HANDLEIDING kwaliteitswijzer VCO-Consent 1. 2. 3. 4. 5.
Kwaliteitswijzer algemeen overzicht Kwaliteitswijzer onderwijsperspectief Kwaliteitswijzer leerlingperspectief Kwaliteitswijzer groepsplan Kwaltiteitswijzer driehoeksgesprek school-ouders-leerling.
Ad Kappen februari 2014.
1
Visie.
Passend onderwijs VCO-CONSENT Leerprestaties en gedrag Diepteam Speciaal onderwijs Speciaal basisonderwijs PLUS
actief terugplaatsingsbeleid 1-5%
Basis-breedte team SPOE • orthopedagoog • collegiaal-consulent • coach passend onderwijs
5-10%
1-5% 5-10%
Basis-breedteteam SPOE • Collegiaal-consulent • orthopedagoog • coach passend onderwijs •
Basisondersteuning-extra
Breedte-ondersteuning -leerlingperspectief 5 velden van onderwijsondersteuning.
Basisondersteuning Basisondersteuning-plus Onderwijsperspectief 5 velden onderwijsondersteuning •leerprestaties • seo en gedrag • begaafdheid • ogw, hgw en opw • ononderhandelbare doelen en afspraken • kwaliteitswijzer
LET OP! Bij het werken met de kwaliteitswijzer is het gehele team betrokken. De directeur is verantwoordelijk, hij / zij legt verantwoording af aan ouders, bestuur en inspectie.
Het schoolteam wordt ondersteund door het basis-breedteteam van SPOE: -orthopedagoog -coach passend onderwijs – leren (collegiaal-consulent) -coach passend onderwijs – gedrag Het basis-breedteteam kan een beroep doen op externe ondersteuning : -onderwijsadviseur -maatschappelijk werkende -schoolverpleegkundige. Basisschool voldoet aan de voorwaarden van het basisondersteunings-profiel. Basisondersteuning-extra wordt ingevuld door één van de vijf velden van onderwijsondersteuning. Dit wordt gebaseerd op het onderwijsperspectief of op het leerlingperspectief. Deze twee begrippen worden in deze notitie nader besproken.
2
1. Kwaliteitswijzer algemeen overzicht
Formulier kwaliteitswijzer algemeen overzicht.
Werkwijze 1. 2. 3. 4. 5. 6. 3
Naam leerling Uitslag van de nscct Niveau score CITO (AB = groen, C=geel, DE=rood) of ( I=groen II-III-IV=geel, V=rood) Vaardigheidsscore DLE. Bepalen met DOTCOM Leerrendement (boven = groen. Op=geel, onder = rood)
SAQI en mening van leerkracht.
I Drie kolommen: 1-2-3: rood, onder het gemiddelde 4-5-6: geel, gemiddeld 7-8-9: groen boven gemiddeld Let op: dit formulier kwaliteitswijzer algemeen overzicht werkt alleen onder Windows 8. De beveiligingen moeten worden uitgeschakeld (knop links boven). Als u niet beschikt over Windows 8 dan wordt het formulier kwaliteitswijzer versie 2 aanbevolen. Voor het werken met dit formulier versie 2 moet u middels opmaak de cellen zelf inkleuren. Mening van de leerkracht. Belangrijk bij waarderen en interpreteren van de uitkomsten op onderwijsperspectief en op leerlingperspectief.
Eerste analyse. • • • 4
Welke leerlingen wijken in positieve of negatieve zin af? Welke leerlingen scoren op de NSCCT erg hoog op mis. Wat is het gemiddelde leerpotentieel van de groep? Hoe groot is de spreiding > of < 15.
