Handleiding traject multiscreening
1.
Wat is traject multiscreening?
Vanuit de vaststelling dat verschillende hulpverleners aan huis komen, of dat hulpverleners vanuit een zeer diverse invalshoek een zelfde woning/hulpverleningssituatie beoordelen, werd onder coördinatie van het Welzijnsconsortium in samenwerking met diverse partners (SEL, Logo, steunpunt woningaanpassing, energiesnoeiers, Wonen-Vlaanderen, provincie …) het instrument multiscreening ontwikkeld. Multiscreening beoogt om in 1 bezoek/een beperkt aantal bezoeken, ongeacht de aanleiding van het bezoek, over meerdere terreinen kernvragen (knipperlichtfunctie) beantwoord te krijgen, zodat indien nodig meerdere hulpverleners aan de slag kunnen. Teneinde zoveel mogelijk diensten te betrekken in het traject multiscreening werd gepoogd om de vragenlijst zo eenvoudig mogelijk te maken. Een vooropleiding en/of ervaring in de verschillende terreinen is niet nodig. Hierdoor kan de vragenlijst vrij snel ingevuld worden door zowel technisch adviseurs, hulpverleners, verzorgenden, gezins- en bejaardenhulp, poetshulp, … De terreinen die in de bevraging aan bod komen zijn woningkwaliteit, levensloopbestendigheid, gezond binnenmilieu, energiezuinigheid, zorgnood en valpreventie. Bij detectie van mogelijke knelpunten wordt een vervolgtraject opgezet o.l.v. een aangestelde organisatie (OCMW – sociaal huis, woondienst …). Dit vervolgtraject kan zich situeren op het niveau van een individuele case. Maar het bundelen van informatie uit vele individuele cases maakt het ook mogelijk om acties op het niveau van een project/lokaal bestuur uit te werken. In het voorjaar 2012 werd het traject multiscreening getest door vier woonzorgprojecten. Op basis van hun bevindingen werd het instrument aangepast. Deze handleiding is de leidraad om aan de slag te gaan met het vernieuwde instrument. Uit de evaluatie blijkt dat het doorlopen van een traject van cruciaal belang is. Werken met multiscreening vraagt het doorlopen van volgende stappen : a) Aanstellen van een aanspreekpunt/een centrale draaischijf b) Uitwerken van een netwerk waarop het aanspreekpunt beroep kan doen c) Afnemen van de vragenlijst d) Opzetten van een vervolgtraject a. Voor de cliënt b. Op projectniveau: detecteren van beleidsinfo De vier stappen samen vormen ‘het traject multiscreening’. In deze handleiding wordt elke stap toegelicht. Met het traject multiscreening willen we een ondersteuning bieden bij hulpverleningssituaties. Hoe men van start wil gaan is een keuze van de centrale draaischijf en/of netwerk. Men kan kiezen om klein te starten met een paar diensten en zo verder te groeien of meteen met zoveel mogelijk diensten, die actief zijn binnen de gemeente, samen te zitten. Men kan kiezen om in eerste instantie enkel de nieuwe hulpverleningssituaties te screenen en pas later ook de bestaande hulpverleningssituaties. Het streefdoel is niet zo veel mogelijk enquêteformulieren ingevuld krijgen op zo’n kort mogelijke periode. Het streefdoel is wel om op een doordachte manier aan de hand van een eenvoudig in te vullen formulier hulp te bieden waar noden worden vastgesteld en dit voor meerdere terreinen. Een tweede streefdoel is om te detecteren waar er nood is om woningen veiliger, gezonder en kwalitatiever te maken en hoe dit eventueel te realiseren. Aan de slag gaan met multiscreening vraagt een engagement van de initiatiefnemer. Alleen wanneer dat engagement er is, dan pas is het wenselijk om met multiscreening aan de slag te gaan.
1
2.
Aanspreekpunt/centrale draaischijf met een netwerk 2.1.
