Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Asser Roeiclub ARC
April 2008
1. INLEIDING De Skiff 1e Nivo cursus is het eerste contact van aspirant leden met de roeisport en de ARC. Een goede opvang is uiteraard bepalend voor hun uiteindelijke enthousiasme en de beslissing om lid te worden. De ARC vraagt een financiële vergoeding en wil daarvoor graag een leuke en kwalitatief goede cursus bieden. Na de cursus heeft het aspirant lid de keuze om volwaardig lid worden en het Skiff 1e Nivo examen afleggen. De Skiff 1e Nivo cursus bestaat uit tien lessen. Het is belangrijk om de vaart in de cursus te houden zodat het roeien uitdagend blijft en een aspirant lid snel voldoende roeiniveau heeft om een plaats in de vereniging te vinden. In de praktijk blijken doordeweekse avonden het meest populair om instructie te geven. Een geschikte lesduur is ongeveer een uur. Iedere aspirant krijgt in principe een vaste instructeur toegewezen. Ervaren instructeurs kunnen twee e aspiranten tegelijk opleiden. Er wordt door de Skiff 1 Nivo coördinator een indeling van aspiranten en instructeurs gemaakt die individuele wensen zo veel mogelijk honoreert. Het blijkt het meest praktisch dat instructeurs en hun leerling afzonderlijk de lestijden afspreken. Het kan echter ook leuk zijn om met een aantal instructeurs een vaste roeitijd aan te houden zodat aspirant leden met elkaar in contact komen. Een Skiff 1e Nivo instructeur hoeft beslist geen ervaren coach zijn. Het blijkt voor minder ervaren roeiers vaak heel leerzaam om instructie te geven, om zodoende het roeien eens van een andere kant te bekijken. In principe zou elk ARC lid in staat moeten zijn een skiff 1e nivo leerling op te leiden. Als ondersteuning is naast deze handleiding de volgende informatie op de ARC website te vinden (www.asserroeiclub.nl) ga naar roeitechniek en coaching: - Roei-instructie: KNRB stappenplan Exameneisen en Bevoegdheden - Lezingenarchief: Basis Roeitechniek Basisprincipes Instructie en Coaching’. - Skiff 1e Nivo Lesmateriaal: Skiff-A Begrippenlijst ARC Handleiding voor Veilig Roeien ARC Vaarreglement ARC Roeiverboden Als begeleiding voor beginnende instructeurs wordt jaarlijks een instructieavond georganiseerd aan het begin van het instructieseizoen. Tevens zijn instructiebegeleiders beschikbaar om instructeurs te helpen als er problemen zijn tijdens de lessen. De skiff als instructieboot De skiff is gekozen als instructieboot vanwege het goede bootgevoel dat hierin aangeleerd wordt. De instructeur moet zich goed bewust zijn van de specifieke technische aanpak die het leren roeien in de skiff vereist. In het hoofdstuk "Aanleren van de Roeitechniek" staan een aantal belangrijke aandachtspunten. De skiff is een wankel bootje dat heel direct reageert op elke beweging van de roeier. Bij het roeien moet een nieuw balansgevoel ontwikkeld worden, omdat het balanceren niet met het lichaamsgewicht, maar met de riemen (dus met de handen) gebeurt. De roeier voelt de reacties van de boot en merkt onmiddellijk of zijn reacties goed zijn of niet. Door bij iedere handeling onbewust te registreren hoe de boot reageert, leert de roeier vanzelf de juiste bewegingen aan. In uitzonderlijke gevallen is het aan te bevelen om de skiff (tijdelijk) te vervangen door een C1X of wherry. Voor zware mensen kan het overeind houden van een skiff in eerste instantie moeilijk blijken, omdat de bladen te weinig drijfvermogen hebben. Angstige mensen kunnen krampachtig in de boot zitten, waardoor ze weinig leren. Een keertje varen in een C1X kan dan goed zijn voor het zelfvertrouwen.
