Februari 2011
HANDREIKING GROEPSAANPAK AMERSFOORT Een integrale aanpak van problematische jeugdgroepen op wijkniveau.
SAMENWERKINGSVERBAND:
Inlichtingen bij: P. Steenkist, (033) 469 42 17,
[email protected]
Gemeente Amersfoort Veiligheidshuis Amersfoort Centrum voor Jeugd & Gezin Politie Eemland-Zuid Stichting Welzijn Amersfoort Versa Welzijn
Inhoudsopgave: INLEIDING: ................................................................................................................................... 3 GROEPSAANPAK IN DE PRAKTIJK: ................................................................................................. 3 STAP 1: INVENTARISATIE GROEPEN (SHORTLIST EN GROEPSANALYSE) ................................................................ 4 I. DE SHORTLISTRAPPORTAGE (politie): ..................................................................................... 5 II. DE RAPPORTAGE GROEPSANALYSE (jongerenwerk): .............................................................. 6 STAP 2: PRIORITEREN VAN GROEPEN........................................................................................................... 7 STAP 3: NADERE ANALYSE GROEPEN ........................................................................................................... 8 STAP 4: PLAN VAN AANPAK MAKEN EN UITVOEREN ....................................................................................... 9 STAP 5: MONITORING EN EVALUATIE ........................................................................................................ 11 TAAK- EN ROLVERDELING BINNEN DE GROEPSAANPAK: .............................................................. 13 STAF OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID (OOV) / DRIEHOEK – 4 MAAL PER JAAR ............................................... 14 BELEIDSOVERLEG JEUGD EN VEILIGHEID – 6 MAAL PER JAAR ......................................................................... 14 COÖRDINATORENOVERLEG – 6 TOT 10 MAAL PER JAAR ................................................................................ 15 JEUGDGROEPENOVERLEG (JGO) – 10 MAAL PER JAAR ................................................................................. 16 JEUGD INTERVENTIE TEAM (JIT) – 10 MAAL PER JAAR ................................................................................. 17 JUSTITIEEL CASUSOVERLEG (JCO) - WEKELIJKS ............................................................................................ 19 BIJLAGE 1: FORMAT OVERALL PLAN GROEPSAANPAK.................................................................. 20 BIJLAGE 2: FORMAT TUSSENTIJDSE EVALUATIE ........................................................................... 23 BIJLAGE 3: FORMAT GROEPSANALYSE JONGERENWERK .............................................................. 26 BIJLAGE 4: OPLOSSINGSRICHTINGEN GROEP EN DOMEIN ............................................................ 27
2
Inleiding: In 2004 heeft Advies- en Onderzoeksbureau Beke een methodiek ontwikkeld die zich richt op de aanpak van problematische jeugdgroepen op wijkniveau, de zogenaamde groepsaanpak (shortlistmethodiek). De groepsaanpak heeft als doel om middels een integrale benadering (domein, groep en individu) overlastgevend en crimineel gedrag in groepsverband te doorbreken. Begin 2009 is Amersfoort van start gegaan met de stadsbrede uitrol van de groepsaanpak conform de landelijke systematiek van Advies- en Onderzoeksbureau Beke. Deze groepsaanpak kent grofweg de volgende stappen: Stap 1: Inventarisatie jeugdgroepen Stap 2: Prioriteren van groepen Stap 3: Nadere analyse van geprioriteerde groepen Stap 4: Opstellen en uitvoeren plannen van aanpak Stap 5: Monitoring en evaluatie (bijstellen of beëindigen aanpak) De groepsaanpak is te typeren als een gebiedsgerichte inventarisatie en aanpak van problematische jeugdgroepen die begint bij de wijkagent in de wijk. De wijkagent brengt met behulp van een vragenlijst (de shortlist) de jeugdgroepen in beeld (Stap 1). Op basis van achtergrondkenmerken van groepsleden en het overlastgevende of criminele gedrag worden groepen getypeerd als hinderlijk, overlastgevend of crimineel. De shortlist wordt ieder jaar (medio maart/april) afgenomen. Vanuit de afgenomen shortlists wordt door de politie (Divisie Informatie) een shortlistrapportage gemaakt. Deze rapportage geeft een stadsbreed beeld van alle problematische jeugdgroepen in Amersfoort. Vanwege beperkingen in de beschikbare capaciteit en middelen kunnen echter niet alle groepen in een keer worden aangepakt, daarom moet er worden geprioriteerd (Stap 2). Ieder jaar wordt er door de Driehoek (Burgemeester, Districtchef Politie, Officier van Justitie) een selectie gemaakt (prioriteren) van acht tot maximaal twaalf jeugdgroepen die in het kader van de groepsaanpak van een overall plan worden voorzien. Het overall plan is een groeidocument dat constant wordt geactualiseerd en waaraan elke partner (welzijn, zorg en justitie) zijn bijdrage levert. Eenmaal per jaar wordt er van deze plannen een stadsbrede planrapportage (voor de zomervakantie/ Stap 4) en een tussentijdse evaluatie (rond de jaarwisseling/ Stap 5) opgesteld ter verantwoording aan de Driehoek en de Staf Openbare Orde en Veiligheid (OOV).
Groepsaanpak in de praktijk: Hangjongeren ofwel jeugdgroepen zijn jongeren die groepsgewijs met elkaar optrekken. Dit is heel normaal en vanuit sociaal oogpunt bekeken ook heel goed. Iedereen maakt immers gedurende zijn leven deel uit van groepen. In de puberteit is het optrekken in groepen dan ook belangrijk voor de ontwikkeling naar volwassenheid. Vaak met een groep optrekken kan echter ook een negatief effect hebben. In veel gevallen ervaren buurtbewoners overlast van groepen jongeren. Daarnaast heeft onderzoek1 uitgewezen dat ongeveer 75% van de jeugdcriminaliteit in groepsverband wordt gepleegd of voortvloeit uit groepsdynamische processen. Naast dat er een onderscheid gemaakt wordt naar classificatie van een groep, moet er ook een onderscheid gemaakt worden naar kenmerken van individuen als onderdeel van deze groep. Het kan zo zijn dat binnen een hinderlijke jeugdgroep individuele groepsleden aanwezig zijn die zich schuldig maken aan criminele feiten. Maar andersom kunnen ook jongeren zonder antecedenten onderdeel uitmaken van een criminele jeugdgroep. Kortom, het waarneembare (delict)gedrag van een groep als geheel kan anders zijn dan die van de afzonderlijke leden. 1
Schuyt, C.J.M., Jeugdcriminaliteit in groepsverband, Delict en Delinkwent, nr. 23, 1993 • Ferwerda, H.B., Jeugdcriminaliteit en de rol van de groep, De groep als negatieve voedingsbodem, J*, Tijdschrift over jongeren, Jaargang 1, nummer 1, 2000.
3
Juist van deze groepsdynamische gegevens wordt binnen de groepsaanpak gebruik gemaakt, door overlastgevend en crimineel gedrag aan te pakken vanuit de verschillende leefgebieden van een jongere. Een aanpak die zich zowel richt op de persoon als de groep, het gezin en de sociale en fysieke leefomgeving. Door deze aanpak vanuit diverse invalshoeken wordt het sociale systeem van een jeugdgroep ontwricht. Voor veel jongeren valt hiermee het fundament van hun ongewenste gedrag weg. Immers het grootste deel van negatief en crimineel gedrag van jongeren vindt plaats in groepsverband en dat wordt met de groepsaanpak doorbroken. Groepsaanpak in vijf stappen: Om de uitvoering goed te laten verlopen is het handig om gebruik te maken van een checklist. De checklist bestaat uit vijf stappen en is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel. In de praktijk kunnen stappen door elkaar lopen, bijvoorbeeld dat gestart wordt met de uitvoering van een bepaald onderdeel voordat het plan van aanpak helemaal af is. Niet de indeling van de stappen staan centraal, maar wel de aanpak van de problematiek en het gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen. Jaarlijks ziet de cyclus van de groepsaanpak er als volgt uit:
Maart
April
1. Afname shortlist
2. Prioritering groepen
Juni 3. Netwerkanalyse politiesystemen
4a. Opstellen plannen
Januari 4b. Uitvoeren plannen
5. Evaluatie aanpak
Stap 1: Inventarisatie groepen (shortlist en groepsanalyse) Jaarlijks worden standaard twee rapportages opgesteld. Eén door de politie (shortlistrapportage) en één door het jongerenwerk (rapportage groepsanalyse). De uitkomst van de rapportages lopen gelijk met de jaarlijkse cyclus van de groepsaanpak, waarbij tevens de inhoud van de twee rapportages op elkaar wordt afgestemd (te inventariseren jeugdgroepen). 1. Shortlistrapportage: een keer per jaar wordt door de politie (Divisie Informatie) de door de wijkagenten ingevulde shortlists samengevoegd tot een stadsbrede shortlistrapportage (medio maart/april). In deze rapportage worden alle problematische jeugdgroepen in Amersfoort beschreven, gebaseerd op informatie van wijkagenten. De informatie kenmerkt zich voornamelijk door een analyse van jeugdgroepen in relatie tot de strafrechtelijke gevolgen van problematisch gedrag van jongeren. Een belangrijke uitkomst van de shortlistanalyse is dat geïnventariseerde jeugdgroepen worden geclassificeerd naar hinderlijk, overlastgevend en crimineel. Een shortlistanalyse is gebaseerd op een vaste vragenlijst (shortlist), die medio maart/april door de wijkagent wordt ingevuld. Wanneer een jeugdgroep nieuw is in de wijk, wordt de shortlist ook tussentijds afgenomen door de wijkagent. 2. Rapportage groepsanalyse: jaarlijks wordt gelijktijdig met de shortlistrapportage een groepsanalyse opgesteld door het (ambulant) jongerenwerk, waarin het jongerenwerk alle jeugdgroepen inventariseert in de stad. Het betreft hier net zoals bij de shortlistanalyse, de problematische jeugdgroepen die elkaar op straat ontmoeten. De coördinatoren van het ambulant jongerenwerk vanuit de welzijnsorganisaties SWA en Versa voegen de informatie samen tot een stadsbrede rapportage met inhoudelijk dezelfde jeugdgroepen zoals geïnventariseerd voor de shortlistrapportage. De informatie kenmerkt zich voornamelijk door 4
een analyse van jeugdgroepen in relatie tot de sociaal maatschappelijke gevolgen van problematisch gedrag van jongeren. Een groepsanalyse bestaat uit drie onderdelen: een groepsgerichte (analyse van de groep als geheel), domeingerichte (sociale en fysieke analyse van de buurt) en persoongerichte analyse (analyse van individuele risicojongeren). Een groepsanalyse is een groeidocument wat constant wordt aangevuld met nieuwe informatie over een jeugdgroep. De jongerenwerker stuurt aan op het verzamelen van ontbrekende informatie. De shortlistrapportage is leidend: Vanuit het Jeugdgroepenoverleg in de wijk wordt samen met de jongerenwerker, de wijkagent en de JGO-coördinator bepaald welke jeugdgroepen in het werkgebied middels de shortlist worden geïnventariseerd en door het jongerenwerk van een groepsanalyse worden voorzien. Op deze wijze worden de rapportages vanuit het jongerenwerk en de politie op elkaar afgestemd, waarbij de rapportage groepsanalyse als “onderlegger” dient van de shortlistrapportage. In beide rapportages worden dezelfde jeugdgroepen behandeld, waarvan de shortlistrapportage leidend is.
