Handleiding ReSound ZigaTM AHO ZG71-DVI, ZG71-DI
ReSound ZigaTM Uw nieuwe digitale ReSound ZigaTM hoortoestellen stellen u in staat om weer geluiden te horen die u door uw gehoorverlies in geen jaren gehoord heeft. Ervaring en motivatie spelen een belangrijke rol bij het leren omgaan met hoortoestellen. Sommige mensen wennen snel aan hun toestellen en de nieuwe geluidservaring, anderen hebben meer tijd nodig. Doel van deze handleiding is u informatie te geven over de vele aspecten van het gebruik van hoortoestellen. Deze zijn door uw audicien natuurlijk zo goed mogelijk aangepast aan uw gehoorverlies. Door snel vertrouwd te raken met alle functies behaalt u vervolgens het optimale voordeel. ReSound Ziga™ is een handelsmerk van ReSound A/S.
2
Inhoud Uw ReSound Ziga hoortoestel . . . . . . . . . . . . . 4 Wennen aan een nieuwe geluidswereld . . . . . 6 Nieuwe geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Hoe went u er aan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Uw hoortoestel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 8 Aan/uit functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Plaatsen van het toestel - standaard oorstukje 9 Plaatsen van het toestel - ThinTube . . . . . . . . . 10 Verwijderen van het hoortoestel . . . . . . . . . . . 11 Volumeregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Stand-by functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Telefoongebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14-15
Gebruik ringleidingsystemen . . . . . . . . . . . . . . 16 Direct Audio Input (DAI) . . . . . . . . . . . . . . . 18-19 Waarschuwing lage batterijspanning . . . . . . 20 Vervangen batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22-23 Reinigen oorstukje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Reinigen ThinTube en eartip . . . . . . . . . . . . . 25 Bevestigen van de eartip . . . . . . . . . . . . . . 26-27 Algemene voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 28-31 Reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . 34-39 3
Uw ReSound Ziga hoortoestel Programmakeuzeschakelaar Batterijlade en Aan/Uit schakelaar Geluidsuitgang 1e Microfoonopening 2e Microfoonopening Volumeregelaar (optioneel) Direct Audio Input (DAI) Links/rechts indicator (Rechts = Rood, Links = Blauw) 9. Batterijslot 10. Model en serienummer 11. Fabrikant
4
5
4
1
6
3
10
8/9
7
8/9 2
4
ZG71-DI
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
2 11 5
Wennen aan een nieuwe geluidswereld Nieuwe geluiden Waarschijnlijk is uw gehoorverlies gedurende vele jaren langzaam opgelopen. U bent gewend geraakt aan een alledaags leven met minder geluid, wat betekent dat u ook minder lawaai gewend bent dan mensen met een goed gehoor. Met uw nieuwe hoortoestellen zult u vele geluiden gaan ervaren die u wellicht in geen jaren gehoord heeft. Het zal tijd kosten om weer te wennen aan al die geluiden. Enkele voorbeelden hiervan zijn: • een tikkende klok • het omslaan van de krant • kinderstemmen 6
• • • •
gefluister het verkeer het fluiten van vogels het geluid van uw eigen voetstappen
Hoe went u er aan? Als u nog geen ervaring hebt met hoortoestellen en niet direct gewend bent adviseren wij u: 1. Gebruik uw toestellen elke dag. 2. Draag uw toestellen de eerste week slechts een paar uur per dag. 3. Voer de tijd dat u ze draagt geleidelijk op. Het kan enkele maanden duren voordat uw hersenen zich aangepast hebben aan alle ‘nieuwe’ geluiden om u heen. Gebruik uw hoortoestellen daarom in het begin vooral in rustige omgevingen, met een comfortabel volume (uw audicien zal hiervoor zorgen). Luister bewust naar alle geluiden thuis, zoals een tikkende klok, stromend water in de wasbak of het gekletter van bestek en raak daar aan gewend. Praat met iemand die u goed kent, in een stille omgeving. Luister thuis naar radio en TV. Na enige tijd kunt u ook de meer veeleisende situaties aan, zoals een gesprek in een gezelschap van drie of meer personen. 7
