Handhavingsactie 2011 Wet pleziervaartuigen Onderzoek naar de naleving van de Wet pleziervaartuigen
Handhavingsactie 2011 Wet pleziervaartuigen Onderzoek naar de naleving van de Wet pleziervaartuigen Versie
Datum Status
23 april 2012 definitief
23 april 2012
Colofon
ILT/Scheepvaart
Weena 723 Rotterdam T 088 489 00 00 www.ilent.nl
Pagina 2 van 21
23 april 2012
Inhoud
Colofon—2 Inhoud—3 Samenvatting—4 1 1.1 1.2 1.3
Aanleiding—5 De Wet pleziervaartuigen en de sector—5 Aanleiding handhavingsactie—6 Onderzoeksvragen—6
2 2.1 2.2 2.3
Opzet—7 Geselecteerde fabrikanten—7 Bedrijfsgroepen die niet geselecteerd zijn—8 Het onderzoek—8
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Onderzoeksresultaten—9 Inzicht in de omvang van de sector—9 Nalevingsniveau—9 Overeenstemmingsbeoordeling—9 Vastgestelde afwijkingen—9 Onveilige vaartuigen—10 Vergelijk met de resultaten van het onderzoek in 2010—10
4 4.1 4.2 4.3
Conclusies—11 Algemene indrukken—11 Wat is het nalevingsniveau van de Wet pleziervaartuigen?—11 Welk deel van de overtreders voert geen juiste overeenstemmingsbeoordeling uit of brengt geen CE markering aan?—11 Welk deel van de onderzochte vaartuigen is onveilig?—11 Hoe verhoudt het gemeten nalevingniveau zich tot de cijfers van 2010?—11 Is er reden het toezicht op de Wet pleziervaartuigen op deze wijze voort te zetten in 2012?—12
4.4 4.5 4.6
5 5.1 5.2
Aanbevelingen—13 Aanbevelingen voor de sector—13 Aanbevelingen voor de ILT—13
6 6.1 6.2 6.3
Bijlagen—14 Bijlage A, Begrippen en afkortingen—14 Bijlage B, Checklist—15 Bijlage C, leaflet—20
Pagina 3 van 21
23 april 2012
Samenvatting
De Wet pleziervaartuigen implementeert de Europese richtlijn pleziervaartuigen (EU 94/25) in de Nederlandse wet. Op grond van de Wet pleziervaartuigen is het verboden pleziervaartuigen met een lengte tussen de 2,5 en 24 meter in de handel te brengen zonder dat deze zijn voorzien van de CE markering van overeenstemming. De toenmalige Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt in de Wet pleziervaartuigen genoemd als toezichthouder. De Inspectie Verkeer en Waterstaat is inmiddels opgegaan in de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Als toezichthouder ontvangt de inspectie met enige regelmaat signalen van fabrikanten en keuringsinstanties dat de naleving van de Wet pleziervaartuigen slecht zou zijn. In 2009 betrof dat een tiental meldingen. Deze slechte naleving resulteert niet aantoonbaar in een onveilige situatie. Wel is er bij een slechte naleving sprake van een verstoorde marktwerking. Om beter zicht te krijgen op de naleving van de Wet pleziervaartuigen en om, indien nodig, een verbeterde naleving af te dwingen, is de inspectie in 2010 een handhavingsactie gestart. Uit de resultaten van deze actie bleek dat het nalevingsniveau van de Wet pleziervaartuigen laag is. De slechte naleving van de wet was reden voor de inspectie het toezicht in 2011 te intensiveren. De inspectie wilde met deze actie bereiken dat de naleving verbetert. Tevens diende de actie om binnen de sector bekendheid te geven aan de verplichtingen uit de Wet pleziervaartuigen. Uit het onderzoek in 2011 blijkt dat het nalevingniveau erg laag is (84% van de onderzochte fabrikanten overtreedt de