2
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Gebruik van de ergometer De ergometer kan goed worden gebruikt om de roeibeweging voor te doen en te oefenen met de correcte volgorde van benen/rug/armen tijdens de haal en recover. Met behulp van de in de ergometerruimte aanwezige camera kan een leerling zelf zijn roeibeweging bekijken. Het balansgevoel is natuurlijk volledig afwezig dus het is niet aan te bevelen te veel tijd op de ergometer te besteden. Opbouw van de cursus De cursus bestaat uit tien lessen. Het is aan te bevelen om de eerste paar weken twee lessen per week te geven. Doelen van de introductiecursus zijn: 1. Enthousiasme opwekken voor de roeisport en de ARC. 2. Correcte basis leggen voor de roeitechniek. 3. Veilig en ontspannen leren roeien in een skiff. 4. Gemakkelijk leren manoeuvreren. 5. Verantwoord met het materiaal leren omgaan. Het accent ligt in eerste instantie op het balans houden met behulp van de riemen. Er is veel aandacht voor het vasthouden en het draaien van de riemen. Vervolgens zijn er balansoefeningen om te leren hoe de riemen moeten worden gebruikt om niet om te vallen. Hierna volgt het oefenen van roeien met één riem, waarbij de ene hand zorgt voor de balans en met de andere geroeid wordt (veilig boord roeien). Pas als dit zonder problemen gaat kan er met twee riemen geroeid worden. Er wordt begonnen met vaste bank en vervolgens kan er steeds verder worden opgereden. Het bewust aandrijven van de boot met gebruik van de benen is het uiteindelijk doel. Een aspirant moet naast de roeitechniek gedurende de cursus een aantal vaardigheden, zoals bijvoorbeeld aanleggen en slippen, aanleren. Tevens komen veiligheid en materiaalkennis aan bod. De bijlage ‘Exameneisen en Bevoegdheden’ bevat een opsomming van de eisen voor het Skiff 1e nivo examen. De bijlage ‘Basisprincipes Instructie en Coaching’ bevat een aantal praktische instructieaanwijzingen. Veiligheid Aspirant leden hebben bij aanmelding verklaard dat ze kunnen zwemmen maar dit moet voor aanvang van de eerste les voor de zekerheid nog een keer geverifieerd worden. In geval van twijfel moet niet aan de cursus begonnen worden en dient de instructeur contact op te nemen met de roeicommissaris. Als de roeiomstandigheden te slecht zijn door harde wind is het beter een les uit te stellen of de ergometer te gebruiken. Instructie vindt plaats bij het vlot tussen het Deurzerdiepje en de Loonerbrug. De kans op omslaan is altijd aanwezig en de instructeur moet dus voortdurend zijn pupil in de gaten houden. Zorg er voor dat: - de leerling niet te veel kleding draagt (geen regenpak, dikke jas, etc.) - de riempjes van het voetenbord niet te strak zitten. - er een reddingstonnetje met reddingsklosje op het vlot ligt. Het is belangrijk dat de leerling tijdens de lesperiode altijd droge kleren en een handdoek bij zich heeft.
3
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
2. AANLEREN VAN DE ROEITECHNIEK Ontspanning is hét kernwoord bij het aanleren van de roeitechniek. De leerling moet het ‘roeigevoel’ ontwikkelen dat hoort bij de correcte uitvoering van de roeibeweging. Omdat de boot voornamelijk met de riemen wordt gecontroleerd is ontspanning van handen en polsen het allerbelangrijkst. De juiste uitvoering van de roeibeweging wordt beschreven in de bijlage ‘Basis Roeitechniek’. Omslaan Het is goed om de roeier er van tevoren op te wijzen dat omslaan tijdens de instructieperiode mogelijk, of misschien wel waarschijnlijk is. Leg de roeier voordat hij de boot instapt uit hoe te handelen bij omslaan. In principe moet hij met de boot naar de kant zwemmen. De boot kan eventueel achtergelaten worden als het water koud is en het te lang duurt om hem naar de kant te duwen. Maak er verder niet een al te groot punt van om onnodige stress te voorkomen. De kans op omslaan kan met de volgende aanwijzingen vooraf sterk verkleind worden: - De riemen mogen nooit losgelaten worden. Een beginnende roeier is bij onbalans namelijk geneigd de riemen los te laten om de boordrand vast te pakken. - De handen mogen in het begin nooit langs het lichaam komen. Zet het voetenbord daarom de eerste lessen ver naar achteren, zodat in de uittikhouding de duimen bijna tegen elkaar komen. Uitgangshouding Het is noodzakelijk om allereerst de veilige uitgangshouding uit te leggen. Hierbij zit de roeier rechtop, zijn de armen en benen gestrekt, handen bij elkaar (links boven rechts) en de bladen plat op het water. Als er tijdens de les iets mis dreigt te gaan is het roepen van ‘uitgangshouding’ (of ‘handen bij