I.
DE SHORTLISTRAPPORTAGE (politie):
De Beke-shortlist brengt de volgende gegevens van een groep in kaart: Locatie(s) waar de groep zich doorgaans ophoudt; Samenstelling van de groep (omvang, etniciteit, leeftijd); Dagelijkse bezigheden van de groepsleden (school en arbeid); Riskante gewoonten (drank- en druggebruik, justitiecontacten); Recent delictgedrag (lichte en zware vormen van criminaliteit); Typering van de groep als hinderlijk, overlastgevend of crimineel. 1. Hinderlijke jeugdgroep Deze groep bestaat uit jongeren die rondhangen in de buurt, af en toe luidruchtig aanwezig zijn en zich niet veel van de omgeving aantrekken. Soms is de groep betrokken bij kleine schermutselingen of pleegt kleine vernielingen. Een minderheid van deze jongeren maakt zich soms schuldig aan lichte gewelds- of vermogensdelicten. De leden van deze groepen zijn over het algemeen nog aan te spreken op hun gedrag. Landelijk gezien bestaat ongeveer de helft van de problematische jeugdgroepen uit hinderlijke jongeren. 2. Overlastgevende jeugdgroep Bij deze groep gaat het om jongeren die nadrukkelijk aanwezig zijn, soms provocerend optreden en omstanders lastig vallen door ze uit te schelden of te intimideren. Ook plegen deze jongeren regelmatig vernielingen, gebruiken ze geweld en maken ze zich doelbewust schuldig aan lichte vormen van criminaliteit. De leden van deze groep zijn minder goed te corrigeren en zorgen er wel voor dat ze niet snel gepakt worden. Uit landelijke cijfers blijkt dat ongeveer 35% van de problematische jeugdgroepen behoort tot de categorie overlastgevend. 3. Criminele jeugdgroep De criminele jeugdgroep bestaat voor een deel uit jongeren die al vaker in aanraking zijn geweest met de politie. De motivatie voor crimineel gedrag is hier vooral financieel gewin in plaats van kicken of aanzien. De leden van deze groep plegen ernstige delicten en schrikken niet terug voor het gebruik van geweld. Landelijk gezien bestaat 15% van de problematische jeugdgroepen uit criminele groepen. Variant: straat- en jeugdbendes Soms komt het voor dat groepen hecht georganiseerd, gesloten en hiërarchisch zijn. Is dat het geval bij een criminele groep, dan spreken we over een jeugdbende. Gaat het over een hinderlijke of overlastgevende groep, dan hebben we het over een straatbende.
Het in deze fase verkregen beeld van de groep is niet meer dan een eerste (subjectieve) inventarisatie van aard en omvang van problematische jeugdgroepen in een wijk . Dit beeld is een 5
momentopname en dient als basis voor vervolgstappen. De shortlistanalyse geeft nog onvoldoende zicht op achterliggende problematiek en eventuele kansen en behoeften van de jeugdgroep en zijn individuele leden. Om tot een gedegen aanpak te kunnen komen is het daarom noodzakelijk nadere informatie te vergaren vanuit de kennis, signalen en contacten van het jongerenwerk. Het jongerenwerk staat vanuit zijn positie dichtbij de jongeren en beschikt daarmee over andere informatie dan de wijkagent.
II.
DE RAPPORTAGE GROEPSANALYSE (jongerenwerk):
Jaarlijks wordt gelijktijdig met de shortlistrapportage een groepsanalyse opgesteld door het (ambulant) jongerenwerk, waarin het jongerenwerk alle jeugdgroepen inventariseert in de stad. Het betreft hier net zoals bij de shortlist, de problematische jeugdgroepen die elkaar op straat ontmoeten. De welzijnsorganisaties voegen de informatie samen tot een stadsbrede rapportage met inhoudelijk dezelfde jeugdgroepen zoals geïnventariseerd voor de shortlistrapportage. De informatie kenmerkt zich voornamelijk door een analyse van jeugdgroepen in relatie tot de sociaal maatschappelijke gevolgen van problematisch gedrag van jongeren. Om meer inhoudelijk (groeps-) inzicht te verkrijgen werkt het jongerenwerk met een gestandaardiseerde groepsanalyse die bestaat uit de volgende onderdelen: Groepsgerichte analyse Persoonsgerichte analyse Domeingerichte analyse
een analyse van de groep als geheel. een analyse van individuele leden met opvallend probleemgedrag. een analyse van de verschillende overlastlocaties in de wijk (fysiek en sociaal), gerelateerd aan de groep.
De groeps- en persoongerichte analyse richten zich beiden op de verschillende leefgebieden van een jongere. De persoonsgerichte analyse beperkt zich enkel tot die jongeren waarvan het jongerenwerk vindt dat deze extra individuele aandacht nodig hebben. De groeps- en persoonsgerichte analyse vindt plaats op de volgende leefgebieden: Thuissituatie: Onderwijs & Werk: Gezondheid: Vrije tijd: Financiën: Politie & Justitie:
in het oog springende kenmerken m.b.t. huisvesting en opvallende gezinssituaties. kenmerken ten aanzien van opleidingsniveau en/of werk. gedrag ten aanzien van middelengebruik (drugs, alcohol, roken), maar kan ook opvallend eetpatroon betreffen of gebrek aan lichaamsbeweging. gedrag ten aanzien van rondhangen, uitgaan, lid van (sport)verenigingen, wel of niet actief (willen) zijn, maatschappelijk betrokken. kenmerken ten aanzien van geld, veel bijbaantjes en geld spenderen, schulden, gokken. kenmerken ten aanzien van contacten met de wijkagent, (ernstig) overlastgevend en crimineel gedrag van jongeren en de aanraking met justitie (boetes, taakstraffen, etc.).
Korte analyse van de groepsdynamiek: De groepsgerichte analyse wordt afgesloten met een overzicht van de groepsdynamische kenmerken van een jeugdgroep. Hierin wordt onder andere beschreven hoe de groepsstructuur is opgebouwd en welke individuele leden van de groep invloed uitoefenen op het groepsgedrag en het voorbestaan van de groep. Deze informatie is specifiek van belang om gerichte interventies te kunnen inzetten die invloed uitoefenen op het sociale systeem van een jeugdgroep, met als doel deze te ontwrichten. Hierbij gaat het om vragen als: Wie zijn de leiders, volgers en meelopers binnen de groep? Zijn er subgroepen binnen de totale groep waarneembaar? Wat bindt de jeugdgroep (muziek, school, sport, wijk, crimineel gedrag, etc.)? Is er vaak ruzie binnen de groep? Is de samenstelling vast of wisselend? Etc. Openbaar en vertrouwelijk: De rapportage van de groepsanalyses wordt uitgebracht in een “openbare” variant en een vertrouwelijke variant. De jongeren die worden opgenomen in de openbare rapportage is bedoeld om de gemeente te informeren en kunnen nooit volledige namen van groepsleden bevatten. De vertrouwelijke rapportage is bedoeld als werkdocument voor de uitvoerende professionals.