wet). Zowel bij de verplichte documentatie als bij de onderzochte vaartuigen zijn afwijkingen van de voorschriften geconstateerd. Deze afwijkingen resulteren in enkele gevallen in gevaarlijke producten. Veel van de geconstateerde administratieve overtredingen berusten op onzorgvuldigheid of onwetendheid. Hier is met voorlichting en een voortzetting van het huidige toezicht een grote verbeterslag te maken. Van de gecontroleerde fabrikanten brengt 27% geen CE markering aan of volgt geen overeenstemmingsbeoordeling zoals is voorgeschreven in de Europese richtlijn pleziervaartuigen. Deze fabrikanten brengen in de regel bewust, producten zonder CE markering in de handel of brengen de CE markering ten onrechte aan. Bij 8% van de gecontroleerde fabrikanten zijn afwijkingen geconstateerd die de veiligheid direct raken. De betrokken vaartuigen leveren bij gebruik volgens de aanwijzingen van de fabrikant een gevaar op voor de opvarenden. Samen met de sector zet de inspectie in 2012 in op voorlichting. Om te monitoren of er sprake is van een verbetering zal de inspectie ook in 2012 op basis van een onderzoeksprogramma fabrikanten onderzoeken op de naleving van de Wet pleziervaartuigen. Wanneer hierbij overtredingen worden vastgesteld zal sneller en harder opgetreden worden door in voorkomende gevallen pleziervaartuigen uit de handel te nemen of proces verbaal op te maken.
Pagina 4 van 21
23 april 2012
1
Aanleiding
1.1
De Wet pleziervaartuigen en de sector De Wet pleziervaartuigen implementeert de Europese richtlijn pleziervaartuigen (EU 94/25). Op grond van de Wet pleziervaartuigen is het verboden pleziervaartuigen met een lengte tussen de 2,5 en 24 meter in de handel te brengen zonder dat deze zijn voorzien van de CE markering van overeenstemming. Voor enkele onderdelen van pleziervaartuigen, (buitenboord)motoren en waterscooters geldt dezelfde verplichting. De richtlijn schrijft voor op welke wijze de producten getoetst moeten worden. Dit wordt de overeenstemmingsbeoordeling genoemd. De richtlijn schrijft ook voor aan welke criteria moet worden voldaan voordat de CE markering aangebracht mag worden. Voor kleinere vaartuigen die volgens de fabrikant bestemd zijn voor gebruik in beschutte wateren kan de producent zelf toetsen of aan deze criteria wordt voldaan. Voor grotere vaartuigen en vaartuigen die varen in minder beschutte gebieden dient een erkende keuringsinstantie (een deel van) het product of een prototype te beoordelen. De criteria waartegen getoetst wordt, worden essentiële eisen genoemd. Aangenomen wordt dat aan deze essentiële eisen wordt voldaan wanneer wordt ontworpen en gebouwd volgens de ISO-normen. Een fabrikant mag er ook voor kiezen andere, gelijkwaardige, normen te gebruiken. Dit moet de fabrikant dan wel goed documenteren. Wanneer aan alle eisen is voldaan, brengt de fabrikant de CE markering van overeenstemming aan op het vaartuig en stelt een verklaring van overeenstemming op waarin hij verklaart dat aan de eisen volgend uit de richtlijn pleziervaartuigen is voldaan en op welke wijze dat is gebeurd. De Inspectie Verkeer en Waterstaat, die inmiddels is opgegaan in de Inspectie Leefomgeving en Transport, wordt in de wet als toezichthouder aangewezen.
