HANDBOEK VOOR INSTALLATEURS Handboek voor de installatie van VELUX dakvensters
handboek
voor de verwerkers van VELUX daglichtsystemen
Voorwoord
Inhoud
Dit handboek is bedoeld voor de verwerkers van VELUX producten.
Planning
Het handboek beschrijft primair de verschillende aspecten van montagetechnieken m.b.t. de verwerking van VELUX dakvensters in een dakconstructie. Het geeft voorbeelden van de vele combinaties die mogelijk zijn met de verschillende VELUX producten. De montagetechnieken die hier zijn weergegeven komen overeen met uitvoeringsrichtlijn URL IKB1112.
Overwegingen bij de keuze van een dakvenster
Succes!
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
24-41
3
Speciale installatie-omstandigheden
42-57
4
58-73
5
74-83
6
84-97
7
98-121
8
Adressen / Advies / Service
122-123
9
Index
124-127
Lijst met telefoonnummers
128-129
Installatie van een dakvenster Stap voor stap inbouwen
Combineren van meerdere dakvensters
Installatie in verschillende dakconstructies
Speciale dakbedekkingsmaterialen
Installatie in verschillende dakbedekkingmaterialen
Vervanging / Renovatie Vervangen van een dakvenster
Bouwfysica
Dakconstructies (vochtigheid, warmte, geluid, etc.)
Productinformatie
Beknopt overzicht van de VELUX producten
Contact met VELUX
Garanties Matenoverzicht
4-13
1
14-23
2
130
Matenoverzicht van alle VELUX dakvensters
131
1
Planning
Planning
De bouw van het huis
De bouw van het huis
Om voor een bepaalde situatie het juiste VELUX dakvenster te kiezen, adviseert VELUX om gebruikerseisen en bouwregelgeving als uitgangspunt te nemen.
Wanneer er een dakvenster in het dak wordt geplaatst, wordt de isolatielaag onderbroken. Er moet gezorgd worden dat de aansluiting tussen het dakvenster en het isolatiemateriaal hersteld wordt. De meest efficiënte en makkelijkste manier om dit te doen is om gebruik te maken van het isolatieframe van de installatieset BDX (zie pagina 17, 91, 113).
In de planning moeten de volgende zaken naar voren komen: De afstand tussen de sporen in de dakconstructie bepaalt de maatvoering van het dakvenster wanneer het maken van een raveling geen optie is. Controleer daarom altijd eerst of de maatvoering en de gekozen positie van het dakvenster mogelijk is in de bestaande dakconstructie (zie pagina 14, 42). De hellingshoek van het dak kan belangrijk zijn bij de keuze van de gootstukken en type dakvenster. In de regel kunnen VELUX installatieproducten gebruikt worden in een dakhellingshoek van 15° tot 90°. Echter zijn er uitzonderingen, dus controleer altijd of de gekozen producten in de beschikbare dakhellingshoek toegepast kunnen worden (zie hoofdstuk 8). Het dakbedekkingmateriaal bepaalt welk gootstuk er gebruikt moet worden om een waterdichte aansluiting te garanderen. De verschillende gootstukken worden beschreven in Hoofdstuk 8, pagina’s 110-112. Wanneer er een dakfolie in de dakconstructie wordt toegepast is het belangrijk dat er een goede aansluiting tussen deze folie en het dakvenster wordt gemaakt. Wanneer dit goed gebeurt, kan (lek)water en stuifsneeuw buiten gehouden worden. De makkelijkste oplossing is om gebruik te maken van het waterkerende manchet BFX (zie pagina 19).
VELUX
1
De dampremmende laag van de dakconstructie moet aansluiten in de aftImmergroef van het dakvenster. De meest efficiënte en makkelijkste manier om dit te doen is door gebruik te maken van de dampremmende folie BBX (zie pagina 23, 92, 93, 113). Er moet een verbinding gemaakt worden tussen het dakvenster en het dakbeschot. Dit kan gedaan worden door dezelfde materialen te gebruiken als van het dakbeschot óf er kan gebruik gemaakt worden van de VELUX interieurafwerking (zie pagina 23, 114-115). Wanneer de dakvensters geplaatst worden in een ruimte waar mensen slapen, spelen of werken, adviseert VELUX om glaselementen met een gelaagde binnenruit te gebruiken. Wanneer dit glas breekt zal er geen (letsel)schade ontstaan, omdat de gelamineerde binnenruit de scherven vasthoudt (zie pagina 119). Wanneer er behoefte is aan extra bescherming tegen zonnewarmte kan VELUX zonwerende beglazing, buitenzonweringen en rolluiken leveren met uitermate goede zonwerende eigenschappen (zie pagina 117-119).
VELUX
1
Planning
Planning
Gebruikerseisen
Bouwregelgeving
1
VLUCHTROUTE De vluchtroute is in het huidige Bouwbesluit minder belangrijk geworden door het gebruik van rookmelders in de nieuwbouw. Indien er toch een rookvrije vluchtroute gecreëerd moet worden dan is de vrije doorgang bij nieuwbouw minimaal ≥0,85 m breed en ≥2,3 m hoog. Bij bestaande bouw moet dit minimaal ≥0,50 m breed en ≥1,2 m hoog zijn. Probeer te zorgen voor een onbelemmerd zicht zowel staand als zittend. Houd in de gaten dat het optimale type dakvenster afhangt van de dakhellingshoek.
Tuimelvensters maken het mogelijk om meubels onder het dakvenster te plaatsen zonder dat het invloed heeft op de werking van het dakvenster.
Uitzettuimelvensters maken het mogelijk om rechtstandig onder het dakvenster te lopen en opzij te kijken. Deze dakvensters kunnen vanaf bepaalde maatvoering tevens dienst doen als nooduitgang.
Als het dakvenster buiten bereik wordt geplaatst, denk dan na over elektrische bediening. Elektrische bediening maakt het mogelijk om het dakvenster, de raamdecoratieproducten, rolluiken en buitenzonweringen d.m.v. een afstandsbediening aan te sturen.
VELUX
In de onderstaande tabel is de vrije doorgang van diverse typen dakvensters beschreven, de onderzijde van het dakvenster dient op maximaal 1 meter van de vloer te zijn geplaatst.
Venster type (maat)
Vrije doorgang breedte x hoogte in mm
GGL (M12)
696 x 822
GPL/GPU (M08)
696 x 930
GPL/GPU (S08)
1056 x 930
GPL/GPU (P06)
858 x 780
GPL/GPU (P10)
9858 x 1080
VFA/VFB (M36)
580 x 1000
VFA/VFB (P34)
740 x 800
GDL (P19)
858 x ca. 830
GEL + VEA/VEB
696 x 2020
GEL + VEC
696 x 973
GXL (F06)
530 x 1093
Zie pagina 102-106 voor de omschrijving van de vermelde dakvenster typen.
VELUX
1
Planning
Planning
Bouwregelgeving
Bouwregelgeving
EISEN M.B.T. HOOGTE VAN DE BORSTWERING
Naast de juiste hoeveelheid frisse lucht waaraan moet worden voldaan is ook de positie van de ventilatieopening beschreven:
De onderkant van het dakvenster dient minimaal 0,85 m boven de vloer te worden geplaatst. Wanneer het dakvensters dienst moet doen als nooduitgang mag de onderkant van het dakvenster niet hoger dan 1,0 m van de vloer worden geplaatst.
VENTILATIE Goed ventileren en toch uw stookkosten zo laag mogelijk houden, kunnen prima samen gaan. Een goede manier van ventileren, is om gedurende eer paar minuten per dag uw (dak)vensters open te zetten. Daarbij heeft twee-maal tien minuten verdeeld over de dag de voorkeur boven eenmaal twintig minuten, want bij ventilatie gedurende een korte periode zal het warmteverlies lager zijn. De vochtige lucht verdwijnt weer naar buiten en er komt droge lucht naar binnen, zonder dat het vertrek te snel afkoelt. De huidige woningbouw is erop gericht om het energieverbruik voor verwarming zoveel mogelijk te beperken. Veel woningen zijn tegenwoordig zo luchtdicht gebouwd, dat er nauwelijks natuurlijke ventilatie kan plaatsvinden. Alsof er een glazen stolp over de woning heen is gezet! Daarom is het hard nodig om goed te ventileren. In verblijfsruimten dient conform NEN 1087 en NPR 1088 te worden geventileerd. Hieronder zijn de voorwaarden beschreven. Het soort verblijfsgebied en de grootte van het verblijfsgebied (is altijd minimaal 5 m²) beïnvloed de benodigde nominale ventilatie capaciteit. Als vuistregel geldt dat er 0,9 l/s per m² vloeroppervlakte moet worden geventileerd, met een minimum capaciteit als hieronder gegeven;
1
1. De ventilatieopening dient te zijn geplaatst op een hoogte van 1,8 m, om tochtwerking te voorkomen. 2. De ventilatieopening dient te zijn geplaatst in een vlak tussen 45° en 90°, indien de roosters worden geplaatst in een flauwere dakhelling dan zal de ventilatieopening eerder lucht afvoeren dan toevoeren. 3. De ventilatieopening dient naast de stand open en dicht regelbaar te zijn.
Energie besparen Omwille van onder andere energiebesparende maatregelen is er in de norm een regeling opgenomen om de ventilatielucht “voor te verwarmen”. Hiervoor is een overstroomregeling van 50% voor toegevoegd. Op deze manier kan lucht vanuit een andere verblijfsruimte worden opgeteld indien minimaal 50% van de benodigde capaciteit direct van buiten wordt betrokken. Deze regeling is enkel toepasbaar indien er aangetoond kan worden dat de overloop daadwerkelijk de ruimte bereikt. VELUX dakvensters met een ventilatieopening kunnen in de ventilatieberekening worden meegenomen. De tabel hieronder geeft de nominale ventilatie capaciteit en de opening in cm² weer. Vensterbreedte (cm)
Capaciteit (L/s)
55
1,9
27
66
2,3
34
De minimale ventilatie per verblijfsgebied is;
78
2,8
40
Keuken* Woonkamer Badkamer* Toilet* Slaap/studeerkamer Was/droogruimte
94
3,4
50
114
4,1
62
134
4,8
74
21 l/s 21 l/s 14 l/s 7 l/s 7 l/s 14 l/s
Ventilatie opening (cm²)
*Deze ruimten dienen ALTIJD mechanisch te worden geventileerd.
