Handleiding BCAD

www.dubbelklik.nu

Handleiding

BCAD

Deze handleiding is onderdeel van Dubbelklik, een lesmethode Technologie, ICT/ Loopbaanoriëntatie en Intersectoraal

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrieval system, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photo print, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher. Ondanks alle zorg die aan dit boek is besteed kunnen auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in dit boek zou kunnen voorkomen.

Colofon © Eduklik Januari 2011

2 DUBBELKLIK - HANDLEIDING BCAD

Inhoudsopgave 1. Introductie .................................................................................................................... 4 2. Bestand openen .............................................................................................................. 5 3. Bestand opslaan ............................................................................................................. 6 4. Handig om te weten! ....................................................................................................... 7 4.1 Tekening volledig weergeven ..................................................................................... 7 4.2 Bestaande afbeeldingen gebruiken .............................................................................. 7 5. Een lijn tekenen ............................................................................................................. 9 6. Een cirkel tekenen ........................................................................................................ 12 7. Een rechthoek tekenen ................................................................................................... 14 8. Arceren ...................................................................................................................... 16 9. Selecteren, verplaatsen en kopiëren .................................................................................. 17 9.1 Selecteren .......................................................................................................... 17 9.2 Verplaatsen ......................................................................................................... 18 9.3 Kopiëren ............................................................................................................ 19 10. Verwijderen ............................................................................................................... 20 11. Bijsnijden .................................................................................................................. 21 12. Vergroten, verkleinen, spiegelen, draaien .......................................................................... 22 12.1 Vergroten / verkleinen ......................................................................................... 22 12.2 Spiegelen .......................................................................................................... 23 12.3 Draaien ............................................................................................................ 24 13. Maatvoering ............................................................................................................... 26 14. Tekst invoegen ........................................................................................................... 27 14.1 Tekst invoegen ................................................................................................... 27 14.2 Tekst aanpassen .................................................................................................. 28

DUBBELKLIK - HANDLEIDING BCAD

3

1. Introductie

BCad is een Technisch tekenprogramma. Internationaal gezien is het een erg bekend en veelgebruikt programma om tekeningen in te maken. Het gaat dan om technische tekeningen van bijvoorbeeld gebouwen, machines, bruggen.

Technische tekening Een technische tekening is het ontwerp van een gebouw, machine, brug etc. Op deze tekening vind je informatie over de afmetingen, over het materiaal dat gebruikt is en over de afwerking, zoals de elektriciteitsaansluitingen.

Internationaal In BCad teken je op ware grootte. Wanneer je iets wilt printen, moet je een schaal invoeren. Anders worden de prints natuurlijk veel te groot. Over de hele wereld wordt in BCad op dezelfde manier getekend. Er wordt gebruik gemaakt van bepaalde codes om bijvoorbeeld aan te geven van welk materiaal iets gemaakt is. Daardoor kan een ontwerper in Nederland het gebouw van de staatstelevisie in China ontwerpen. De Chinese elektriciën weet precies wat hij op basis van de Nederlandse tekening moet doen.

Technologie Bij het vak Technologie leer je de basisbeginselen van het technisch tekenen. Het doel hiervan is, dat je ervaart hoe er internationaal gebruik gemaakt wordt van een technisch tekenprogramma. Verder leer je in klas 3 de basisbeginselen van het werken in een technisch tekenprogramma. Als je in klas 4 voor de sector Techniek kiest, zul je hier dieper op ingaan. Je zult ontdekken dat een technisch tekenprogramma anders werkt dan een programma van Microsoft Office.

Andere technische tekenprogramma’s Het kan zijn dat jouw school niet met BCad werkt, maar met AutoCad, Solid Works, SpaceClaim of een ander technische tekenprogramma. In dat geval zul je BCad verder niet nodig hebben bij Technologie, maar gebruik je altijd AutoCad, Solid Works, SpaceClaim of het andere technische tekenprogramma. De werkwijze van de programma’s zijn voor een groot deel hetzelfde. Veel succes met het programma BCad!


2. Bestand openen Je kunt BCad op verschillende manieren openen. Waarschijnlijk kun je het programma vinden bij de andere programma’s die voor Technologie geïnstalleerd zijn.