2. Kwaliteitswijzer: onderwijsperspectief.
Werkwijze. 1. Vaststellen van het statusmodel, de absolute score. Dit zijn de leerprestaties, zoals gewaardeerd door CITO. Indeling van de leerlingen in niveau A-E. of I-V. In het algemeen overzicht zijn de leerlingen ingedeeld op basis van het leerpotentieel, een cohort met een bepaald verwacht leerrendement. 2. Leerlingen die behoren tot een bepaald cohort gaan we samenvatten. We gaan eerst bepalen hoeveel leerlingen een score van A of B (I-II) hebben behaald. Dit aantal zetten we af tegen het totaal aantal leerlingen van dit cohort. Is het aantal leerlingen die A of B (I-II) hebben gescoord >dan de SPOE norm, dan is dit groen. Tussen CITO-norm en SPOE, geel en onder de CITO-norm rood. Let op: we gaan op 19-02 de doelen vaststellen voor de nieuwe normen. 3. Dan gaan we de relatieve score bepalen op basis van het behaalde leerrendement. Optellen van het leerrendement van alle leerlingen die behoren tot dit cohort. Bereken het gemiddelde. 4. Is het gemiddelde leerrendement hoger dan het verwachte leerrendement, groen, is het leerrendement conform het verwachte leerrendement, geel en is het leerrendement lager dan het verwachte leerrendement rood.
5
Onderwijsperspectief
f.
6
Aandachtspunten: • • • • • •
Wat valt op bij de status-analyse en groei-analyse per vakgebied. Ervaring leert, dat technisch lezen en spellen relatief intelligentie-onafhankelijk zijn. Welk vak valt uit. Welke instructiegroepen laten te weinig groei zien? Welke instructiegroepen laten veel groei zien? Hoe is verdeling van de leerlingen over de instructiegroepen? Wat is het gemiddelde leerpotentieel? Hoe groot is de spreiding? Wat betekent dit voor de basisleerlijn 1s+, 1S of 1F. Wat betekent dit voor het IGDI-model? Welke leerlingen behoren tot de verdiepte? Basis? Of intensieve instructie? Welke doelen streef ik na? Wat wordt de groei in vaardigheidsscore voor de diverse vakken en voor de diverse instructiegroepen?
Algemeen overzicht
7
Geplande groei in vaardigheidsscore.
8
9
Basisondersteuning-extra. Op basis van de kwaliteitswijzer wordt het onderwijsarrangement vastgesteld. Welk referentieniveau is basis: 1S+, 1S of 1F. Welke onderwijsondersteuning -extra zou de school nodig hebben om dit onderwijsarrangement te realiseren. Voorwaarde is, dat basisondersteunings-profiel werkt. a. De hoeveelheid aandacht en tijd. -hoeveel tijd is nodig en hoeveel tijd is beschikbaar? -welke eisen moeten / kunnen we stellen aan het aantal handen in de klas of groepsgrootte? b. Het onderwijsmateriaal. -welke onderwijsmaterialen zijn nodig / beschikbaar? c. De ruimtelijke omgeving. -welke aanpassingen in klas, in en om het schoolgebouw zijn nodig / beschikbaar om een normale schoolgang van de leerlingen met specifieke behoeften te garanderen? d. De expertise. -welk teamexpertise is nodig / beschikbaar en welke specialistische expertise is nodig beschikbaar, met welke intensiteit? e. De samenwerking met andere instanties.
10
3. Kwaliteitswijzer: leerlingperspectief. 1 2 3 4 5
6
7
Werkwijze. Kolom 1: naam leerling Kolom 2: score op CITO-toets A-E met waardering in kleur (I = groen, II-III-IV = geel, V= rood) Kolom 3: de drie voorafgaande scores Kolom 4: het leerpotentieel Kolom 5: het behaalde leerrendement, boven-op-onder Kolom 6: kansen Kolom 7: belemmeringen
Het gaat om kolom 8: de beredeneerde afwijking.
11
8
De beredeneerde afwijking.
Beredeneerd afwijking altijd met basis-breedteteam SPOE We werken in eerste instantie met het dynamisch groepsplan, dat betekent werken met drie instructiegroepen: basis-verdiept-intensief. Met het basis-breedteteam SPOE gaan onderzoeken wat dit pedagogisch, didactisch en organisatorisch betekent. •
Verdiepte instructie: A-B of I
•
basisinstructie: C of II-III-IV
•
intensieve insttructie: D-E of V
Belangrijk om te onderzoeken of leerlingen met een score II of score IV wel tot de basisgroep horen of geplaatst moeten worden in verdiept of in intensief. Wat is per instructiegroep de geplande groei in vaardigheidsscores. Welke leerlingen moeten beredeneerd worden geplaatst in een andere instructiegroep, wat betekent dit voor de instructie? Wat betekent dit voor de geplande groei in vaardigheidsscores. Basis-breedteteam SPOE kan samen met school (directeur, interne begeleider en groepsleerkracht) onderzoeken welke leerlingen in aanmerking komen voor een passend perspectief. Een passend perspectief kan alleen na een psycho-diagnostisch onderzoek.
