden de uitvoering van het werk gedurende meer dan twee maanden ononderbroken is vertraagd, is de aannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen.
14-9
In de gevallen bedoeld in het zesde, zevende en achtste lid zal de opdrachtgever zo spoedig mogelijk het werk overnemen. De aannemer is tot aan de overneming van het werk door de opdrachtgever gehouden de in het derde lid bedoelde verplichtingen na te komen.
14-10 De aannemer heeft alsdan recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet-voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten. Aanspraken van de aannemer en de opdrachtgever op hetgeen ter zake van de aannemingsovereenkomst verschuldigd is blijven onverlet. 14-11
De opdrachtgever is niet aansprakelijk en het in de vorige leden gestelde, met uitzondering van de leden drie en zeven, is niet van toepassing, indien de opdrachtgever het werk vanwege voor rekening van de aannemer komende omstandigheden voor bepaalde of onbepaalde tijd stillegt, onverminderd het recht van de opdrachtgever op vergoeding van schade, kosten en interesten.
6
WERKTERREIN, RECLAME
§ 15
Werkterrein
15-1
Onder werkterrein wordt verstaan het terrein dat de aannemer voor de uitvoering van het werk ter beschikking wordt gesteld door de opdrachtgever het terrein waarin en waarop het werk wordt uitgevoerd daarin begrepen. Onder werkterrein wordt tevens verstaan de als zodanig aangeduide aanwezige opstallen of delen daarvan waarin, waarop of waaraan het werk moet worden uitgevoerd.
15-2
Indien in het bestek oppervlakten van grond of water als werkterrein zijn aangeduid, heeft de aannemer daarover de kosteloze beschikking, zolang de uitvoering van het werk dit nodig maakt. Gebruik van ander terrein of water als werkterrein is voor rekening van de aannemer.
15-3
Het terrein is voor de aanvang van het werk namens de opdrachtgever onderzocht op de aanwezigheid van stoffen in de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater, die gevaarlijk dan wel schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid en/of het milieu. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in daaromtrent uitgebrachte rapporten, welke behoren tot het bestek en waarvan de aannemer op de hoogte is.
15-4
Indien bij de uitvoering van het werk stoffen worden aangetroffen, waarvan de aanwezigheid niet in het bestek is vermeld en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze die gevaarlijk dan wel schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid en/of met het milieu, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Hij dient terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden geboden veiligheidsmaatregelen te treffen. De meerdere kosten als gevolg van bovenbedoelde verontreiniging voor de aannemer worden verrekend overeenkomstig het bepaalde in § 29, tweede lid. Een eventuele sanering door of door tussenkomst van de aannemer wordt als meerwerk verrekend.
15-5
De opdrachtgever sluit iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele bodemverontreiniging veroorzaakt tijdens de uitvoering van de bouw en de aannemer zal de schade vergoeden die de opdrachtgever lijdt ten gevolge van een dergelijke verontreiniging. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever ter zake voor aanspraken van derden.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
19
15-6
De aannemer verklaart de bodemgesteldheid van het werkterrein en de invloed daarop van naburige terreinen te kennen, met name voor wat betreft de aard van de ondergrond, het moeten toepassen van bronbemaling en de aanwezigheid van obstakels.
15-7
De aannemer verklaart de (overheden)voorwaarden, voor zover van toepassing op de aannemer, waaronder het onderhavige werkterrein is geleverd en voor zover deze voorwaarden bepalingen inhouden, welke betrekking hebben op de uitvoering van het werk, te kennen alsmede zich tegenover de opdrachtgever te verbinden deze bepalingen te zullen nakomen. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de aannemer. Indien de aannemer de gemelde bepalingen niet of tijdig nakomt is hij verplicht de hieruit voortvloeiende kosten en/of schade voor de opdrachtgever aan de laatstgenoemde te vergoeden.
15-8
De in het bestek gegeven afmetingen en de gegevens, welke betrekking hebben op het werkterrein, worden de aannemer slechts ter algemene oriëntatie meegedeeld. Aan de dag tredende verschillen ten opzichte van de in het bestek omschreven toestand worden niet verrekend en geven de aannemer geen recht op schadevergoeding, noch op wijzigingen van de bepalingen van het bestek, tenzij de afwijking van zodanige aard is dat de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet voor zijn rekening dienen te komen.
15-9
Het werkterrein wordt in de staat waar het zich bevindt op de dag van ondertekening van de aannemingsovereenkomst ter beschikking gesteld. Alvorens het werkterrein in gebruik te nemen, dient de aannemer zich te vergewissen van: a het huidige en het toekomstige beloop van leidingen, kabels, bemalingen e.d.; b
de staat, situering en hoogteligging van het werkterrein;
c
de laad- en losplaatsen en de toegangsmogelijkheden tot het werkterrein.
Tevens dient de aannemer tijdig overleg met alle daar voor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven voor wat betreft de terreingegevens aan te vangen en maatregelen te treffen ter verzekering van een ongestoorde voortgang. 15-10
De kosten van het naleven van de in het zevende lid bedoelde voorwaarden van overheidswege en die van de te treffen voorzieningen, ook die van het omleggen van leidingen en kabels, die in overleg met en ter goedkeuring van alle daarvoor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven, zijn voor rekening van de aannemer.
15-11
Alvorens met de werkzaamheden aan te vangen dient de aannemer een terreininrichtingsplan ter goedkeuring in bij de directie, waar hij op aan geeft welke gedeelten van het werkterrein hij in gebruik wil nemen als opslagplaatsen en voor de plaatsing van keten en loodsen, hulpwerken en andere hulpmiddelen. Uitsluitend in overleg met en na toestemming van de directie kunnen in het gedeeltelijk gerede gebouw ruimten voor opslag in gebruik worden genomen. Voorts dient de aannemer een gebruiks-, een bouwveiligheids- en een kwaliteitsplan ter goedkeuring in bij de directie. Na gebruik en uiterlijk bij oplevering moet het werkterrein naar genoegen van de directie zoveel mogelijk weder in de oorspronkelijke toestand worden opgeleverd.
§ 16
Afsluiting, reclame
16-1
De wijze van bewaking en afscheiding van het werk zal aan de aannemer worden overgelaten. Hij blijft evenwel aansprakelijk voor het werk, constructies, hulpwerken, materialen en al datgene wat ten behoeve van het werk aanwezig is.
16-2
De aannemer dient: a
voor naamsduiding van het werk, de opdrachtgever, de architect, de adviseur(s), de aannemer(s), de installateur(s) en de leveranciers een reclamebord/borden met verlichting, op het werkterrein aan te brengen;
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
20
b
het reclamebord/de borden gedurende de nachtelijke uren te verlichten;
c
het reclamebord/ de borden tijdens de gehele duur van het werk in goede staat te onderhouden en bij oplevering van het werk, of zoveel eerder als de directie verlangt, af te voeren;
d
het reclamebord/de borden samen te stellen en te plaatsen in overleg en met goedkeuring van de directie;
e
zich te onthouden van het aanbrengen van afzonderlijke naamsaanduidingen, reclame, e.d. behoudens de gebruikelijke eigendomsaanduidingen op bouwwerktuigen en materieel;
f
de kosten van het reclamebord/borden, inclusief plaatsingskosten en precario, voor zijn rekening te nemen.
16-3
De opdrachtgever is gerechtigd om zogenaamde ‘verhuurborden’ te plaatsen op nader door hem aan te wijzen plaatsen. De aannemer dient zijn bouwplaatsinrichting aan te passen aan de plaatsen en afmetingen van deze borden.
16-4
Voor het vertrekken van inlichtingen, het geven van publiciteit, het maken van en het medewerking verlenen aan het maken van publicaties, foto’s, films, video-opnamen e.d. inzake het werk is toestemming van de opdrachtgever vereist.
7
BOUWSTOFFEN
§ 17
Verwerking van bouwstoffen
17-1
Met inachtneming van § 5, derde, vierde en vijfde lid, staat de aannemer in voor de goede hoedanigheid van de bouwstoffen, voor de geschiktheid voor hun bestemming en het voldoen aan de gestelde eisen, alsmede voor de tijdige levering.
17-2
De aannemer mag geen bouwstoffen verwerken, die niet zijn goedgekeurd.
17-3
De directie kan verlangen dat goedgekeurde bouwstoffen, ook nadat ze zijn verwerkt, alsnog worden vervangen indien daaraan gebreken worden geconstateerd. Deze vervanging geschiedt voor rekening van de aannemer.
17-4
De directie is bevoegd een bewijs van oorsprong van bouwstoffen te verlangen.
§ 18
Keuring van bouwstoffen
18-1
De bouwstoffen worden voordat zij in het werk worden aangebracht, door de directie goedgekeurd en - indien goedgekeurd - zo nodig gemerkt. Door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen worden geacht te zijn goedgekeurd.
18-2
Ten behoeve van de keuring moeten monsters en bouwstoffen tijdig op het werk of in de werkplaatsen worden aangevoerd. Zolang de directie zulks nodig oordeelt, blijven door de aannemer ingediende monsters onder haar berusting; ze zijn evenwel voor zijn rekening en blijven voor hem toegankelijk.
18-3
De aannemer verleent bij de keuring, alsmede bij het merken van goedgekeurde bouwstoffen, de nodige hulp en stelt daartoe personeel en eenvoudige hulpmiddelen ter beschikking.
18-4
De aannemer is bevoegd bij de keuring aanwezig te zijn of zich te doen vertegenwoordigen; de directie kan dit van hem verlangen.
18-5
De directie is bevoegd bouwstoffen door derden te doen onderzoeken.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
21
18-6
Voor rekening van de aannemer komen de kosten van: a het beschikbaar stellen van de voor de keuring benodigde bouwstoffen; b
het brengen van bouwstoffen en een voor de keuring geschikte samenstelling en vorm;
c
de emballage en verzending van elders te keuren bouwstoffen;
d
het in het vijfde lid bedoelde onderzoek;
e
de in het twaalfde lid bedoelde herkeuring;
f
alle in het bestek genoemde en alle door de daarvoor in aanmerking komende instanties/bedrijven te eisen beproevingen en keuringen, met inbegrip van alle bijkomende kosten van materiaal, transport en opslag.
Afschriften van alle beproevingsrapporten dienen rechtstreeks naar de directie gezonden te worden. 18-7
De in het vorige lid bedoelde kosten worden zo nodig overeenkomstig § 42, zesde lid verrekend.
18-8
De keuring geschiedt - ter keuze van de directie - op het werk, in de middelen van vervoer of elders, zo spoedig mogelijk na aanvoer of gereedkoming. Indien, ondanks een door de directie ontvangen schriftelijk verzoek van de aannemer om bouwstoffen te keuren, uiterlijk op een in dat verzoek vermeld redelijk tijdstip de schriftelijke mededeling van uitslag van de keuring niet door de aannemer is ontvangen, worden de bouwstoffen geacht te zijn goedgekeurd. Onder een schriftelijk verzoek en onder een mededeling als in dit lid bedoeld wordt mede verstaan een aantekening in het dagboek, als bedoeld in § 27.
18-9
Verzoekt de aannemer om keuring op een andere plaats dan door de directie is voorgeschreven, dan wordt dat niet geweigerd, indien toestaan niet in strijd is met de belangen van een goede hoedanigheid van het werk en van desbetreffende controle en mits de aannemer de hogere kosten hiervan voor zijn rekening neemt.
18-10 Waardevermindering en verlies van voor de keuring gebezigde bouwstoffen worden aan de aannemer niet vergoed. 18-11
In geval van afkeuring van de bouwstoffen kan zowel de directie als de aannemer vorderen, dat een in onderlinge overeenstemming getrokken monster uit die bouwstoffen tot na de beslechting van het uit die afkeuring mogelijk voortvloeiend geschil wordt bewaard. Deze monsters worden door beiden gewaarmerkt. De bewaring geschiedt op een in onderlinge overeenstemming te bepalen plaats.
18-12
De aannemer heeft de bevoegdheid om in geval van afkeuring van bouwstoffen herkeuring aan te vragen door een in overeenstemming met de opdrachtgever aan te wijzen deskundige, aan wiens uitspraak partijen ook in een later geschil gebonden zijn.
18-13
Afgekeurde bouwstoffen worden zo spoedig mogelijk afgezonderd en van het werk verwijderd, ook indien zij reeds mochten zijn verwerkt.
18-14
Bouwstoffen, geleverd onder certificaat, attest (met certificaat) en voorzien van het keurmerk van de betreffende certificatie-instelling die erkend moet zijn door de Raad van de certificatie, worden geacht te zijn goedgekeurd in de zin van deze paragraaf nadat onder afgifte door de aannemer aan de directie van het betreffende certificaat of attest (met certificaat, de bouwstoffen zijn geïnspecteerd en goedgekeurd.
18-15
In geval bouwstoffen die geleverd kunnen worden met een keurmerk van een certificatie-instelling, erkend door de Raad van de Certificatie, worden betrokken bij een fabriek die de bouwstoffen niet met een dergelijk keurmerk levert, is de aannemer verplicht deze op zijn kosten te laten keuren door een erkend, onafhankelijk keuringsinstituut voor bouwmaterialen.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
22
§ 19
Eigendom van bouwstoffen
19-1
Alle voor het werk bestemde bouwstoffen worden - zonder dat de opdrachtgever daardoor aansprakelijk wordt voor betalingen aan leveranciers of andere rechthebbenden - eigendom van de opdrachtgever, zodra zij zijn goedgekeurd.
19-2
Geen overdracht van eigendom als bedoeld in het eerste lid wordt geacht te hebben plaatsgevonden: a indien een schuldeiser van de opdrachtgever beslag legt op de in het eerste lid bedoelde stoffen; b
indien de opdrachtgever failliet wordt verklaard of hem surséance van betaling wordt verleend en het werk door de curator dan wel door de opdrachtgever en diens bewindvoerders niet wordt voortgezet.
Het in dit lid bepaalde lijdt nochtans uitzondering met betrekking tot die bouwstoffen, welke de opdrachtgever aan de aannemer heeft betaald. 19-3
Na voltooiing van het werk overgebleven bouwstoffen worden aan de aannemer teruggegeven en als niet geleverd beschouwd en dienen door de aannemer te worden afgevoerd.
