Handleiding voor elektrische FRIGOBLOCK-transportkoelmachines
De inhoud van deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd en moet vertrouwelijk worden behandeld. Het is uitdrukkelijk verboden om deze handleiding door te geven aan onbevoegden of geheel of gedeeltelijk te reproduceren. Bij inbreuken hiertegen is men verplicht om een schadevergoeding te betalen. De gegevens in deze editie komen overeen met de laatste stand bij het ter perse gaan. Omdat de FRIGOBLOCK-producten continu worden verbeterd, zijn in het kader van de verdere ontwikkeling wijzigingen van technische gegevens, design, bediening of uitrusting op elk moment en zonder waarschuwing mogelijk. Alle rechten voorbehouden. Nederlandse vertaling van het Duitse origineel. Eerste Nederlandse editie. Stand augustus 2013 © FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH Weidkamp 274 D-45356 Essen Tel.: +49 201 613 01 0 Fax: +49 201 613 01 48 E-mail:
[email protected] Internet: www.frigoblock.de
Inhoudsopgave
Inleiding
6
Over deze handleiding
7
Garantie en aansprakelijkheid
8
Transport en verpakking
9
Veiligheidsinstructies
10
Verklaring van de symbolen in deze handleiding
11
1. Algemene informatie over de FRIGOBLOCK-koelmachine
13
Beoogd gebruik
14
Uitschakelen in geval van nood
14
Identificatie van een FRIGOBLOCK-koelmachine
15
1.1. Inbouwpositie van de belangrijkste onderdelen
18
FRIGOBLOCK-koelmachines type FK en HK met optionele extra verdamper
18
FRIGOBLOCK-koelmachines type EK met optionele extra verdamper
18
1.2. Bevoegdheden
19
1.3. Montage en inbedrijfstelling
19
Koudemiddel, koelmachineolie en koudemiddelcircuit
20
Koudemiddel
20
Koelmachineolie
21
Koudemiddelcircuit
21
1.4. Basisinformatie over temperatuurgeregeld transport
22
Vóór het begin van de rit
22
Correct laden
22
Tijdens de aflevering
23
Na de aflevering
24
1.5. Inspectie- en onderhoudsinstructies voor de gebruiker
24
Visuele controles vóór het begin van de rit
25
Controles en onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
25
Documentatieplicht
25
1.6. Bedrijf van de FRIGOBLOCK-koelmachine
26
De FRIGOBLOCK-koelmachine inschakelen 1. Bij bedrijf via het net, een aandrijving of een CEE-contactdoos van 400 V
26
2. Bij bedrijf met een generator tijdens het rijden
28
3. Bij bedrijf met een generator in voertuigen met geprogrammeerde modules en handmatig opgedreven toerental
30
4. FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset type DS (optioneel)
31
Storingen
31
2. Bediening van FRIGOBLOCK-transportkoelmachines type FK/HK, één en meerdere compartimenten thermostatisch geregeld
33
2.1. Overzicht
34
Bedieningselementen
34
Schakelkastsymbolen
35
2.2. Bedrijf van de installatie
36
Type aandrijving
36
Snelle/langzame modus (optioneel)
36
Temperatuurinstelling hoofdcompartiment
36
Temperatuurinstelling extra compartiment
36
De koelmachine inschakelen
37
Bedrijfsstatussen
38
Ontdooien/verwarmen
39
3. Bediening van FRIGOBLOCK-transportkoelmachines type EK, één en meerdere compartimenten thermostatisch geregeld
41
3.1. Overzicht
42
Bedieningselementen
42
Schakelkastsymbolen
42
3.2. Bedrijf van de installatie
45
Type aandrijving
45
Snelle/langzame modus
45
Temperatuurinstelling alle compartimenten
45
De koelmachine inschakelen
46
Bedrijfsstatussen
47
Ontdooien/verwarmen
48
4. Bediening van de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset DS 24 NG
49
4.1. Algemene informatie over de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset
50
Gebruik
50
Veiligheidsinstructies
50
4.2. Overzicht
51
Inbouwpositie van de belangrijkste onderdelen
51
Bedieningselementen
52
Indicaties
52
4.3. Bedrijfsmodus dieselgeneratorset
53
Vóór de inbedrijfstelling
53
De dieselgeneratorset starten
54
Tijdens het bedrijf
55
De dieselmotor uitschakelen
55
Storingen
56
Technische gegevens
57
Inleiding Deze FRIGOBLOCK-koelmachine is een kwaliteitsproduct dat volgens de laatste stand der techniek is vervaardigd en voldoet aan de toepasselijke EG-richtlijnen. Het begrip koelmachine omvat de complete installatie inclusief alle extra componenten. Bewaar de bijgevoegde verklaring van overeenstemming van FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH zorgvuldig. De koelmachine is een installatie die speciaal toezicht vereist volgens de Gerätesicherheitsgesetz (Duitse wet op veiligheid van apparaten). Dat betekent dat er speciale eisen worden gesteld aan het personeel voor het bedrijf en het onderhoud. Deze handleiding en het ingevulde onderhoudsboekje van de klantenservice maken deel uit van het product. Lees deze documenten zorgvuldig vóór u de koelmachine in bedrijf stelt en bewaar ze altijd op de plaats waar de koelmachine wordt gebruikt.
Over deze handleiding Deze handleiding geeft de gebruiker informatie over de basisbediening van de koelmachine en zijn optionele componenten en bevat veiligheidsinstructies. Neem de veiligheidsinstructies in acht en leef ze in alle gevallen na. Een probleemloos, veilig en rendabel bedrijf van de koelmachine inclusief alle componenten is alleen mogelijk bij vakkundige en regelmatige onderhouds- of reparatiewerkzaamheden. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde en vakkundige FRIGOBLOCK-servicepartners. Zorg ervoor dat bij alle werkzaamheden alleen originele FRIGOBLOCK-reserveonderdelen worden gebruikt. Gedetailleerde informatie over het onderhoud, zoals onderhoudsintervallen en omvang van de onderhoudswerkzaamheden, vindt u in het onderhoudsboekje van de FRIGOBLOCK-klantenservice. Het onderhoudspersoneel moet vóór het begin van de werkzaamheden de bedienings- en de onderhoudshandleiding gelezen en begrepen hebben. Niet-naleving van de waarschuwingen kan leiden tot zware lichamelijke verwondingen en materiële schade waarvoor FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH niet aansprakelijk kan worden gesteld. Daarnaast worden in deze handleiding instructies voor transportkoeling en voor het opsporen en verhelpen van kleinere storing vermeld. Als u nog vragen hebt in verband met de koelmachine, kunt u altijd terecht bij uw FRIGOBLOCK-servicepartner of bij uw contactpersoon bij FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH via het centrale telefoonnummer +49 201 613 01 0 of het e-mailadres
[email protected].
Garantie en aansprakelijkheid De overeengekomen garantieperiode vindt u op de orderbevestiging.
FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van • oneigenlijk gebruik • reparaties die niet vakkundig of door niet overeenkomstig opgeleid personeel zijn uitgevoerd. Aansprakelijkheid tegenover derden is eveneens uitgesloten. Een garantieclaim is alleen geldig als de exploitant van de koelmachine kan bewijzen dat tijdens de garantieperiode onderhoud correct volgens het onderhoudsschema werd uitgevoerd door onze servicepartners. Bij niet-naleving van de onderhoudsintervallen en niet correct uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden vervalt iedere garantieclaim. Wijzigingen en/of verbouwingen aan de koelmachine zijn niet toegestaan en stellen FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH vrij van elke garantie. Meer details over de onze garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden vindt u in onze algemene leverings- en betalingsvoorwaarden.
Transport en verpakking Let bij de aflevering op schade aan de verpakking. Zichtbare schade dient op de leveringsdocumenten vermeld en direct aan FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH gemeld te worden. De onderdelen van de FRIGOBLOCK-koelmachine moeten in een droge omgeving en in de originele verpakking worden opgeslagen. Om transportschade te voorkomen, zijn onderdelen die niet gestapeld mogen worden, gekenmerkt met een kegel ‘Niet stapelen’. Let bij het transport op de zwaartepuntmarkering en alle andere stickers met instructies op de verpakkingen. Het verpakkingsmateriaal moet volgens de voorschriften met het afval worden verwijderd.