Klik op het pictogram



Of kies voor: Start | Alle programma’s | BCad.



Of vraag aan je docent waar je het programma kunt vinden.

BCad opent met het onderstaande scherm.

Open een bestand: 

Bestand I Openen

Zoek het bestand op dat je wilt openen. Als je dubbelklikt op de bestandsnaam, opent het bestand zich vanzelf.


5

3. Bestand opslaan Je hebt in een bestand in BCad gewerkt. Je kunt het bestand opslaan met het menu: 

Bestand | Opslaan als

Het volgende scherm verschijnt:



Kies: Geheel



Blader naar de map waarin je het bestand wilt opslaan. Geef het bestand de naam zoals in de opdracht staat weergegeven.

Heb je het bestand opgeslagen op de juiste plaats en met de juiste naam? Dan kun je daarna het bestand opslaan door te klikken op het icoon:


4. Handig om te weten! 4.1 Tekening volledig weergeven Tijdens het tekenen ben je soms een deel van je tekening kwijt, omdat die buiten je beeldscherm is gevallen. Wil je je hele tekening op je beeldscherm laten verschijnen? 

Klik dan op de knop ‘Toon Alles’:

4.2 Bestaande afbeeldingen gebruiken Er staan al veel afbeeldingen in BCad die je kunt toevoegen aan je tekening. Bijvoorbeeld een deur, een toilet, een trap. 

Klik op Voeg toe I Tekening bestand



Klik bijvoorbeeld op Bouw I Ontwerp I Gebouw I Meubels


7




Klik op een afbeelding en op Openen.



Je bent nu weer terug in het veld en aan je muis zit een blauw vierkant.



Klik in het veld op de plaats waar je het apparaat of het onderdeel in je tekening wilt hebben.



De afbeelding staat in je tekening.

Tip: zoek je een overzicht van alle beschikbare afbeeldingen? Klik dan op Help I Beschrijving symbolen. Je ziet nu een overzicht met alle beschikbare symbolen.


5. Een lijn tekenen Werkwijze 

Zet bovenin het scherm de knop Raster aan om makkelijker te zien met welke coördinaten je bezig bent



Selecteer de knop Lijn





9

Tekenen met coördinaten Weet je de coördinaten voor het beginpunt van de lijn? 

Klik op ‘Absolute coördinaten’




Je kunt de X en Y coördinaten van het beginpunt van de lijn invoeren, bijv. 100, 100.

Staat er in de opdracht hoe lang de lijn moet worden? Dan is het gemakkelijk om tijdens het tekenen relatieve coördinaten te gebruiken. 

Selecteer eerst ‘lijn’ en klik vervolgens in het veld.



Klik op Relatieve coördinaten:



Geef de coördinaten in vanaf het laatste punt van de lijn. Vul achter de X bijvoorbeeld in: 25. Je lijn heeft nu een lengte van 25 en is horizontaal.


Tekenen zonder coördinaten Weet je de coördinaten voor het beginpunt van de lijn niet? 

Klik met je linker muisknop in het veld.



Beweeg met de muis in de richting waarnaar je wilt tekenen. Je ziet dat er een lijn vastzit aan je muis.



Klik nogmaals in het veld, er is nu een lijn getekend.



In de commentaarregel (meestal onder in je scherm) staat de lengte van de lijn en de X en Y coördinaten. Bijvoorbeeld:



Gebruik de Esc-knop om te stoppen met het tekenen van de lijnen.


11

6. Een cirkel tekenen Werkwijze 




Selecteer de knop Cirkel






Klik in het veld op een willekeurig punt. Als je de muis beweegt, zie je een blauw vierkant verschijnen.




Klik nogmaals in het veld en je ziet een cirkel.



Kijk naar de commentaarregel (onderin je scherm). Hier zie je hoe groot de Radius (de straal) is.



Staat er in de opdracht hoe groot de diameter of straal moet zijn? Dan is het gemakkelijk om tijdens het tekenen relatieve coördinaten te gebruiken.



Selecteer eerst ‘cirkel’ en klik vervolgens in het veld.






