Handleiding TR ON DF56.0 Modem
Allied Data TECHNOLOGIES
TRON
1
NL
TRON DF56.0
Uitsluiting van aansprakelijkheid Deze handleiding van ALLIED DATA TECHNOLOGIES B.V. (hierna als ALLIED DATA TECHNOLOGIES aangeduid) is een afspiegeling van de huidige staat van de hierin beschreven producten. Wij hebben ernaar gestreefd, een zo volledig en duidelijk mogelijke beschrijving te geven om ervoor te zorgen dat onze producten zo gemakkelijk mogelijk te bedienen zijn. De handleiding kan echter technische onjuistheden en typefouten bevatten. Als gevolg van de snelle ontwikkelingen moeten wij ons ook het recht voorbehouden technische wijzigingen en ontwikkelingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. Daarom geeft ALLIED DATA TECHNOLOGIES geen garantie op de inhoud van de handleiding en op de blijvende toepasbaarheid ervan. Evenmin is ALLIED DATA TECHNOLOGIES aansprakelijk voor eventueel verlies van informatie of enig oneigenlijk gebruik van informatie als gevolg van het raadplegen van de handleiding. ALLIED DATA TECHNOLOGIES is met name niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade (daarbij inbegrepen winstderving en vergelijkbaar verlies), voortkomend uit het gebruik of oneigenlijk gebruik van deze handleiding, zelfs niet indien ALLIED DATA TECHNOLOGIES of een vertegenwoordiger van ALLIED DATA TECHNOLOGIES erop is gewezen dat zulke schade zou kunnen ontstaan. Dit doet vanzelfsprekend geen afbreuk aan onze wettelijke aansprakelijkheid voor opzettelijk toegebrachte schade of schade op basis van grove nalatigheid. Met betrekking tot de in deze handleiding vermelde gegevens garandeert ALLIED DATA TECHNOLOGIES niet dat er geen industriële eigendomsrechten (handelsmerken, octrooien, enz.) zijn. Hetzelfde geldt voor algemeen gebruikelijke merknamen, bedrijfsnamen en productnamen, maar deze zijn onderworpen aan de betreffende handelsmerken, octrooien en geregistreerde ontwerp rechten. De informatie mag noch geheel, noch gedeeltelijk worden gekopieerd, vertaald, gereproduceerd of op enige andere wijze worden overgedragen op of opgeslagen op enig elektronisch medium of andere machine, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ALLIED DATA TECHNOLOGIES. De koop en het gebruik van software is onderworpen aan de Algemene Leverings - en Betalingsvoorwaarden alsmede aan de Licentievoorwaarden van ALLIED DATA TECHNOLOGIES. Als enige bepaling betreffende de uitsluiting van aansprakelijkheid over het gebruik om wettelijke redenen ongeldig is of wordt, heeft dit geen weerslag op de overige bepalingen.
Allied Data Technolgies bv Postbus 788 NL-3200 AS SPIJKENISSE Nederland
© 2003 Allied Data Technologies, CopperJet, Tornado, Trident, Tron, AD SL, Acecat, First and Teltron zijn geregistreerde handelsmerken van ALLIED DATA TECHNOLOGIES B.V. IBM is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corp (IBM). MNP is een geregistreerd handelsmerk van Microcom Inc.
-1-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
R&TTE Declaration of Conformity Issued according to ISO/IEC Guide 22 and EN45014 under the sole responsibility of the manufacturer We: Manufacturer’s Name:
ALLIED DATA TECHNOLOGIES B.V.
Manufacturer’s Address:
P.O. box 788 3200 AS Spijkenisse The Netherlands
hereby declare entirely on our own responsibility that the product: Product Name: TRON DF 560 to which this declaration relates is in conformity with the essential requirements and other relevant requirements of the R&TTE Directive (1999/5/EC). The product is compliant with the following standards and other normative documents: EMC:
EN 55022, Class A (1998) Limits and methods of measurement of radio disturbance characteristics of information technology equipment. EN 50024, (1998) Electromagnetic compatibility - Generic immunity standards for residential, commercial and light industry. FCC Part 15, Class A, Subpart B
Safety: EN 60950, (1992/93) Safety of information technology equipment, including electrical business equipment. UL (IEC950), Statement that the equipment has been designed and built according to IEC950 and/or the compatible edition of EN60950. Telecom:
CTR21 (1998) T11-13 (1997) Class A FCC Part 68, Sub D IC CS-03, Issue 8, Part 1
CE :
Statement of Conformance to electrical safety & EMI requirements regarding the European Directive R&TTE (1999/5/EC)
Supplementary Information: The product has been tested in a typical configuration. Technical file held by:
Allied Data Technologies B.V. R&D dept. P.O. Box 3113 7500 DC Enschede The Netherlands
Spijkenisse, 23 May, 2002 Rudi Welhuis Quality Management Authority name, function and signature
-2-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
INHOUD INLEIDING................................................................................................................................5 1 DATACOMMUNICATIE ......................................................................................................6 1.1 DATABITS , PARITEITSBITS EN SNELHEID ........................................................................6 1.2 ASCII EN DE BETEKENIS VAN DATA ...............................................................................7 1.3 FUNCTIE VAN DE MODEM ................................................................................................7 1.4 EEN VERBINDING TOT STAND BRENGEN.........................................................................8 1.5 TRANSMISSIETECHNIEKEN..............................................................................................8 1.6 ORIGINATE EN ANSWER................................................................................................10 1.7 DE MODEM IS TRANSPARANT........................................................................................10 2
INSTALLATIE VAN DE MODEM ...............................................................................11 2.1 BESCHRIJVING VAN TRON DF56.0 ............................................................................11 2.2 WAT HEEFT U NOG MEER NODIG? ................................................................................13 2.3 AANSLUITEN VAN DE TRON DF56.0...........................................................................13 2.4 OPZETTEN VAN EEN DATAVERBINDING .........................................................................14
3
MODEM COMMANDO'S..............................................................................................17 3.1 GEBRUIK VAN DE AT-COMMAND'S................................................................................17 3.2 COMMANDO MODE EN DATA MODE ...............................................................................17 3.3 OPBOUW VAN DE COMMANDOREGEL............................................................................18 3.4 OVERZICHT VAN DE AT-COMMANDO'S .........................................................................19 3.5 VERKLARING VAN DE AT-COMMANDO'S .......................................................................21
-3-
Allied Data Technologies
NL
4
TRON DF56.0
S-REGISTERS...............................................................................................................45 4.1 S-BITMAPREGISTERS ....................................................................................................45 4.2 OVERZICHT VAN DE S-REGISTERS ...............................................................................46 4.3 BESCHRIJVING VAN DE S-REGISTERS ..........................................................................47
5
SPECIALE MOGELIJKHEDEN ..................................................................................58 5.1 VOORZIENING VOOR OPTIMALE SNELHEID....................................................................58 5.2 AUTOMATISCH FLOW CONTROL ....................................................................................58 5.3 FOUTCORRECTIE EN DATACOMPRESSIE.......................................................................59 5.4 TOEGANGSCONTROLE VOOR GEBRUIKERS EN AUTOMATISCH TERUGBELLEN (DIALBACK )............................................................................................................................60 5.5 EXTERNE CONFIGURATIE (REMOTE CONFIGURATION) .................................................62 5.6 ANTWOORDEN IN DE ORIGINATE -MODE........................................................................63 5.7 MODEM SELECT (OPTIONEEL)......................................................................................64 5.8 DUAL LINE-INTERFACE (OPTIONEEL)............................................................................64 5.9 HUURLIJN GEBRUIK .......................................................................................................65
BIJLAGE A TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................67 BIJLAGE B WEBSITE VAN ALLIED DATA TECHNOLOGIES..................................70 BIJLAGE C RS232C-AANSLUITING...............................................................................71 BIJLAGE D ASCII-tabel .....................................................................................................72 BIJLAGE E ............................................................................................................................74 TREFWOORDENLIJST .......................................................................................................75
-4-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
INLEIDING In deze handleiding vindt u informatie over het werken met de DF56.0-modems. Twee modems verbinden twee computers over een grotere afstand via een telefoonlijn. Data kan worden ontvangen van of verzonden naar de andere computer. Op deze manier kan ook contact worden gemaakt met een externe database. Informatie in deze database kan worden gelezen en indien nodig ook worden ontvangen. In deze handleiding worden niet alle stappen beschreven die nodig zijn voor datacommunicatie. De reden hiervoor is dat verschillende transacties afhankelijk zijn van het gebruikte communicatieprogramma. Het doel van deze handleiding is een overzicht te geven van de mogelijkheden van de TRON DF-modems.
Voor wie is deze handleiding bedoeld? Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor zowel beginnende als ervaren gebruikers. Hoofdstuk 1 is met name interessant voor beginnende gebruikers. Dit hoofdstuk bevat algemene informatie over datacommunicatie en het gebruik van een modem. De alfabetische beschrijving van de modemopdrachten en de S-registers (hoofdstukken 3 en 4) kunnen worden gebruikt als naslagwerk door zowel beginners als meer ervaren gebruikers. Inhoud van de verschillende hoofdstukken In het eerste hoofdstuk worden de algemene principes van datacommunicatie uitgelegd. Het tweede hoofdstuk beschrijft het TRON DF-bureaumodel, de installatie en het in gebruik nemen van de modem. In hoofdstuk drie worden de verschillende modemopdrachten beschreven. In hoofdstuk vier wordt aandacht besteed aan de Sregisters. In hoofdstuk vijf, ten slotte, vindt u een opsomming van de specifieke toepassingsmogelijkheden van de TRON DF-modems. De bijlagen bevatten achtergrondinformatie over verschillende aspecten, zoals de technische specificaties en de ASCII-tabel. Uiteraard bevat de handleiding ook een trefwoordenlijst.
-5-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
De apparatuur is goedgekeurd volgens besluit 98/482/EC voor Europese enkelvoudige terminal aansluiting aan het publieke telefoon netwerk (PSTN). Vanwege minimale verschillen tussen de diverse PSTN’s in verschillende landen geeft deze goedkeurig zelf geen uitsluitende zekerheid voor een correcte verbinding met elk PSTN aansluitpunt. Bij eventuele problemen dient u eerst contact op te nemen met uw leverancier. Wij hopen dat u veel interessante verbindingen tot stand zult brengen met uw TRON DF56.0-modem.
1 DATACOMMUNICATIE Computers kunnen data (informatie) uitwisselen (communiceren) via een diskette, via de verbinding van twee seriële poorten of via een netwerk. Bij gebruik van een modem wordt de informatie uitgewisseld via de seriële poort (RS232).
1.1 Databits, pariteitsbits en snelheid De norm RS232 beschrijft hoe seriële gegevens worden verwerkt (doorgegeven). In de computer worden bits tegelijkertijd (parallel) verwerkt. Deze bits worden één voor één doorgegeven via de seriële poort. Er worden een paar extra bits meegestuurd om er zeker van te zijn dat de databits aan de ontvangende kant op de juiste manier kunnen worden geïnterpreteerd. Deze bits zijn: een startbit, de zogenaamde pariteitsbit (voor foutdetectie), en één of twee stopbits. Samen vormen deze extra bits een frame of teken. De twee frames die het meest worden gebruikt voor standaard asynchrone communicatie zijn als volgt opgebouwd: 1 startbit + 7 databits + 1 pariteitbit + 1 stopbit of 1 startbit + 8 databits + 1 stopbit Naast het frame (teken), moet ook de snelheid (de baudrate) worden ingesteld. De snelheid wordt uitgedrukt in bits per seconde (Bps) of baud. Hoewel Bps en baud niet exact hetzelfde zijn, worden deze concepten vaak door elkaar gebruikt. De aanduiding ‘Bps’ is echter altijd juist. Bij V21 is 300 Bps dus hetzelfde als 300 baud. Bij V22bis komt een verbinding van 2400 Bps echter overeen met 600 baud. De reden hiervoor is dat per modulatie (per baud) 4 bits tegelijkertijd worden verzonden.
-6-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
De mogelijke snelheden zijn: 75, 300, 600, 1200, 2400, 4800, 7200, 9600, 12000, 14400, 16800, 21600, 24000, 26400, 28800, 31200 en vanaf 33600 tot en met 56000 Bps. Wanneer de databits, pariteitsbits en snelheid aan beide kanten (verzender en ontvanger) zijn ingesteld, kan een verbinding tot stand worden gebracht. Vervolgens kunnen gegevens worden uitgewisseld.
1.2 ASCII en de betekenis van data De interpretatie van ontvangen data wordt door de meeste programma’s uitgevoerd op basis van de ASCII-tabel. In deze tabel wordt elk teken voorgesteld door een unieke bitcombinatie. Het verzenden van tekst is relatief eenvoudig als deze ASCIItabel aan beide kanten wordt gebruikt. De ASCII-tabel bevat ook stuurtekens. Dit zijn tekens die geen werkelijke tekens of leestekens voorstellen, maar opdrachten die kunnen worden gevolgd door een bepaalde actie. Een voorbeeld van een dergelijke opdracht is het ASCII-teken met het nummer 12 (Form Feed). Deze opdracht zorgt ervoor dat de printer verdergaat met de volgende pagina. Zo zijn er ook tekens die in datacommunicatie worden gebruikt om het begin van een tekstblok aan te geven dat we willen verzenden (char.2 STX: Start of text) of het einde (char.3 ETX: End of Text). Er zijn ook tekens die aan de verzender doorgeven of een tekstblok goed is ontvangen. Hiervoor worden de tekens 6 (ACK: acknowledge) en 21 (NAK: negative acknowledge) gebruikt. Het verzenden van computerprogramma’s in plaats van tekst is iets ingewikkelder. In een programma kan namelijk elke combinatie van databits voorkomen en dus ook een combinatie die een stuurteken voorstelt. Voor elke computer of elk type computer, kan de betekenis van deze combinaties verschillend zijn. Meestal is voor het uitwisselen van programma’s tussen verschillende soorten computers dan ook een conversieslag nodig bij de verzender en de ontvanger. Als een conversie wordt uitgevoerd, is het zelfs mogelijk programma’s als tekst te verzenden. Dit is bijvoorbeeld mogelijk met Prestel en Teletel.
1.3 Functie van de modem Er is uitgelegd dat computers informatie kunnen uitwisselen via de seriële poort wanneer aan beide kanten rekening wordt gehouden met een aantal afspraken. Met een directe verbinding van twee seriële poorten kan slechts een beperkte afstand (ongeveer 15 meter) worden overbrugd. Het telefoonnetwerk is de aangewezen oplossing voor het overbruggen van een grotere afstand. Het telefoonnetwerk is een bestaand infrastructuur waarmee verbindingen over de hele wereld tot stand kunnen worden gebracht. Het telefoonnetwerk is echter niet geschikt voor het verwerken van digitale signalen. Alleen analoge signalen (spraak) kunnen goed worden verwerkt.
-7-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Op het technische vlak kan dit als volgt worden opgelost: de verzender converteert (moduleert) de digitale signalen van de seriële poort naar analoge signalen die geschikt zijn voor de telefoonlijn. De ontvanger converteert (demoduleert) deze analoge signalen weer naar digitale signalen en verstuurt deze naar de eigen seriële poort. Het apparaat dat deze conversies kan uitvoeren, wordt een modem (MOdulator / DEModulator) genoemd. De functie van een modem bestaat dus uit het converteren van digitale signalen (RS232C) naar analoge signalen en vice versa. Voor communicatie via een telefoonlijn zijn echter verschillende andere afspraken noodzakelijk: 1.
Het moet mogelijk zijn automatisch een verbinding tot stand te brengen (zie paragraaf 1.4).
2.
Het analoge signaal moet voldoen aan internationale afspraken (zie paragraaf 1.5).