elkaar’) vaak voldoende om een nat pak te voorkomen. Vasthouden van de riemen tijdens de haal Ontspanning van de handen en polsen is essentieel om blessures te voorkomen. Het ontspannen en losjes vasthouden van de hendels tijdens de haal is nodig om de riem de juiste stand in de dol (en daarmee in het water) te laten vinden. Door de riem losjes te draaien komt het manchet vanzelf correct tegen de dol aan te liggen. Wordt er in de hendels geknepen dan krijgt de riem hier de kans niet toe met (meestal) diepen als gevolg. Ook de diepte van het blad in het water wordt door krampachtig vasthouden beïnvloed. Als er geen verticale kracht op de riem wordt uitgeoefend, drijft deze vanzelf op de juiste diepte in het water. Het vasthouden van de riemen tijdens de haal: - Hand, pols en onderarm staan in een rechte lijn (de pols is niet omhoog geknikt). - Duim op het uiteinde van de hendel. - Niet knijpen met de vingers, alleen de twee laatste vingerkootjes gebruiken als een haak. Als de riemen elkaar kruisen: - Handen dicht bij elkaar - De linker hand boven de rechter hand. - De rechterhand iets dichter bij het lichaam dan de linkerhand. Clippen van de riemen Beginnende roeiers hebben vaak de neiging om tijdens het clippen van de riemen na de uittik de grip op de hendels te verpakken in plaats van de polsen te buigen. Dit heeft tot gevolg dat bij de volgende haal de polsen niet meer recht zijn maar gebogen. Deze fout moet onmiddellijk gecorrigeerd worden want hij leidt onherroepelijk tot blessures. Laat de roeier meteen stoppen met roeien. Zet hem in de uitgangshouding en zorg dat de hendels weer correct worden vastgehouden. Dan opnieuw beginnen met roeien.
4
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Balans Problemen met de balans worden veroorzaakt door verkeerde bewegingen van de roeier. De instructeur kan het aanleren van de juiste bewegingen versnellen door de roeier te wijzen op verkeerde reflexen en door oorzaken van onbalans met oefeningen op te lossen. De roeier leert dan sneller de boot te beheersen. Onbalans wordt vaak veroorzaakt door de volgende fouten: - Als een blad tijdens de haal diep onder water verdwijnt komt dat bijna altijd doordat de riem niet ver genoeg verticaal gedraaid wordt. Laat de roeier met één riem roeiend voelen hoe de riem door het water gaat, als de riem te ver, te weinig en goed gedraaid is. - Als beide bladen tijdens het halen te diep onder water verdwijnen kan het zijn dat beide bladen niet goed verticaal gedraaid worden. Een andere oorzaak is dat de roeier beide handen te hoog optilt. Zet de roeier in de uitgangshouding met de bladen verticaal in het water. Laat de riemen heel losjes vast houden en de handen bijna van de hendels tillen. De bladen drijven nu los in het water en dit is dus de correcte hoogte. Laat nu de hendels wat optillen waardoor de bladen onder water worden getrokken. De roeier kan nu voelen dat de balans daardoor slechter wordt. Een vergelijkbaar gevoel van onbalans ontstaat als de hendels omlaag gedrukt worden. Laat vervolgens heel rustig lichte halen maken, waarbij de roeier de bladen op de juiste hoogte moet laten drijven. - Sommige roeiers drukken de handen tijdens de recover diep de boot in. De bladen komen dan ver van het water en de boot is daardoor moeilijk te controleren. Laat de roeiers de eerste tijd altijd slifferen waarbij de bladen voortdurend contact houden met het water. Er hoeft nog geen verticale uittik gemaakt te worden en de handen moeten ongeveer op de zelfde hoogte als tijdens de haal naar de uitgangshouding terug geduwd worden. Vlotte leerlingen kunnen tegen het einde van de cursus beginnen met watervrij roeien en de bladen in de recover een klein stukje van het water proberen te houden. - Let er op dat de roeier de handen voortdurend vlak bij elkaar houdt. Als de handen (in verticale richting) uit elkaar bewegen komt de boot per definitie scheef te liggen. Laat de roeier even stil liggen en voelen hoe de boot reageert als de handen uit elkaar bewogen worden. De roeier moet zelf leren herkennen dat hij de balans verstoort wanneer hij de handen uit elkaar te beweegt. Druk zetten tijdens de haal Effectief druk zetten tijdens de haal leren veel roeiers niet vanzelf. De belangrijkste problemen zijn dat de roeier te voorzichtig is en niet voldoende kracht met de benen durft te zetten of dat aan het begin van de haal druk gepakt wordt met de armen en/of rug in plaats van met de benen. Laat de roeier stilliggen in de intikhouding een stukje opgereden met de armen gestrekt en de bladen goed