§ 20
Zorg voor bouwstoffen en het werk
20-1
De aannemer draagt zorg voor de goedgekeurde en door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen, alsmede voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen is voor zijn rekening, behoudens het bepaalde in § 44.
20-2
Overal waar volgens de directie beschadiging, verontreiniging of vernieling van bouwstoffen of van het door de aannemer uitgevoerde werk is te duchten, neemt de aannemer afdoende beschermingsmaatregelen.
20-3
De aannemer dient bij dreigende ongunstige weersomstandigheden al die maatregelen te treffen, welke dienstig zijn om de uitvoering en de voortgang van het werk zoveel mogelijk te bevorderen. De aannemer dient hiertoe in ieder geval de volgende maatregelen te treffen: a het vroegtijdig afdekken van de te verwerken bouwstoffen; b
het beschermen van funderingsaanleg en leidingen door aanvulling met droog, niet bevroren zand of grond;
c
het vorstvrij houden van de werkwaterleiding;
d
het afdekken van pas gestort beton en vers metselwerk;
e
het afdekken van bodemafsluitingen tegen opvriezen;
f
overige maatregelen op aanwijzing van de directie.
20-4
Bevroren bouwstoffen mogen niet worden verwerkt. Na afloop van de ongunstige weersomstandigheden dient de aannemer de bouw(onder)delen welke hebben geleden onder de ongunstige weersomstandigheden, voor zover nodig, af te breken en te verwijderen alvorens hij de werkzaamheden hervat.
20-5
De aannemer dient: a de luchtkanalen en standleidingen tijdens de bouwwerkzaamheden stofvrij af te dichten; b
voorzieningen te treffen om tocht te weren, indien de directie dit nodig acht;
c
ter nadere goedkeuring van de directie, vloersparingen tijdelijk waterdicht of te sluiten;
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
23
d
gereed gekomen ruimten of gebouwdelen tijdelijk afsluitbaar te maken door deuren te leveren en aan te brengen.
§ 21
Oude bouwstoffen
21-1
De uit het werk komende oude bouwstoffen worden eigendom van de aannemer, tenzij de directie verklaart, dat zij voor de opdrachtgever van waarde zijn.
21-2
De voor de opdrachtgever niet van waarde zijnde oude bouwstoffen moeten worden weggevoerd; de directie kan verlangen dat zulks geschiedt binnen door haar te bepalen termijnen en tot een afstand van tenminste 200 meter van het werk.
21-3
De aan de opdrachtgever verblijvende oude bouwstoffen worden behoorlijk gesorteerd - het hout bovendien spijkerschoon gemaakt - en opgeborgen op door de directie aan te wijzen plaatsen niet verder dan 200 meter van het werk verwijderd.
21-4
De aannemer is niet verantwoordelijk voor de hoedanigheid van de uit het werk komende bouwstoffen, voor zover achteruitgang van die hoedanigheid niet aan hem is te wijten.
§ 22
Garantie voor een onderdeel
22-1
Door ondertekening van de aannemingsovereenkomst verklaart de aannemer de in het zevende lid genoemde onderdelen van het werk, met in achtname van het in deze paragraaf bepaalde, te garanderen. Deze garanties gelden van de oplevering van het werk gedurende de in het zevende lid genoemde periode. Deze garanties gelden voor de opdrachtgever en diens rechtsopvolger(s).
22-2
Indien onderdelen van het werk door onderaannemers of leveranciers worden uitgevoerd of aangebracht, draagt de aannemer bovendien zorg voor het verstrekken van gelijkluidende garanties door de onderaannemers of leveranciers aan de opdrachtgever. Deze garantieverklaringen dienen te worden verstrekt op naam van de opdrachtgever en diens rechtsopvolger(s). De aannemer zal zich voor de betreffende onderdelen door onderaannemers en leveranciers en respectievelijke rechtsopvolger(s) doen voorzien van eenzelfde garantie. Indien door onderaannemers of leveranciers verder strekkende garanties als bedoeld in het zevende lid, worden verstrekt gelden deze garanties als aanvulling op het in het zevende lid bepaalde.
22-3
De garantieverklaringen van de onderaannemers en leveranciers dienen voor de aanvang van de uitvoering c.q. levering van het desbetreffende onderdeel van het werk in het bezit van de directie te zijn gesteld.
22-4
Door herstel of vervanging van gegarandeerde onderdelen van het werk tijdens de garantieperiode, treedt de garantieperiode voor dat onderdeel opnieuw in werking.
22-5
Indien de aannemer de aanwezigheid van een door de opdrachtgever gestelde tekortkoming betwist, kan hij verzoeken dat een in gemeenschappelijk overleg te bepalen onafhankelijke deskundige zich hierover zal uitspreken. Indien de opdrachtgever in het gelijk wordt gesteld komen de kosten van deze deskundige voor rekening van de aannemer.
22-6
De garantie houdt in dat de aannemer verplicht is om voor zijn rekening alle tijdens de garantieperiode optredende gebreken, op eerste aanzegging van de opdrachtgever zo spoedig mogelijk te herstellen. Wanneer de aannemer bij het zich voordoen van enige tekortkoming aan het werk of een onderdeel daarvan binnen de garantieperiode niet binnen een door de opdrachtgever te stellen redelijke termijn zijn garantieplicht nakomt, is de opdrachtgever gerechtigd om, op kosten van de aannemer, datgene te laten verrichten waartoe de aannemer verplicht is.
22-7
De aannemer garandeert, zonder bijzondere onderhoudsvoorschriften:
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
24
-
gedurende 10 jaar dat de fundering en gewapend beton- c.q. ongewapend betonwerken geen gebreken gaan vertonen;
-
gedurende 10 jaar, dat prefab betononderdelen: * geen vlekken en roestvorming door wapening en roestvormende gesteenten vertonen; * geen afschilfering en esthetisch onaanvaardbare craquelé-vorming vertonen; * juist bevestigd en verankerd zijn;
-
gedurende 5 jaar, dat de moffellagen op verzinkt staal en aluminium: * goed hechten op de ondergrond; * de ondergrond goed beschermen tegen weersinvloeden; * geen blaasvorming of scheuren vertonen; * geen ontoelaatbare verkleuring of verkrijting vertonen;
-
gedurende 3 jaar, dat zand-cement/anhydriet ondervloeren: * geen scheuren vertonen; * niet loslaten van de ondergrond; * hun samenhang en drukvastheid behouden;
-
gedurende 6 jaar, dat vloer- en wandtegels: * niet loskomen van de ondergrond; * niet scheuren; * geen scheurtjes in de glazuurlaag vertonen;
-
gedurende 6 jaar, dat stucadoorswerken en spuitpleisterlagen niet losraken, scheuren of afschilferen;
-
gedurende 5 jaar, dat voegwerk niet loslaat, afschilfert of scheurt;
-
gedurende 10 jaar, dat de isolatie aan de in het bestek daaraan gestelde eisen zal voldoen;
-
gedurende 10 jaar, dat kelderwand doorvoeringen blijvend waterdicht zijn, voor zover deze doorvoeringen onder het definitieve maaiveld liggen;
-
gedurende 5 jaar, dat vocht in de fundering niet optrekt, tot aan de bovenkant van de begane grondvloer;
-
gedurende 6 jaar, dat de vloerconstructie van natte cellen en technische ruimten niet lekken en de wandconstructie van deze ruimten geen vochtdoorslag vertonen;
-
gedurende 1 jaar, dat deuren niet meer krom trekken dan volgens de norm van de Nederlandse deurenfabrikanten; gedurende 1 jaar, dat hang- en sluitwerk en de bevestigingsmiddelen geen overmatige slijtage en corrosie vertonen;
-
-
gedurende 1 jaar, dat tourniquettes deugdelijk en goed functioneren;
GEVEL - gedurende 10 jaar, dat natuurstenen gevelelementen; * geen ontoelaatbare verkleuringen en scheuren vertonen; * solide verankerd c.q. gehecht zijn; -
gedurende 5 jaar, dat de neopreenkaders e.d. waterdicht, voldoende mechanisch sterk en weerbestendig blijven;
-
gedurende 10 jaar, dat buitenmuren en andere gevelelementen met inbegrip van moffelwerk en door deze werken gevoerde leidingen, voor wat betreft materialen, constructies, profielen, dichtingen en bevestigingsmiddelen: * hun werking en hoedanigheid zullen behouden; * geen verkleuringen barstvorming vertonen;
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
25
* * * -
geen (constructie)gebreken gaan vertonen; wind- en waterdicht en vorstbestendig blijven; geen hinderlijke bijverschijnselen optreden zoals schuren, piepen, kraken, fluiten enz.
gedurende 6 jaar, dat het gevelmetselwerk (specie en voegwerk) weersbestendig is.
GLAS - gedurende 10 jaar, dat beglazing zijn fysische waarden behoudt: * geen vorstdoorslag, afschilfering, vlekken etc. vertoont; * doorzichtig blijft bij normaal gebruik; * niet van kleur verandert. -
gedurende 10 jaar, buitenbeglazing tegen het optreden van thermische breuk;
-
gedurende 10 jaar, dat geen enkel vermindering van doorzicht door condensatie, filmvorming of stofvorming tussen de ruiten van de dubbele beglazing zal ontstaan;
-
voorts dat bij constatering van gebreken gedurende de eerste 5 jaar van de garantieperiode het nieuwe glas wordt geleverd en geplaatst en bij constatering van gebreken gedurende de daarop volgende 5 jaar alleen het nieuwe glas wordt geleverd.
SCHILDERWERK - gedurende 2 jaar, dat het transparante schilderwerk onderhoudsvrij is; -
gedurende 3 jaar, dat het dekkende schilderwerk onderhoudsvrij is, met dien verstande dat deze garantie aflopend is, te weten het eerste jaar 100% en elk volgend jaar 33,33% minder;
-
gedurende 3 jaar, dat het schilderwerk geen ontoelaatbare verkleuring vertoont;
DAKEN - gedurende 10 jaar, dat de totale dakafwerking, bestaande uit dakbedekkingen, randafwerkingen etc. met inbegrip van aansluitingen aan onderdelen in of aan deze dakbedekkingen wind- en waterdicht is; RIOLERING - gedurende 5 jaar, dat de kunststof rioleringsleidingen niet deformeren; -
gedurende 5 jaar, dat de rioleringsleidingen: * waterdicht en stankvrij functioneren; * breukvast zijn en bestand tegen aantasting van afvalwater en bodemzuren.
KITTEN - gedurende 5 jaar, dat kitvoegen: * wind- en waterdicht zijn; * goed hechten; * hun elasticiteit en plasticiteit behouden; * bestendig zijn tegen ultra violet straling. INSTALLATIES - gedurende 3 jaar, dat ventilatiesystemen luchtdicht en stankvrij functioneren; -
22-8
gedurende 1 jaar, dat alle installaties en installatie-onderdelen inclusief meet- en regelapparatuur en motorisch draaiende delen goed functioneren.
Niet onder de hiervoor genoemde garanties vallen: a de gevolgen van normale slijtage en duidelijk aantoonbare gebreken ten gevolge van de verwaarlozing van onderhoud, het onjuist onderhouden en onjuist gebruik; b gebreken tengevolge van overstroming, stuifsneeuw en wind met een snelheid van meer dan 11 op de schaal van Beaufort, gemeten bij het dichtst bij het werk aanwezige weerstation.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
26
22-9
Het bepaalde in deze paragraaf geldt onverminderd de aansprakelijkheid uit artikel 1645 BW, de aansprakelijkheid uit wanprestatie en de overige wettelijke aansprakelijkheid voor gebreken die het werk na de oplevering vertoont.
8
HULPMIDDELEN
§ 23
Loodsen en andere hulpmiddelen
23-1
Hout en andere timmerwerken, voor zover niet bestemd voor verwerking in de grond of in waterbouwkundige werken, board, stalen ramen e.d. worden zodanig opgeslagen, zo nodig in van waterdichte daken voorziene loodsen, dat hun vorm, uiterlijk en samenstelling behouden blijven en geen invloed van zon, regen of optrekkend vocht kunnen ondervinden. Dezelfde eisen gelden voor wandtegels, kalk, tras, gips, cement, hang- en sluitwerk, nonferrometalen, sanitair, verven, behangsel en dergelijke: de voor deze bouwstoffen bestemde loodsen moeten van waterdichte wanden voorzien en afsluitbaar zijn. Voorts moeten de loodsen zo zijn ingedeeld en verlicht, dat de sortering en bewerking van de in dit lid bedoelde bouwstoffen er tevens behoorlijk kunnen geschieden.
23-2
Indien de beschikbaarstelling van een directieverblijf in het bestek is beschreven stelt de aannemer dit binnen tien werkdagen na aanvang van het werk ter beschikking van de directie. Het moet bereikbaar zijn over een goed begaanbaar toegangspad. Het verblijf moet bestaan uit de in het bestek te beschrijven, tenminste 2.30 hoge vertrekken, bij gebreke van welke beschrijving een vertrek met een vloeroppervlak van ongeveer 12 vierkante meter moet worden gemaakt, voorts uit een spoelruimte, een tochtportaal, een closetruimte en afsluitbare kasten. Het moet uit- en inwendig een goed voorkomen hebben, worden samengesteld uit een waterdicht dubbel schotwerk voor de buitenwanden en voor de plafond-dakconstructie en worden voorzien van de nodige vensters, een wasbak en closetinrichting, voorts van gordijnen, tekentafel met afsluitbare laden, tekenbord, tafel, stoelen, kapstok, handdoeken, zeep en dergelijke. Indien het aanbrengen van een telefooninstallatie ten dienste van de directie in het bestek wordt voorgeschreven, staat deze zonder tussen verbinding, uitsluitend ter hare beschikking; alle kosten hiervan zijn volledig voor rekening van de aannemer. De aannemer zorgt voor schoonhouden, verwarming, electriciteit en verlichting en voor de verstrekking van drinkwater, frisdrank, koffie en thee voor de directie en haar bezoekers.