Aanstellen aanspreekpunt/centrale draaischijf
Vooraleer te starten met het afnemen van de vragenlijst is het belangrijk om op projectniveau of op gemeenteniveau één organisatie aan te stellen als aanspreekpunt voor de invullers van de vragenlijst. Het aanspreekpunt biedt de nodige comfortzorg aan de partners in het verhaal. Het aanspreekpunt vervult volgende taken:
Opzetten van het noodzakelijk netwerk voor opvolging multiscreening o In kaart brengen van mogelijke organisaties die deel kunnen uitmaken van het netwerk o Afspraken maken met de organisaties binnen het netwerk mbt omschrijving engagement, doorverwijzing, privacy van cliënten, … o Afspraken over de melding en aanpak van ernstige en onveilige situaties wanneer deze worden vastgesteld
Opzetten van vervolgtraject (uitleg zie 3.2 en 3.3) o Voor de cliënt : vanuit de eigen organisatie of door inschakelen van andere organisaties o Op project/gemeenteniveau : detecteren van beleidsinfo in overleg met netwerk van organisaties
Aandacht voor de cliënt o Aan de client moet toestemming gevraagd worden om de woning/de bewoner te screenen o Aan de client moet toestemming gevraagd worden om met de verzamelde informatie desgevallend aan de slag te gaan o Inschatting maken van de mogelijke gevolgen voor de aanpak van de problematiek en hierop anticiperen (vb aanpak woonkwaliteit mag niet leiden tot meer uithuiszettingen, werken aan gezond binnenmilieu mag niet leiden tot weghalen van bv huisdier dat op zijn beurt aanleiding kan zijn tot sociaal isolement)
Verzamelen van de ingevulde vragenlijsten (digitaal of op papier)
De verzamelde vragenlijsten via het aangeleverde instrument doorsturen naar de provincie voor verwerking van de gegevens op projectniveau/gemeenteniveau (uitleg zie 3.3 en 4)
Volgende organisaties kunnen de rol van aanspreekpunt op zich nemen: woonzorgprojecten (als samenwerkingsverband tussen wonen, zorg en welzijn), de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op vlak van wonen, een sociaal huis, het ocmw … 2.2.
Netwerk van organisaties
Het aanspreekpunt vormt een netwerk van organisaties rond zich waarop beroep kan gedaan worden bij evt. opzetten van een vervolgtraject op cliëntniveau. Het netwerk bestaat uit die organisaties die expert zijn op de diverse terreinen nl. woningkwaliteit, levensloopbestendigheid, gezond binnenmilieu, energiezuinigheid, zorgnood en valpreventie. Het engagement van een organisatie in het netwerk kan bestaan uit Afnemen van vragenlijsten Rol opnemen in het vervolgtraject op cliëntniveau Mee nadenken over en uitwerken van beleidsmaatregelen bij opzetten van vervolgtraject op projectniveau De organisatie bepaalt in overleg met de draaischijf het engagement. Bv. een organisatie kan zich beperken tot opnemen van een rol in het vervolgtraject.
2
Het netwerk wordt opgezet op basis van de organisaties actief binnen het project of binnen de gemeentegrenzen. Enkele voorbeelden van organisaties die kunnen meestappen in het netwerk opgesplitst over de diverse terreinen:
Woningkwaliteit o Voor een uitgebreidere controle mbt woningkwaliteit, meer info mbt premies, … kan evt. beroep gedaan worden op de huisvestingsambtenaar, het intergemeentelijke samenwerkingsverband wonen, wooninspecteurs Wonen Vlaanderen o Aanpakken van kleine klusjes kan door inschakelen van diverse klusjesdiensten
Levensloopbestendigheid o Wenst de cliënt bijkomende informatie mbt aanpassingen in de woning (premies, organisaties) .. kan evt. beroep gedaan worden op de huisvestingsambtenaar, het intergemeentelijke samenwerkingsverband wonen … o Wenst de cliënt de woning aan te passen door een aantal ingrepen kan evt. beroep gedaan worden op regionale dienstencentra, steunpunt woningaanpassing …
Gezond binnenmilieu o voor een uitgebreidere screening, voorstellen van aanpak … kan evt. beroep gedaan worden op het OCMW, het Logo …
Energiezuinigheid o voor een uitgebreide scan en/of tips naar aanpassing kan beroep gedaan worden op energiesnoeiers o informatie mbt premies kan ook verkregen worden bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband wonen, de huisvestingsambtenaar …
Zorgnood o voor vragen, meer info, inschakelen van diensten kan beroep gedaan worden op de huisarts, het OCMW, de mutualiteiten, de diensten gezinszorg …
Valpreventie o meer informatie en tips mbt valpreventie kan verkregen worden bij het OCMW (boebsproject), regionale dienstencentra, lokale dienstencentra, … o aanpassingen van de woning kunnen geadviseerd en begeleid worden vanuit steunpunt woningaanpassing, regionale dienstencentra …
De afspraken tussen de partners kan eventueel geformaliseerd worden dmv een engagementsnota. 3.