Figuur 1.1 De CE markering van overeenstemming
Pagina 5 van 21
23 april 2012
1.2
Aanleiding handhavingsactie De inspectie ontvangt met enige regelmaat signalen dat de naleving van de Wet pleziervaartuigen slecht zou zijn. Deze meldingen komen van de keuringsinstanties en van producenten die zich storen aan concurrenten die de Wet pleziervaartuigen niet naleven. Zowel in 2009 als in 2010 betrof dit een tiental meldingen van producenten en doorlopend klachten van één van de keuringsinstanties. Uit onderzoekstatistieken (oa. Twijnstra Gudde, Risicobeeld pleziervaart, maart 2009) blijkt geen significant verband tussen ongevallen met pleziervaartuigen en het ontbreken van de CE markering. Om beter zicht te krijgen op de naleving van de Wet pleziervaartuigen en om, indien nodig, een verbeterde naleving af te dwingen, is de inspectie in 2010 een handhavingsactie gestart. Uit de resultaten van deze actie bleek dat het nalevingsniveau van de Wet pleziervaartuigen laag is. 80% van de in 2010 onderzochte fabrikanten overtrad de wet in meer of mindere mate en 30% van de onderzochte fabrikanten werd aangemerkt als notoire overtreder. Er is in geen enkel geval vastgesteld dat het niet of op onterechte gronden aanbrengen van de CE markering leidde tot gevaarlijke vaartuigen. Het zeer lage nalevingsniveau is een teken dat de betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nog onvoldoende nemen. Op grond van deze resultaten is besloten het intensiever toezicht op de sector voort te zetten.
1.3
Onderzoeksvragen Het doel van de handhavingsactie in 2011 is het vinden van het antwoord op de volgende onderzoeksvragen; 1) Wat is het nalevingsniveau van de Wet pleziervaartuigen? 2) Welk deel van de overtreders voert geen juiste overeenstemmingsbeoordeling uit of brengt geen CE markering aan? 3) Welk deel van de onderzochte vaartuigen is onveilig? 4) Hoe verhoudt het gemeten nalevingniveau zich tot de cijfers van 2010? 5) Is er reden het toezicht op de Wet pleziervaartuigen op deze wijze voort te zetten in 2012?
Pagina 6 van 21
23 april 2012
2
Opzet
2.1
Geselecteerde fabrikanten Om een goed beeld te krijgen zijn zoveel mogelijk verschillende fabrikanten onderzocht. Als basis voor de selectie is het overzicht van afgegeven fabriekscodes gebruikt. Deze codes worden door de Hiswa vereniging afgegeven aan fabrikanten die pleziervaartuigen op de markt brengen. Met deze code worden unieke nummers gemaakt voor de pleziervaartuigen, de zogenaamde CIN (Craft Identification Number) codes. Begin 2011 waren door de Hiswa vereniging ongeveer 800 codes afgegeven. Door gebruik te maken van de Hiswa gegevens vallen fabrikanten die deze codes niet aanbrengen, en daardoor per definitie de wet overtreden, buiten het toezicht. Uit gegevens van de onderzoeken naar overtredingen van de Wet pleziervaartuigen van de afgelopen jaren blijkt echter dat alle fabrikanten, ook de fabrikanten die zich niet aan de Wet pleziervaartuigen houden, wel een fabriekscode hebben aangevraagd. Tijdens het onderzoek bleek dat ongeveer 60% van de fabrikanten met een fabriekscode niet langer actief is in de productie van pleziervaartuigen. Voor het onderzoek in 2011 zijn er 75 fabrikanten op basis van deze lijst geselecteerd. Naast de selectie op basis van de fabriekscodes zijn 25 fabrikanten geselecteerd op basis van advertenties in verschillende watersportbladen. In totaal zijn 100 fabrikanten geselecteerd voor het onderzoek naar de naleving van de Wet pleziervaartuigen in 2011. Door onvoorziene omstandigheden konden vier fabrikanten niet bezocht worden zodat er in 2011 van deze 100 fabrikanten 96 daadwerkelijk zijn bezocht. Omdat uit de resultaten van de handhavingsactie 2010 niet bleek dat er verschil zat in de naleving van de Wet voor verschillende afmetingen en soorten vaartuigen (motorboten of zeilboten), is de selectie van fabrikanten in 2011 niet gedifferentieerd naar categorieën vaartuigen.
