Handleiding
www.dedicatedmicros.com
Opgepast: Unit niet bewegen wanneer er spanning op staat.
Inhoud • • • • •
•
•
Introductie
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies Installeren van de Digital Sprite 2 Snelle installatie Externe apparaten aansluiten - Telemetrie camera’s aansluiten - Archiveringstoestellen aansluiten - Aansluiting op een Ethernet Netwerk - Aansluiting van 485-bus apparaten - Aansluiting van Audio apparaten - Audio opname Configureren van de Digital Sprite2 - Gebruik van de Menus - Tijd, Datum & Taal - Bekijken van beelden - Planning - Opnemen van beelden - Opname planning - Alarm programmatie - Activiteiten programmatie - Weergave-opties - Paswoorden - Systeem opties - Camera programmatie - Alarm en preposites - Instellen van activiteitencamera’s
1 3 4 5 6 6 7 9 10 12 12 13 13 14 15 16 16 17 19 20 21 21 22 24 25 26
Annex 1 – Configuratie voor tape archivatie
27
Wat is een Digital Sprite 2 ? De Digital Sprite 2 is een gemakkelijk te gebruiken video Multiplexer, een één-kanaals audio recorder en een netwerk video transmitter .
Een video multiplexer ? • • • •
Fabricatie met oog voor veiligheid Gemakkelijk te gebruiken Werkt zoals een traditionele multiplexer, niet een PC Al de opties die men verwacht van een Dedicated Micros multiplexer: - Hoofd- en Spot monitor - Split beelden - Bewegingsdetectie - Alarmen - Planning voor dag, nacht en weekend - Opname snelheden te bepalen door de gebruiker - 485-bus netwerk.
Een digitale video recorder ? • • •
Opname en terugkijken gelijktijdig zonder aantasting van de opname Tot 31 dagen opname of meer in 24 uurs time-lapse mode opname * . Onmiddellijke toegang to beelden opgenomen op de harde schijf zonder gebruik van tapes.
Eén kanaals audio recorder ? •
Opname van één kanaal audio streaming samen met de beelden.
Netwerk transmissie ? • •
Terugkijken van live en opgenomen beelden via netwerk. Geen extra software nodig, Network sofware voor Windows is bijgeleverd.
* 320 GB model
1
Eigenschappen: Installatie Camera's automatisch detecteren bij opstarten Archiefapparaten automatisch detecteren bij opstarten Standaardopnames van 24 uur Kringloopverbindingen
√ √ √ √
Bediening Tegelijk afspelen, opnemen, archiveren en verzenden Verborgen cameraoptie Controle via IR afstandsbediening
√ √ √
Afspelen Bediening als bij een videorecorder Schermvullend, quad en PIP afspelen
√ √
√ √ √
√
Afstandsbediening voor netwerktoetsenbord (optioneel) Compatibel met netwerktoetsenbord Besturing van meerdere toestellen Telemetriecontroller
√ √ √
Bekijken via netwerk (optioneel) Live beelden bekijken Afgespeelde beelden bekijken Tot 5 gebruikers tegelijkertijd Telemetriebesturing Copiëren van beelden over het netwerk E-mail bij een event activatie
√ √ √ √ √ √
Zip® en Jaz® * RAID Hewlett Packard DDS Yamaha/Plextor CDR
√ √ √ √
√ √
Telemetrie Coax – BBV, Dennard, Pelco Serieel –JVC, Ultrak, Dennard, Panasonic, VCL, Kalatel, Sensormatic, Pelco-P DTMF/485-bus – DM Telemetriepresets voor alarm
Audio opname in real-time
Externe opslagmedia
Gebeurtenissen Detectie van activiteiten Alarmen Logboek met gebeurtenissen (met previewvenster) Gebeurtenissen automatisch kopiëren naar Zip® en Jaz® Voor en na gebeurtenis tijden
Audio
√ √ √ √
De handleiding heeft 2 delen: 1. Een gebruikers kaart - geeft de details weer over installatie en werking 2. Configuratie handleiding ( dit document) - Geeft de details weer over het configureren van de Digital Sprite 2 en externe apparaten.
2
Belangrijke veiligheidsinstructies Lees de handleiding Lees alle veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen voor u met het toestel werkt.
Stroomvoorziening Het toestel mag enkel werken met de stroom die wordt vermeld op het etiket van de fabrikant.
Onderhoud Voer zelf geen onderhoud uit aan het toestel; als u de behuizing opent of verwijdert, kan u worden blootgesteld aan een gevaarlijke spanning of andere gevaren. Laat het onderhoud uitvoeren door bevoegd onderhoudspersoneel. Ventilatie Zorg voor voldoende ventilatie om te vermijden dat het toestel oververhit raakt.
WAARSCHUWING Om brand of elektrische schokken te vermijden, mag u het toestel niet blootstellen aan regen of vocht. Een gelijkzijdige driehoek met een bliksemsymbool erin wijst de gebruiker erop dat er een gevaarlijke spanning is binnenin de behuizing die voldoende groot kan zijn om elektrische schokken te veroorzaken.
FCC-regels en overheidsinformatie (enkel voor Amerikaanse en Canadese modellen) Waarschuwing: Tests hebben uitgewezen dat dit toestel voldoet aan
de vereisten voor een digitaal toestel van Klasse A, krachtens hoofdstuk 15 van de FCC-regels. Deze vereisten dienen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer het toestel wordt gebruikt in een commerciële omgeving. Dit toestel genereert, gebruikt en kan radiogolven uitstralen. Indien het niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de handleiding, kan er schadelijke interferentie zijn met radiocommunicatie. Het gebruik van dit toestel in een residentiële omgeving kan schadelijke interferentie veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie voor eigen rekening verhelpen. Indien nodig moet de gebruiker de verdeler of een ervaren radio/televisie-technicus raadplegen om het probleem te verhelpen. De informatie uit het boekje van de Federal Communications Commission kan hierbij nuttig zijn: “How to identify and Resolve Radio-TV Interference Problems” (Hoe radio-/televisie-interferentieproblemen vaststellen en oplossen). Dit boekje is verkrijgbaar bij de Amerikaanse Staatsdrukkerij, Washington, DC20402, Stock No. 004-000-00345-4. Deze opmerking dient om de aandacht van de installateur van het CATVsysteem te vestigen op Art. 820-40 van het NEC, waarin de richtlijnen zijn vastgelegd voor een juiste aarding en waarin in het bijzonder wordt bepaald dat de aardingskabel moet worden verbonden met de aarding van het gebouw, zo dicht mogelijk bij het punt waar de kabel binnenkomt.
CE-merkteken Dit product is voorzien van het CE-symbool als bewijs dat het voldoet aan EMC-richtlijn 89/336/EEG van de Europese Unie. Een “Verklaring van conformiteit” werd uitgereikt aan Dedicated Micros Ltd., 11 Oak Street, Swinton, Manchester M27 4FL.
3
Installeren van de Digital Sprite 2 Voor u begint: Controleer de inhoud van de doos
□ Digital Sprite 2 □ PSU □ Netsnoer met stekker met aardingspin (NoordAmerika) □ Netsnoer zonder stekker (andere regio's) □ Kit voor rekmontage (beugels, rugsteunen en bevestigingsschroeven) □ IR afstandsbediening □ 485 –bus snoer
Een locatie voor de installatie kiezen De Digital Sprite 2 is ontworpen om in een rek of op een bureau te worden gemonteerd. De volgende voorzorgen moeten in acht worden genomen bij de installatie van de Digital Sprite 2: • In de behuizing van het toestel zijn openingen voorzien voor ventilatie. Om oververhitting te voorkomen mogen deze openingen niet worden geblokkeerd of afgedekt. • Als toestellen op elkaar worden gestapeld, dient u ervoor te zorgen dat minstens 1,5 cm wordt gelaten tussen elk toestel. • Zorg ervoor dat er 3 cm wordt gelaten aan elke kant van het toestel. • Zorg ervoor dat het toestel zich niet bevindt in een ruimte waar het onderhevig kan zijn aan mechanische schokken. • Het toestel moet zich bevinden in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad en een minimum aan stof. Vermijd plaatsen zoals vochtige kelders of stoffige gangen. • Als u externe opslagmiddelen gebruikt, lees dan de instructies van de fabrikanten voor informatie over de plaatsing.
Een kort overzicht van digitale opnames
Digitale multiplexrecorders werken op precies dezelfde manier als analoge multiplex-toestellen, behalve dat ze gebruik maken van een harde schijf en digitale banden om video op te slaan, in plaats van videobanden. Analoge opnames werken met tijdsintervallen om de duur van een opname te vergroten op een band van 3 uur – door minder beelden per seconde op te nemen. Door het aantal beelden te verminderen die elke seconde worden opgenomen, kan ook meer tijd worden opgenomen op de harde schijf van een Digital Sprite Lite. Er zijn nog andere factoren die de tijd bepalen die kan worden opgeslagen op de schijf van een digitale multiplexrecorder: • de beeldkwaliteit • de opnamesnelheid • de capaciteit van de harde schijf
Beeldkwaliteit
Digitale multiplexrecorders slaan beelden in een gecomprimeerd formaat op, zodat beelden efficiënter kunnen worden opgenomen. Hoe groter de compressie, hoe kleiner het bestand, maar de beeldkwaliteit gaat hierdoor wel achteruit. De Digital Sprite Lite kan beelden comprimeren tot 6 à 30 kB. Kilobytes en gigabytes zijn opslageenheden: 1 GB = 1024 megabytes (MB) 1 MB = 1024 kilobytes (KB) Bij analoge opnames hangt de beeldkwaliteit af van het soort videorecorder dat wordt gebruikt: VHS of S-VHS. Bij de Digital Sprite Lite kan de beeldkwaliteit worden aangepast door de beeldgrootte te veranderen. Bijvoorbeeld: VHS-kwaliteit is 14 KB, S-VHS is 18 KB en groter dan S-VHS is 25 KB. Met een grotere beeldgrootte zal de harde schijf sneller gevuld raken dan bij een kleinere beeldgrootte, omdat meer schijfruimte nodig is. Om dezelfde opnameduur te halen bij een grotere beeldgrootte moet de opnamesnelheid (PPS) worden verminderd.