verticaal. Laat een haal maken door alleen met de benen te duwen. Benadruk het opvoeren van de kracht met de benen, het lang gestrekt houden van de armen en het ingebogen houden van de rug (aanzwellende haal). Recover Benadruk steeds de volgorde van de bewegingen in de recover: armen strekken, rug inbuigen en oprijden. Het strekken en inbuigen moeten vroeg tijdens het oprijden voltooid zijn om naduiken te voorkomen. Er moet voldoende aandacht aan het rustig oprijden gegeven worden. Vaak maken beginnende roeiers er een gewoonte van in de uittikhouding stil te blijven zitten. Laat de roeiers er meteen aan wennen om de handen zonder hapering door te bewegen van de uittik tot aan de uitgangshouding. Omkijken Het is belangrijk om de roeier meteen aan het omkijken te laten wennen. Voor het wegvaren moet eerst gekeken worden of het water vrij is en tijdens het roeien moet om de 3-5 halen omgekeken worden. Het beste kan tijdens de haal worden omgekeken omdat dat de balans het minst verstoort. Wijs de roeier er op dat het zog in het water achter de boot een goede referentie of een rechte koers gevaren wordt.
5
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
3. INVULLING VAN DE LESSEN In dit hoofdstuk staan tien lessen beschreven. Dit is slechts een indicatie want de leersnelheid verschilt sterk per individu. Houd rekening met de individuele leersnelheid, maar probeer ook bij de tragere leerlingen op schema te blijven. Als de progressie langzaam is, of bij roeitechnische problemen, is het raadzaam om een van de instructiebegeleiders of een meer ervaren instructeur om advies te vragen. e
De bijlage ‘KNRB Stappenplan Skiff 1 Nivo’ bevat aanvullende informatie voor het invullen van de lessen. De instructeur wordt verzocht het aantal gegeven lessen bij te houden op het instructieformulier dat in een klapper achter de bar bewaard wordt. Deze informatie wordt door de penningmeester en secretaris gebruikt voor administratieve doeleinden; bijvoorbeeld om te bepalen of de contributienota al gestuurd kan worden. e
De Skiff 1 Nivo cursus is hét visitekaartje van de ARC en het is uiteraard belangrijk dat de lessen soepel en in goede sfeer verlopen. De secretaris is het aanspreekpunt als er onverhoopt problemen mochten zijn tijdens de cursus. LES 1 en 2 Algemene coachaanwijzingen De leerling krijgt de eerste lessen veel nieuwe ervaringen tegelijk. Gebruik dus nog geen lastige termen zoals stuurboord en bakboord, maar hou het voorlopig bij rood/groen of linkerhand/rechterhand. De leerling heeft geen idee wat hij moet doen dus leg zeer systematisch, kort en bondig uit. In deze eerste lessen blijkt vaak al of een leerling talent heeft. Dit bepaalt uiteraard het tempo waarmee de roeibeweging aangeleerd kan worden. In de praktijk moet elke leerling aan het eind van les 2 los van het vlot zijn. Bij onzekere leerlingen kan eventueel een touw gebruikt worden om de skiff vanaf het vlot weer naar je toe te kunnen trekken. Lesstof in detail Rondleiding Maak kennis met de leerling en wissel eventueel telefoonnummers uit. Beschrijf globaal de opzet van de introductiecursus. Laat het botenhuis en de vloot zien en wijs de leerling op de kosten van het materiaal (bijvoorbeeld scullriem E250; instructieskiff E2500). Boot afschrijven en buiten brengen - Laat de leerling de boot afschrijven. - Demonstreer de beste methode om de riemen te dragen: in elke hand een riem, met de bladen naar voren en de bladtip omhoog. Een riem kan op deze wijze niet achter een tegel blijven haken en afbreken en je kan het kwetsbaarste deel blijven zien. De riemen mogen niet tegen elkaar botsen, omdat anders de lak kan beschadigen. De riemen altijd zo neerleggen dat niemand er op kan gaan staan en zeker niet tegen de muur zetten om te voorkomen dat ze omwaaien. - Laat zien hoe de boot gedragen moet worden: bij de punt en de draagbeugel tillen en vooruitlopend naar buiten dragen. Twee kinderen kunnen een boot ook elk op twee meter van de voor- en achterkant tillen. - De overslag aan de waterzijde losmaken, met een voet de rand van het vlot zoeken en dan de boot voorzichtig in het water leggen. Zorg dat de vin en de huid niet tegen het vlot stoten. - Eerst de riem aan vlotzijde in de dol plaatsen. Leg de riem bij het smalste deel (de hals) in de dol, schuif de riem naar buiten en leg de bladtip op het vlot (bolle kant boven). Leg de waterriem in de dol, maar schuif deze nog niet naar buiten. - Draai de overslag aan vlotzijde voor het instappen dicht, aan waterzijde meteen na het instappen. - Sluit de kurken en luchtkastdeksels.