Voorbeeld 1: Een slaapkamer heeft een vloeroppervlakte van 6 m², 6 x 0,9 l/s = 5,4 l/s echter volgens de NEN 1087 moet er minimaal 7 l/s worden geventileerd. Voorbeeld 2: Een woonkamer heeft een vloeroppervlak van 28 m², 28 x 0,9 l/s = 25,2 l/s.
VELUX
VELUX
1
Planning
Planning
Bouwregelgeving
Bouwregelgeving
1
DAGLICHTTOETREDING In de NEN 2057 staan de eisen omschreven met betrekking tot de berekening van daglichttoetreding door een verticale gevel voor verblijfruimten. Als vuistregel kan worden gesteld dat het equivalente daglichtoppervlak in m² gelijk moet zijn aan 10% van de vloeroppervlak. De daglichttoetreding door een opening in een hellend dak is een uitgebreide berekening waarbij belemmeringfactoren de netto daglichtoppervlakte beïnvloeden. Bij een flauwe dakhelling dienen dakvensters hoger in het dak te worden geplaatst zodat daglicht het verblijfsgebied het beste kan bereiken. Indien een dakvenster in een steiler dak wordt geplaatst zijn de prestaties beter. In de onderstaande tabellen worden een aantal uitkomsten van berekeningen gepresenteerd die de toetreding van daglicht via dakvensters inzichtelijk maken. Deze uitkomsten betreffen het maximaal te belichten vloeroppervlak in m2 van de betreffende verblijfsruimte die een minimale hoogte heeft van 2,6 m onder het hellende dak.
Horizontaal Duo Bediening 2150 mm tov vloerpeil Venster maat
Dakhelling 35°
45°
55°
65°
75°
C02
*)
*)
*)
*)
*)
C04
*)
*)
*)
*)
*)
F06
*)
*)
*)
*)
*)
M04
5,1
8,0
7,3
6,6
3,8
M06
7,0
9,3
10,3
6,4
8,9
M08
8,9
10,3
11,0
7,1
11,2
P04
*)
*)
*)
*)
*)
P10
12,0
13,0
13,9
14,1
14,8
S06
14,7
14,9
15,2
15,2
13,3
S08
*)
*)
*)
*)
*)
U04
*)
*)
*)
*)
*)
U08
*)
*)
*)
*)
*)
Enkel Dakvenster Bediening 2150 mm tov vloerpeil Venster maat
Verticaal Duo
Dakhelling
Bediening 2000 mm tov vloerpeil
35°
45°
55°
65°
75°
C02
*)
*)
*)
*)
*)
C04
*)
*)
*)
*)
*)
Venster maat
Dakhelling 35°
45°
55°
65°
75°
*)
*)
*)
*)
*)
F06
*)
*)
*)
*)
1,5
C02
M04
*)
*)
*)
1,4
1,9
C04
*)
*)
*)
*)
*)
2,9
F06
*)
*)
*)
*)
*)
M06
*)
*)
1,5
2,4
M08
*)
1,4
1,9
2,9
5,0
M04
4,2
5,1
5,7
6,4
6,4
P04
*)
1,8
2,5
2,4
2,4
M06
7,2
7,9
7,3
8,0
8,0
P10
1,8
2,7
4,3
6,5
7,2
M08
*)
*)
*)
*)
*)
S06
2,3
4,2
6,0
8,0
7,2
P04
*)
*)
*)
*)
*)
9,1
P10
*)
*)
*)
*)
*)
S08
2,6
4,9
8,0
8,6
U04
3,2
5,0
7,3
6,5
3,7
S06
13,0
14,6
12,2
13,4
12,8
U08
5,0
9,7
10,0
11,2
11,0
S08
*)
*)
*)
*)
*)
U04
*)
*)
*)
*)
*)
U08
*)
*)
*)
*)
*)
*) Wanneer u van andere maatvoeringen en/of koppelingen een daglichtberekening wenst, kunt u contact opnemen met VELUX
10 VELUX
VELUX 11
1
Planning
Planning
Bouwregelgeving
Bouwregelgeving
INBRAAKWERENDE MAATREGELEN
EISEN M.B.T. VEILIGHEID TIJDENS HET INSTALLEREN VAN EEN DAKVENSTER
In het Bouwbesluit zijn eisen opgenomen voor inbraakwerende maatregelen in nieuwbouwsituaties. Deze maatregelen zijn in 2 NEN normen beschreven. In NEN 5087 staat de bereikbaarheid beschreven en in NEN 5096 staat de inbraakwerendheid klasse beschreven. Voor dakvensters is in de regel inbraakwerendheid klasse 2 van toepassing. Dit betekent dat het element 3 minuten inbraakwerend moet zijn, wat door een certificatieinstelling moet zijn getoetst. VELUX biedt hiervoor een uitstekende oplossing aan in de vorm van houten tuimelvensters type GGL. Deze zijn via het typeplaatje (zie blz. 100) te herkennen aan de extra code Q en zijn getoetst aan de NEN 5096. Niet alle dakvensters moeten voldoen aan deze weerstandklasse 2, de bereikbaarheid van de elementen speelt een doorslaggevende rol. De bereikbaarheid staat beschreven in de NEN 5087; indien de kozijnen bereikbaar zijn binnen een vlak van 2,40 meter of bereikbaar zijn door opklimmen, lager dan 3,50 meter dient er gekeken te worden naar inbraakwerende uitvoeringen.
1
In de meeste gevallen kan een VELUX dakvenster van binnenuit worden geplaatst, zodat van buitenaf werken voorkomen wordt. In uitzonderlijke gevallen is het echter noodzakelijk om een gedeelte van de installatie van buitenaf te doen, in deze gevallen is het belangrijk om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen. Wanneer er een val van meer dan 2 meter mogelijk is, moeten er als standaardregel op een bouwplaats al veiligheidsmaatregelen genomen worden. Hierdoor is het bijna altijd noodzakelijk om voor een effectieve bescherming te zorgen wanneer er op het dak gewerkt wordt. Een steiger of een hekwerk aan dakrand plaatsen kan een oplossing zijn. Als er maar kort op het dak gewerkt hoeft te worden kan valbeveiliging (harnasgordel met lijnen) gebruikt worden. Welke veiligheidsmaatregelen er getroffen dienen te worden is afhankelijk van de staat van de desbetreffende bouwplaats. De eisen die gesteld worden aan het veilig werken op een bouwplaats worden beschreven in de Arbowetgeving “Valbeveiliging op vloeren en daken”.
2,40 m 2,40 m werkvlak min. 0,60 x 0,60 m
3,50 m
max 0,60 m
2,40 m
3,50 m
Als er moet worden voldaan aan het PolitiekeurmerkVeiligWonen (PKVW) dan zijn er diverse aanvullende eisen van toepassing, omgeving factoren als verlichting spelen dan bijvoorbeeld ook een rol.
12 VELUX
VELUX 13
2
Installatie van een dakvenster
Installatie van een dakvenster
Uitsparing maken
Uitsparing maken
POSITIONEREN VAN HET DAKVENSTER T.O.V. DE RUIMTE
Positioneer het dakvenster omhoog/naar beneden afhankelijk van het toe te passen gootstuk. In daken met:
Bepaal de positie van het dakvenster rekening houdend met:
2
• geprofileerd dakbedekkingmateriaal, zorg voor een hele rij pannen onder het dakvenster.
• het gebruik van de kamer. • een onbelemmerd zicht zowel staand als zittend.
• leien, zorg voor voldoende overlapping tussen de leien en de loketten van het gootstuk, zie pagina 65 en de inbouwinstructies.
• makkelijke bediening (tuimel- of uitzettuimel dakvenster). • eisen m.b.t. de hoogte van plaatsen van het dakvenster rekening houdend met de bouwregelgeving (de hoogte van de onderkant van het dakvenster t.o.v. de vloer), zie hoofdstuk 1.
Wanneer de uiteindelijke positie en uitsparingmaten van het dakvenster zijn bepaald, voeg dan 20-30 mm toe om later voldoende isolatie rondom het dakvenster te kunnen plaatsen. Bepaal de uitsparing onder en boven door gebruik te maken van hulplatten, zoals weergegeven in de inbouwinstructies.
• gemetselde muur, als aanwezig, zie pagina 30-33. • optimaal ontwerp van de aftimmering.
UITSPARING IN DE DAKFOLIE EN BINNENZIJDE DAKBESCHOT UITSPARING IN HET DAKOPPERVLAK – (werk)gat IN HET DAK Als het dak van binnenuit niet bereikt kan worden, moet er van buitenaf door de dakconstructie heen een werkgat worden gemaakt van ongeveer 400 x 400 mm. Wanneer de panlatten zijn verwijderd kan de uiteindelijke positie van het dakvenster worden bepaald. Hou bij het uitmeten rekening met de ruimte die nodig is om rondom het dakvenster te kunnen isoleren.
POSITIONEREN VAN HET dakvenster IN HET DAK Hou bij het positioneren van het dakvenster zoveel mogelijk rekening met de aangeraden afstand van zijkant dakvenster tot zijkant dakbedekkingmateriaal om zo te voorkomen dat het dakbedekkingmateriaal aangepast moet worden. Wanneer nodig kunt u hulplatten plaatsen, zie hoofdstuk 4.
14 VELUX
b a
Zoals weergegeven kan dakfolie ingesneden en gevouwen worden en een waterdichte aansluiting garanderen. Een harde onderlaag moet volledig verwijderd worden ter grootte van de uitsparing in de dakconstructie. Wanneer de uiteindelijke positie van het dakvenster is bepaald, moet er een tijdelijke uitsparing gemaakt worden in de binnenzijde van het dakbeschot. Projecteer de dimensies haaks op de binnenzijde van het dakbeschot en teken dit af. Maak de uitsparing. Om het dakvenster te kunnen plaatsen is het noodzakelijk om een tijdelijke uitsparing te maken. Houd er rekening mee dat het mogelijk moet zijn om de dampremmende laag van het gebouw te herstellen. De laatste aanpassingen van de uitsparing in de binnenkant van het dakbeschot moeten gemaakt worden bij het plaatsen van de interieurafwerking.
VELUX 15
2
Installatie van een dakvenster
Installatie van een dakvenster
Draaiend gedeelte en beugels
Exterieur
DRAAIEND GEDEELTE VERWIJDEREN
ISOLATIEFRAME
Om het installeren van het dakvenster makkelijker te maken, kan het draaiend gedeelte verwijderd worden. Plaats het draaiend gedeelte op een schone en vlakke ondergrond.