6
Toevoegen namenlijsten: In sommige gevallen heeft het jongerenwerk andere jongeren in beeld dan de politie heeft, maar omgekeerd geldt hetzelfde. Ook komt het voor dat sommige jongeren wel in beeld zijn, maar de namen zowel bij de politie als het jongerenwerk niet bekend zijn (een jongere is bijvoorbeeld ontoegankelijk voor het jongerenwerk of wordt binnen een groep alleen bij zijn bijnaam genoemd). In een dergelijk geval beschikt de politie over middelen waarover het jongerenwerk niet beschikt, zoals het afnemen van een ID-controle of het doen van een scootercontrole. Het is dus van belang dat het jongerenwerk en de politie gezamenlijk optrekken bij het in kaart brengen van de individuele leden van een jeugdgroep. Bij stap 1 wordt gezamenlijk binnen het JGO bepaald welke problematische jeugdgroepen middels de shortlist en de groepsanalyse zullen worden geïnventariseerd. Wanneer de jeugdgroepen eenmaal zijn geïnventariseerd worden deze van namenlijsten voorzien. In het JGO stemmen de wijkagent en de jongerenwerker af welke jongeren onderdeel uitmaken van de geïnventariseerde groepen. De uiteindelijke namenlijsten worden toegevoegd aan de groepsanalyses van het jongerenwerk (leiders, meelopers, volgers) en vervolgens intern binnen de politie door de Gemeentelijke Basisadministratie van Persoonsgegevens (GBA) gehaald. De namenlijsten die daaruit voortkomen vormen (met in acht name van de Wet op de Privacy) de caseload die in het kader van de groepsaanpak gehanteerd wordt binnen het Jeugdgroepenoverleg (JGO), het Jeugd Interventie Team (JIT) en het Justitieel Casusoverleg (JCO). Naast dat de toegevoegde namenlijsten de caseload vormen voor de diverse netwerkoverleggen, zijn zij tevens belangrijk om goed jeugdgroepen te kunnen prioriteren (stap 2). Sommige jongeren zijn namelijk actief in meerdere jeugdgroepen of individuele leden van een groep kunnen erg jong zijn waardoor bijvoorbeeld een preventieve aanpak wenselijk is. Stap 2: Prioriteren van groepen Vanwege beperkte capaciteit en beschikbare middelen kunnen niet alle groepen in een keer worden aangepakt, daarom moet er worden geprioriteerd. Jaarlijks wordt op basis van urgentie door de lokale Driehoek een selectie gemaakt (prioritering) uit de hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen: minimaal 8, maximaal 12 groepen. De Driehoek is het overleg tussen Burgemeester, Politie en Openbaar Ministerie. Uitgangspunt is dat er in eerste instantie tussen de acht en tien groepen worden geprioriteerd, zodat er voldoende ruimte bestaat om eventueel bij urgentie ook tussentijds nieuwe groepen te kunnen prioriteren. Ondanks het gegeven dat er wordt geprioriteerd op urgentie, kan er vanuit een preventief oogpunt ook gekozen worden voor de aanpak van een hinderlijke jeugdgroep. Dit is mede afhankelijk van de ervaringen van de uitvoerende professionals in de wijken. De criteria voor prioritering zien er als volgt uit: 1. Eerste uitgangspunt is: hoe zwaarder de classificatie (niveau 1. Hinderlijk, niveau 2. Overlastgevend, niveau 3. Crimineel), hoe hoger de prioriteit. Dit criterium geldt echter alleen na afweging van de hierop volgende criteria. 2. Voldoende personele capaciteit (te behandelen: per JGO maximaal 2 jeugdgroepen, per JIT maximaal 35 jongeren). 3. Perspectief op “succes” (quick wins, toegankelijkheid jeugdgroep, aansluiting lopende projecten/aanpak). 4. Mogelijkheden tot een gecombineerde aanpak door de diverse veiligheidspartners (koppeling welzijn (JGO), zorg (JIT) en justitie (JCO)). 5. De mate waarin sprake is van erg jonge groepsleden (preventieve werking). 6. Onderlinge relaties jeugdgroepen (gemeenschappelijke leden, rivaliteit, “broertjes en zusjes van”, loopjongens, etc.).
7
7. Hoge concentratie aan overlast(locaties) in een wijk/gebied (overlastmeldingen/incidenten, mobiliteit jeugdgroepen, hoeveelheid jeugdgroepen). 8. Politieke urgentie (zowel groeps- als gebiedsgericht). Ieder jeugdoverleg (JGO, JIT en het JCO) houdt zich bezig met dezelfde caseload, namelijk (maximaal) 12 jeugdgroepen met de daaraan verbonden namenlijsten. Vanzelfsprekend worden niet alle jongeren uit de 12 groepen van een persoonsgerichte aanpak voorzien, dit is afhankelijk van de zorgen die er omtrent bepaalde jongeren zijn. Het JIT kan in totaal circa 140 jongeren behandelen. Het JCO behandelt alleen de jongeren uit de namenlijsten die recentelijk een strafbaar feit hebben gepleegd. Stap 3: Nadere analyse groepen De shortlist is een eerste portret van de groep. Voor een goede aanpak op maat is een nadere analyse van de geprioriteerde jeugdgroepen noodzakelijk. Er zijn drie partijen die betrokken zijn bij deze verdiepingsslag; het jongerenwerk, de politie en de coördinator van de JIT’s. Zij focussen onder andere nader in op individuele jongeren en kijken daarbij naar hun rol binnen een jeugdgroep, individuele problematiek, of jongeren al in een hulpverleningstraject zitten en wat het delictgedrag is van jongeren. Deze informatie wordt gebundeld en vormt de basis waarop wordt bepaald wat voor en in welke mate bepaalde jongeren aandacht krijgen binnen de verschillende netwerkoverleggen (nadruk op preventie, curatie, repressie of een gecombineerde aanpak). Daarnaast biedt het nader analyseren van de verschillende statusposities van individuen binnen een groep de mogelijkheid in te spelen op groepsdynamische processen (beïnvloeden groepsstructuur/doorbreken negatieve relatievorming). 1) De politie: systeemanalyses De politie doet voor de geprioriteerde jeugdgroepen een nadere analyse, wat globaal uit twee stappen kan bestaan. Dit is afhankelijk van de ernst van de problematiek rondom een groep. a) Toevoegen systeeminformatie De coördinerend jeugdagent (daderregisseur) op het Veiligheidshuis voegt informatie uit de bedrijfssystemen toe: Komen ze voor in BVH en zo ja, waarvoor (over periode van 1 jaar) Hebben ze in die periode strafbare feiten gepleegd (alleen of met anderen) Vervolgens vragen de medewerkers van het OM in het veiligheidshuis de justitiële documentatie op en checkt op openstaande zaken, proeftijden, te executeren vonnissen en dergelijke. b) Nadere analyse van de groepen Indien bovengenoemde informatie niet voldoende inzicht biedt in de structuur van de groep kan een mededaderanalyse uitgevoerd worden. Of als in een wijk meerdere groepen voorkomen is het zinvol om de relatie tussen de groepen te onderzoeken: komen jongeren in meerdere groepen voor (zogenaamde kruispuntverdachten), is er een relatie tussen de criminele activiteiten van de groepen et cetera. Soms kunnen de onderlinge relaties wijkoverstijgend zijn. Een dergelijke netwerkanalyse is zeer tijdrovend en is niet voor alle groepen noodzakelijk. De wijkchef kan hiertoe bij de afdeling analyse een verzoek doen. 2) Het jongerenwerk: groepsanalyses De welzijnsorganisaties vullen de beschikbare informatie van de politie aan met de uitgevoerde groepsanalyses door het jongerenwerk. Daar waar de politie vooral analyseert op delictgedrag van jongeren, analyseert het jongerenwerk op groepsdynamische aspecten van een groep en de invloeden van individuele jongeren op het groepsgedrag. In deze analyse wordt onder andere beschreven wie de leider, volgers en meelopers zijn binnen een jeugdgroep en welke individuele jongeren volgens het jongerenwerk extra hulp nodig hebben op een of meerdere leefgebieden. 8
3) Coördinator JIT: screening zorgsystemen De informatie van het jongerenwerk en de politie wordt gebundeld en toegevoegd aan de bekende informatie uit de zorgsystemen. De coördinator van de JIT’s screent alle jongeren die onderdeel uitmaken van de geprioriteerde jeugdgroepen, waarbij gekeken wordt naar reeds aanwezige hulpverlening bij individuele jongeren. De gecombineerde informatie is bepalend voor de keuze waarop jongeren naar de juiste overlegvorm of verantwoordelijke netwerkorganisatie worden toegeleid. Het stroomschema ziet er als volgt uit:
Shortlistafname
Niet geprioriteerde groepen
Geprioriteerde groepen
Regulier aanbod
Naar coördinatorenoverleg
Naar Centrum voor Jeugd & Gezin: Wanneer hier al een plan van aanpak ligt of er is sprake van enkelvoudige problematiek.
Naar JCO: Wanneer hier al een aanpak is uitgezet of bespreking in het risico-overleg noodzakelijk is.
Naar JIT: Wanneer jongere niet bekend is bij Centrum voor Jeugd & Gezin en het JCO en er bij meer dan 1 partij sprake is van zorg.
Input coördinatorenoverleg: De vrijgekomen informatie vanuit het jongerenwerk, de politie en de hulpverlening wordt overgedragen aan de gemeentelijke Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en Risicojongeren, die het coördinatorenoverleg leidt. In het coördinatorenoverleg wordt samen met alle voorzitters van de operationele overleggen een eerste besluit genomen over de verdeling van de caseload (zie stroomschema), waarna er gestart kan worden met het opstellen van de overall plannen (Stap 4). Bij het coördinatorenoverleg zijn tevens de wijkchefs van de politie aanwezig die verantwoordelijk zijn voor het uitzetten van de maatregelen die onder verantwoordelijkheid van de wijkagenten vallen. Er vinden per jaar zes tot tien coördinatorenoverleggen plaats, minimaal drie per halfjaar. Stap 4: Plan van aanpak maken en uitvoeren De methodiek eindigt met een concreet overall plan per jeugdgroep (zie bijlage 1). In het plan worden meetbare en controleerbare acties beschreven. Ook worden in de plannen van aanpak de actiepunten nauwkeurig voorzien van een tijdpad en worden de verantwoordelijke organisaties en personen voor de uitvoering van het actiepunt benoemd. Dit laatste maakt het mogelijk om de voortgang van de aanpak goed te kunnen monitoren. Een overall plan bestaat globaal uit een viertal onderdelen: 1. Basisgegevens over de groep en het werkgebied. 2. Een probleemanalyse opgesplitst in een hoofdprobleem, algemene problemen (groeps-, domein- en persoonsgericht) en meerdere deelproblemen. 9
3. Een doelenplan opgesplitst in een hoofddoelstelling, algemene doelstellingen (groeps-, domeinen persoonsgericht) en meerdere subdoelen. 4. Een handelingsplan onderverdeeld in een groeps-, domein- en persoonsgerichte aanpak, opgesplitst in een overzicht van de reeds ondernomen maatregelen (a) en de lopende/nieuwe maatregelen (b). Drie soorten maatregelen: Amersfoort kent drie netwerkoverleggen die zich met de groepsaanpak bezighouden: het Jeugdgroepenoverleg (JGO), Jeugd Interventie Team (JIT) en het Justitieel Casusoverleg (JCO). De aanpak van een jeugdgroep bestaat uit een samenhang van preventieve, curatieve en repressieve maatregelen gericht op vermindering van jeugdoverlast en criminaliteit in wijken. 1.