4
Opnamesnelheid De opnamesnelheid is het aantal beelden dat op de schijf wordt opgeslagen voor elke seconde, m.a.w. het aantal beelden per seconde (PPS). Dit cijfer geldt voor het hele systeem; of er nu 1 of 16 camera's worden opgenomen, de opnamesnelheid blijft dezelfde. De bijwerksnelheid per camera kan worden berekend met behulp van de opnamesnelheid:
Snelle installatie De Digital Sprite 2 kan worden geïnstalleerd in amper 4 stappen. Dankzij de plug-and-play mogelijkheid kan men al na enkele minuten beginnen opnemen.
bijwerksnelheid = aantal camera's/opnamesnelheid
Capaciteit van de harde schijf Analoge videorecorders maken gebruik van banden van 3 uur die een bepaald aantal beelden kunnen opnemen. In tegenstelling tot een videorecorder kan het aantal beelden dat wordt opgenomen bij een digitale multiplexrecorder vergroot worden door een harde schijf met een grotere capaciteit te gebruiken. De Digital Sprite 2 is momenteel verkrijgbaar met een harde schijf van 80, 160 of 320 GB. Met een grotere harde schijf kan ook de beeldkwaliteit, opnamesnelheid en opnameduur worden vergroot. Bijvoorbeeld: op een schijf van 80 GB kan met tot 8 dagen opslaan in 24 uurs mode (S-VHS kwaliteit). Tip: Als vuistregel kan men bij opnemen in de standaard settings 10 GB per dag nemen , d.w.z. een schijf van 80 GB voor 8 dagen.
Opnameduur berekenen De Digital Sprite 2 berekent automatisch de opnameduur wanneer de opnamesnelheid en beeldkwaliteit worden ingevoerd. Als alternatief kan ook de interactieve rekenmachine voor de opnameduur worden gedownload van onze website:
www.dedicatedmicros.com
STAP 1. Camera's aansluiten
Sluit de camera's aan op de video-ingangen VID1 tot VID9 (toestel met 9 ingangen) of VID16 (toestel met 16 ingangen). Gebruik de onderste rij connectoren om de toestellen in een kringloop te schakelen.
STAP 2. Monitoren aansluiten
Sluit de video-uitgang MON A aan op de hoofdmonitor (digitaal afspelen en multischermweergave). Sluit de video-uitgang MON B aan op de optionele spotmonitor (analoge, schermvullende beelden).
STAP 3. Sluit de externe apparaten aan
Als externe apparaten moeten worden aangesloten op de Digital Sprite Lite, ga dan naar het volgende deel – 'Externe apparaten aansluiten', voor u stap 4 uitvoert.
STAP 4. Stroom aansluiten
Eens de Digital Sprite 2 op zijn definitieve plaats staat en alle externe apparaten zijn aangesloten en stroom krijgen, kan u de PSU aansluiten op de achterkant van het toestel en de stroom inschakelen. De startprocedure kan tot een minuut duren voor de Digital Sprite 2 kan worden gebruikt. Zonder verdere programmering zal de Digital Sprite Lite nu alle camera's opnemen in tijdsintervallen van 24 uur!
24 uursmode , 6bps, en S-VHS kwaliteit, 18KB
5
Externe apparaten aansluiten De Digital Sprite 2 gebruikt een 485-bus netwerk om Dedicated Micros producten en toebehoren te connecteren. Archiverings apparaten kan men connecteren via de SCSI poort en telemetrie camera’s via de seriële poort. Apparaten die men kan aansluiten op de Digital Sprite 2 zijn: Telemetry camera’s Archiverings apparaten Ethernet netwerken
Seriële telemetrie De Digital Sprite 2 ondersteunt momenteel een aantal domes via seriële telemetrie . Voor seriële telemetrie is een twisted-pair-kabel nodig van de seriële poort van de Digital Sprite 2 naar de telemetrie-ontvanger. Seriële telemetrie kan in ster worden geschakeld– van de seriële poort van de Digital Sprite 2 naar elke ontvanger – of in driehoek – elke ontvanger doorgelust naar elkaar, of een combinatie van de twee. Elke ontvanger moet worden aangeduid met zijn cameranummer – raadpleeg de documentatie bij uw ontvanger voor meer informatie.
485-bus apparaten
Verbinding met seriële poort
Audio apparaten
De seriële poort op de Digital Sprite 2 is een mannelijke 9-wegsstekker van type D. Een vrouwelijke 9-wegsstekker van type D is nodig bij de volgende pin-outs:
Telemetrie camera’s aansluiten De Digital Sprite 2 is voorzien van een ingebouwde telemetrie voor coax, serieel (RS-232/485) en c-bus en DTMF-telemetrie met behulp van een optionele telemetrieadapter. Een netwerktoetsenbord wordt gebruikt om de telemetrie te besturen vanuit de Digital Sprite 2. Het soort telemetrie moet worden ingesteld in het menu 'Alarmen en presets'.
Coax-telemetrie Voor coax-telemetrie zijn geen andere aansluitingen nodig dan de camera-aansluitingen. De Digital Sprite 2 ondersteunt momenteel Pelco Coaxitron* en BBV, met een BBV RX-100protocolconvertor kunnen de domecamera's van de meest grote fabrikanten worden bestuurd. *De “Tour, Patrol en Auto-pan opties zijn niet beschikbaar bij gebruik van Pelco Coaxitron domes in de Digital Sprite 2 . Als je dit wil gebruiken mort mrn grbruik maken van de BBV RX100 converter of seriële telemetrie.
Gezien van de sodeer zijde Nc = geen verbinding Opmerking : De seriële poort moet geconfigureerd worden voor seriële telemetrie in “System options” menu. 6
485-bus/DTMF-telemetrie De telemetrieontvangers van Dedicated Micros kunnen worden bestuurd met behulp van 485-bus of DTMF (telefoontonen). Wanneer 485-bus telemetrie wordt gebruikt, wordt de ontvanger rechtstreeks aangesloten op de 485-bus connectoren aan de achterkant van het toestel. Wanneer DTMF-telemetrie wordt gebruikt, is een telemetrieadapter (TAD3) nodig om de telemetriecommando's om te zetten in DTMF-tonen. DTMF- en 485-bus telemetrie kunnen in ster of driehoek worden geschakeld.
Archiveringstoestellen aansluiten Beelden worden opgenomen op de interne harde schijf zodat de operator ze onmiddellijk kan afspelen en opzoeken. De capaciteit van de interne harde schijf bepaalt het aantal beelden en de duur die kan worden opgenomen. Bijvoorbeeld: een Digital Sprite 2 met een enkele harde schijf van 80 GB kan tot 8 dagen opnemen in standaard configuratie, maar een Digital Sprite 2 met 320 GB kan 31 dagen opnemen met dezelfde opnamesnelheid. De interne harde schijf is een tijdelijk opslagmedium, omdat de beelden constant worden overschreven na een bepaalde periode. Als beelden langere tijd bewaard moeten blijven, moeten ze externe worden opgeslagen. De SCSI-2-poort van hoge dichtheid met 50 pinaansluiting aan de achterkant van de Digital Sprite 2 wordt gebruikt om externe opslagmedia aan te sluiten. Er zijn drie soorten externe opslagmedia die kunnen worden gebruikt:
1. RAID – Redundant Array of Independent Disks (Redundante Reeks Onafhankelijke Schijven)
RAID-toestellen zorgen voor een beveiliging in geval van storingen. Als een schijf defect raakt in een RAID-toestel, zullen de beelden op een andere schijf in het systeem worden opgeslagen. Met RAID kunnen ook defecte schijven direct worden verwisseld – terwijl de RAID nog werkt.
2. Externe CD-schrijvers Beelden kunnen worden gekopieerd van de interne Harde schijf op een externe cd-schrijver. Alle beelden hebben een digitale handtekening vooraleer ze op de cd geschreven worden . The inhoud van de totale CD heeft ook een digitale handtekening. Een klein CD terugkijk programma is hierbij ook opgenomen om het also mogelijk te maken dat deze beelden terug bekeken kunnen wordenvia een PC zonder gebruik van extra software. Lijst van compatibele cd-schrijvers: Yamaha CRW 2200 SX – VK Yamaha CRW 3200 SX - VK Plextor Plexwriter PX – W1210- TSE De onderstaande tabel duidt de opname capaciteit aan voor de CD voor verschillende opname snelheden.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn om een SCSI kabel te bestellen om de CDschrijver met de Digital Sprite 2 te verbinden. De verbinding op de Digital Sprite 2 is 50-pin HD SCSI-2.
RAID-toestellen bevatten harde schijven die de interne opslagcapaciteit uitbreiden, zodat het aantal beelden die kunnen worden opgenomen voor ze worden overschreven, effectief wordt uitgebreid.
7
3. Iomega Zip® en Jaz® schijven*
4. Externe tape archivering
Beelden kunnen worden gekopieerd van de interne harde schijf of RAID naar een verwisselbare Zip®- of Jaz®-schijf voor opslag op lange termijn. Verwisselbare schijven zijn ideaal om relatief kleine hoeveelheden beelden op te nemen, zoals evenementen, videoclips of incidenten. Deze beelden kunnen dan worden afgespeeld op eender welke pc met een Zip®- of Jaz®-lezer en DM Playback-software.