23-3
Alle loodsen, keten, directieverblijven, afsluitingen, hulpwegen, steigers, werktuigen, gereedschappen en andere hulpmiddelen voor de uitvoering worden, zolang zij voor het werk nodig zijn door de aannemer in goede staat onderhouden. Zij worden, zodra zij niet meer nodig zijn, binnen een door de directie te bepalen termijn en in elk geval voor de oplevering van het werk of, indien in het bestek een onderhoudsperiode is voorgeschreven, vóór het einde daarvan, verwijderd.
23-4
De aannemer draagt zorg voor de aanleg, aansluiting en instandhouding gedurende de bouwtijd van de waterleiding, riolering en electriciteitsleiding ten behoeve van zijn werkzaamheden en die van in § 31 bedoelde installateurs en derden, en wel naar alle plaatsen op het werk waar dit, tevens naar oordeel van de directie, voor een goede uitvoering noodzakelijk is. Naar gelang het bouwwerk gereed komt, moeten op eerste aanzegging van de directie successievelijk gedeelten van de tijdelijke installaties, die niet meer nodig zijn voor het werk gedemonteerd en afgevoerd worden. Bovengenoemde installaties blijven eigendom van de aannemer.
23-5
De door de aannemer aan te brengen schaft-, wasvoorzieningen e.d. dienen van dusdanige grootte te zijn, dat behalve het personeel van de aannemer, ook dat van de op de bouw werkzame onderaannemers en installateurs, ondergebracht kan worden. Voorts gedoogt de aannemer dat zij gebruik maken van de telefoon tegen vergoeding van de gesprekskosten.
§ 24
Hulpmiddelen van de opdrachtgever
24-1
Indien aan de aannemer het gebruik van gebouwen, terreinen en hulpmiddelen van de opdrachtgever is opgedragen of vergund, komen het onderhoud en herstel, zolang het gebruik duurt, voor rekening van de aannemer.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
27
24-2
In geval van verloren gaan door het in het eerste lid bedoelde gebruik, is hij verplicht tot vergoeding van de schade.
24-3
Zodra het in gebruik genomene voor de uitvoering van het werk niet meer nodig is, stelt de aannemer het, zoveel doenlijk in gelijke staat als hij het heeft ontvangen, weer ter beschikking aan de opdrachtgever en bergt de hulpmiddelen op door of namens hem aan te wijzen plaatsen op.
§ 25
Gezonken materieel
25-1
Indien ten behoeve van het werk in gebruik zijnde hulpmiddelen, zoals vaartuigen en werktuigen, dan wel voor het werk bestemde bouwstoffen gezonken zijn in wateren, welke bij de opdrachtgever in eigendom of beheer zijn, is de aannemer verplicht om ze met inbegrip van lading en toebehoren te lichten en te verwijderen.
25-2
Hij is in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, verplicht dadelijk de vereiste aanduiding en verlichting aan te brengen, zo spoedig mogelijk de eerste maatregelen tot lichting, zoals het onderdoor brengen van kettingen, te nemen en de lichting in een zo kort mogelijke tijd te voltooien.
25-3
De in de voorafgaande leden bedoelde werkzaamheden geschieden op kosten van de aannemer, tenzij het in het eerste lid bedoelde zinken is veroorzaakt door een omstandigheid die voor rekening van de opdrachtgever komt.
9
UITVOERING
§ 26
Algemeen tijdschema
26-1
De aannemer stelt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor de aanvang van het werk, in overleg met de betrokken derden en installateurs (indien bekend), een aan de aard van het werk aangepast algemeen tijdschema op. In dit algemene tijdschema wordt duidelijk aangegeven op welke wijze, in welke volgorde, met welk materiaal en met welke hulpmiddelen de aannemer voornemens is het werk en zijn onderdelen uit te voeren alsmede welke tijdsduur hij voor elk onderdeel nodig acht. Het algemeen tijdschema dient te voldoen aan de eisen, die ten aanzien van de uitvoering van het werk in de overeenkomst zijn gesteld en wordt door de aannemer van een behoorlijke toelichting voorzien. Bij het opstellen van een algemeen tijdschema en werkplan dient rekening te worden gehouden met de te verwachten werkbare werkdagen. In dit schema worden de werkzaamheden van alle uitvoerende partijen duidelijk aangegeven zodanig dat een tijdige oplevering wordt gegarandeerd. Tevens wordt daarin aangegeven op welke tijdstippen de aannemer ten behoeve van de voortgang van het werk en de volgorde van de onderdelen daarvan zal dienen te beschikken over datgene waarvoor de opdrachtgever of de directie ingevolge de overeenkomst dient te zorgen.
26-2
De aannemer legt het algemene tijdschema, gedateerd en ondertekend in viervoud aan de directie ter goedkeuring over, uiterlijk op de vijftiende werkdag na de dag waarop het werk hem is opgedragen onderscheidenlijk de directie om een algemeen tijdschema heeft verzocht.
26-3
De directie beslist zo spoedig mogelijk omtrent de goedkeuring van het algemene tijdschema en deelt haar beslissing, in elk geval uiterlijk op de tiende werkdag, nadat zij het heeft ontvangen, schriftelijk aan de aannemer mede. De goedkeuring wordt slechts aan het algemene tijdschema onthouden, indien uit de inhoud daarvan blijkt dat niet aan de uit de aannemingsovereenkomst voortvloeiende eisen wordt voldaan.
26-4
Ingeval van goedkeuring worden de exemplaren van het algemene tijdschema aan de aannemer toegezonden. Ingeval het algemene tijdschema niet wordt goedgekeurd, wordt de aannemer met de redenen hiervan schriftelijk in kennis gesteld. De aannemer legt in dat geval zo spoedig mogelijk, doch binnen tien werkdagen, een nieuw algemeen tijdschema, waarbij met de bezwaren van de directie rekening is gehouden, ter goedkeuring aan de directie over. Ten aanzien van de beslissing op het nieuwe algemene tijdschema is het derde lid van overeenkomstige toepassing.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
28
26-5
Zodra het tijdschema is goedgekeurd zal het bindend zijn en tevens de basis vormen voor verdere planning van de werkzaamheden en de voorbereiding daarvan. Slechts na overleg en met schriftelijke toestemming van de directie kan van het tijdschema worden afgeweken. De goedkeuring door de directie van het algemene tijdschema en de daarin onder haar goedkeuring aangebrachte wijzigingen ontheffen de aannemer niet van zijn verplichtingen om het werk naar de uit de aannemingsovereenkomst voortvloeiende eisen uit te voeren en tijdig te voltooien. De aannemer dient steeds tijdig het initiatief te nemen teneinde in overleg met de directie en de overig betrokkenen te komen tot regeling en afstemming van de werkzaamheden binnen het raam van het tijdschema en het hierna te noemen werkplan.
26-6
De aannemer dient in overleg met de directie de gerealiseerde stand van het werk ten opzichte van de in het algemene tijdschema neergelegde verwachtingen wekelijks op het algemene tijdschema aan te tekenen of schriftelijk vast te leggen, zowel met betrekking tot de door de directie goedgekeurde wijzigingen als met betrekking tot de voortgang van het werk, inclusief het werk van derden onderaannemers/installateurs. Dit geschiedt naast de vermelding van de stand van het werk in het dagboek.
26-7
Zodra de aannemer omstandigheden bekend worden, die naar zijn oordeel zullen leiden tot afwijking van het algemeen tijdschema of werkplan en afspraken, die op basis hiervan zijn gemaakt dan brengt hij ten spoedigste deze bedoelde omstandigheden per aangetekende brief ter kennis van de directie en de medebetrokkenen. De aannemer dient voorstellen te doen om in overleg met de rechtstreeks betrokkenen afwijkingen van het tijdschema te voorkomen respectievelijk zo klein mogelijk te houden. Deze verplichting geldt omgekeerd tevens voor de directie en de overige betrokkenen.
26-8
De opdrachtgever c.q. de directie heeft het recht om, indien achterstanden worden geconstateerd van de aannemer maatregelen te verlangen welke ertoe zullen leiden dat de achterstand wordt ingelopen. Indien de aannemer weigert dergelijke maatregelen te treffen, althans slechts bereid is tot het nemen van maatregelen welke zullen leiden tot piekvorming in de werkzaamheden in een latere fase van het bouwproces, dan is de opdrachtgever c.q. de directie gerechtigd, na eenmalige ingebrekestelling, op kosten van de aannemer, zodanige maatregelen te nemen als ten nutte van de goede voortgang van het werk dan door de opdrachtgever c.q. de directie dienstig worden geoordeeld, waaronder mede te begrijpen het door een derde doen verrichten van werkzaamheden of doen voortzetten of voltooien van het werk.
§ 27
Dagboek, lijsten
27-1
De directie maakt dagboeken op. Hierin worden onder meer aantekeningen opgenomen betreffende: a de vordering en de stand van het werk; b
de aan- en afvoer en de goedkeuring van bouwstoffen;
c
de aan- en afvoer van materieel en hulpmiddelen;
d
bestekswijzigingen, meer en minder werk, verwerkte hoeveelheden en stelposten;
e
opneming, goedkeuring en oplevering van het werk;
f
de verstrekking van tekeningen.
27-2
De in het eerste lid bedoelde aantekeningen worden telkens uiterlijk op de vijfde werkdag na het verstrijken van de werkweek, waarop zij betrekking hebben, opgenomen in het dagboek, dat terstond na het opmaken door de directie wordt ondertekend.
27-3
Het door de directie ondertekende dagboek wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de vijftiende werkdag na het verstrijken van de werkweek waarop het betrekking heeft aan de aannemer ter ondertekening voorgelegd. Aan de aannemer wordt afschrift van de dagboeken verstrekt.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
29
27-4
Indien de aannemer zich met de inhoud van het dagboek kan verenigen, tekent hij dit voor akkoord uiterlijk op de vijfde werkdag, nadat het hem is voorgelegd.
27-5
Indien de aannemer zich met de inhoud van het dagboek niet kan verenigen, ondertekent hij dit eveneens uiterlijk op de vijfde werkdag, nadat het hem is voorgelegd, doch onder toevoeging van een aantekening, waaruit blijkt tegen welke gedeelten en om welke redenen hij bezwaar heeft.
27-6
Indien dit in de aannemingsovereenkomst is voorgeschreven of na de opdracht door de directie wordt verlangd, verstrekt de aannemer telkens op de vijfde werkdag na het verstrijken van een werkweek een op die werkweek betrekking hebbende door hem gedateerde en ondertekende lijst, bevattende opgaven omtrent het voorts zodanige verdere mededelingen als door de directie worden gewenst.
27-7
Indien ten behoeve van het werk buiten het werkterrein werkzaamheden worden verricht, kan de directie vorderen, dat de aannemer daaromtrent uiterlijk op de vijfde werkdag na het verstrijken van een werkweek een door hem ondertekend rapport in tweevoud bij haar indient. In dit rapport worden aantekeningen als in het eerste lid bedoeld en betrekking hebbend op de in de voornoemde werkweek verrichte werkzaamheden opgenomen.
§27a
Bouwvergaderingen, werkbesprekingen
27a-1
Zo dikwijls de directie dit nodig oordeelt, wordt een bouwvergadering belegd, in principe éénmaal per vier weken. Hierbij zullen aanwezig zijn de directie en door haar uit te nodigen personen, de aannemer of een gevolmachtigde van de aannemer, de door de aannemer met toestemming van de directie uit te nodigen personen en eventueel de opdrachtgever.
27a-2
Van de bouwvergaderingen worden door de directie notulen gemaakt, waarvan een afschrift wordt toegezonden aan de aannemer. De notulen worden in de eerst volgende bouwvergadering door de partijen ondertekend.
27a-3
Zo dikwijls als de aannemer of de directie dit nodig oordeelt, wordt een werkbespreking belegd. De aannemer zit deze werkbespreking voor.
27a-4
Van de werkbesprekingen, waaraan de aannemer, zijn onderaannemers en derden deelnemen, worden door de aannemer verslagen gemaakt, waarvan een afschrift wordt toegezonden aan de aanwezige en belanghebbende partijen.
§ 28
Afbakening, peilingen en opmetingen
28-1
De aannemer zal voor zijn rekening: a het werk uitzetten en de vereiste profielen en bakens zetten; b
ten behoeve van afbakening, peilingen en opmetingen geschikt personeel en hulpmiddelen, als: roei- en peilboten, meetinstrumenten, bakens, enzovoort ter beschikking stellen van de directie;
c
de gedane uitzetting en afbakening in goede staat onderhouden, zolang de directie dit nodig oordeelt.
§ 29
Verschillen in afmetingen of in de toestand van bestaande werken en terreinen
29-1
Indien de in de beschrijving van het werk vermelde afmetingen niet overeenkomen met die, voorkomende op de tekeningen, is de aannemer verplicht de door hem geconstateerde afwijking ter kennis te brengen van de directie, opdat deze, zo zij zulks nodig acht, kan besluiten van de in § 2, vijfde lid, bedoelde rangorde af te wijken. Een zodanig besluit van de directie wordt als een bestekswijziging aangemerkt.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
30
29-2
Indien de in het bestek aangegeven afmetingen niet overeenkomen met die, voorkomende in de werkelijkheid, is de aannemer verplicht de door hem geconstateerde afwijkingen ter kennis te brengen van de directie, teneinde met deze overleg te plegen omtrent hetgeen moet geschieden om, gelet op de afwijking, het werk juist uit te voeren. De gebleken afwijking geeft, afgezien van de verrekening van meer en minder werk, welke uit het bestek mocht voortvloeien, de aannemer geen aanspraak op bijbetaling, tenzij de afwijking van zodanige aard is, dat de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet voor zijn rekening dienen te komen.
29-3
Verschillen tussen de tijdens de uitvoering blijkende toestand van bestaande gebouwen, werken en terreinen enerzijds en de in het bestek aangeduide toestand anderzijds geven, afgezien van de verrekening van meer en minder werk, welke uit het bestek mocht voortvloeien, de aannemer geen aanspraak op bijbetaling, tenzij de verschillen van zodanige aard zijn, dat de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet voor zijn rekening dienen te komen. Overigens draagt de opdrachtgever de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door of namens hem verstrekte gegevens, voor zover de aannemer de eventuele onjuistheid van deze gegevens niet heeft kunnen of behoeven bemerken.