Pagina 7 van 21
23 april 2012
2.2
Bedrijfsgroepen die niet geselecteerd zijn De Wet pleziervaartuigen bevat ook voorschriften voor motoren voor pleziervaartuigen, waterscooters, bepaalde onderdelen voor pleziervaartuigen en de keuringsinstanties. Deze categorieën fabrikanten zijn in 2011 niet onderzocht. Bouwers van motoren en waterscooters zijn niet onderzocht omdat deze producten in Nederland niet gefabriceerd worden. Uit de historie van klachtenonderzoek naar de importeurs van deze producten blijkt dat er zelden tot nooit CE gerelateerde problemen zijn. De fabrikanten van onderdelen zijn in 2010 onderzocht. Er zijn zeer weinig van dergelijke fabrikanten in Nederland, waardoor dezelfde fabrikanten wederom bezocht zouden worden als deze categorie ondernemers weer geselecteerd zou zijn. Daarom is besloten dat niet te doen. De keuringsinstanties ten slotte, zijn in het kader van de handhavingsactie 2010 allemaal geaudit. Op basis van de auditresultaten is toen besloten tot een tweejaarlijkse audit cyclus. In 2011 zijn geen keuringsinstanties onderzocht.
2.3
Het onderzoek De geselecteerde fabrikanten zijn voor het bezoek geïnformeerd over het onderzoek zodat alle gewenste informatie en personen op het moment van inspectie daadwerkelijk aanwezig konden zijn. Het onderzoek bevatte, voor zover voor het te onderzoeken pleziervaartuig van toepassing, de volgende onderdelen: 1) CIN code: is deze correct samengesteld en aangebracht? 2) Is de CE markering van overeenstemming aangebracht? 3) Technisch Dossier (TD): Is het aanwezig, is het compleet en blijft het ten minste tien jaar bewaard? 4) Verklaring van overeenstemming: Is deze aanwezig, is deze compleet en blijft deze ten minste tien jaar bewaard? 5) Overeenstemmingsbeoordeling: Is de toegepaste beoordeling in de bedrijfsspecifieke omstandigheden toegestaan en is deze correct toegepast? 6) Essentiële eisen: Van alle essentiële eisen is, voor zover van toepassing, beoordeeld of het TD weergeeft op welke wijze aan de eisen is voldaan. 7) Voor zover mogelijk is het pleziervaartuig ter plaatse geïnspecteerd. Voor het onderzoek is een checklist gebruikt. Een afschrift hiervan is bijgevoegd als bijlage B. Voor zover er afwijkingen zijn geconstateerd is de producent verplicht herstel opgelegd. In die gevallen waarin de producent zich onvoldoende inspande de overtreding te herstellen is een traject van strafrechtelijke vervolging gestart.
Pagina 8 van 21
23 april 2012
3
Onderzoeksresultaten
3.1
Inzicht in de omvang van de sector Bij het onderzoek zijn 96 fabrikanten onderzocht. Daarvan kwamen er 71 van de lijst met bedrijfscodes en 25 fabrikanten zijn geselecteerd op basis van advertenties in verschillende watersportbladen. Van de 71 fabrikanten van de lijst met fabrikantencodes zijn er 45 niet meer actief in de bouw of import van pleziervaartuigen. Deze fabrikanten zijn niet nader onderzocht. In totaal heeft de inspectie 51 fabrikanten bezocht. Op grond van de lijst met fabrikantencodes en de schatting dat 60% van de fabrikanten op die lijst niet langer actief is in de productie van pleziervaartuigen, zijn er in Nederland ruim 300 fabrikanten die pleziervaartuigen produceren. Bij het onderzoek is ongeveer 30% van de producenten van pleziervaartuigen betrokken.
3.2
Nalevingsniveau De controles op de naleving van de Wet pleziervaartuig zijn een korte steekproef. Gezien de complexiteit van een deel van de onderzochte vaartuigen en de beschikbare tijd, zowel bij de ondernemer als bij de inspectie, is er voor gekozen niet ieder onderdeel tot in detail na te kijken. Het onderzoek heeft zich beperkt tot de hoofdlijnen. Alleen als daar aanleiding toe was zijn zaken verder in detail onderzocht. Op basis van dit algemene onderzoek is bij 8 van de 51 daadwerkelijk bezochte ondernemingen geen enkele afwijking van de voorschriften geconstateerd. Dat komt overeen met een nalevingsniveau van 16%.