2.
3.
Groepsgerichte maatregelen (gericht op de groep als geheel) – zoals de organisatie van groepsactiviteiten door het (ambulant) jongerenwerk, waardoor contact met de jongeren gemaakt kan worden (bijvoorbeeld door het aanbieden van sportactiviteiten). Situatie- of domeingerichte maatregelen (maatregelen in het gebied waar de jongeren rondhangen) – bijvoorbeeld aanpassing verlichting, afsluiten van portieken en plaatsen/weghalen van bankjes, maar ook buurtbemiddeling of voorlichting buurtbewoners. Persoons- of gezinsgerichte maatregelen (gericht op de individuele leden van de groep en hun gezin) – te denken valt aan het plaatsen van een jongere in een maattraject (straf en/of hulp en zorg) of het bieden opvoedingsondersteuning aan ouders (bijvoorbeeld middels een gezinscoach).
Gemeentelijke regie: Hieronder een schematische weergave van de gemeentelijke regie en de inputverantwoordelijken voor de plannen van aanpak per jeugdgroep (de overall plannen): Gemeentelijke regie:
BELEIDSMEDEWERKER JEUGD & VEILIGHEID:
Inputverantwoordelijken:
Inhoud overall plannen:
Politie (wijkagenten)
1. Probleemanalyse jeugdgroep (shortlist, cijfers gemeente/politie/justitie)
2. Groepsgerichte maatregelen (bijv. sportactiviteiten)
WIJKMANAGERS:
Jeugdgroepenoverleg (wijkprofessionals)
3. Domein- situatiegerichte maatregelen (bijv. plaatsen bankje of bemiddeling) Jeugd Interventie Team (hulpverlening) 4. Persoon- en gezinsgerichte maatregelen (strafrechtelijke afdoening en/of hulpverleningstraject)
COORDINATOR NAZORG EN RISICOJONGEREN: Justitieel Casusoverleg (18-/18+) (justitiële ketenpartners)
10
De rol van het Coördinatorenoverleg: De Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en Risicojongeren is verantwoordelijk voor het technisch voorzitterschap van het coördinatorenoverleg, waarmee zij stuurt op het doorlopen van aantal procesmatige stappen en partners aanspreekt op het nakomen van afspraken. Het doorlopen van het stappenplan gebeurt echter buiten het periodieke overleg. Het coördinatorenoverleg is enkel bedoeld voor terugkoppeling en afstemming van eerder gedane en nog uit te voeren werkzaamheden met als doel het bewaken van de integrale aanpak (opstellen en uitvoeren overall plannen). Om tot een sluitend overall plan te komen, doorlopen de deelnemers aan het coördinatorenoverleg globaal de volgende stappen: 1. Informatieverzameling:
Het verzamelen van de benodigde informatie voor een sluitende probleemanalyse.
2. Opstellen probleemanalyse:
Het opstellen van de probleemanalyse bestaande uit een hoofdprobleemstelling, algemene probleemstellingen (groep, domein, persoon) en deelproblemen.
3. Opstellen doelenplan: (Strategiebepaling)
Het vertalen van de probleemanalyse naar een sluitend SMART geformuleerd doelenplan, bestaande uit een hoofddoelstelling, algemene doelstellingen (groep, domein, persoon) en subdoelen.
4. Opstellen handelingsplan: (Tactiekbepaling)
Het terugkoppelen van de probleemanalyse en het doelenplan aan de uitvoerende werkers (deelnemers JGO, JIT en JCO), om vervolgens samen met deze werkers de subdoelen te voorzien van passende maatregelen gericht op de groep, het domein en de persoon (handelingsplan).
5. Controleren en samenvoegen:
Controleren van de samenhang in de aanpak, waarna deze wordt samengevoegd tot een sluitend overall plan bestaande uit een probleemanalyse, doelenplan en handelingsplan.
Tijdens het coördinatorenoverleg worden dus geen probleemstellingen, doelstellingen of interventies uitgedacht. Uitgangspunt is dat deze werkzaamheden al zijn verricht voordat de ketenpartners deel nemen aan het overleg. Dezelfde werkwijze geldt overigens ook voor alle andere operationele overleggen. Ook hier worden de verschillende periodieke overleggen in het kader van de groepsaanpak (JGO, JIT, JCO) alleen gebruikt voor terugkoppeling en afstemming van maatregelen. De daadwerkelijke probleemanalyse en het formuleren van doelen en interventies vindt buiten de operationele overleggen plaats (bilateraal). Stap 5: Monitoring en evaluatie Eén keer per jaar worden de jeugdgroepen middels de shortlist in kaart gebracht. Doordat we jaarlijks volgens dezelfde systematiek (shortlist) jeugdgroepen in kaart brengen, krijgen we inzicht in de omvang van het aantal jeugdgroepen, de zwaarte van de veroorzaakte overlast en criminaliteit en de ontwikkelingen daarin. Daarnaast willen we natuurlijk weten of de aanpak effect heeft. Eén keer per jaar wordt de aanpak stadsbreed geëvalueerd middels een tussentijdse evaluatierapportage van de overall plannen, waarna de aanpak zonodig wordt beëindigd of bijgesteld. Tussentijdse Evaluatierapportage: Binnen het coördinatorenoverleg wordt een geschikt moment afgesproken voor het gereed hebben van de stadsbrede evaluatierapportage. Uitgangspunt daarbij is dat ongeveer een halfjaar na het opstellen van de overall plannen wordt gestart met het uitvoeren van een tussentijdse evaluatie 11
(rond de jaarwisseling). De tussentijdse evaluatie vindt plaats op de vooraf bepaalde doelstellingen vanuit het opgestelde doelenplan. De evaluatie moet zichtbaar maken of de doelstellingen zijn gehaald, de werkwijze goed is en of er wellicht andere probleemstellingen naar voren zijn gekomen. Een tussentijdse evaluatie van een overall plan ziet er als volgt uit (zie bijlage 2): 1. Basisgegevens over de groep en het werkgebied. 2. Het oorspronkelijke doelenplan afkomstig uit het overall plan (hoofddoelstelling, algemene doelstellingen en meerde subdoelen). 3. De evaluatie van het doelenplan op succes- en faalfactoren (behalen verschillende doelstellingen). 4. Overzicht van de jongeren die sinds het afgelopen halfjaar in een traject zitten, als gevolg van het overall plan. 5. Een bijstelling/aanvulling op het oorspronkelijke handelingsplan onderverdeeld in een groeps-, domein- en persoonsgerichte aanpak. Wanneer een groep het volgende jaar nogmaals wordt geprioriteerd, dient het nieuwe overall plan voor deze groep (doelenplan en handelingsplan) tevens als eindevaluatie voor het overall plan van het voorgaande jaar. De rapportage overall plannen moet altijd voor de zomervakantie gereed te zijn. Beide rapportages (overall plannen + tussentijdse evaluatie) vormen een verantwoording aan de Lokale Driehoek (Burgemeester, Districtchef Politie, Officier van Justitie) wat betreft ingezet beleid en uitvoering van maatregelen op het gebied van de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit op wijkniveau.