6
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Instappen en uitstappen Doe het in- en uitstappen voor en leg daarbij systematisch uit wat er moet gebeuren. Leg uit dat de huid heel kwetsbaar is dat er niet op gestaan mag worden. Voordoen instappen: - Beide riemen helemaal naar buiten schuiven en met de hand aan waterzijde vastpakken. - De vlothand houdt het vlot en de rigger vast. Duw de boot wat van de kant af als het vlot hoog ligt. De boot zakt immers bij het instappen, waardoor de rigger op het vlot kan komen en de boot scheef komt te hangen. - Het bankje wat naar achteren schuiven en de watervoet voor op het plankje zetten. Breng het gewicht recht boven het plankje en zet de vlotvoet in het voetenbord. - Ga voorzichtig zitten en zet de watervoet in het voetenbord. - Niet vergeten de overslag aan waterzijde dichtdoen (dit gaat bij ervaren roeiers nog regelmatig mis). Voordoen uitstappen: - De overslag aan waterzijde opendoen. - Neem beide riemen in de waterhand. - Zet de watervoet voor op het plankje, met het bankje dicht tegen de voet. - Hou de vlotvoet in het voetenbord, zo kan je jezelf omhoog trekken. Breng het lichaamsgewicht naar voren, zodat je op twee benen kan gaan staan. - Zet daarna de vlotvoet op het vlot. - Stap tenslotte met de watervoet op de kant, de waterriem gelijktijdig intrekkend. Oefening 1. Instappen en uitstappen De leerling stapt nu een aantal keren in en uit de boot. De instructeur houdt de boot vast aan de rigger en vertelt stap voor stap wat er moet gebeuren (roeicommando: instappen gelijk…..stap 1-2-3). Mocht dit moeilijk gaan, geef de leerling dan de opdracht mee om dit thuis een aantal keren “op het droge” te oefenen. Afstellen voetenbord Normaal zijn de uitgangspunten voor het afstellen van het voetenbord: - Met de benen uitgetrapt kunnen zitten zonder de achterstop te raken en opgereden kunnen zitten zonder de voorstop te raken. - In de uittikhouding moeten, met de kragen volledig tegen de dollen gedrukt, de handen ongeveer anderhalve handbreedte uit elkaar zijn. Als de handen te dicht bij elkaar zitten moet het voetenbord naar voren toe geschoven worden. Te ver uit elkaar betekent het voetenbord naar achteren moet. In de eerste lessen moet het voetenbord wat verder naar achteren worden afgesteld om te voorkomen dat de riemen langs het lichaam kunnen komen. Balansoefeningen Leer de leerling de eerst uitgangshouding en laat hem telkens naar deze positie terugkeren. De leerling moet weten dat dit de meest stabiele houding is en dat hij bij onbalans en na oefeningen telkens deze houding moet aannemen. Zet de boot uit maar houd de achterkant vast en laat vervolgens een aantal oefeningen uitvoeren. Oefening 2. Leunen in uitgangshouding. - De uitgangshouding mag niet verlaten worden, de handen blijven bij elkaar en de bladen op het water. - Laat de leerling met de romp op en neer zwaaien, steeds met een wat grotere uitslag. - Maak de leerling er op attent hoe stabiel de boot in deze houding is.
Oefening 3. Handen uit elkaar (molentje). - Ga uit van de uitgangshouding maar laat de handen nu rustig uit elkaar en naar elkaar bewegen en rondjes om elkaar draaien. De bladen blijven op het water liggen. - Wijs de leerling er op dat hij zo met zijn handen de ligging van de boot bepaalt.
7
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Oefening 5. Overwaaien (vliegtuigje). - Druk de handen rustig naar beneden tot op de knieën. De boot komt nu scheef te liggen en steunt op een van de riemen. - Laat nu de boot, door over te hellen met het lichaam, op het andere boord vallen. De boot wordt door de andere riem opgevangen. - De leerling merkt nu hoeveel balansverstoring een blad kan opvangen.