Beelden die worden opgenomen op de interne schijf, kunnen automatisch worden gearchiveerd naar Hewlett Packard DDS-tapes . Zo kan elke dag op een band worden bewaard, zoals bij een multiplexer en videorecorder. De schijfgrootte hoeft niet zo groot te zijn wanneer tapes worden gebruikt om beelden te archiveren, hoewel de schijfgrootte wel bepaalt wat onmiddellijk kan worden opgevraagd vanuit de Digital Sprite 2.
Opmerking: Pc Playback is verkrijgbaar via onze website , de unit zelf en is bijgeleverd op floppy disk.
Om beelden terug te bekijken die opgenomen werden op tape heb je een tweede tape unit nodig die aangesloten is op een Windows PC. Om deze beelden terug te bekijken via PC is Pc Playback * nodig.
Zip®- en Jaz®-schijven zijn verkrijgbaar in verschillende groottes; in de onderstaande tabel vindt u de opname capacitiet bij een typische opnamesnelheid (bij S-VHSbeeldkwaliteit, 18 KB):
Opmerking : Wegens mechanische slijtage van deze tape units hebben wij ondervonden dat zij normaal niet zo werkzeker zijn dan het gebruik van harde schijve en RAID opslag, hiervoor raden wij het gebruik van tpae opslag aan enkel als er geen andere optie voorhanden is. In de onderstaande tabel vindt u het aantal uren dat een tape meegaat wanneer hij wordt gebruikt bij de verschillende opnamesnelheden (bij SVHS-beeldkwaliteit, 18 KB):
De tijden duiden aan dat alle camera’s werden gekopieerd.
•
Iomega Zip ® en Jaz ® schijven kunnen eventueel niet overal verkrijgbaar zijn , vraag na bij uw lokale PC dealer.
Zie annex 1 voor meer details over programmering van de Digital Sprite 2 voor tape archivering. * PC playback software wordt meegeleverd met de unit.
8
Meerdere externe apparaten aansluiten
Aansluiting op een Ethernet netwerk
Tot zeven opslagmedia kunnen doorgelust worden op de SCSIpoort aan de achterkant van de Digital Sprite 2. Elk apparaat moet een uniek adres hebben en het laatste apparaat in de keten moet worden afgesloten; raadpleeg de documentatie van het apparaat voor meer informatie hierover.
De Digital Sprite 2 kan aangesloten worden op een standaard 10-baseT Ethernet netwerk zodat de volledige controle van de Digital Sprite 2 kan gebeuren vanop afstand.
N.B.: slechts één tape unit kan worden aangesloten op de SCSI-bus. In de onderstaande tabel vindt u de capaciteit en het typische gebruik van elk opslagmedium: Externe opslag RAID
Capaciteit
Beschrijving
Typisch gebruik
Momenteel tot 375 GB* 100 of 250 MB
Schijfsysteem met storingsbeveiliging Verwisselbaar medium
Lange termijn opslag Direct beschikbaar Opslag van evenement of clips
Verwisselbaar medium
Opslag van evenement of clips
Digitale opslagtape
Archiveren op lange termijn één tape per dag Archiveren op lange termijn Één tape per dag Clip opslag
Iomega Zip® Iomega 1 of 2 GB Jaz® HP DDS-3 12 GB HP DDS-4
20 GB
Digitale opslagtape
CD-R
640 MB
Verwisselbaar medium
*Capaciteit van een enkele RAID; tot 7 RAID's kunnen worden aangesloten op de Digital Sprite 2.
Netwerk verbinding Om een Digital Sprite 2 op een netwerk te sluiten heb je de volgende dingen nodig: • •
Een RJ-45 netwerk kabel ( CAT5 of gelijkwaardig). Een statisch IP adres en Subnet Mask ( some netwerken hebben ook een Default Gateway nodig, raadpleeg de netwerk administrator)
Om een Digital Sprite 2 te configureren op een netwerk zijn volgende stappen nodig: 1. Ga in het Digital Sprite 2 menu ( menu knop indrukken en houden). 2. Druk op de menu knop tot de “System Options” pagina. 3. Selecteer “Network settings”. 4. Ga in het “Network settings” menu door “edit” aan te duiden en de op en neer cursor te bedienen 5. Geef het IP adres, Subnet Mask en Default Gateway in. Opmerking: Deze adressen bestaan uit vier sets van drie cijfers, als je ergens slechts twee cijfers hebt voeg een 0 in voor het nummer b.v. 123.123.123.001 6. Druk op de menu knop om het menu te verlaten. 7. Duw op camera 1 om de veranderingen te aanvaarden en het system te rebooten, of druk opnieuw op menu om de veranderingen ongedaan te maken.
9
Beelden bekijken over het netwerk
Beelden bekijken over het netwerk met gebruik van een web browser
De Digital Sprite 2 kan een Web browser of de Network Viewing Software gebruiken om beelden over een netwerk te bekijken. De Network Viewing Software kan men downloaden vanaf de unit naar je lokale PC met behulp van de netwerk verbinding.
Het is mogelijk om Microsoft Internet Explorer ( versie 5.X rn hoger) en Netscape Navigator (versie 4.7X) te gebruiken om beelden van de Digital Sprite 2 te bekijken. Volg de vorige instructies om de Digital Sprite 2 weg pagina te zien verschijnen, maar click op het “web viewer” ikoon in plaats van op het “ PC viewer application” ikoon. Het is nodig om nu de gebruikersnaam en paswoord in te vullen, standaard gebruikersnaam is user en paswoord is password.
Downloaden van de network viewing software: 1. Start de web browser software op de PC. 2. Geef het IP adres van de Digital Sprite 2 in het ‘adres’ hokje van Internet Explorer of Netscape in en duw “Enter”. Verwijder alle nullen vooraan b.v. 123.123.123.001 in de Digital Sprite 2 moet ingegeven worden als 123.123.123.1 in de Web browser. 3. Een Web pagina van de Digital Sprite 2 is nu geladen. Click op het “PC viewer application” ikoon, de vraag komt nu om het programma tebewaren of te activeren. 4. Selecteer “Run this program on is current location” 5. Het programma wordt gedownload en geinstalleerd. 6. The programma kan men vinden in Start>Programs>DM Network Viewer. De details over het gebruik van de Network Viewing Software kan men vinden in de “User Guide” in de Network Viewing Software folder. De minimum PC specificatie om beelden over een netwerk te zien is : • • • •
200 Mhz CPU 64 MB RAM 4 MB video card ( 16 miljoen kleuren) beeld resolutie minimum 800 x 600
Opmerking: De web viewer heeft niet alle mogelijkheden van de Network Viewing Software. Maar is nuttig als het niet mogelijk is om de software te downloaden of als je de beelden wil bekijken van een externe locatie.
Beelden bekijken over het netwerk met gebruik van Apple Mac of Linux Er is een beperkte mogelijkheid om beelden te bekijken via Apple Mac of Linux gebaseerde systemen met gebruik van Netscape Navigator 4.7X web browser.
Aansluiting van 485-bus apparaten De Digital Sprite 2 maakt gebruik van een 485-bus netwerksysteem om meerdere Digital Sprite Lites, netwerktoetsenborden, alarmmodules, videoschakelaars en andere accessoires op elkaar aan te sluiten. De totale lengte van het c-bus-netwerk kan tot 1500 meter bedragen.
Alarmen aansluiten Een optionele alarmmodule (DM/CI01) vereist indien alarmen zullen worden toegevoegd aan de Digital Sprite 2. Het voordeel van alarmmodules is dat alle alarmconnectoren niet moeten worden teruggerout naar de Digital Sprite 2 Meerdere alarmmodules kunnen worden gebruikt bij het 485s etwerk met alarmen die aangesloten zijn op elke module.
10
Om alarmen toe te voegen: • • • •
Voorbeeld van een verbinding tussen een alarmbox en de Digital Sprite 2:
Sluit het overeenkomstige alarmcontact aan op de alarmingang, m.a.w. Alarm 2 zou moeten worden aangesloten tussen de aarding (GND) en A2. Als meerdere alarmmodules nodig zijn, moet elke module een adres krijgen; raadpleeg de documentatie voor de alarmmodules voor meer informatie. Sluit de 485-bus kabel van de alarmmodule aan op een van de 485-bus contacten op de Digital Sprite 2. De polariteit van de alarmen (normaliter open/gesloten) wordt ingesteld met de menupagina 'Alarmen en presets'.
Opmerking : Het alarm contact hoeft de corresponderende camera nummer niet te volgen ,b.v. alarm 2 kan camera 1,2 en 3 in alarmmode zetten, zie pagina 19 en 25 voor meer details betreffende alarm setup. Een alarm ingang kan de volgende zaken uitvoeren: Actie Relais 1 sluiten/openen De alarmcamera automatisch kopiëren naar Zip® of Jaz® De alarmcamera weergeven op het scherm De opnamesnelheid veranderen Alarmcamera's uitsluitend opnemen of inlassen Alarmen in sequencie op de spot monitor
Menupagina Alarminstelling Alarminstelling Alarminstelling
Afstandsklavier Een afstandsklavier (DM/KBS3) kan worden aangesloten op de Digital Sprite 2 voor meer functionaliteit: • • • •
• •
Besturing vanop een afstand tot 1500 meter. Besturing van meerdere Digital Sprite 2. Een enkele Digital Sprite Lite bestuurd vanop diverse locaties. Besturing van ingebouwde telemetrie Beelden afspelen met jog/shuttle met behulp van de joystick. Paniekalarmtoets (alle camera's opnemen aan alarmsnelheid en alarmrelais R1 activeren).
Opnameschema Opnameschema Standaard instelling
11
Het voorbeeld hieronder geeft een beeld weer van een verbinding tussen en Digital Sprite 2 en een afstandsklavier.
Audio apparaten aansluiten De Digital Sprite 2 kan een audio stream opnemen en weergeven samen met camera 1 . Er zijn twee audio ingangen: MIC IN en LINE IN en een audio uitgang : LINE OUT.