Uw hoortoestel gebruiken Aan/uit functie 1. Wanneer de batterijlade geheel gesloten wordt, staat het hoortoestel aan en wordt programma 1 geactiveerd. 2. U kunt het hoortoestel uitschakelen door met uw vingertop het randje aan de onderzijde van het toestel naar beneden te drukken. 3. De batterijlade klapt gedeeltelijk open en het hoortoestel is uitgeschakeld. 4. Schakel het hoortoestel uit indien u het niet draagt. Uw toestel hoeft pas aan te staan als u het achter het oor hebt geplaatst en het slangetje goed in uw oor zit. Als u het lastig vindt dat het al aan staat tijdens het plaatsen kan uw audicien de SmartStart functie inschakelen. Dit voorkomt het ongewenste fluiten tijdens het plaatsen. Het toestel gaat dan pas 10 seconden na het sluiten van de batterijlade echt aan. In de tussentijd hoort u iedere seconde een toontje. 8
Plaatsen van het toestel – standaard oorstukje 1. Neem het oorstukje tussen duim en wijsvinger en zorg dat de ‘punt’ naar uw oor wijst. 2. Schuif het oorstukje helemaal in uw oor met een voorzichtige, draaiende beweging. Indien u uw oorschelp voorzichtig naar achteren trekt met uw andere hand, kan dit het plaatsen vergemakkelijken. 3. Draai het bovenste gedeelte van het oorstukje voorzichtig naar voren en naar achteren, zodat het oorstukje achter de huidplooi boven uw oorkanaal past. 4. Plaats het hoortoestel achter uw oor. 5. Beweeg het oorstukje naar boven en onderen en druk voorzichtig om te zorgen dat het goed in uw oor zit. U voelt vanzelf aan of het oorstukje op de juiste plek zit. 6. Wanneer alles goed zit en het toestel nog niet aanstaat, kunt u het aanzetten door de batterijlade te sluiten. 9
Plaatsen van het toestel - ThinTube 1. Hang het toestel over de bovenkant van uw oor. 2. Pak de ThinTube geluidsslang beet bij de kromming en duw de eartip in uw gehoorgang. De eartip moet zo ver in het oor worden geplaatst dat de geluidsslang langs uw hoofd ligt. 3. Het is belangrijk dat de geluidsslang en de eartip goed in uw gehoorgang geplaatst worden. 4. Wanneer geluidsslang en eartip juist geplaatst zijn, ziet u de geluidsslang niet uit uw oor steken als u in de spiegel kijkt. Opmerking Probeer nooit zelf het geluidsslangetje om te buigen of de vorm te veranderen. 10
Verwijderen van het hoortoestel U kunt gemakkelijk met uw duim en wijsvinger de geluidsslang uit uw oor verwijderen. Raadpleeg uw audicien als u moeilijkheden heeft met het plaatsen en het verwijderen van het hoortoestel. Volumeregelaar ReSound Ziga model ZG71-DVI beschikt over een volumeregelaar voor het harder en zachter zetten. Zet het hoortoestel stapsgewijs harder door de volumeregelaar naar boven te tikken en zachter door deze naar beneden te tikken. Voor elk niveau harder of zachter, hoort u een pieptoon. Als u het maximum of minimum heeft bereikt, hoort u een lagere toon. Let op: de geluidssterkte van uw hoortoestel wordt door de audicien ingesteld op het voor u optimale niveau. Hierdoor is het mogelijk dat u het niveau naar boven minder kunt aanpassen dan naar beneden of andersom. 11
Programmakeuze Uw audicien heeft wellicht meerdere programma’s in uw hoortoestel geprogrammeerd. 1. Selecteer een volgend programma door de programma keuzeschakelaar 1x in te drukken. 2. Het aantal tonen dat u hoort geeft aan welk programma u heeft geselecteerd. 3. Na het laatste programma schakelt het toestel weer door naar programma 1. U kunt ook altijd terugkeren naar programma 1 door uw hoortoestel uit of stand-by te zetten en vervolgens weer in te schakelen.
12
Uw persoonlijke programma’s Programma
Wanneer te gebruiken
1 2 3 4
13
Stand-by functie In de stand-by stand geeft het toestel geen geluid aan het oor. U zet het hoortoestel in de stand-by stand door de programmakeuzeschakelaar 5 seconden ingedrukt te houden totdat u een aantal pieptonen hoort. U kunt het toestel dan pas na 5 seconden weer aanzetten. Druk hiertoe de programmakeuzeschakelaar kort in.
programmeren. Door het luisterspoelprogramma te selecteren, zal het hoortoestel alleen de geluiden opvangen die afkomstig zijn van de telefoon.
Let op: in de stand-by stand gebruikt het hoortoestel nog wel een (minimale) hoeveelheid stroom.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een luisterspoelprogramma, kunt u nog steeds telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt. Veel hoortoestellen ‘fluiten’ in de nabijheid van een telefoon. Om dit geluid te reduceren, is uw hoortoestel voorzien van een zogenaamd “Digital Feedback Suppression” (DFS) systeem. Houd de hoorn dicht bij het hoortoestel, maar niet direct er tegen aan. Indien er sprake is van fluiten, kan het een aantal seconden duren voordat het hoortoestel zich automatisch aanpast.