2
Het isolatieframe van de installatieset set BDX bestaat uit vier lange delen van polyethyleen foam gemonteerd op een metalen profiel. Vóór het plaatsen moeten deze vier losse delen eerst tot één frame worden samengesteld. Plaats het isolatieframe op de panlatten voordat het dakvenster geplaatst wordt. Het isolatieframe moet nog niet worden vastgeschroefd, deze wordt namelijk samen met de montagebeugels van het dakvenster vastgeschroefd. Als de beschikbare ruimte tussen de gordingen niet genoeg is, kan het mogelijk zijn om het isolatieframe aan te passen om een correcte positie te verkrijgen. Pas het product aan door aan de zijkanten het foam af te scheuren.
MONTAGEBEUGELS Montagebeugels worden standaard met het dakvenster meegeleverd. Dakvensters met een hoogte vanaf -08 (1400 mm) en hoger worden geleverd met extra montagebeugels die aan de zijkant, in het midden van het dakvenster, geplaatst moeten worden. De montagebeugels moeten vóór het positioneren van het dakvenster gemonteerd worden. Sommige producten hebben speciale beugels nodig, te weten: • Wanneer de dakvensters worden geplaatst met een EDN gootstuk (gootstuk voor verdiepte inbouw in vlakke dakbedekking), worden er speciale beugels met het EDN gootstuk meegeleverd. • Wanneer er meer dan één dakvenster wordt geplaatst, worden er met de desbetreffende koppelgootstukken (bijvoorbeeld EBW) of combinatie elementen (GIL, VFE, etc.) de juiste montagebeugels meegeleverd.
16 VELUX
Het isolatieframe BDX past in combinatie met de VELUX interieurafwerking. Wanneer er zelf een aftimmering in het werk gemaakt wordt, kan het zijn dat het dakvenster moeilijk in het isolatieframe past. Indien dit het geval is kan het isolatieframe worden aangepast door aan de zijkanten van het frame het foam af te scheuren.
VELUX 17
2
Installatie van een dakvenster
Installatie van een dakvenster
Exterieur
Exterieur
PLAATSEN EN AFSTELLEN VAN HET VENSTER
DAKFOLIE
Het is belangrijk om het dakvenster zo af te stellen dat het aan alle kanten goed afsluit. Begin bij de onderkant van het dakvenster en bevestig het kozijn op de panlat.
Voor de meest eenvoudige aansluiting op de dakfolie kunt u de waterkerende manchet BFX gebruiken. De waterkerende manchet is gemaakt van een dampopen en waterdicht materiaal en kan hierdoor op zowel dampopen als dampdichte daken worden gebruikt.
Pas de afstand tussen het vaste gedeelte en het draaiend gedeelte zo aan dat er aan beide zijden een net zo grote naad ontstaat. De onderkant van het draaiend gedeelte en het kozijn moeten parallel staan. Als ongelijke gordingen ervoor zorgen dat het dakvenster schuin geplaatst wordt, stel dan het kozijn bij door gebruik te maken van de meegeleverde wigjes. Als het dak niet waterpas of erg scheef is, zie pagina 44-45. Wanneer het dakvenster juist is afgesteld kan het vastgezet worden, zoals weergegeven in de inbouwinstructies.
2
Monteer de waterkerende manchet aan alle kanten van het frame, vorm de manchet om de panlatten en de tengels en zet het vast. Plaats de lekwatergoot boven de eerste hele panlat boven het dakvenster, zodat deze het lekwater wat van bovenaf komt, langs het dakvenster af kan voeren. Plaats de zelfklevende butyl strips zoals weergegeven (a) om zo lekkage te voorkomen op de plek waar de folie onderbroken is.
a
b c Vouw de waterkerende manchet en de bestaande dakfolie samen in de lekwatergoot en zet deze hierna met de meegeleverde klemmen vast (b). Om de waterkerende manchet onder het dakvenster correct te verwerken moet de manchet ingeknipt worden (c).
18 VELUX
VELUX 19
2
Installatie van een dakvenster
Installatie van een dakvenster
Exterieur
Exterieur
GOOTSTUK EN AFDEKLIJSTEN
Het uiteinde van de slabbe kan nu verder gevormd worden over het dakbedekkingmateriaal (c). Om voor een goede overlapping te zorgen tussen het dakbedekkingmateriaal en het gootstuk kan het noodzakelijk zijn om een nok van de pan te verwijderen (d). Het wordt aangeraden om geen schroeven in het gootstuk te schroeven, het kan in sommige gevallen voorkomen dat een pan vastgezet moet worden met een draad (e).
Plaats het gootstuk en de afdeklijsten in de volgorde zoals aangegeven in de inbouwinstructies van de dakvensters en de gootstukken. De onderdelen hebben een nummer op de achterkant staan waaruit in de meeste gevallen ook de volgorde van plaatsen opgemaakt kan worden. Houd er rekening mee dat er rechter en linker onderdelen zijn.
c
2 3
d
2
e
3
1
GOOTSTUKKEN VOOR GEPROFILEERD dakbedekkingmateriaal Wanneer er gootstukken voor geprofileerd dakbedekkingmateriaal worden toegepast, is het belangrijk dat het gootstukfoam en de flexibele slabbe aan de onderkant van het dakvenster strak aansluiten op de pannen, zodat motregen, stuifsneeuw, etc. niet onder de gootstukken terecht kunnen komen. Voordat het onderste gedeelte van het gootstuk geplaatst wordt, is het aan te raden om het dakmateriaal onder het dakvenster af te slijpen (a). Plaats tijdelijk het onderste gedeelte en vorm de slabbe over de geprofileerde dakbedekking heen. Buig de slabbe vóór het definitief plaatsen van de ondergoot iets terug (b). Dit buigen zorgt ervoor dat de slabbe strakker aansluit op het dakbedekkingmateriaal.
GOOTSTUKKEN VOOR VLAKKE DAKBEDEKKINGMATERIALEN Wanneer er gootstukken voor vlakke dakbedekkingmaterialen zoals leien wordt toegepast, is het belangrijk dat het onderste gedeelte van het gootstuk minimaal dezelfde overlap heeft als de rest van de dakbedekking (a). Hou, om te zorgen voor de beste afwatering rondom het dakvenster, de afstanden tussen dakbedekkingmateriaal en dakvenster aan, zoals aangegeven in de inbouwinstructies (b).
a
a
b
b
30-60 m
m
20 VELUX
VELUX 21
2
Installatie van een dakvenster
Installatie van een dakvenster
Interieur
Interieur
DE INTERIEURAFWERKING OP MAAT MAKEN
DE DAMPREMMENDE LAAG
Wanneer het dakvenster geplaatst is kunt u de uitsparing aan de binnenkant van het dakbeschot op maat maken. Wanneer een VELUX interieurafwerking wordt gebruikt, kan de uitsparing met behulp van de meegeleverde mal op maat worden gemaakt. Op deze manier kan de onderkant verticaal en de bovenkant horizontaal afgetimmerd worden.
ELEKTRISCHE BEDIENING Voordat u helemaal klaar bent met aftimmeren raden wij u aan om het dakvenster voor te bereiden voor eventuele toekomstige elektrische bediening van dakvenster en/of raamdecoratieproducten. Haal de kabel door het voorgeboorde gat in bovendorpel. Zet ongeveer 20 cm van de kabel vast, zoals afgebeeld. De rest van de kabel kan nu uit het zicht weggewerkt worden, zodat hierop later de elektrische producten aangesloten kunnen worden. Voor kabels met een lengte tot 40 m kan een kabel van 2 x 1,5 mm2 gebruikt worden. Zie ook pagina 116. LET OP! Bij het elektrisch bedienen van een uitzet tuimelvenster moet de bekabeling anders getrokken worden. Neem hiervoor contact op met VELUX.
ISOLATIE RONDOM HET VENSTER Goede isolatie rondom het dakvenster is nodig om koude bruggen te voorkomen. Isolatieframe van de BDX zorgt voor voldoende isolatie. Gebruik het wigvormige foam om eventuele naden tussen het kozijn en de gording te dichten. Wanneer de installatieset niet wordt gebruikt, moet er zelf gezorgd worden voor voldoende isolatie rondom het dakvenster.
22 VELUX
2
De dampremmende laag van het gebouw moet aansluiten op de aftimmergroef van het dakvenster. De meest eenvoudige oplossing is om gebruik te maken van de VELUX dampremmende folie BBX. Wanneer de dampremmende folie wordt geplaatst moeten eerst de zelfklevende butyl strips in de aftimmergroef worden geplaatst. Druk hierna de twee bovenste hoeken voorzichtig in de aftimmergroef gevolgd door de twee onderste hoeken en als laatst de zijdelen. Verbind de dampremmende folie BBX met de dampremmende laag van het gebouw door gebruik te maken van de meegeleverde tape. In sommige gevallen is het nodig om een extra verbinding met een knellatje tussen de dampremmende folie en de dampremmende laag van het gebouw te maken.
DE AFTIMMERING Probeer bij het plaatsen van een aftimmering om de bovenkant van de aftimmering horizontaal te plaatsen en de onderkant verticaal. Dit zorgt voor de beste circulatie van warme lucht langs het dakvenster, meer daglicht en het beste uitzicht. Wanneer de aftimmering in het werk gemaakt wordt, zorg dan voor een regelwerk voor die delen die één voor één geplaatst moeten worden. Wanneer de VELUX interieurafwerking gebruikt wordt, moet deze eerst in elkaar gezet worden en vervolgens als één geheel in het dakvenster worden geklikt.
VELUX 23
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
In het algemeen
In het algemeen
Het combineren of integreren van meerdere dakvensters opent de weg naar veel attractieve mogelijkheden met VELUX dakvensters.
GOOTSTUKKEN
Over het algemeen maakt het qua installatie geen verschil of u één of meerdere dakvensters plaatst. De aansluiting op de dakconstructie moet gemaakt worden zoals ook bij een enkel dakvenster het geval is, zie hoofdstuk 2. Let op! Het gootstuk is een heel belangrijk onderdeel bij het plaatsen van een daglichtsysteem. In de meeste gevallen beschrijft de inbouwinstructie van de gootstukken hoe de dakvensters geplaatst moeten worden. Daarom moet er gestart worden met het in kaart brengen van alle inbouwinstructies die nodig zijn voor de installatie van het daglichtsysteem. Zie ook de brochure VELUX daglichtsystemen.