Zwaartepunt van de verpakking.
Pijlen geven de bovenkant van de verpakking aan. De goederen zijn breekbaar. De goederen moeten droog worden bewaard. Kegel ‘Niet stapelen’.
Voorzichtig! Breekbaar!
De pallet mag niet worden belast.
Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies zijn aanduidingen in verband met het product die dienen om risico‘s te voorkomen. Veiligheidsinstructies moeten strikt in acht worden genomen. De FRIGOBLOCK-koelmachine voldoet aan de laatste stand der techniek en is bedrijfsveilig. Bij de koelmachine kunnen zich restgevaren voordoen, als deze door niet-opgeleid personeel incorrect wordt gebruikt en bediend. Iedere persoon die belast is met de montage, de inbedrijfstelling het onderhoud, de reparatie of de bediening van de koelmachine, moet de handleiding en vooral de veiligheidsinstructies gelezen en begrepen hebben. De FRIGOBLOCK-koelmachine mag alleen door gekwalificeerd personeel en uitsluitend volgens de technische gegevens en met inachtneming van de vermelde veiligheidsinstructies en voorschriften gebruikt en bediend worden. Gekwalificeerd personeel zijn personen die vertrouwd zijn met het bedrijf van de FRIGOBLOCK-koelmachine en voor hun taken over de juiste kwalificaties beschikken. Een aantal van de bedieningselementen die in deze handleiding worden beschreven, kunnen volgens de wensen van de klant op verschillende plekken op de carrosserie worden geplaatst. Vóór u de FRIGOBLOCK-koelmachine gebruikt, dient u vertrouwd te zijn met de inbouwpositie van deze elementen (zie hiervoor ook het hoofdstuk ‘Inbouwpositie van de belangrijkste onderdelen’.) Voor het bedrijf moeten de relevante wets- en veiligheidsvoorschriften alsook de inhoud van de handleiding in acht worden genomen. Zorg ervoor dat iedere persoon die de FRIGOBLOCK-koelmachine bedient, • veiligheidsinstructies volgens BGR 500 (Duitse voorschriften voor het bedienen van koelinstallaties, warmtepompen en koelinrichtingen) en de Betriebssicherheits verord nung (Duitse wet op bedrijfsveiligheid) en een bedieningsopleiding op basis van de handleiding heeft gekregen; • deze handleiding zorgvuldig gelezen en begrepen heeft. FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH biedt in het kader van de levering van voertuigen opleidingen voor het bedieningspersoneel. Neem de relevante landspecifieke voorschriften in acht.
10
Definitie van potentiële risico’s: 1. Het begrip GEVAAR wijst op een direct gevaarlijke situatie die – als de veiligheids instructies niet worden nageleefd – de dood of zware letsels als gevolg zal hebben. 2. Het begrip WAARSCHUWING wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die – als de veiligheidsinstructies niet worden nageleefd – de dood of zware letsels als gevolg kan hebben. 3. Het begrip LET OP wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die – als de veiligheids- instructies niet worden nageleefd – materiële schade of lichte en middelzware letsels als gevolg kan hebben. In de loop van de handleiding wordt op mogelijke restgevaren en de gevolgen ervan gewezen.
Verklaring van de symbolen in deze handleiding Gevarenpictogram ontploffingsgevaar: Ontploffingsgevaar door schokken, wrijving, vonkontwikkeling, vuur of hitte-inwerking Gevarenpictogram licht ontvlambaar: Stoffen branden en vormen samen met lucht ontplofbare mengsels Gevarenpictogram schadelijk voor de gezondheid In grotere hoeveelheden leiden de stoffen tot gezondheidsschade of de dood Gevarenpictogram gevaarlijk voor het milieu: Stoffen zijn toxisch voor in het water of de bodem levende organismen en kunnen ecosystemen beschadigen Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor koude Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor hete oppervlakken Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor roterende onderdelen 11
Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor bijtende stoffen Waarschuwingspictogram: Waarschuwing voor gevaar voor vallen Waarschuwingspictogram: Ontploffingsgevaar Belangrijke opmerking! Wijst op belangrijke informatie ver het product of het gebruik van het product Persoonlijke beschermingsmiddelen: Veiligheidsschoenen dragen Persoonlijke beschermingsmiddelen: Veiligheidsbril dragen Persoonlijke beschermingsmiddelen: Handschoenen dragen Persoonlijke beschermingsmiddelen: Veiligheidshelm dragen Aanwijzingspictogram: EHBO-maatregelen Aanwijzingspictogram: Handen zorgvuldig wassen Aanwijzingspictogram: Verboden te roken Aanwijzingspictogram: Open vuur verboden
12
1. Algemene informatie over de FRIGOBLOCK-koelmachine
13
Beoogd gebruik De FRIGOBLOCK-koelmachine dient om de temperatuur van goederen te behouden tijdens transport in geïsoleerde laadruimten. FRIGOBLOCK-koelmachines worden elektrisch aangedreven via het net (aansluiting 400 V / 50 Hz, 32 A, trage zekering), een FRIGOBLOCK-generator of een FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset. De FRIGOBLOCK-generator en de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset zijn alleen toegestaan voor gebruik in combinatie met een FRIGOBLOCK-koelmachine. Elk gebruik dat daarvan afwijkt, geldt als oneigenlijk. Om een veilig bedrijf te garanderen, mag de FRIGOBLOCK-koelmachine alleen volgens de instructies in de handleiding worden gebruikt. Bij het gebruik dienen ook vereiste wetsen veiligheidsvoorschriften voor de betreffende toepassing in acht te worden genomen. Dit geldt overeenkomstig ook voor het gebruik van toebehoren. Als de FRIGOBLOCK-koelmachine in een ruimte wordt gebruikt, mag de omgevingstemperatuur van de plaats van de installatie de bedrijfslimieten van de transportkoelmachine niet overschrijden. LET OP: Veiligheidsinrichtingen van welk type ook mogen in geen geval buiten werking worden gesteld. De vermogensgegevens en bedrijfslimieten op het typeplaatje van de FRIGOBLOCK-koelmachine moeten principieel in acht worden genomen. Bedrijfslimieten van de FRIGOBLOCK-koelmachine: • omgevingstemperatuur tot +40 °C bij koudemiddel R410A en R507 • regelbereik om te koelen of te verwarmen in de koelruimte van -40 °C tot +25 °C
Uitschakelen in geval van nood • Schakel de voertuigmotor of de dieselgeneratorset (indien voorhanden) uit. • Draai de schakelaar ‘Net-0-Generator’ (afb. 1) in stand ‘0’. Daardoor wordt de FRIGOBLOCK-koelmachine spanningsloos geschakeld. Op afb. 2 worden mogelijke inbouwposities voor de schakelaar ‘Net-0-Generator’ weergegeven.
afb. 1
afb. 2 14
Identificatie van een FRIGOBLOCK-koelmachine Afhankelijk van de toepassing en de montagesituatie zijn verschillende modellen verkrijgbaar.
FK Dit type wordt boven de bestuurderscabine aan de vrachtwagen gemonteerd.
HK Bijzonder plat type voor montage op de frontzijde van aanhangwagens of opleggers.
EK Compacte condensor-koelmachine-unit met verdamper in de laadruimte. Variabele montagemogelijkheden onder de voertuigopbouw.
RE De platte verdamper wordt gebruikt als verdamper bij split-installaties (in combinatie met een EK-condensor) en als extra verdamper in voertuigen met meerdere compartimenten.