Vul achter de X bijvoorbeeld in: 12. Je cirkel heeft nu een straal van 12.



Gebruik de Esc-knop om te stoppen met het tekenen van cirkels.


13

7. Een rechthoek tekenen 




Klik op het driehoekje, rechts onderin het symbooltje voor lijn. Houd je muis vast en selecteer het symbool voor rechthoek.



Klik in het veld voor het eerste hoekpunt. Als je met je muis beweegt, zie je de rechthoek al op je scherm verschijnen.



Beweeg met je muis totdat de rechthoek het formaat heeft dat je wilt. Klik dan voor de tweede keer in het veld.




Staat er in de opdracht hoe groot de rechthoek moet zijn? Selecteer eerst ‘rechthoek’ en klik vervolgens in het veld.






Vul achter de X bijvoorbeeld in: 50 en achter Y 25.



Klik op OK.



De rechthoek verschijnt in het veld.



Gebruik de Esc-knop om te stoppen met het tekenen van rechthoeken.


15

8. Arceren Bij BCad kun je gemakkelijk onderdelen van je tekening arceren. Dit doe je als volgt: 

Selecteer de knop Arceren



Klik op de figuren die je wilt arceren, de lijnen worden paarse stippellijnen.



Klik op OK. Deze knop staat meestal rechts bovenin je veld:



De geselecteerde figuren zijn nu gearceerd. Het ziet er bijvoorbeeld zo uit:


9. Selecteren, verplaatsen en kopiëren Als je een plattegrond moet maken van een kantine, is het handig om de verschillende tafels en stoelen te kopiëren. Je hoeft deze dan slechts één keer te tekenen.

9.1 Selecteren 

Klik met de cursor op Verplaatsen.



Trek een kader om het object heen dat je wilt selecteren. Het object krijgt een paarse stippellijn:



Het object is nu geselecteerd.


17

9.2 Verplaatsen 

Selecteer datgene wat je wilt verplaatsen. Het object krijgt een paarse stippellijn.



Klik met je rechter muisknop op het object. Het volgende scherm verschijnt:



Klik op OK



Klik op het geselecteerde object en versleep dat. Aan je muis verschijnt een blauw kader:



Klik met je muis in het veld op de plek waar je het object wilt neerzetten. Het paarse object staat nu op de nieuwe plaats, het oude object is verdwenen.


9.3 Kopiëren 

Selecteer datgene wat je wilt kopiëren. Het object krijgt een paarse stippellijn.



Klik met je rechter muisknop op het object. Het volgende scherm verschijnt.



Zet een vinkje voor ‘Origineel laten staan’.



Klik op OK



Klik in het veld op het object, er verschijnt een blauw vierkant aan je muis.



Klik in het veld op de plaats waar je de kopie wilt neerzetten. Het object is nu gekopieerd.


19

10. Verwijderen Je kunt een gedeelte van je tekening verwijderen.

Werkwijze 1. Selecteer het gedeelte van je tekening dat je wilt verwijderen. Weet je niet hoe je moet selecteren? Lees dan hoofdstuk 9.1 eerst door. 2. Klik op de knop Verwijderen of op de knop Delete.

3. Het gedeelte van de tekening is nu verwijderd.

!

in BCad is er geen functie ‘Undo’. Als je iets verkeerd getekend hebt, zul je dus altijd iets weg moeten halen met de functie ‘Verwijderen’


11. Bijsnijden Je kunt in een tekening knippen. Stel je voor dat een lijn uitsteekt. Of je wilt in een figuur een lijntje weghalen. Je gebruikt hiervoor de functie trim (= bijknippen).

Werkwijze 1. Klik op het symbool voor Trim.

2. Selecteer het object waarin je wilt knippen. In onderstaand voorbeeld selecteer je dus eerst de lijn, deze wordt paars gestippeld. Daarna klik je op het punt tot waar je wilt knippen: de cirkel.

3. Het stukje lijn is verdwenen.


21

12. Vergroten, verkleinen, spiegelen, draaien Je kunt een (gedeelte van een) object vergroten, verkleinen, spiegelen of draaien. Als je een object wilt vergroten, kies je voor een factor groter dan 1. Als je een object wilt verkleinen, kies je voor een factor kleiner dan 1.