Over het algemeen bestaat een gootstuk voor enkele plaatsing uit: een ondergoot (1), twee zijgoten (2) en een bovengoot (3). Bij het plaatsen/koppelen van meerdere dakvensters worden nagenoeg dezelfde onderdelen gebruikt, echter worden er ook delen meegeleverd om voor de waterafvoer tussen de dakvensters in te zorgen.
3 2
2 1
VELUX gebruikt twee manieren om water af te voeren:
LAAG LIGGENDE MIDDENGOOT Dit principe maakt het mogelijk om oneindig veel dakvensters naast elkaar te koppelen.
Hieronder een voorbeeld van het daglichtsysteem Quattro.
Gootstukken met een laag liggende middengoot voeren het hemelwater; wat via de dakbedekkingen boven het dakvenster langs ieder dakvenster naar beneden komt, op een juiste manier af. Dit principe wordt gebruikt bij koppelgootstukken EK-.
HOOG LIGGENDE MIDDENGOOT Dit principe maakt het mogelijk om dakvensters dichter tegen elkaar aan te koppelen. Dit afwateringsprincipe wordt gebruikt bij bijvoorbeeld de koppelgootstukken EB-. Gootstukken met een hoog liggende middengoot voeren het hemelwater; wat via de dakbedekking boven de dakvensters langs de zijkanten van de gehele combinatie, naar beneden komt, op een juiste manier af. De totale breedte van een combinatie met hoog liggende middengoot mag niet meer zijn dan 2780 mm.
24 VELUX
VELUX 25
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Koppelgootstuk EK-
Koppelgootstuk EK-
Het koppelgootstuksysteem bestaat uit zes basiselementen die het mogelijk maken om vanaf twee tot eindeloos veel dakvensters in combinatie naast of boven/onder elkaar te koppelen. Dakvensters die naast elkaar gekoppeld worden, moeten dezelfde hoogte hebben, dakvensters die onder/boven elkaar gekoppeld worden, moeten dezelfde breedte hebben.
DAKVENSTERS ONDER/BOVEN ELKAAR GEKOPPELD
a
---4
Koppelgootstuk 7 wordt gebruikt wanneer dakvensters onder of boven elkaar gekoppeld worden. Bij het onderste dakvenster moet een gootstuk voor enkele plaatsing worden gebruikt en voor de dakvensters die erboven gekoppeld worden moet koppelgootstuk 7 worden gebruikt.
a
---5
---7
EB .
---6
W- - 0-94
---5
W- - 0-96
b b Volume / Weight
Made in Denmark www.VELUX.com
---1
---2
---3
---0
---1
---2
---3
a = xx mm
a = XX mm P 00AH10V
P
De zes basiselementen zijn voorzien van nummers die refereren aan het laatste nummer in de code van de variant. Bijvoorbeeld, EKW M08 0002 is het middelste element in de onderste rij. Afstand “a” geeft de ruimte aan tussen de zijstijlen van de dakvensters, terwijl afstand “b” de afstand tussen de onder- en bovendorpel weergeeft. Afstand “a” kan in de standaard koppelafstanden van 100, 120, 140 of 160 mm geleverd worden. Daarnaast kunnen koppelgootstukken kunnen als “special” gemaakt worden met een koppelafstand van 60 tot 400 mm. Afstand “b” kan alleen 100 of 250 mm zijn. De koppelafstanden moeten opgegeven worden wanneer de gootstukken besteld worden. Deze koppelafstanden staan ook op de verpakking.
ASYMMETRISCHE KOPPELING Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van asymmetrische gootstukken is het mogelijk om in de onderste rij meer dakvensters te plaatsen dan in de bovenste rij. De asymmetrische goten dienen in het combisysteem als het ware als vervanger van de missende ramen. Zo zal gootstuk EK- W-- 0-94 gebruikt worden in plaats van gootstuk nummer 4. Koppelingen met minder ramen in de onderste rij zijn alleen mogelijk wanneer er gebruik wordt gemaakt van de EKL gootstukken (voor vlakke dakbedekking). Deze koppelingen moeten als “special” worden besteld. Neem hiervoor contact op met VELUX.
Let op! Indien de afstand “a” minder is dan 100 mm, moeten de dakvensters met speciale beugels worden geplaatst die samen met de gootstukken geleverd worden. In andere gevallen moeten de standaard beugels die met het dakvenster worden geleverd, worden gebruikt. Let op! Om later nog een rolluik te kunnen plaatsen moet de “a” afstand minimaal 100 mm zijn en de “b” afstand 250 mm.
26 VELUX
VELUX 27
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Koppelgootstuk EB-
Installatie met ondersteuningsbalk EBY
Koppelgootstuk EB- wordt gebruikt om twee dakvensters met dezelfde maat tegen elkaar aan te koppelen.
Gebruik de EBY ondersteuningsbalk bij een 18 mm koppeling om een mooie afwerking te krijgen aan de interieurzijde. Wanneer u deze ondersteuningsbalk gebruikt moet er een raveling gemaakt worden om de constructie te ondersteunen, zie hoofdstuk 4.
Standaard worden de twee dakvensters gekoppeld met een koppelafstand “a” van 18 mm. Als de koppelafstand tussen de 19 en 95 mm is, moet het gootstuk als “special” worden besteld.
Ondersteuningsbalk EBY is leverbaar in drie verschillende lengtes (2m, 2,75m en 3,5m).
a
a
Door gebruik te maken van een hoog liggende middengoot wordt het mogelijk om twee dakvensters dichter tegen elkaar aan te koppelen. Wanneer er een spant tussen de ramen aanwezig is, mag de dikte van deze spant de “a” afstand niet met meer dan 25 mm overschrijden. Wanneer dit wel zo is moet er een raveling en een slaper worden gemaakt. Als de “a” afstand 18 mm is, dan kan gebruik gemaakt worden van ondersteuningsbalk EBY. Volg de inbouwinstructie van de EB- wanneer u het dakvenster gaat plaatsen. Het afstellen van het dakvenster wordt beschreven in de inbouwinstructie van het dakvenster. De speciale beugels worden met het gootstuk meegeleverd.
max 775 mm max 40 mm
Volg de inbouwinstructie van de EBY wanneer u het dakvenster gaat plaatsen. Het afstellen van het dakvenster wordt beschreven in de inbouwinstructie van het dakvenster. Wanneer de uitsparing gemaakt wordt, de raveling en de ondersteuningsbalk EBY worden geplaatst, is het belangrijk dat de ondersteuningsbalk loodrecht op de panlatten wordt geplaatst. Hou bij het aanpassen ondersteuningsbalk de maximale dimensies in de gaten om te voorkomen dat de ondersteuningsbalk zwakker wordt. Als het isolatieframe van de BDX is gebruikt dan bestaat deze uit vier lange stukken van polyethyleen foam gemonteerd op een metalen profiel. Vóór het plaatsen moeten deze vier losse delen eerst tot één frame worden samengesteld. De vier beugels waarmee de twee dakvensters aan elkaar gekoppeld kunnen worden, worden met het gootstuk meegeleverd. Verbind de dakfolie op dezelfde manier als bij het plaatsen van een enkel dakvenster. Plaats de lekwatergoot direct boven de raveling op het punt waar de ondersteuningsbalk vastgezet is. Ga hierna verder volgens de inbouwinstructies van het gootstuk EB-.
28 VELUX
VELUX 29
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Verticale gevel- en combinatieelementen
Verticale gevel- en combinatieelementen
Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/ VFA/VFB MET GOOTSTUKKEN EFW/EFL/EFS
POSITIE IN DE GEVEL
Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/VFA/VFB kunnen alleen gecombineerd worden met dakvensters van dezelfde breedte. De gootstukken voor deze combinaties zijn EFW/EFL/EFS.
Het dakvenster moet geplaatst worden voordat het verticale venster element wordt geplaatst. De kartonnen mal, die met het verticale venster element wordt meegeleverd, moet gebruikt worden om de exacte positie van de vensters te bepalen. De optimale positie van het verticale venster element hangt af van het soort gevel.
A
B
C a
min. 130 mm A Plaatsing in een gemetselde muur, etc.: De Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/VFA/VFB moeten minimaal 130 mm vanaf de buitenmuur worden geplaatst. Dit zorgt ervoor dat de bovenkap altijd achter de gevel komt te liggen. Het zorgt er ook voor dat er makkelijker een lekwaterdorpel geplaatst kan worden.
Volg bij het plaatsen van deze Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/VFA/VFB de instructies die meegeleverd zijn. Het afstellen van het dakvenster wordt beschreven in de inbouwinstructie van het dakvenster. Speciale beugels voor de dakvensters worden meegeleverd met het verticale venster element. Let op! Wanneer er dakvensters geplaatst worden in combinatie met een verticaal venster element moet er rekening gehouden worden met de afvoer van hemelwater, gezien de dakgoot onderbroken word. Omdat het gootstuk ervoor zorgt dat het hemelwater aan beide zijden van het dakvenster afgevoerd word, moet er voor een goede afvoer van de onderbroken dakgoot worden gezorgd d.m.v. een hemelwaterafvoer.
30 VELUX
B Plaatsing in een gevel voorzien van rabatdelen: De Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/VFA/VFB moeten zo geplaatst worden dat de buitenkanten van het frame gelijk lopen met de achterkant van de rabatdelen. C In sommige gevallen kan het nodig zijn om de aansluiting tussen de onderkant van het kozijn en de lekwaterdorpel af te dekken. Voor deze gevallen kan er een speciale afdeklijst worden besteld (a).
LEKWATERDORPEL EN WATERAFVOER VAN ONDERDORPEL De lekwaterdorpel kan op vele manieren worden gemaakt. Dit hangt uiteraard af van de gevel. Het is belangrijk dat er voldoende overlap is tussen de onderkant van het frame en de lekwaterdorpel (ongeveer 25 mm), zodat het water op een juiste manier afgevoerd kan worden.
VELUX 31
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Verticale gevel- en combinatieelementen
Installatie met instelbare ondersteuningsbalk EBY W10
MEERDERE Verticale gevel- en combinatieelementen VFE/VFA/VFB MET GOOTSTUKKEN EFW/ EFL/EFS X99
De instelbare ondersteuningsbalk EBY W10 wordt aangeraden wanneer Verticale gevel- en combinatieelementen i.c.m. een 18 mm koppeling worden geplaatst.