1.4 Een verbinding tot stand brengen Het opzetten van een dataverbinding via de telefoonlijn kan op twee manieren plaatsvinden. 1. De eenvoudigste manier is door eerst een normale (spraak) verbinding tot stand te brengen en deze vervolgens handmatig om te zetten in een dataverbinding (communicatie via de modems). 2. Een snellere manier is wanneer de modem zelf in staat is de verbinding te maken (een nummer kiezen) en de andere modem zelfstandig kan antwoorden. Dit wordt respectievelijk auto-dial (automatisch kiezen) en auto -answer (automatisch antwoorden) genoemd. Via een communicatieprogramma ontvangt de auto-dial modem een opdracht voor het kiezen van een telefoonnummer. Wanneer op de andere modem de mode voor automatisch antwoorden actief is, constateert deze modem dat de telefoon overgaat en wordt het gesprek beantwoord. Vervolgens wisselen de modems enkele bits uit (de zogenaamde handshake) en wordt de dataverbinding tot stand gebracht.
1.5 Transmissietechnieken Modems voor lagere communicatiesnelheden (tot 1200 Bps) werken allemaal volgens hetzelfde principe: de zogenaamde FSK-modulatie (Frequency Shift Keying). FSK is gebaseerd op de methode van het converteren van een digitaal signaal, bestaande uit nullen en enen, naar tonen.
-8-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
De ‘0’ heeft een andere pitch (frequentie) dan de ‘1’. Het ontvangende modem herkent de twee binnenkomende pitches en vormt weer een digitaal signaal aan de hand van het analoge signaal. Tijdens de verbinding verstuurt de verzender altijd een toon. Wanneer geen datacommunicatie plaatsvindt, bestaat het signaal van de seriële poort uit ‘1’ en verzendt de modem de bijbehorende toon. De toon wordt de CARRIER genoemd. De ontvangende modem kan vaststellen dat er een verbinding is met een ander modem door deze carrier te detecteren. Bij FSK-modulation moet de pitch van het verzonden signaal altijd hoger zijn dan de snelheid van de verzonden data. Voor een verbinding van 300 Bps moeten beide tonen dus hoger zijn dan 300 Hz (bijvoorbeeld 1000 en 1200 Hz). Via de telefoonlijn kunnen tonen tot ongeveer 3000 Hz goed worden doorgegeven. Hierdoor is communicatie in beide richtingen mogelijk: het is namelijk zo dat de ontvanger andere tonen terugstuurt, bijvoorbeeld tonen van 1700 en 1900 Hz. Het resultaat is dat de ontvanger ook verzender is, maar dan in de tegengestelde richting. Dit wordt een full-duplex verbinding genoemd. Het zal duidelijk zijn dat het bij snelheden hoger dan 2400 Bps niet meer mogelijk is om tweemaal een ‘0’ en een ‘1’ te genereren die ver genoeg van elkaar af liggen binnen de 3000 Hz van de telefoonlijn. Zelfs bij 1200 Bps is dit al een probleem. In dit geval zijn er drie mogelijkheden: 1. Communicatie in slechts één richting, half-duplex genoemd, waarbij op bepaalde momenten van richting veranderd wordt, zodat ook gegevens terug kunnen worden gestuurd. 2. Omgekeerde communicatie (in de andere richting) met een lagere snelheid, het zogenaamde backchannel. Deze methode wordt vaak gebruikt als veel meer informatie moet worden verstuurd in de ene richting dan in de andere. 3. Modulatie volgens een techniek waarbij verschillende bits tegelijkertijd worden verzonden. Een half-duplex verbinding met backchannel werkt als volgt: Als de ene modem een 1200 Bps signaal verzendt met tonen van 1300 en 2100 Hz, kan de andere modem een 75 Bps signaal terugzenden met tonen van 390 en 450 Hz. Voor een hogere communicatiesnelheid (1200 Bps en hoger) worden andere modulatiemethoden gebruikt. Bij V22 (1200 Bps full duplex) wordt Quadrature Phase Shift Keying (QPSK) gebruikt, bij V22bis (2400 Bps full duple x) Quadrature Amplitude Modulation (QAM) en bij V32bis, en V.34 (33600 Bps full duplex) Trellis Coded Modulation (TCM).
-9-
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
1.6 Originate en answer Het is noodzakelijk om af te spreken welke verschillende sets met tonen worden gebruikt door de twee modems. In deze context worden de termen ‘originate’ (initiëren) en ‘answer’ (antwoorden) gebruikt. De modem welke de verbinding initieert, gebruikt de set met initiatietonen en het andere modem gebruikt de set met antwoordtonen. De initiërende modem verstuurt zoals afgesproken met lage tonen en de antwoordende modem met de hoge tonen. In een backchannel-verbinding betekent dit dat de initiërende modem verzendt met de lage baudrate en de antwoordende modem met de hoge baudrate. Bij een full-duplex verbinding gebruiken beide modems dezelfde baudrate en zijn de tonen voor ‘0’ en ‘1’ verschillend.
1.7 De modem is transparant U hebt gezien hoe twee computers met elkaar kunnen worden verbonden en hoe de communicatie plaatsvindt. Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, is het mogelijk data uit te wisselen tussen beide computers. De modem heeft alleen als taak de verbinding op te zetten, daarna zijn ze volledig transparant. Het is natuurlijk wel zo dat er soms iets mis kan gaan met de communicatie. Als u tijdens een verbinding met een database ‘vreemde’ tekens op het scherm ziet, moet de instelling van het communicatieprogramma worden gewijzigd (bijvoorbeeld het aantal databits, het pariteitbit of de baudrate). Dit probleem wordt niet veroorzaakt door de modem. De modem fungeert alleen als een doorgeefluik.
- 10 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
2 INSTALLATIE VAN DE MODEM In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de modem, de installatieprocedure wordt uitgelegd en er wordt stapsgewijs beschreven hoe een verbinding tot stand kan worden gebracht.
2.1 Beschrijving van de TRON DF56.0 Aan de voorkant van de modem zitten een aantal lampjes of LED’s die de volgende betekenis hebben (van links naar rechts): de snelheid van de verbinding, het DTRniveau, TxD, RxD, CARRIER, Online, AUTO ANSWER en POWER. Onderaan op de voorkant zit de Softkey. De snelheids-LED’s hebben twee functies: 1. Wanneer de modem verbinding heeft met een ander modem, geven ze de snelheid aan waarmee de communicatie plaatsvindt. 2. Ze geven de status van het signaal DTR (Data Terminal Ready) aan. Dit signaal is actief wanneer een van de snelheids-’LED’s brandt.
De transmissie-LED’s geven aan of data worden verzonden (TxD) of ontvangen (RxD) via de seriële poort. Het derde lampje, de carrier-LED (CD), geeft aan dat er een verbinding is met een modem, waarbij rood betekent dat het een verbinding zonder foutcorrectie betreft. Een groene CD-LED geeft aan dat een betrouwbare verbinding is opgezet. Dit houdt in dat eventuele fouten tijdens de verbinding worden
- 11 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
gecorrigeerd. Dit kan een verbinding met V42 (LAPM), V42bis of MNP 2, 3, 4, of 5 zijn. Bij een MNP5- of V42bis-verbinding worden de data ook gecomprimeerd. De status van de telefoonlijn wordt aangegeven door twee LED’s: On-line (OL) en Auto Answer (AA). OL geeft aan dat de modem is verbonden met de telefoonlijn. Vervolgens wordt de telefoon ‘van de haak genomen’. De AA-LED heeft twee verschillende functies: 1. off-line: als de AA-LED continu brandt, betekent dit dat de modem in de mode voor automatisch antwoorden (auto-answer) staat. De modem wordt on-line gezet zodra een RING-signaal wordt gedetecteerd. De AA-LED knippert om dit aan te geven. 2. on-line: als de LED brandt, betekent dit dat de modem in de answer-mode staat. Als de LED niet brandt, staat de modem in de originate-mode.
De aan/uit-LED brandt wanneer de modem is ingeschakeld. Achter op de modem zitten aansluitingen (van boven naar beneden) voor de telefoonlijn, de computer en het netsnoer. Op de achterkant staan ook het typenummer, een sticker met het keuringsnummer en het belequivalentienummer.
- 12 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
2.2 Wat heeft u nog meer nodig? Afgezien van uw TRON DF56.0 modem, heeft u het volgende nodig: 1. een telefoonaansluiting 2. een computer of terminal met een seriële poort 3. een communicatieprogramma (terminal- en/of faxprogramma) 4. een telefoonnummer en andere gegevens (snelheid, pariteit, etc.) van de database waarmee u contact wilt maken 5. een seriële kabel 6. een vrij stopcontact
2.3 Aansluiten van de TRON DF56.0 De modem aansluiten: 1. Verbind de seriële poort van de modem met de seriële poort van de computer. 2. Pak de kabel met de doorvoerstekker en klik de ministekker (aan het andere uiteinde van de kabel) in de aansluiting op de modem (figuur 2, punt e). Steek de doorvoerstekker in de telefoonaansluiting en de telefoonstekker in de doorvoerstekker. Als de extra aansluiting beschikbaar is (figuur 2, punt d), sluit u de telefoon hierop aan. In dat geval kan de modem via een normale stekker worden aangesloten op de telefoonlijn. 3. Steek de stekker van het netsnoer van de modem in het stopcontact. 4. Zet de modem aan door de schakelaar op de achterkant in de stand ‘1’ te zetten. De groene aan/uit-LED brandt nu.
- 13 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
5. Na het inschakelen van de modem, wordt een uitgebreide zelftest uitgevoerd. Dit duurt een paar seconden. U ziet dan een looplicht op de LED’s indicators van de modem wanneer de zelftest met succes is voltooid.
2.4 Opzetten van een dataverbinding In deze paragraaf worden de handelingen besproken die vereist zijn om een dataverbinding tot stand te brengen. De functie van de communicatiesoftware wordt slechts kort besproken. Het is namelijk zo dat elk programma een eigen opdrachtenset heeft. 1. Start het communicatieprogramma. 2. Controleer of de software de seriële poort aanstuurt waarop de modem is aangesloten. 3. Selecteer de communicatiesnelheid (baudrate), het aantal databits en de pariteit. Bijvoorbeeld: 57600 Bps, 8 bits, geen pariteit. 4. Controleer of het programma in de ‘terminal-mode’ staat, zodat ingevoerde tekens naar de modem kunnen worden verstuurd. De modem stuurt de tekens terug, waarna deze op het scherm worden weergegeven. 5. Typ
AT en druk op <Enter>. Op het scherm verschijnt: AT OK
OPMERKING:
Als de tekens tweemaal op het scherm verschijnen, moet de echofunctie worden uitgeschakeld in het communicatieprogramma (ATE0).
Op het model TRON DF56.0 geven de snelheids-LED’s de baudrate aan. Als geen van de LED’s brandt, is het DTR-signaal niet actief. Dit kunt u wijzigen via het communicatieprogramma. Als dit niet mogelijk is, kan de modem simuleren dat DTR actief is, Dit doet u met de opdracht AT&D0. OPMERKING:
- 14 -
Gebruik deze methode alleen als u zeker weet dat DTR niet wordt geactiveerd door de software. Bijna alle programma’s doen dit, dus u moet de oorzaak van het probleem eerst ergens anders zoeken, bijvoorbeeld bij de kabel.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
6. Kies een telefoonnummer met de opdracht ATD. Typ bijvoorbeeld: ATD 181698399 De LED On-line gaat branden en de modem kiest het nummer. Via de ingebouwde luidspreker hoort u dat de verbinding tot stand wordt gebracht. a. Als een verbinding is opgezet, verschijnen een of meer van de volgende berichten op het scherm: CONNECT CONNECT 1200 CONNECT 2400 CONNECT 75TX/1200RX CONNECT 14400 CONNECT 33600 CONNECT 48000 COMPRESSION: CLASS5 COMPRESSION: V42bis COMPRESSION: NONE FAX DATA
: V21-verbinding bij 300 Bps : V22-verbinding bij 1200 Bps : V22bis-verbinding bij 2400 Bps : V23-verbinding bij 1200/75 Bps : V32bis-verbinding bij 14400 Bps : V34-verbinding bij 33600 Bps : V90-verbinding bij 48000 Bps : MNP5-verbinding : V42bis-verbinding : Verbinding zonder compressie : Faxverbinding : Dataverbinding
Het is mogelijk dat een verbinding tot stand is gebracht met een andere snelheid dan de geselecteerde communicatiesnelheid. In dat geval moet u het communicatieprogramma instellen op de nieuwe snelheid. Sommige programma’s doen dit automatisch. Als de functie voor snelheidsconversie van de modem is ingeschakeld (standaard), hoeft het communicatieprogramma niet opnieuw te worden ingesteld omdat de snelheid naar de computer dan hetzelfde blijft. De Carrier-LED (CD) brandt om aan te geven dat er een dataverbinding is. De LED brandt groen als een veilige, foutvrije verbinding tot stand is gebracht. b. Als het niet mogelijk is een verbinding op te zetten, verschijnt een van de volgende berichten op het scherm:
- 15 -
ERROR
U hebt een typefout gemaakt.
NO DIALTONE
De modem herkent geen kiestoon. Het is daarom niet mogelijk een nummer te kiezen. Controleer of de modem is aangesloten op het telefoonnetwerk.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
BUSY
Het gekozen telefoonnummer is in Gesprek.
NO CARRIER
De andere modem kan niet communiceren met de ingestelde snelheid. Een andere reden kan zijn dat er geen modem beschikbaar is op het gekozen nummer.
NO ANSWER
Er is geen antwoord.
7. Beëindig de verbinding. Dit kunt u op drie manier doen:
a. Vraag het systeem waar u mee verbonden bent de verbinding te verbreken. b. Gebruik de opdracht voor het ophangen van de telefoon van het communicatieprogramma. c. Geef de modem opdracht de verbinding te verbreken. Ga hiervoor als volgt te werk: Wacht 1 seconde Typ: Op het scherm verschijnt: Typ vervolgens: Op het scherm verschijnt: OPMERKING:
- 16 -
+++ OK ATH <Enter> NO CARRIER
De maximumsnelheid tussen twee DF56.0-modems via een V34-verbinding bedraagt altijd 33600 Bps. Via de V90 of K56flex zijn uitsluitend hogere lijnsnelheden te bereiken wanneer u inbelt op een CSM (Central Side Modem). Dit is een apparaat dat is verbonden met een digitale ISDN-lijn. De meeste Internet Service Providers beschikken over deze apparatuur.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
3 MODEMOPDRACHTEN In dit hoofdstuk worden de AT-opdrachten beschreven waarmee de TRON DF56.0 kan worden ingesteld en bediend.
3.1 Gebruik van de AT-opdrachten De meeste modems en communicatiesoftware maken gebruik van de ATopdrachtenset. Sommige modemfabrikanten voegen eigen opdrachten toe aan de AT-opdrachtenset. Daardoor is niet langer sprake van een standaard. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de opdrachtensets ‘Standard AT’ en ‘Extended AT’. Wanneer u gebruik maakt van Windows 95/98, NT 4.0, Windows 2000, Windows XP of Windows ME, is kennis van de AT-opdrachten over het algemeen niet van belang. Er zijn verschillende redenen waarom niet alle sets met modemopdrachten hetzelfde zijn. Eén reden is dat door afwijkende inspectievereisten bepaalde opdrachten of instellingen niet zijn toegestaan in bepaalde landen. Verder zijn er ook verschillen tussen Amerikaanse en Europese transmissienormen (Bell versus CCITT). De TRON DF56.0 herkent zowel de Standard als de Extended AT opdrachtenset. Daarnaast is de ondersteunde opdrachtenset uitgebreid met een aantal specifieke opdrachten. Voor faxtoepassingen gebruikt de modem de AT+F opdrachten. Deze opdrachten worden niet besproken in de handleiding, omdat ze alleen werken in combinatie met specifieke software.