15
De uitvoering van de koelmachines en hun componenten worden bij FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH met alle relevante serienummers geregistreerd en bewaard. Voor een ondubbelzinnige identificatie van een FRIGOBLOCK-koelmachine of een component (bijv. een extra verdamper) is het FRIGOBLOCK-type en het serienummer benodigd. De technische gegevens van de FRIGOBLOCK-koelmachine worden naast het typeplaatje ook in het onderhoudsboekje van de klantenservice vermeld. Dit maakt deel uit van de documentatie bij de machine. Het typeplaatje bevindt zich aan de buitenkant op de kast van de machine. Gegevens op het typeplaatje:
1
2
4 15
3
14
4
13
5
12
6
11
7
10
8 9
1 FRIGOBLOCK-type
8 Lengte 2e V-riem
2 FRIGOBLOCK-serienummer
9 Datum volgend onder- houd / controle op lekken
3 Slagvolume van de compressor
4 Hoeveelheid koudemiddel hoofdinstallatie / extra componenten
10 Lengte 1e V-riem
11 Stroomopname 12 Nominale spanning
Maximale bedrijfsdruk / tem 5 peratuur (zuigdrukbegrenzing)
13 Maximale arbeidsdruk
6 Frequentie bij nominale capaciteit
15 Bouwjaar
14 Toegepast koudemiddel
7 Stuurspanning 12/24 volt
Meer technische gegevens en inbouwmaten worden vermeld op de afzonderlijk verkrijgbare informatiebladen per installatie. 16
SL-model Om de geluidsemissie te beperken, bijv. bij leveringen in stadscentra, kunnen de FRIGOBLOCK-koelmachines van het type FK13, FK25, HK25, HK34 en EK25 optioneel geleverd worden als SL-model (toerentalschakeling met 2 standen). Installaties in de SL-uitvoering kunnen zowel in het normale toerental (S = snel) als in een lager toerental (L = langzaam) worden gebruikt. Informatie over het geluidsvermogensniveau van de FRIGOBLOCK-koelmachine vindt u op een sticker in de machineschakelkast.
De geluidswaarden werden bepaald volgens richtlijn 2000/14/EG (richtlijn betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis).
17
1.1. Inbouwpositie van de belangrijkste onderdelen FRIGOBLOCK-koelmachines Type FK en HK met optionele extra verdamper voor meerdere compartimenten FK
HK
1
4
2
1
3
2
3
1
FRIGOBLOCK-koelmachines FK / HK met machineschakelkast
2
Extra platte verdamper type RE (inbouwpositie variabel), voor meerdere compartimenten
3
Schakelkast ‘Net-0-Generator’ (inbouwpositie variabel)
4
Afstandsbediening
FRIGOBLOCK-koelmachine EK / RE als split-installatie met optionele extra verdamper voor meerdere compartimenten type EK met externe verdampers EK / RE 3
2
1
6
5
4
1
Afstandsbediening
2
Platte split-verdamper type RE compartiment 1 (inbouwpositie variabel)
3
Extra platte verdamper type RE (inbouwpositie variabel), voor meerdere compartimenten
4
Optionele CEE-contactdoos 400 V (inbouwpositie variabel)
5 Machineschakelkast en schakelaar ‘Net-0-Generator’ (inbouwpositie variabel) 6
FRIGOBLOCK-koelmachine type EK onderbouw bij split-installaties 18
1.2. Bevoegdheden Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient u altijd contact op te nemen met een FRIGOBLOCK-servicepartner.
GEVAAR: Koudemiddelen zijn schadelijk voor de gezondheid, brandbaar en ontplofbaar. In het koudemiddelcircuit bevindt zich gas (koudemiddel) dat onder druk staat.
Het koudemiddelcircuit mag voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door bekwaam (volgens EN 13313) en door FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH erkend personeel worden geopend. Dat geldt ook voor het bijvullen van koudemiddel. De relevante voorschriften voor arbeidsveiligheid moeten worden nageleefd.
GEVAAR: Elektrische spanning kan bij onvakkundige omgang tot interne en externe brandwonden en zelfs de dood leiden. Een FRIGOBLOCK-koelmachine wordt via het net met 400 volt en via een generator met tot 690 volt aangedreven.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de FR-koelmachine en de generator mogen alleen worden uitgevoerd door personen met de juiste kwalificaties of een elektromonteur. De relevante voorschriften voor arbeidsveiligheid moeten worden nageleefd.
1.3. Montage en inbedrijfstelling De montage en inbedrijfstelling van de FRIGOBLOCK-koelmachine moet verlopen volgens de inbouwtekeningen, montage-instructies en schakelschema’s en mag alleen worden uitgevoerd door servicepersoneel dat door FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH is erkend. Alleen dan heeft men recht op garantie. Gebruik voor het transport en het tillen van de FRIGOBLOCKkoelmachine altijd de daartoe bestemde hijsogen.
FRIGOBLOCK-koelmachines van het type FK35 (afb. 1), HK en HD (afb. 2) mogen alleen met een traverse worden opgetild! Het gewicht van de FRIGOBLOCKkoel-machines vindt u op het technisch informatieblad. afb. 1
afb. 2 19
Koudemiddel, koelmachineolie en koudemiddelcircuit Draag bij het gebruik van koudemiddelen en koelmachineolie altijd de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij naleving van de normale voorzorgsmaatregelen voor de omgang met koudemiddelen en de instructies voor het gebruik ervan en voor persoonlijke beschermingsmiddelen zijn geen bijzondere gevaren bekend.
Koudemiddel Let erop dat alleen wordt gebruikgemaakt van het koudemiddel dat op het typeplaatje van de FRIGOBLOCK-koelmachine wordt vermeld. FRIGOBLOCK-transportkoelmachines worden gebruikt met krachtige koudemiddelen R410A en R507. Beide zijn niet brandbaar. GEVAAR: Koudemiddel dat zich in een gesloten ruimte verzamelt, kan de zuurstof verdringen en gevaar voor verstikking veroorzaken. Inademen van sterk geconcentreerde dampen is schadelijk voor de gezondheid en kan leiden tot hartritmestoornissen, bewusteloosheid en zelfs de dood. Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit of bij de omgang met koudemiddelen dient men altijd voor voldoende ventilatie te zorgen. WAARSCHUWING: Koudemiddelen hebben de eigenschap om onder omgevingsdruk snel te verdampen. Alles wat dan met het verdampende koudemiddel in contact komt bevriest. Dat kan tot vrieswonden en ernstige oogletsels leiden.
EHBO-maatregelen Inademen Breng de betrokken persoon uit de gevarenzone in frisse lucht. Bij misselijkheid dient men direct een arts te raadplegen. Contact met de huid Behandel de vrieswonden als brandwonden: grondig afspoelen met water, kleding NIET verwijderen (evt. gevaar voor vastplakken aan de huid). Bij brandwonden op de huid dient men direct een arts te raadplegen. Contact met de ogen: Spoel direct en continu terwijl men de ogen wijd open houdt (ten minste 15 minuten). Raadpleeg onmiddellijk een oogarts. 20
Koelmachineolie GEVAAR: Koelmachineoliën zijn gevaarlijk voor het aquatisch milieu. Olie is gevaarlijk afval en moet correct worden verwijderd. Bewijzen van verwijdering of overname moeten volgens § 25 lid 1 NachwV (Duitse wet over bewijzen van afvalverwijdering) gedurende 3 jaar worden bewaard. Afhankelijk van het type compressor en koudemiddel worden in FRIGOBLOCKkoelmachines verschillende koelmachineoliën gebruikt. Let erop dat altijd het voorgeschreven type olie wordt gebruikt. Bij naleving van de normale voorzorgsmaatregelen voor de omgang met minerale oliën en chemische producten en de instructies voor het gebruik ervan en voor persoonlijke beschermingsmiddelen zijn geen bijzondere gevaren bekend. Vermijd langdurig contact met de huid en was na het gebruik van koelmachineolie de handen zorgvuldig met water en zeep.