Wanneer u gebruik maakt van EFW/EFL/EFS X99 gootstukken is het mogelijk om meerdere dakvensters in het dak en de gevel te koppelen.
De instelbare ondersteuningsbalk EBY W10 kan worden toegepast in een dakhellingshoek van 15° tot 55°.
/EFS EFW/EFL 15-55 55 50 45 40 35 30 25 roofhang aushang • Without Dach • Nie la vie • Ce tagudhæng • UdenTaaguthaang • Nej fondiza • Nio terasa • Nuo
20 15
roofhang aushang • Without Dach • Nie la vie • Ce tagudhæng • UdenTaaguthaang • Nej fondiza • Nio terasa • Nuo
Dit gootstuk moet speciaal worden besteld uitgaande van een gespecificeerd overzicht van de plaatsing van de dakvensters. Om een goede afvoer van lekwater (het water wat van de dakbedekking afkomt) te kunnen garanderen zijn er wat beperkingen m.b.t. de mogelijke combinaties.
Wanneer de instelbare ondersteuningsbalk wordt gebruikt moet de raveling in de dakconstructie over de hele breedte van de uitsparing gemaakt worden. De instelbare ondersteuningsbalk zorgt voor de ondersteuning van de dakvensters en zorgt voor een mooie afwerking aan de interieurzijde.
Bij een combinatie van dakvensters met een maximale breedte van 2780 mm zal het water langs beide zijden van de combinatie worden afgevoerd.
Wanneer er meerdere ondersteuningsbalken worden gebruikt mag de totale breedte van de combinatie, i.v.m. de gootstukken, niet breder zijn dan 2780 mm.
Combinaties die breder zijn dan 2780 mm moeten water af kunnen voeren tussen de dakvensters door. Door het toepassen van een laag liggende middengoot en een aansluiting voor een regenpijp (A) wordt dit mogelijk gemaakt. a
Wanneer u meer informatie wenst, kunt u contact opnemen met VELUX.
A x
b
max. 2780 mm
32 VELUX
VELUX 33
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Combinatie-elementen onder het dakvenster
Combinatie-elementen onder het dakvenster
COMBINATIE-ELEMENTEN GIL/GIU EN GOOTSTUKVERLENGERS ETW/ETL/ETS
GEKOPPELDE COMBINATIE-ELEMENTEN GIL/GIU (18 mm)
Combinatie-elementen GIL/GIU worden direct gekoppeld aan het bovenliggende dakvenster.
Twee dakvensters die beide gecombineerd zijn met combinatie-elementen GIL/GIU kunnen geplaatst worden met een koppelafstand van 18 mm. Bij deze koppeling moet gebruikt gemaakt worden van de ondersteuningsbalk EBY en een variant van het EB- gootstuk. Koppelgootstuk EB- moet als special product worden besteld.
Het te gebruiken gootstuk voor deze combinatie is een standaard gootstuk in combinatie met een gootstukverlenger ETW/ETL/ ETS. Volg bij het plaatsen van de combinatie-element GIL/GIU de meegeleverde inbouwinstructie. Het afstellen van het dakvenster wordt weergegeven in de inbouwinstructie van het desbetreffende dakvenster. Het combinatie-element wordt geleverd met speciale montagebeugels. De kozijnen van de combinatie-elementen en de dakvensters moeten goed op elkaar aansluiten om het maken van een interieurafwerking mogelijk te maken.
Volg de volgende stappen tijdens de installatie: 1. Prepareer de uitsparing en maak de benodigde raveelbalk. Breedte: X mm + 18 mm + X mm + 50 mm. Hoogte: Y mm + 920 mm + 45 mm. X mm = dakvenster breedte, Y = dakvenster hoogte. 2. Plaats ondersteuningsbalk EBY volgens de inbouwinstructies die met de EBY worden geleverd. 3. Plaats (optioneel) isolatieframe BDX met verlengstukken BDX W34 volgens de meegeleverde inbouwinstructies. 4. Plaats het dakvenster en stel het af. 5. Verbind de dakvensters met de dakfolie (mits deze aanwezig is) en plaats de lekwatergoot precies boven de raveling waar de ondersteuningsbalk op vast gezet is. 6. Plaats het gootstuk en de afdeklijsten, zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructie van de combinatie-elementen GIL/GIU en het gootstuk. Het is mogelijk om drie dakvensters op 18 mm te koppelen, zolang de gehele combinatie niet breder is dan 2780 mm.
34 VELUX
VELUX 35
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Combinatie-elementen onder het dakvenster
Combinatie-elementen onder het dakvenster
GEKOPPELDE GIL/GIU COMBINATIE-ELEMENTEN (100 mm)
Hellend combinatie-element GIL BOVEN EEN VERTICAAL vensterELEMENT VFE
Dakvensters met combinatie-elementen GIL/GIU kunnen ook gekoppeld worden toegepast door gebruik te maken van gootstuk verlengers ETW/ETL/ETS en ETX als toevoeging op de standaard koppelgootstukken.
Het verticale vensterelement VFE kan onder een combinatie van een dakvenster met combinatie-element GIL worden geplaatst.
Wanneer een CABRIO GDL balkonvensterTM deel uitmaakt van een koppeling, moet het combinatie-element GIL naast het balkon worden geplaatst met een dakvenster (hoogte -10) erboven. De totale lengte/hoogte van deze dakvensters moet overeenkomen met dat van het balkonvenster.
Om dit mogelijk te maken moeten de EFW/EFL/EFS gootstukken samen met de ETW/ETL/ETS gootstukken gebruikt worden. Gezien het combinatie-element GIL niet geopend kan worden moet deze verwijderd worden om de afdeklijsten tussen het GIL en het verticale venster element VFE te kunnen plaatsen.
Volg de volgende stappen tijdens de installatie: 1. Schroef het combinatie element GIL los. Afhankelijk van de dakhellingshoek kan het nodig zijn om het venster te verwijderen. 2. Plaatst de afdeklijsten tussen het combinatie-element en het verticale venster element. 3. Wanneer de afdeklijsten zijn geplaatst kan het venster terug worden geplaatst.
36 VELUX
VELUX 37
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Combinatie-elementen boven het dakvenster
Nokkoppeling
COMBINATIE-ELEMENTEN GIR/GID/GIV
Het koppelen van dakvenster over de nok zorgt voor fraai ogende combinaties van VELUX dakvensters, zowel van binnenuit als van buitenaf gezien.
Combinatie-elementen GIR/GID/GIV kunnen geplaatst worden met een dakvenster eronder.
De procedure is eenvoudig: De plaatsing van dakvensters over de nok verschilt niet veel van een standaard plaatsing. Dezelfde regels voor het positioneren van de dakvensters moeten in acht worden genomen. Dit betekent dat ook in deze situatie geprobeerd moet worden om een hele rij pannen onder de dakvensters te houden. Het gootstuk dat bij deze koppeling gebruikt moet worden, is het standaard gootstuk, waarbij het bovenste gedeelte vervangen wordt door een variant van combinatie gootstuk 7 in de juiste vorm. Dakvensters die worden geplaatst met een combinatie-element GIR/GID/GIV kunnen horizontaal gekoppeld worden door gebruik te maken van laag liggende middengoten (EK-). Deze dakvensters kunnen niet gebruikt worden in combinatie met koppelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een hoog liggende middengoot (EB-).
GIR
38 VELUX
GID
Wanneer de dakvensters over de nok worden gekoppeld is het belangrijk om de afstand tot de nok te weten. Met de afstand tot de nok bedoelen we de afstand van bovenkant dakvenster tot het rode lijn niveau van de dakvensters aan de andere kant van de nok. In het vervolg wordt deze afstand weergegeven als de “A” afstand. Bepaal de dakvenstermaat n.a.v. deze afstand.
A mm
GIV
VELUX 39
3
3
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Daglichtsystemen – meerdere dakvensters
Nokkoppeling
Nokkoppeling
De meest eenvoudige oplossing is om aan elke kant van de nok gebruik te maken van de standaard gootstukken. Standaard gootstukken zijn flexibel toepasbaar bij een ononderbroken nokvorst.
De nokkoppelgootstukken worden gebruikt i.c.m. de standaard gootstukken voor enkele en/of gekoppelde plaatsing. De bovengoot van deze standaard gootstukken wordt vervangen door het nokkoppelgootstuk. De nokkoppelgootstukken kunnen worden gebruikt in een dakhellingshoek van 20° tot 50° met gelijke dakhelling.
Zowel bij enkele plaatsing als bij een koppeling moet de bovengoot op afstand “A” af worden gestemd.
Gezien het nokkoppelgootstuk op maat gemaakt moet worden, moet deze als “special” worden besteld. De bestelling moet voorzien zijn van: • dakhellingshoek van elk dakoppervlak • gootstuk variant (materiaal) • maatvoering van de dakvensters • afstand “A” gemeten op het rode lijn niveau • als er meerdere dakvensters naast elkaar worden gekoppeld vermeld dan ook koppelafstand “a”. Wanneer de “A” afstand 240 mm of meer is kunnen de standaard gootstukken zonder aanpassingen worden toegepast. Er is genoeg ruimte beschikbaar voor de bovengoten en de nokvorsten kunnen ononderbroken doorlopen.
Wanneer de dakvensters dichtbij de nok worden geplaatst, moet gezorgd worden dat de draaiende gedeeltes geopend kunnen worden zonder elkaar te raken. Wanneer er tuimelvensters worden gebruikt kan dit verzorgd worden door de afstand “A” goed in de gaten te houden. A-afstanden
Wanneer de “A” afstand tussen de 80 en 240 mm is kunnen de standaard gootstukken worden gebruikt, echter moeten deze zo aangepast worden dat ze onder de nokvorst geplaatst kunnen worden.
Om de dakvensters dichtbij elkaar te plaatsen kan het VELUX nokkoppelgootstuk worden gebruikt. Dit gootstuk maakt het mogelijk om twee dakvensters van dezelfde breedte over de nok te koppelen. Door gebruik te maken van deze gootstukken wordt het ook mogelijk om de bovenkant van het dakvenster dichterbij de nok te plaatsen.