12
Taak- en rolverdeling binnen de groepsaanpak: Om een goede integrale groepsaanpak mogelijk te maken worden er binnen de gemeente op drie organisatieniveaus jeugdoverleggen georganiseerd. Niveau: 1) Strategisch 2) Tactisch 3) Operationeel
Overleg: Staf OOV / Driehoek Beleidsoverleg Jeugd & Veiligheid Coördinatorenoverleg Jeugdgroepenoverleg (12 x) Jeugd Interventie Team (4 x) Justitieel Casusoverleg
STRATEGISCH: Burgemeester -
Driehoek + Staf OOV: Prioritering Vaststellen plannen
-
Beleidsoverleg Jeugd & Veiligheid: Advies prioritering Planrapportage
TACTISCH: Ambtenaar jeugdbeleid (OOV)
OPERATIONEEL: Coördinator nazorg ex-gedetineerden en risicojongeren (OOV)
-
Jeugdgroepenoverleg: Groepsgerichte maatregelen Domein/situatiegerichte maatregelen (fysiek en sociaal)
Voorzitter (gem. afd. WOW): - JGO-coördinator Planvorming: wijkmanager Uitvoering: wijkcoördinator Deelnemers: - Jongerenwerk - Opbouwwerk - Wijkagent (- Sportbuurtwerk) (- Woningcorporatie)
Frequentie: (4 maal p.j.) (6 maal p.j.) (6-10 maal p.j.) (10 maal p.j.) (10 maal p.j.) (wekelijks)
Coördinatorenoverleg: Afstemmen caseload Afstemmen maatregelen
Jeugd Interventie Team: Persoongerichte interventies (zorg) Gezinsgerichte interventies (zorg)
Voorzitter (CJG): - JIT-coördinator Deelnemers: - Maatschappelijk Werk - Leerplicht - SOVEE Nieuwe Perspectieven - Jeugdpolitie - Wijkagent - Jongerenwerk
Voorzitter: Burgermeester Ambt. Jeugdbeleid (OOV) Coördinator Nazorg (OOV) JGO-coördinator (WOW) JIT-coördinator (CJG) Parketsecretaris Jeugd (OM)
- Burgemeester - Districtchef politie - Officier van Justitie - Wethouder Jeugd - Ambtenaren jeugdbeleid (OOV + W&O)
- Ambt. Jeugdbeleid (W&O/OOV) - Wijkmanager (WOW) - Ketenmanager VHA - Beleidsadviseur politie - Coördinator jeugdpolitie - Teammanager jongerenwerk - Coördinator CJG - Coördinator Nazorg (OOV)
- Coördinator Nazorg (OOV) - Parketsecretaris Jeugd (VHA) - JGO-coördinator (WOW) - JIT-coördinator (CJG) - Coord. Ambulant Jongerenwerk - Wijkchefs politie
(JCJ 18- en JOVO 18+) Justitieel Casusoverleg: Persoonsgerichte maatregelen (justitie) Gezinsgerichte maatregelen (justitie)
Voorzitter (VHA/OM): - Parketsecretaris Jeugd Deelnemers: o.a.: - Raad v/d Kinderbescherming - Bureau Jeugdzorg - Reclassering Nederland - Coördinator JIT - Coördinator Nazorg - (Jeugd)politie - Centrum Maliebaan 13
Staf Openbare Orde en Veiligheid (OOV) / Driehoek – 4 maal per jaar De Staf Openbare Orde en Veiligheid wordt voorgezeten door de burgemeester, waarbij vier maal per jaar de groepsaanpak wordt geagendeerd. De Staf OOV formaliseert de prioriteitsstelling van de groepen die aangepakt worden in de gemeente jaarlijkse shortlistrapportage met verantwoording) en laat deze officieel vaststellen binnen de lokale Driehoek. Daarnaast worden twee keer per jaar de plannen van aanpak van de geprioriteerde jeugdgroepen vastgesteld binnen de Staf OOV. Hierbij zijn aanwezig: Trekker: Burgemeester Verantwoordelijke besluitvorming: Wethouder jeugd (Staf OOV) Districtchef politie (Staf OOV + Driehoek) Officier van Justitie (Driehoek) Adviseurs jeugdbeleid gemeente (Staf OOV) Binnen de groepsaanpak worden tijdens dit overleg op bestuurlijk niveau de besluiten genomen en vastgelegd. Het overleg richt zich voornamelijk op: het accorderen van de voorgestelde prioritering van de groepen voor een planmatige aanpak na afname van de shortlist (officiële vaststelling binnen lokale Driehoek); het afstemmen van de verantwoordelijkheden ten aanzien van de verschillende portefeuilles met daaraan gekoppeld de opdracht en inzet van de bijbehorende beleidsafdelingen; het periodiek bespreken van de voortgang van de implementatie van de groepsaanpak (informatiebronnen: Rapportage Overall Plannen + Tussentijdse Evaluatie Rapportage); het periodiek informeren van College en Raad over de stand van zaken en de voortgang ten aanzien van de groepsaanpak; Beleidsoverleg Jeugd en Veiligheid – 6 maal per jaar Het beleidsoverleg Jeugd en Veiligheid wordt voorgezeten door de gemeentelijke beleidsmedewerker Jeugd & Veiligheid en bestaat verder uit de beleidsadviseur algemeen jeugdbeleid, een vertegenwoordiger van afdeling Wijkontwikkeling, managers/ beleidsfunctionarissen van de uitvoerende instanties en de ketenmanager Veiligheidshuis. De partners van dit overleg bewaken de grote lijnen van de groepsaanpak en geven tevens input voor nieuw beleid. Het beleidsoverleg komt zesmaal per jaar bijeen, waarbij zij de Driehoek adviseren over de te prioriteren jeugdgroepen. Daarnaast informeren zij in grote lijnen de Staf OOV over de inhoud van de overall plannen en de daarbij vrijgekomen beleidsinformatie. Wat betreft het vaststellen van nieuw beleid, geeft de Staf formeel haar goedkeuring. De agenda van het beleidsoverleg wordt bepaald door informatie vanuit twee organisatielagen: 1. Input van bestuurlijk niveau uit de Staf Openbare Orde en Veiligheid; 2. Input op uitvoerend niveau uit de wijkoverleggen (JGO) en de casusoverleggen (JIT + JCO). Trekker: Beleidsmedewerker Jeugd & Veiligheid (afd. OOV) Verantwoordelijken beleidsadvisering: Beleidsmedewerker Jeugd & Veiligheid (regie stadsbrede ketenaanpak en informatiebeheer t.b.v. bestuur: Rapportage Overall Plannen en Tussentijdse Evaluatie Rapportage). Beleidsadviseur algemeen jeugdbeleid (afd. WSO) Vertegenwoordiger wijkmanagement (afd. WOW) Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en Risicojongeren (afd. OOV) Ketenmanager Veiligheidshuis Coördinator Centrum voor Jeugd en Gezin Coördinator Jeugdpolitie Beleidsadviseur politie (portefeuillehouder groepsaanpak) Manager Jongerenwerk (SWA/Versa) 14
De deelnemers aan dit overleg zullen zich met name richten op: het bespreken van de resultaten van de afgenomen shortlist (stadsbrede shortlistrapportage) en de afgenomen groepsanalyses door het jongerenwerk. Aan de hand van deze analyses wordt, met de vaste criteria voor prioritering als uitgangspunt (Stap 2), vanuit de beleidsoverleg Jeugd & Veiligheid een bestuurlijk advies gegeven aan de Driehoek. Hierin wordt geadviseerd over de te prioriteren jeugdgroepen in de Amersfoort; het aandacht besteden aan signalen ingebracht door het Stafoverleg en het voorbereiden van terugkoppelingen naar College en Raad; het aandacht besteden aan signalen uit het operationele werkveld (ingebrachte agendapunten Coördinatorenoverleg), daar waar mogelijk daar zelf advies op uitbrengen of inbrengen op bestuurlijk niveau; het in het kader van de voortgang bespreken van de periodieke plan- en evaluatierapportage, waarbij eventueel advies wordt uitgebracht ten aanzien van het vervolg op bestuurlijk- en operationeel niveau. Coördinatorenoverleg – 6 tot 10 maal per jaar Het coördinatorenoverleg is het overleg waaraan alle voorzitters/coördinatoren van de operationele overleggen (JGO, JIT, JCO) deelnemen. Het overleg wordt voorgezeten door de gemeentelijke Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en Risicojongeren. Deze functionaris vormt tevens de schakel tussen het coördinatorenoverleg en het beleidsoverleg (informatiemakelaar). Er vinden per jaar zes tot tien coördinatorenoverleggen plaats, afhankelijk van knelpunten en taakstelling vanuit de praktijk. Het coördinatorenoverleg is in hoofdzaak verantwoordelijk voor de op te stellen overall plannen en de bijbehorende inhoudelijke afstemming van maatregelen (groep, domein en persoon). Daarnaast is het overleg verantwoordelijk voor de evaluatie van deze plannen. Regie op bestuurlijke rapportages: Vanuit het coördinatorenoverleg worden de verschillende overall plannen (groep, domein, persoon) en de tussentijdse evaluatie/bijstelling van deze plannen presentabel gemaakt voor de Staf OOV en de Driehoek. Dit resulteert jaarlijks in een tweetal rapportages: 1) Rapportage overall plannen: 2) Tussentijdse evaluatierapportage:
Alle overall plannen van de geprioriteerde jeugdgroepen samengevoegd (bijlage 1). Evaluatie van het eerste halfjaar van de uitvoering van de overall plannen voor de geprioriteerde groepen, met eventuele bijstelling van doelen en maatregelen (bijlage 2).
Beide rapportages vormen een rechtstreekse verantwoording aan het bestuur wat betreft ingezet beleid en uitvoering van maatregelen op het gebied van de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit op wijkniveau. Globaal heeft coördinatorenoverleg de volgende kerntaken: - Het bij aanvang verdelen van de eerste caseload en het monitoren van de integrale aanpak. - Het periodiek bespreken van een of meerdere overall plannen in de vorm van een casus (inbouwen intervisiemomenten). - Coördineren op te stellen Rapportage Overall Plannen (1 x per jaar). - Coördineren op te stellen Tussentijdse Evaluatierapportage (1 x per jaar). - Het adviseren van het beleidsoverleg omtrent de jaarlijkse prioritering. - Het fiatteren van de inzet van de wijkagenten in de diverse wijken. - Het opstellen van agendapunten voor het beleidsoverleg (knelpunten praktijk).