Oefening 6. Veilig boord - Leer de leerling de Veilig Boord houding. Leg vanuit de uitgangspositie een hand op het dijbeen (of bij een hoge afstelling tegen de buik (de boot moet niet te scheef liggen). De leerling moet een beetje steunen op die riem. De andere riem kan nu vrij bewogen worden zonder de balans te beïnvloeden.
Oefening 7. Halen met één riem - Zet de leerling in de Veilig Boord houding. - Strek de haalarm en zet het blad verticaal in het water. - Laat de riem drijven en leg de hand, met een vlakke pols en de duim tegen het uiteinde, losjes op de riem. Het is essentieel om meteen de juiste houding van de hand aan te leren. - Laat de leerling de riem rustig naar zich toe halen. - Leg de het blad plat op het water en strek de arm weer voor de volgende haal. - Oefen daarna met de andere hand.
Oefening 8. Strijken met één riem. - Zet de leerling in de Veilig Boord houding. - Begin met de strijkriem bij het lichaam. - Zet het blad verticaal, met de bolle kant van je af, en duw de riem weg. - Leg, als de arm gestrekt is, het blad weer plat op het water en haal de hand weer naar het lichaam. Let op de juiste stand van de riem om het slifferen mogelijk te maken.
Oefening 9. Halen met twee riemen - Strek vanuit de uitgangshouding de handen wat verder naar voren door de romp in te buigen. Zet daarna de bladen verticaal in het water. - Haal de handen nu rustig naar het lichaam en leg de bladen weer plat op het water. Strek de handen weer naar voren, enzovoort. Let goed op dat de polsen recht blijven. - Beschrijf in het begin de bewegingen stapje voor stapje: handen naar voren... bladen verticaal... handen naar je toe trekken….. je bladen weer plat op het water……. enz. - Handen bij elkaar houden, bladen goed verticaal op de juiste diepte in het water.
Oefening 10. Rondmaken Rondmaken is een ingewikkelde procedure. Het is essentieel dat de leerling dit begrijpt voordat de boot wordt losgelaten. - Ga vanuit de uitgangspositie naar Veilig Boord positie en dan haaltjes maken met de vrije riem. - Vervolgens via de uitgangspositie naar Veilig Boord aan de ander kant en strijken met de vrije riem. - Herhalen net zo lang tot de boot rond is. - Geef duidelijke aanwijzingen.
8
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
Oefening 11. Boot loslaten Als de voorgaande oefeningen goed lukken kan de boot losgelaten worden. De leerling kan nu een stukje roeien door met twee riemen en vast bankje te halen. Blijf voortdurend duidelijke aanwijzingen geven totdat de leerling voldoende handigheid heeft om zelfstandig te oefenen. Laat de leerling niet te ver weg roeien en blijf op de wal meelopen. - Laat eerst met twee riemen, vast bankje en vaste rug halen tegen de wind in (om afdrijven tijdens de eerste, langdurige rondmaakmanoeuvre te vermijden). - Daarna rondmaken en vervolgens een aantal keren heen en weer roeien. - Zodra het roeien goed gaat mag de leerling ook de rug ook gaan gebruiken. Uitstappen en boot binnen brengen - Trek de boot naar de kant en houd de rigger vast tijdens het uitstappen. Geef duidelijk instructies. - De al ingetrokken waterriem bij de hals uit de dol tillen. De vlotriem uit de dol halen en beide riemen op een veilige plek bij het vlot neerleggen. - Zo nodig het bankje uit de boot halen. - De boot uit het water tillen en bij de loods omgekeerd op één of twee bokjes leggen. Let er op dat de bokjes stabiel staan en de boot niet kan omwaaien (als het hard waait de boot niet onbeheerd op de bokjes laten liggen). - Spoel de boot schoon met leidingwater, onder- en bovenzijde afdrogen. - Deksels van de luchtkasten openen en de overslagen dicht doen. - De droogdoek netjes ophangen, zodat die kan drogen en er geen zand in komt. - De boot voorzichtig de loods indragen en op de juiste plaats neerleggen. - De riemen van het vlot halen, afdrogen behalve de manchetten (soms vet) en op de juiste plaats in de loods hangen. LES 3 en 4 Algemene coachaanwijzingen Controle over de boot tijdens het roeien is het hoofdthema van deze lessen. Het elementaire balansgevoel is met de oefeningen van les 1 en 2 aangeleerd. Nu moet de leerling hiervan gebruik leren maken