3.2 Commando en data mode De modem kent twee modes: 1. Commando mode In deze mode voert de modem commando’s uit die worden getypt op het toetsenbord. De modem staat in de commando mode wanneer de modem niet online is . Of in het geval van een dataverbinding, wanneer er is overgeschakeld naar de commando mode door middel van de escape sequence.
- 17 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
2. Data mode De modem is transparant, wat betekent dat informatie die wordt uitgewisseld tussen beide modems ongewijzigd blijft. Bij een dataverbinding staat de modem meestal in de data mode. Als de modem een commando moet uitvoeren, is dit alleen mogelijk vanuit de commando mode. Tijdens een verbinding kan de modem worden overgeschakeld naar de opdrachtmode door het invoeren van de escape sequence. Escape sequence: Wacht 1 seconde Typ: +++ Na 1 seconde verschijnt: OK De modem staat nu in de opdrachtmode. Met de opdracht ATO kunt u de modem weer in de datamode plaatsen.
3.3 Opbouw van de opdrachtregel Een opdrachtregel begint met de letter AT, afgeleid van het Engelse woord ATtention (Let op!). De letters AT moeten beide hoofdletters of beide kleine letters zijn. De opdrachtregel wordt afgesloten met het indrukken van <ENTER>. Op elke opdrachtregel kunnen een of meerdere opdrachten worden gegeven. Een opdrachtregel mag maximaal 54 tekens bevatten. U kunt niet meer dan 54 tekens op een regel typen. OPMERKING:
De modem onthoudt de laatste opdrachtregel. Deze kunt u herhalen met de opdracht: A/ (zonder <ENTER>).
Opdrachten mogen voor de duidelijkheid met spaties van elkaar worden gescheiden. De spaties tellen mee voor de lengte van de opdrachtregel. Soms wordt een opdracht gevolgd door een parameter (cijfe r). Als de parameter 0 is, mag deze worden weggelaten. Bijvoorbeeld ATE0 komt overeen met ATE. Een opdrachtregel wordt niet uitgevoerd als de toetsaanslag CTRL-X (18H) wordt ontvangen door de modem. Aan de beginletters van AT van de opdrachtregel herkent de modem de baudrate en pariteit van de terminal. De modem stelt zich hierop in. De snelheden die automatisch worden herkend, zijn: 300, 1200, 2400, 4800, 9600, 19200, 38400, 57600, 115200 en 230400 Bps.
- 18 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
De modem kan gegevensindelingen herkennen met 7-bits of 8 -bits tekens, met even, oneven of geen pariteitbit en met 1 stopbit.
3.4 Overzicht van de AT-opdrachten De modem reageert op de volgende opdrachten. In paragraaf 3.5, Verklaring van de AT-opdrachten, vanaf pagina 20, worden de AT-opdrachten met de bijbehorende parameters beschreven. A/ =x ? A B D E H I L K M N O Q S T V W X Y Z ‘+++’ “****’ &C &D &F &G &J &K &L &M &Q &R &S
- 19 -
Laatste opdracht herhalen Geselecteerd S-register instellen Inhoud opvragen van het geselecteerde S-register Antwoorden CCITT, BELL of V23 Half-Duplex Kiezen Echo Hoorn op de haak/van de haak Identificatie Luidsprekervolume Schakelen tussen spraak/data Luidspreker (Monitor)-besturing Automatische lijnsnelheidsdetectie On-line datamode (Originate) Terugmelding onderdrukken (Quiet) Waarden van S-registers opvragen/opslaan Toonkiezen selecteren (DTMF) Terugmelding met numerieke/verbale berichten Uitgebreide terugmeldingen Kies- en bezettoonherkenning + terugmeldingen Long space disconnect Modem resetten en configureren Escape code sequence Externe configuratie (remote configuration)
21 21 21 21 22 24 27 28 28 31 29 32 35 36 36 38 38 39 42 42 43 43 44 44
Status Carrier Detect (DCD) Status Data Terminal Ready (DTR) Fabrieksinstellingen Guard-toon selecteren Terugbellen selecteren via lijn of 2 (optioneel) Flow control Huurlijn selectie Synchrone mode Synchrone/asynchrone mode RTS/CTS-besturing Besturing Data Set Ready (DSR)
22 25 27 28 29 29 31 32 37 37 38
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
&T &V &V1 &W &X &Y &Z
Test en diagnose Configuratie weergeven Gegevens van de verbinding weergeven Huidige configuratie opslaan Synchrone klok Modemconfiguratie na aanzetten Telefoonnummer opslaan in het geheugen
38 40 41 42 43 43 43
%C %E %K %Q
Mode voor datacompressie selecteren ‘auto-retrain’ in-/uitschakelen Softkey programmeren Kwaliteit lijnsignaal
22 27 29 37
*A *C *E *F *H *L *P *R
Auto-dialback aan/uit Wachtwoord voor externe configuratie Externe configuratie afsluiten Herinitialisatie niet vluchtig geheugen Onderhandeling snelheid MNP10 Nummers voor auto-dialback weergeven Nummers voor auto-dialback opslaan Externe configuratie in-/uitschakelen
22 22 27 27 27 31 36 37
\A \B \D \G \K \N \V
Maximum MNP-blokgrootte selecteren Break-signaal sturen naar remote Dumb-mode Modem-modem flow control (Xon/Xoff) Break-besturing Foutcorrrectie aan/uit Aantal meldingsregels voor verbinding
21 22 27 28 30 35 41
Identificatie beller selecteren MNP uitgebreide services MNP10 Modulatieselectie Huidige instellingen van de modem Aanpassen van zendniveau MNP10
23 31 32 32 35
#CID -K +MS +MS? )M
- 20 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
3.5 Verklaring van de AT-opdrachten In deze paragraaf worden de AT-opdrachten in alfabetische volgorde beschreven. Een overzicht van alle opdrachten vindt u in de vorige paragraaf. Bij elke opdracht wordt de fabrieksinstelling vermeld. Doorgaans hoeft de fabrieksinstelling niet te worden gewijzigd. A/
Laatste opdracht herhalen De modem reageert op deze opdracht alsof de vorige opdracht opnieuw is ingevoerd vanaf de terminal. Deze opdracht mag niet door AT worden voorafgegaan en ook niet door <ENTER> worden gevolgd.
AT=x
S-register instellen Met deze opdracht wordt de waarde x toegekend aan het opgegeven S-register. U kunt een S-register ook instellen met de opdracht ATS. Zie ATS voor meer informatie.
AT?
S-register lezen Met deze opdracht wordt de instelling van het geselecteerde S-register weergegeven. U kunt een S-register instellen met de opdracht AT=. Zie ATS voor meer informatie.
ATA
Antwoorden Met de opdracht ATA wordt de modem on line gezet en wordt de antwoordmode geactiveerd. Als geen carrier wordt gedetecteerd tijdens de periode die is ingesteld in register S7 (standaard 60 seconden), wordt de modem off line gezet. Elk teken dat tijdens de verbindingsopbouw wordt ingevoerd, breekt onmiddellijk de poging om verbinding te maken af.
AT\A
Maximum MNP-blokgrootte De MNP-mode voor foutcorrectie wordt geactiveerd en het modem werkt met de ingestelde maximum blokgrootte volgens de onderstaande tabel. 0 – 64 tekens 1 – 128 tekens (standaard) 2 – 192 tekens 3 – 256 tekens
- 21 -
Allied Data Technologies
NL
AT*A
TRON DF56.0
Auto-dialback aan/uit Met deze opdracht wordt Auto-dialback in- of uitgeschakeld. 0 –Auto-dialback is uitgeschakeld (standaard) 1 –Auto-dialback is ingeschakeld Zie ook de paragraaf over Auto-dialback.
ATB
CCITT/BELL-modulatie Met deze opdracht gebruikt de modem CCITT- of BELLmodulatie voor verbindingen met een snelheid van 300 of 1200 Bps, afhankelijk van de ingevoerde parameter. Voor alle andere snelheden wordt de standaardinstelling CCITT gebruikt. 0 – CCITT-modulatie (standaard) 1 – BELL-modulatie
AT\B
Break-signaal naar ander modem Met deze opdracht stuurt de modem tijdens een verbinding zonder foutcorrectie een break-signaal naar het andere modem met een lengte die afhankelijk is van de opgegeven parameters. Tijdens een verbinding met foutcorrectie wordt het break-signaal verzonden door het actieve protocol voor foutcorrectie, maar zonder indicatie van de lengte. Als er geen verbinding is of als de FAX-mode actief is, verschijnt het bericht ERROR. 1 – 9 Lengte van het break-signaal in eenheden van 100 ms (standaard = 3). (Dit geldt alleen voor verbindingen zonder fo utcorrectie).
AT%C
Datacompressiemode Met deze opdracht wordt de mode MNP5 en/of V42bis voor datacompressie gekozen. Deze mode kan alleen worden gebruikt bij een verbinding met foutcorrectie. 0 – datacompressie uit 1 – MNP5-datacompressie aan 2 – V42bis-datacompressie aan 3 – V42bis en MNP5 aan, automatische selectie (standaard)
AT&C
Status Carrier Detect (DCD) Met deze opdracht bepaalt u de werking van het DCD-signaal. 0 –DCD is altijd aan (niet zichtbaar op LED) 1 –DCD volgt de status van de carrier op de lijn (standaard)
- 22 -
Allied Data Technologies
NL
AT*C
TRON DF56.0
Wachtwoord voor externe configuratie Met deze opdracht wordt een wachtwoord in het geheugen opgeslagen. Na het invoeren van de opdracht AT*CPASSWORD (aan elkaar) kunt u een nieuw wachtwoord invoeren. Het wachtwoord van de externe modem moet overeenkomen met het wachtwoord dat is opgeslagen in de locale modem. Het wachtwoord moet tussen 6 en 12 tekens lang zijn en mag alleen alfanumerieke tekens bevatten. De fabrieksinstelling voor het wachtwoord is SECRET. Zie ook de opdracht AT*E en paragraaf 5.5, Externe configuratie.
AT#CID
Dutch Calling Line Identification De DF56.0 biedt ondersteuning voor Dutch Calling Line Identification volgens T11-12 (KPN nummerweergave). Met deze optie kunt u zien wie er belt voordat het gesprek is beantwoord. Er moeten extra kosten worden betaald aan de desbetreffende telefoonmaatschappij voor deze optie. Het nummer verschijnt tussen de eerste en de tweede ‘RING’ (zie voorbeeld). De opdracht werkt als volgt: AT#CID=n 0 – Identificatie van beller uitschakelen. (standaard) 1 – Identificatie van beller inschakelen met standaardweergave. 2 – Identificatie van beller inschakelen zonder standaardweergave.
Voorbeeld 1: AT#CID=1 OK RING NMBR = 0724749361
; inschakelen met standaardweergave
; binnenkomend gesprek ; nummer van beller is 072-4749361
RING Voorbeeld 2: Dit voorbeeld laat de niet-standaardweergave van CLI zien. De reeks tussen de eerste en tweede RING wordt weergegeven in ASCII hexnummers. Aan het begin en het einde van de reeks worden verschillende tekens toegevoegd. Het teken aan het begin is een ‘D’ (hex 44), het teken aan het einde een ‘C’ (hex 43).
- 23 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT#CID=2
; inschakelen met nietstandaardweergave
OK RING 443035333934363238303743
ATD
; binnenkomend gesprek ; nummer van beller is 053-9462807
Kiezen Met deze opdracht wordt de modem on line gezet en wordt het nummer gebeld dat op de opdracht ATD volgt. Als u geen telefoonnummer opgeeft, wordt de modem on line gezet en wordt geprobeerd een verbinding op te zetten in de originate-mode. De modem wacht gedurende de periode die is ingesteld in register S7 (standaard 60 seconden) op een carrier om de verbinding op te zetten. Als de verbinding niet binnen deze tijd volledig tot stand is gekomen, wordt de modem off line gezet (de modem ‘hangt op’) en krijgt u het foutbericht “NO CARRIER”. De volgende parameters zijn toegestaan voor telefoonnummers. Voor de leesbaarheid kunt u punten gebruiken. Haakjes, koppeltekens en spaties worden genegeerd. 0-9 De cijfers 0 tot en met 9
- 24 -
*
Het symbool sterretje (alleen met toonkiezen)
#
Het symbool hekje (alleen met toonkiezen)
A-D
De DTMF-letters A t/m D
P
Pulskiezen instellen (opdracht geaccepteerd, maar niet uitgevoerd. Toonkeuze vast ingesteld i.v.m. TBR21 toelating)
T
Toonkiezen instellen
S=n
Een nummer uit de telefoonlijst kiezen (zie AT&Z)
!
Flash. De modem wordt off line gezet gedurende de tijd die is ingesteld in register S29.
W
Wachten op een kiestoon. De modem wacht op een kiestoon voordat het opgegeven nummer wordt gekozen. Als er geen kiestoon wordt gedetecteerd binnen de tijd die is ingesteld in register S6, wordt de modem off line gezet en krijgt u het foutbericht “NO DIALTONE”.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
@
Wachten op stilte: De modem wacht op minstens 5 seconden stilte op de lijn voordat de volgende kiesopdracht wordt uitgevoerd. Indien de modem deze 5 seconden stilte niet detecteert gedurende de tijd die is ingesteld in register S7, wordt het kiezen onderbroken en krijgt u het foutbericht “NO ANSWER”. Als detectie van de ingesprektoon is ingeschakeld, krijgt u het bericht “BUSY”. Als de modem een antwoordtoon detecteert voordat de wachttijd is verstreken, wordt de verbinding tot stand gebracht. Kiespauze: de modem pauzeert gedurende de tijd die is ingesteld in register S8 voordat het volgende nummer wordt gekozen.
AT&D
L
Laatste nummer herhalen: de modem herhaalt het laatst gekozen nummer.
;
Terug naar de opdrachtmode: als deze opdracht wordt gegeven nadat het telefoonnummer is ingevoerd, keert de TRON DF56.0 terug naar de opdrachtmode nadat de opdrachten vóór het teken ‘;’ zijn verwerkt. U kunt dan extra AT-opdrachten invoeren terwijl de modem on line is. De extra ATopdrachten mogen ook op de oorspronkelijke opdrachtregel achter het teken ‘;’ worden geplaatst. De TRON DF56.0 gaat alleen door met kiezen als er een extra opdracht zonder het teken ‘;’ is gegeven. U kunt het kiezen dan onderbreken met de opdracht ATH.
(),-, <spatie>
Deze tekens kunt u gebruiken voor de duidelijkheid; de modem negeert de tekens.
DTR-status (Data Terminal Ready) Deze opdracht bepaalt de reactie van de modem als DTR wordt uitgeschakeld. 0Als het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, heeft dit de volgende betekenis voor de standaardinstellingen van &Q: &Q0,&Q5,&Q6: Het DTR-signaal wordt genegeerd en de modem werkt alsof het signaal is ingeschakeld. Hierdoor is het mogelijk met terminals te werken die geen DTR-signaal hebben.
- 25 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
&Q1,&Q4:
&Q2,&Q3:
Wanneer het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, wordt de modem off line gezet. Dit heeft geen invloed op auto-answer. Wanneer het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, wordt de modem off line gezet. Auto -answer is niet mogelijk.