Telefoongebruik Telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt vergt vaak enige oefening. Uw hoortoestel kan voorzien zijn van een inductie- ofwel luisterspoel die magnetische golven van een voor hoortoestellen geschikte telefoon opvangt. Uw audicien kan de luisterspoel 14
Bij gebruik van het luisterspoelprogramma dient u de hoorn van de telefoon vast te houden zoals aangegeven op de tekening. Wellicht moet u de hoorn iets draaien om de beste ontvangst te krijgen.
15
Gebruik van ringleidingsystemen Veel openbare gelegenheden, zoals scholen, theaters en kerken, zijn uitgerust met ringleidingsystemen. Selecteer het luisterspoelprogramma om gebruik te maken van een ringleidingsysteem. U hoort vervolgens een helder geluidssignaal via het ringleidingsysteem. Indien het hoortoestel niet functioneert in het luisterspoelprogramma, is het ringleidingsysteem misschien niet in werking. Indien een school, theater of kerk niet beschikt over een ringleidingsysteem, probeer dan zoveel mogelijk vooraan te zitten en maak gebruik van een van de microfoonprogramma’s.
16
17
Direct Audio Input (DAI) De ReSound Ziga beschikt met de Direct Audio Input over de mogelijkheid om via een audioschoentje een directe en ongestoorde verbinding met apparaten als televisie, radio en afstandsmicrofoon te krijgen. Dit verbetert vaak de geluidskwaliteit. Hoe verbindt u het audioschoentje aan het hoortoestel: 1. Zorg ervoor dat de tip van het audioschoentje eerst in de audio-aansluiting aan de achterzijde van het toestel geplaatst wordt. 2. Klik het schoentje vervolgens op het toestel. 3. Het schoentje is nu verbonden. 1
18
2
Hoe maakt u het audioschoentje los: 4. Druk op het knopje aan de voorzijde van het schoentje.
4
5
5. Haal het schoentje voorzichtig van het toestel.
De geluidsbron wordt via een kabel of een draadloos FM systeem verbonden met het audioschoentje. U koppelt het schoentje met een klik aan het hoortoestel. Zodra hij is aangesloten, schakelt het hoortoestel automatisch over naar Direct Audio Input.
3 19
Waarschuwing lage batterijspanning Wanneer de batterijspanning daalt naar een bepaald niveau, hoort u een zacht piepsignaal. Dit signaal herhaalt zich elke 5-10 minuten, totdat de batterij volledig leeg is. Het hoortoestel schakelt dan automatisch uit. U dient nu de batterij te vervangen. Het is daarom verstandig altijd reservebatterijen bij de hand te hebben. Let op: als de batterijspanning laag is, neemt de werking van het hoortoestel af.
Vervangen batterij 1. Open de batterijlade door het hoortoestel uit te schakelen en hem vervolgens met uw vingernagel helemaal te openen. 2. Gebruik een magneet om de batterij makkelijk uit de batterijlade te krijgen. 3. Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe met de “+” (vlakke) kant aan de open zijde van de batterijlade. Sluit de batterijlade voorzichtig. Druk niet te hard omdat dit uw hoortoestel kan beschadigen. 4. Gebruik altijd een type 13 zink-lucht batterij of oplaadbare accu’s van type 13. Tip verwijder de batterij indien u het toestel langere tijd niet draagt om schade door corroderende batterijen te voorkomen.
20
21
Onderhoud Dagelijks onderhoud Houd uw hoortoestel schoon en droog. Reinig het hoortoestel na gebruik met een zachte doek of tissue om vuil en vocht te verwijderen. Plaats het hoortoestel met een droogmiddel een nacht in een afgesloten houder indien het hoortoestel is blootgesteld aan hoge vochtigheid of transpiratie. Informeer bij uw audicien welk droogmiddel u het beste kunt gebruiken. Houd s.v.p. ook de contacten van de audio-input (zie figuur op pagina 4/5) schoon door deze geregeld met een borsteltje te reinigen. Doe hierbij de batterijlade open.
22
Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om storingen en reparaties te vermijden: 1. Dompel het hoortoestel nooit in water of andere vloeistoffen, dit kan blijvende schade aan het hoortoestel veroorzaken. 2. Behandel uw hoortoestel met zorg. Laat het niet op harde oppervlakken of vloeren vallen. 3. Leg het hoortoestel niet in de nabijheid van warmtebronnen of in direct zonlicht. Overmatige warmte kan het hoortoestel beschadigen of de behuizing vervormen.