29-4
Kleine afwijkingen in de maatvoering binnen de hoofdmaten zullen de aannemer nimmer aanspraak geven op bijbetaling. Controle van maatvoering in het werk ten behoeve van de in de werkplaatsen te maken onderdelen behoort tot de verplichtingen van de aannemer.
§ 30
Voorzieningen in waterkering, waterdoorlaat en verkeer
30-1
De aannemer mag het werk of onderdelen daarvan, waardoor de belangen van waterkering of waterdoorlaat zouden kunnen worden geschaad of stremming of stoornis in of hinder aan of gevaar, voor het verkeer te land, te water of door de lucht zou kunnen worden veroorzaakt, slechts uitvoeren, indien en zolang hij met het oog op die belangen de nodige voorzieningen heeft getroffen.
30-2
Onder de in het eerste lid bedoelde voorzieningen worden verstaan: tijdelijke werken, afsluitingen, waarschuwingsborden, kentekens, verlichting en andere veiligheidsmaatregelen, die door wettelijke voorschriften worden vereist of uit andere hoofde nodig mochten zijn.
30-3
Zolang hinder aan of stoornis in het verkeer te land, te water of door de lucht wordt toegebracht, moet ten behoeve van het verkeer de nodige hulp beschikbaar worden gesteld.
30-4
De in deze paragraaf bedoelde voorzieningen en hulp zijn voor rekening van de aannemer, met dien verstande, dat dit voor de tijdelijke werken van betekenis of maatregelen van ingrijpende aard slechts geldt, indien deze in de aannemingsovereenkomst zijn omschreven.
30-5
Ter nakoming van het in deze paragraaf gestelde maakt de aannemer een verkeerscirculatieplan. Dit plan moet alle voorzieningen bevatten die getroffen dienen te worden om tijdens de bouwperiode de wegen en de trottoirs rond de bouwplaats zoveel mogelijk vrij te houden, zoals aan- en afvoerwegen, laad- en losplaatsen en in- en uitritten van het bouwterrein. Voor het verkeer belemmerende maatregelen kunnen eerst na overleg met de voor het betreffende project aangewezen gemeentelijke contactpersoon en plaatselijke politie uitgevoerd worden. De aannemer dient voor, ook ‘s nachts, duidelijke markering te zorgen. Eventueel uit bovenstaande voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de aannemer.
§ 31
Verband met werken van installateurs en derden, coördinatie
31-1
Buiten het bestek zullen vanwege de directie door derden in het werk geleverd aangebracht c.q. verricht worden: a de definitieve aansluiting (en) op het openbare waterleidingnet vanaf dit net tot en met de meter(s) en/of hoofdafsluitkranen; b
de definitieve aansluiting(en) op het openbare electrische leidingnet vanaf dit net tot en met de meter(s);
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
31
c
de eventuele definitieve aansluiting(en) op het openbare stadsverwarmingsnet vanaf dit net;
d
eventuele aansluiting op het gasleidingnet;
e
de definitieve aansluiting(en) op het gemeenteriool vanaf 500 mm buiten de erfgrens;
f
de telefooninstallatie, CAI-installatie;
g
de inrichting van de hoogspanningsruimte;
h
de eventuele aanleg van buitenriolering;
i
de eventuele aansluitende bestrating;
j
eventuele overige werkzaamheden noodzakelijk voor de totstandkoming van het werk.
31-2
De aannemer gedoogt - zonder aanspraak op andere vergoedingen dan de in het vierde lid bedoelde - dat door derden als in het eerste lid bedoelde, aan wie de directie zulks toestaat, tegelijkertijd en te zelfder plaatse wordt gewerkt. Alle nodige te verrichten bouwkundige leveringen en/of werkzaamheden ten behoeve van de werkzaamheden van de in het eerste lid bedoelde derden zoals beschreven in het bestek zijn voor rekening van de aannemer. Op verzoek van de directie verleent de aannemer assistentie (o.a. beschikbaar stellen van bedienend personeel van kranen, liften etc.) bij de uitvoering van werken door derden, zonder aanspraak te maken op vergoeding.
31-3
Door de aannemer zal aan door de opdrachtgever aan te wijzen resp. goed te keuren installateurs, de uitvoering van de in de aannemingsovereenkomst genoemde en eventuele additionele installaties opgedragen worden. Deze uitvoering vindt plaats onder verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de aannemer, waarbij de installateurs als onderaannemers van de aannemer te beschouwen. Hiervoor ontvangt de aannemer een coördinatievergoeding, waarvan de hoogte in de aannemingsovereenkomst wordt bepaald.
31-4
Hij gedoogt dat bij de in het eerste en derde lid bedoelde werkzaamheden gebruik wordt gemaakt van reeds gemaakt werk en gemaakte hulpwerken en van zijn op het werk aanwezige werktuigen en hulpmiddelen. Voor dit gebruik kan de aannemer geen aanspraak op bijbetaling doen gelden, tenzij van hem meer wordt verlangd dan redelijkerwijs van hem kan worden gevergd. In verband met bovenbedoelde werkzaamheden is het de aannemer niet eerder toegestaan hulpmiddelen, werktuigen e.d. van het werk af te voeren dan na daartoe verkregen machtiging van de directie.
31-5
Alle nodige te verrichten bouwkundige leveringen en/of werkzaamheden genoemd in de bestekken van de in het derde lid bedoelde installateurs, zoals het maken van sparingen en betonopstortingen, het verrichten van hak-, frees-, breek-, metsel-, timmer-, graaf- en aanvullingswerken, zijn voor rekening van de aannemer. Aan deze bestekken, welke de aannemer ter informatie ontvangt, worden bijlagen toegevoegd, waarin bovengenoemde werkzaamheden worden gespecificeerd.
31-6
De aannemer zal zich in nauwe samenwerking en in overleg met de directie belasten met en is geheel verantwoordelijk voor de algehele bouwkundige, constructieve en installatietechnische coördinatie van het totale werk, met inbegrip van de in het eerste lid bedoelde, door derden uit te voeren werkzaamheden. Dit houdt onder meer, doch niet uitsluitend het volgende in: a De aannemer verstrekt aan de installateurs een concept algemeen tijdschema van de constructieve en bouwkundige werkzaamheden, ter inpassing van de installatiewerkzaamheden. De aannemer zal de door de installateurs opgestelde, op dit algemene tijdschema afgestemde tijdschema’s in ontvangst nemen en inpassen in het algemene tijdschema. De aannemer treedt hiertoe in overleg met de installateurs en indien bekend met de betrokken derden, zodat alle partijen met het resulterende algemene tijdschema kunnen instemmen. Deze derden zullen na goedkeuring hunnerzijds het algemene tijdschema voor accoord ondertekenen. Indien deze derden nog niet bekend zijn, zal de directie de hier bedoelde derden later aan het algemene tijdschema binden.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
32
31-7
b
De aannemer stelt binnen een door de directie vast te stellen termijn van minimaal vijftien werkdagen voor de aanvang van het werk en in overleg met de installateurs en bekende derden een op het algemene tijdschema afgestemd gedetailleerd werkplan op, waarin duidelijk wordt aangegeven: - de volgorde en tijdsduur van de werkzaamheden; - de tijdstippen waarop de tekeningen, berekeningen en beschrijvingen gereed dienen te zijn; - de tijdstippen van levering van bouwstoffen en te verrichten werkzaamheden door of vanwege de opdrachtgever en alle uitvoerende partijen. Voor zover elders in het bestek niet anders is vermeld, is het bepaalde in § 26 en § 31, zesde lid, onder sub a van overeenkomstige toepassing.
c
De aannemer dient in overleg met de installateurs en de directie een tekeningenroulatieschema (procedure vorm-, sparing- en wapeningtekeningen) op te zetten o.a. met het oog op de controle en de vervaardiging van de gecoördineerde sparingtekeningen.
d
De aannemer zal in overleg met de installateurs tekeningenschema’s maken, waarop vermeld in welke volgorde de tekeningen vertrekt moeten worden alsmede de tijdstippen waarop de tekeningen vertrekt moeten worden alsmede de tijdstippen waarop de tekeningen gereed moeten zijn. In nader overleg met de directie zal dit tekeningenschema worden vastgesteld, alsmede welke informatie de tekeningen moeten bevatten alvorens deze als definitief aan te merken zijn.
e
Ui t het gedetailleerde werkplan en het algemene tijdschema moet de aannemer een uittreksel maken van de momenten waarop gegevens van de opdrachtgever en alle uitvoerende partijen bekend moeten zijn. In dit beslissingsplan moeten de data van deze momenten worden opgenomen, alsmede op welke onderdelen van het werk het overschrijden van deze beslissingsdata invloed uitoefent.
f
Uit het gedetailleerde werkplan en het algemene tijdschema moet in samenhang met het beslissingsplan door de aannemer een leveringsplan worden opgesteld van alle leveringen met een relatief lange leveringstijd. In dit plan dienen eveneens perioden te worden opgenomen voor de eventuele tekeningen, al of niet door hem zelf te maken, die van invloed zijn op de bestelperiode. Een en ander geldt eveneens voor de leveringen die beschikbaar worden gesteld voor verwerking. Daar afwijkingen in hoeveelheden kunnen voorkomen moet bij aanvang schriftelijk worden aangegeven wanneer de aannemer tot bestelling en/of aankoop van verschillende materialen zal overgaan.
g
De aannemer dient te controleren of de uitgewerkte gegevens passen binnen de overeengekomen uitgangspunten ten aanzien van tijd, kwaliteit en kosten.
h
De aannemer dient afwijkingen van deze schema’s te signaleren en voorstellen te doen om in overleg met de rechtstreeks betrokkenen afwijkingen te voorkomen respectievelijk zo klein mogelijk te houden.
i
De voortgang van het werk zal regelmatig in de bouwvergadering besproken worden. De aannemer leidt de werkbesprekingen met de installateurs en begeleidt de voor de uitvoering der installaties verantwoordelijke personen. Tevens verzorgt de aannemer vergaderingen met alle daarvoor in aanmerking komende instanties en/of bedrijven. De aannemer draagt voor zijn rekening zorg voor het vervaardigen van rapporten van deze gesprekken. Deze rapporten dienen een week nadat deze gesprekken zijn gevoerd, in drievoud aan de directie ter hand te worden gesteld.
Onverminderd bovenstaande geldt het volgende voor de coördinatie van de installaties: a De coördinatie van de installatiewerkzaamheden met de bouw en van de installateurs onderling, vindt plaats in nauw overleg met de directie. b
Hiertoe behoort het verzamelen en controleren door de aannemer van de aangeleverde gegevens voor sparingen, opstortingen en bevestigingsconstructies ten behoeve van de
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
33
installaties en het coördineren van het verloop van o.a. leidingen, kanalen en kabelgoten in de beschikbare ruimte en treedt hij, indien nodig, daarvoor in overleg met de installateurs. c
Teneinde aan- en afloopverliezen te beperken en een effectieve werkwijze te bevorderen, dient de aannemer de logistieke activiteiten voor de installaties op de bouwplaats te regelen.
d
De aannemer dient in geval van eventuele wijzigingen in de installaties, de consequenties in kosten, tijd en kwaliteit voor de bouwconstructies te signaleren en aan de directie te verstrekken.
§ 32
Gevonden voorwerpen
31-1
De aannemer is verplicht de vondst van alle voorwerpen, die bij de uitvoering van het werk worden gevonden en die van waarde zijn of uit een historisch of wetenschappelijk oogpunt merkwaardig kunnen zijn, terstond aan de directie melden en deze voorwerpen zo mogelijk in handen van de directie te stellen, tenzij elders in het bestek anders is bepaald.
§ 33
Vermoeden van onvoldoend werk
33-1
Indien de directie vermoedt, dat het werk niet aan de bij de aannemingsovereenkomst gestelde eisen voldoet, is de aannemer verplicht de maatregelen te nemen of te gedogen, die nodig zijn om vast te stellen of zulks al dan niet het geval is. In geval het werk niet aan deze eisen voldoet, komen de kosten van deze maatregelen voor rekening van de aannemer. In het tegenovergestelde geval, worden zij, eveneens de kosten van herstel, verrekend als meer werk en wordt eventuele schade vergoed.
§ 34
Wijzigingen in de uitvoering
34-1
Wijzigingen door de directie in de uitvoering van het werk aangebracht geven de aannemer geen aanspraak op bijbetaling.
10
MEER- EN MINDERWERK
§ 35
Verrekening van meer- en minderwerk
35-1
Verrekening van meer en minder werk vindt plaats: a in geval van bestekswijzigingen (§ 36); b
in geval van afwijkingen van de bedragen van de stelposten (§ 37);
c
in geval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden (§ 39);
d
in de gevallen waarin de verrekening als meer- en minderwerk in deze A.B. of in de aannemingsovereenkomst is voorgeschreven.
35-2
De verrekening van het meer werk geschiedt door bijbetaling, die van het minder werk door inhouding op de aannemingssom. Verrekening van het meer en minder werk, of indien er zowel van meer als van minder werk sprake is, van het saldo daarvan, zal geschieden ter eerstkomende betalingstermijn.
35-3
Voor het bouwkundig deel van het werk is het opslagpercentage voor algemene kosten, winst en risico, voor de verrekening van meer en minder werk 10%, tenzij verrekening plaatsvindt op basis van een staat van eenheidsprijzen of op basis van eenheidsprijzen gehanteerd in een eventuele inschrijfbegroting, dan geldt het percentage dat aan de aannemingsovereenkomst ten grondslag ligt. Voor verrekening van meer en minder werk op het installatie-technische deel van het werk heeft de aannemer alleen aanspraak op de coördinatievergoeding als bedoeld in § 31, derde lid. Voor de toepassing van het in dit lid bepaald wordt onder het werk verstaan:
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
34
a b
bij aanneming in massa, de werken van de percelen gezamenlijk; bij meerjarige onderhoudsbestekken de werken van de onderhoudsjaren gezamenlijk .