1-
Als het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, heeft dit de volgende betekenis voor de standaardinstellingen van &Q. &Q0,&Q1,&Q4, Wanneer het DTR-signaal wordt &Q5,&Q6. uitgeschakeld, reageert de modem alsof er een asynchrone escape-code is ontvangen. De modem keert terug in de asynchrone opdrachtmode zonder de verbinding te verbreken. &Q2,A&3. Wanneer het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, wordt de modem off line gezet. Auto -answer is niet mogelijk.
2-
Wanneer het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, wordt de modem off line gezet en is auto-answer niet mogelijk. Dit staat los van de instelling van &Q (standaard).
3-
Als het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, heeft dit de volgende betekenis voor de standaardinstellingen van &Q: &Q0,&Q1,&Q4, Wanneer het DTR-signaal wordt &Q5,&Q6. uitgeschakeld, wordt een soft reset voor de modem uitgevoerd zoals met de opdracht ATZ zou gebeuren. De instelling van AT&Y bepaalt welk profiel wordt geladen. &Q2,&Q3. Wanneer het DTR-signaal wordt uitgeschakeld, wordt de modem off line gezet. Auto -answer is niet mogelijk.
De opdrachten AT&Q5 en AT&Q6 hebben hetzelfde effect als AT&Q0.
- 26 -
Allied Data Technologies
NL
AT\D
TRON DF56.0
Dumb-mode Gebruik deze opdracht op de dumb-mode in te schakelen. Als deze mode actief is, reageert de modem niet op tekens van de seriële poort. AT-opdrachten worden niet herkend en gesprekken kunnen niet worden afgebroken. 0Dumb-mode uitschakelen (standaard) 1Dumb-mode inschakelen Met de volgende opdracht kunt u de dumb-mode gebruiken als standaardinstelling: AT\D1&W
Wanneer u deze opdracht hebt uitgevoerd, kunt u de dumbmode alleen nog op de volgende manier uitschakelen: Zet de modem uit. Houd de softkey ingedrukt terwijl u de modem weer inschakelt. Laat de softkey na enkele seconden los. De fabrieksinstellingen zijn nu weer actief.
ATE
Lokale echo aan/uit Met de opdracht ATE worden ingevoerde tekens ook op de terminal weergegeven. 0 – weergave uit 1 – weergave aan (standaard)
AT%E
Auto-retrain aan/uit 0 – Auto-retrain uit (standaard) 1 – Auto-retrain aan 2 – Fall-back / Fall-forward aan 3 – Als %E1, maar wordt bij slechte verbindingen sneller verbroken
AT*E
Externe configuratiemode afsluiten Gebruik deze opdracht om de externe configuratiemode af te sluiten. Zie paragraaf 5.5, Externe configuratie.
AT&F
Fabrieksinstellingen Met deze opdracht worden de fabrieksinstellingen van de modem hersteld. Deze worden bij elke AT-opdracht en in het overzicht van de S-registers vermeld. De term standaard verwijst naar de fabrieksinstellingen. 0Fabrieksinstelling 0 herstellen 1Fabrieksinstelling 1 herstellen
- 27 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT*F
Herinitialisatie niet vluchtig geheugen Initialiseerd het niet vluchtige geheugen met de fabrieksinstellingen. Terug melding OK of Error.
AT&G
Guard-toon aan/uit Met deze opdracht wordt het gebruik van de guard-toon in of uitgeschakeld. 0Guard-toon uit 1idem 21800-Hz guard-toon aan (standaard)
AT\G
Modem-modem flow control (Xon/Xoff) Afhankelijk van de instellingen, is de flow control tussen de modems in of uitgeschakeld. Dit geldt alleen voor verbindingen zonder foutcorrectie omdat bij een verbinding met foutcorrectie het gebruikte protocol een eigen flow control heeft. Zie ook AT&K. 0Modem-modem flow control uit (standaard) 1Modem-modem flow control aan
ATH
Hoorn op de haak/van de haak 0De modem wordt off line gezet en breekt een eventuele test (AT&T) af. 1Als de modem off line is, wordt deze on line gezet in de opdrachtmode. De modem gaat weer off line na de tijd die is ingesteld in S30. 2Lijn 2 selecteren. De modem begint te communiceren over lijn 2. Lijn 1 wordt weer gebruikt wanneer de verbinding is verbroken. (Hiervoor is een Dual Line interface-uitbreiding nodig).
AT*H
MNP10-onderhandelingssnelheid Met deze opdracht wordt de lijnsnelheid bepaald tijdens onderhandelingen tussen twee MNP Class 10-modems. Daarna wordt op een hogere snelheid gecommuniceerd. 0Onderhandeling op de hoogste ondersteunde snelheid (standaard) 1Onderhandeling op 1200 Bps
ATI
Identificatie Met deze opdracht stuurt de modem de gewenste informatie naar het scherm, afhankelijk van de opgegeven parameter. 0Productcode 1,2 nvt 3Type modem en versienummer van de software
- 28 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT&J
Auto-dialback selecteren via lijn 1 of 2 Met deze opdracht stelt u in of dialback (terugbellen) moet plaatsvinden via lijn 1 of 2. Deze opdracht werkt alleen met een geïnstalleerde Dual Line interface. 0Inbellen en terugbellen via lijn 1 1Inbellen via lijn 1, terugbellen via lijn 2 (standaard)
ATK
Schakelen tussen spraak/data Met deze opdracht stelt u in of de verbinding kan worden verbroken met de softkey. In combinatie met de opdracht AT% K, kan de softkey worden geprogrammeerd als een toets voor het schakelen tussen spraak en data. 0De softkey heeft geen functie in de datamode 1De verbinding wordt verbroken wanneer de softkey wordt ingedrukt in de datamode (standaard)
AT%K
Softkey Met deze opdracht kunt u de softkey programmeren. De opdrachten na AT% K worden toegewezen aan de softkey. Deze worden uitgevoerd wanneer de softkey wordt ingedrukt tijdens de opdrachtmode. Er kunnen maximaal 31 tekens worden geprogrammeerd (inclusief spaties). Bijvoorbeeld: AT%K D Gebruiken om te schakelen tussen spraak/data. De softkey programmeren met de opdracht D (kiezen). Het indrukken van de softkey heeft tot gevolg dat de modem on-line wordt gezet en dat wordt geprobeerd een verbinding op te zetten in de originate-mode. AT%K Z1 Opgeslagen profiel 1 activeren. AT%K D067100 06-7100 kiezen Zie ook ATK.
AT&K
- 29 -
Flow control Met deze opdracht wordt de flow control van de modem/terminal ingesteld. 0Flow control uit 3RTS/CTS flow control aan (standaard) 4Xon/Xoff flow control aan 5Transparante Xon/Xoff flow control aan 6Zowel Xon/Xoff als TRS/CTS flow control aan
Allied Data Technologies
NL
AT\K
TRON DF56.0
Break-besturing De modem reageert op een break-signaal dat is ontvangen van de terminal (DTE), een extern modem of de opdracht AT\B volgens de opgegeven parameters. Als een break-signaal wordt ontvangen van de terminal en de modem in de datamode werkt, kan de werking worden bestuurd met de volgende parameters: 012345-
On line opdrachtmode; er wordt geen break-signaal verstuurd De databuffers worden leeggemaakt en er wordt een break-signaal verzonden naar de externe modem Als 0 Er wordt onmiddellijk een break-signaal verzonden naar de externe modem Als 0 Er wordt samen met de data een break-signaal verzonden naar de externe modem; de verwerking vindt plaats in volgorde van verzending (standaard)
Wanneer de modem tijdens een verbinding in de opdrachtmode staat, kunt u breaksignalen naar de externe modem sturen met de opdracht AT\B. 01234-
5-
De databuffers worden leeggemaakt en er wordt een break-signaal verzonden naar de externe modem Als 0 Er wordt onmiddellijk een break-signaal verzonden naar de externe modem Als 2 Er wordt samen met de data een break-signaal verzonden naar de externe modem; de verwerking vindt plaats in volgorde van verzending Als 4 (sta ndaard)
Wanneer een break-signaal wordt ontvangen van een extern modem, gebeurt het volgende: 0De databuffers worden leeggemaakt en er wordt een break-signaal naar de terminal verzonden 1Als 1 2Er wordt onmiddellijk een breaksignaal naar de terminal verzonden 3Als 2 4Er wordt samen met de data een break-signaal naar de terminal verzonden; de verwerking vindt plaats in volgorde van verzending 5Als 4 (standaard)
- 30 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT-K
V42/MNP10-conversie Met deze opdracht wordt een V42 LAPM-verbinding omgezet in een MNP10-verbinding. 0Conversie uit (standaard) 1Conversie aan
ATL
Luidsprekervolume Met de parameters voor deze opdracht wordt het volume van de modemluidspreker ingesteld. 0Volume laag 1Volume laag (standaard) 2Volume normaal 3Volume hoog N.B. Gebruik de opdracht ATM om de luidspreker uit te schakelen.
AT&L
Huurlijn selectie Selecteer huurlijn of kieslijn bedrijf. Bij huurlijn bedrijf gaat het modem na het aanzetten direct in de answer of originate mode. 0Kieslijn (default) 1Huurlijn Zie paragraaf 5.9 voor huurlijn gebruik
AT*L
Met deze opdracht geeft u de vermeldingen voor terugbellen weer inclusief wachtwoorden De vermeldingen voor terugbellen worden weergegeven met wachtwoorden en telefoonnummers. Deze vermeldingen zijn in het geheugen opgeslagen met AT*P. Aangezien er maximaal 100 vermeldingen kunnen worden opgeslagen, worden per keer slechts 20 vermeldingen weergegeven. U kunt de opdracht AT*L uitbreiden met een cijfer om alle vermeldingen weer te geven: AT*L0 AT*L1 AT*L2 AT*L3 AT*L4
vermelding 0-19 weergeven vermelding 20-39 weergeven vermelding 40-59 weergeven vermelding 60-79 weergeven vermelding 80-99 weergeven
Zie ook opdracht AT*P en paragraaf 5.4, Toegangscontrole voor gebruikers en automatisch terugbellen (dialback).
- 31 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
ATM
Luidspreker aan/uit 0Luidspreker uit 1Luidspreker uit tijdens ontvangst van de carrier (standaard) 2Luidspreker altijd aan 3Luidspreker uit tijdens het kiezen en de verbinding, maar aan tijdens opzetten van de verbinding.
AT&M
Synchrone mode Deze opdracht bepaalt de werking van de (CT108) in combinatie met de opdracht AT&Q. 0Directe asynchrone mode Let op: Met de opdracht AT&M0\N0 selecteert u de normale mode met buffers terwijl u met de opdracht AT\N0&MO de directe mode selecteert. 1Synchrone verbindingsmode en asynchrone off-line opdrachtmode selecteren 2Hetzelfde als AT&M1 met als enige verschil dat de modem het nummer in gehe ugenpositie 0 (zie AT&Z) begint te kiezen wanneer DTR actief wordt. 3Dit is een synchrone mode waarbij DTR (CT 108) wordt gebruikt voor het schakelen tussen spraak/data. Het gesprek moet handmatig worden gestart wanneer DTR niet actief is. Wanneer DTR actief wordt, wordt een originate- of answer-verbinding tot stand gebracht (zie S14, bit 7).
AT+MS
Modulatiemode Met deze opdracht wordt de modulatie geselecteerd, de automode naar keuze in- of uitgeschakeld en worden desgewenst de hoogste en laagste communicatiesnelheden via één tot vier sub-parameters aangeduid. De opdracht syntax luidt:
+MS=<mod>,,<min_snelheid>,<max_snelheid>,<x-law>, , Bij deze opdracht moet een waarde worden opgegeven voor <mod>; de overige parameters zijn optioneel. Als een parameter niet wordt opgegeven, wordt hiervoor de huidige waarde gebruikt. AT+MS?
- 32 -
Met de opdracht AT+MS? worden de huidige instellingen van het modem weergegeven, bijvoorbeeld: 12,1,300,56000,1,0,33600
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Met de opdracht AT+MS=? Wordt een lijst met mogelijke waarden voor de parameters weergegeven. De modem geeft als reactie: AT+MS? (lijst met mogelijke <mod>-waarden), (lijst met mogelijke -waarden), (lijst met mogelijke <min_snelheid>waarden), (lijst met mogelijke <max_snelheid>-waarden), (selectie <x-law>), (selectie), (maximale bc_snelheid>) Bijvoorbeeld: (0,1,2,3,9,10,11,12,56,64,69),(0,1),(300-56000),(30056000),(0,1),(0,1), (300-33600) Betekenis van de parameters: <mod> Een getal dat de voorkeursmodulatie aanduidt (automode aan) of de vaste modulatie (automode uit) bij originate (kiezen) of answer (auto-answer). De mogelijke instellingen zijn: <mod> 0 1 2 3 9 10 11
12
- 33 -
<modulatie> Mogelijke snelheden Opm. (Bps) V21 300 V22 1200 V22bis 2400 of 1200 V23 1200 V32 9600 of 4800 V32bis 14400, 12000, 9600, 7200 of 4800 V34 33600, 31200, 28800, Standaard 26400, 24000, 21600, instelling 19200, 16800, 14400, 12000, 9600, 7200, 4800, 2400 V90 56000, 54667, 53333, 52000, 50667, 49333, 48000, 46667, 45333, 44000, 42667, 41333, 40000, 38667, 37333, 36000, 34667, 33333, 32000, 30667, 29333, 28000
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
<mod>
<modulatie> Mogelijke snelheden Opm. (Bps) K56Flex 56000, 54000, 52000, 50000, 48000, 46000, 44000, 42000, 40000, 38000, 36000, 34000, 32000 Bell103 300 Bell212 1200
56
64 69
De modem kan ook automatisch naar een andere modulatie overschakelen ().
Met de instelling van wordt automatische modulatie-onderhandeling volgens V8 of V32bis annex A in- of uitgeschakeld. De mogelijke instellingen zijn:
0 1
Automode uit Automode volgens V8 of V32bis annex A
Opm. Standaard
De standaardwaarde is 1, waarbij automode wordt ingeschakeld. Er zijn echter ook modulaties waarvoor geen automatische onderhandeling beschikbaar is, zoals voor Bell 212 (<mod> = 69). <min_snel- Geeft de laagste snelheid aan waarmee de modem een heid> verbinding tot stand mag brengen. De standaardwaarde is 300 (Bps). <max_snel- Geeft de hoogste snelheid aan waarmee de modem een heid> verbinding tot stand mag brengen. De standaardwaarde is 56000.
- 34 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
<x-law>
Geeft aan of Mlaw of Alaw moet worden gebruikt tijdens K56flexverbindingen. Alaw wordt gebruikt in Europa. Het is raadzaam deze parameter niet te wijzigen.
Deze parameter mag niet worden gewijzigd. gebruikt tijdens V90- en K56flex-verbindingen. AT)M
Zendniveau aanpassen (MNP10) Met deze opdracht kan de modem automatisch het zendniveau aanpassen tijdens een MNP10-verbinding. 0Standaard-zendniveau tijdens MNP10-verbindingen (standaard) 1Automatische aanpassing van zendniveau tijdens MNP10verbindingen
ATN
Automatische Lijnsnelheidsdetectie 0Automatische detectie van de lijnsnelheid wordt uitgeschakeld. De verbinding wordt opgezet volgens de inhoud van register S37 1Automatische detectie van de lijnsnelheid wordt ingeschakeld. Deze instelling is gelijk aan ATF0 (standaard). Zie ook de opdracht AT+MS.