23
Reinigen oorstukje Reinig het oorstukje regelmatig. 1. Verwijder het oorstukje en het geluidsslangetje van het hoortoestel.
Reinigen ThinTube en eartip De ThinTube en de eartip moeten regelmatig worden schoongemaakt. 1. Haal de ThinTube van het toestel voordat u gaat schoonmaken.
2. Gebruik handwarm water om het oorstukje van vet te ontdoen.
2. Gebruik een vochtige doek om de ThinTube en de eartip aan de buitenzijde te reinigen.
3. Wanneer er oorsmeer in het geluidskanaal zit, kunt u dit verwijderen met handwarm water en het borsteltje. 5. Maak het oorstukje en slangetje zorgvuldig droog voordat u het aan het hoortoestel verbindt.
3. Gebruik het zwarte schoonmaakstaafje om vuil uit de ThinTube te “drukken”. Steek het schoonmaakstaafje in de plek waar de ThinTube is verbonden met het toestel en duw dit door de geluidsslang en door de eartip naar buiten.
Het geluidsslangetje, dat het oorstukje met het hoortoestel verbindt, dient te worden verwisseld als het stijf of broos wordt. Raadpleeg uw audicien indien u het slangetje niet zelf kunt verwisselen.
Tip! Spoel de ThinTube en de eartip niet af met water, omdat de kans bestaat dat een waterdruppel in de ThinTube blijft zitten. Indien dit het geval is kan er geen geluid door de ThinTube en kan de elektronica van het toestel beschadigd raken.
4. Blaas zacht door het geluidsslangetje om achtergebleven vocht te verwijderen.
24
25
De ThinTube en de eartip moeten om de drie maanden vervangen worden of eerder indien de ThinTube broos of stijf wordt. Bevestigen van de eartip U kunt de eartip door uw audicien laten vervangen. Indien uw audicien u instrueert de eartips zelf te vervangen, let dan op het volgende: 1
2
1. Bevestig de eartip op de ThinTube door hem over de randjes van de ThinTube te duwen (1)+(2). 2. Zorg ervoor dat de eartip goed vastzit aan de ThinTube voordat u hem in uw oor steekt. Het niet juist vervangen van de eartips kan tot verwondingen leiden. 26
TulipDome De TulipDome bestaat uit twee “bladeren”. Zorg ervoor dat het grootste “blad” aan de buitenkant zit (C). 1. Duw met uw wijs- en middelvinger (A) de “bladeren” weg van de ThinTube. 2. Hierdoor buigt het grote “blad” naar voren. 3. Vervolgens duwt u het terug bovenop het kleinste “blaadje” (B). 4. De TulipDome is nu gereed om geplaatst te worden (C).
A
B
C
27
Algemene voorzorgsmaatregelen 1. Laat uw toestellen niet liggen in de zon, bij een open vuur of in een hete, geparkeerde auto. 2. Draag uw toestellen niet tijdens het douchen of zwemmen, in de regen of in een erg vochtige omgeving, zoals een sauna. 3. Als uw toestel vochtig is geworden plaatst u het in een droogdoosje met een droogmiddel. U kunt hiervoor terecht bij uw audicien. 4. Draag uw toestellen niet tijdens het aanbrengen van cosmetica, zoals parfum of aftershave, haarlak en zonnebrandmiddel. Als dit in de toestellen terecht komt kunnen deze beschadigd raken.
Algemene waarschuwingen 1. Raadpleeg uw huisarts als u een vreemd voorwerp in uw gehoorgang aantreft, als u huidirritatie ondervindt of als u last heeft van overmatig oorsmeer bij het dragen van uw hoortoestel. 2. Verschillende soorten straling, bijvoorbeeld van NMR, MRI of CT scanners, kunnen uw hoortoestel beschadigen. Draag uw hoortoestel daarom niet tijdens deze of soortgelijke scanprocedures. Andere soorten scanners (inbraakalarm, bewegingsmelders, radio apparatuur, mobiele telefoons, etc.) bevatten minder straling en beschadigen uw hoortoestel niet. Ze kunnen echter wel tijdelijk de geluidskwaliteit van hoortoestellen beïnvloeden of vreemde geluiden veroorzaken. 3. Draag uw hoortoestel niet in mijnen of andere explosieve ruimten, tenzij deze ruimten zijn vrijgegeven voor het gebruik van hoortoestellen.