15
Trekker: Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en risicojongeren Verantwoordelijken operationele afstemming: Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en risicojongeren (centrale operationele regie op het opstellen en uitvoeren van de stadsbrede plan- en evaluatierapportage). Wijkchefs Politie Eemland Zuid (verantwoordelijk voor het uitzetten van de maatregelen die onder verantwoordelijkheid van de wijkagenten vallen). JGO-coördinatoren (verantwoordelijk voor het presentabel maken van de afzonderlijke overall plannen voor de Staf OOV; ter bespreking in het Coördinatorenoverleg). Coördinator JIT Parketsecretaris Jeugd (JCO) Jeugdgroepenoverleg (JGO) – 10 maal per jaar Het Jeugdgroepenoverleg is een operationeel wijkoverleg die in de regel bestaat uit de actieve veiligheidspartners binnen een wijk. De drie kerndeelnemers in de aanpak zijn: de Ambulant Jongerenwerker (SWA/Versa), Wijkmanager en/of Wijkcoördinator (Gemeente Amersfoort) en de Wijkagent (Politie Eemland Zuid). Het JGO wordt voorgezeten door een JGO-coördinator, in dienst van de gemeente. Dit kan de wijkmanager zijn (groepsaanpak) of de wijkcoördinator (reguliere JGOaanpak). Naast dat de gemeente regisseur is van de aanpak op wijkniveau zijn zij ook deelnemer/uitvoerende partner van het overleg als het gaat om het mogelijk maken van sociale en fysieke interventies binnen de openbare ruimte (het domein/de buurt). In totaal beschikt Amersfoort over 12 JGO’s, die ieder 10 keer per jaar bijeenkomen. De aanpak kenmerkt zich door groepsgerichte en domeingerichte maatregelen. Voor het Jeugdgroepenoverleg is de “Handreiking Jeugdgroepenoverleg Amersfoort” ontwikkeld. Deze handreiking gaat nader in op de rol en taken van de verschillende professionals in de wijk met betrekking tot de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit in de directe woon- en leefomgeving van burgers. De overlastaanpak, vormgegeven door de deelnemers van het jeugdgroepenoverleg, bestaat uit twee onderdelen: 1.
JGO-aanpak: het betreft hier de reguliere aanpak van jeugdoverlast binnen de gemeente Amersfoort. Het gaat hierbij om constante informatieverzameling van signalen en meldingen van jeugdoverlast en rondhangende jeugdgroepen op straat. Deze informatie wordt vervolgens gekoppeld aan de jeugdgroepen zoals deze middels de jaarlijkse shortlistrapportage en rapportage groepsanalyse in kaart zijn gebracht. Na een nadere analyse bepalen de partners van het JGO of het gezien de complexiteit van de overlastsituatie noodzakelijk is een plan van aanpak uit te werken.
2. Groepsaanpak: in het kader van de groepsaanpak vindt er jaarlijks, naast de reguliere JGOaanpak, een extra focus plaats op een aantal problematische jeugdgroepen (maximaal 12, minimaal 8 groepen). Deze jeugdgroepen zijn bestuurlijk geprioriteerd door de Lokale Driehoek. Iedere geprioriteerde jeugdgroep krijgt zijn eigen plan van aanpak vanuit het JGO (groeps- en domeingericht), aangevuld met een plan van aanpak uit het JIT en het JCO (persoonsgericht). Voor de reguliere JGO-aanpak wordt gebruik gemaakt van een eigen gestandaardiseerde format voor het maken van een plan van aanpak (zie ‘Handreiking Jeugdgroepenoverleg Amersfoort’). Taken en verantwoordelijkheden groepsaanpak: Voor de geprioriteerde jeugdgroepen worden samen met de partners vanuit het JGO plannen van aanpak opgesteld, waarbij de wijkmanager verantwoordelijk is voor het opstellen van de overall plannen. De wijkmanager treedt op als informatiemakelaar tussen het JGO, JIT en het JCO, waarbij hij ervoor zorgt dat de groeps- domein-, en persoonsgerichte maatregelen samenkomen in het overall plan. Hij zorgt ervoor dat de overall plannen presentabel zijn voor het bestuur (Staf OOV en Lokale Driehoek). Vervolgens is de wijkcoördinator op zijn beurt verantwoordelijk voor het uitvoeren 16
van deze plannen (aanjagen partners, nakomen afspraken). De JGO-coördinator heeft voor de planmatige afstemming regelmatig bilateraal contact met de parketsecretaris jeugd (voorzitter JCO) en de coördinator van het JIT. Trekker: JGO-coördinator Wijkmanager: opstellen overall plannen Wijkcoördinator: uitvoeren overall plannen Vaste verantwoordelijken: 1) Wijkmanager Verantwoordelijk voor: Afstemmen met jongerenwerker en wijkagent welke problematische jeugdgroepen in het werkgebied middels de shortlist en de groepsanalyse zullen worden geïnventariseerd, zodat de shortlistrapportage en de rapportage groepsanalyse van het jongerenwerk inhoudelijk op elkaar aansluiten. Opstellen en uitvoeren van de stadsbrede ‘Rapportage Overall Plannen’, bestaande uit een probleemanalyse (probleemstellingen), een doelenplan (SMART doelstellingen) en een handelingsplan (interventies gericht op de groep, het domein en de persoon en/of het gezin). Deze rapportage dient voor de zomer gereed te zijn (eind juni, begin juli). Opstellen en uitvoeren van de stadsbrede ‘Tussentijdse Evaluatierapportage’, bestaande uit een evaluatie van het doelenplan met een eventuele bijstelling of een besluit tot beëindiging van de aanpak. Deze rapportage dient rond de jaarwisseling gereed te zijn (eind januari, begin februari). Het monitoren van de voortgang van de aanpak door middel van deelname aan het Coördinatorenoverleg en bilateraal overleg met de wijkcoördinator (verantwoordelijk voor de uitvoeren van de overall plannen zoals opgesteld door de wijkmanager). 2) Wijkcoördinator Verantwoordelijk voor: Het aanjagen en aanspreken van de partners m.b.t. het nakomen van afspraken zoals beschreven in het overall plan (groeps- en domeingerichte maatregelen), zodat de gestelde doelen worden gehaald en interventies zonodig worden bijgesteld. Het monitoren en rapporteren van de voortgang van de aanpak aan de wijkmanager, zodat deze op zijn beurt eventuele knelpunten in de aanpak kan agenderen in het Coördinatorenoverleg. Het Coördinatorenoverleg is vervolgens het platform waarbinnen wordt afgewogen of hiervoor beleidswijzigingen nodig zijn (gemeentelijk/organisatieniveau), zoals besproken binnen het Beleidsoverleg Jeugd en Veiligheid. Het, als deelnemer aan het Jeugdgroepenoverleg, nakomen van afspraken omtrent de domeingerichte aanpak (fysieke en sociale maatregelen). Jeugd Interventie Team (JIT) – 10 maal per jaar De input voor het Jeugd Interventie Team komt voort uit de jaarlijkse stadsbrede shortlistrapportage (politie) en rapportage groepsanalyse (jongerenwerk). Uit deze stadsbrede inventarisatie van problematische jeugdgroepen worden meerdere groepen geprioriteerd door de Lokale Driehoek: minimaal 8, maximaal 12 groepen. Uitgangspunt is dat er in eerste instantie tussen de acht en tien groepen worden geprioriteerd, zodat er voldoende ruimte bestaat om eventueel bij urgentie ook tussentijds nieuwe groepen te kunnen prioriteren. Het maximum van twaalf te prioriteren groepen is gebaseerd op de beschikbare capaciteit binnen het JIT. Tijdens iedere bijeenkomst kunnen maximaal 35 jongeren worden behandeld, verdeeld over meerdere jeugdgroepen. In totaal worden vanuit de shortlists (maximaal) 12 jeugdgroepen geprioriteerd. In het kader van de groepsaanpak zullen 4 JIT’s actief zijn in Amersfoort, die ieder 10
17
keer per jaar bijeenkomen. In totaal kan het Jeugd Interventie Team stadsbreed 140 jongeren behandelen. Het JIT wordt voorgezeten door een coördinator die in dienst is bij Stichting Welzijn Amersfoort (SWA), functionerend als uitvoerend professional vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Deze persoon is verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorg vanuit de ketenpartners binnen de hulpverlening. In het casusoverleg worden de jongeren besproken die bekend zijn vanuit een shortlist en problemen hebben op een of meerdere leefgebieden. Trekker: Coördinator Jeugd Interventie Team Verantwoordelijk voor: - Opstellen persoonsgerichte plannen van aanpak in samenwerking met de partners - Wijst zorgcoördinator aan op casusniveau - Taken toewijzen/ monitoren plannen van aanpak - Dossiervorming: voortgang persoons- en/of gezinsgerichte maatregelen per individu (vrijwillig kader). Dit in aanvulling op de dossiervorming binnen het JCO (gedwongen kader) - Meldt stagnatie in de aanpak binnen het Coördinatorenoverleg. Ten behoeve van de afstemming van de groeps- en domeingerichte maatregelen met de persoongerichte maatregelen heeft de JIT-coördinator regelmatig bilateraal contact met de JGOcoördinatoren (wijkmanagers). Daarnaast heeft de JIT-coördinator regelmatig contact met de voorzitter van het JCO (Parketsecretaris Jeugd) en neemt indien gewenst deel aan het JCO (JCJ 18- en JOVO 18+), waarmee hij een belangrijke brugfunctie vervult tussen het JIT en JCO. De coördinator zorgt voor een constante afstemming van persoonsgerichte maatregelen wat betreft hulpverleningtrajecten en strafrechtelijke afdoeningen. Werkwijze Jeugd Interventie Team: Ieder jeugdoverleg (JGO, JIT en het JCO) houdt zich bezig met dezelfde caseload, namelijk (maximaal) 12 jeugdgroepen met de daaraan verbonden namenlijsten. Vanzelfsprekend worden niet alle jongeren uit de 12 groepen van een persoonsgerichte aanpak voorzien, dit is afhankelijk van de zorgen die er omtrent bepaalde jongeren zijn. Het JIT kan in totaal circa 140 jongeren behandelen. Het JCO behandelt alleen de jongeren uit de namenlijsten die recentelijk een strafbaar feit hebben gepleegd. Tijdens het JIT wordt bepaald of jongeren op de bespreeklijst worden opgenomen. Jongeren worden op de bepreeklijst opgenomen wanneer er over desbetreffende jongeren bij twee of meer organisaties concrete en actuele (laatste half jaar) zorgen zijn en waarvoor afstemming met overige organisaties noodzakelijk of van belang is. Na opname op de JIT bespreeklijst worden jongeren en ouders (bij 18-minners) geïnformeerd over het feit dat zij besproken worden in het JIT. Bij 18+ worden alleen de jongeren geïnformeerd. De registratie van gegevens over jongeren vindt plaats onder de reeds binnen de gemeente Amersfoort ontwikkelde samenwerkingsconvenanten en privacyprotocollen. Cases waarover organisaties gezamenlijk buiten het JIT over kunnen afstemmen worden op de volglijst geplaatst, waarbij terugplaatsing op de bespreeklijst op basis van hernieuwde zorg mogelijk is. Jongeren blijven niet langer dan een halfjaar op de volglijst staan, na dit halfjaar worden zij verwijderd. Dit betekent echter niet dat zij van de namenlijst verdwijnen, zij blijven immers onderdeel uitmaken van een geprioriteerde jeugdgroep. De overleggen richten zich op het maken van afspraken voor de persoonsgerichte plannen van aanpak voor deze jongeren. Nieuwe informatie wordt tijdens het overleg ingebracht en zo nodig verwerkt. De plannen van aanpak omvatten hoofdzakelijk afstemmingsafspraken. Elke organisatie is verantwoordelijke voor de eigen administratie van inhoudelijke zaken. 18
Justitieel Casusoverleg (JCO) - wekelijks Het Justitieel Casusoverleg valt onder de regie van het Veiligheidshuis Amersfoort (VHA). In het VHA worden de (jeugd)strafzaken en leerplichtzaken beoordeeld. Dit vindt plaats in het Justitieel Casusoverleg. Het JCO wordt voorgezeten door de Parketsecretaris Jeugd (Openbaar Ministerie). Het JCO is onder te verdelen in twee overleggen: - Justitieel Casusoverleg Jeugd (JCJ: 12-18 jaar) - Jong Volwassenen Overleg (JOVO: vanaf 18 jaar) Justitieel Casusoverleg Jeugd (JCJ): In het JCJ worden alle jongeren van 12-18 besproken, die zich schuldig hebben gemaakt aan het plegen van een misdrijf. Deze jongeren komen in eerste instantie terecht op de bespreeklijst van het afdoeningsoverleg waar vervolgens een afdoening wordt bepaald. In het risico-overleg worden de jongeren besproken, die een strafbaar feit hebben gepleegd en waarbij tevens sprake is van zorgsignalen op andere leefgebieden, zoals school, werk, huisvesting of de financiële situatie. En waarbij tevens gebleken is dat de ingezette hulpverlening onvoldoende effect heeft gehad. Tijdens dit overleg bespreken de deelnemers de stand van zaken m.b.t. de jongere en maken afspraken over welke actie door wie wordt ondernomen. Reclassering, Bureau Jeugdzorg (jeugdreclassering) en de Raad voor de Kinderbescherming spelen hierin een belangrijke rol. Zij bepalen in samenspraak met andere organisaties een traject wat erop gericht is om herhaling te voorkomen (persoonsgerichte maatregelen). Tevens wordt in het overleg periodiek de voortgang van een lopende strafrechtelijke maatregel besproken. Jong Volwassenen Overleg (JOVO): Het JOVO richt zich op de meerderjarigen uit de geprioriteerde overlastgevende en criminele groepen. In het JOVO worden de jongeren uit die groepen besproken die in een strafrechtelijke maatregel lopen en/of nog (een) strafza(a)k(en) (misdrijven) hebben openstaan. Samenwerking JCO en JIT: Voor het maken van een goede afspraken op persoon (waaronder de strafrechtelijke afdoening), is het tevens van belang of een jongere deel uitmaakt van een groep (en welke rol hij/zij speelt binnen deze groep). Dit vraagt om een goede afstemming met het JGO alwaar de groepsgerichte en de domeingerichte aanpak wordt gecoördineerd. De rapportage groepsanalyse, opgesteld door het jongerenwerk, vormt hiervoor een belangrijke informatiebron. Zodra de definitieve namenlijsten van de geprioriteerde groepen gereed zijn, worden deze door de politie verstrekt aan de gemeentelijke Coördinator Nazorg Ex-gedetineerden en Risicojongeren. Binnen het coördinatorenoverleg wordt in samenspraak met de voorzitters van het JCO en het JIT (in het coördinatorenoverleg) een verdeling gemaakt (‘welke jongeren worden binnen welk overleg geagendeerd?’). Bij het bespreken van de jongeren in het JCO, is het van belang om te weten welke (eerdere) afspraken reeds zijn gemaakt binnen het Jeugd Interventie Team (dat primair is gericht op coördinatie in de zorg bij jongeren). Deze afstemming tussen JCO en JIT, vraagt om een goede permanente informatieoverdracht tussen deze overleggen. Met betrekking tot de persoonsgerichte aanpak wordt de informatieoverdracht vervuld door de coördinator van het Jeugd Interventie Team, die als schakelfunctionaris fungeert. Deze persoon neemt als voorzitter deel aan de JIT’s en levert daarnaast de benodigde informatie aan voor de bespreking in het JCO. Indien noodzakelijk, schuift de JIT-coördinator aan bij het JCO. De afstemming tussen de persoonsgebonden aanpak en de groeps- en domeingerichte aanpak vindt plaats binnen het coördinatorenoverleg, waar ook de voorzitter van het JCO aan tafel zit.
19
BIJLAGE 1: Format overall plan groepsaanpak Naam groep: Werkgebied: Classificatie: Aangepast op:
- Gegevens: Groepsgrootte:
-
Aantal jongens: Aantal meisjes:
-
Totaal:
Hanglocatie(s): Leeftijd: Etniciteit:
- Probleemanalyse: (Opsplitsing hoofdprobleem, algemene problemen groep/domein/persoon en deelproblemen) OVERALL PROBLEMATIEK: Hoofdprobleem: GROEPSGERICHTE PROBLEMATIEK: 1. Algemeen groepsgericht probleem: Deelprobleem 1a: Deelprobleem 1b: Etc. DOMEINGERICHTE PROBLEMATIEK 2. Algemeen domeingericht probleem: Deelprobleem 2a: Deelprobleem 2b: Etc. PERSOONSGERICHTE PROBLEMATIEK: 3. Algemeen persoonsgericht probleem: Deelprobleem 3a: Deelprobleem 3b: Etc.
- Strategiebepaling: Het doelenplan (Hoofddoelstelling, algemene doelstellingen, subdoelen – SMART formulering) INTEGRALE OVERALL AANPAK: Hoofddoelstelling: GROEPSGERICHTE AANPAK: 1. Algemene groepsgerichte doelstelling: Subdoel 1a.: Subdoel 1b.: Etc. DOMEINGERICHTE AANPAK: 2. Algemene domeingerichte doelstelling: Subdoel 2a.: Subdoel 2b.: Etc. PERSOONSGERICHTE AANPAK: 20
3.
Algemene persoonsgerichte doelstelling: Subdoel 3a.: Subdoel 3b.: Etc.
- Tactiekbepaling: Het handelingsplan (Reeds ondernomen, lopende en nieuwe interventies)
1. GROEPSGERICHTE AANPAK A. Reeds ondernomen groepsgerichte maatregelen: (Hoeft geen uitputtende lijst te zijn) WAT:
WIE:
EFFECT:
Opmerkingen:
B. Lopende/nieuwe groepsgerichte maatregelen: MAATREGEL:
UITVOERING:
1.
Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
2.
3.
DOEL (doelenplan):
2. DOMEINGERICHTE AANPAK A. Reeds ondernomen domeingerichte maatregelen: (Hoeft geen uitputtende lijst te zijn) WAT:
WIE:
EFFECT:
Opmerkingen:
B. Lopende/nieuwe domeingerichte maatregelen: Sociale interventies MAATREGEL: 4.
5.
UITVOERING:
DOEL (doelenplan):
Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: 21
Fysieke interventies MAATREGEL: 6.
7.
UITVOERING:
DOEL (doelenplan):
Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
3. PERSOONSGERICHTE AANPAK A. Lopende hulpverlenings- en strafrechtelijke trajecten: (Totaaloverzicht van het aantal jongeren dat reeds in een traject zit) TOELEIDING via : HULPVERLENINGSTRAJECT: ORGANISATIE:
AANTAL JONGEREN:
Jeugd Interventie Team:
TOELEIDING via :
STRAFRECHTELIJK TRAJECT:
ORGANISATIE:
AANTAL JONGEREN:
STRAFRECHTELIJK TRAJECT:
ORGANISATIE:
AANTAL JONGEREN:
Justitieel Casusoverleg Jeugd:
TOELEIDING via : Jong Volwassenen Overleg:
Opmerkingen:
B. Nieuwe persoonsgerichte maatregelen: (Interventies gericht op de ‘algemene deler’ wat betreft leefgebiedenproblematiek binnen de jeugdgroep) MAATREGEL: UITVOERING: DOEL (doelenplan): 8. Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: 9. Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: 10. Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
22
BIJLAGE 2: Format tussentijdse evaluatie Naam groep: Werkgebied: Classificatie: Aangepast op:
-
Gegevens:
Groepsgrootte:
-
Aantal jongens: Aantal meisjes:
-
Totaal:
Hanglocatie(s): Leeftijd: Etniciteit:
-
Het oorspronkelijke doelenplan:
(De gestelde hoofddoelstelling, algemene doelstellingen, subdoelen – SMART formulering) INTEGRALE OVERALL AANPAK: Hoofddoelstelling: GROEPSGERICHTE AANPAK: 1. Algemene groepsgerichte doelstelling: Subdoel 1a.: Subdoel 1b.: Etc. DOMEINGERICHTE AANPAK: 2. Algemene domeingerichte doelstelling: Subdoel 2a.: Subdoel 2b.: Etc. PERSOONSGERICHTE AANPAK: 3. Algemene persoonsgerichte doelstelling: Subdoel 3a.: Subdoel 3b.: Etc.