AT\N
Foutcorrectie aan/uit Met deze opdracht wordt bepaald of er wel of niet foutcorrectie plaats vindt tijdens een verbinding. Voor een verbinding met foutcorrectie bestaan twee protocollen, namelijk MNP4 en V42 LAPM. 0123-
- 35 -
Alléén verbindingen zonder foutcorrectie. Interspeeder aan. Forceert AT&Q6. Met deze parameter wordt de modem in de directe mode gezet (AT&Q0). Alléén verbindingen met foutcorrectie. Forceert AT&Q5, S36=4, S48=7. Automatische selectie van foutcorrectie aan of uit. Verbindingen met foutcorrectie hebben de voorkeur, maar het is mogelijk over te schakelen naar normale verbindingen. Forceert AT&Q5, S36=7, S48=7 (standaard).
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
45-
Alléén V42 LAPM-verbindingen. Forceert AT&Q5, S48=0. Alléén MNP4-verbindingen. Forceert AT&Q5, S36=4, S48=128. Gebruik deze instelling met Externe configuratie (zie AT*R).
ATO
On-line datamode (Originate) Met deze opdracht schakelt de modem over van de on line opdrachtmode naar de on line datamode. Als de modem in de off line opdrachtmode staat, krijgt u het foutbericht ERROR. Met de parameter 1 wordt een retrain uitgevoerd voordat de modem weer overschakelt naar de on line datamode.
ATP
Pulskiezen Pulskiezen wordt niet ondersteund. Deze AT-opdracht kan alleen worden uitgevoerd om compatibiliteitsredenen.
AT*P
Vermeldingen voor terugbellen programmeren Met deze opdracht kunt u een vermelding voor terugbellen inclusief wachtwoord en, optioneel, een telefoonnummer opslaan of verwijderen. De vermelding voor terugbellen wordt direct opgeslagen in het permanente geheugen. De opdracht AT&W is NIET vereist om een vermelding op te slaan. Syntaxis: AT*Pn: [:telefoonnummer] Waarbij n=0-99 Het wachtwoord moet minimaal 5 tekens bevatten en mag maximaal 8 tekens lang zijn. Het telefoonnummer mag maximaal 16 tekens lang zijn. Er kunnen maximaal 100 vermeldingen voor terugbellen worden opgeslagen. Het invoeren van het telefoonnummer is optioneel. Als u dit weglaat, wordt alleen een wachtwoordcontrole uitgevoerd. Als het wachtwoord juist is, wordt direct een verbinding tot stand gebracht. (Zie paragraaf 5.4, Toegangscontrole voor gebruikers en automatisch terugbellen (dialback) en de opdracht AT*L).
ATQ
- 36 -
Terugmelding aan/uit (Quiet) Met deze opdracht wordt bepaald of de resultaatcodes al dan niet naar de terminal worden gestuurd. 0Resultaatcode aan (standaard) 1Resultaatcode uit
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT% Q
Kwaliteit lijnsignaal Met deze opdracht wordt de kwaliteit van de lijn gecontroleerd. Waarden tussen 000 en 016 komen overeen met een goede lijnkwaliteit. Waarden tussen 017 en 127 geven een slechte kwaliteit aan. De lijn wordt constant bewaakt als de modem on line is. Als de opdracht AT%E1 is geactiveerd en de signaalwaarde hoger is dan 016, vindt een retrain plaats.
AT&Q
Synchrone/asynchrone mode Deze opdracht is een uitbreiding van de opdracht &M die in combinatie met de registers S36 en S48 wordt gebruikt om de toegelaten verbindingsmode te controleren. 0 tot 3 Zie AT&M0 tot en met AT&M3 4Als &Q1 5De modem probeert een verbinding met foutcorrectie tot stand te brengen. Met behulp van register S36 kan de modem zodanig worden geconfigureerd dat de modem bij een fout off line wordt gezet of teruggaat naar een normale asynchrone verbinding (standaard). 6De modem werkt in de normale asynchrone mode. Zie AT\N.
AT&R
RTS/CTS-besturing Deze opdracht bestuurt CTS in de on line synchrone mode. De werking van CTS wordt aangepast met hardwarematige flow control. 01-
RTS naar CTS wordt vertraagd volgens de instelling van register S26. In de synchrone mode is CTS altijd ingeschakeld. In de asynchrone mode is CTS ingeschakeld, tenzij hardwarematige flow control is ingesteld (standaard).
Zie ook AT&K. AT*R
- 37 -
Remote configuration De opdracht om instellen op afstand mogelijk te maken is: AT*1 Remote configuration is mogelijk AT*2 Remote configuration is niet mogelijk
Allied Data Technologies
NL
ATS
TRON DF56.0
Waarden van S-registers opvragen/opslaan n=x n?
S-register ‘n’ wordt ingesteld op de waarde ‘x’. De waarde van S-register ‘n’ wordt gelezen.
De parameter ‘n’ kan worden weggelaten. In dat geval wordt S0 geselecteerd. De S kan ook worden weggelaten. Bijvoorbeeld: ATS7 Hiermee wordt S-register 7 geselecteerd. AT=40 Hiermee wordt de waarde 40 opgeslagen in het geselecteerde S-register. ATS38 Hiermee wordt S-register 38 geselecteerd. ATS=20 Hiermee wordt de waarde 20 opgeslagen in het S-register 0. Als voor ‘n’ een nummer wordt ingevoerd dat niet overeenkomt met een S-register, krijgt u het foutbericht ERROR. Invoer en uitvoer moeten altijd in decimale getallen geschieden. Sommige S-registers kunnen alleen worden gelezen. AT&S
DSR-besturing (Data Set Ready) Met deze opdracht wordt de DSR-besturing van de modem ingesteld. 0DSR altijd aan (standaard) 1DSR wordt ingeschakeld wanneer een antwoordtoon is gedetecteerd en uitgeschakeld wanneer de carrier verdwijnt.
ATT
Toonkiezen (DTMF) Met deze opdracht kiest de modem een telefoonnummer door middel van toonkiezen.
AT&T
Test en diagnose Met deze opdracht wordt een test- en diagnosefunctie uitgevoerd volgens de ingestelde parameters. Als u een test wilt beëindigen, moet u de escape-codes vooraf invoeren, met uitzondering van de parameters 7 en 8.
- 38 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
0134567ATV
Test beëindigen Lokale analoge loopback V54, L3 starten Lokale digitale loopback V54, L2 starten Bevestiging van digitale loopback voor extern verzoek aan (standaard) Bevestiging van digitale loopback voor extern verzoek uit Verzoek om een externe digitale loopback (RDL) V54, L2 Verzoek om een RDL V54, L2 met zelftest
Terugmelding met numeriek/verbale berichten Met deze opdracht wordt terugmelding aan de terminal ingesteld op verbaal of numeriek. 01-
- 39 -
Korte (numerieke) terugmelding Lange (verbale) terugmelding (standaard)
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Tabel met terugmeldingen: SHORT LONG n= 0 OK 1 CONNECT 2 RING 3 NO CARRIER 4 ERROR 5 CONNECT 1200 6 NO DIALTONE 7 BUSY 8 NO ANSWER 9 CONNECT 600 10 CONNECT 2400 11 CONNECT 4800 12 CONNECT 9600 13 CONNECT 7200 14 CONNECT 12000 15 CONNECT 14400 16 CONNECT 19200 17 CONNECT 38400 18 CONNECT 57600 19 CONNECT 115200 20 CONNECT 230400 22 CONNECT 1200TX/75RX 23 CONNECT 75TX/1200RX 24 DELAYED 32 BLACKLISTED 33 FAX 35 DATA 40 CARRIER 300 44 CARRIER 1200/75 45 CARRIER 75/1200 46 CARRIER 1200 47 CARRIER 2400 48 CARRIER 4800 49 CARRIER 7200 50 CARRIER 9600 51 CARRIER 12000 52 CARRIER 14400 53 CARRIER 16800 54 CARRIER 19200 55 CARRIER 21600 56 CARRIER 24000 57 CARRIER 26400 58 CARRIER 28800
0 * * * * * 1 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 * 1 1 4 4 * * * * * * * * * * * * * * * * * *
1 * * * * * * 3 3 * * * * * * * * * * * * * * * 4 4 * * * * * * * * * * * * * * * * * *
2 * * * * * * * 3 * * * * * * * * * * * * * * * 4 4 * * * * * * * * * * * * * * * * * *
3 * * * * * * 3 * * * * * * * * * * * * * * * * 4 4 * * * * * * * * * * * * * * * * * *
4 SHORT LONG * 59 CONNECT 16800 * 61 CONNECT 21600 * 62 CONNECT 24000 * 63 CONNECT 26400 * 64 CONNECT 28800 * 66 COMPRESSION: CLASS 5 * 67 COMPRESSION: v42 bis * 69 COMPRESSION: NONE * 76 PROTOCOL: NONE * 77 PROTOCOL: LAPM * 78 CARRIER 31200 * 79 CARRIER 33600 * 80 PROTOCOL: ALT * 81 PROTOCOL: ALT-CELLULAR * 84 CONNECT 33600 * 91 CONNECT 31200 * 150 CARRIER 32000 * 151 CARRIER 34000 * 152 CARRIER 36000 * 153 CARRIER 38000 * 154 CARRIER 40000 * 155 CARRIER 42000 * 156 CARRIER 44000 * 157 CARRIER 46000 * 158 CARRIER 48000 * 159 CARRIER 50000 * 160 CARRIER 52000 * 161 CARRIER 54000 * 162 CARRIER 56000 * 165 CONNECT 32000 * 166 CONNECT 34000 * 167 CONNECT 36000 * 168 CONNECT 38000 * 169 CONNECT 40000 * 170 CONNECT 42000 * 171 CONNECT 44000 * 172 CONNECT 46000 * 173 CONNECT 48000 * 174 CONNECT 50000 * 175 CONNECT 52000 * 175 CONNECT 54000 * 177 CONNECT 56000 *
n=
0 1 1 1 1 1 * * * * * * * * * 1 1 * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
1 * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
2 * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
3 * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
‘*’ in een kolom geeft aan dat het desbetreffende bericht wordt weergegeven wanneer het is geselecteerd met de opdracht ATX (n staat boven in de kolommen). Wanneer de kolom leeg is, verschijnt geen bericht voor de desbetreffende instelling van ATX. AT&V
- 40 -
Configuratie weergeven Met deze opdracht wordt een overzicht van de actieve configuratie gegeven. De opgeslagen instellingen 0 en 1, de eerste vier opgeslagen telefoonnummers en de waarde van de softkey verschijnen op het scherm.
Allied Data Technologies
4 * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
NL
AT&V1
TRON DF56.0
Gegevens van de verbinding weergeven Met deze opdracht AT&V1 worden de gegevens weergegeven van de laatste verbinding. Een typisch uitvoervoorbeeld van de AT&V1-opdracht na een V.90-verbinding: TERMINATION REASON………….. LAST TX rate……………………….. HIGHEST TX rate………………… LAST RX rate………………………. HIGHEST RX rate………………… PROTOCOL………………………… COMPRESSION……………………. Line QUALITY………………………. Rx LEVEL…………………………… Highest Rx State……………………. Highest TX State……………………. EQM Sum……………………………. RBS Pattern…………………………. Rate Drop……………………………. Digital Loss………………………….. Local Rtrn Count……………………. Remote Rtrn Count ………………… V90
LOCAL 31200 31200 46667 46667 LAPM V42Bis 038 013 67 67 00C6 00 00 2000 00 00
REQUEST BPS BPS BPS BPS
OK
AT\V
Aantal meldingsregels voor verbinding Na het opzetten van een verbinding kan de modem op één regel of op meerdere regels weergeven dat de verbinding tot stand is gekomen. 0Melding op meerdere regels (standaard) 1Melding op één regel De berichtnotatie op één regels is: CONNECT /<MOD>/// waarbij: DTE-snelheid: DTE-modemsnelheid. Bereik: 300 – 230400 Bps MOD: Modulatie: V32,V34. MOD wordt weggelaten voor alle andere modulaties PROT: Foutcorrectie: NONE, LAPM, ALT. COMP: Compressie: NONE, CLASS5, V42BIS Lijsnelheid: Snelheid van de lijn. Asymmetrische snelheden worden afzonderlijk weergegeven.
- 41 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Bijvoorbeeld: Een typisch voorbeeld van een verbindingsbericht op één regel voor een V.34-verbinding: CONNECT 115200/V34/LAPM/V42BIS/31200:TX/33600:RX ATW
Uitgebreide terugmeldingen Met deze opdracht wordt de informatie geselecteerd die na het bericht CONNECT wordt weergegeven (zie ook S95). 0Na het bericht CONNECT volgt de terminalsnelheid. 1Na het bericht CONNECT volgen respectievelijk de lijnsnelheid, het protocol voor foutcorrectie en de terminalsnelheid. 2Na het bericht CONNECT volgt de lijnsnelheid (standaard). OPMERKING: De instelling van het S-register 95 vervangt de instelling van de opdracht ATW.
AT&W
Configuratie opslaan Met deze opdracht worden de huidige modeminstellingen opgeslagen in het permanente geheugen. Er kunnen twee verschillende sets met instellingen worden opgeslagen. 0De instellingen worden opgeslagen als set 0 1De instellingen worden opgeslagen als set 1 Zie de opdrachten AT&Y en ATZ voor meer informatie.
ATX
Kies- en bezettoonherkenning en terugmeldingen Met deze opdracht wordt ingesteld of alleen de melding CONNECT of ook de snelheid wordt weergegeven. Bovendien kan hiermee de kiestoon- en bezettoonherkenning worden uitgeschakeld. Als u de kiestoonherkenning wilt gebruiken terwijl deze is uitgeschakeld, neemt u een ‘W’ op in het telefoonnummer. 0kiestoon- en bezettoonherkenning uit; bericht: CONNECT 1kiestoon- en bezettoonherkenning uit; bericht: CONNECT en snelheid 2kiestoonherkenning aan; bezettoonherkenning uit; bericht: CONNECT en snelheid 3kiestoonherkenning uit; bezettoonherkenning aan; bericht: CONNECT en snelheid 4kiestoon- en bezettoonherkenning aan; bericht: CONNECT en snelheid Zie ook het overzicht bij de opdracht ATV en S95, bit 0.
- 42 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
AT&X
Klok voor synchrone transmissie Met deze opdracht selecteert u de transmissieklok volgens de opgegeven parameter. 0Interne klok (standaard) 1Externe klok. EXT CLK (CT113) 2Slave-klok, afgeleid van de binnenkomende carrier
ATY
Long space disconnect Met deze opdracht wordt long space disconnect in- of uitgeschakeld. 0Long space disconnect uit (standaard) 1Long space disconnect aan De modem stuurt in de mode zonder foutcorrectie een space (stilte) van 4 seconden voordat de verbinding wordt verbroken. Ontvangt de modem een stilte van minimaal 1,6 seconden, dan wordt de verbinding verbroken.
AT&Y
Modemconfiguratie na inschakelen Met deze opdracht wordt de configuratie opgegeven die wordt ingesteld waneer de modem wordt aangezet. 0Configuratie met opgeslagen profiel 0 tijdens aanzetten 1Configuratie met opgeslagen profiel 1 tijdens aanzetten. Zie de opdracht AT&W.
ATZ
Reset en modemconfiguratie Met deze opdracht wordt de modem softwarematig gereset en worden de instellingen van de opgegeven set geladen. 0configuratie met instellingen uit set 0 1configuratie met instellingen uit set 1 Zie de opdracht AT&W.
AT&Z
Telefoonnummer opslaan De TRON DF56.0 ondersteunt de opslag van maximaal 4 telefoonnummers in het permanente geheugen. Deze telefoonnummers mogen maximaal 40 tekens lang zijn. AT&Zn=x (n = 0 t/m 3; x = telefoonnummer).