3.3
Overeenstemmingsbeoordeling Van de 51 bezochte ondernemingen, voerden er 3 helemaal geen overeenstemmingsbeoordeling uit en 8 fabrikanten voeren een onvolledige of onjuiste overeenstemmingsbeoordeling uit. Door 8 fabrikanten werd geen CE markering op het vaartuig aangebracht. Dit zijn deels fabrikanten die geen juiste overeenstemmingsbeoordeling volgen, maar ook fabrikanten die wel een correcte overeenstemmingsbeoordeling volgen, maar toch geen CE markering aanbrengen. In totaal betreft de groep fabrikanten die geen juiste overeenstemmingsbeoordeling volgen of geen CE markering aanbrengen 14 ondernemingen, wat overeenkomt met 27% van de onderzochte fabrikanten.
3.4
Vastgestelde afwijkingen Naast de onjuiste overeenstemmingsbeoordeling en de CE markering zijn veel andere afwijkingen van de voorschriften geconstateerd. De meest voorkomende probleemgebieden zijn daarbij: Geen of onvolledige verklaring van overeenstemming (37 fabrikanten, 73%) Onjuiste, onvolledige of geen gebruikershandleiding (16 fabrikanten, 31%) Onjuistheden op het bouwersplaatje (13 fabrikanten, 25%) Onjuiste of geen CIN code (8 fabrikanten, 16%) Afwijkingen in de elektrische installatie (5 fabrikanten, 10%)
Pagina 9 van 21
23 april 2012
3.5
Onveilige vaartuigen Van de 51 onderzochte fabrikanten is bij vier vaartuigen een afwijking aangetroffen die de veiligheid van het vaartuig direct raakt. Dat komt overeen met 8% van de onderzochte fabrikanten. In één geval betrof het een ondeugdelijke elektrische installatie, éénmaal betrof dit een gevaarlijke gasinstallatie. In twee andere gevallen bevatte het bouwersplaatje misleidende of onjuiste informatie.
3.6
Vergelijk met de resultaten van het onderzoek in 2010 Het eerste wat opvalt bij een vergelijk van de resultaten van de onderzoeken in 2010 en 2011, is dat in 2010 geen afwijkingen zijn geconstateerd die de veiligheid van het vaartuig direct raken terwijl in 2011 dit vier keer het geval is. De gemeten nalevingsniveaus zijn wel vergelijkbaar, in 2010 was dat 20%, in 2011 is het 16%. Hiermee lijkt de naleving in 2011 in ieder geval niet significant verbeterd ten opzichte van 2010. In 2010 is vastgesteld dat 30% van de fabrikanten geen of geen juiste overeenstemmingsbeoordeling volgt. Dat is in 2011 27% wat vergelijkbaar is met de cijfers uit 2010. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten van de onderzoeken in 2010 en 2011. De percentages zijn ten opzichte van het totaal aantal onderzochte fabrikanten in dat jaar.
Geen overtreding Geen of geen juiste overeenstemmingsbeoordeling Geen of onvolledige verklaring van overeenstemming Onjuiste of geen gebruikershandleiding Onjuistheden op het bouwersplaatje Onjuiste of geen CIN code Afwijkingen in de elektrische installatie
Resultaten 2010 7 fabrikanten 20% 10 fabrikanten 32% 19 fabrikanten 59% 5 fabrikanten 16% 12 fabrikanten 38% 9 fabrikanten 28% 4 fabrikanten 13%
Pagina 10 van 21
Resultaten 2011 8 fabrikanten 16 % 14 fabrikanten 27% 37 fabrikanten 73% 16 fabrikanten 31 % 13 fabrikanten 25% 8 fabrikanten 16% 5 fabrikanten 10%
23 april 2012
4
Conclusies
4.1
Algemene indrukken In de basis lijken er twee verschillende soorten overtreders te zijn waar het gaat om de naleving van de Wet pleziervaartuigen. Enerzijds zijn er ondernemingen die geen correcte overeenstemmingsbeoordeling volgen of geen CE markering aanbrengen. Daarnaast zijn er ondernemingen die na een correcte overeenstemmingsbeoordeling wel een CE markering aanbrengen, maar bij de administratieve afhandelingen of technische afronding een of meerdere fouten maken. De eerste groep kan als notoire overtreder beschouwd worden. Sinds de invoering van de richtlijn pleziervaartuigen in 1996 hebben de brancheverenigingen en de inspectie als toezichthouder de sector voortdurend voorgelicht, zodat verwacht mag worden dat iedereen in de sector in ieder geval op de hoogte is van de basisprincipes uit de Wet en de richtlijn pleziervaartuigen. De tweede groep overtreders kent deze basisprincipes wel en handelt daar ook naar, maar mist blijkbaar kennis over de verdere invulling van de verplichtingen volgend uit de Wet en de richtlijn pleziervaartuigen.