12
13
Dit kind heeft:
voorbeeldzinnen
Instructie nodig
-waarbij de leraar voordoet en hardop denkt -die de sterke kanten benut ter compensatie van het zwakke -die verkort is (doelen, kernpunten en oplossingsstrategieën) -die verlengd is (activeren van basisvaardigheden, begeleide inoefening, -ondersteuning bij het toepassen van de strategie en stimuleren tot het bedenken van eigen voorbeelden) -die op of onder het niveau liggen zodat hij de komende maanden vooral succeservaringen kan opdoen -die op of net boven het niveau liggen zodat hij voldoende uitdaging krijgt -die overzichtelijk zijn door een sobere lay-out met zo weinig mogelijk afleiding van plaatjes -waarbij hij alleen de antwoorden hoeft in te vullen -met uitgewerkt voorbeelden -die werken met een mindmap -die werkt met visuele aanwijzingen
Opdrachten nodig,
Leeromgeving
-waarbij minimaal achtergrondgeluiden zijn -waarbij de leerling dicht bij de leerkracht zit -waarbij de leerling een alternatieve werkruimte heeft -waarbij de leerling extra licht krijgt
Leeractiviteiten nodig
-die aansluiten bij zijn belangstelling -die structuur bieden met een stap-voor-stap-plan en zelfcorrigerend zijn, zodat hij direct feedback krijgt -die zijn denkhandelingen concreet ondersteunen -die er opgericht zijn om de leertijd zo goed mogelijk te besteden -die opgedeeld zijn in kleinere deelactiviteiten -die hem uitdagen -die ruimte laten voor eigen keuze en inbreng
Feedback nodig
-die consequent en direct op het gewenste gedrag volgt -waarbij de inzet/inspanning wordt benadrukt -waarbij de succeservaringen worden benadruk -die in een grafiekje is weergegeven zodat hij zijn vorderingen goed kan volgen en zich minder met andere kinderen gaat vergelijken -die ingaat op de stappen die de leerling heeft gebruikt om tot een oplossing te komen
Groepsgenoten nodig
-met wie hij samenwerkend kan leren -met wie coöperatieve werkvormen mogelijk zijn -die accepteren dat hij anders reageert in onverwachte situaties -die hem vragen mee te spelen in de pauze -die zijn clowneske gedrag negeren en er niet om lachten -die hem niet uitdagen
14
Een leraar nodig
-die de overgangen tussen de activiteiten structureert -die de instructie terugvraagt, controleert en samen met hem evalueert -die let op zijn taakbeleving en deze voorafgaand, tijdens en na de taak met hem bespreekt. -die vriendelijk en beslist is -die positieve interne attributies bij succes benadrukt -die situaties creëert waarin zijn sterke kanten naar voren komen -die doelgericht kan differentiëren -die hem complimenteert met zijn inzet -die hem begrijpt waar hij moeite mee heeft -die een neutrale, rustige, wat laconieke houding aanneemt -die steun biedt bij het omgaan met zijn vaak heftige emoties -die voorspelbaar is in gedrag, houding en activiteiten aanbod -die hem voorbereid op de leswisselingen -die principes van denken-delen-uitwisselen toepast -die leerling voorbereidt middels pre-teaching -die leerling verlengde instructie geeft aan instructietafel -die feedback geeft op het proces, zelfregulatie.
Overige zoals
-een leeromgeving nodig die -ondersteuning nodig die
Testsituatie nodig
-die extra tijd geeft. -die verbaal wordt ondersteund -waarbij een computer wordt ingezet -waarbij regelmatig pauzes worden ingelast -waarbij de leerkracht de testactiviteiten heeft behandeld, middels modelen
Begrijpen en benoemen van onderwijsbehoeften is een vaardigheid die je alleen maar kunt leren door veel te doen met alle betrokkenen. Durf te experimenteren en leer van je praktijkervaringen.