tijdens de roeibeweging door middel van veel oefenen. Met aanwijzingen van de instructeur zijn het roeien en de balans nu te verbeteren waardoor het leerproces versneld wordt. De aandacht van de instructeur moet gericht zijn op de riemen en de handen van de leerling. Lesstof in detail Herhalen - Het in- en uitbrengen van de boot zal nog niet automatisch goed gaan. Let goed op en geef nogmaals duidelijke aanwijzingen. - Voor in- en uitstappen geldt hetzelfde. Houd bij deze les dus voor de zekerheid de boot nog goed vast. - Oefen de uitgangshouding en Veilig Boord positie. - Herhaal de balansoefeningen en oefen ook het roeien met één riem en twee riemen. - Vervolgens uitzettenen en roeien met twee riemen. Oefening 12. Roeien met oprijden - Roei eerst een stukje met vaste bank. Zodra de leerling weer gewend is, kan het oprijden geoefend gaan worden. - Zet de leerling in de uitgangshouding en laat hem de handen verder naar voren duwen, eerst door in te buigen en vervolgens door een stukje het bankje naar voren te rijden (de armen blijven gestrekt). Zet nu de bladen verticaal in het water en begin rustig met de benen te duwen. - De leerling moet aan het eind van les 4 helemaal kunnen oprijden.
9
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
LES 5 Algemene coachaanwijzingen Veel blijven oefenen van de roeibeweging is het devies. De aandacht van de instructeur blijft gericht op de riemen en de handen van de leerling. Er komen een aantal specifieke vaardigheden aan bod. Lesstof in detail Oefening 13. Houden met twee riemen - Draai vanuit de uitgangshouding (armen en benen gestrekt) beide bladen langzaam verticaal. - Herhaal dit bij een steeds hogere bootsnelheid en probeer steeds harder te remmen.
Oefening 14. Strijken met twee riemen deel 1 Het probleem bij het strijken is dat de riem de neiging heeft om tijdens de recover onder water te verdwijnen. Om dit te voorkomen moet de riem mar half plat gedraaid worden. - Demonstreer eerst wat er precies gebeurt: laat de leerling steun zoeken op één riem (veilig boord). Beweeg de andere riem losjes naar voren en naar achteren. De ene kant op zal het blad blijven drijven (recover halen) maar de andere kant op verdwijnt het blad onder water (recover strijken). - Ga nu strijken met één hand. Tijdens het strijken moet de riem goed verticaal staan met de bolle kant van het blad van je af, tijdens de recover half teruggedraaid. - Oefen vervolgens het strijken met beide riemen, waarbij goed op het draaien gelet wordt. LES 6 Algemene coachaanwijzingen Veel blijven oefenen is essentieel. De instructeur moet steeds alert blijven op fouten die in de roeibeweging kunnen sluipen. De leerling moet nu een aantal roeitermen leren en er moet wat verteld worden over het materiaal zodat de leerling de belangrijkste onderdelen van de skiff en riemen kan benoemen (zie de Skiff-A Begrippenlijst). Er komen weer een aantal specifieke vaardigheden aan bod. Lesstof in detail Oefening 15. Aanleggen deel 1 Oefen eerst de volgende stappen midden op het water, daarna aan het vlot: - Laat de leerling kijken uit welke richting de wind waait. Aanleggen moet altijd tegen de wind in. - De boot moet onder een hoek van 30˚ op vier halen afstand van het vlot liggen. - Vaart maken en de boot gericht houden op de hoek van het vlot (goed omkijken). - Als de boot vlakbij het vlot is laten lopen. - De vlotriem van het water tillen want deze mag niet over het vlot schrapen. - Door geleidelijk houden met de waterriem de boegbal netjes langs het vlot sturen (goed omkijken). Oefen daarna één of twee keer aanleggen aan het vlot. Het gaat er nu nog om dat de vier stappen globaal geoefend worden, goed stuurwerk moet in de volgende lessen aangeleerd worden (vang de boot op als het mis gaat). Omkijken tijdens de haal Beginnende leerlingen hebben de neiging om voortdurend stil te gaan liggen. Voordat van hen verlangd kan worden om een wat langer stuk rechtdoor te varen, moeten ze dus eerst leren omkijken tijdens het roeien. Met een gedraaid hoofd is de balans een stuk moeilijker en omkijken kan het best tijdens de haal plaatsvinden omdat de boot dan het meest stabiel ligt.