Aansluiting van een microfoon op MIC IN.
Videoschakelaars Met videoschakelaars kunnen meerdere Digital Sprite 2 worden bestuurd vanop een enkele monitor of een paar monitoren. Dit biedt de flexibiliteit om tot 256 camera's te besturen vanop een enkele locatie zonder extra matrixapparatuur te moeten kopen. De videoschakelaar stuurt de monitors van de Digital Sprite 2 die worden bestuurd via de monitoren van de operator; tot 16 besturingsposities kunnen worden geschakeld. Het onderstaande voorbeeld toont hoe twee Digital Sprite 2 worden bestuurd vanop individuele besturingspunten. De videoschakelaar stuurt de monitoroutput van de Digital Sprite 2 naar de besturingspunten.
Sluit de microfoon aan op de 3.5mm plug MIC IN. Het is belangrijk om het correcte type van microfoon te kiezen voor de verbinding met de Digital Sprite 2. De Digital Sprite 2 heeft een actieve microfoon nodig met een gevoeligheid van –50dBV of beter.
Aansluiting van een voor-versterker op LINE IN. Wanneer er een hogere microfoon versterking nodig is kan men een externe microfoon voor-versterker met instelbare versterking gebruiken. Een microfoon voor-versterker zal een line niveau van 1V pk-pk weergeven dat kan aangesloten worden op de ingang LINE IN van de Digital Sprite 2. De line level ingang heeft de volgende specificaties: LINE IN 47kΏ ingangs impedantie , 1V pk-pk
Aansluiting de LINE OUT op een versterker. Sluit de LINE OUT aan op een externe versterker of actieve luisprekers. De line level uitgang heeft de volgende specificatie: LINE OUT 1V pk-pk
Audio opname
TIP: Elk c-bus-apparaat wordt geleverd met een 485-bus kabel van 2 meter. Om de afstand tussen diverse apparaten te vergroten zijn twee 485-bus aftakdozen en een stroombron nodig. De totale afstand voor het hele 485-bus netwerk kan tot 1500 meter bedragen.
Wanneer de microfoon of de voor-versterker is aangesloten op de Digital Sprite 2 , moet men audio “enabled” plaatsen in het menu. Zie pagina 23 voor meer details. Aangeraden wordt om de kwaliteit van de audio weergave te testen en de versterking eventueel bij te regelen. Om de audio te beluisteren is het nodig om camera 1 te zien in vol of Quad scherm gedurende het weergeven.
12
Configureren van de Digital Sprite2 Het menu gebruiken De Digital Sprite 2 maakt gebruik van een menusysteem met pagina's om de installateur door het installatieproces te loodsen.
Het menu openen Er zijn twee tpes menu, User en Installer. Het User menu toont alleen ‘Time, Date en Language’ en ‘Schedule’ pagina’s. Het installer menu toont alle menus. Om het installer menu te openen: Druk en houdt de menu knop.
De volgende pagina bekijken Druk op de menu-toets om de volgende pagina te bekijken. Tip : drukken op de toets ; de toets dient om de vorige of volgende pagina te bekijken.
Het menu verlaten Hou de menu-toets ingedrukt om de menu’s te verlaten. Tip: blader door alle menu's om het menu te verlaten. Voorbeeld van het gebruik van het menu om de tijd te veranderen:
Om het user menu te openen: Druk de menu knop.
Navigeren in het menu De menus worden getoond met ‘options’ in de linker rij en ‘settings’ in de rechter rij. Een cursor ( witte text) kan bewogen worden d.m.v. < ∧ ∨ > toetsenop het front paneel, of the joystick op het afstandsklavier. 3. Hou de menu-toets ingedrukt om het installer menu te openen. De “Time, Date & Language” pagina verschijnt.
4. Gebruik de ∨ cursor om de optie “Time” in de linker rij te selecteren.
13
Tijd, Datum en Taal
3. Gebruik de > cursor om de minuten op te lichten.
Date (Datum) De standaardopmaak voor de datum is DD:MM:YYYY op PAL-modellen en MM:DD:YYYY op NTSC-modellen, hoewel dit kan worden veranderd met de optie 'Date format' (Datumopmaak). Time (Tijd) De tijd moet worden ingevoerd in 24-uurformaat (HH:MM). N.B.: Zomer- en winteruur worden aangegeven met een 'S' of 'W' naast de tijd.
4. Gebruik de ∧ ∨ cursoren om wijzigingen aante brengen.
Date format (Datumopmaak) De datum kan worden veranderd van ‘Day, Month' (Dag, Maand) in ‘Maand, Dag' (Maand, Dag) naargelang van de regionale voorkeur. Language (Taal) De menu’s kunnen worden weergegeven in een aantal talen. De taalkeuze wordt gemaakt in een drop-down lijst.
5. Gebruik de < cursor om terug te keren naar de lijker rij van de pagina en om een andere optie te selecteren of druk op menu om het menu te verlaten.
N.B.: Als de tijd en datum worden weergegeven als 'Externe klok' (externe klok), worden de instellingen voor de tijd en de datum uit toestel 1 van het 485-bus netwerk gehaald. WAARSCHUWING: Beelden kunnen worden overschreven als de tijd of datum wordt ingesteld terwijl er wordt opgenomen.
14
Camera's bekijken Systeem uitschakelen Als de Digital Sprite 2 moet uitgeschakeld worden dan moet de volgende procedure gevolgd worden: 1. Selecteer “enabled” in the “System Shutdown option”. 2. Wanneer het menu tevoorschijn komt hou camera 1 voor 5 seconden ingedrukt. 3. Wanneer het bericht “ it is now safe to switch off your unit” komt mag men de Digital Sprite 2 uitschakelen bij de 220 V stekker. Opgepast : Verlies van data of harde schijf fouten kunnen optreden wanneer deze procedure niet gevolgd wordt vooraleer men de spanning van het toestel neemt..
DST Zomer-en wintertijd kan men manueel of automatisch aanpassen. De standaard instelling zal de klok 1 uur naar voren draaien de laatste Zondag van Maart om 01:00 en 1 uur naar achteren de laatste Zondag van October om 02:00. Deze waarden kunnen worden veranderd. Indien een land geen gebruik maakt van “DST” selecteer manueel.
U kan kiezen om alle camera's of enkel bepaalde camera's te bekijken. De standaardinstelling is alle camera's. Ook de camera's die niet worden bekeken zullen worden opgenomen.
Om te bepalen welke camera’s worden bekeken: • • •
Druk op de cursortoets ∧ om het bewerkingsveld te veranderen in 'Selected cameras' (geselecteerde camera’s). In een menu zal worden getoond welke camera’s zullen worden bekeken. Druk op de cameratoets om de camera aan de reeks toe te voegen of te verwijderen. Deze camera zal worden getoond. Een ingevuld vakje geeft aan dat de camera kan worden bekeken.
N.B.: Camera’s die niet worden bekeken, worden ook niet op de hoofd- of spotmonitor getoond in de live of afspeelmodus; multischermen tonen een blanco segment. Tip: het is aangeraden een paswoord in te stellen om te vermijden dat deze instellingen kunnen worden veranderd door onbevoegden.
15
Planning
Opnemen van beelden
Een schema kan worden gebruikt om geselecteerde camera's op te nemen op verschillende tijdstippen, om de opnamesnelheden te veranderen en om te kiezen welke alarmen of activiteit mogelijk zijn.
U heeft de optie om alle camera’s of enkel geselecteerde camera’s op te nemen. Alle camera’s worden standaard opgenomen (bovenste menu).
N.B.: de opties Night (nacht) en Weekend (weekend) worden enkel getoond als een overeenkomstig nacht- en weekendschema werd geconfigureerd in het menu Schedule (schema).
Om te bepalen welke camera’s worden opgenomen: •
De schema's hebben drie opties: • •
•
Off – het schema staat uit Set/Unset – gebruik een schakelaar of alarmtrigger om het schema in te schakelen. Dit wordt rechtstreeks op de AUX-ingang aangesloten of met een specifiek contact op een externe alarmmodule. On between – het schema wordt ingeschakeld tussen de door de gebruiker ingestelde tijdstippen (en dagen voor het weekendschema).
• •
Druk op de cursortoets ∧ om het bewerkingsveld te veranderen in 'Selected cameras' (geselecteerde camera’s). In een menu zal worden getoond welke camera’s worden opgenomen. Druk op de cameratoets om de camera aan de opnamereeks toe te voegen of te verwijderen. Een ingevuld vakje geeft aan dat de camera wordt opgenomen.
Tip: Camera’s die niet in de opnamereeks zitten, kunnen toch worden opgenomen wanneer die camera wordt geactiveerd door een alarm of activiteit.
Het schema biedt u de keuze te wisselen tussen nacht- en weekendinstellingen, ofwel door de optie Set/Unset manueel te kiezen, via de AUX-ingang of alarmcontacten, ofwel automatisch op vooraf ingestelde tijdstippen en dagen. N.B.: de weekendinstelling heeft voorrang op eventuele nachtinstellingen in de gekozen weekendperiode.
16
Opname Planning De opnamesnelheid bepaalt de tijd en bijwerksnelheid van de beelden die op de schijf worden opgeslagen. Dag-, nacht- en weekenschema's kunnen worden ingesteld aan de hand van het volgende menu:
Dag
Standaard Event bPS bPS 7 7
Nacht
7
7
Weekend
3
3
Grootte van het opgenomen bestand Max. opnameduur Totale video-opslag Eerste opname
Event actief
Event modus
Beide Alarmen Activiteit Geen Geen Alarmen Activiteit Beide Geen Alarmen Activiteit Beide
Inlassen Uitsluitend Ongewijzigd Inlassen Uitsluitend Ongewijzigd
Standaard en Event bPS Kies de opnamesnelheid in beelden per seconde (PPS) voor alle camera's. De maximale opnamesnelheid is 25 PPS voor PAL en 30 PPS voor NTSC bij een opname van een enkele camera. Wanneer meerdere camera's zijn aangesloten, is de maximale opnamesnelheid 18 PPS. Standaard id de opname snelheid 6bps, dit is equivalent tot een VCR in 24-uurs mode. De onderstaande tabel geeft het equivalent weer tussen opname snelheden en VCR time-lapse modussen.