- 43 -
Allied Data Technologies
NL
‘+++’
TRON DF56.0
Escape-code Als de modem een verbinding tot stand heeft gebracht (en dus in de datamode staat), is het mogelijk de modem in de opdrachtmode te zetten. Daartoe voert u drie ASCII-tekens in die zijn ingesteld in register S2 (standaard het teken ‘+’). Er is een timeout-periode voor het eerste teken (pre sequence time), één voor het laatste teken (post sequence time) en een timeout-periode tussen de tekens (inter character time). Deze tijd wordt bepaald door de waarde van register S12 (standaard 1 seconde).
‘****’
Escape code sequence voor externe configuratie Gebruik deze escape sequence om de mode voor externe configuratie van een externe TRON DF-modem te activeren. U moet een wachtwoord invoeren voordat opdrachten kunnen worden gegeven. ‘*’ is het standaard escape-teken. Wijzig de waarde van het register S202 als u een ander escape-teken wilt gebruiken.
Zie paragraaf 5.5, Externe configuratie.
- 44 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
4 S-REGISTERS In dit hoofdstuk wordt de betekenis en de inhoud van de S-registers beschreven. Een groot aantal van deze S-registers heeft een specifieke technische betekenis. Het is daarom raadzaam de instelling van een S-register niet te wijzigen als u niet weet wat de gevolgen zijn. Een aantal S-registers heeft slechts één betekenis (functie). Andere registers hebben meerdere functies en worden bitmapregisters genoemd. In deze registers worden opdrachten op bitniveau ingesteld. Bitmapregisters kunnen alleen worden gelezen. Gebruik voor het wijzigen van de waarde de juiste AT-opdracht, die de relevante bits in het S-register aan- of uitzet. In de volgende paragraaf wordt uitgelegd wat een bitmapregister inhoudt. In paragraaf 4.2 wordt een overzicht gegeven van de betekenis van elk S-register. De met * gemarkeerd registers worden opgeslagen in het permanente geheugen.
4.1 S-bitmapregisters In de S-bitmapregisters wordt een functie per bit aan- of uitgezet. ‘1’ wil zeggen dat de bit aan of ingesteld is; ‘0’ betekent dat de bit uit of ‘gereset’ is. Deze bits uit het binaire stelsel geven een decimale waarde aan. Bit 7=128, 6=64, 5=32, 4=16, 3=8, 2=4, 1=2 en 0=1. Door de decimale waarden op te tellen van de bits die zijn ingesteld (1), krijgt u de waarde die u moet invoeren in het register. Bitmapregisters kunnen alleen gelezen worden.
- 45 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
4.2 Overzicht van de S-registers REG &W
STANDAARD BEREIK BESCHRIJVING
Pag.
S0 S1 S2 S3 S4 S5 S6
*
000 000 043 013 010 008 004
0-99 0-255 0-255 0-127 0-127 0-255 2-255
47 47 48 48 48 47 48
S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S29
* * * *
060 002 006 014 170 050 010 138
0-60 0-255 1-255 1-255 150-255 0-255 1-255
- 46 -
*
*
* * *
000 *
000
* * *
055 117 183
* *
005 001 009 011
0-255
0-255 0-255 10-12
Auto-answer Teller belsignalen Teken voor escape-code Carriage return-teken Line feed-teken Backspace-teken Maximale wachttijd voor kiestoon of blind kiezen Tijd voor carrier Lengte van het pauzeteken Detectietijd carrier Afwezigheidstijd carrier Duur DTMF-toon Timeout escape-code Timer Auto Power Unit (APU) Bitmapregister Gereserveerd Bitmapregister (testopties) Gereserveerd Test-timer Gereserveerd Gereserveerd Bitmapregister Bitmapregister Bitmapregister Gereserveerd Inactieve tijd DTR Actieve tijd RTS naar CTS Bitmapregister Flash Dial Modifier-tijd
Allied Data Technologies
48 48 48 48 49 49 49 49 49 50 50 50 50 50 51 51 52 52 52 53 53 53
NL
TRON DF56.0
REG &W S30 S31 * S32 S33 S36 *
STANDAARD 000 194 017 019 007
S37 S38
*
000 020
S39 S40 S41 S46 S48 S95
* * * * * *
003 105 131 138 007 033
BEREIK BESCHRIJVING 0-255 Inactiviteits-timer Bitmapregister 0-255 Xon-teken 0-255 Xoff-teken 0-7 LAPM-foutdetectie, limiet lijnsnelheid 0-12 Modulatiemode 0-255 Off line vertraging (alleen in modes met foutcorrectie) 0,3-6 Flow control Bitmapregister Bitmapregister 136,138 Datacompressie 0,7,128 V42-onderhandeling Uitgebreide terugmeldingen
Pag. 53 53 54 54 54 54 55 55 55 55 56 56 57
4.3 Beschrijving van de S-registers In dit gedeelte van de handleiding worden de S-registers beschreven. Elk register heeft een bepaalde waarde. De fabrieksinstelling wordt op de eerste regel vermeld. De met * gemarkeerde registers worden met de opdracht AT&W in het permanente geheugen opgeslagen. S0
* 000 0-99 Auto-answer Instelling van het aantal belsignalen voordat de modem on line wordt gezet. Auto-answer is standaard uitgeschakeld. Auto-answer kan bijvoorbeeld worden ingeschakeld met S0=1. N.B. Als u de optie modem selecteren wilt inschakelen, moet u S0 de waarde 102 geven.
S1
- 47 -
000 0-255 Teller aantal belsignalen Telt het aantal binnengekomen belsignalen en zet deze in dit register. Het is mogelijk 0-255 signalen te registreren. Het register wordt gereset als de modem de lijn beantwoordt.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
S2
* 043 0-255 Teken voor escape-code ASCII-waarde van het teken dat wordt gebruikt als de escape-code. De standaardwaarde is 043, wat overeenkomt met het teken ‘+’. Als de inhoud van het register hoger is dan 127, wordt de escape-code uitgeschakeld.
S3
* 013 0-127 Carriage return-teken Bepaalt het ASCII-teken dat als carriage return wordt herkend. De carriage return geeft het einde van een opdrachtregel aan.
S4
010 0-127 Line feed-teken Bepaalt het ASCII-teken dat als line feed wordt herkend. De line feed komt na de carriage return aan het einde van een opdrachtregel.
S5
008 0-255 Backspace-teken Bepaalt het ASCII-teken dat als backspace wordt herkend. Een waarde groter dan 32 schakelt de backspace-herkenning uit.
S6
* 006 2-255 Maximale wachttijd voor kiestoon of blind kiezen. De waarde in dit register bepaalt de wachttijd voor de kiestoon nadat de modem on line is gezet. Als geen kiestoon wordt herkend, controleert de modem of blind kiezen is ingesteld. Dezelfde wachttijd wordt gebruikt als in het opgegeven telefoonnummer het teken ‘W’ is opgenomen.
S7
* 060 0-60 Timeout carrier Dit register geeft aan hoe lang na het kiezen op een carrier wordt gewacht. De tijd wordt uitgedrukt in seconden.
S8
* 002 0-255 Lengte van het pauzeteken Met het pauzeteken ’,’ kan tijden het kiezen een wachttijd worden ingesteld. De tijd wordt uitgedrukt in seconden.
S9
* 006 1-255 Detectietijd carrier Gedurende de tijd die in dit register wordt ingesteld, moet een carrier aanwezig zijn om als zodanig herkend te worden. Deze tijd wordt uitgedrukt in 1/10 seconden. S9 moet altijd kleiner zijn dan S10.
S10
* 014 1-255 Afwezigheid carrier Gedurende de tijd die in dit register wordt ingesteld, moet een carrier afwezig zijn voordat de verbinding wordt verbroken. Deze tijd wordt uitgedrukt in 1/10 seconden. S10 moet altijd groter zijn dan S9.
- 48 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
S11
* 090 65-230
S12
* 050 0-255 Timeout escape-code Bepaalt de minimale wachttijd voor en na de escape sequence. Deze tijd wordt uitgedrukt in 1/50 seconden. Standaard is 1 seconde.
S13
* 010 1-255 Timer Auto Power Unit (APU)
S14
S15
- 49 -
Duur DTMF-toon
Bit
Waarde
Standaard Beschrijving
Bit 0 – 6 Bit 7
1-255 0-1
10
* 138
Vertraging APU uitschakelen 0 = uitschakelen bij DTR 1 = inschakelen bij CD
Bitmapregister
Bit
Waarde
Standaard Beschrijving
Bit 0 Bit 1
0-1
0 1
Bit 2
0-1
0
Bit 3
0-1
1
Bit 4 Bit 5
0-1 0-1
0 0
Bit 6 Bit 7
0-1
0 1
Gereserveerd 0 = Echo uit (ATE0) 1 = Echo aan (ATE1) 0 = Terugmelding aan (ATQ0) 1 = Terugmelding uit (ATQ1) 0 = Numerieke terugmelding (ATV0) 1 = Verbale terugmelding (ATV1) Gereserveerd 0 = Toonkiezen (ATT) 1 = Pulskiezen (ATP)(niet ondersteund) Gereserveerd 0 = Answer 1 = Originate
Gereserveerd
Allied Data Technologies
NL
S16
S17 S 18
TRON DF56.0
000
Bitmapregister (testopties)
Bit
Waarde
Standaard Beschrijving
Bit 0
-
0
Bit 1 Bit 2
0-1 0-1
0 0
Bit 3
0-1
0
Bit 4
0-1
0
Bit 5
0-1
0
Bit 6
0-1
0
Bit 7
0-1
0
Gereserveerd * 000 0-255 Test-timer S18 wordt gebruikt om te bepalen hoe lang een test wordt uitgevoerd. Bij een waarde van 0 zal de test continu worden uitgevoerd. De test kan dan worden onderbroken met de opdracht AT&T0 of ATH.
S19
Gereserveerd
S20
Gereserveerd
- 50 -
Lokale analoge loopback 0 = Uit 1 = Aan (AT&T1) Niet gebruikt Lokale digitale loopback 0 = Uit 1 = Aan (AT&T3) Status externe digitale loopback (RDL) 0 = Modem niet in RDL 1 = RDL in werking Status RDL-verzoek 0 = geen RDL-verzoek 1 = RDL-verzoek (AT&T6) RDL met zelftest 0 = Uit 1 = Aan (AT&T7) Lokale analoge loopback (LAL) met zelftest 0= Uit 1= Aan (AT&T8) Gereserveerd
Allied Data Technologies
NL
S 21
TRON DF56.0
* 055 Bit Bit 0 Bit 1 Bit 2
Bit 3,4
Bit 5
Bit 6
Bit 7
S22
- 51 -
Bitmapregister Waarde Standaard Beschrijving 0-1 Gereserveerd 0-1 1 0= ATK0 1= ATK1 0-1 1 CTS (CT106)-besturing, synchroon 0= CTS volgt RTS (AT&R0) 1= CTS altijd aan (AT&R1) 0-3 1 DTR (CT108)-besturing 0= AT&D0 geselecteerd 1= AT&D1 geselecteerd 2= AT&D2 geselecteerd 3= AT&D3 geselecteerd 0-1 0 DCD (CT109)-besturing 0= DCD altijd aan (AT&C0) 1= DCD geeft status van carrier (AT&C1) 0-1 0 DSR (CT107)-besturing 0= DSR altijd aan (AT&S0) 1= DSR aan na herkenning antwoordtoon 0-1 0 Long Space Disconnect 0= ATY0 geselecteerd 1= ATY1 geselecteerd
* 117
Bitmapregister
Bit
Waarde
Standaard Beschrijving
Bit 0,1
0-3
1
Bit 2,3
0-3
1
Luidsprekervolume: 0= Laag (ATL0) 1= Laag (ATL1) 2= Normaal (ATL2) 3= Hoog (ATL3) Luidspreker aan/uit 0= Uit (ATM0) 1= Aan tijdens ontvangst van carrier (ATM1) 2= Altijd aan (ATM2) 3= Aan tijdens opzetten verbinding (ATM3)
Allied Data Technologies
NL
S23
S24 S25
- 52 -
TRON DF56.0
Bit Bit 4,6
Waarde 0-7
Bit 7
0-1
* 183
Standaard Beschrijving 7 Resultaatcodes 0= ATX0 geselecteerd 4= ATX1 geselecteerd 5= ATX2 geselecteerd 6= ATX3 geselecteerd 7= ATX4 geselecteerd 0 Gereserveerd
Bitmapregister
Bit Bit 0
Waarde 0-1
Bit 1,3
0-7
Bit 4,5
0-3
Bit 6,7
0-2
Standaard Beschrijving 1 RDL-instelling (externe digitale loopback) 0= Niet toegestaan (AT&T5) 1= Toegestaan (AT&T4) 3 DTE-interfacesnelheid 0= 0-300 1= 600 2= 1200 3= 2400 4= 4800 5= 9600 6= 19200 7= 38400 3 DTE-pariteit 0= Even 1= Niet in gebruik 2= Oneven 3= Geen 2 Guard-toon 0= Uit (AT&G0) 1= Uit (AT&G1) 2= 1800 Hz (AT&G2)
Gereserveerd 005 0-255 Inactieve DTR-tijd De modem negeert een uitgeschakelde DTR (CT108) voor een tijdsduur die korter is dan de waarde van dit register. De tijd wordt uitgedrukt in seconden voor de synchrone mode en 1/100 seconden voor andere modi.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
S26
001 0-255 RTS/CTS-besturing Vertragingstijd tussen RTS en CTS in synchrone mode. De tijd wordt uitgedrukt in 1/100 seconden.
S27
* 009
Bitmapregister
Bit Bit 0,1
Waarde 0-3
Bit 3
0-1
Bit 2 Bit 4,5
0-1 0-2
Bit 6
0-1
Bit 7
-
Standaard Beschrijving 0 0,0= AT&M0 of AT&Q0 (standaard) 3 1,0= AT&M1 of AT&Q1 2,0= AT&M2 of AT&Q2 3,0= AT&M3 of AT&Q3 0,1= AT&Q4 1,1= AT&Q5 2,1= AT&Q6 0 Niet gebruikt 0 Klokselectie 0= Interne klok (AT&X0) 1= Externe klok (AT&X1) 2= Slave-klok (AT&X2) 0 CCITT/BELL-modulatie 0= CCITT (ATB0) 1= BELL (ATB1) Gereserveerd
S29
011 10-12 Flash Dial Modifier-tijd Tijd voor ophalen uit register in 1/10 msec. Deze instelling wordt gebruikt als u ‘!’ opneemt in de kiesreeks (zie ATD).
S30
000 0-255 Inactieftijd S30 bevat de waarde voor de tijd waarin de modem zonder activiteit on line blijft. Een getal >0 geeft in minuten de tijd weer tot het verbreken van de verbinding. S30=0 betekent geen tijdslimiet.
S31
* 194
- 53 -
Bitmapregister
Bit Bit 0 Bit 1
Waarde 0-1
Standaard
Bit 2,3
0-2
0
1
Beschrijving Gereserveerd Automatische lijnsnelheidsdetectie 0= Uit (ATN0) 1= Aan (ATN1) Foutcorrectieberichten 0= Alleen DTE-snelheid (ATW0) 1= DTE- en DCE-snelheid (ATW1) 3= Alleen DCE-snelheid (ATW2)
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Bit Bit 4,5
Waarde -
Bit 6-7
Standaard 0
-
Beschrijving Identificatie van beller (AT#0=geen identificatie 1=identificatie met opmaak (AT#CID=1) 2=identificatie zonder opmaak (AT#CID=2)CID) Gereserveerd
S32
017 0-255 Xon-teken S32 bevat het teken dat wordt gebruikt voor Xon flow control.
S33
019 0-255 Xoff-teken S33 bevat het teken dat wordt gebruikt voor Xoff flow control.
S36
* 007 0-7 LAPM-foutregistratie, lijnsnelheidsbegrenzing Dit register bepaalt wat er gebeurt nadat het opzetten van een V42 LAPM-verbinding is mislukt. (S48=128). (S48=128).