40 VELUX
Dakhellingshoek 20°
Hoogte van het dakvenster 780 mm
980 mm
1180 mm
1400 mm
1600 mm
1)
1)
1)
1)
1)
25°
1)
1)
1)
40 mm
50 mm
30°
40 mm
40 mm
40 mm
80 mm
100 mm
35°
50 mm
70 mm
90 mm
120 mm
140 mm
40°
90 mm
110 mm
140 mm
170 mm
2)
45°
120 mm
160 mm
2)
2)
2)
tot 50°
2)
2)
2)
2)
2)
1) D e dakvensters kunnen geplaatst worden zonder het risico dat ze elkaar raken bij het openen. 2) V ELUX nokkopelgootstukken kunnen alleen besteld worden voor plaatsingen waarbij de “A” afstand niet groter is dan 170 mm.
VELUX 41
3
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Ravelingen
Ravelingen
Als het dakvenster breder is dan de ruimte die beschikbaar is tussen de sporen, kan het nodig zijn om een raveling te maken. In de meeste gevallen komt het maken van een raveling aan op ervaring en zijn de maatvoeringen van de raveling gelijk aan de afmetingen van de sporen. Let op! Bij sommige dakconstructies is het nodig om een goede constructieve berekening te maken om te bepalen welke maatvoering de raveling en de sporen nodig hebben. Speciale omstandigheden om rekening mee te houden zijn: • Een groot dakoppervlak boven of onder de raveling • Bestaande ravelingen in de dakconstructie vlakbij de raveling • Wellicht extra ondersteuning nodig voor de sporen die behouden zijn Om bestaande sporen te behouden en te voorkomen dat er een raveling gemaakt moet worden is het mogelijk om te kiezen voor een koppeling met een andere koppelafstand of dakvensters met een andere breedte maat. Dit kunt u dus het beste bepalen voordat u de gootstukken besteld. Aanbevolen afstanden tot de sporen om goed isoleren rondom het dakvenster mogelijk te maken.
20-30 mm 20-30 mm
42 VELUX
Goede luchtcirculatie langs de binnenruit kan condensatie voorkomen. Een goede circulatie kan gecreëerd worden door de onder en bovenkant van de aftimmering schuin af te werken. Als er een raveling nodig is, moet deze zo geplaatst worden dat het maken van een schuine aftimmering mogelijk blijft. Wanneer de VELUX interieurafwerking wordt gebruikt in een dakhelling van 30° tot 60° moet de raveling buiten de horizontaal (bovenkant) en verticaal (onderkant) gemeten gebieden geplaatst worden, zoals aangegeven in de afbeelding. In een dakhelling van minder dan 30° of meer dan 60° kan de VELUX interieurafwerking niet worden geplaatst met een horizontaal geplaatste bovenkant en verticaal geplaatste onderkant, zonder veel van het plafond aan te hoeven passen. De kartonnen mal kan wel gebruikt worden om de positie van de raveling te bepalen.
20-30 mm
20-30 mm
VELUX 43
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Installatie in een scheve dakconstructie
Installatie in een scheve dakconstructie
In oude gebouwen met een scheve dakconstructie kan het nodig zijn om af te wijken van de standaard procedures om een dakvenster te plaatsen en af te stellen. Het kan zijn dat het huis zelf scheef is en het erg vreemd staat als het dakvenster er haaks in geplaatst wordt. Het dakvenster zal dan het best geplaatst kunnen worden met de lijnen/elementen die het dichtst in de buurt komen van de lijnen in het dak.
Wanneer er geen rekening wordt gehouden met het feit dat in dit geval het rode lijn niveau boven het panlatniveau uitkomt, kan er lekkage ontstaan bij de gootstukken. Bij de aansluiting tussen de gootstukken en het dakbedekkingmateriaal is het dus noodzakelijk om de pan/hulplatten rondom het dakvenster te verhogen.
Het afstellen van een dakvenster wat geplaatst is in een scheve dakconstructie is gecompliceerder. Het kan zelfs nodig zijn dat één kant van het dakvenster verder omhoog moet dan dat de meegeleverde wigjes hoog zijn. In dit geval moet de hele pan/hulplat omhoog worden gebracht.
44 VELUX
VELUX 45
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Halve pannen onder het dakvenster
Dakvenster geplaatst als lichtschacht
Probeer altijd een hele rij pannen onder het dakvenster te houden. Als dit door omstandigheden niet mogelijk is kunt u het volgende proberen: Slijp de pannen aan de onderkant van het dakvenster. Zorg voor voldoende ondersteuning aan de uiteinden van het geslepen gedeelte. Het kan nodig zijn om de pannen af te vlakken, zoals weergegeven in de inbouwinstructies.
Wanneer een VELUX dakvenster geplaatst wordt als lichtschacht en dus buiten handbereik is, is het aan te raden om een onderhoudsarm dakvenster (wit) te plaatsen en voorbereidingen te treffen voor het elektrisch aansturen van de (raamdecoratie) producten, zie pagina 22.
Omdat de nok van de pannen onder het dakvenster weg zijn gehaald, moeten de pannen aan de panlatten worden geschroefd/ gespijkerd. Hou de afstanden, weergegeven in de illustratie, aan.
Volg de standaard procedures voor het plaatsen van het dakvenster in de dakbedekking.
150 mm
100 mm
Bij het plaatsen van het onderste gedeelte van het gootstuk kan het nodig zijn om de deltavorm (a) achter de pannen te vormen. Om een aansluiting te maken tussen de onderkant van het gootstuk en de pannen in de hoeken kan het nodig zijn om een zelfklevend materiaal (b) aan te brengen (niet geleverd door VELUX).
Hou de volgende punten in de gaten: • Wanneer er een raveling in het plafond gemaakt moet worden, hou dan rekening met de horizontale krachten die uitgeoefend worden aan de voet van de raveling. • De lichtschacht moet de vorm van een trechter hebben zodat het mogelijk blijft om het dakvenster 180 graden door te tuimelen naar de schoonmaak stand.
a
b
In woningen met een relatief flauwe dakhelling, die voorzien zijn van een vliering kan een VELUX dakvenster worden geplaatst door een lichtschacht te creëren.
b
• Dampremmende folie, wanneer toegepast, en de isolatie moeten worden doorgetrokken aan alle zijden van de schacht en verbonden worden aan het dakvenster in de aftimmeringgroef. Wanneer de positie van de lichtschacht wordt bepaald, hou dan rekening met loopruimtes, ventilatie kanalen, schoorstenen en antennes.
46 VELUX
VELUX 47
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Installatie op een knieschot
Dakserre
Er zijn speciale aspecten die in acht genomen moeten worden wanneer een venster aansluit op een knieschot. Verzeker uzelf er allereerst van dat u niet te maken heeft met een constructief knieschot. Wanneer de VELUX interieurafwerking wordt gebruikt dan kunt u deze richtlijnen aanhouden:
Wanneer u vragen heeft over de Dakserre kunt u contact opnemen met VELUX.
Als de afstand (horizontal gemeten) vanaf het knieschot tot de onderkant van het dakvenster meer is dan 50 mm, gebruik dan een standaard VELUX interieurafwerking. min. 50 mm Als de onderkant van het dakvenster binnen de weergegeven afstand ligt t.o.v. het knieschot, gebruik dan een standaard VELUX interieurafwerking waarvan het onderste gedeelte haaks op het kozijn geplaatst moet worden.
max. 50 mm max. 130 mm
Als de onderkant van het dakvenster binnen de aangegeven afstanden ligt t.o.v. de muur, gebruik dan een standaard VELUX interieurafwerking in combinatie met vensterbank element LEI.
max. 250 mm
130 - 500 mm Als de positie van de onderkant van het dakvenster zo is geplaatst als is weergegeven, kan een standaard VELUX interieurafwerking i.c.m. een perfect passend vensterbankelement LEI (met een maximale diepte van 500 mm) worden gebruikt. Uiteraard is het ook mogelijk om een eigen oplossing te gebruiken.
48 VELUX
Het Daglichtsysteem type Dakserre is de oplossing om de woonruimte onder het hellende dak van een bijna volledig glazen uitbouw te voorzien. De Dakserre combineert de ruimtelijke voordelen van een dakkapel met het geringe onderhoud en de daglichttoetreding van een VELUX dakvenster.
Meer dan 500 mm
VELUX 49
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Mansardekap
Mansardekap
Installatie in een mansardekap verschilt niet veel van een plaatsing in een traditionele kap. Verschillende typen dakvensters kunnen zonder problemen in een verticale positie worden geplaatst.
Oplossing 1: Toepasbaar wanneer het knikpunt ondersteund wordt door een gording. Speciale gootstukelementen maken het mogelijk om de dakvensters te plaatsen zoals weergegeven. De afstanden die worden weergegeven dienen aangehouden te worden.
De mansardekap maakt het mogelijk om een aparte koppeling te maken, bijvoorbeeld twee dakvensters onder elkaar in een verschillende dakhelling. Speciale gootstukken om de afgebeelde koppeling mogelijk te maken kunnen door VELUX worden geleverd. De aangegeven afstanden moeten aangehouden worden.
Plaats de dakvensters zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructie van het dakvenster. Aanvullende inbouwinstructies worden met het speciale gootstuk meegeleverd.
Wanneer u contact opneemt met VELUX moeten het dakbedekkingmateriaal en beide dakhellingshoeken worden vermeldt.
5m
m
mm
12
125
4
Oplossing 2: Toepasbaar bij de installatie van twee dakvensters boven elkaar met een minimale frame-afstand. Neem contact op met VELUX voor meer informatie. Plaats de dakvensters zoals wordt weergegeven in de aanvullende inbouwinstructies die met het speciale gootstuk worden meegeleverd.
50 VELUX
VELUX 51
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Verticale venster element geplaatst in een gevel bedekt met pannen
verticale dakvenster-element geplaatst in een gevel bedekt met pannen
Verticale venster elementen VFA, VFB en VFE zijn ontworpen om toegepast te worden in een gemetselde of betonnen gevel. Echter zijn deze vensters ook toepasbaar in een gebouw waar zowel het dak als gevel voorzien zijn van dakbedekkingmateriaal. Om dit mogelijk te maken zijn speciale gootstukken nodig.