Gebruik vragenlijst en opzetten van vervolgtraject 3.1.
De vragenlijst
Bij de opmaak van de vragenlijst werden volgende uitgangspunten gehanteerd: De vragen moeten eenduidig zijn: er wordt telkens maar 1 item bevraagd. De vragen moeten eenvoudig zijn: het invullen van de vragenlijst vergt geen vooropleiding. De vragen moeten een knipperlichtfunctie hebben: de antwoorden op de vragen geven een indicatie van een problematiek. De antwoorden zeggen niet of en welke aanpak er op moet volgen. De vragenlijst moet kort zijn, en op een beperkte tijdsspanne kunnen afgenomen worden. Dit betekent dat er per thema een beperkt aantal vragen worden gesteld, en dat de vragenlijst niet de pretentie/ambitie heeft meer uitgebreide sectorale screeningsinstrumenten te vervangen.
3
De vragenlijst wil op diverse terreinen (kwaliteit van de woning, gezond binnenmilieu, energiezuinigheid, levensloopbestendigheid, valpreventie en zorgscan) een beperkte screening doen.
Hoe omgaan met de vragenlijst? De vragenlijst is een screeningsinstrument voor een welbepaalde persoon/gezin in een welbepaalde woonsituatie. De screening heeft tot doel te achterhalen of in de bepaalde situatie een aanpak (vervolgtraject) wenselijk/noodzakelijk is. Omwille hiervan wordt op het document een adres gevraagd. In de vragenlijst komen diverse thema’s aan bod. Deze worden ook expliciet benoemd. De vragenlijst is ook gestructureerd volgens deze thema’s. Binnen bepaalde thema’s zijn ook subthema’s te onderkennen. Deze zijn mee vermeld op het formulier. De bedoeling hiervan is dat het voor personen die niet thuis zijn in de materie duidelijk is welke vraag over welk item informatie verstrekt. Bepaalde vragen kunnen fungeren als knipperlicht bij meerdere thema’s. Aangezien de thema’s de kapstok vormen voor de vragenlijst, worden deze vragen die bij meerdere thema’s horen, meerdere keren opgenomen in de vragenlijst. Ze zijn echter in een lichtere font opgemaakt, wat betekent dat je de vraag niet meer opnieuw moet stellen, het antwoord staat er immers al boven. De vragen zijn zo veel als mogelijk ja/nee vragen.
3.2.
Het individuele vervolgtraject
Multiscreening beoogt om in 1 bezoek/een beperkt aantal bezoeken, ongeacht de aanleiding van het bezoek, over meerdere terreinen kernvragen (knipperlichtfunctie) beantwoord te krijgen, zodat indien nodig meerdere hulpverleners aan de slag kunnen. Hier komt het belang van een centraal aanspreekpunt op de proppen: het centrale aanspreekpunt moet als het ware de draaischijf zijn in het beoordelen van de individuele situatie en het opzetten (in partnerschap) van een vervolgtraject. Een eerste stap is dus het inschatten van de situatie. Dit kan aan de hand van de vragenlijst. De vragen zijn steeds ja/nee vragen. Aan de ja en de nee werd een score van 1 of 0 toe. Een 0 wijst op het afwezig zijn van een problematiek, een 1 duidt op het aanwezig zijn van een problematiek. Een 1 fungeert m.a.w. als een knipperlicht. Voor de eenvoud en de visibiliteit kreeg de 1 een rode kleur. Na het berekenen van de score per vraag, per subdimensie, per dimensie moet het centrale aanspreekpunt een beoordeling maken van de situatie, bepalen of en welk vervolg moet gegeven worden, en hiervoor de nodige mensen binnen het netwerk aanspreken.(= tweede stap). Als derde stap in het individuele vervolgtraject is de opvolging. Het is niet alleen wenselijk dat een aantal hulpverleners aan het werk worden gezet. Het proces verdient ook opvolging. Desgewenst kan men na een bepaalde periode de screening nog eens opnieuw afnemen, om te beoordelen of de situatie ten goede is geëvolueerd en of er ondertussen andere /nieuwe problematieken kunnen worden gedetecteerd (het screeningsinstrument fungeert op deze manier als een soort monitoringinstrument.) Het traject kan op die manier uitgroeien tot een soort permanente screening. 3.3.