EHBO-maatregelen Algemene instructies Vervang kleding of schoenen die met product doordrenkt of verontreinigd zijn. Steek doeken zonder product in een kledingzak. Contact met de huid Was met overvloedig water en zeep. Inslikken Spoel de mond. Als de klachten aanhouden, dient men een arts te raadplegen. Naast de handleiding moeten voor koudemiddelen en koelmachineolie de instructies van de bijbehorende veiligheidsinformatiebladen in acht worden genomen. Die vindt u op de website van de producent of leverancier.
Koudemiddelcircuit In normaal bedrijf is het koudemiddelcircuit technisch dicht en staat het onder overdruk. De technische dichtheid is een beveiliging tegen gevaarlijke situaties. Om de technische dichtheid van het koudemiddelcircuit te behouden, moeten de onderhoudsintervallen zoals vermeld in het onderhoudsboekje van de klantenservice worden nageleefd. Als men vermoedt dat het koudemiddelcircuit lek is, dient men een FRIGOBLOCK-servicepartner te raadplegen. 21
1.4. Basisinformatie over temperatuurgeregeld transport met FRIGOBLOCK-koelmachines Vóór het begin van de rit WAARSCHUWING: Elektrische spanning kan tot interne en externe brandwonden en zelfs de dood leiden. Een FRIGOBLOCK-koelmachine wordt via een generator met tot 690 volt aangedreven. Trek de stekker uit het stopcontact! (Zie hiervoor: Bedrijf van de koelmachine, bedrijf met generator) De condensor moet vrij van vuil zijn. De verdamper in de koelruimte mag geen verpakkingsmateriaal aangezogen hebben. Beide punten beïnvloeden de werking en beperken het vermogen van de FRIGOBLOCK-koelmachine. Controleer regelmatig de complete koelruimte op lekken en schade. Schade aan de isolatie van de koelruimte leidt tot een verminderd vermogen, langere looptijden van de FRIGOBLOCK-koelmachine en dus tot een hoger energieverbruik.
Correct laden Om de temperatuur tijdens de levering te behouden, is het absoluut noodzakelijk dat de koelruimte voorgekoeld is en dat de goederen met verschillende temperaturen ruimtelijk van elkaar gescheiden worden getransporteerd. Bij het laden dient met de koelmachine uit te schakelen. De vooraf verzamelde goederen moeten in de volgorde van het uitladen worden ingeladen.
Controleer net voor het inladen of de goederen de juiste temperatuur hebben en stel de vereiste temperatuur in op de thermostaat. Het vermogen van de koelmachine is zo berekend, dat de vereiste temperatuur voor de goederen kan worden behouden.
De goederen in de koelruimte moeten door lucht kunnen worden omgeven. De terugvoer van de lucht naar de verdamper wordt verzekerd door een correct gebruik van pallets of rolwagens (ze mogen bijv. niet tot op de grond met folie worden omwikkeld). 22
Koude uitgeblazen lucht
Warme teruggevoerde lucht
Zorg voor voldoende ruimte tussen de goederen en de voorwand, het dak en de vloer. Neem de maximale laadhoogte in acht. De terugvoer van de lucht (luchtinlaat van de verdamper) mag niet worden belemmerd door verkeerd geplaatste voorwerpen zoals verpakkingen of karton. De luchtcirculatie moet zo worden georganiseerd, dat er geen kortsluiting mogelijk is tussen de luchtuitlaat en de luchtaanzuiging van de koelmachine. In de koelruimte is de lucht het transportmedium voor de warmte. Voor een constante temperatuur en dus de kwaliteit van de transportgoederen is een optimale luchtcirculatie absoluut vereist. Neem de voorschriften voor ladingzekering in acht. Let op de laadhoogte. Telescopische stangen voor ladingzekering mogen niet onder de vlakke verdamper worden aangebracht.
Tijdens de aflevering Controleer tijdens de rit regelmatig de actuele temperatuur in de koelruimte. Hoe meer de deur wordt geopend, hoe hoger de instroom van warme lucht. De afleveringen bij de klanten dient te gebeuren volgens de volgorde waarmee het voertuig werd geladen. Bij het verzamelen van de goederen en na verlaten van de koelruimte moet het strokengordijn volledig gesloten zijn. Het gordijn beperkt de uitwisseling van lucht met de omgeving, houdt de luchttemperatuur in de koelruimte constanter en voorkomt warmteverlies. Voorkom onnodig openen van de deur. Verpakkingen vormen een extra warmtebelasting en mogen daarom niet samen met de te koelen goederen worden getransporteerd. 23
Het vochtgehalte in de koelruimte wordt beïnvloed door de frequentie waarmee de deuren worden geopend en/of de hoedanigheid van de goederen. Dit leidt tot ijsvorming op het oppervlak van de verdamper en bijgevolg tot een verminderd vermogen van de FRIGOBLOCK-koelmachine. Als u ijsvorming vaststelt dient u dit te laten dooien. (Zie hiervoor: Ontdooien/verwarmen.)
Na de aflevering Reinig de koelruimte en verwijder los verpakkingsmateriaal. Warm de koelruimte ten minste eenmaal per week volledig op (zie hiervoor: Ontdooien/verwarmen).
1.5. Inspectie- en onderhoudsinstructies voor de gebruiker Om de bedrijfszekerheid en het rendabele bedrijf van de FRIGOBLOCK-koelmachine te garanderen, moeten dagelijkse controles van de koelmachine uitgevoerd en onderstaande instructies voor onderhoud nageleefd worden. Bij alle werkzaamheden moeten de voorschriften voor arbeidsveiligheid en de veiligheidsinstructies van de handleiding in acht worden genomen. WAARSCHUWING: Elektrische spanning, roterende onderdelen, hete en koude oppervlakken, valgevaar. Zorg ervoor dat er geen spanning meer aanwezig is, vóór u beschermroosters, deuren, afdekkingen en kleppen opent en werkzaamheden aan de FRIGOBLOCK-koelmachine begint. Ga als volgt te werk: • Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine uit. • Schakel de voertuigmotor en eventueel de dieselgeneratorset uit. • Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‚0’. • Indien aangesloten moet u de stroomkabel van het net loskoppelen. In de installatie bevinden zich roterende en bewegende onderdelen. Houd u zelf en gereedschappen verwijderd van draaiende onderdelen. Wacht tot de installatie volledig tot stilstand is gekomen.
Het oppervlak van een aantal onderdelen van de koelinstallatie kunnen heet (meer dan +60 °C) of koud (minder dan 0 °C) zijn. Wacht vóór het begin van de werkzaamheden tot de temperatuur genormaliseerd is.
Let bij werkzaamheden aan onderdelen op grotere hoogte op een toereikende valbeveiliging. Beschermroosters, deuren, afdekkingen en kleppen die voor onderhoudsdoeleinden geopend of verwijderd werden, dienen voor de inbedrijfstelling weer gesloten of aangebracht te worden. 24
Visuele controles vóór het begin van de rit Controleer • of de stroomkabel uitgetrokken is; • of de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in de juiste stand staat; • of de toestand van de aandrijfriemen in orde is en de riemen geen ongewone ge luiden veroorzaken of geen schade (bijv. barsten of afgebroken tanden) vertonen; • of er lekken zichtbaar zijn; • of er schroefverbindingen los zijn; • of elektrische aansluitingen aan stekkers of contactdozen los zijn.