Inlassen Uitsluitend Ongewijzigd
18 KB --:-320GB 01/05/2002
12:00
N.B.: de nacht- en weekendopties worden enkel getoond als een overeenkomstig nacht- en weekendrooster werd geconfigureerd in het menu 'Schedule' (schema).
Getallen tussen haakjes voor NTSC systemen. Tip: Om de bijwerksnelheid te berekenen per camera – het aantal seconden voor de camera wordt geüpdatet – kan u het aantal camera's delen door de opnamesnelheid. Bijvoorbeeld: 16 camera's met een opnamesnelheid van 6 PPS geeft: Bijwerksnelheid (seconden) = aantal camera's / bPS = 16/6 = 2,67 sec.
17
Opname Planning (vervolg) Events actief
Grootte van het opgenomen bestand
Selectie of de alarmen of activiteiten aan of af staan gedurende dag, nacht of weekend.
Het bestand of de beeldgrootte bepaalt de kwaliteit van de beelden die op de schijf worden opgeslagen. Een grotere bestandsgrootte geeft een superieure beeldkwaliteit, maar zal de harde schijf sneller vullen, zodat minder tijd kan worden opgenomen. De bestandsgrootte kan worden ingesteld tussen 6 en 45 KB. De onderstaande tabel geeft de beeldkwaliteit bij typische bestandsgroottes:
Event Modus Deze optie geeft de mogelijkheid om de opname sequencie te veranderen wanneer een alarm actief is, de mogelijkheden zijn: Unchanged (ongewijzigd) – De opname sequencie verandert niet of er een alarm actief is of niet. Exclusive (uitsluitend) – Alleen de alarm camera’s worden opgenomen. Interleaved (Inlassen) – De alarm camera’s worden frequenter opgenomen dan de niet-alarm camera’s b.v. als camera 1 in alarm is zal de opname 1213141516.... zijn. Tip : Bij het gebruik van “interleave” is het mogelijk om de opname snelheis constant te houden maar de snelheid van de alarm- od activiteitsbeelden te verhogen.
Nota : The overeenkomstige beeld kwaliteit is representatief in de meeste gevallen, bij beelden met een hoog gehalte aan detail informatie zal de “File size” omhoog moeten gebracht worden om dezelfde kwaliteit te bekomen. Bij een selectie van de “File size” hoger dan 40KB zal de maximum opname snelheid dalen tot 18bps zelfs als een opname snelheid hoger dan 18bps werd geselecteerd.
Maximale opnameduur De maximale opnameduur is de tijd die kan worden opgenomen vooraleer beelden worden overschreven. Die wordt automatisch berekend wanneer de opnamesnelheid (PPS) wordt gekozen of veranderd. Deze maximale opnameduur is inclusief de audio opname als deze werd geselecteerd in de “System Options menu” pagina. Tip: de maximale opnameduur kan worden vergroot door de bestandsgrootte of opnamesnelheid te verkleinen.
18
Alarm programmatie Totale video-opslag Het weergegeven cijfer toont de interne en externe schijfruimte die beschikbaar is voor video-opslag in GB.
Eerste opname De datum en tijd van het eerste beeld op de schijf worden hier getoond. Nota: Als er een event partitie werd geselecteerd ( in het “System Options “ menu) dan is het mogelijk dat de oudste opname een event is dat ouder is dan een standaard opname. www.dedicatedmicros.com
Enkel gebeurtenissen opnemen De Digital Sprite 2 kan worden geconfigureerd om alleen camera's op te nemen waar zich activiteiten of alarmgebeurtenissen voordoen. Zo kan meer tijd worden opgenomen op de harde schijf voor ze wordt overschreven. Om de Digital Sprite Lite zo te configureren dat enkel gebeurtenissen worden opgenomen: 1. Stel de standaard PPS in op 00. 2. Stel de PPS voor gebeurtenissen in op de gewenste opnamesnelheid voor een gebeurtenis. 3. Selecteer de gewenste optie in 'Events active' (Gebeurtenissen actief): Both (Beide), Alarms (Alarmen) of Activity (Activiteit). 4. Selecteer Exclusive (Exclusief) in de optie 'Event mode' (Gebeurtenismodus) om enkel camera's op te nemen waar zich een alarm of activiteit voordoet. Enkel activiteiten of alarmgebeurtenissen zullen nu worden opgenomen. Opgelet: pre-alarm/activiteit is niet mogelijk in deze configuratie.
Pre-alarm Pre-alarmbeelden kunnen worden opgenomen voor een vooraf ingestelde duur vóór een alarm. Kies het aantal minuten of seconden (max. 30 min 59 sec). N.B.: Pre-alarmopnames zijn enkel mogelijk bij standaardopnames.
Post-alarm Post-alarmbeelden kunnen worden opgenomen voor een vooraf ingestelde duur na een alarm. Kies het aantal minuten of seconden (max. 30 min 59 sec).
Auto copy (Automatisch kopiëren) Alarmen kunnen automatisch worden gekopieerd naar een externe Zip®of Jaz®-schijf.
Global alarm contact (Globaal alarmcontact) Een globaal alarmcontact wordt gebruikt om alle camera's in een alarmtoestand te zetten. Dit kan nuttig zijn als een alarm alle camera's moet activeren, of in geval van een paniekalarm dat manueel wordt bediend. Opties zijn: rechtstreeks, via de AUX-ingang, of met een specifiek contact op een alarmmodule. Alarm display (Alarmweergave) De laatst gealarmeerde camera wordt standaard niet weergegeven op de hoofdmonitor. Kies 'Ja' om camera's met een alarm weer te geven.
19
Alarm programmatie (vervolg)
Activiteiten programmatie
Alarm relay R1 (Alarmrelais R1) Kies of het alarmrelais (R1) zal opengaan of sluiten wanneer een alarm wordt geactiveerd. Selecteren van “Momentary open” of “Momentary close” zal het relais openen of sluiten gedurende een halve second ongeacht de alarm tijd. Alarm Buzzer De ingebouwde buzzer in de Digital Sprite 2 en het afstandsklavier kunnen getriggerd worden wanneer er een alarm actief is door “yes” te selecteren.
Camera fail buzzer ( camera fout buzzer) De ingebouwde buzzer in de Digital Sprite 2 en het afstandsklavier kunnen getriggerd worden wanneer er een camear fout actief is door “yes” te selecteren. Nota: De buzzer zal actief blijven zolang tot de foute camera terug wordt aangesloten of vervangen. Om de buzzer toch te deactiveren bij een foute camera , duw en hou de corresponderende camera knop ingedrukt om in het camera setup menu te komen en zet de camera ingang op non-actief.
Pre-activity (Pre-activiteit)
Pre-activiteitsbeelden kunnen worden opgenomen voor een vooraf ingestelde duur vóór een activiteit. Kies het aantal minuten of seconden (max. 30 min 59 sec). N.B.: Pre-activiteitsopnames zijn enkel mogelijk bij standaardopnames.
Post-activity (Post-activiteit)
Post-activiteitsbeelden kunnen worden opgenomen voor een vooraf ingestelde duur na een activiteit. Kies het aantal minuten of seconden (max. 30 min 59 sec).
Auto copy (Automatisch kopiëren)
Activiteiten kunnen automatisch worden gekopieerd naar een externe Zip®- of Jaz®-schijf.
Extended relay (uitgebreide relais)
Deze optie maakt het mogelijk om bij beweging op elke camera een individueel relais te triggeren door gebruik te maken van een extern relais module (DM/CI02/16) . Elke module heeft 16 relais uitgangen, voor camera 1 tot 16. Bijvoorbeeld als er beweging is op camera 1, sluit relais 1 zich op de externe relais module.
Relay 2
De tweede relais kan men configureren voor bewegingsdetectie en/of camera fout. Selecteer of de relais moet openen of sluiten bij bewegingsdetectie.
Activity display (Activiteitenweergave)
De camera waar laatst een activiteit werd gedetecteerd, wordt standaard niet weergegeven op de hoofdmonitor. Kies 'Ja' om camera's met een activiteit weer te geven.
Activity buzzer
De ingebouwde buzzer in de Digital Sprite 2 en het afstandsklavier kunnen getriggerd worden wanneer er een activiteit actief is door “yes” te selecteren.
20
Weergave-opties
Paswoorden
User password (Paswoord voor gebruikers) Multiscreen interlace (Interliniëring met multischermen)
Zet de deze optie uit om contrastrijke beelden te stabiliseren wanneer ze in multischermmodus worden bekeken. N.B.: dit heeft geen invloed op de kwaliteit van de opgenomen beelden.
Multiscreen titles (Multischermtitels)
Cameratitels kunnen worden uitgeschakeld wanneer ze in multischermmodus worden bekeken.
Display unit number (Weergave van het toestelnummer)
Wanneer meer dan een toestel wordt bestuurd met een enkel toetsenbord, kan het toestelnummer (zie pagina Systeemopties) worden weergegeven op het scherm, zodat de operator weet welk toestel hij bedient.
Base camera number (Basiscameranummer)
Wanneer meerdere toestellen worden gebruikt, kan het nodig zijn verschillende cameranummers te gebruiken. Bij twee toestellen, bijvoorbeeld, bij twee units kan de eerste camera 1 tot 16 zijn de tweede 17 to 32.