35-4
Indien bij de eindafrekening van het werk blijkt, dat het totaal van het minder werk dat van het meer werk overtreft heeft de aannemer recht op een bedrag gelijk aan het opslagpercentage voor algemene kosten, winst en risico dat aan de aannemingsovereenkomst ten grondslag ligt, van het verschil van deze totalen. Het in dit lid bepaalde lijdt uitzondering, voor zover het minder werk het gevolg is van een verzoek van de aannemer om minder werk te mogen uitvoeren dan in de aannemingsovereenkomst is bepaald.
35-5
De aannemer dient het door hem gesignaleerde meer en/of minder werk binnen één week na verstrekking van de betreffende tekeningen en/of aanwijzingen schriftelijke aan de directie te melden. Indien de voortgang van het werk dit verlangt, zal de melding bovendien zo spoedig mogelijk mondeling geschieden. De directie kan, binnen twee weken nadat voor gesignaleerd meer of minder werk de voorlopige schetsen en/of informatie is/zijn verstrekt, van de aannemer een indicatieve prijsopgave verlangen. De aannemer dient na definitieve gegevens te hebben ontvangen, binnen twee weken, of indien dit, gezien de stand van het werk van hem kan worden verlangd eerder, een definitieve prijsopgave te verstrekken.
35-6
Meer- en minderwerk wordt alleen verrekend na schriftelijke opdracht van de opdrachtgever. De aannemer heeft geen recht op verrekening van meer werk, waarvan de prijs- en betalingscondities niet schriftelijk zijn overeengekomen en de uitvoering niet schriftelijk is opgedragen. Mondelinge opdrachten, welke niet gevolgd worden door een schriftelijke opdracht, alsook stilzwijgend toegestane afwijkingen van tekeningen en/of bestek, hoeven derhalve niet als meer werk geaccepteerd te worden. Aantekeningen in het dagboek zullen niet als schriftelijke opdracht worden aangemerkt.
35-7
Uit eventueel door de aannemer voor te stellen andere constructie- en/of uitvoeringswijzen met de daaruit voortvloeiende aanpassing van andere werken en werkzaamheden, waarvan de beslissing bij de directie berust, kunnen in geen geval rechten worden ontleend voor het in rekening brengen van meer werk.
§ 36
Bestekswijzigingen
36-1
Onder bestekswijzigingen worden verstaan wijzigingen in het bestek, het werk of de voorwaarden van uitvoering van het werk.
36-2
De opdrachtgever is bevoegd voor of tijdens de uitvoering van het werk bestekswijzigingen aan te brengen.
36-3
De aannemer zal aan opdrachten tot bestekswijzigingen gevolg geven, ook indien daardoor de omvang van het werk belangrijk wordt vermeerderd of verminderd.
36-4
Bestekswijzigingen worden verrekend overeenkomstig het bepaalde in § 35 en overigens tegen bedragen of prijzen die vóór de uitvoering van die wijzigingen of, indien hun aard dit belet, zo spoedig mogelijk tussen de opdrachtgever en de aannemer worden overeengekomen.
36-5
De opdrachtgever zal de reeds aangevoerde, de blijkens de vrachtbrief afgezonden en de uitsluitend ten behoeve van het werk bestelde bouwstoffen, die ten gevolge van bestekswijzigingen niet kunnen worden gebruikt, voor zover deze bouwstoffen aan de gestelde eisen voldoen, overnemen of deswege een billijke schadevergoeding verlenen.
§ 37
Stelposten
37-1
Onder stelposten worden verstaan in het bestek als zodanig aangeduide geldbedragen, welke in de aannemingsovereenkomst zijn begrepen en ten laste waarvan nader in het bestek beschreven uitgaven worden gebracht.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
35
37-2
Indien de som van de uitgaven, die ten laste van een stelpost worden gedaan, hoger of lager blijkt te zijn dan het bedrag van die stelpost, zal die afwijking worden verrekend.
37-3
De ten laste van de bedragen van de stelposten te brengen uitgaven zijn uitsluitend samengesteld uit netto bedragen. De aannemersvergoeding over stelposten, zoals gedefinieerd in het bestek en de kosten op de bouwplaats voor algemene inrichting, verzorging en uitvoering worden niet afzonderlijk verrekend, maar worden geacht in de aannemingssom te zijn begrepen.
37-4
De aanschaffing van bouwstoffen, waarvoor stelposten zijn opgenomen, geschiedt door de aannemer volgens nadere opdracht van de directie en tenzij de directie de aannemer daarin vrijlaat, bij leveranciers die daartoe door haar worden aangewezen.
37-5
De verrichting van werkzaamheden waarvoor stelposten zijn opgenomen, geschiedt volgens nadere opdracht van de directie door de aannemer of door derden die daarvoor door haar worden aangewezen.
37-6
De betalingen aan derden waarvoor stelposten zijn opgenomen, geschieden door de aannemer volgens nadere opdracht van de directie.
37-7
Alvorens een uitgave ten laste van een stelpost te brengen, kan de directie van de aannemer overlegging van bewijsstukken verlangen.
§ 38
Hoeveelheden
38-1
Onder verrekenbare hoeveelheden worden verstaan de in het bestek als zodanig aangeduide hoeveelheden; afwijkingen worden verrekend overeenkomstig het bepaalde in § 39.
38-2
Onder geschatte hoeveelheden worden verstaan de met de toevoeging “naar schatting”, “ongeveer” of dergelijke aanduidingen in het bestek genoemde hoeveelheden. Afwijkingen van geschatte hoeveelheden worden niet verrekend.
38-3
Afwijkingen van andere dan de in het eerste of tweede lid bedoelde hoeveelheden, welke door de directie worden verlangd of voorgeschreven, worden beschouwd als bestekswijzigingen en verrekend overeenkomstig het bepaalde in § 36. Indien op bestektekeningen, overzichtsbladen et cetera hoeveelheden, aantallen e.d. staan vermeld, zijn deze slechts informatief, de aannemer dient de aantallen op hun juistheid te controleren en kan geen rechten ontlenen aan eventueel onjuist aangegeven hoeveelheden en aantallen.
38-4
Indien in het bestek hoeveelheden bouwstoffen zijn vermeld, worden daaronder verstaan, voor zover niet anders is bepaald, hoeveelheden in het werk gemeten.
38-5
De meting van geleverde of verwerkte bouwstoffen geschiedt door de aannemer ten overstaan van de directie en op een door haar goed te keuren wijze.
38-6
De in een eventuele gespecificeerde begroting van de aannemer verwerkte hoeveelheden zullen, ook indien deze hoeveelheden door de directie zijn aanvaard, later niet meer voor verrekening in aanmerking kunnen komen, tenzij zulks uitdrukkelijk elders in het bestek is bepaald.
§ 39
Afwijking van verrekenbare hoeveelheden
39-1
Indien in het bestek verrekenbare hoeveelheden zijn opgenomen en deze blijken te hoog of te laag te zijn om het werk overeenkomstig de bepalingen van het bestek of de aard van het werk tot stand te brengen, zullen de afwijkingen van deze hoeveelheden worden verrekend tegen verrekenprijzen, die daartoe bij de totstandkoming van de aannemingsovereenkomst zijn overeengekomen.
39-2
Indien een verrekenprijs voor afwijkingen van een in het bestek opgenomen verrekenbare hoeveelheid te laag of te hoog blijkt te zijn, zal een gewijzigde verrekenprijs tussen de aannemer en
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
36
de opdrachtgever worden overeengekomen. De herziening zal slechts plaats kunnen vinden, indien meer dan 110% of minder dan 90% van de in het bestek opgenomen verrekenbare hoeveelheid is of zal worden verwerkt. 39-3
Indien overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid een verrekenprijs wordt gewijzigd, wordt de afwijking van de in het bestek opgenomen verrekenbare hoeveelheid verrekend tegen die gewijzigde verrekenprijs; zodanige wijziging leidt echter niet tot wijziging van de aannemingssom.
39-4
Indien voor een bepaalde bouwstof of een bepaald soort werk meer dan één verrekenbare hoeveelheid in het bestek is opgenomen en voor die hoeveelheden een zelfde verrekenprijs geldt, wordt voor de toepassing van het bepaalde in het tweede en derde lid het totaal van deze hoeveelheden als de in het bestek opgenomen verrekenbare hoeveelheid beschouwd.
39-5
De in deze paragraaf bedoelde verrekenprijzen worden geacht begrepen te zijn alle rechtstreeks of zijdelings voor de uitvoering nodige kosten en een aannemingsvergoeding. In de aannemingsvergoeding worden de algemene kosten van de aannemer en een normale aannemerswinst geacht begrepen te zijn.
11
BETALING, OMZETBELASTING, KORTINGEN, VERPANDING
§ 40
Betaling
40-1
Het ingevolge de aannemingsovereenkomst aan de aannemer toekomende bedrag is het saldo, gevormd door de aannemingssom, verhoogd onderscheidenlijk verlaagd met hetgeen hem overigens terzake van de aannemingsovereenkomst verschuldigd is.
40-2
De betaling van de aannemingssom geschiedt in termijnen, zoals vastgelegd in een nader door de aannemer te verstrekken en aan de directie ter goedkeuring voor te leggen termijnschema met vorderingenstaat. Op deze vorderingenstaat worden de onderdelen van het werk vermeld, waarbij de waarde van elk onderdeel van het werk wordt uitgedrukt in een percentage van de aannemingssom. Met het oog op het verschijnen van een betalingstermijn vindt opneming van het uitgevoerde gedeelte van het werk plaats. De opneming van het reeds uitgevoerde gedeelte van het werk zal per twee weken geschieden aan de hand van voornoemde vorderingenstaat.
40-3
Bij elke opneming wordt per onderdeel van het werk aangegeven voor hoever dat onderdeel gereed is. Bij de opneming wordt geen rekening gehouden met de waarde van nog niet verwerkte bouwstoffen. Bij het vaststellen van de betalingstermijnen wordt geen rekening gehouden met door de aannemer verrichte of te verrichten vooruitbetalingen aan diens onderaannemers, leveranciers, fabrikanten en dergelijke.
40-4
De ingevulde vorderingenstaat wordt binnen tien werkdagen door de directie, na door haar te zijn goedgekeurd, voor accoord getekend. Aan de hand van deze getekende vorderingenstaat wordt de te declareren termijn door de aannemer berekend en per factuur in viervoud vergezeld van fotokopieën van deze vorderingenstaat verzonden of overhandigd.
40-5
Betaling van een termijn zal plaatsvinden, met inachtneming van het bepaalde in § 40a, zesde lid, binnen dertig dagen nadat de factuur in goede orde bij de directie is binnengekomen. De factuur wordt geacht in goede orde bij de directie te zijn aangekomen indien de directie niet binnen zeven werkdagen na ontvangst van de factuur aan de aannemer heeft meegedeeld dat daaraan documenten ontbreken welke nodig zijn ter beoordeling van de juistheid van de factuur. Indien de directie tegen de inhoud van de factuur bezwaar heeft, stelt zij de aannemer onder opgave van redenen daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van de factuur, op de hoogte.
40-6
Een termijn wordt niet betaald indien blijkt dat het werk niet met kracht door de aannemer wordt voortgezet. Indien na goedkeuring, doch voor betaling van een termijn de aannemer naar het oordeel van de directie zijn verplichtingen onvoldoende of niet nakomt, kan het recht van de aannemer op betaling van die termijn alsnog worden opgeschort.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
37
40-7
De aannemer dient de door hem gecontracteerde onderaannemers, installateurs en leveranciers tijdig en naar behoren te betalen. Alvorens tot betaling van een termijn over te gaan kan de opdrachtgever van de aannemer of diens wettelijke vertegenwoordiger verlangen dat hij ten genoegen van de opdrachtgever aantoont dat onderaannemers, installateurs en leveranciers het hun op dat moment toekomende hebben ontvangen.
40-8
Het bedrag van de opleveringstermijn wordt alleen uitbetaald indien de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan en de in § 10, vierde lid, en § 22, tweede lid genoemde bescheiden door de opdrachtgever zijn ontvangen.
40-9
Indien een termijn verschenen is, waarvan het bedrag beïnvloed kan worden door de eindafrekening van het gehele werk, wordt die termijn gesteld op het bedrag, dat de aannemer, gegeven de voortgang van het werk, ontwijfelbaar toekomt en wordt dit bedrag aan hem uitbetaald.
40-10
Indien een termijn nog niet verschenen is, kan de opdrachtgever niettemin, zo daar aanleiding toe bestaat, tot gedeeltelijke betaling daarvan overgaan.
40-11
Op betaling van bedragen buiten de aannemingssom of van bedragen buiten de termijnen van de aannemingssom is het bepaalde in het vijfde lid van overeenkomstige toepassing.
40-12
Zo spoedig mogelijk na de oplevering van het werk wordt de eindafrekening van het werk tussen de aannemer en de opdrachtgever vastgesteld. Hetgeen reeds is betaald wordt in mindering gebracht op hetgeen de aannemer volgens het eerste lid toekomt en het restant wordt hem binnen dertig dagen nadat de factuur betreffende de eindafrekening in goede orde bij de directie in viervoud is binnengekomen, door de opdrachtgever betaald. Indiende aannemer bij de eindafrekening een bedrag aan de opdrachtgever verschuldigd blijkt, zal hij binnen dertig dagen dit bedrag betalen.
40-13
In geval van in gebreke blijven dan wel onvermogen van de aannemer, wordt de verplichting tot betaling opgeschort, totdat zal zijn gebleken, welk bedrag door of aan de aannemer verschuldigd is. Het eerste en tweede lid van § 45 zijn niet van toepassing over het tijdvak van de opschorting.
40-14
In de in het voorgaande lid bedoelde gevallen is de opdrachtgever gerechtigd om voor rekening van de aannemer rechtstreeks aan onderaannemers, installateurs en leveranciers een billijke vergoeding uit te keren voor die werkzaamheden en leveringen, waartoe deze nog geen betaling genoten. De opdrachtgever gaat hiertoe niet over dan na de aannemer of diens wettelijke vertegenwoordiger ter zake te hebben gehoord.