10
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
LES 7 Algemene coachaanwijzingen Veel blijven oefenen is essentieel. De instructeur moet steeds alert blijven op fouten die in de roeibeweging kunnen sluipen. Repeteer de onderdelen van skiff en riemen. Er komen weer een aantal specifieke vaardigheden aan bod. Lesstof in detail Oefening 16. Aanleggen deel 2 De grondbeginselen zijn de vorige les geoefend. Deze les is er aandacht voor details: - Afstand (4 halen) en hoek met het vlot, eventueel aanpassen aan de wind. - Het vlot moet voortdurend in de gaten gehouden worden tijdens het aanroeien. - Tijdens het roeien moet telkens bijgestuurd worden. - Er moet voldoende vaart gemaakt worden om door houden de boot te kunnen bijsturen. - Laten lopen moet op tijd gebeuren. Er moet genoeg tijd zijn om eerst de vlotriem van het water te tillen zodat riem en rigger niet tegen het vlot botsen, en daarna te gaan houden met de waterriem zodat het boegballetje niet tegen het vlot komt. - Laten lopen moet ook niet te ver voor het vlot, omdat dan de snelheid te vroeg uit de boot is. - Door goed naar het boegballetje te kijken en de sterkte van het houden aan te passen, is het boegballetje op ongeveer 10 cm langs het vlot te sturen. - Draai de vlotriem op tijd om, zodat de bolle kant niet over het vlot schuurt. - Pak beide riemen in de waterhand. De vlothand kan dan het vlot pakken.
Oefening 17. Strijken met twee riemen deel 2 De beginselen zijn de vorige les geoefend. Nu kan er tijdens het strijken ook worden opgereden: - Zorg dat er niet te ver wordt opgereden (de boot wordt dan erg instabiel). - Let op het half terug draaien van de bladen. LES 8 Algemene coachaanwijzingen Veel blijven oefenen is essentieel. De instructeur moet steeds alert blijven op fouten die in de roeibeweging kunnen sluipen. In deze les moet de instructeur de vaarverboden en veiligheidseisen bespreken (zie ARC Handleiding voor Veilig Roeien, ARC Vaarreglement en ARC Roeiverboden) Er komen weer een aantal specifieke vaardigheden aan bod. Lesstof in detail Oefening 18. Sturen tijdens het roeien Leer om tijdens het roeien te sturen en dus niet telkens stil gaan liggen en met een van de riemen halen. - Laat de leerling een zigzag koers varen van de ene naar de andere kant van het kanaal door middel van bakboord en stuurboord best roeien (meer kracht zetten met een riem en de andere minder ver doorhalen). - Laat de leerling een zigzag koers varen van de ene naar de andere kant van het kanaal door middel van afwisselend houden aan bakboord, een aantal halen roeien en dan houden aan stuurboord. Herhaal dit een aantal keer.
11
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs
LES 9 Algemene coachaanwijzingen Veel blijven oefenen van de roeibeweging is essentieel. De instructeur moet steeds alert blijven op fouten die in de roeibeweging kunnen sluipen. In deze les de vaarverboden en veiligheidseisen herhalen. Er komen een aantal specifieke vaardigheden aan bod. Lesstof in detail Oefening 19. Noodstop Noodstop is hetzelfde als houden, alleen worden de bladen in een keer verticaal in het water gezet, om de boot zo snel mogelijk stil te leggen. - Laat de leerling een noodstop maken. Herhaal dit tijdens de les een aantal keren onverwacht. Oefening 20. Slippen Let bij deze oefening goed op de veilig boord positie en geef duidelijke aanwijzingen. Doe de oefening voor het vlot, zodat bij eventueel omslaan de leerling snel naar de kant kan zwemmen. - Vanuit veilig boord positie de stuurboord of bakboordriem volledig langs het lichaam halen. - Laat de leerling een paar keer slippen, zowel met bakboord als met stuurboord. LES 10 Algemene coachaanwijzingen De laatste les kan alles nog een keer herhaald worden. Lesstof in detail Er kan een proefexamen gedaan worden. Het kan ook leuk zijn om een stukje verder te roeien, richting het Europawegviaduct, terwijl de instructeur meefietst. Combineren met een aantal andere leerlingen voor een sessie in de C4x+ is eveneens een optie.
12
Asser Roeiclub ARC
Handleiding voor Skiff 1e Nivo Instructeurs