Controles en onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker • De condensor (buiten de laadruimte) en de verdamper (in de geïsoleerde koelruimte) moeten om de 4 weken met een hogedrukreiniger worden gereinigd terwijl de FRIGOBLOCK-koelmachine is uitgeschakeld. • De straal van de reiniger mag niet te krachtig zijn en moet loodrecht op de elemen- ten worden gericht, opdat de lamellen niet gebogen worden of beschadigd raken. De temperatuur mag niet hoger zijn dan +60 °C. • Het reinigingsmiddel moet een antiroestadditief bevatten en mag niet agressief rea- geren met het metaal. • Stekkeraansluitingen en schakelkasten mogen niet met een hogedrukreiniger worden gereinigd. Ongebruikte contactdozen moeten waterdicht worden afgesloten. • Volgens de Lebensmittelhygieneverordnung (Duitse wet op levensmiddelenhygiëne) dient de koelruimte regelmatig aan de binnenkant te worden gereinigd volgens de toepasselijke voorschriften (bijv. DIN 10516). • Volgens de Chemikalien-Klimaschutzverordnung (Duitse omzetting van de EG-veror - dening 842/2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen) is de gebruiker van transportkoelmachines met gefluoreerde koudemiddelen en meer dan 3 g koude middel verplicht om de installaties eenmaal per jaar aan een lektest te onderwerpen. • Volgens EN 13486 moeten gemonteerde, in gebruik zijnde en goedgekeurde (volgens 12830 en TLMV of de Duitse wet op diepgevroren levensmiddelen) temperatuur recorders eenmaal per jaar worden gekeurd. Langere periodes van stilstand versnellen de veroudering van de afdichtingen van het koudemiddelcircuit in de FRIGOBLOCK- koelmachine. Daarom moet de FRIGOBLOCK-koelmachines ten minste eenmaal per maand kortstondig in de bedrijfsmodus ‘koelen’ worden ingeschakeld. • Als de FRIGOBLOCK-koelmachine langer dan 12 maanden stilstaat, moet de installatie door een FRIGOBLOCK-servicepartner opnieuw in bedrijf worden gesteld.
Documentatieplicht De koudemiddelen R410A en R507 dragen in geval van lekken bij tot het broeikaseffect. Rapporten over bijgevuld en/of verwijderd koudemiddel en bewijzen van de jaarlijkse lektest moeten door de gebruiker zorgvuldig bewaard en op vraag aan de controle-instanties overgelegd worden. De toepasselijke landspecifieke voorschriften dienen in acht te worden genomen. 25
1.6. Bedrijf van de FRIGOBLOCK-koelmachine GEVAAR: Elektrische spanning kan bij onvakkundige omgang tot interne en externe brandwonden en zelfs de dood leiden. FRIGOBLOCK-koelmachines worden elektrisch aangedreven. Bij gebruik van een generator kunnen spanningen tot 690 volt worden bereikt. De aandrijving van een FRIGOBLOCK-koelmachine gebeurt naar keuze via • een externe stroomaansluiting (5-polige CEE-contactdoos 32 A) met 400 V / 50 Hz; • een door de voertuigmotor aangedreven FRIGOBLOCK-generator; • een FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset.
De FRIGOBLOCK-koelmachine inschakelen 1. Bij bedrijf via het net, middels een CEE-contactdoos van 400 V Gebruik deze bedrijfsmodus altijd als een CEE-contactdoos ter beschikking is. Om een veilig en betrouwbaar bedrijf van de koelmachine via het net te garanderen, dient u de volgende aanbevelingen in acht te nemen: a) De kabel die wordt gebruikt om de installatie op het net aan te sluiten, moet vol doen aan de voorschriften die gelden op de plaats van gebruik (wij raden aan om het kabeltype H07BQ-F te gebruiken). b) De kabel moet compleet afgerold worden. c) Stroomaansluiting (5-polige CEE-contactdoos 32 A) met 400 V / 50 Hz (zekering, gra- fiek D, trage inwerkingstelling of motorveiligheidsschakelaar).
• Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘0’. • Steek de CEE-stekker in de contactdoos.
• Kies voor de schakelaar ‘Net-0-Generator’ de stand ‘Net’. 26
• Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine in met de schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’ in de machineschakelkast. • Controleer bij bedrijf via het net de elektrische draairichting van de FRIGOBLOCK koelmachine. Dat kan visueel met behulp van een vaantje op de condensor of elektrisch met behulp van een optionele fasebewaking. Visuele controle
Bij FRIGOBLOCK-koelmachines van het type FK en HK moet de lucht in de condensor worden gezogen. Het vaantje wordt tegen het beschermrooster getrokken.
Bij FRIGOBLOCK-koelmachines van het type EK moet de lucht uit de condensor worden geblazen. Het vaantje wordt van het beschermrooster weg geblazen. Elektrische controle
Bij een verkeerd draaiveld brandt op de ‘Net-0-Generator’-schakelkast het controlelampje ‘Draairichting’ en de FRIGOBLOCK-koelmachine kan niet worden ingeschakeld. 27
Als het vaantje of de controlelamp voor de draairichting een verkeerde draairichting aangeeft, gaat u als volgt te werk: • Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine uit met de schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’. • Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘0’. • Trek de CEE-stekker uit de contactdoos. Nu is de CEE-stekker spanningsloos!
• In de CEE-stekker bevinden zich twee verdraaibare pinnen (met kleur gemarkeerd). • Verdraai deze pinnen in de stekker 180° met behulp van een schroevendraaier. • Steek de CEE-stekker weer in de contactdoos. • Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘Net’. • Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine in met de schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’. • Controleer opnieuw de draairichting aan de hand van het vaantje. • FRIGOBLOCK-koelmachines die met een fasebewaking zijn uitgerust, lopen nu volgens de correcte draairichting.
• Het controlelampje ‘FRIGOBLOCK’ op de koelmachineschakelkast geeft aan dat de in- stallatie bedrijfsklaar is. • Om de FRIGOBLOCK-koelmachine bij bedrijf via het net uit te schakelen, zet u de scha- kelaar ‘FRIGOBLOCK aan’ in stand ‘Uit’.
28
2. Bij bedrijf met een generator tijdens het rijden Zet vóór het begin van de rit de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘0’ en koppel de kabel los van het net.
• Zet nu de schakelaar in stand ‘Generator’.
• Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine in met de schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’ in de machineschakelkast. • Controleer vóór u de motor van het voertuig start, of op de afstandsbediening de groene drukschakelaar ‘Generator aan’ is uitgeschakeld. • Start de voertuigmotor. • Verhoog het toerental van de motor met het gaspedaal tot op 1.200 - 1.400 rpm.
• Druk bij verhoogd toerental op de drukschakelaar ‘FRIGOBLOCK AAN/UIT’ op de afstandsbediening in de bestuurderscabine. De FRIGOBLOCK-generator en de FRIGOBLOCK-koelmachine schakelen in.
Het controlelampje ‘FRIGOBLOCK’ op de koelmachineschakelkast geeft aan dat de installatie bedrijfsklaar is. Let op: Vóór u de voertuigmotor uitschakelt, dient u eerst de koelmachine uit te schakelen met de drukschakelaar ‘FRIGOBLOCK AAN/UIT’. 29
3. Bij bedrijf met een generator in voertuigen met geprogrammeerde modules en handmatig opgedreven toerental
• Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘Generator’. Start de voertuigmotor.
• Schakel de FRIGOBLOCK in. Zolang met koelings- of verwarmingsbedrijf wordt gereden, kan de schakelaar in stand ‘AAN’ blijven.
• Indien nodig wordt het stationaire toerental automatisch opgedreven tot het toerental dat voor het type voertuig is vastgelegd.
•Drijf in neutraal de motor gedurende 5 seconden met het gaspedaal op tot het geprogrammeerde toerental (tussen 1.100 en 1.300 rpm).
• Nu wordt de FRIGOBLOCK bij opgedreven toerental automatisch via de voertuig module ingeschakeld. • Als de voertuigmotor of de FRIGOBLOCK via de schakelaar ‘FRIGOBLOCK AAN’ wordt uitgeschakeld, moet de FRIGOBLOCK volgens de bovenstaande werkwijze weer worden ingeschakeld. 30
4. FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset type DS (optioneel) Als het voertuig is uitgerust met een FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset, moet u voor de inbedrijfstelling het afzonderlijke deel in deze handleiding in acht nemen.
Storingen De FRIGOBLOCK-koelmachine schakelt vanzelf compleet uit.