4.2
Wat is het nalevingsniveau van de Wet pleziervaartuigen? Uit het onderzoek blijkt dat 16% van de onderzochte fabrikanten zich aan alle voorschriften van de Wet pleziervaartuigen houdt. 84% van de fabrikanten overtreedt de wet dus in meerdere of mindere mate.
4.3
Welk deel van de overtreders voert geen juiste overeenstemmingsbeoordeling uit of brengt geen CE markering aan? Van de 43 onderzochte fabrikanten die zich in meerdere of mindere mate niet aan de Wet pleziervaartuigen houden, wordt door 14 fabrikanten een onjuiste overeenstemmingsbeoordeling uitgevoerd en/of geen CE markering aangebracht. Dat is één derde deel van de overtreders of 27% van het totaal aantal onderzochte fabrikanten.
4.4
Welk deel van de onderzochte vaartuigen is onveilig? Bij 4 fabrikanten zijn vaartuigen aangetroffen die de inspectie als onveilig aanmerkt. Dat komt overeen met 8% van alle onderzochte vaartuigen.
4.5
Hoe verhoudt het gemeten nalevingsniveau zich tot de cijfers van 2010? Binnen een kleine marge zijn de cijfers van het onderzoek naar de naleving van de Wet pleziervaartuigen in 2010 vergelijkbaar met de cijfers van het onderzoek in 2011. In 2010 is een nalevingniveau van 20% gemeten, in 2011 is dit 16%. Daarnaast is in 2010 vastgesteld dat 30% van de onderzochte ondernemingen geen juiste overeenstemmingsbeoordeling volgde, in 2011 was dat 27%.
Pagina 11 van 21
23 april 2012
4.6
Is er reden het toezicht op de Wet pleziervaartuigen op deze wijze voort te zetten in 2012? Zowel het aantal overtreders van de Wet pleziervaartuigen als het aantal fabrikanten dat geen juiste overeenstemmingsbeoordeling volgt, is voor de inspectie als toezichthouder onacceptabel. De slechte naleving van de wet rechtvaardigt een voortzetting van het intensieve toezicht dat in 2010 is ingezet. Voor die fabrikanten die problemen hebben met het voldoen aan de regelgeving, kan verdere verbetering van de naleving kan bereikt worden door de voorlichting over de verplichtingen uit de Wet pleziervaartuigen voort te zetten.
Pagina 12 van 21
23 april 2012
5
Aanbevelingen
5.1
Aanbevelingen voor de sector Een nalevingspercentage van 16% is absoluut onvoldoende. De inspectie verwacht van de sector dat zij zich de resultaten van dit onderzoek aantrekt en maatregelen treft om de naleving te verbeteren. Een eerste stap daartoe is reeds gezet door de Hiswa vereniging en de Koninklijke metaalunie die beiden, naar aanleiding van de eerste, voorlopige cijfers, een voorlichtingssessie hebben georganiseerd. Naast deze voorlichting zullen de individuele ondernemers er ook van doordrongen moeten raken dat de verplichtingen uit de Wet pleziervaartuigen meer behelzen dan het aanbrengen van de CE markering alleen.