De verbinding tussen het verticale venster element en het dakbedekkingmateriaal onder het dakvenster kan gemaakt worden door: a h et maken van een lekwaterdorpel (lekwaterdorpels zijn niet door VELUX te leveren). b het plaatsen van een losse flexibele aluminium slabbe die door VELUX geleverd kan worden.
a
De afgebeelde oplossing gaat uit van het volgende: • De dakhellingshoek moet tussen de 15° en 55° zijn • De gevel moet verticaal zijn • H et verticale venster element moet in de gevel worden geplaatst zoals hieronder aan wordt gegeven: De rode lijn komt overeen met de bovenkant van de panlatten.
b
In beide gevallen word geadviseerd om een hele rij pannen onder het verticale venster element te houden om zo de meest harmonieuze afwerking en de meest optimale waterafvoer te verzekeren. Het toe te passen gootstuk hangt af van het dakbedekkingmateriaal. Om deze rede moet dan ook aangegeven worden of dit gootstuk is voor: • geprofileerd dakbedekkingmateriaal b.v. dakpannen en golfplaten • vlak dakbedekkingmateriaal b.v. bitumen en leien Plaatst de vensters zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructies van de verticale venster elementen, rekening houdend met de aangegeven afstand van 115 mm. De aanvullende inbouwinstructies worden met het speciale gootstuk meegeleverd.
115 mm
52 VELUX
VELUX 53
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Plat dak
Plat dak
Gebruik een Daglichtbox voor het plaatsen van een VELUX dakvenster op een plat dak.
De opstand is verkrijgbaar in 8 standaard maten en kunnen geleverd worden met een hand- of elektrisch bedienbaar tuimelvenster GGL.
VELUX Daglichtbox kan gebruikt worden in een dakhelling van 0° tot 30° met een bitumineuze (of vergelijkbare) dakbedekking.
X 200 mm
71 ½ °
71 ½ ° H
De Daglichtbox is gemaakt van watervast underlayment en voorzien van EPS-isolatiemateriaal. Aan de buitenkant moet het dakbedekkingmateriaal opgezet worden tot aan het dakvenster. Gebruik de meegeleverde afdeklijsten om de bovenkant van de opstand af te dekken. Aan de binnenkant moet de opstand naar eigen inzicht afgewerkt worden met een interieurafwerking.
54 VELUX
Maat
B x H in mm
B x H in mm
B x H in mm
X mm
B04
470 x 980
500 x 1160
500 x 1000
543
C27
550 x 620
600 x 768
600 x 600
430
C04
550 x 980
600 x 1160
600 x 900
543
M02
780 x 780
800 x 932
800 x 800
479
M04
780 x 980
800 x 1160
800 x 1000
543
P04
940 x 980
1000 x 1160
1000 x 1000
543
S06
1140 x 1180
1200 x 1353
1200 x 1200
606
U10
1340 x 1600
1400 x 1802
1400 x 1500
740
VELUX 55
4
4
Speciale installatie-omstandigheden
Speciale installatie-omstandigheden
Lichtstraat
Lichtstraat
Op een plat dak (dakhelling van 0° tot 15°) is het mogelijk om de VELUX dakvensters als lichtstraat te plaatsen. Voor deze oplossing zijn speciale afdeklijsten en gootstuk delen nodig die alleen als special geleverd kunnen worden.
Zolang de aangegeven maatvoeringen in acht worden genomen is er een ruime keuze in dakvensters en koppelafstanden. De maatvoering van de dakvensters en koppelafstand “a” moet opgegeven worden bij het bestellen van een lichtstraat. Let op! De vensters moeten in een hoek van 20° graden op de opstand worden geplaatst. Onder detail
47 m
m
Boven detail
De afdeklijsten en gootstuk delen zijn gebaseerd op de constructie van de VELUX Daglichtbox (ECX). De opstand van de lichtstraat wordt niet geleverd door VELUX, maar kan op het werk zelf gemaakt worden. Er moeten wel een aantal maatvoeringen in acht worden genomen, zie tekeningen op pagina 55. De maatvoeringen van de opstand kunnen variëren, gezien de opstand afhankelijk is van de afmetingen van de vensters en de koppelafstanden. Zorg ervoor dat de opstand stabiel is voordat de dakvensters worden geplaatst. Plaats de dakvensters zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructie van het dakvenster. Aanvullende inbouwinstructies worden met het speciale gootstuk meegeleverd.
Zij detail
Koppel detail
Detail van een koppeling waarbij gebruik wordt gemaakt van de ondersteuningsbalk EBY. Deze oplossing kan alleen worden toegepast wanneer de totale breedte van de lichtstraat niet breder is dan 2780 mm.
56 VELUX
52 m
m
87 mm
a
a
a = 18 mm
VELUX 57
4
5
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Bitumen
Bitumen
Gebruik gootstuk EDL voor de installatie van een VELUX dakvenster in een bitumineuze dakbedekking met een hellingshoek vanaf 15°. Het gootstuk moet met voldoende overlap geplaatst worden tussen de lagen, dit betekend dat de volgorde hieronder aangehouden moet worden.
1
5
2
150 mm
IN EEN NIEUW DAK Wanneer het beschot of de betimmering is gemaakt, maak de uitsparing in het dak en plaatst het venster in het dakoppervlak. 1 P laats de onderste laag bitumen op het dakoppervlak rondom het dakvenster. Zorg ervoor dat de bitumen het kozijn van het dakvenster ongeveer 50 mm overlapt. Let op!: Plak de bitumen i.p.v. het te branden, om schade aan het dakvenster en eventueel toegepaste BDX te voorkomen.
3
4
5
6
2 P laats een toplaag van bitumen onder het dakvenster – verbindt het bitumen met de onderkant van het dakvenster. 3 P laats het EDL gootstuk. Verdeel de loketten langs beide zijden van het dakvenster. 4-5-6 P laats een toplaag van bitumen aan de zijkanten en bovenkant van het dakvenster.
IN EEN BESTAAND DAK Installatie in een bestaand dak is in principe hetzelfde als het installeren in een nieuw dak met een paar uitzonderingen. • M aak een uitsparing op het punt waar het dakvenster geplaatst moet worden (zie inbouwinstructies) en installeer het dakvenster. • P laats vier stroken bitumen tot een hoogte 50 mm op tegen het kozijn van het dakvenster. • Plaats het EDL gootstuk. • P laats een toplaag van bitumen aan de bovenkant en zijkanten van het dakvenster. Het wordt aangeraden om de bitumen door te trekken tot aan de randen om zo onnodige naden te voorkomen.
58 VELUX
VELUX 59
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Vlakke pannen
Het principe voor de verdeling van dakplaten
Gebruik het EDW gootstuk voor de plaatsing van een VELUX dakvenster in een dakbedekking van vlakke pannen, bijvoorbeeld Stonewold.
Gebruik het EDW gootstuk voor de plaatsing van een VELUX dakvenster in dakplaten, bijvoorbeeld eternit platen en andere metalen platen.
In de meeste gevallen kan een dakvenster geplaatst worden zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructies van het dakvenster. In speciale gevallen, vooral in daken die voorzien zijn van vlakke pannen, wordt geadviseerd om het dakvenster en het gootstuk dieper in te bouwen en zo te voorkomen dat de pannen op gaan staan op de waterkering van het gootstuk.
Verdeling wanneer het mogelijk is om een hele plaat onder het dakvenster te plaatsen: Plaats het gootstuk om het dakvenster (ill. 2). Informatie over de plaatsing van hulplatten en afstanden tot het dakbedekkingmateriaal en andere elementen in de dakconstructie: zie de inbouwinstructies van het dakvenster en het gootstuk.
Verjong de panlatten rondom het dakvenster met 10 mm. Gezien de panlatten dunner worden dient er wel rekening gehouden te worden met de draagkracht van de panlatten. Het kan nodig zijn om de panlatten te ondersteunen.
1
2
3
4
5
Let op! Omdat het dakvenster dieper geplaatst wordt t.o.v. de bovenkant van de panlatten, moet er gezorgd worden voor een optimale waterafvoer via de slabbe aan de onderkant van het dakvenster.
mm
X + 40-60 mm
Y+
45
Verdeling wanneer het niet mogelijk is om een hele plaat onder het dakvenster te plaatsen Zaag de platen tot 100 mm onder het dakvenster. Voltooi hierna de installatie zoals hieronder is afgebeeld. Plaats het gootstuk om het dakvenster (ill. 2).
1
2
3
4
m
m
80 mm
80
5
10 mm
60 VELUX
140 mm
VELUX 61
5
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Metalen profielplaten
Metalen profielplaten
5
Plaats het gootstuk rondom het dakvenster en vorm de slabbe zoals weergegeven in de inbouwinstructie van het gootstuk (a). Plaats, vanaf de onderkant van het frame van het dakvenster tot aan de nok, onafgebroken dakplaten langs en boven het dakvenster. Hou de afstand van het dakbedekkingmateriaal tot het dakvenster aan, zoals weergegeven in de inbouwinstructies van het dakvenster en pas het gootstukfoam aan (b). Gebruik het EDW gootstuk voor de installatie van een VELUX dakvenster in een metalen profiel plaat die ononderbroken vanaf de onderkant van het dak tot aan de nok doorloopt.
0 10
m
m
Zaag de platen aan de onderkant tot op 100 mm van het dakvenster. Installeer het dakvenster op de hulplatten, rekening houdend met de maatvoeringen die in de inbouwinstructies worden genoemd.
62 VELUX
a
b
VELUX 63
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Metalen profielplaten
Metalen profielplaten
Als het verwijderen van de profielplaten niet mogelijk is gebruik dan de volgende methode.
Plaats het dakvenster zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructie van het dakvenster.
5
X mm
30-60 m
45 mm Y+
-15 0
mm
Maak een uitsparing voor het dakvenster zoals is weergegeven. Hou hierbij rekening met de mogelijkheid tot isoleren rondom het dakvenster.
60
5
m 30-60 m
m
80 mm Min
270 m
m
Keep de metalen platen in. De afstand van bovenkant hulplat tot de metalen plaat moet 80 mm zijn. Om het onderste gedeelte van het gootstuk te kunnen plaatsen moet aan beide zijden de inkeping minimaal 270 mm breed zijn. Let erop dat het einde van de inkeping op het hoogste punt van de profilering eindigt. De afstand van zijkant dakvenster tot zijkant dakbedekking moet 30-60 mm zijn. De afstand van bovenkant dakvenster tot de dakbedekking moet 60-150 mm zijn.
Plaats het bovenste gedeelte van het gootstuk onder de metalen plaat voordat het dakvenster geplaatst wordt.