§ 40a
Wet Ketenaansprakelijkheid
40a-1 De aannemer aanvaardt dat op hem alle verplichtingen, aansprakelijkheden en dergelijke krachtens de Wet Ketenaansprakelijkheid (Wet van 4 juni 1981. Stbl 1981 370) rusten en erkent, dat hij als uitvoerend bouwbedrijf, in relatie tot de onderaannemers, installateurs, leveranciers en dergelijke, als aannemer in de zin van de Wet Ketenaansprakelijkheid moet worden aangemerkt. In die hoedanigheid: a garandeert de aannemer dat hij al zijn verplichtingen uit hoofde van deze wet zowel ten aanzien van de ontvanger der directe belastingen als ten aanzien van de bedrijfsverenigingen zal voldoen en dat hij voorts met de onderaannemers, leveranciers, installateurs, et cetera zal sluiten de modelonderaannemingsovereenkomsten zoals deze door de NVOB de AVBB en ten aanzien van de Wet Ketenaansprakelijkheid worden gehanteerd; b
40a-2
vrijwaart de aannemer de opdrachtgever voor alle aanspraken, welke derden, daaronder met name de belastingdienst en de bedrijfsverenigingen wegens het niet naleven door de aannemer van zijn verplichtingen ingevolge de overeenkomst dan wel ingevolge deze wet, tegenover de opdrachtgever geldend zouden kunnen maken, inclusief op te leggen boetes en dergelijke.
De aannemer dient de opdrachtgever voor de aanvang van het werk te verstrekken overeenkomstig de waarheid en op wettige wijze verkregen:
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
38
40a-3
a
verklaringen van de belastingdienst omtrent betalingsgedrag over het afgelopen kalenderkwartaal van de aannemer en alle onderaannemers ter zake van het werk voor zover vallende onder de Wet Ketenaansprakelijkheid;
b
verklaringen van de desbetreffende bedrijfsverenigingen omtrent het betalingsgedrag over het afgelopen kalenderkwartaal van de aannemer en alle onderaannemers ter zake van het werk voor zover vallende onder de Wet Ketenaansprakelijkheid;
c
een opgave van het loonkostenbestanddeel;
d
een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
e
een aparte g-rekening overeenkomst.
De aannemer dient op de eerste van elk kalenderkwartaal geactualiseerde verklaringen als onder a, b en c bedoeld aan de opdrachtgever te overleggen.
40a-4 Indien de verklaringen als bedoeld in de leden twee, onder a, b en c, en drie, naar het oordeel van de opdrachtgever niet in orde zijn, heeft de aannemer gedurende vijf werkdagen, na schriftelijke mededeling hiervan door de directie, de gelegenheid om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. 40a-5
De aannemer staat er voor dat het loonkostenbestanddeel juist is bepaald. Zou om een of andere reden het loonkostenbestanddeel aangepast moeten worden, dan dient de aannemer de opdrachtgever hiervan terstond in kennis te stellen en - na goedkeuring van de opdrachtgever - de terzake nodige maatregelen te treffen. De aannemer zal aan de opdrachtgever mededelen of, en zo ja, in hoeverre hij zelf lonen en salarissen uitbetaalt, die de bedragen te boven gaan, welke in de desbetreffende bedrijfstak gebruikelijk zijn. De aannemer verplicht zich ten aanzien van alle onderaannemers inzake het werk een onderzoek van dezelfde inhoud uit te voeren.
40a-6
De opdrachtgever zal van elke te betalen termijn een zelfde percentage als overeenkomt met het percentage dat het loonkostenbestanddeel uitmaakt van de aannemingssom rechtstreeks overmaken op de aan de partijen volledig bekend zijnde z.g. g-rekening van de aannemer als bedoeld in de Wet Ketenaansprakelijkheid.
40a-7
Onverminderd het in het voorgaande lid bepaalde is de opdrachtgever ten alle tijde gerechtigd de hierboven bedoelde bedragen aan premies sociale verzekeringen en loonbelasting van de aannemingssom in te houden en namens de aannemer rechtstreeks aan de betrokken bedrijfsvereniging c.q. de ontvanger der directe belasting te voldoen. In gevallen als bedoeld in dit lid is de opdrachtgever door betaling aldus jegens de aannemer gekweten, voor zover het deze bedragen betreft.
40a-8
De aannemer is verplicht al datgene te doen, ook in geval van onderaanneming, wat door de directie wordt verlangd om haar in staat te stellen een doeltreffende controle van de nakoming door de aannemer van het in deze paragraaf gestelde uit te voeren. hiertoe behoort ook het verlenen van alle door een - eventueel door de opdrachtgever aan te wijzen - register accountant gewenste medewerking aan bovenbedoelde controle, waaronder het verlenen van toegang tot de bedrijfsterreinen en gebouwen van de aannemer. De register accountant is bevoegd daartoe alle door hem nodig geachte boeken en bescheiden van de aannemer in te zien. De directie stelt de register accountant binnen vier weken na diens verzoek alle door hem gewenste bescheiden in door de directie gewaarmerkt afschrift ter hand.
40a-9
Bij overtreding van een of meer van bovenstaande bepalingen zal de aannemer jegens de opdrachtgever een direct opeisbare, niet voor inhouding, opschorting of compensatie vatbare boete verbeuren van € 50.000,-- (vijftigduizend euro) per maand onverminderd het recht van de opdrachtgever op vergoeding van de kosten schade en interesten.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
39
§ 41
Omzetbelasting
41-1
De ter zake van het werk verschuldigde omzetbelasting is niet begrepen tussen opdrachtgever en aannemer overeengekomen of overeengekomen of overeen te komen bedragen en prijzen, doch het bedrag daarvan wordt door de aannemer in zijn prijsopgaven afzonderlijk vermeld.
41-2
De opdrachtgever vergoedt de aannemer de ter zake van het werk verschuldigde omzetbelasting.
41-3
De aannemer ontvangt echter geen vergoeding van de ter zake van het werk verschuldigde omzetbelasting voor zover deze van de opdrachtgever wordt geheven.
41-4
De berekening van hetgeen de aannemer ingevolge de overeenkomst toekomt geschiedt met inachtneming van bedragen en prijzen, waarin de omzetbelasting niet is begrepen; de berekening van de door de opdrachtgever aan de aannemer te vergoeden omzetbelasting geschiedt afzonderlijk.
41-5
De vergoeding van omzetbelasting aan de aannemer geschiedt gelijktijdig met de ter zake van het werk aan hem te verrichten betalingen.
§ 42
Kortingen
42-1
De opdrachtgever kan wegens te late oplevering van het werk aan de aannemer kortingen op de aannemingssom opleggen. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt als dag van oplevering aangemerkt de dag, welke door de aannemer overeenkomstig het eerste of, in geval van heropneming na onthouding van goedkeuring, het zesde lid van § 9 is opgegeven, mits het werk vervolgens is of geacht wordt te zijn goedgekeurd.
42-2
Het bedrag der korting wordt in de aannemingsovereenkomst bepaald. Dit kortingsbedrag is niet voor matiging vatbaar. De korting geldt per kalenderdag. De opdrachtgever kan, indien hij dit wenst, naast deze bedongen korting aanspraak maken op een aanvullende schadevergoeding voor de werkelijk geleden schade.
42-3
Geen korting wordt opgelegd voor de zowel binnen als na bedoelde termijn gevallen dagen, dat de oplevering door het door of namens de opdrachtgever aanbrengen van bestekswijzigingen of wijzigingen in het werk is vertraagd, voor zover daar bij een verleende termijnsverlenging geen rekening is gehouden. Evenmin wordt korting opgelegd voor de zowel binnen als na bedoelde termijn gevallen dagen, dat de oplevering door bedrijfsstoornissen als gevolg van door de officiële vakbonden erkende landelijke stakingen en/of werkonderbrekingen is vertraagd, voor zover die vertraging van ongewone duur is geweest.
42-4
Geen korting wordt opgelegd wegens overschrijding van een termijn, indien er voor zover deze overschrijding het gevolg is van overschrijding van een eerder geëindigde termijn, waarvoor reeds korting is opgelegd, mits de bedoelde termijnen met elkaar in verband staan.
42-5
Kortingen worden verbeurd enkel ten gevolge van het verschijnen van de bepaalde dag, zonder dat deswege een ingebrekestelling nodig is om daarvan te doen blijken.
42-6
Indien de aannemer na de oplevering, na door de directie hierop te zijn gewezen, niet handelt maar de bepalingen van het bestek en tekeningen of orders en aanwijzingen van de directie niet opvolgt in de daarbij gestelde termijn, is hij automatisch in gebreke en kan hem door de directie, zolang hij in gebreke blijft een niet voor inhouding, opschorting of compensatie vatbare korting worden opgelegd van € 1.000,-- per kalenderdag.
42-7
Kortingen en andere bedragen, die ingevolge de overeenkomst door de aannemer verschuldigd zijn, worden bij de eerstvolgende betalingstermijn en zo nodig bij de volgende termijnen van betaling ingehouden of op andere wijze op de aannemer verhaald.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
40
§ 43
Verpanding of cessie door de aannemer aan derden
43-1
De aannemer zal het recht op het saldo, bedoeld in § 40, eerste lid, geheel of gedeeltelijk kunnen cederen of in pand geven.
43-2
Indien een cessie aan de opdrachtgever is betekend, is de aannemer verplicht de akte van cessie aan de opdrachtgever over te leggen, indien deze zulks wenst.
11A
ZEKERHEIDSSTELLING, VERZEKERING
§43a
Zekerheidstelling
43a-1
Voor de aanvang van de bouw dient de aannemer de opdrachtgever een bankgarantie te verstrekken. De tekst van deze bankgarantie dient te zijn conform het reeds door de opdrachtgever verstrekte c.q. te verstrekken model.
43a-2
De bankgarantie blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudsperiode is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
43a-3
Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de aannemingsovereenkomst toekomt, niet of tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid gesteld van overeenkomstige toepassing.
§43b
Verzekering
43b-1
De opdrachtgever sluit voor zijn rekening een Constructie All Risk (C.A.R.) verzekering. De betreffende polis wordt aan de aannemingsovereenkomst als bijlage gehecht en door partijen voor akkoord ondertekend.
43b-2
In geval van schade resp. gebeurtenis welke tot schade zou kunnen leiden, is de aannemer verplicht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen na het plaatsvinden van het schadegeval, zowel de directie als de assuradeur hiervan in kennis te stellen. De aannemer is alsdan verplicht onverkort alle verplichtingen van de verzekering(en) op zich te nemen.
43b-3
Uitkeringen, die krachtens de C.A.R.-polis door de opdrachtgever worden verkregen van assuradeuren in verband met schaden die gedekt worden onder de polis zullen naar gelang van de voortschrijding van de te verrichten herstelwerkzaamheden aan de aannemer worden betaald, indien en voor zover deze de betreffende schade, naar het oordeel van de directie, naar behoren heeft hersteld of doen herstellen conform bestek en andere contractstukken en volgens de door hen bestede bedragen aan materialen en lonen, een en ander volgens de door de assuradeuren aanvaarde begroting, onder aftrek van het voor rekening van de aannemer komend eigen risico.
43b-4
Indien en voor zover de vordering onder de C.A.R.-polis blijkt te zijn gecedeerd aan de opdrachtgever of enige derde, staat de opdrachtgever er voor in dat, onder de voorwaarde als in het tweede lid vermeld, de verzekeringspenningen ofwel door assuradeuren ofwel door degene die de verzekeringspenningen heeft geïncasseerd, zullen worden uitbetaald aan de aannemer, al dan niet krachtens cessie.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
41
43b-5
De aannemer draagt, mede ten behoeve van alle bij de bouw betrokken partijen, zonder verwijzing naar andere polissen en met afstand van regres, voor zijn rekening zorg voor een verzekering tegen aansprakelijkheid wegens schade, welke het gevolg is van letsel of aantasting van de gezondheid al dan niet de dood ten gevolge hebbende en beschadiging, vernietiging of verlies van goederen (met inbegrip van door de opdrachtgever al of niet betaalde in voorkoop gekochte en niet op het werk opgeslagen goederen), met inbegrip van de daar uit voortvloeiende schade, tot een bedrag van tenminste € 1.500.000,-- per gebeurtenis, vanaf de aanvang van het werk tot en met het einde van de onderhoudsperiode. Bovendien verzekert de aannemer deze goederen tijdens transport, voor zover de bovenbedoelde C.A.R.-polis daar geen dekking tegen biedt.
43b-6
De in het vorig lid bedoelde verzekering dient dekking te verlenen tegen aansprakelijkheid op door de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (W.A.M.) gestelde condities voor schade aan derden, inclusief aansprakelijkheid voor dood of lichamelijk letsel van personen, voortvloeiend uit het gebruik van eigen en/of aan anderen toebehorende rij- en voertuigen en materieel, waarvoor volgens de W.A.M. verzekeringsplicht bestaat. Niet onder bovengenoemde verzekering gedekte rijof voertuigen of materieel mogen niet voor het werk gebruikt worden.
43b-7
De aannemer dient de verzekeringspolis(sen) aan de directie ter inzage en/of zal afschrift verstrekken, alsmede ten genoegen van de directie aantonen dat hij de verschuldigde premie tijdig heeft voldaan, bij gebreke waarvan de directie gerechtigd is om zonder ingebrekestelling tot verzekering voor rekening van de aannemer over te gaan. De hieraan verbonden kosten als premie e.d. zullen alsdan op de aannemingssom worden ingehouden.
43b-8
Het bepaalde in deze paragraaf laat de wettelijke en contractuele aansprakelijkheid van partijen onverlet.
12
SCHADE AAN HET WERK
§ 44
Schade aan het werk
44-1
Onder schade aan het werk in de zin van deze paragraaf wordt verstaan schade aan het geheel of gedeeltelijk door de aannemer ten behoeve van de opdrachtgever gebouwde of gemaakte, aan de hulpwerken, aan de op of bij het werk aangevoerde bouwstoffen en voor het werk nodige hulpmiddelen. Onder schade aan bouwstoffen wordt tevens verstaan het verlies daarvan.