S37
Bit Bit 0-2
Waarde Standaard 0,1,3,4,5,7 7
Bit 7
0,1
* 000 0-12 Modulatiemodes 0 1-3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
- 54 -
0
Beschrijving 0= Verbinding verbreken 1= Directe mode-verbinding 3= Normale mode-verbinding 4= Alleen MNP-verbinding 5= MNP-verbinding met fallback naar directe mode-verbinding 7= MNP-verbinding met fallback naar normale mode-verbinding 0= Niet gebruikt 1= Alleen lijnsnelheden vanaf V22bis
Automodes 300 Bps V21 of Bell 103 Gereserveerd 1200Bps V22 of Bell 212A 2400Bps V22bis 1200/75Bps V23 4800Bps V32bis of V32 9600Bps V32bis of V32 12000Bps V32bis 14400Bps V32bis 7200Bps V32bis
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
S38
020 0-255 Off line vertraging (alleen in modes met foutcorrectie) Deze instelling bepaalt hoe lang het duurt voordat de modem op off line wordt gezet nadat een opdracht voor verbreking van de verbinding is gegeven. Deze tijd wordt gebruikt om er zeker van te zijn dat de zendbuffer leeg is voordat de modem de verbinding verbreekt. De tijd wordt uitgedrukt in seconden.
S39
* 003 0,3-6 Flow control Bit 0 –2 0 Geen flow control (AT&K0) 3 RTS/CTS flow control (AT&K3) 4 Xon/Xoff flow control (AT&K4) 5 Transparante Xon-flow control (AT&K5) 6 RTS/CTS en Xon/Xoff flow control (AT&K6) Bit 3-7 Gereserveerd
S40
* 105
- 55 -
Bitmapregister
Bit Bit 0
Waarde 0-1
Bit 1
0-1
Bit 2
0-1
Standaard Beschrijving 0 Extended Services MNP10 0= Conversie van V42 naar MNP10 uit (AT-K0) 1= Conversie van V42 naar MNP10 aan (AT-K1) 0 MNP10-aanpassing van zendniveau 0= Automatisch (AT)M0) 1=Geforceerde aanpassing (AT)M1) 0 MNP-onderhandelingssnelheid 0= Hoogst mogelijke snelheid (AT*H0) 1= Onderhandelen op 1200 Bps (AT*H1)
Allied Data Technologies
NL
S41
TRON DF56.0
Bit Bit 3-5
Waarde 0-5
Bit 6-7
0-3
* 131
Standaard Beschrijving 5 Break-signaalverwerking 0= AT\K0 1= AT\K1 2= AT\K2 3= AT\K3 4= AT\K4 5= AT\K5 3 MNP-blokgrootte 0= 64 tekens (AT\A0) 1= 128 tekens (AT\A1) 2= 192 tekens (AT\A2) 3= 256 tekens (AT\A3)
Bitmapregister
Bit Bit 0-1
Waarde 0-3
Standaard 3
Bit 2
0-1
0
Bit 3
0-1
0
Bit 4
0-1
Bit 5-7
0
4
Beschrijving Compressie-instelling 0= Uit (AT%C0) 1= MNP5 (AT%C1) 2= V42bis (AT%C2) 3= MNP5 of V42bis (AT%C3) Auto-retrain 0= Uit (AT%E0) 1= Aan (AT%E1) Modem/modem flow control aan 0= Uit (AT\G0) 1= Aan (AT\G1) MNP-blokmodes 0= Flow-modes (AT\L0) 1= Blok-modes (AT\L1) Gereserveerd
S46
* 138 136,138 136 = 138 =
S48
* 007 0,7,128 V42-onderhandeling 0= LAPM-verbinding zonder onderhandeling 7= Onderhandelingsfase (Link Request) aan 128 = Geen onderha ndelingsfase, geforceerde fallback zoals opgegeven in S36
- 56 -
Datacompressie Datacompressie aan Datacompressie uit
Allied Data Technologies
NL
S95
TRON DF56.0
* 033
Uitgebreide terugmelding
Bit Bit 0
Waarde 0-1
Bit 1
0-1
Bit 2
0-1
Bit 3
0-1
Bit 4 Bit 5
0-1
Bit 6 Bit 7
Standaard Beschrijving 1 0= CONNECT en DTE-snelheid 1= CONNECT en lijnsnelheid 0 0= CONNECT xxxx 1= CONNECT xxxx / ARQ (in modes met foutcorrectie) 0 0= CONNECT xxxx 1= CARRIER xxxx 0 0= PROTOCOL-bericht uit 1= PROTOCOL-bericht aan Gereserveerd 1 0= COMPRESSION-bericht uit 1= COMPRESSION-bericht aan 0 Gereserveerd 0 Gereserveerd
Zie ook de tabel met terugmeldingen bij de opdracht ATV.
- 57 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
5 SPECIALE MOGELIJKHEDEN In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat een interspeeder is, wat deze kan en hoe flow control samenwerkt met deze voorziening. Een interspeeder en flow control zijn noodzakelijk bij een MNP-verbinding of V42-verbinding. Foutcorrectie en datacompressie worden oppervlakkig besproken. De volgende onderwerpen komen eveneens aanbod: Externe configuratie en auto-dialback.
5.1 Interspeeder De interspeeder van de TRON DF56.0-modem zorgt ervoor dat de datasnelheid naar de RS232-poort van de modem onafhankelijk is van de datasnelheid van de telefoonlijn. Communicatie met de computer vindt plaats bij een maximale vaste baudrate van 230.400 Bps, ongeacht de snelheid van de telefoonlijn. De vereiste communicatiesnelheid wordt ingesteld met de opdracht AT+MS. Tijdens een verbinding kan de ingestelde lijnsnelheid worden afgelezen van de LED op de voorkant van de modem. De combinatie van de full interspeeder en automatische baudrateselectie in de mode auto-answer maakt het mogelijk een dataverbinding op te zetten met een willekeurige snelheid zonder dat de DTE-snelheid moet worden aangepast in de software.
5.2 Automatisch flow control Wanneer de modem een speed convertor gebruikt, is er een verschil in snelheid tussen de seriële poort en de telefoonlijn. Dit betekent dat de modem data sneller ontvangt dan dat data kunnen worden verzonden via de telefoonlijn. De informatie wordt daarom tijdelijk opgeslagen in een buffer. De modem kan op twee manieren aangeven dat de computer even moet wachten met het verzenden van informatie omdat de buffer bijna overloopt: 1.
Door CTS (Clear To Send) op de RS232C-port inactief te maken
2.
Via het Xon/Xoff-protocol
Met de opdracht AT&K kunnen de opties voor flow control worden geselecteerd.
- 58 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
CTS/RTS flow control werkt als volgt: Wanneer de buffer bijna vol is, wordt CTS inactief gemaakt. Wanneer de computer deze CTS flow control herkent, worden geen data meer naar de modem verzonden. Wanneer de buffer leeg is, wordt CTS actief gemaakt en kan de computer weer nieuwe bytes naar de modem verzenden. De computer kan ook met behulp van het RTS-signaal aan de modem doorgeven dat er geen gegevens meer moeten worden verzonden. Xon/Xoff flow control werk als volgt:
Waneer de modembuffer een bepaalde limiet bereikt, verstuurt de modem het Xoffteken (in ASCII: ^S) via de seriële poort naar de computer. De computer reageert hierop door geen bytes meer naar de modem te sturen. Wanneer de buffer bijna leeg is, wordt het Xon-teken (in ASCII: ^Q) naar de computer verzonden, vervolgens hervat de computer het sturen van gegevens. OPMERKING:
De flow control van de communicatiesoftware moet zijn ingeschakeld! Sommige transmissieprotocollen, zoals Xmodem en Zmodem, werken niet goed samen met Xon/Xoff flow control. Het meest toegepaste type flow control is dan ook RTS/CTS.
5.3 Foutcorrectie en datacompressie Wanneer twee modems communiceren, kunnen ongeldige tekens worden ontvangen als gevolg van ruis op de telefoonlijn. Om te voorkomen dat onjuiste informatie wordt ontvangen, zijn protocollen ontwikkeld die de verzonden informatie controleren en zonodig corrigeren. MNP (Microcom Networking Protocol) en V42 LAPM zijn protocollen die een fout herkennen en corrigeren. Aangezien foutcorrectie ten koste gaat van de transmissiesnelheid, is het mogelijk de data te comprimeren om zo dit snelheidsverlies te compenseren. MNP5 en V42bis gebruiken een compressietechniek waarmee een werkelijke bitsnelheid kan worden gerealiseerd die hoger is dan bij een normale verbinding. Dit betekent dat bijvoorbeeld bij een V34-verbinding van 33.600 Bps een hogere snelheid kan worden bereikt dan 33.600 Bps. MNP5 kan comprimeren met een factor 2, zodat de werkelijke snelheid maximaal 67.200 Bps kan bedragen. V42bis kan comprimeren met een factor 4, wat betekent dat een lijnsnelheid van 134.400 Bps mogelijk is.
- 59 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
OPMERKING:
De genoemde snelheden zijn snelheden die in theorie mogelijk zijn. De compressiefactor is voornamelijk afhankelijk van de inhoud van het bestand dat wordt verzonden. Een tekstbestand kan bijvoorbeeld efficiënt worden comprimeerd, terwijl datacompressie niet erg zinvol is voor ZIP-, ARJ- of ARC-bestanden omdat deze immers al zijn gecomprimeerd.
Foutcorrectie en datacompressie werken niet met FSK-modes, zoals V21 en V23. Het ligt voor de hand dat voor een effectief gebruik van datacompressie de snelheid van de seriële poort hoog moet zijn, bijvoorbeeld 115.200 Bps.
5.4 Toegangscontrole voor gebruikers en automatisch terugbellen (dialback) De TRON DF56.0-modem is voorzien van toegangscontrole voor gebruikers en een systeem voor automatisch terugbellen: 1.
De gebruiker die inbelt op de modem moet een wachtwoord invoeren voordat de verbinding definitief tot stand wordt gebracht.
2.
De gebruiker van de andere modem moet een wachtwoord typen. Hierna wordt de modemverbinding verbroken en wordt de gebruiker teruggebeld.
Auto-dialback werkt alleen als de volgende stappen zijn uitgevoerd:
1.
Programmeren van vermeldingen
2.
Activeren van auto-dialback
3.
Activeren van auto-answer
Programmeren van vermeldingen Een vermelding bestaat uit een nummer, een wachtwoord en eventueel een telefoonnummer. Er kunnen maximaal 100 vermeldingen worden vastgelegd (0-99). Het wachtwoord bestaat uit minimaal 5 tekens en uit maximaal 8 tekens. Kleine letters worden automatisch omgezet in hoofdletters. Een telefoonnummer is alleen vereist als de voorziening voor auto-dialback nodig is. In de beschrijving van de opdracht ATD staat welke tekens zijn toegestaan in telefoonnummers. De maximale lengte voor het telefoonnummer is 16 cijfers.
- 60 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Gebruik de opdracht AT*P voor het programmeren van vermeldingen. De dubbele punt : moet u gebruiken als scheidingsteken tussen het nummer van de vermelding, het wachtwoord en eventueel het telefoonnummer. Bijvoorbeeld: AT*P67:wereld:0W07530,145643 Vermelding 67 bevat het wachtwoord WERELD en het telefoonnummer 0W07530,145643. Het is niet nodig de opdracht AT&W te gebruiken om vermeldingen op te slaan in het geheugen! Controleer ingevoerde vermeldingen altijd met de opdracht AT*Ln. Auto-dialback activeren U activeert Auto-dialback met de opdracht AT*A. Activeren: Uitschakelen:
AT*A1 AT*A0
Deze instelling kunt u opslaan in het permanente geheugen met de opdracht AT&W. Auto-dialback is dan actief zodra de modem wordt aangezet. Auto-answer activeren Met de opdracht ATS0=1 zet u de modem in de modes auto-answer. De modem gaat on-line in de answer-mode wanneer er een gesprek binnenkomt. Deze instelling kunt u opslaan in het permanente geheugen met de opdracht AT&W. Auto -answer is dan actief zodra de modem wordt aangezet. Na het opgeven van de hierboven genoemde instellingen, is uw modem gereed voor het gebruik van de terugbelfunctie als extra veiligheidsmaatregel. Op het moment dat de modems verbinding hebben, vraagt de externe modem om een wachtwoord. Het carrier-signaal is nog niet doorgegeven via de seriële poort omdat de verbinding nog niet definitief is. Als het invoeren van het wachtwoord langer duurt dan 20 seconden, wordt de modemverbinding verbroken. Een typefout kunt u corrigeren met de backspace-toets. U hebt drie pogingen om het juiste wachtwoord in te voeren. Afhankelijk van de vermelding, gebeurt het volgende nadat het juiste wachtwoord is ingevoerd: a.
- 61 -
De verbinding wordt permanent. De verbinding is transparant en het carrier-signaal bij de seriële poort wordt actief
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Of b.
De modemverbinding wordt verbroken. De TRON DF56.0 belt het telefoonnummer terug dat bij het wachtwoord hoort. De modem dat wordt teruggebeld (waarop de mode auto-answer actief moet zijn) antwoordt en de verbinding wordt definitief tot stand gebracht. Als de lijn bezet is wanneer de modem terugbelt of wanneer de modem niet antwoordt, wordt het nummer niet opnieuw gebeld.
5.5 Externe configuratie (remote configuration) Externe configuratie betekent: configureren vanaf een afstand. U kunt elk modem gebruiken om de TRON DF56.0-modem te configureren. De opdracht voor het inschakelen van externe configuratie is: AT*R1 : remote configuration is mogelijk AT*R2 : remote configuration is niet mogelijk Deze instellingen zijn direct actief. U dient deze instellingen op te slaan met AT&W. Deze functie is beveiligd met een wachtwoord om te voorkomen dat onbevoegden de modem vanaf afstand configureren. De fabrieksinstelling voor het wachtwoord is: SECRET. Het is raadzaam het wachtwoord te wijzigen voordat u remote configuration gaat gebruiken. Gebruik de opdracht AT*C om het wachtwoord te wijzigen. U kunt het wachtwoord wijzigen door eerst het oude wachtwoord in te voeren. Vervolgens moet u het nieuwe wachtwoord tweemaal invoeren. De minimumlengte voor het wachtwoord is 6 tekens en de maximumlengte 12. OPMERKING:
- 62 -
U kunt het wachtwoord op geen enkele manier opvragen. Het is dus belangrijk dat u het wachtwoord niet vergeet. Wanneer u het wachtwoord bent vergeten, moet de modem worden opgestuurd naar Allied Data Technologies.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Bel de TRON-modem dat u (extern) wilt configureren en wacht op het bericht CONNECT. Typ
****
De externe modem herkent de reeks en vraagt om het wachtwoord: REMOTE PASSWORD: Typ het bestaande wachtwoord. De tekens van het wachtwoord worden weergegeven als ‘*’. U kunt AT-opdrachten invoeren zodra het wachtwoord is geverifieerd door de externe modem. De ingevoerde AT-opdrachten worden uitgevoerd door de externe modem. U kunt de mode voor remote configuration afsluiten met de opdracht AT*E. De verbinding is nu weer transparant. Het escape-teken (*=standaard) kunt u wijzigen door het S-register 202 aan te passen. Niet alle opdrachten kunnen worden uitgevoerd via remote configuration. De volgende opdrachten zijn niet toegestaan tijdens remote configuration: AT\B AT*C AT*L AT O
AT*P AT&T AT Z
5.6 Antwoorden in de originate-mode Voor sommige toepassingen is het noodzakelijk dat wordt geantwoord in de originate-mode. De modem beantwoordt de lijn en reageert verder alsof zelf een nummer is gekozen. Er is geen antwoordtoon hoorbaar. U kunt antwoorden in de originate-mode activeren door 128 toe te voegen aan S-register ). Voorbeeld:
- 63 -
De modem moet de lijn na twee belsignalen beantwoorden in de originate-mode. De waarde in S0 moet dan zijn 2+128=130. ATS0=130 OK
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
5.7 Modem Select (optioneel) De volgende informatie is alleen van toepassing als uw modem is uitgerust met de optie Modem Select. Met Modem Select wordt een afgesproken procedure gebruikt om onderscheid te maken tussen een binnenkomend modemgesprek en een telefoongesprek. De eerste twee belsignalen (dit aantal is in te stellen via het register S0) van een gesprek worden onderdrukt door Modem Select. Vervolgens telt de modem het aantal seconden tot het volgende belsignaal. -
-
Als dat signaal binnen 6 seconden komt, verbindt de modem de telefoonlijn met de telefoon. De telefoon gaat over en het gesprek kan worden beantwoord. Als het langer dan 6 seconden duurt vóór het volgende belsignaal, verwacht de modem een verbinding met een ander modem. In de praktijk betekent dit dat de bellen de modem het nummer moet bellen, de verbinding moet verbreken, 6 seconden moet wachten en hetzelfde nummer nogmaals moet bellen. Het tweede gesprek moet binnen 6 seconden plaatsvinden.
