Handleiding Tridion-ontwikkelomgeving twijgjevm 2006-05-31 Ger-Jan te Dorsthorst productgroep Webservices RIVM/DFB/ICT
Inleiding Deze handleiding geeft een korte beschrijving van de Tridion-ontwikkelomgeving zoals ingericht op virtual machine (VM) twijgjevm. Verder worden hier de belangrijkste use cases beschreven.
Algemeen De Tridion-ontwikkelomgeving op VM twijgjevm simuleert1 de voornaamste onderdelen van technische infrastructuur voor de centrale RIVM-webpublicaties, d.w.z. het contentmanagementsysteem en de webserver. De ontwikkelomgeving vormt een kopie van de situatie per medio 2006 (Tridion 5.1 SP4 en JBoss 4.0.2). De VM bevat op een klein aantal testitems na geen data. De ontwikkelomgeving is ingericht als een VMware VM2 met daarop een self-contained Tridioninstallatie: de VM host zowel de publicatieserver (contentmanagementserver) als de presentatieserver (webserver). Ook host de VM een lokale directoryserver voor authenticatie van CMS-gebruikers. De VM simuleert de productieomgeving maar is daaraan niet identiek: • •
• • •
•
Op de VM ontbreekt een installatie van de zoekmachine Ht://dig. Voor ontwikkeling waarbij de zoekmachine een rol speelt is een afzonderlijke Linux-VM beschikbaar. Op de VM wordt JBoss als stand-alone webapplicatieserver gebruikt. In productie fungeert JBoss als applicatieserver achter een Apache-webserver. De belangrijkste doelen van Apache zijn het eenvoudige beheer van redirects en het versnellen van het serveren van statische content. Omdat deze niet relevant zijn in de ontwikkelomgeving wordt JBoss op de VM zelfstandig gebruikt. Om vergelijkbare redenen is ook de in de productieomgeving voor de webserver aanwezige reverse proxyserver weggelaten. In productie staan de contentmanagementserver, de webserver en de directoryserver op separate hosts. De inrichting van webserver in de productieomgeving maakt gebruik van specifieke eigenschappen van het Linux-platform (symbolic links) die niet in de Windows-VM kunnen worden gerealiseerd. Hierdoor wijkt de plaats van de gepubliceerde content in de ontwikkelomgeving af van die in de productieomgeving. De inrichting van de directoryserver is eenvoudiger dan die van de productieserver.
Voor alle praktische gebruiksdoelen van de contentmanager en de webserver zijn de genoemde 1 Simulatie is hier gedefinieerd als het nabootsen van het gedrag van een systeem. Dit in tegenstelling tot emulatie, gedefinieerd als het zo nauwkeurig mogelijk nabootsen van de interne werking van een systeem. 2 VMware Workstation versie 5.5.1 build-19175
verschillen niet relevant. De VM heeft de volgende eigenschappen: • • • •
Memory Hard disk 1 Hard disk 2 Network
512 MB 4 GB 8 GB Gedeeld IP-adres met VMware-host via NAT
Geïnstalleerde software: • • • • • • • • •
Microsoft Windows Server 2003, Standard Edition, SP1 en critical updates tot en met 200605-31 Microsoft SQL Server 2000 SP3a Tridion R5 5.1 SP4 (CM versie 5.1 build 5.1.0.4102, CM Explorer versie 5.1 build 5.1.0.4001) Tridion SiteEdit 1.3 JBoss AS 4.0.2 (Zion) Sun J2SDK 1.4.2_11 OpenLDAP 2.2.29 JXplorer 3.1 Adobe Reader 6.0
Het systeem kent twee logische disks. Op C: staat de software die in de productieomgeving op de contentmanagementserver zou staan, en op D: staat wat in productie op de presentatieserver zou staan. De scheiding is uiteraard kunstmatig maar maakt het gemakkelijker om in de ontwikkelomgeving de productieomgeving te herkennen. In het CMS is maar één publication target gedefinieerd: 'cms2local'. Bij een publicatieactie wordt de content door de publisher gerenderd in C:\Program Files\Tridion\transactions en vervolgens door de transporter verstuurd naar D:\data\cms2local\incoming De deployer pakt de content uit in D:\data\cms2local\work waarop de broker deze op de plaats van bestemming brengt. Dit laatste is een relatief pad onder de docroot D:\opt\jboss-4.0.2\server\default\deploy\cms2local.ear\webapp.war Metadata voor de linker wordt geplaatst in D:\opt\jboss-4.0.2\server\default\deploy\cms2local.ear\webapp.war\WEB-INF\data
Use cases Na installatie Netwerk configureren
Aan de NIC van de VM zijn twee vaste IP-nummers gebonden: • •
192.168.231.95 192.168.231.96
Het subnet 192.168.231.0 is arbitrair en weerspiegelt de configuratie van VMware op de host waar de VM oorspronkelijk is ingericht. Bij plaatsing op een nieuwe host kan naar keuze dit subnet of de IP-nummers van de VM worden aangepast. Het eerste is een instelling van de hostsoftware (VMware), het laatste gebeurt op de gebruikelijke manier in het guest-OS. Let op: de hostname van de VM moet twijgjevm blijven. Aan deze naam zijn de diverse licenties van Tridion gekoppeld. Shared folders configureren
In de hostsoftware (menu VM | Settings, tab Options) kan Shared Folders op Enabled worden gezet om gemakkelijke bestandsuitwisseling tussen host en guest mogelijk te maken. Binnen de VM is de gedeelde folder te vinden onder My Network Places | Entire Network | VM Shared Folders | \\.host.