Indien voorhanden brandt in bedrijf met een generator of dieselgeneratorset het optionele controlelampje ‘Overstroom’. Dat wijst op de inwerkingstelling van een motorveiligheidsschakelaar (zekering). Mogelijke montageposities van de motorveiligheidsschakelaar is in de ‘Net-0-Generator’of de motorveiligheidsschakelaarkast. Om de motorveiligheidsschakelaar weer in te schakelen, gaat u als volgt te werk: • Schakel de voertuigmotor of , indien voorhanden, de FRIGOBLOCK-dieselgenerator- set uit. • Schakel de FRIGOBLOCK-koelmachine uit met de schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’. • Zet de schakelaar ‘Net-0-Generator’ in stand ‘0’. • Indien de CEE-stekker in de contactdoos zit, trek hem dan uit. Nu is de schakelkast spanningsloos!
afb. 1
afb. 2
afb. 3
• Afhankelijk van de uitvoering van de koelmachine gaat u als volgt te werk: a) Druk op de zwarte knop van de motorveiligheidsschakelaar (onder het transpa rante membraan, afb. 1). b) Open de schakelkast en druk op de zwarte knop van de motorveiligheids schakelaar. Sluit de schakelkast (afb. 2). c) Open de schakelkast en duw de hendel van de motorveiligheidsschakelaar naar boven. Sluit de schakelkast (afb. 3). 31
• Stel de koelmachine opnieuw in werking (zie hiervoor het hoofdstuk ‘Bedrijf van de FRIGOBLOCK-koelmachine’). Als de koelmachine in bedrijf met een generator uitschakelt, controleer dan ook de FRIGOBLOCK-zekeringen F1 en F2 op het zekeringenpaneel van het voertuig. Als de motorveiligheidsschakelaars of zekeringen opnieuw in werking treden of zich een probleem voordoet dat in deze instructies niet wordt vermeld, dient u direct contact op te nemen met uw FRIGOBLOCK-servicepartner.
32
2. Bediening van FRIGOBLOCK-transportkoelmachines Serie FK/HK, één en meerdere compartimenten Regeling met mechanische thermostaat
33
2.1. Overzicht Bedieningselementen
10 1 9 8 7 6
2
5
4
3
Machineschakelkast installatie voor één compartiment 1
Stekker
6
Lamp ‘Ventilator’
2
Schakelthermostaat
7
Lamp ‘Verwarmen’
3
Knop ‘Ontdooien start’
8
Lamp ‘Koelen’
4
Schakelaar ‘FRIGOBLOCK aan’
9
Lamp ‘Bedrijfsklaar’
5
FRIGOBLOCK snel/langzaam (optioneel)
10 Bedrijfsurenteller (optioneel)
Schakelaar ‘Net-0-Generator’ 1
2
3 4
5
1
Motorveiligheidsschakelaar motorwagen
2 Motorveiligheidsschakelaar aanhanger 3
Bedieningsveld extra functies
4
Keuzeschakelaar ‘Net-0-Generator’
5
CEE-contactdoos 400 V
Afstandsbediening FRIGOBLOCK 1
2
34
1
Schakelaar ‘Aan/uit’
2
Knop ‘Ontdooien’
1
Schakelkast installatie voor meerdere compartimenten
2
1 Extra verdamper compartiment 2 aan/uit 2 Lamp ‘Insteltemperatuur diepvries’ 3 Schakelaar ‘Temperatuurinstelling’
9 3 4
8
4
Lamp ‘Koelen’
5
Lamp ‘Ventilator’
6 Lamp ‘Storing overstroom’ (optie) 7
Knop ‘Ontdooien’
8
Lamp ‘Verwarmen’
9 Lamp ‘Insteltemperatuur koeling’ 7
6
5
Dezelfde opbouw voor extra verdamper compartiment 3
Schakelkastsymbolen Koelen, weergegeven door een witte controlelamp Verwarmen, weergegeven door een gele controlelamp Selectie diepvries, weergegeven door een witte controlelamp Selectie koeling, weergegeven door een groene controlelamp FRIGOBLOCK ‘langzame modus’ FRIGOBLOCK ‘snelle modus’ Ventilator, weergegeven door een groene controlelamp Ontdooien, inschakelbaar met de knop Overspanning, weergegeven door een rode controlelamp (optioneel) Verkeerde draairichting, weergegeven door een rode controlelamp (optioneel) 35
2.2. Bedrijf van de installatie Type aandrijving Kies het gewenste type aandrijving via de keuzeschakelaar ‘Net-0-Generator’. Zie hiervoor het hoofdstuk ‘Bedrijf van de koelmachine’.
Snelle/langzame modus (optioneel)
Om de geluidsemissie te beperken, kunnen FRIGOBLOCK-koelmachines in de SL-versie met een lager toerental worden gebruikt. Hiervoor wordt de knop ‘FRIGOBLOCK snel/ langzaam’ op de machineschakelkast in stand ‘Langzaam’ gezet. Deze functie is beschikbaar in bedrijf via het net of met een generator.
Temperatuurinstelling hoofdcompartiment
Bij installaties voor één en meerdere compartimenten wordt voor de hoofdinstallatie de gewenste temperatuur ingesteld op de thermostaat in de koelmachineschakelkast. De FRIGOBLOCK-koelmachine kiest dan automatisch het koelings- of verwarmingsbedrijf en regelt de temperatuur zoals ingesteld.
Temperatuurinstelling extra compartiment
36
Bij extra verdampers voor installaties met meerdere compartimenten wordt de temperatuur geregeld door de thermostaten die in de verdampers gemonteerd zijn. De koelthermostaat of koelthermostaten bevinden zich aan de buitenkant van de RE-verdamper en zijn afgeschermd door plexiglas. De diepvriesthermostaat bevindt zich aan de binnenkant van de extra verdamper. Deze thermostaat is in de fabriek ingesteld. De instelling kan alleen door de FRIGOBLOCK-service volgens de behoeften worden gewijzigd.
De ingestelde temperaturen kunnen voor elk extra compartiment afzonderlijk worden gekozen. Hiervoor zet u de temperatuurschakelaar voor het betreffende compartiment op de schakelkast op de gewenste goederentemperatuur: FD 1 (koeltemperatuur 1), FD 2 (koeltemperatuur 2, OPTIE) of TK (diepvriestemperatuur). De controlelampen geven de ingestelde temperatuur weer.
De koelmachine inschakelen
Nadat de temperatuur is ingesteld, wordt het hoofdcompartiment ingeschakeld op de koelmachineschakelkast.
De extra verdampers worden op de schakelkast met de betreffende schakelaar ingeschakeld. 37
Bedrijfsstatussen Na het inschakelen worden de bedrijfsstatussen weergegeven met controlelampen.
Koelen
Verwarmen
Temperatuur bereikt (continu bedrijf van de ventilator)
Ontdooien (in deze bedrijfsmodus draait de ventilator niet)
38
Ontdooien/verwarmen Ontdooi de FRIGOBLOCK-koelmachine regelmatig. Tijdens het rijden dient dat meermaals per dag te gebeuren. Dat duurt ongeveer 15 minuten. In die periode mogen de koelmachine en de voertuigmotor (in bedrijf met generator) niet worden uitgeschakeld. Het ontdooien wordt gestart door op een van onderstaande ontdooiknoppen te drukken en eindigt automatisch.
Op de afstandsbediening in de bestuurderscabine
Op de schakelkast van de koelmachine of op de ‘Net-0-Generator’-schakelkast
De lege koelruimte moet minstens eenmaal per week worden verwarmd. Hiervoor dient men alle verdampers ten minste 1 h in bedrijfsmodus ‘Verwarmen’ in te schakelen. Thermostaatinstelling: +25 °C. Het verwarmen kan in bedrijf via het net of met een generator (tijdens het rijden).