28
29
4. Laat uw hoortoestellen niet dragen door anderen. Dit kan schadelijk zijn voor hun gehoor. 5. Omdat het een elektrisch instrument betreft moet bij kinderen en bij geestelijk gehandicapten altijd worden toegezien op een correct gebruik.
Waarschuwing bij gebruik van batterijen 1. Stop batterijen niet in de mond. Bij het inslikken van batterijen, raadpleeg onmiddellijk een arts.
6. Hoortoestellen moeten gebruikt worden zoals ingesteld door uw audicien. Gebruik met sterk afwijkende instellingen kan mogelijk tot extra gehoorverlies leiden.
3. Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden; ze kunnen gaan lekken of ontploffen.
2. Houd batterijen uit de buurt van kinderen en huisdieren. 4. Verbrand geen batterijen. 5. Laat gebruikte batterijen niet langere tijd in het toestel zitten. Vervang de batterijen direct als u het batterij-leeg signaal hoort. 6. Batterijen bevatten gevaarlijke stoffen en dienen te worden ingeleverd als klein chemisch afval. Batterijen niet zomaar weggooien.
30
31
Reparaties Als uw ReSound hoortoestel niet goed functioneert, dient het te worden gerepareerd door een gecertificeerd servicemonteur. Probeer nooit zelf de kast van het hoortoestel te openen, anders vervalt het recht op garantie. Indien uw hoortoestel gerepareerd dient te worden, neem dan contact op met uw audicien.
32
Technische gegevens Maximale output (2cc Coupler / IEC 60118-7) ZG71-DVI/DI - Klassiek
126 dB SPL (Typical)
ZG71-DVI/DI - ThinTube
129 dB SPL (Typical)
33
Oplossen van problemen SYMPTOOM Geen geluid
34
OORZAaK
MOGELIJKE OPLOSSING
• Toestel in stand-by functie
• Activeren door indrukken van programmakeuzeschakelaar
• Toestel is uitgeschakeld
• Toestel inschakelen
• Lege batterij
• Batterij vervangen
• Lege accu
• Accu opladen
• Batterij verkeerd geplaatst
• Batterij op juiste wijze plaatsen
• Verstopt oorstukje of eartip
• Oorstukje of eartip reinigen
• Verstopt toonbochtfilter
• Raadpleeg uw audicien 35
Oplossen van problemen SYMPTOOM Niet hard genoeg
36
OORZAaK
MOGELIJKE OPLOSSING
• Los oorstukje
• Raadpleeg uw audicien
• Verstopt oorstukje
• Reinig oorstukje
• Verandering in gehoor
• Raadpleeg uw audicien
• Overmatig oorsmeer
• Raadpleeg uw arts
• Verstopt toonbochtfilter
• Raadpleeg uw audicien
• Volume te laag ingesteld
• Raadpleeg uw audicien
37
Oplossen van problemen SYMPTOOM Fluittonen
38
OORZaAK
MOGELIJKE OPLOSSING
• Los oorstukje
• Verwijderen en opnieuw plaatsen
• DFS kalibratie niet goed
• Raadpleeg uw audicien
• Eartip zit niet goed
• Verwijderen en opnieuw plaatsen
• Teveel oorsmeer
• Raadpleeg uw arts
• Slangetje zit los
• Vervang het slangetje
• Hoortoestel niet optimaal ingesteld
• Raadpleeg uw audicien
39
Oplossen van problemen SYMPTOOM Onduidelijk, vervorming
OORZAaK
MOGELIJKE OPLOSSING
• Lege batterij
• Batterij vervangen
• Slecht passend oorstukje of eartip
• Raadpleeg uw audicien
• Hoortoestel beschadigd
• Raadpleeg uw audicien
• Hoortoestel niet optimaal ingesteld
• Raadpleeg uw audicien
Raadpleeg uw audicien bij overige problemen.
40
41
Gooi uw oude hoortoestel niet zomaar weg. Raadpleeg hiervoor uw audicien.
42
43
Nederland GN Hearing Benelux B.V. ReSound Postbus 85 6930 AB Westervoort Tel.: +31 (0)26 319 5000 Fax: +31 (0)26 319 5001 www.resound.nl
Vragen met betrekking tot de EU Medische richtlijn 93/42/ EEC dienen te worden gericht aan ReSound A/S.
Contactgegevens België Tel.: 02 513 55 91 Fax: 02 502 04 09
[email protected]
16703202-NL-11.02 Rev. D
Internationaal Hoofdkantoor ReSound A/S Lautrupbjerg 7 DK-2750 Ballerup Denmark Tel.: +45 45 75 11 11 Fax: +45 45 75 11 19 www.resound.com