Na opstarten Inloggen op de console
Log in (Ctrl+Alt+Ins) met: • •
User Name: Password:
Administrator password
Andere specifiek voor Tridion aangemaakte Windows-accounts op het systeem zijn MTSUser en LDAPImp. Al deze users hebben hetzelfde wachtwoord (password). Dit laatste geldt overigens ook voor de binnen MS SQL Server aangemaakte accounts (sa, TCMDBUser, TCMDBLogUser). Directoryserver starten
Start de directoryserver om het CMS met een directoryaccount te kunnen gebruiken. De VM bevat een installatie van OpenLDAP maar deze is niet als service geïnstalleerd.
Log in als Administrator en dubbelklik op het desktop-icon 'start slapd'. Alternatief: run "C:\Program Files\OpenLDAP\slapd.exe" -d 2 -f cmsusers.conf Deployer starten
Start de Tridion-deployer om de gepubliceerde content op de juiste plaats te zetten. De deployer is geïnstalleerd als service, maar deze wordt niet automatisch opgestart. In plaats daarvan simuleert de VM de situatie op de Linux-productieserver, waar de deployer met een shellscript wordt gestart. Log in als Administrator en dubbelklik op het desktop-icon 'start deployer'. Alternatief: run D:\opt\tridion\startdeployer.bat Webapplicatieserver starten
Start de webapplicatieserver om de gepubliceerde content te kunnen opvragen. JBoss is niet als service geïnstalleerd. Log in als Administrator en dubbelklik op het desktop-icon 'run jboss on 192.168.231.96'. Alternatief: run D:\opt\jboss-4.0.2\bin\run.bat -c default -b 192.168.231.96
Overige Directoryaccount toevoegen
Gebruik de LDAP-client JXplorer - er staat een icon op de desktop van de Administrator. Connect (menu File | Connect) met de volgende parameters: • • • • •
Host: Port: Protocol: Optional Values • Base DN: Security • Level: • User DN: • Password:
localhost 389 LDAP v3 ou=people,dc=example,dc=com Username + Password cn=Manager,dc=example,dc=com secret
Voeg een nieuw object van de class inetOrgPerson in de context toe via menu Edit | New. CMS gebruiken met een directoryaccount
Open vanaf de host of in de VM met Internet Explorer de URL:
•
http://192.168.231.95
Log in met: • •
User Name: Password:
cmstest password
Op de desktop van de Administrator staat een shortcut 'CMS (LDAP authentication; 192.168.231.95)'. CMS gebruiken met een Windows-account
Open vanaf de host of in de VM met Internet Explorer de URL: •
http://192.168.231.95:81
Log in met: • •
User Name: Password:
Administrator password
Op de desktop van de Administrator staat een shortcut 'CMS (Windows authentication; 192.168.231.95 81)'. Gepubliceerde content bekijken
Open vanaf de host of in de VM met een willekeurige browser de URL: •
http://192.168.231.96
Op de desktop van de Administrator staat een shortcut 'WS (192.168.231.96)'. Docroot bekijken
Op de desktop van de Administrator staat een shortcut naar de document root van de webapplicatie die de website vormt. Dit is de plaats waar de vanuit de contentmanager (naar het publishing target 'cms2local') gepubliceerde content terecht komt. Diverse logfiles bekijken
Op de desktop van de Administrator staan shortcuts naar de folders met de diverse logfiles (Tridion publisher & transporter, Tridion deployer/broker, Tridion linker/broker & JBoss server). Documentatie Tridion bekijken
Op de desktop van de Administrator staat een shortcut naar een folder met Tridion-documentatie. Business connector gebruiken
De business connector is geconfigureerd en actief. Open om de WSDL-definitie op te vragen vanaf de host of in de VM de URL: •
http://192.168.231.95:81/BCListener/BusinessConnectorService.asmx?wsdl
Log in met: • •
User Name: Password:
Administrator password
SiteEdit gebruiken
SiteEdit is actief op de naar cms2local gepubliceerde content (http://192.168.231.96). Log in met een directoryaccount. Tridion-configuratie wijzigen
Op de desktop van de Administrator staat een file 'Tridion.msc' die een managementconsole opent met de voor het beheer van Tridion relevante snapins.