39
40
3. Bediening van FRIGOBLOCK-transportkoelmachines Serie EK, één en meerdere compartimenten Regeling met mechanische thermostaat
41
3.1. Overzicht Bedieningselementen Machineschakelkast
16
17
18
11
12 13 14
1
2
3 15 4 23
5 6
22
7
21
8
20
9
19
10
Posities 15-23 extra bij bedrijf met meerdere compartimenten
Posities 1-14 bedrijf met één compartiment 1
Lamp ‘Overstroom’ (optioneel)
15 Lamp ‘Insteltemperatuur koeling 1’
2
Lamp ‘Bedrijfsklaar’
3
Lamp ‘Draairichting’ (optioneel)
16 Lamp ‘Insteltemperatuur koeling 2’
4
Knop ‘Ontdooien start’
5
Schakelaar ‘Temperatuurinstelling
compartiment 1’ 6
FRIGOBLOCK snel/langzaam (optioneel)
7
Lamp ‘Koelen’
8
Lamp ‘Ventilator’
9
Lamp ‘Verwarmen’
17 Verdamper compartiment 2 aan/uit 18 Lamp ‘Insteltemperatuur diepvries’ 19 Schakelaar ‘Verwarmen’ (optioneel) 20 Lamp ‘Koelen’ 21 Lamp ‘Ventilator’ 22 Lamp ‘Verwarmen’ 23 Schakelaar ‘Temperatuurinstelling compartiment 2’
10 Schakelaar ‘Verwarmen’ (optioneel) 11 Lamp ‘Insteltemperatuur koeling 1’ 12 Verdamper compartiment 1 aan/uit 13 Lamp ‘Insteltemperatuur koeling 2’ 14 Lamp ‘Insteltemperatuur diepvries’ 42
Afstandsbediening FRIGOBLOCK 1
2
1
Schakelaar ‘Aan/uit’
2
Knop ‘Ontdooien’
‘Net-0-Generator’-schakelkast, installatie met één compartiment 1
1 De motorveiligheidsschakelaar kan aan de buitenzijde worden bediend.
2
2 Keuzeschakelaar ‘Net-0-Generator’
‘Net-0-Generator’-schakelkast, installatie met meerdere compartimenten Om de motorveiligheidsschakelaar te bedienen, dient men de schakelkast te openen. Raadpleeg hiervoor de instructies in het hoofdstuk ‘Storingen’.
43
Schakelkastsymbolen Koelen, weergegeven door een witte controlelamp Verwarmen, weergegeven door een gele controlelamp Selectie diepvries, weergegeven door een witte controlelamp Selectie koeling, weergegeven door een groene controlelamp FRIGOBLOCK ‘langzame modus’ FRIGOBLOCK ‘snelle modus’ Ventilator, weergegeven door een groene controlelamp Ontdooien, inschakelbaar met de knop Overspanning, weergegeven door een rode controlelamp (optioneel) Verkeerde draairichting, weergegeven door een rode controlelamp (optioneel)
44
3.2. Bedrijf van de installatie Type aandrijving Kies het gewenste type aandrijving via de keuzeschakelaar ‘Net-0-Generator’. Zie hiervoor het hoofdstuk ‘Bedrijf van de koelmachine’.
Snelle/langzame modus (optioneel)
Om de geluidsemissie te beperken, kunnen FRIGOBLOCK-koelmachines in de SL-versie met een lager toerental worden gebruikt. Hiervoor wordt de knop ‘FRIGOBLOCK snel/ langzaam’ op de machineschakelkast in stand ‘Langzaam’ gezet. Deze functie is beschikbaar in bedrijf via het net of met een generator.
Temperatuurinstelling alle compartimenten
Bij installaties met één en meerdere compartimenten wordt de gewenste temperatuur ingesteld via de thermostaten die in de RE-verdamper zijn gemonteerd. De koelthermostaat of koelthermostaten bevinden zich aan de buitenkant van de RE-verdamper en zijn afgeschermd door plexiglas. De FRIGOBLOCK-koelmachine kiest dan automatisch het koelings- of verwarmingsbedrijf en regelt de temperatuur zoals ingesteld. Deze werkwijze is identiek voor alle compartimenten.
45
De diepvriesthermostaat bevindt zich aan de binnenkant van de RE-verdamper. Deze thermostaat is in de fabriek ingesteld. De instelling kan alleen door de FRIGOBLOCKservice worden gewijzigd.
De ingestelde temperaturen kunnen voor elk compartiment afzonderlijk worden gekozen. Hiervoor zet u de temperatuurschakelaar voor het betreffende compartiment op de schakelkast op de gewenste goederentemperatuur: FD 1 (koeltemperatuur 1), FD 2 (koeltemperatuur 2, OPTIE) of TK (diepvriestemperatuur). De controlelampen geven de ingestelde temperatuur weer.
De koelmachine inschakelen
Nadat de temperatuur is ingesteld, worden de FRIGOBLOCK-koelmachine en elk compartiment afzonderlijk ingeschakeld op de machineschakelkast.
46
Bedrijfsstatussen Na het inschakelen worden de bedrijfsstatussen weergegeven met controlelampen.
Koelen
Verwarmen
Temperatuur bereikt (continu bedrijf van de ventilator)
Ontdooien (in deze bedrijfsmodus draait de ventilator niet)
47
Ontdooien/verwarmen Ontdooi de FRIGOBLOCK-koelmachine regelmatig. Tijdens het rijden moet dit meermaals per dag gebeuren; dat duurt telkens ongeveer 15 min. In die periode mogen de koelmachine en de voertuigmotor (in bedrijf met generator) niet worden uitgeschakeld. Het ontdooien wordt gestart door op een van onderstaande ontdooiknoppen te drukken en eindigt automatisch.
Op de afstandsbediening in de bestuurderscabine
Op de schakelkast van de koelmachine
De lege koelruimte moet minstens eenmaal per week worden verwarmd. Hiervoor dient men alle verdampers ten minste 1 h in bedrijfsmodus ‘Verwarmen’ in te schakelen. Thermostaatinstelling: +25 °C. Het verwarmen kan in bedrijf via het net of met een generator (tijdens het rijden). 48
4. Bediening van de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset DS 24 NG
49
4.1. Algemene informatie over de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset Gebruik De FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset is uitsluitend bedoeld voor de voeding van FRIGOBLOCK-transportkoelmachines zonder netstroom. De hoofdonderdelen van de dieselgeneratorset zijn de FRIGOBLOCK-generator en de dieselmotor. Een afzonderlijke schakelkast voor de omschakeling tussen bedrijf via het net en bedrijf met de dieselgenerator met bedienings- en indicatie-elementen behoort tot de koelmachine. Gebruik de dieselgeneratorset altijd in stilstand als geen CEE-contactdoos van 400 V beschikbaar is.
Veiligheidsinstructies LET OP: De uitlaatgassen van de dieselmotor zijn schadelijk voor de gezondheid. De motor mag niet in gesloten ruimten in werking worden gesteld. Zorg voor voldoende zuurstoftoevoer bij het gebruik van de FRIGOBLOCKdieselgeneratorset. LET OP: Accuzuur geeft waterstof af. Dat is ontplofbaar en kan zware verwondingen of blindheid veroorzaken. Er mag niet worden gerookt als u de accu controleert. WAARSCHUWING: Startaccu’s bevatten een zuur dat bij ondeskundige omgang brandwonden kan veroorzaken. WAARSCHUWING: Elektrische spanning kan tot interne en externe brandwonden en zelfs de dood leiden. Een FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset genereert elektrische spanning. Bij werkzaamheden aan de dieselgeneratorset en/of in de schakelkast moeten de FRIGOBLOCK-koelmachine en de FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset uitgeschakeld en tegen weer inschakelen beveiligd worden. WAARSCHUWING: De maximale bedrijfstemperatuur in de dieselmotor wordt verzekerd door een koelmiddel onder druk. Heet koelmiddel kan bij ondeskundige omgang brandwonden veroorzaken. Open de koelerafsluiting niet terwijl de motor warm is. Als de koeler toch moet worden geopend terwijl de motor warm is, doe dat dan heel langzaam, om het drukverschil te laten verdwijnen zonder dat er koelmiddel vrijkomt. 50
WAARSCHUWING: In de installatie bevinden zich roterende en bewegende onderdelen. Houd u zelf en gereedschappen verwijderd van draaiende onderdelen. Wacht tot de installatie volledig tot stilstand is gekomen. WAARSCHUWING: De oppervlakken van onderdelen binnen en buiten de dieselgeneratorset kunnen heet (meer dan 60 °C) zijn. Wacht vóór het begin van de werkzaamheden tot de temperatuur genormaliseerd is.