-
Evaluatie doelenplan:
Zijn de gestelde doelstellingen uit het doelplan gehaald? - Zo ja, waarom en wat waren hierbij de succesfactoren (uitgevoerde maatregelen)? - Zo nee, waarom niet en wat waren de faalfactoren (niet uitgevoerde maatregelen)? INTEGRALE OVERALL AANPAK: Hoofddoelstelling: GROEPSGERICHTE AANPAK: 1. Algemene groepsgerichte doelstelling: Subdoel 1a.: Subdoel 1b.: Etc. DOMEINGERICHTE AANPAK: 2. Algemene domeingerichte doelstelling: Subdoel 2a.: Subdoel 2b.: 23
Etc. PERSOONSGERICHTE AANPAK: 3. Algemene persoonsgerichte doelstelling: Subdoel 3a.: Subdoel 3b.: Etc.
-
Lopende hulpverlenings- en strafrechtelijke trajecten:
(Overzicht van het aantal jongeren dat sinds het afgelopen halfjaar in een traject zit, als gevolg van het overall plan) TOELEIDING via : HULPVERLENINGSTRAJECT: ORGANISATIE: AANTAL JONGEREN: Jeugd Interventie Team:
TOELEIDING via :
STRAFRECHTELIJK TRAJECT:
ORGANISATIE:
AANTAL JONGEREN:
STRAFRECHTELIJK TRAJECT:
ORGANISATIE:
AANTAL JONGEREN:
Justitieel Casusoverleg Jeugd:
TOELEIDING via : Jong Volwassenen Overleg:
-
Vervolg handelingsplan: Is de overlastproblematiek (voldoende) opgelost? - Zo ja, de aanpak kan worden beëindigd. - Zo nee, welke bijstellingen vinden er plaats in het overall plan (nieuwe maatregelen)?
1. GROEPSGERICHTE AANPAK MAATREGEL: 1.
2.
UITVOERING: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
BEOOGD EFFECT:
2. DOMEINGERICHTE AANPAK Sociale interventies MAATREGEL: 3.
4.
Fysieke interventies MAATREGEL:
UITVOERING:
BEOOGD EFFECT:
Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: UITVOERING:
BEOOGD EFFECT: 24
5.
Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
6.
3. PERSOONSGERICHTE AANPAK MAATREGEL: 7.
8.
-
UITVOERING: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen: Verantwoordelijke organisatie(s): Uitvoerend verantwoordelijk: Tijdpad: Middelen:
BEOOGD EFFECT:
Overige mededelingen/opmerkingen: (Monitoren groepen bij beëindiging aanpak, knelpunten, aanbevelingen, nieuwe probleem/doelstellingen, etc.)
25
BIJLAGE 3: Format groepsanalyse jongerenwerk Naam groep: Werkgebied: Classificatie: Ingevuld op: Aanleiding contact:
Gegevens: Groepsgrootte:
-
Aantal jongens: Aantal meisjes:
-
Totaal:
Hanglocatie(s): Leeftijd: Etniciteit: Tijdstippen:
Analyse leefgebieden:
Groepsgericht:
Persoonsgericht:
1. Thuissituatie:
Individuele aandacht:
2. Onderwijs & Werk: 3. Gezondheid:
Individuele aandacht:
4. Vrije tijd:
Individuele aandacht:
5. Financiën:
Individuele aandacht:
6. Politie & Justitie:
Individuele aandacht:
Individuele aandacht:
Analyse groepsdynamiek: Namen leiders:
Namen volgers:
Namen meelopers:
Groepsdynamische processen:
Domeingerichte analyse: 1. Sociaal domein: 2. Fysiek domein: 26
BIJLAGE 4: Oplossingsrichtingen groep en domein Het JGO richt zich in zijn aanpak van problematische jeugdgroepen op twee soorten maatregelen:
1) Groepsgerichte maatregelen: Wanneer we spreken van een groepsgerichte aanpak, dan gaat het over maatregelen die de gehele groep of delen van de groep (subgroepen) treffen. Thuissituatie: - Opzetten of in overleg treden met georganiseerde oudergroepen (discussiegroepen, themaavonden, etc.), waarbij samen met ouders onderwerpen als opvoeding, drankgebruik of seksualiteit worden besproken. - Het ontwikkelen van een begeleid wonen project voor jongeren die niet meer thuis kunnen en/of willen wonen. - Een actieve gebiedsgerichte aanpak van bepaalde multi-probleemgezinnen in een wijk. - Het aanbieden van informatie en advies aan jongeren omtrent zelfstandig wonen, zoals ondersteuning bij het vinden van een woning of thema’s als huurrechten en plichten, huishouden en financiën. - Etc. Onderwijs & Werk: - Het aanbieden van een plek om huiswerk te maken, eventueel ondersteund met begeleiding. - Groepen jongeren ondersteunen bij het vinden van een baan en het aanvragen van de daarbij horende werkgerelateerde verzekeringen (toeleiding richting UWV). - Het ontwikkelen van een coachingsproject voor individuele jongeren die moeite hebben mee te komen op school of in het werk. - Het opzetten of aanbieden van (bestaande) leer/werktrajecten - Etc. Gezondheid: - Inzetten van ambulante verslavingszorg (veldwerkers) bij het bezoeken van jongeren op hanglocaties, waar jongeren worden geïnformeerd, geadviseerd en eventueel toegeleid tot de hulpverlening. - Het aanbieden van sport- en spelactiviteiten op locatie en daarbij gericht toeleiden van jongeren naar sportverenigingen. - Jongeren in het jongerencentrum middels groepsactiviteiten voorlichten over onderwerpen als seksualiteit, drugsgebruik, eetgewoonten en beweging. - Ouders informeren en adviseren over opvoedingsvraagstukken omtrent seksualiteit en drugsgebruik. - Etc. Vrije tijd: - Wekelijkse inzet van een sportbus i.s.m. sportbuurtwerk en ambulant jongerenwerk. - Het in samenwerking met jongeren organiseren van incidentele activiteiten op locatie, zoals een skate-event, pannatoernooien, wijkfeest of een muziekfestival. - Het activeren van bepaalde jongeren binnen een jeugdgroep (subgroepen), door hen actief te betrekken bij de programmering van het jongerencentrum (toeleiding richting jongerenwerk). - Het maken van een themafilm of fotoreportage met jongeren in de wijk over bijvoorbeeld skaten, graffiti, overlast en/of vandalisme. - Etc. 27
Financiën: - Het actief toeleiden van jongeren naar de schuldhulpverlening. - Zelfstandig wonende jongeren hulp bieden bij het bijhouden van de financiële administratie, zoals het invullen van belastingformulieren, aanvragen van studiefinanciering of het openen van een bankrekening om te kunnen sparen. - Ouders voorlichten over opvoedingsvraagstukken omtrent financiën, zoals het geven van zak- en kleedgeld, het aangaan van leningen en de aanschaf van dure spullen (mobiele telefoons, kleding, sieraden, etc.). - Groepen jongeren ondersteunen bij het aanvragen van een WW-uitkering (toeleiden richting UWV). - Etc. Politie & Justitie: - Contact leggen met ouders van jongeren over gedrag van jongeren (door wijkagent/ambulant hulpverlener/jongerenwerker), bijvoorbeeld door middel van brief of bezoek. - Jongerenwerk biedt inzet als ruilmiddel voor goed gedrag. - Politie treedt repressief op tegen een deel van een jeugdgroep (pakt de criminele leden uit de groep aan, door middel van “lik op stuk” beleid, bijvoorbeeld door het uitdelen van boetes of het uitvoeren van een strafrechtelijk onderzoek). - Experimenteren met justitiële maatregelen voor “drang en dwang” (gedwongen hulpverlening, gedwongen leer/werktrajecten, gedwongen opvoedingsondersteuning, etc.). - Etc.
2) Domeingerichte maatregelen: We spreken over een domeingerichte aanpak, wanneer het maatregelen betreft die op de buurt zijn gericht, zowel sociaal (bewoners en ondernemers) als fysiek (de openbare ruimte). Sociaal domein: - inzet van jongerentoezichtteams en/of buurtcoaches/buurtvaders. - het opzetten van schoonmaakteams bestaande uit buurtbewoners. - opzetten van intergenerationele projecten/activiteiten waarbij jong en oud in een wijk met elkaar in contact worden gebracht en er gewerkt wordt aan onderling begrip en tolerantie. - organiseren van wijkschouwen, training “omgaan met hangjongeren”, informatiebijeenkomsten voor bewoners of buurtdebatten. - Etc. Fysiek domein: - plaatsen, verplaatsen of weghalen van banken, verlichting, begroeiing of andere objecten. - frequentere gemeentelijke schoonmaak van hangplek en het plaatsen of vaker legen van vuilnisbakken - snel herstel van schade aan objecten door de gemeente (verwijderen graffiti, aanhelen bestrating, repareren hekwerk, etc.) - hangplek aanwijzen als vaste locatie voor leer-, werk-, en taakstraffen als middel voor regelmatige schoonmaak en onderhoud. - Etc.
28