15
Zeer intensief / I-HOP / passende perspectieven / leerroutes Voorwaarde om te starten met een I-HOP is het werken met de interne en externe ondersteuningsstructuur: de bouwstenen, inzet van interne begeleider en inzet van basisbreedteteam SPOE
16
Het indiceren en toewijzen van onderwijsondersteuning op leerlingniveau: Deze procedure is gebaseerd op de interne en externe ondersteuningsroute. De basisscholen werken met de zgn. bouwstenen. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden in het breedte-team besproken. Bij deze bespreking worden de ouders betrokken. Betrokken is het basis-breedteteam SPOE. • toekennen van onderwijsondersteuning voor basisschool • toekennen van onderwijsondersteuning voor bao-bao, bao-sbo of bao-so plaatsing • toekennen van onderwijsondersteuning is altijd tijdelijk, gericht op terugplaatsing.
17
4. Kwaliteitswijzer: groepsplan
18
Werkwijze: •
Het werken met planb2/kwaliteitswijzer. Een digitaal programma, dat de school ondersteunt bij het opstellen van een dynamisch groepsplan gebaseerd op leerprestaties, leerpotentieel, rendement, kansen en belemmeringen. Dit wordt vertaald naar een onderwijsarrangement met een geplande groei in vaardigheidsscores.
• • • • •
Coaching door basis-breedteteam SPOE: didactisch, organisatorisch en pedagogisch Passend bij de groep, passend bij de competenties van alle betrokkenen Van wenselijk naar haalbaar In little baby steps. Gericht over versterken van leerkrachtcompetenties door coachen, co-creating, co-teaching, teamleren. Werken in professionele leergemeenschappen
•
Basisformat groepsplan.
19
5. Kwaliteitswijzer: driehoekgesprek school-ouders-leerling. schema. Algemene informatie
Hoe verloopt de ontwikkeling op school
Wat zijn de verwachtingen van de ouders
Hoe ziet het toekomstperspectief van uw kind eruit
Wat willen we samen bereiken?
Welke afspraken maken we samen?
Wat wil ik worden?
Wat zou ik daarvoor moeten kunnen?
Wat kan ik al?
Wat wil ik leren? wat wil ik straks kunnen?
Wat ga ik hiervoor doen?
Wat gaan we samen doen?
Wat doet de juf / meester?
Wat doen papa en/of mama?
Handtekeningen
20
21
22
23
Werken met kid-skills • programma Ben Furman • werken met port-folio • boek Corry Wolters: het werken met de zes gouden vragen: -wat gaat allemaal al heel goed? hoe krijg je dat voor elkaar? -stel je kon toveren, wat zou dan anders gaan? -wat zou jij kunnen doen om een klein begin te maken in die richting? -wanneer ging het al een beetje zo? Hoe deed je dat? -zou je dat vaker kunnen doen deze week? -als je dat nog vaker zo aanpakt, wat zou daardoor beter gaan?
24
planb2 / plan kwaliteitswijzer. 20 basisscholen zijn gestart met het ambassadeurstraject. Deze scholen gaan onderzoeken of planb2 ondersteunend kan werken voor de kwaliteitswijzer. Daarnaast wordt onderzocht of planb2 verdiept kan worden naar het plan kwaliteitswijzer Enschede, waarbij alle formulieren gedigitaliseerd zijn. Importeren van gegevens vanuit CITO, DLE en leerrendement.
ambassadeurstraject ∗ Doel van het ambassadeurstraject en vooruitkijken naar 'Plan Kwaliteitswijzer Enschede' ∗ Instructie planb² ∗ De leerkrachten gaan hun groepsplan(nen) maken in planb² ib-ers kunnen met het planbeheer aan de slag (gebruikers aanmaken, leerroutes bewerken) ∗ Kennismaking met het groepsoverzicht ∗ Beredeneerd afwijken: Waar en hoe beschrijven? (gegevens NSCCT en SAQI) ∗ Afspraken maken
25