5.2
Aanbevelingen voor de ILT Aangezien tweederde van de overtreders een juiste overeenstemmingsbeoordeling volgt en een CE markering aanbrengt maar op administratieve zaken verplichtingen niet nakomt, lijkt het erop dat onvoldoende duidelijk is wat deze administratieve verplichtingen zijn. Om voor deze groep in ieder geval op hoofdlijnen duidelijkheid te scheppen, heeft de inspectie inmiddels een leaflet uitgegeven met de belangrijkste verplichtingen. De leaflet is opgenomen als bijlage C van dit rapport. Naast publicatie op de website van de inspectie zal deze leaflet bij gelegenheden aangeboden worden aan de producenten van pleziervaartuigen. Voor de groep overtreders die geen volledige overeenstemmingsbeoordeling volgt en die geen CE markering aanbrengt, lijkt voorlichting een weinig zinvolle keuze. Anno 2012 mag van iedereen die in deze sector werkzaam is verwacht worden dat hij van het bestaan van de CE markering op de hoogte is. Wie pleziervaartuigen zonder CE markering in de markt brengt, kiest er bewust voor de wet te overtreden. De inspectie zal in voorkomende gevallen vaker en sneller sancties opleggen. Een vervolg van de handhavingsactie Wet pleziervaartuigen in 2012 is op zijn plaats om te bezien of bovenstaande acties tot een verbetering van de naleving leiden. Tot slot is het wenselijk om beter inzicht te krijgen in de ondertoezichtstaanden van de Wet pleziervaartuigen. Hiermee is in samenwerking met de HISWA vereniging een begin gemaakt door de lijst met afgegeven fabrikanten op te schonen.
Pagina 13 van 21
23 april 2012
6
Bijlagen
6.1
Bijlage A, Begrippen en afkortingen •
•
•
•
•
• • • • •
Aangewezen keuringsinstantie: ook notified body: door de overheid aangewezen instantie die keuringstaken als omschreven in de richtlijn pleziervaartuigen mag verrichten. Bouwersplaatje: plaatje dat door de fabrikant op het pleziervaartuig wordt aangebracht met daarop gegevens van de bouwer, het vaartuig en de CE markering. CIN code: (Craft Identification Number) uniek nummer dat de fabrikant aanbrengt op het pleziervaartuig. De code is opgebouwd uit nummers en cijfers waaruit de fabrikant, bouwjaar en bouwnummer herleidbaar zijn. Essentiële eisen: technische eisen waaraan een product volgens de richtlijn pleziervaartuigen moet voldoen voor het van de CE markering van overeenstemming mag worden voorzien. Fabrikant: (zoals gedefinieerd in de Wet pleziervaartuigen artikel 1.1 onder f.) Natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onder de richtlijn vallend product ontwerpt en vervaardigt, of die een dergelijk product laat ontwerpen dan wel vervaardigen met de bedoeling het onder zijn eigen naam in de handel te brengen. Overeenstemmingsbeoordeling: procedure die gevolgd moet worden om aan te tonen dat het product voldoet aan de essentiële eisen. Richtlijn pleziervaartuigen: richtlijn 1994/25 EG zoals gewijzigd door Richtlijn 2003/44/EG. Technisch Dossier: documentatie waarmee de fabrikant heeft bepaald dat aan de essentiële eisen is voldaan. Verklaring van overeenstemming: verklaring van de fabrikant dat aan de eisen volgend uit de richtlijn pleziervaartuigen is voldaan. Wet pleziervaartuigen: wet die de Europese richtlijn pleziervaartuigen in de Nederlandse wetgeving implementeert.
Pagina 14 van 21
23 april 2012
6.2
Bijlage B, Checklist
Pagina 15 van 21
23 april 2012
Pagina 16 van 21
23 april 2012
Pagina 17 van 21
23 april 2012
Pagina 18 van 21
23 april 2012
Pagina 19 van 21
23 april 2012
6.3
Bijlage C, leaflet
Pagina 20 van 21
23 april 2012
Pagina 21 van 21