44-2
Van het ontstaan van schade aan het werk geeft de aannemer zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen een week nadat hem daarvan is gebleken of had kunnen blijken, kennis aan de directie.
44-3
Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is schade aan het werk voor rekening van de aannemer, tenzij de aannemer aantoont dat deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de aannemer in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen, en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen. Excepties en beperkingen van deze aansprakelijkheid van derden kunnen de opdrachtgever nimmer worden tegengeworpen.
44-4
Na het ontstaan van schade aan het werk is de aannemer verplicht tijdig de nodige maatregelen tot beperking daarvan te treffen. Bij aanwezigheid van de directie handelt hij daarbij onder haar goedkeuring.
44-5
Schade aan het werk, die is ontstaan ten gevolge van het niet nakomen van de in het tweede of vierde lid genoemde verplichting, is voor rekening van de aannemer.
44-6
Schade aan het werk, welke voor rekening van de aannemer is, zal door deze worden hersteld op eerste aanzegging van de directie binnen door haar eventueel te stellen termijnen, tenzij van de aannemer redelijkerwijs niet kan worden verlangd, dat het herstel door hem geschiedt. In dit geval, alsmede indien redelijkerwijs van de opdrachtgever niet kan worden verlangd, dat hij het herstel door de aannemer laat verrichten, kan de opdrachtgever in plaats daarvan een geldelijke vergoeding van de aannemer vorderen.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
42
44-7
Niet voor rekening van de aannemer komende schade aan het werk zal, indien de opdrachtgever daartoe de wens te kennen geeft en dit redelijkerwijs van de aannemer kan worden verlangd, eveneens door deze worden hersteld binnen door de directie eventueel te stellen termijnen. In dit geval, wordt het herstel als meer werk verrekend.
13
IN GEBREKE BLIJVEN, ONVERMOGEN OF OVERLIJDEN VAN EEN DER PARTIJEN
§ 45
In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de opdrachtgever
45-1
Indien de opdrachtgever de ingevolge overeenkomst verschuldigde betalingen niet tijdig verricht en de vertraging is niet het gevolg van een omstandigheid waarvoor de aannemer aansprakelijk is, heeft deze aanspraak op vergoeding van rente tegen het wettelijk percentage met ingang van de dag, waarop de betaling uiterlijk het moeten geschieden. De rentevordering van de aannemer zal nimmer omvatten rente over rente.
45-2
Indien na verloop van twee weken sedert de dag waarop betaling had moeten geschieden, deze nog niet heeft plaatsgevonden en een nadien door de aannemer verzonden schriftelijke aanmaning na verloop van veertien dagen evenmin tot betaling heeft geleid, wordt het in het voorgaande lid bepaalde percentage na het verstrijken van die veertien dagen met twee verhoogd en is de aannemer bevoegd, mits hij zulks in de aanmaning heeft vermeld, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen tot de opdrachtgever het door hem verschuldigde heeft betaald, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing.
45-3
Het bepaalde in het tweede lid omtrent schorsen en beëindigen in onvoltooide staat is niet van toepassing, indien de vordering van de aannemer betrekking heeft op een bedrag, waaromtrent de opdrachtgever een spoedgeschil aanhangig heeft gemaakt.
45-4
Indien de opdrachtgever in staat van faillissement wordt verklaard, is de aannemer bevoegd de curator te sommeren om binnen acht dagen te verklaren of hij bereid is het werk te doen voortzetten onder zodanige genoegzame zekerheidstelling als de aannemer blijkens de sommatie verlangt. Indien de curator zich bereid verklaart het werk te doen voortzetten, is hij verplicht bij die verlangde verklaring de verlangde zekerheid te stellen. Indien de curator niet bereid is het werk te doen voortzetten is de aannemer gerechtigd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing.
45-5
Ingeval de opdrachtgever onder curatele wordt gesteld, is het bepaalde in het vierde lid van overeenkomstige toepassing. Ingeval de opdrachtgever surséance van betaling wordt verleend of hij met rechterlijke machtiging in een krankzinnigengesticht wordt geplaatst, is het bepaalde in het vierde lid eveneens van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor ‘de curator’ wordt gelezen ‘de opdrachtgever en de bewindvoerder’ onderscheidenlijk de ‘provisionele bewindvoerder of de curator’.
45-6
Ingeval de opdrachtgever overlijdt, is de overeenkomst niet uit dien hoofde ontbonden. Het bepaalde in het vierde lid is alsdan van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor ‘de curator’ wordt gelezen ‘de erfgenamen’. Indien de aannemer zulks verlangd, zijn de erfgenamen verplicht één van hen of een derde schriftelijk aan te wijzen om hen in alle opzichten te vertegenwoordigen.
§46
In gebreke blijven, onvermogen van de aannemer
46-1
Indien de aannemer in de nakoming van één of meer verplichtingen, voortvloeiend uit de aannemingsovereenkomst, toerekenbaar tekort komt (wanprestatie) is de opdrachtgever gerechtigd om de aannemingsovereenkomst tussentijds te beëindigen, althans het niet uitgevoerde deel van de aannnemingsovereenkomst voor ontbonden te verklaren. Hiervoor dient de opdrachtgever de aannemer via aangetekende brief, dan wel deurwaardersexploot, ingebreke te stellen en aan te zeggen van dit recht gebruik te zullen maken. Indien de aannemer gedurende acht dagen na deze aanzegging in gebreke blijft, kan de opdrachtgever van bovenbedoeld recht gebruik maken. Steeds
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
43
voordat deze termijn is verstreken, is de opdrachtgever in dringende gevallen gerechtigd voor rekening van de aannemer zodanige maatregelen te nemen als hij ten nutte van het werk dienstig oordeelt. 46-2
Ingeval de aannemer voor de uitvoering van het werk te weinig personeel of hulpmiddelen, dan wel hulpmiddelen van onvoldoend vermogen of gebrekkige hulpmiddelen bezigt, waardoor naar oordeel van de directie ontoelaatbare vertraging in de uitvoering ontstaat, zal de directie de aannemer schriftelijk aanmanen de uitvoering te bespoedigen. Indien de aannemer nalatig blijft, is de directie gerechtigd voor rekening van de aannemer zodanige maatregelen te nemen als zij voor de vlotte totstandkoming van het werk dienstig oordeelt.
46-3
De opdrachtgever is bevoegd de aannemingsovereenkomst zonder voorafgaande ingebrekestelling en/of rechterlijk tussenkomst ontbonden c.q. beëindigd te achten indien: a met betrekking tot de aannemer een (al dan niet eigen) aanvrage tot faillietverklaring is ingediend; b
met betrekking tot de aannemer een verzoek tot surséance van betaling is gedaan of een dwangakkoord buiten faillissement zich voordoet;
c
liquidatie, ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid of en besluit van niet-voortzetting van de aannemer zich voordoet dan wel - in geval de aannemer een natuurlijk persoon is - de aannemer onder curatele wordt gesteld, overlijdt of met rechterlijke machtiging in een krankzinnigengesticht wordt geplaatst;
d
de aannemer de vrije beschikking mocht verliezen over zijn vermogen of een zodanig gedeelte daarvan dat de volledige uitvoering van de aannemingsovereenkomst naar het oordeel van de opdrachtgever in gevaar komt of dreigt te komen. De opdrachtgever stelt de aannemer zo spoedig al redelijkerwijs mogelijk per aangetekende brief van de ontbinding c.q. beëindiging van aannemingsovereenkomst in kennis.
46-4
Indien zich een situatie voordoet als in het eerste en derde lid beschreven verbeurt de aannemer jegens de opdrachtgever in ieder geval het bedrag van de bankgarantie als boete, zulks onverminderd de overige rechten van de opdrachtgever. Dit bedrag is een niet voor inhouding, opschorting of compensatie vatbaar.
46-5
In geval van ontbinding c.q. beëindiging is de opdrachtgever tot generlei vergoeding (hoe ook genaamd) jegens de aannemer gehouden, zulks onverminderd het recht van de opdrachtgever op vergoeding van schade, kosten en interesten.
46-6
Ingeval de opdrachtgever in voorvermeld kader zelf het werk zal willen realiseren, heeft hij het recht het werk voor rekening van de aannemer te voltooien of te doen voltooien, onverminderd des opdrachtgevers recht op schadevergoeding. De opdrachtgever kan zo nodig de hieruit voor de opdrachtgever voortvloeiende kosten compenseren met hetgeen hij alsdan eventueel aan de aannemer nog verschuldigd mocht blijken te zijn. De opdrachtgever zal daarbij onherroepelijk gemachtigd zijn gebruik te maken van de inmiddels vervaardigde bestekken, tekeningen en overige vergunningen en gegeven toestemmingen.
46-7
Ingeval de opdrachtgever overeenkomstig de bepalingen in deze paragraaf maatregelen ten dienste van het werk neemt dan wel het werk zelf voltooid of door derden doet voltooien, is hij gerechtigd daarbij van alle ter beschikking van de aannemer staande hulpmiddelen gebruik te maken of te doen maken.
46-8
De opdrachtgever is verplicht de in het voorgaande lid bedoelde hulpmiddelen in goede staat te onderhouden of te doen onderhouden en deze zo spoedig mogelijk, nadat zij voor de uitvoering van het werk niet meer nodig zijn, weer ter beschikking van de aannemer te stellen. Schade, gedurende de periode van het gebruik van deze hulpmiddelen toegebracht, is voor rekening van de opdrachtgever tenzij hij bewijst, dat de schade niet is te wijten aan schuld van hem of degenen die door hem in het werk zijn gesteld.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
44
46-9
De aannemer zal van de door hem ingeschakelde onderaannemers, architecten, constructeurs en overige daarvoor in aanmerking komende personen overeenkomstige voorwaarden, als in deze paragraaf bedoeld, ten behoeve van de opdrachtgever bedingen. De aannemer zal zo spoedig mogelijk na de ondertekening van de aannemingsovereenkomst de bescheiden tonen, waaruit zal blijken dat hij aan deze verplichting heeft voldaan.
46-10
Indien de opdrachtgever gebruik maakt van zijn recht om de aannemingsovereenkomst voorzover deze nog niet is uitgevoerd, tussentijds te beëindigen door het niet uitgevoerde deel voor ontbonden te verklaren, zal de aannemer indien hij van mening mocht zijn dat de opdrachtgever ten onrechte van dit recht gebruik maakt met uitsluiting van alle andere vorderingsrechten, slechts aanspraak kunnen maken op vergoeding van de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten.
§ 47
Ontbinding voor de aanvang van het werk
47-1
Opdrachtgever heeft het recht de overeenkomst te ontbinden, zonder dat één van beide partijen schadevergoeding toekomt, wanneer voor de aanvang van werkzaamheden op de betreffende locatie, tussen partijen een geschil ontstaat omtrent de omvang van het werk, de hoogte van de overeengekomen prijs, de al dan niet verschuldigdheid van meerwerk en/of enig ander wezenlijk onderdeel van de overeenkomst.
14
N.V.T.
§ 48
N.v.t.
15
VASTLEGGING VAN DE TOESTAND, BESLECHTING VAN GESCHILLEN
§ 49
Vastlegging van de toestand
49-1
Indien de directie of de aannemer tijdens de loop van het werk de toestand, waarin enig onderdeel van het werk op zeker tijdstip verkeert, of enig ander feit of feitenverloop betreffende de uitvoering of de voorbereiding van het werk wenst vast te leggen, kan hij of zij schriftelijk vorderen, dat die toestand gemeenschappelijk wordt opgenomen of dat het feit of feitenverloop gemeenschappelijk wordt geconstateerd en in een te maken en door hen beiden te ondertekenen proces-verbaal wordt beschreven.
49-2
Indien de directie of de aannemer aan de in het eerste lid bedoelde vordering niet voldoet, kan de wederpartij de toestand in een proces-verbaal doen vastleggen, onverlet de bevoegdheid van de wederpartij zelf de verlangde opnemingen en constateringen in aanwezigheid van getuigen te verrichten en vast te leggen in een met de getuigen te ondertekenen proces-verbaal.
49-3
Het proces-verbaal, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt in tweevoud opgemaakt; één exemplaar is bestemd voor de directie en één voor de aannemer.
§ 50
Beslechting van geschillen.
50-1
Alle geschillen, welke ook - waaronder begrepen die, welke slechts door één partij als zodanig worden beschouwd - die naar aanleiding van de aannemingsovereenkomst en overeenkomsten die daarvan uitvloeisel zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan, dienen binnen twee weken na het ontstaan van dat geschil per aangetekende brief met bericht van ontvangst aan de wederpartij bekend gemaakt te worden.
50-2
Bij niet of niet-tijdige bekendmaking blijft ieders aansprakelijkheid onverlet. De bekend- making alleen pleit beiden niet vrij van schuld, noch vormt dit enige beperking van ieders aansprakelijkheid ten aanzien van dat verschil van inzicht, onverminderd het gestelde in paragraaf 6, vijftiende lid.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
45
50-3
De in het eerste lid bedoelde geschillen worden beslecht door de in eerste instantie bevoegde burgerlijke rechter.
50-4
Indien de aannemer, later dan vier weken nadat de opdrachtgever hem zijn beslissing omtrent de eindafrekening schriftelijk heeft medegedeeld, een geschil betreffende de eindafrekening van het werk aanhangig maakt, is de aannemer niet ontvankelijk in hetgeen hij meer of anders vordert dan die eindafrekening inhoudt.
§ 51
Voortzetting van het werk
51-1
De aannemer is gehouden, in afwachting van de totstandkoming van een uitspraak in een geschil, op vordering van de directie het werk volgens haar aanwijzingen voort te zetten, tenzij in kort geding anders wordt beslist en onverminderd zijn rechten, die uit bedoelde uitspraak voor hem mochten voortvloeien.