Als een gebruikerspaswoord wordt ingegeven, zijn alle menu's behalve Time, Date & Language (tijd, datum & taal) en Schedule (schema) uitgeschakeld. Om een paswoord in te stellen, dient u On te kiezen en de instructies op het scherm te volgen. Dit paswoord kan tot 8 cijfers lang zijn. Nota: Druk op menu om het “user” menu te openen.
Installer password (Paswoord voor installateurs) Een paswoord kan worden ingesteld om onbevoegden de toegang te ontzeggen tot installatiemenu's. Om een paswoord in te stellen, dient u On te kiezen en de instructies op het scherm te volgen. Dit paswoord kan tot 8 cijfers lang zijn. Nota: Druk en hou menu ingedrukt om het “installer” menu te openen.
Playback password (Afspeelpaswoord) Wanneer het afspeelpaswoord aan staat, moet een paswoord voor gebruikers of voor installateurs worden ingegeven om beelden te kunnen afspelen.
Status page ( status pagina)
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen moet het toestel worden teruggestuurd bij verlies van paswoorden, zodat de paswoorden kunnen worden teruggezet.
Een status pagina geeft een indicatie van de actieve alarmen en camera fouten , dit is de eerste pagina in het menu en kan geactiveerd worden door “on”.
Maak hier een nota van uw paswoorden: User password....................... Installer password..................
21
Systeemopties IP adress, Subnet mask, Default gateway Voor communicatie over een netwerk is het nodig dat de Digital Sprite 2 een uniek IP adres heeft en een subnet mask .In een bestaand netwerk kan men deze vaak bekomen bij de netwerk administrator. Een Default Gateway is nodig wanneer men de Digital Sprite 2 gebruikt op afstand zoals WAN of via inbellen via een router. Nota: De Digital Sprite 2 heeft een statisch IP adres nodig zelfs bij een connectie op een dynamisch (DHCP) netwerk.
Unit number (Toestelnummer) Elk toestel moet een uniek nummer krijgen als meerdere toestellen worden aangesloten op het 485-bus netwerk. Unit 1 is de master klok op de 485-bus , de tijd en datum van andere units lopen hiermee synchroon.
Network settings (Netwerkinstellingen) Deze optie wordt gebruikt om het toestel te configureren voor aansluiting op een 10base-T ethernetnetwerk. Een venster verschijnt om de netwerkinstellingen te configureren, met de volgende zaken:
Bandwidth limit ( bandbreedte beperking) De Bandbreedte die de Digital Sprite 2 gebruikt kan beperkt worden om “overloading” te vermijden op tragere netwerken. De Digital Sprite 2 heeft een 10Mb/s verbinding ( 10Base-T). De maximale bandbreedte dat de Digital Sprite 2 kan gebruiken ( 5 gebruikers die beelden zien) is 6 Mb/s , dus elke beperking hoger dan 60% zal zijn effect hebben op de Digital Sprite 2. De maximale bandbreedte die gebruikt wordt bij 1 gebruiker is ongeveer 2.5Mb/s. Als men de bandbreedte wil beperken tot 1 Mb/s moet men de beperking op 10% plaatsen. Deze beperking heeft geen invloed op de kwaliteit van de beelden maar op de snelheid waarmee de beelden over het netwerk worden gestuurd.
Network (netwerk) Deze optie wordt gebruikt om de netwerk optie aan of uit te zetten.Standaard staat deze aan.
System name ( systeem naam) Elke Digital Sprite 2 op het netwerk kan men een systeem naam geven voor identificatie, deze naam is zichtbaar in de “Network Viewing Software” en op het LCD display van het afstandsklavier. Het maximum aantal caracters voor deze systeem naam is 30.Standaard is de naam “DM Digital Sprite 2”.
22
Tip: Als je niet wil dat de unit zich automatisch kenbaar maakt over een netwerk gebruik het symbool “#” als eerste caracter. Het zal nog steeds mogelijk zijn om de unit te benaderen via een netwerk d.m.v. een IP adres in de Netwerk Viewing Software.
Audio Eén kanaals audio kan opgenomen worden door de Digital Sprite 2 , gebruik deze menu om audio te activeren. De Audio opname neemt een klein deel van het geheugen in ongeveer 4KB/s ongeacht de opname snelheid van de beelden. Wanneer audio is geactiveerd zal de opnametijd dalen, zie opname tijd in het “Record Schedule” menu. Nota: De audio opname is verbonden met Camera 1, bij audio weergave moet ook Camera 1 zichtbaar zijn.
IR Receiver ( Infarood afstandsbediening) De infrarood afstanscontrole kan in dit menu aan- of uitgeschakeld worden.Deze afstandsbediening is een copy van het frontpaneel van de Digital Sprite 2. Allen het configureren van de menus en telemetry controle gaat niet . Wanneer de IR ontvanger actief is zal de IR LED op de digital Sprite 2 groen zijn, wanneer deze niet actief is zal de LED orange zijn. Deze LED zal knipperen bij ontvangst van een IR signaal.
Waar: Dagen= Aantal dagen nodig vooraleer de evenementen overschreden worden. Beeldgrootte (KB) = De opgenomen beeldgrootte in Kibobytes. %Events = Het percentage van de opnames dat evenementen zijn. Events bps= De opname snelheid van de evenementen in beelden per seconde. Bijvoorbeeld, evenementen bewaren gedurende 5 dagen vooraleer ze overschreven worden, de actieve alarmen maken 25% van de tijd uit, de beeldgrootte is 18KB, en de event opnamesnelheis is 6 beelden per seconde dit geeft als resultaat: Event partitie (GB) = 5 x 18 x 25 x 6 = 12 GB ----------------1111 opgepast: Invoering van een event partitie zal de schijfcapaciteit verminderen voor normale opname zodat de opname tijd verminderd.
Image Storage ( beeld opslag) Het is mogelijk om de plaats te selecteren waar de beelden moeten opgeslagen worden, bijvoorbeeld bij gebruik van een RAID of JBOD aangesloten op de Digital Sprite 2 kan enkel externe opslag geselecteers worden om beelden op te slagen wat een grotere veiligheid geeft.
Event partition ( event partitie) Men kan een event partitie configureren om evenementen langer te bewaren dan de normale standaard partitie. Alle evenementen zullen in deze partitie bewaard worden. De evenementen zullen overschreven worden op FIFO basis wanneer de partitie vol is. De benodigde partitie grootte wordt zo berekend: Event partitie (GB)=Dagenxbeeldgrootte (KB) x %events x events bps
--------------------------------------------------
Bij het selecteren van “edit” zal dit menu verschijnen met de volgende opties: Het bovenstaand voorbeeld heeft twee externe RAID’s of JBOD’s (L en M)die aangesloten zijn op de Digital Sprite 2 om beelden op te slaan, de “Event log” zijn opgeslagen worden op drive C.
1111
23
Systeem opties (vervolg)
Camera programmatie
Timed expiry ( tijd limiet )
De beelden die worden opgeslagen op de schijf kunnen worden geprogrammeerd om niet meer beschikbaar te zijn na een welgedefinieerde aantal dagen en uren. De optie is nuttig als men zich aan wettelijke bepaling moet houden betreffendemaximale opname tijd, b.v. 31 dagen. Opgepast: eens dit tijdstip is ingesteld zijn alle oudere beelden verdwenen.
Serial telemetry ( seriële telemetrie)
De Digital Sprite 2 heeft een RS-485/232 seriële telemetry poort aan de achterzijde van de unit. Met deze poort kunnen volgende domes bediend worden:
Title (Titel)
Elke cameratitel kan tot 12 karakters lang zijn.
Input termination (afsluiting van input)
De afsluiting kan aan of uit worden gezet. De afsluiting moet uit worden gezet voor camera's die doorgelust worden met andere apparaten.
Camera type (Cameratype)
Camera's worden automatisch gedetecteerd. Kies kleur of mono om het cameratype te veranderen.
Colour adjust (Kleurregeling)
Als de kleurbalk is geselecteerd, dient u op ∨ te drukken om de kleur te verminderen en op ∧ om de kleur te vermeerderen.
N.B.: deze optie verschijnt niet als het om een monochrome camera gaat. Selecteer het type telemetrie in de lijst om de seriële poort te configureren. Elke dome moet geconfigureerd worden voor seriële telemetrie met een correct adres. Voor meer details zie de documentatie van de frabrikant van de dome. Een bijkomend document voor gebruik van domes op de Digital Sprite 2 kan men vinden op onze website of technische dienst. Nota: Wanneer seriële telemetry werd geselecteerd dan moet het telemetrie type van elke camera aangeduid worden in het “alarm and presets” menu pagina. Eén type van seriële telemetry is toegelaten per machine.
Contrast adjust (Contrastregeling)
Als de contrastbalk is geselecteerd, dient u op ∨ te drukken om het contrast te verminderen en op ∧ om het contrast te vermeerderen.
Camera video input (Video-ingang voor camera's)
Deze optie verschijnt enkel wanneer een camera defect of uitgeschakeld is. Kies 'Disconnect' (afkoppelen) terwijl de camera ingeschakeld is om te vermijden dat de foutmelding en het alarm worden geactiveerd. Tip: dit menu kan rechtstreeks worden geopend door een cameratoets ingedrukt te houden.
24
Alarmen en preposities Preset Als de telemetriepresets van de camera geconfigureerd zijn, kunnen deze worden opgevraagd wanneer een alarm wordt geactiveerd. Voer het presetnummer van 00 tot 99 in voor het overeenkomstige alarmcontact.
Camera XX Het nummer wordt getoond van de camera die op dat moment geselecteerd is, samen met de status – gedetecteerd of niet gedetecteerd. Gebruik de cameratoetsen om een camera te kiezen of alarmen en presets te configureren.