Modem Select kunt u activeren door de waarde 102 toe te wijzen aan het register S0. S0=102 (belsignaal wordt tweemaal onderdrukt). Bewaar de instellingen met de opdracht &W. Als u verbinding wilt maken met een Modem Select-modem, kunt u voor elk TRONmodem de waarde ‘L’ toevoegen aan het telefoonnummer. Bijvoorbeeld: ATD0123-456789L De L geeft aan dat verbinding moet worden gemaakt met een Modem Select-modem. Het nummer wordt tweemaal gebeld.
5.8 Dual Line-interface (optioneel) De Dual Line-interface is een uitbreiding voor het bureaumodel. Met deze uitbreiding kan de TRON DF56.0 worden aangesloten op twee telefoonlijnen. Toepassingen: a.
- 64 -
Auto-dialback. Inbellen via lijn 1 en terugbellen via lijn 2. In sommige situaties is dit noodzakelijk om er zeker van te zijn dat de eerste verbinding wordt verbroken.
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
5.9 Huurlijn gebruik Naast gebruikmaking van normale kieslijnen is het ook mogelijke vaste lijnen te huren van de Nederlandse PTT. Deze zogenaamde huurlijnen zijn verbindingen tussen twee vaste punten in Nederland. Het gebruik van een huurlijn is rendabel als er langdurig communicatie plaats vindt. Standaard zijn de TRON DF-modems geschikt voor 2-draads huurlijnen. In de huurlijn mode gaat de modem meteen na het inschakelen on-line en probeert een verbinding op te bouwen. Na het eventueel wegvallen van de verbinding zal de modem blijven proberen deze te herstellen. Voordat de Leased-line (huurlijn) mode wordt aangezet, moet een aantal instellingen worden gedaan om te zorgen dat er zo snel mogelijk een goede verbinding tot stand komt. NB: Let er bij het instellen op dat de snelheid op de seriële poort gelijk is aan de snelheid waarmee de terminal of computer de modem gaat besturen. Als het systeem waarop de modem wordt aangesloten deze met bijvoorbeeld 9600 Bps aanspreekt, moeten alle instellingen op 9600 Bps gegeven worden. Deze snelheid hoeft niet gelijk te zijn aan de lijnsnelheid. De ingebouwde interspeeder zorgt ervoor dat de lijnsnelheid en de snelheid op de seriële poort op elkaar aangepast worden. Bij communicatie tussen twee modems is er een originate en een answer-modem. De waarde van register S0 geeft aan in welke mode de modem staat: ATS0=0 (originate) ATS0=1 (answer) Als de modems alleen op de hoogst mogelijke lijnsnelheid een verbinding mogen opbouwen moet dit ingesteld worden met de opdracht AT+MS. De opdracht om de leased-line mode in te schakelen moet als laatste worden gegeven: AT&L1 AT&L0
(Huurlijn mode aan) (Huurlijn mode uit: kieslijn mode)
Na het ingeven van de AT&L1 opdracht zal de modem meteen on-line gaan en proberen een verbinding op te bouwen. AT-opdrachten zijn nu alleen mogelijk als DTR inactief is. Het is daarom verstandig om op een en dezelfde opdrachtregel de huurlijn mode in te schakelen en de instellingen naar het geheugen te schrijven.
- 65 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Bijvoorbeeld: Initialisatie van modem A: ATS0=0&L1&W Initialisatie van modem B: ATS0=1&L1&W Door DTR inactief te maken zal de modem off-line gaan. AT-opdrachten worden nu weer geaccepteerd. Modems die zijn uitgerust met een softkey kunnen worden ‘gereset’ door de softkey ingedrukt te houden terwijl de modem aangezet wordt. Hierdoor worden de fabrieks-instellingen geladen. De instellingen van de gebruiker blijven bewaard in het permanente geheugen.
- 66 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
BIJLAGE A
TECHNISCHE GEGEVENS
Algemeen Snelheid:
CCITT V21, V22 A/B, V22bis, V23HDX (optie), V32, V32bis, V34, V90, K56Flex, Bell212A, Bell 103. Fax: CCITT V17, V29, V27ter en V21 channel 2
Foutcorrectie:
V42 LAPM, MNP2-4, en MNP10
Datacompressie: V42bis en MNP5 Commandosets:
Uitgebreide AT-commandoset inclusief AT+F-commando’s Class 1- en Class 2-commando’s
Dataformaat:
Data: 7 of 8 bits Pariteit: oneven, even, space, mark of geen Stopbits: 1 of 2
Asynchrone en synchrone modes Automatische bauddetectie van 300 tot 230.400 Bps CLI-detectie volgens T11-12 Full speed convertor met Xon/Xoff en/of CTS/RTS flow control Transparante directe mode (11 bits) Toegangsbeveiliging via auto-dialback of toegangscontrole Meeluisteren met ingebouwde luidspreker, volume instelbaar Volledige diagnose (V54) met lokale en externe testlussen. Permanent geheugen voor: 4 telefoonnummers Twee gebruikersinstellingen Auto-dialback met 100 wachtwoorden en bijbehorende telefoonnummers Seriële poort CCITT RS232C (V24), 300-230.400 Bps Interne voeding met aansluiting op elektriciteitsnet via Euro-connector LED’s voor statusaanduiding Programmeerbare softkey Huurlijn- (leased line) en kieslijnondersteuning (PSTN). Omgevingscondities Netspanning:
230V (50-60Hz/5VA) –15% / + 10%
Temperatuur: Gebruik: Opslag:
-5°C tot +60°C -20°C tot +70°C
- 67 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Vochtigheid: Gebruik: Opslag:
10% tot 75% 5% tot 95%
Afmetingen:
60 x 170 x 160 mm (b x l x h)
Gewicht:
850 gram (zonder kabel)
Zender en ontvanger Modulatie: V21, V23HDX (optie) en Bell 103 V27ter: V22, V22bis, V29 V32(bis), Bell212A: V17, V32, V32bis, V34, K56Flex, V90: PSTN:
CTR21
Zendniveau:
-11 dBm ± 1 dB (300-3400Hz)
Ontvangstniveau:
inschakelen > -41 dBm ± 1 dB uitschakelen < -46 dBm ± 1 dB
Impedantie en symmetrie Impedantie:
volgens TBR-21 (300-3400Hz) stroomafhankelijk (0 Hz, 16-60 mA)
Aardsymmetrie:
> 46 dB
- 68 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Echodemping:
> 20 dB (300-3400Hz)
Belsignaaldetectie:
gevoeligheid verbindingsvertraging impedantie capaciteit
Kiestoondetectie:
gevoeligheid wachttijd
Toonkiezen (DTMF):
zendniveau kolom zendniveau rij toonlengte pauzelengte
Elektrische veiligheid:
Klasse II
- 69 -
30 Veff (23-62 Hz) 180 ms > 50 kΩ (300-3400 Hz) > 10 MΩ(0 Hz) < 0,1 µF (25 Hz)
60 mV – 2 V (340-550 Hz) 5 - 60 seconden
Allied Data Technologies
-10 dBm ± 1 dB -12 dBm± 1 dB 90 ms ± 5 ms 90 ms ± 5 ms
NL
BIJLAGE B
TRON DF56.0
WEBSITE VAN ALLIED DATA TECHNOLOGIES
Ter ondersteuning van gebruikers van Allied Data Technologies-apparatuur voor datacommunicatie hebben wij een website ingericht. U kunt hier terecht voor vragen en informatie. Verder vindt u er recente stuurprogramma’s. URL van website: http:\\www.allieddata.com E-mail: [email protected]
- 70 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
BIJLAGE C
103 104 105 106 107 102 109
114 115 108 125 113
- 71 -
RS232C-AANSLUITING
2 3 4 5 6 7 8 9 10 15 17 20 22 24
IN UIT IN UIT UIT UIT UIT UIT UIT UIT IN UIT IN
Verzonden data Ontvangen data Request to send Clear to send Data set ready Signaal aarde Data carrier detect + 12V (via 1 kΩ) + 12V (via 1 kΩ) Verzend klok Ontvangst klok Data terminal ready Ringindicator Verzend klok
Allied Data Technologies
(TxD) (RxD) (RTS) (CTS) (DSR) (GND) (CD)
TxD RxD
(DTR) (RI)
DTR AA
CD
NL
TRON DF56.0
BIJLAGE D
ASCII-tabel
Betekenis van de ASCII-codes NUL SOH STX ETX EOT ACK BEL BS HT VT CR NAK
- 72 -
Null, or all zeros Start of Heading Start of Text End of Text End of Transmission Acknowledge Bell or Alarm Backspace Horizontal Tab Vertical Tab Carriage Return Negative Acknowledge
DC1 DC2 DC3 DC4 CAN EM SUB FS GS RS US ETB
Device Control 1 Device Control 2 Device Control 3 Device Control 4 Cancel End of Medium Substitute File Separator Group Separator Record Separator Unit Separator End Transmis. Block
Allied Data Technologies
SI SO SYN LF FF ENQ ESC DLE ESC SP DEL
Shift In Shift Out Sync. Line feed Form feed Enquiry Escape Data Link Escape Space Delete
NL
TRON DF56.0
De ASCII-codes en ASCII-stuurcodes, hun benaming, decimale en hexadecimale weergave: CTRL
CODE
DEC
HEX
CODE
DEC
HEX
CODE
DEC
HEX
@ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z [
NUL SOH STX ETX EOT ENQ ACK BEL BS HT LF VT FF CR SO SI DLE DC1 DC2 DC3 DC4 NAK SYN ETB CAN EM SUB ESC FS GS RS US SP ! " # $ % & ' ( ) *
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 0A 0B 0C 0D 0E 0F 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 1A 1B 1C 1D 1E 1F 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 2A
+ ? . / 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : ; < = > ? @ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85
2B 2C 2D 2E 2F 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 3A 3B 3C 3D 3E 3F 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 4A 4B 4C 4D 4E 4F 50 51 52 53 54 55
V W X Y Z [ \ ] ^ _ ` a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z { | } ~ DEL
86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127
56 57 58 59 5A 5B 5C 5D 5E 5F 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 6A 6B 6C 6D 6E 6F 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 7A 7B 7C 7D 7E 7F
] -
- 73 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
BIJLAGE E Over de werking van modems en andere facetten van datacommunicatie is veel literatuur verschenen. Naast boeken worden regelmatig artikelen geschreven in computerbladen. Er zijn ook specifieke tijdschriften over datacommunicatie. Een goede boekhandel kan daarover meer informatie verstrekken.
- 74 -
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
TREFWOORDENLIJST A Aansluiting 71 Antwoorden 19, 21 Antwoorden (Answer) 63 ASCII 5, 7, 23, 44, 59, 72, 73 Auto-dialback 20, 22
H Huurlijn 65 I Identificatie 19, 20, 23 Initiëren (Originate) 19
B BELL 19, 22, 53 Bell 17, 34, 54, 67, 68 Break 30 Break-signaal 20, 22, 30, 56 Bureaumodel 5, 64 BUSY 16, 25, 40
L LAPM 12, 31, 35, 40, 41 LED 11,12, 13, 15, 22, 58, 67 Line feed 46, 48 Long space disconnect 19, 43, 51
C Caller ID 23 Carriage return 45, 48, 72 Carrier 48, 51, 57 CCITT 17, 19, 22, 53, 67 CONNECT 15, 40, 41, 42, 57 CTS 51, 53, 55, 58, 59, 67, 71
Luidspreker 15, 19, 31, 32, 51, 67 Luidsprekervolume 19, 31, 51 M MNP 12, 20, 21, 22, 28, 31, 35 Modulatie 6, 8, 9, 20, 22, 32, 33, 34
D DSR 19, 38, 51, 71 DTR 11, 14, 19, 25, 26, 32, 46, 49, 51, 65, 66, 71
N NO ANSWER 16, 25, 40 NO CARRIER 16, 24, 40 NO DIALTONE 15, 24, 40
E Echo 14, 19, 27, 49, 69 ERROR 15, 22, 36, 38, 40 Escape 17, 18, 44 Extern 27, 39, 63 Externe configuratie 27, 44, 58, 62 F FAX 15, 40 Flow control 29, 37, 47, 54, 55, 58, 59 Full interspeeder 58
- 75 -
O Originate 10, 11, 19, 49 P Pulskiezen 24, 36 Q Quiet 19, 36 R RDL 39, 50 Register 19, 21, 45, 46, 47
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
Resetten 19 RTS 19, 29, 37, 46, 51, 59, 67 S Seriële poort 67, 71 Snelheid 53, 54, 55, 57, 58, 59, 60, 65, 67 Synchroon 37, 67 T Teken 58 Terminal 18, 25 Terugbel-beveiliging 60, 62, 67 Terugmelding 19,39,49 Test 38, 39, 49, 50 Toegangscontrole 60, 67 Toonkiezen 49, 69 Transparant 61
- 76 -
V V21 6, 15, 33, 54, 60, 67, 68 V22 9, 15, 33, 54, 67, 68 V22bis 6, 9, 15, 33, 54, 67, 68 V23 15, 19, 33, 54, 60, 67, 68 V23HDX 22, 66, 67 V32 66, 68 V32bis 66, 68 V34 66, 67, 68 V42 31, 35, 36, 58, 59, 67 V42bis 22,58, 59, 67 Verbale berichten 19, 39, 42 Verbale terugmelding 39, 49 X Xon/Xoff 29, 58, 67
Allied Data Technologies
NL
TRON DF56.0
De apparatuur is goedgekeurd volgens besluit 98/482/EC voor Europees enkelvoudige terminal aansluiting aan het publieke telefoon netwerk (PSTN). Vanwege minimale verschillen tussen de diverse PSTN’s in verschillende landen geeft deze goedkeuring zelf geen uitsluitende zekerheid voor een correcte verbinding met elk PSTN aansluitpunt. Bij eventuele problemen dient u eerst contact op te nemen met uw leverancier.
- 77 -
Allied Data Technologies
Allied Data TECHNOLOGIES
Headoffice Allied Data Technologies bv Netherlands E-mail: [email protected] Website: www.allieddata.com
Europe E-mail : [email protected] Website : www.allieddata.com Asia E-mail : [email protected] Website : www.allieddata.com USA E-mail : [email protected] Website : www.allieddata.com
MA-DF560-NL-03