51-2
Voor zover de uitkering van enige termijn van betaling vertraging zou ondervinden in verband met een aanhangig geschil, zal de opdrachtgever tot zodanige betaling overgaan als in verband met de stand van het werk en de wederzijdse vorderingen toelaatbaar is. Zodanige betaling zal niet in het geding worden gebruikt als bewijs van erkenning door de opdrachtgever van enig recht van de aannemer.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
46
Bijlage 1
Volmacht De ondergetekende(n) aannemer(s) van wijst/wijzen als zijn/hun gevolmachtigde aan die hem/hen in alle opzichten vertegenwoordigt voor alle zaken betreffende
d.d. De aannemer(s),
d.d. Goedgekeurd, De Directie
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
47
ALGEMENE BESTEKSBEPALINGEN VOOR DE UITVOERING VAN TECHNISCHE INSTALLATIES
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
48
Op de uitvoering van de technische installaties zijn van toepassing de Algemene Besteksbepalingen voor de uitvoering van werken van mei 1993 (A.B.), met in achtname van de navolgende wijzigingen en aanvullingen; tezamen vormende de Algemene Besteksbepalingen voor de uitvoering van Technische Installaties, hierna A.B.T.I. te noemen.
Aanvullingen en wijzigingen op de A.B. ten behoeve van de A.B.T.I. Aangezien de uitvoering van het installatiewerk en de daarmee samenhangende werkzaamheden aan de installateur worden opgedragen door tussenkomst van de aannemer dient overal waar in de A.B. gesproken wordt over “de directie” of “de opdrachtgever”, dit formeel steeds gelezen te worden in de zin van “door tussenkomst van de aannemer”. De bepalingen van de A.B. zoals deze gelden voor de aannemer, zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de installateur, met uitzondering van de §§ 1-2, 1-3, 6-3-c, 6-32, 6-33, 6-34, 9-10, 9-12, 10-4, 10-5, 11-1, 15-4, 15-6, 15-7, 15-9, 16-2, 23-1, 23-2, 23-4, 23-5, 27a, 30 en 31-5 en met in achtname van de navolgende wijzigingen en aanvullingen:
Voor de leden 2 en 3 van § 1 van de A.B. te lezen: 1-2
Indien in de aannemingsovereenkomst een afzonderlijke termijn is gesteld, binnen welke een deel van het werk moet worden opgeleverd, wordt voor de toepassing van de §§ 6, vierde lid, 8, 8a, 9, 10, 11, 12, 42 en 44 dat deel als afzonderlijk werk aangemerkt.
1-3
Indien in de aannemingsovereenkomst een afzonderlijke termijn is gesteld, binnen welke de uitvoering van het werk tot een bepaalde stand moet zijn gevorderd, voordat de oplevering plaatsvindt, is het bepaalde in de §§ 8, 8a, 9 en 42 van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk drie van de A.B. aanvullen met § 6b, luidende: § 6b
Sparingtekeningen
6b-1
De installateur dient sparingen, doorvoeringen en voorzieningen ten behoeve van de door hem te leveren installaties aan te geven op door of namens de aannemer ter beschikking te stellen coördinatie- sparingtekeningen, overeenkomstig het door de aannemer te overleggen tekeningenschema als bedoeld in § 31, zesde lid, onder d, tenzij een andere wijze wordt overeengekomen.
6b-2
De te maken sparingtekeningen dienen tijdig vervaardigd te worden, zodat hierdoor geen vertraging kan ontstaan. Indien de installateur hieromtrent in gebreke blijft, zijn alle kosten welke hieruit voortvloeien voor zijn rekening.
6b-3
De directie kan deze gecoördineerde sparingtekeningen mede controleren. De installateur zal eventuele op- en aanmerkingen verwerken en indien nodig deze tekeningen bijwerken volgens de laatste bouwkundige gegevens.
6b-4
De installateur controleert de sparingen voor en na het aanbrengen. Verkeerd opgegeven sparingen, doorvoeringen en voorzieningen zullen voor rekening van de installateur alsnog op de bestemde plaats worden aangebracht. Alle kosten, welke het gevolg zijn van door de installateur niet en/of foutief opgegeven sparingen zijn volledig voor rekening van de installateur. Indien om praktische redenen veranderingen wenselijk zijn, is de installateur verplicht de directie tijdig hiervan in kennis te stellen. Nieuwe sparingen mogen alleen worden aangebracht na goedkeuring van de directie.
Hoofdstuk vier van de A.B. aanvullen met § 8a, luidende: § 8a
Beproeving
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
49
8a-1
De installateur dient in het bijzijn van en in goed overleg met de directie het werk of onderdelen daarvan te beproeven. De beproeving geschiedt door de installateur in aanwezigheid van de directie en dient om vast te stellen of het werk, of het desbetreffende onderdeel daarvan, op het gebied bestreken door de beproeving, voldoet aan hetgeen is overeengekomen, voor zover dit op het tijdstip van de beproeving mogelijk is.
8a-2
Na een schriftelijke, tot de directie gerichte aanvrage van de installateur, waarin deze mededeelt op welke dag het werk naar zijn oordeel voltooid zal zijn, stellen de installateur en de directie in onderling overleg het tijdstip van de beproeving vast. Indien de installateur en de directie niet komen tot gemeenschappelijke vaststelling van het tijdstip van de beproeving is de installateur gehouden ten minste acht dagen van te voren de directie mededeling te doen van zijn voornemen het werk of een onderdeel daarvan te beproeven en van het tijdstip daarvan.
8a-3
Ten behoeve van de beproeving stelt de installateur voor zijn rekening het nodige materiaal en het personeel voor de bediening beschikbaar.
8a-4
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf dagen na de beproeving, stelt de installateur een rapport op waarin het beproevingsresultaat is opgenomen, alsmede een meetstaat die de meetresultaten en andere relevante gegevens vermeld. Door de ondertekening van dit in tweevoud op te maken rapport door installateur en directie staan de resultaten van de beproeving vast.
8a-5
Indien op grond van de beproeving is vastgesteld dat het werk, op het gebied bestreken door de beproeving, niet voldoet aan hetgeen overeengekomen is, zal nadat de installateur de nodige verbeteringen heeft aangebracht de beproeving worden herhaald. Op deze beproeving zijn de vorige leden van overeenkomstige toepassing.
8a-6
Indien op grond van de beproeving is vastgesteld dat het werk, op het gebied bestreken door de beproeving, voldoet aan hetgeen is overeengekomen en het werk ook overigens is voltooid, vindt opneming van het werk plaats zoals bedoeld in § 9.
8a-7
Het bepaalde in de vorige leden is van overeenkomstige toepassing indien en voor zover de installateur redelijkerwijze voorbeproeving gewenst acht.
8a-8
Tenzij in het bestek anders bepaald, strekt de beproeving zich niet uit tot die eisen, waaraan blijkens keuringen op grond van voorschriften van de overheid, openbare nutsbedrijven of andere, in het bestek voorgeschreven keuringsinstanties reeds is voldaan.
Voor de leden 4, 5 en 9 van § 10 van de A.B. te lezen: 10-5
Volgens een nader door de directie te verstrekken model dient de installateur de opdrachtgever te verstrekken: - de bedienings- en onderhoudsvoorschriften van de technische installaties, op het tijdstip van ingebruikneming van het werk, of van het betreffende onderdeel daarvan, dan wel uiterlijk op de dag dat het werk als opgeleverd wordt beschouwd; - alle revisietekeningen van het gehele werk, uiterlijk drie maanden na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd. Bij gebreke aan een dergelijk model verstrekt de installateur deze bescheiden in de volgende vorm: - één stel tekeningen op ongevouwen polyester acute-calques; - vier stel gevouwen witdrukken van de tekeningen, ingebonden in ordners; - tevens dient de installateur de nader door de directie aan te wijzen gegevens ten behoeve van de projectinventarisatie te verstrekken; - vier stel onderhouds- en bedieningsvoorschriften gesteld in de Nederlandse taal, in plastic folie, ingebonden in ordners.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
50
Deze onderhouds- en bedieningsvoorschriften dienen een handleiding voor de bediening en het onderhoud te omvatten, waaruit de functie van de onderdelen van het werk duidelijk moet blijken. De handleiding omvat de volgende punten: -
de ontwerpuitgangspunten; een algemene omschrijving van de installatie en de werking; een specificatie van de installatie-onderdelen; de bedienings- en onderhoudsinstructies; een storinganalyse en de te nemen maatregelen; de afstel- en inregelgegevens; de meetrapporten; een uitvoerige documentatie van alle geleverde installatie-onderdelen met leverancierslijst.
10-5
Alle kosten verbonden aan het vervaardigen van de bescheiden genoemd in het vijfde en negende lid, zijn voor rekening van de installateur.
10-10
Indien tijdens de onderhoudsperiode, als bedoeld in § 11, wijzigingen in het werk aangebracht worden, moeten deze door de installateur alsnog op de revisietekeningen en in de voorschriften, als in het vierde lid bedoeld, worden verwerkt.
§ 10 van de A.B. aanvullen met de leden 10, 11 en 12, luidende: 10-10
De installateur dient zorg te dragen voor de vervaardiging van de revisietekeningen van alle geleverde installaties. Hiertoe dient de installateur gedurende het werk alle wijzigingen in het werk bij te houden op de installatietekeningen en deze tekeningen nauwkeurig bij te werken tot voorlopige revisietekeningen. Op deze tekeningen moeten vóór het storten van beton, het maskeren van leidingen, enz. de juiste plaatsen van alle leidingen geheel overeenkomstig de werkelijkheid worden getekend. De installateur dient op de dag van oplevering als bedoeld in het eerste of het tweede lid deze voorlopige revisietekeningen in drievoud ter goedkeuring aan de directie te verstrekken. Aan de hand van deze voorlopige revisietekeningen en van de hierop door de directie verstrekte opmerkingen moet de installateur de definitieve revisietekeningen vervaardigen. Op deze revisietekeningen moeten alle gegevens van elke installatie volledig worden aangegeven.
10-11
De installateur dient binnen een maand na de oplevering en nadat de installatie is voltooid, ingeregeld en officieel beproefd voor elk installatie-onderdeel de daarvoor door de opdrachtgever aangewezen personen instructies te geven in de bediening, de regeling en het onderhoud van het werk. Indien deze instructie naar het onderdeel van de directie niet met voldoende zorg worden gegeven, heeft de directie het recht dit tijdsbestek te verlengen, zonder dat de installateur hiervoor vergoeding kan eisen.
10-12
De installateur dient een op de aangebrachte installatie gebaseerd service-contract samen te stellen, welke drie weken voor de oplevering ter goedkeuring aan de directie dient te worden verstrekt. In dit service-contract moet worden aangegeven: - tijdstippen van onderhoud en controle per installatie-onderdeel; - het te plegen onderhoud. Uiterlijk zes weken na de oplevering van de gehele installatie dient het service-contract, in drievoud aan de directie te worden verstrekt.
Voor de leden 1 en 2 van § 23 van de A.B. te lezen: 23-1
Installaties, onderdelen van installaties en de ten behoeve van de installaties aangevoerde bouwstoffen worden zodanig opgeslagen, zo nodig in van waterdichte daken voorziene loodsen, dat
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
51
hun vorm, uiterlijk en samenstelling behouden blijven en geen invloed van zon, regen of optrekkend vocht kunnen ondervinden. De voor deze bouwstoffen bestemde loodsen moeten van waterdichte wanden voorzien en afsluitbaar zijn. Voorts moeten de loodsen zo zijn ingedeeld en verlicht, dat de sortering en bewerking van de in dit lid bedoelde bouwstoffen er tevens behoorlijk in kunnen geschieden. 23-2
De installateur dient zelf zorg te dragen voor opslagruimte van zijn gereedschappen, ter verwerken materialen, enz. Indien de installateur loodsen en/of keten op het terrein wenst te plaatsen, geschiedt dat in overleg met de aannemer.
Voor lid 5 van § 31 van de A.B. te lezen: 31-5
De installateur dient met de aannemer en de directie overleg te plegen over de benodigde bijstand voor de bouwkundige leveringen en/of werkzaamheden, waaronder voor rekening van de aannemer komende hak-, frees-, breek-, metsel-, timmer-, graaf- en aanvullingswerken, zoals genoemd in de staat van bouwkundige voorzieningen, welke als bijlage aan het bestek is gevoegd. De installateur is verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste uitvoering van de op de installatie betrekking hebbende werkzaamheden, welke door of namens de aannemer op aanwijzing van de installateur zullen worden uitgevoerd. Dit houdt o.a. in dat de installateur er zorg voor draagt, dat zowel voor hem, als door of namens de aannemer aan te brengen installatiedelen in de juiste stand en volgens de juiste maten worden aangebracht. De benodigde door of namens de aannemer te verwerken installatiedelen moeten door de installateur tijdig worden geleverd. Andere installatie-onderdelen mogen pas op het werk worden aangevoerd als de bouwkundige voorzieningen zover gevorderd zijn dat de opstelling en afstelling op de juiste plaats direct na aankomst kan geschieden. Tot de verplichtingen van de installateur behoort mede het maken, veelal boren, van kleine gaten voor het bevestigen van installatiedelen. Met nadruk wordt er op gewezen dat het hakken van gaten en het boren in de betonconstructie uitsluitend mag geschieden met toestemming van de directie.
Lid 6 van § 31 van de A.B. vervalt tot sub a; hiervoor te lezen: 31-6
De installateur dient zijn medewerking te verlenen aan de algehele bouwkundige, constructieve en installatietechnische coördinatie van het totale werk, met inbegrip van de in het eerste lid bedoelde, door derden uit te voeren werkzaamheden. Hij is medeverantwoordelijk voor het in goed overleg met de installateurs van de overige in het werk te brengen installaties, installatietechnische coördinatie van het werk. Teneinde problemen in een vroegtijdig stadium te signaleren c.q. op te lossen dient de installateur tijdig en in voldoende mate met de installateurs van de overige in het werk te brengen installaties, in overleg te treden en de benodigde tekeningen en technische informatie uit te wisselen.
Handtekening: Algemene Besteksbepalingen Cornelis Huygens Projecten B.V. d.d. 15 april 2004
52