Het vervolgtraject op projectniveau
Het screeningsinstrument kan ook gehanteerd worden om, los van individuele situaties, voor een ruimere gebiedsomschrijving (buurt, wijk, dorp,…) mogelijke problemen te detecteren. Het screeningsinstrument wordt hierbij ingezet als een instrument om beleidsinformatie te achterhalen. Men wil als het ware door op ruime schaal te screenen, informatie verzamelen over de thematieken die spelen in een bepaald geografsich gebied. Op basis van deze informatie wordt dan een actieplan op projectniveau opgezet.
4
Het individuele vervolgtraject is hier niet de eerste ambitie. Het screeningsinstrument wordt hierbij gehanteerd als enquêteformulier. Om beleidsinformatie te detecteren is een analyse nodig van een groot aantal enquêtes. Om een degelijke anayse mogelijk te maken wordt vooropgesteld om minimum 100 situaties te beoordelen. De analyse van de gegevens gebeurt anoniem (adresgegevens van bewoners worden bv. niet doorgegeven). Het Steunpunt Sociale Planning engageert zich om bij dergelijk grote aantallen de screenings te verwerken. Van de projecteigenaar wordt verwacht dat hij de data input. Hiertoe zal door de provincie een instrument ontwikkeld worden. Ook projecten die het screeningsinstrument hanteren in functie van individuele trajectopvolging kunnen desgewenst van deze service gebruik worden, door bv. na verloop van een jaar alle screenings te laten analyseren. Ook hier weer wordt van de initiatiefnemer verwacht dat hij de data-input voor zijn rekening neemt. 4.
Aanbod provincie
Begeleiding bij opstart traject multiscreening Initiatiefnemers die van start willen gaan met een traject multiscreening kunnen beroep doen op de dienst welzijn - provincie West-Vlaanderen voor begeleiding tijdens de opstart. De begeleiding kan diverse vormen aannemen en wordt bepaald in samenspraak en op maat van de initiatiefnemer. Enkele voorbeelden van begeleiding: traject multiscreening komen voorstellen, mee nadenken hoe het netwerk er moet uitzien, bekijken welke partners ontbreken (en evt. contacteren), mee nadenken op het overleg met het netwerk, antwoord bieden op vragen van de initiatiefnemer … Deze begeleiding inschakelen kan door contact op te nemen met Filip Van Lancker(E
[email protected] ). Begeleiding bij lopende traject multiscreening De provincie biedt ook ondersteuning tijdens de periode waarmee gewerkt wordt met multiscreening. Deze ondersteuning kan bestaan uit bijwonen van overlegmomenten met het netwerk (bv. voor bespreking van resultaten op projectniveau), beantwoorden van specifieke vragen en het organiseren van een overlegtafel multiscreening. Op deze overlegtafel worden de diverse draaischijven samengebracht om kennis en ervaring uit te wisselen. Ter beschikking stellen van vragenlijst (kan in geprinte versie of als pdf) De vragenlijst wordt door de provincie ter beschikking gesteld. De vragenlijsten kunnen op papier opgevraagd worden of in pdf-vorm. Alle informatie zal binnenkort ook beschikbaar zijn op www.west-vlaanderen.be/welzijn/wonen&woonomgeving/multiscreening.
Verwerking van vragenlijst voor vervolgtraject op projectniveau De projecten kunnen desgewenst multiscreening als een enquêteformulier hanteren om beleidsinformatie op projectniveau te detecteren. Hierbij is het noodzakelijk om over een relatief groot aantal gegevens te beschikken. Als streefdoel worden 100 enquêtes vooropgesteld. Dit is noodzakelijk om op een correcte wijze uitspraken over een buurt/wijk/dorp te maken op basis van een beperkt aantal screenings. Het Steunpunt Sociale Planning zal de analyse van de gegevens voor haar rekening nemen. Van de projecteigenaar wordt verwacht dat hij de data input. Hiertoe zal door de provincie een instrument ontwikkeld worden. Na de analyse van de resultaten is een terugkoppeling voorzien in het project. Op basis van de resultaten kan door de projecteigenaar een actieplan opgesteld worden. Ook projecten die voornamelijk geïnteresseerd zijn in multiscreening omwille van de individuele opvolging, kunnen van deze service gebruik maken om na verloop van een zekere periode (bv. na 1 jaar werken) informatie op projectniveau te genereren.
5
Meer info?
Filip Van Lancker, Dienst welzijn – provincie West-Vlaanderen T 050 40 32 18 - E
[email protected]
6