Telemetry protocol (Telemetrieprotocol) Kies het telemetrieprotocol voor de camera: BBV, Pelco, DM of seriële telemetry domes geselecteerd in de “system Options” menu pagina. BBV en PELCO is Coaxiaal telemetrie, bij gebruik van Pelco seriële telemetrie verschijnt “Pelco-P”. DM telemetry is DTMF telemetrie ( met gebruik van TAD3) of 485-bus telemetrie. Nota: Autopan en Patrol mode zijn niet beschikbaar bij gebruik van Pelco coaxiaal telemetrie.
Module Tot 16 alarmmodules kunnen worden aangesloten op het 485-bus netwerk. Elke alarmmodule wordt met een cijfer van 01 tot 16 aangegeven – kies het adres van de alarmmodule die wordt gebruikt. Meer informatie over het instellen van het adres vindt u in de handleiding bij de alarmmodule.
Contact Elke alarmmodule heeft 16 alarmingangen; elke ingang kan worden gebruikt door een camera of door meerdere camera's.
Input Kies of het alarmcontact normaal open (N/O) of normaal gesloten (N/C) is.
Nota’s voor JVC domes : Hier zijn er twee types seriële telemetrie, type 1 en type 2. Selecteer het correcte type corresponderende met het model in de lijst hieronder:
25
Instelling van activiteitencamera's Activiteitendetectie wordt gebruikt om meer beelden op een schijf op te slaan van camera's waar activiteit is. De gevoeligheid van de activiteit kan worden ingesteld, zones kunnen worden bestreken volgens het soort decor.
Activity test (Activiteitentest) Gebruik deze optie om de gevoeligheid en instelling van het activiteitenrooster te testen en af te stellen. Als activiteit wordt gedetecteerd bij de camera, verschijnt er een witte stip. Druk op de mode- of menu-toets om de test te stoppen.
Het volgende is mogelijk met activiteitendetectie:
Detection (Detectie) Kies of de activiteitendetectie aan of uit staat voor de geselecteerde camera.
Sensitivity (Gevoeligheid) Er zijn 5 gevoeligheidsniveaus voor activiteitendetectie. Kies het gevoeligheidsniveau dat past bij de plaatsing van de camera. Camera's die buiten zijn geplaatst waar er veel achtergrondbeweging is, zoals bomen of regen, mogen worden ingesteld op een gevoeligheid Outdoor high of Outdoor low. Camera's die binnenshuis zijn opgesteld, waar er zeer weinig achtergrondbeweging is, moeten worden ingesteld op Indoor high, Indoor low of very low.
Activity grid (Activiteitenrooster) Een rooster van 8 op 16 wordt gebruikt om zones te bestrijken waar activiteitendetectie mogelijk is. Als het rooster verschijnt, kan u de cursortoetsen gebruiken om de cursor op de gewenste locatie te plaatsen. Druk dan op een cameratoets om het blok aan (witte stip) of uit te zetten.
26
Annex 1 Configuratie voor tape archivatie Om de Digital Sprite 2 te configureren voor tapearchief:
1. Open het Tapemenu Hou (pauze) ingedrukt op de Digital Sprite 2 om het tapemenu te openen:
3. Een uitwerpschema configureren (optioneel) Als geen uitwerpschema wordt geconfigureerd, zal de Digital Sprite 2 standaard elke tape uitwerpen wanneer die vol is. Met een uitwerpschema zal de tape worden uitgeworpen op specifieke momenten van de dag, of hij nu vol is of niet. Dit is nuttig als de tape moet worden vervangen op vaste tijdstippen, of als meer dan een tape wordt gebruikt per dag.
Om een uitwerpschema te configureren:
N.B.: wanneer de opties Eject Tape (tape uitwerpen) en Tape Status (tapestatus) in het grijs staan, zit er geen tape in het toestel.
2. De tapelengte kiezen De juiste tapelengte moet worden ingesteld zodat de Digital Sprite 2 het aantal beelden kan berekenen per tape. Om de tapelengte te kiezen: 1. Gebruik de cursortoetsen ∧ ∨ om de cursor naar Tape Length (tapelengte) te verplaatsen. 2. Druk op de cursortoets > om de tapecapaciteit te selecteren. 3. Gebruik de cursortoetsen ∧ ∨ om de tapecapaciteit* in gigabytes (GB) te kiezen.
1. Verplaats de cursor naar Eject Schedule (uitwerpschema) met behulp van de toetsen ∧ ∨. 2. Druk op de cursortoets > om het uitwerpschema in een nieuw venster te tonen. 3. Gebruik de toetsen ∧ ∨ om naar de gewenste dag te gaan en de toetsen < > om het gewenste veld te selecteren. 4. Gebruik de toetsen ∧ ∨ om het uitwerptijdstip te veranderen in elk veld; tot 4 uitwerptijdstippen kunnen worden ingesteld voor elke dag. 5. Druk op de mode/menu-toets om het uitwerpschema te verlaten.
*Zorg ervoor dat de niet-gecomprimeerde capaciteit van de tape ingevoerd is, dus niet de gecomprimeerde capaciteit, b.v. sommige DDS-3-tapes worden aangeduid als 24GB, maar de feitelijke, gecomprimeerde capaciteit is 12GB.
27
Als u Tape Status (tapestatus) kiest, wordt de status getoond van elke tape die momenteel in het toestel zit:
WAARSCHUWING: gebruik de uitwerptoets aan de voorzijde van het toestel niet om tapes uit te werpen; hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Naar een tape archiveren Het verschil tussen archiveren op een videorecorder en archiveren op een tapedrive is dat de videorecorder beelden continu opneemt, terwijl op een tape periodiek beelden worden opgenomen van de interne schijf. De voordelen van periodiek archiveren zijn dat, in tegenstelling tot videobanden, een tape vol kan zijn (of zelfs uitgeworpen zijn) terwijl de beelden toch nog worden opgenomen op de interne schijf. Beelden worden dus ook opgenomen wanneer tapes worden verwisseld. Er is ook minder mechanische slijtage bij een tapedrive, omdat hij niets steeds aan het opnemen is. De tapestatus geeft aan: • Het identificatienummer van de tape en hoe vol de tape is. • Wanneer de tape het eerst en het laatst werd gebruikt en het identificatienummer van het toestel dat werd gebruikt. • Het aantal keren dat de tape werd gebruikt. • Het aantal archiefsessies op de tape. Een sessie wordt toegevoegd telkens de tape wordt bijgewerkt in plaats van overschreven. • Het sessienummer. • Het eerste en laatste beeld dat werd opgenomen in de geselecteerde sessie (gebruik de toetsen om het sessienummer te veranderen). De optie Write Overwrite/Append geeft een standaardinstelling als een tape in het toestel wordt geplaatst en geen 'Write to tape method' wordt gekozen na 5 minuten. Deze optie is nog niet geïmplementeerd. Kies Eject Tape (tape uitwerpen) als u de tape wil uitwerpen tijdens het archiveren. De tape zal de reeks beelden die momenteel worden opgeslagen, afwerken voor de tape wordt uitgeworpen; dit kan tot 5 minuten duren.
Om beelden te archiveren naar een tape: 1. Plaats een tape in de tapedrive. 2. Het vakje tape status verschijnt, waarin u de inhoud van de tape ziet samen met het volgende menu:
N.B.: het is normaal dat het enkele minuten duurt voor het bovenstaande menu verschijnt; de tape moet namelijk worden teruggespoeld om de index te lezen.
28
3. Als de verkeerde tape in het toestel werd geplaatst of als er op de tape informatie staat die u wil bewaren, kies dan Eject Tape (tape uitwerpen) en plaats een andere tape. 4. Kies Background archive (achtergrondarchief). U heeft de keuze uit Append (beelden toevoegen aan het eind van de tape) of Overwrite (overschrijven) :
Installatie: 1. Plaats de schijf in drive A. 2. Kies Start > Uitvoeren. 3. Typ 'a:\setup' en klik op OK. U kan ook de knop Bladeren gebruiken om het bestand manueel te zoeken. 4. De installatie zal beginnen; volg de instructies op het scherm.
De software PC Playback starten 1. Kies Start > Programma's > PC Playback. 2. Klik op het pictogram PC Playback. 3. PC Playback wordt gestart. Klik op de optie 'Help' voor gebruiksaanwijzingen. Opgelet: alle eerder gearchiveerde beelden op de tape gaan verloren als u de optie 'Overwrite' (overschrijven) kiest.
Belangrijke opmerkingen in verband met tapedrives.
5. Gebruik de toetsen ∧ ∨ om de gewenste optie te selecteren en druk op mode/menu om verder te gaan. 6. De tape zal nu beginnen archiveren.
De kabel die bij de DDS-drive wordt geleverd kan in sommige gevallen niet compatibel zijn met de 50-pins SCSI-poort van de Digital Sprite Lite.
Gearchiveerde beelden afspelen De software PC Playback wordt gebruik om beelden af te spelen van Zip®, Jaz® en tapedrives vanop een pc.
Systeemvereisten: • • • • • •
Intel Pentium pc of gelijkwaardig (min. 233 MHz, 400 MHz aanbevolen). Microsoft® Windows® 95 of 98. Videokaart van 4 MB voor 16 miljoen kleuren. Vrije ruimte van 5 MB op de harde schijf (bijkomende schijfruimte nodig voor beeldbestanden). Iomega Zip®, Jaz® of tapedrive aangesloten op de pc. SCSI-interfacekaart (om tapedrives aan te sluiten op de pc).
DDS-3: een 50-wegsstekker van hoge dichtheid voor de mannelijke 50wegskabel van Centronics. DDS-4: een 50-wegsstekker van hoge dichtheid voor de 68-wegsstekker van hoge dichtheid (DDS-4) is vereist. Deze kabel is verkrijgbaar in computerwinkels. Opgelet: De koppen van tapedrives moeten vaak gereinigd worden voor optimale prestaties. Zorg ervoor dat de drive wordt gereinigd volgens de instructies van de fabrikant.