4.2. Overzicht Inbouwpositie van de hoofdonderdelen (schematische weergave) Bedrijf van een FRIGOBLOCK-koelmachine met een optionele FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset 2 1
4 1
3
FRIGOBLOCK-koelmachine type HK met machineschakelkast
2 Extra platte verdamper type RE (inbouwpositie variabel), voor meerdere compartimenten 3
Schakelkast ‘Net-0-Generator’ (inbouwpositie variabel)
4
FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset (inbouwpositie variabel)
Bedieningselementen FRIGOBLOCK-dieselgeneratorset
1 2 3
7
6
4 5 51
1
Bedieningsveld
2
Stuurstroomschakelaar
3
Startknop
4
Typeplaatje
5
Brandstoftoevoer
6
Brandstofafvoer
7
Aansluitstekker
Bedieningsveld 1
2
9
3
8
4
7
5
1
Bedrijfsurenteller diesel
2
Led-indicator ‘Overtemperatuur koelwater’
3
Led-indicator ‘Laadstatus’
4
Led-indicator ‘Voorgloeien’
5
Led-indicator ‘Ventilator’
6
Knop ‘Dieselmotor start’
7
Led-indicator ‘Overtemperatuur generator’
8
Schakelaar ‘Diesel 0-1-2-3’
9
Led-indicator ‘Oliedruk’
6
Indicaties Symbool Indicatie Kleur Opmerking
Oliedruktekort Rood Motor stopt in schakelstand 2, 3
Overtemperatuur koelwater Rood
Uitval dynamo Rood Dynamo defect
Overtemperatuur generatorwikkeling Rood
Wikkelingtemperatuur ventilatormotor OK Groen Gaat uit bij overtemperatuur
Voorgloeien Geel
52
Motor stopt in schakelstand 1, 2, 3
Stuurstroom wordt uitgeschakeld
Gloeispiralen warmen op
4.3. Bedrijfsmodus dieselgeneratorset Vóór de inbedrijfstelling • Om de motor te starten, mogen geen starthulpmiddelen zoals Startpilot worden ge- bruikt. Door de vroege ontsteking van het gas-luchtmengsel onder hoge druk in de dieselmotor kan schade aan de motor worden veroorzaakt. • Gebruik alleen diesel die geschikt is voor het actuele seizoen. • Het gebruik van biodiesel of huisbrandolie als brandstof is niet goedgekeurd. • Controleer dagelijks vóór gebruik het olie- en koelwaterpeil.
Oliepeilstok Oliepeil controleren • Gebruik voor de controle van het oliepeil de oliepeilstok aan de olievuldop. • Schroef de oliepeilstok los en reinig het meetbereik. • Schroef de oliepeilstok compleet vast en weer los. • Het afgelezen oliepeil moet tussen de MIN- en MAX-markering liggen. • Het verschil tussen MIN en MAX bedraagt 4,5 liter. • Gebruik voor het bijvullen een minerale olie met viscositeit 15 W 40.
Koelmiddelpeil controleren • Controleer het koelmiddelpeil in het expansievat. • Open de koelerafsluiting terwijl de motor koud is (als de motor warm is, staat het koelsysteem onder druk). • Het koelmiddel moet zichtbaar zijn in het expansievat. • Om bij te vullen, mag men alleen gebruikmaken van een mengsel van water en origineel FRIGOBLOCK-antivriesmiddel in een verhouding van 50/50. 53
De dieselgeneratorset starten
Zet de schakelaar in stand ‘DIESEL GENSET’.
• Zet de regelschakelaar op de dieselgeneratorset in stand ‘1’. • Controleer of de lampen voor oliedruk, accu en voorgloeien branden. • Als de voorgloeilamp gedoofd is, drukt u op de startknop tot de motor draait. • Nu mag alleen nog de controlelamp voor de ventilator branden.
• Draai na een warmlooptijd van ca. 5 minuten de regelschakelaar op de generator in stand ‘2’. De compressor van de koelinstallatie start met vertraging. Als de gewenste temperatuur in de koelruimte bereikt is, schakelt de koelmachine uit en verlaagt de dieselmotor zijn toerental automatisch.
54
De dieselmotor gebruiken met geluidsbeperking
• Om de koelmachine en de dieselgeneratorset met geluidsbeperking te gebruiken, zet u de schakelaar in stand ‘3’. Dan wordt een bedrijfsmodus met beperkt motor en dus generatortoerental gestart. • De koelmachine kan in schakelaarstand ‘2’ of ‘3’ in werking worden gesteld. Instructies voor de inbedrijfstelling van de koelmachine vindt u in het desbetreffende hoofdstuk.
De dieselmotor uitschakelen
• Draai de regelschakelaar in stand ‘0’.
55
Storingen Fout
Maatregelen
V-riemspanning, -slijtage
V-riem aanspannen of vervangen*
Diesel schakelt uit in schakelaarstand ‘2’ en ‘3’ Controlelamp ‘Oliedruk’ brandt
Oliepeil controleren
Direct uitschakelen: oliepeil controleren Koelwaterpeil controleren en evt. koeler reinigen. Controleren of er zich lucht in het koelsysteem bevindt.*
Diesel schakelt uit en controlelamp ‘Koelwater’ brandt
De koelmachine is buiten werking en de controlelamp ‘Overtemperatuur generator’ brandt
Vermogensopname van de koelmachine of de generator controleren*
Filtercontrolelamp brandt
Luchtfilter reinigen of vervangen
Ventilatorcontrolelamp brandt niet tijdens het bedrijf
Ventilator controleren*
Controlelamp ‘Laadstatus’ brandt tijdens het bedrijf
V-riem van de dynamo controleren, dynamo controleren*
De koelmachine is buiten werking en de controlelamp ‘Overstroom’ op de afzonderlijke schakelkast brandt
Motorveiligheidsschakelaar in de afzonderlijke schakelkast controleren
Accu is ontladen
Start de motor bij een lege accu met een startkabel. Sluit de pluskabel aan op de klem onder de accu en de aardkabel op de minpool van de accu. Let op: accuspanning van 12 volt
Koelmachine heeft geen stuurspanning
Zekering F1 in dieselgeneratorset controleren*
Dieselgeneratorset heeft geen stuurspanning
Zekering F2 in dieselgeneratorset controleren*
De met een * gemarkeerde werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een FRIGOBLOCK-servicepartner. 56
Technische gegevens Dieselgeneratorset DS 24 NG Afmetingen
1.274 x 525 x 600 mm
Gewicht
430 kg (bedrijfsklaar)
Type dieselmotor
Yanmar 4TNV88 BNBK - watergekoeld
Cilinderinhoud
2,2 l
Aantal cilinders
4
Brandstoftoevoer
directe injectie
Hoog dieselmotortoerental
2.400 rpm = ^≙ generatortoerental 3.000 rpm
Laag dieselmotortoerental
1.600 rpm = ^≙ generatortoerental 2.000 rpm
Motorvermogen
28,8 KW bij 2.400 rpm
Uitlaatgasnorm
EG (NRMM) fase IIIA
Generatorvermogen
24,0 kVA bij hoog toerental 16,1 kVA bij laag toerental
Nominale stroom
35 A
U (V) / f (Hz) toerental hoog
400 V / 50 Hz
U (V) / f (Hz) toerental laag
266 V / 33,3 Hz
Motorolie
15 W 40
Antivriesmiddel motor (ten minste -30 °C) BASF Glysantin® Protect Plus/G48
57
Aantekeningen
58
59
SIMON Werbeagentur
FRIGOBLOCK Grosskopf GmbH Weidkamp 274 D-45356 Essen Tel.: +49 201 613 01 0 Fax: +49 201 613 01 48 E-mail:
[email protected] Internet: www.frigoblock.de
11-0217 60