12.1 Vergroten / verkleinen 

Klik op Verschalen



Selecteer het object dat je wilt vergroten of verkleinen. Het object krijgt een paarse stippellijn.



Klik met je rechter muisknop in het object. Het volgende venster verschijnt:



Klik op OK. Je gaat weer terug naar het tekenveld.



Klik met je muis in het object. Het volgende scherm verschijnt:




Wil je verkleinen? Kies dan een getal kleiner dan 1. Wil je vergroten? Kies dan een getal groter dan 1. Let op: gebruik bij een getal kleiner dan 1 altijd een komma, geen punt!



Klik op OK. Je gaat nu weer terug naar je tekenveld.



Het object is nu verkleind of vergroot.

12.2 Spiegelen 

Klik op de knop Spiegelen.



Selecteer het object dat je wilt spiegelen.



Klik in het veld. Het volgende scherm verschijnt:


23



Plaats een vinkje in ‘Origineel laten staan’ als je het originele object wilt laten staan.



Klik in het veld op de plaats waar je het gespiegelde object wilt plaatsen.



Beweeg met je muis, zodat het object op de juiste manier gespiegeld is.



Klik nogmaals in het veld. Het object is nu gespiegeld.

12.3 Draaien 

Klik op de knop Draaien.



Selecteer het object dat je wilt draaien. Het object heeft nu een paarse stippellijn.



Klik met je linker muisknop in het object. Het volgende scherm verschijnt:



Klik op OK. Je gaat nu weer terug naar het tekenveld.



Klik met je muis in het object. Het volgende scherm verschijnt:




Noteer het aantal graden (je kunt ook een – voor het getal zetten, als je linksom wilt draaien).



Klik op OK. Het object is gedraaid.


25

13. Maatvoering Soms kan het duidelijk zijn om een maat aan te geven in je tekening. In BCad kun je automatisch maatlijnen laten weergeven. 1. Kies Voeg toe I Bemating Het volgende scherm verschijnt:

2.

Kies hoe je de maatlijnen wilt weergeven, bijvoorbeeld Horizontaal.

3.

Klik op het beginpunt en eindpunt van de lijn die je wilt opmeten.

4.

Klik daarna in het veld op de plaats waar je de maatlijn wilt neerzetten. De maatlijn komt op deze manier in je tekening te staan:


14. Tekst invoegen 14.1 Tekst invoegen Je kunt tekst invoegen in je tekening. 1. Klik op Voeg toe I Tekst

2. Klik in het veld op de plaats waar je de eerste letter van je tekst wilt plaatsen. 3. Het volgende scherm verschijnt:

4. Je kunt hier aangeven in welke hoek de tekst moet lopen. Wil je de tekst horizontaal, kies dan voor 0 graden, wil je de tekst verticaal, kies dan voor 90 graden. 5. Typ de tekst, je ziet de letters in het veld verschijnen.


27

14.2 Tekst aanpassen Als je tekst hebt ingevoegd, kun je de tekstopmaak aanpassen. Tekstopmaak aanpassen 1. Klik op de knop ‘Wijzig eigenschappen elementen’.

2. Het volgende scherm verschijnt:

3. Vink aan op welke punten je de opmaak wilt wijzigen. 4. Klik op OK. Je bent nu weer terug in het tekenveld. 5. Selecteer de tekst die je wilt wijzigen. 6. Wijzig de opmaak naar je eigen wensen. Gebruik de knoppen bovenin je scherm:


15. Afdrukken Werkwijze 1. Zorg ervoor dat je hele tekening op je scherm staat. Weet je niet meer hoe dat moet? Lees dan nog eens hoofdstuk 4 door. 2. Kies Bestand I Printerinstelling Het volgende scherm verschijnt:

3. Kies voor Afdrukstand ‘Liggend’. 4. Selecteer de juiste printer. 5. Klik op OK 6. Ga naar Bestand I Afdrukken I Scherm. Je maakt nu een afdruk van de tekening zoals je die op je scherm ziet.


29

7. Het document wordt afgedrukt op de printer die je had aangegeven.



31

Handleiding BCAD

Recommend Documents