29
Addendum van handleiding De volgende zaken werden aan het product toegevoegd :
Activity Search (zoeken op beweging in het beeld) De mogelijkheid om op de schijf te zoeken naar beweging werd toegevoegd aan de Digital Sprite 2. Dit geeft de gebruiker de mogelijkheid om beweging te zoeken in bepaalde gedeelten, b.v. een parkeerplaats. Dit in tegenstelling tot "Event Search waar beweging wordt getoond van overal op het scherm. Om naar beweging te zoeken in een bepaald gebied: 1. Ga naar weergave door << te drukken en zoek de geschikte tijd, of, Druk en hou > ingedrukt en voer de tijd in en duw >. 2. Hou de Event key ingedrukt, dan verschijnt volgend scherm:
Activity Search Camera XX Activity grid
Setup
Press to begin reverse search Press to begin forward search
3. Het huidige camera nummer is weergegeven ,voor een andere camera selecteer de juiste camera knop. 4. Selecteer de "Activity grid setup option" om de plaats te bepalen waar men op beweging wil zoeken. Volg de on-screen instructies. 5. Eens men deze plaatsen heeft geselecteerd, duw << of >> om het zoeken te starten vanaf het tijdstip op het scherm naar voren of naar achteren. 6. Wanneer er beweging wordt gedetecteerd op de gevraagde plaats zal de Digital Sprite 2 dit weergeven vanaf 5 seconden voor de beweging. 7. Het system blijft in weergave, duw en hou << of >> voor de volgende beweging. 8. Om de "Activity search" te verlaten druk op mode toets.
www.dedicatedmicros.com MI-A-DS2/E1-0 Dedicated Micros, May 2002
Gebruik van de afstandsbediening De afstandsbediening werkt op dezelfde manier als het front paneel, zie de gebruikerskaart voor meer details. Om de afstandsbediening te gebruiken moet 'IR receiver' aan staan in de ‘System Options’ menu pagina. De afstandsbediening geeft de volgende functies: UNIT SELECT MODE HOLD SPOT EVENT GOTO 1 –16 Õ×Ø
Druk ‘UNIT SELECT’ vervolgens de camera toets om van unit te veranderen. Spot mode aan of uitschakelen. Terugkeer naar "Live" vanuit weergave. Bevriezen_beeld_aan_of_uit. Spot mode aan of uit ,selecteer de werking van de spot monitor. Druk om Event log te selecteren. Druk om de "Goto time" optie te selecteren. Camera selectie toetsen. Cursorcontrole in de menus of in zoom mode.
Nota: De afstandsbediening kan geen videoswitcher bedienen switcher wanneer er verschillende units samen verbonden zijn, alleen het afstandsklavier heeft deze mogelijkheid.
Nota's bij gebruik van de IR afstandsbediening Bij gebruik van meerdere Digital Sprites verbonden met 485-bus mag er enkel 1 van deze units actief zijn voor de "IR receiver". De optie om de IR ontvanger uit te schakelen vindt men in de "System Options menu" pagina.
www.dedicatedmicros.com MI-A-DS2/E1-0 Dedicated Micros, May 2002
Filteren van de “event” lijst De “event” lijst kan worden gefilterd d.m.v. tijd, datum, type alarm, evenementen status of camera. Om deze filter uit te voeren :
Weergeven van beelden vanaf de harde schijf Weergave • • • •
Voor weergave druk << om terug te gaan naar de gewenste locatie en druk dan >. In weergave druk << of >> om terug te zoeken vlug vooruit of achteruit, meerdere keren drukken om sneller terug te zoeken. Druk II om het huidig beeld te stoppen. Als men nu drukt op << of >> gaat men beeld voor beeld voor of achteruit. Druk > om terug te keren naar weergave mode.
• • • •
Druk en hou de event toets ingedrukt om het filter menu te laten te verschijnen. Gebruik de cursor toetsen om bewegingen in het menu uit te voeren. Gebruik de cursor toetsen om zaken aan te clicken of om tijd en datum te wijzigen Druk event om hetresultaat te bekijken.
Tip: Aangeraden wordt om de filtering te gebruiken wanneer men evenementen wil zien gedurende een tijdspanne van enkele dagen.
Tijdselectie Druk en hou >(goto) voor een weergave via een specifieke tijd en datum. Voeg de benodigde tijd en datum in m.b.v. de cursor toetsen en druk >. Tip: De beelden vernieuwen zich automatisch op de achtergrond wanneer de tijd en datum wordt aangepast.
Event type ( type evenement)
Weergave verlaten
Selecteer of men alarmen, beweging of systeem alarmen( paniek, tijd/datum veranderingen, spanning uit/aan) wil zoeken.
Druk de mode toets om de weergave te verlaten, de weergave LED zal doven.
Event state ( evenementen status)
Gebruik van de “Event” lijst.
Selecteer of het evenement moet bekeken worden wanneer het actief werd (on) of eindigde (off) of beide.
Alarmen en bewegings evenementen worden opgeslagen in een “event” lijst om ze gemakkelijk terug te vinden. Elk evenement bevat zijn type (alarm of beweging) , zijn camera titel , tijd en datum. Om een evenement terug te bekijken in de “event” lijst”: • • • •
Druk event om de lijst weer te geven Gebruik de cursor toetsen om een evenement te selecteren Druk > om het evenement in vol beeld te bekijken Druk mode om de “event” lijst te verlaten.
Tip : Gebruik << en >> om van pagina te veranderen in de “event”lijst.
Filter from (Filter vanaf) Selecteer de tijd en datum van het eerste evenement dat getoond moet worden. Als er geen evenement is op de aangegeven tijd zal de dichtbijzijnde weergegeven worden.
Filter to ( Filter tot) Selecteer de tijd en datum van het laatste evenement dat getoond moet worden. Als er geen evenement is op de aangegeven tijd zal de dichtbijzijnde weergegeven worden.
Time now (huidige tijd) Bij gebruik van “time now” zal “filter to” naar de huidige tijd en datum veranderen.
Camera select ( selecteer camera) Gebruik de camera toetsen om aan te duiden welke camera’s in de selectie worden opgenomen. In het voorbeeld bovenaan worden camera’s 1 to 3 geselecteerd.
Bekijken van één camera tegelijkertijd
Copiëren van beelden op CD
Vol beeld Een camera toets indrukken en het vol beeld van deze camera zal verschijnen Inzoemen van een beeld Druk op dezelde camera toets om zoem-in uit- en aan te schakelen. Als de zoem-in aan staat kan men de cursor toetsen gebruiken om in het beeld rond te gaan. Vasthouden van een beeld Druk 2 maal op dezelfde camera of druk op Hold op het afstandsklavier om het vasthouden van het beeld aan of uit te schakelen.
Om beelden naar een externe CD schrijver te copiëren ( wanneer aangesloten): 1. 2.
Zet een blanko CDR or geformateerde CD-RW in de Cd schrijver. Druk en hou de “copy” toets ingedrukt om hetvolgende scherm weer te geven.
3. 4.
Gebruik de cursor keys om het begin- en eindtijdstip van copiëren te veranderen. Druk op de menu toets op hetvolgende menu te laten te verschijnen:
Bekijken van meerdere camera’s Beeld in beeld Druk op de PIP-toets om te wisselen tussen het hoofdbeeld en het PIP-beeld. Hou de PIP-toets ingedrukt om het scherm te bewerken; gebruik < ∧ ∨ > om het segment te kiezen en druk dan op de gewenste cameratoets om dat segment te vullen. Druk op menu om te stoppen. Quad Druk op de QUAD-toets om over te schakelen naar quad-weergave. Hou de QUAD-toets ingedrukt om het scherm te bewerken; gebruik < ∧ ∨ > om het segment te kiezen en druk dan op de gewenste cameratoets om dat segment te vullen. Druk op menu om te stoppen. Multischerm Druk op de multiscreen-toets om te wisselen tussen 9-wegs-, 8+2, 12+1* en 16-wegsweergave. Hou de multiscreen-toets ingedrukt om het scherm te bewerken; gebruik < ∧ ∨ > om het segment te kiezen en druk dan op de gewenste cameratoets om dat segment te vullen. Druk op menu om te stoppen. *enkel voor 16-kanaalsmodel Camera's in een reeks zetten Reeks Druk op de reekstoets om de hoofdmonitor-reeks aan of uit te zetten. Hou de reekstoets ingedrukt om de reeks te bewerken. Gebruik de cameratoetsen om camera's toe te voegen of te verwijderen uit de reeks. Druk op menu om te stoppen. N.B.: de spotmonitor-reeks kan enkel worden geactiveerd of bewerkt in de spotmodus. Camera's op de spotmonitor bekijken Druk op de mode-toets of spot-toets op het netwerktoetsenbord om de spotmodus in te schakelen, zoals aangegeven op de hoofdmonitor en het LED op het voorpaneel. Druk op een cameratoets om die camera weer te geven op de spotmonitor of druk “sequence” om een reeksvan camera’s na elkaar te verkrijgen. Druk en hou de “sequence” toets ingedrukt om de spot reeks te veranderen. Druk op menu om te stoppen.
Om beelden to te voegen op de CD: 1. 2. 3. 4. 5.
Selecteer “add text” en druk menu om de getoonde tijd aan de lijst toe te voegen. Het kan wenselijk zijn om meer beelden op de CDR toe te voegen als hij niet vol is. Om meer beelden toe te voegen op de lijst druk << om terug te keren naar de “copy Images” mode. Wanneer alle nodige beelden toegevoegd zijn op de lijst, selecteer dan “Create CD” en druk de menu toets om de CD te schrijven. Als de CD klaar is met schrijven zal die worden uitgeworpen. De CD kan weer worden ingevoerd om te verifiëren met de “Verify CD” optie. Druk en hou de menu toets ingedrukt om de CDR Archivering te verlaten.