64 VELUX
Plaats de zijgoten onder de metalen platen en onder het bovenste gedeelte van het gootstuk. Vergeet niet om het gootstukfoam aan te passen. Buig de slabbe en plaats het onderste gedeelte van het gootstuk. Zorg ervoor dat de zijkanten van het onderste gedeelte van het gootstuk onder de zijgoten wordt geplaatst. Plaats de afdeklijsten.
Vorm opvulstukken uit de rest van de metalen platen zodat alle inkepingen afgedekt worden. Zet de delen aan elkaar vast met popnagels (dicht de gaten eventueel met siliconenkit).
VELUX 65
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Metalen felsplaten
Dakpan profielplaten
Gebruik het EDW gootstuk voor installatie van VELUX dakvensters in daken met een metalen felsplaten dakbedekking.
Gebruik het EDW gootstuk voor installatie van VELUX dakvensters in dakpan profielplaten.
Let op! Het EDE gootstuk kan gebruikt worden bij koperen of zinken felsplaten en roeven.
Het laagste punt van deze dakplaten ligt dieper dan de bovenkant van de panlatten. Dit betekend dat het dakvenster en het gootstuk dieper in het dak geplaatst moeten worden.
Plaats het dakvenster zoals weergegeven wordt in de inbouwinstructies van het dakvenster. Volg de normale procedure voor de plaatsing van de manchet en de isolatie.
5
In hoeverre de panlatten verjongd moeten worden, is afhankelijk van de dakbedekking. Zorg voor ondersteuning van deze panlatten, gezien de draagkracht door het verjongen minder wordt. Let op! Wanneer het niet mogelijk is om een hele dakplaat onder het dakvenster te plaatsen, neem dan contact op met VELUX.
De metalen plaat mag onder het dakvenster niet dichterbij worden geplaatst dan de onderste hulplat. De plaat moet aan beide zijden minimaal 200 mm breder zijn dan het dakvenster om zo genoeg ruimte te creëren voor het onderste gedeelte van het gootstuk (1). Plaats het onderste gedeelte van het gootstuk en vorm de slabbe om de felsen van de metalen plaat. Buig de slabbe zoals wordt weergegeven in de inbouwinstructie, zodat het tegen de metalen platen aandrukt (2).
X + 40-60 mm
Plaats de metalen platen rondom het dakvenster. Volg, voor de afstanden van de metalen platen tot de bovenkant en zijkanten van het dakvenster, de standaard inbouwinstructies. Bevestig de metalen platen rondom het dakvenster met schroeven voorzien van een sluitring/leertje. Schroef niet door het gootstuk heen (4).
1
2
3
4
66 VELUX
45
mm
Plaats het gootstuk om het dakvenster en snij het gootstukfoam af tot een hoogte van ongeveer 25 mm. Maak de ribben van het bovenste gootstuk gedeelte aan beide zijden vlak (3).
Y+
5
80 mm
25 mm
140 mm
VELUX 67
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Rieten dak
Rieten dak
Gebruik het EDW gootstuk eventueel i.c.m. met een losse aluminium slabbe ZZZ 166 (geplisseerd aluminium op rol) voor de installatie van een dakvenster in een rieten dak.
Wanneer u een dakvenster wilt plaatsen in een rieten dak, hou dan rekening met de regelgeving m.b.t. brandwerendheid en branddoorslag. Informeer, alvorens de installatie, ook bij de rietdekker indien deze in de arm wordt genomen. Installatie van een dakvenster in een rietenkap kan op diverse manieren worden uitgevoerd. Hieronder wordt slechts één van de mogelijkheden afgebeeld.
5
De tekening geeft een plaatsing weer waarbij gebruik is gemaakt van een brandvertragende laag. De dakconstructie moet aangepast worden aan het gebouw, bouwtradities en aanwijzingen van de installateur.
ZZZ 166
Maak een framewerk, zoals aangegeven in de tekening. Plaats het frame op de hulplatten en bevestig deze op de dakconstructie. Plaats het dakvenster in het frame.
180
mm
Gootstuk EDW
Y
Dakvenster Isolatieframe Framewerk
45
mm
X + 60 mm
ca. 10 0 m
Brandwerende laag Minerale wol
X
m
Y+
5
Hulplat Dakspant Dampremmende folie Aftimmering
68 VELUX
Gipsplaat
VELUX 69
5
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Speciaal dakbedekkingmateriaal
Vegetatiedak
Vegetatiedak
5
Gebruik het EDL gootstuk voor installatie van dakvensters in een vegetatiedak en andere type daken met een dikke laag natuurlijk dakbedekkingmateriaal.
33
16
In deze dakconstructies kan een membraan, onder het natuurlijke dakbedekkingmateriaal, zorgen voor een goede aansluiting. Dit membraan wordt vanaf het dakoppervlak over een opstand rondom het dakvenster geleid.
0m
0m
m
m
100 mm
Maak een ophoging rekening houdend met de weergegeven dimensies. De ophoging moet net zo hoog zijn als het dakbedekkingmateriaal. Vlak de randen van de opstand af, zodat het membraan erover heen getrokken kan worden zonder dat het membraan beschadigd. Boven de opstand moet gezorgd worden voor een goede afwatering. Als het membraan uit twee lagen bestaat, plaatst dan eerst de twee lagen voordat het gootstuk geplaatst wordt. Plaats het gootstuk rondom het dakvenster. Vouw de randen van het gootstuk naar beneden zodat het dakbedekkingmateriaal voldoende overlap heeft over de gootstukken. Plaats een vochtbestendig materiaal over het bovenste gedeelte van het gootstuk. Buig het vochtbestendige materiaal, zodat het dezelfde hoek heeft als de bovenkant van de opstand. Het vochtbestendige materiaal wordt niet door VELUX geleverd.
70 VELUX
VELUX 71
5
Speciaal dakbedekkingmateriaal
5
Leien
Gebruik het EDL gootstuk om een VELUX dakvenster in een leien dakbedekking te plaatsen. Een leiendak is waterdicht door de overlapping van de individuele leien onderling. De grootte van de overlap is afhankelijk van de dakhellingshoek, etc.
Bij het plaatsen van de gootstukken, om een dakvenster wat is geplaatst in een leiendak, moeten de zijloketten van het gootstuk tussen de leien worden “gevlochten”. Op elke lei langs het dakvenster komt een loket van het gootstuk te liggen en hier komt een lei overheen, etc. Bij het bepalen van de positie van het dakvenster in het dak moet in de gaten worden gehouden dat de onderkant van het EDL gootstuk op gelijke hoogte ligt met de leien en zo als het ware de verwijderde leien “vervangt” (A). Wanneer dit niet mogelijk is, moet er op een andere manier voor voldoende overlap worden gezorgd, bijvoorbeeld d.m.v. het toepassen van een verlengstuk onder het onderste gedeelte van het gootstuk (B).
A
B
Het EDL gootstuk is ontworpen voor leien met een dikte tot 8 mm (1). Door de zijloketten aan te passen kan het gootstuk tot een lei dikte van 20 mm worden toegepast (2). Deze speciale inbouwinstructie (EDL+) is beschikbaar bij VELUX.
1
72 VELUX
2
VELUX 73
6
Vervanging / Renovatie
Vervanging / Renovatie
Vervangen van een dakvenster
Vervangen van een dakvenster
6
Een VELUX dakvenster is ontworpen om vele jaren mee te gaan. Met minimaal onderhoud zal het dakvenster goed blijven functioneren. Ook het gootstukfoam en de afsluitrubbers van het dakvenster kunnen vervangen worden wanneer dit nodig mocht zijn. (Onderdelen, zie pag. 79). VELUX is constant bezig de producten te verbeteren waardoor het op een gegeven moment een verstandige keuze is om het dakvenster te vervangen i.p.v. het oude dakvenster te renoveren.
Hou voor het vervangen rekening met het volgende VELUX kan u assisteren in het vinden van een geschikte oplossing voor het vervangen van oude dakvensters, ongeacht afmeting of merk van het dakvenster. Voordelen van het vervangen van een oud dakvenster door een nieuw VELUX dakvenster: • verbeterde U-waarde – dus meer comfort. • mogelijkheid om voor een ander type dakvenster te kiezen – bijvoorbeeld i.p.v. een handbediend venster een electrisch bedienbaar venster of i.p.v. een blank afgelakt dakvenster een onderhoudsarm dakvenster. • aantrekkelijker ontwerp – ziet er mooier uit in het dak. • garantie m.b.t. waterdichtheid rondom het dakvenster, wanneer gebruik gemaakt wordt van de VELUX installatie producten i.c.m. een VELUX dakvenster. Sinds 1973 produceert VELUX dakvensters in standaard maatvoeringen. Hierdoor is het bijna in alle gevallen mogelijk om een nieuw dakvenster te plaatsen met dezelfde afmetingen. VELUX dakvensters die na het jaar 2000 geproduceerd zijn, worden 27 mm dieper in de dakconstructie geplaatst om een betere warmte isolatie rondom het dakvenster te garanderen. Wanneer een dakvenster vervangen moet worden kunt u kiezen uit de volgende opties: A Interieurafwerking vervangen B Interieurafwerking behouden en de diepte ervan aanpassen C Interieurafwerking behouden zonder aanpassingen te doen D Vervangen door een grotere of meerdere dakvensters Zie de voorbeelden op de volgende pagina’s.
74 VELUX
VELUX 75
6
Vervanging / Renovatie
Vervanging / Renovatie
Vervangen van een dakvenster
Vervangen van een dakvenster
6
7
6 5
5 4 3 4
3
2 1
A. INTERIEURAFWERKING VERVANGEN
C. INTERIEURAFWERKING BEHOUDEN ZONDER AANPASSINGEN TE DOEN
Plaats het dakvenster volgens de standaard procedure met een standaard gootstuk. VELUX installatieproducten BDX en BFX kunnen worden gebruikt. Let op! Wanneer er een VELUX interieurafwerking wordt gebruikt bij een reeds bestaande uitsparing moet de interieurafwerking aangepast worden.
Het dakvenster zal hoger in het dak worden geplaatst en zo buiten het bereik van de standaard gootstukken vallen. Om dit hoogte verschil te overbruggen moet u bij het vervangen van enkel geplaatste dakvensters renovatie gootstuk EW (voor geprofileerde dakbedekking) of EL (voor vlakke dakbedekking) gebruiken. Plaats het frame van het dakvenster op de aftimmering en zet het vast met de meegeleverde beugels. De volledige installatie wordt beschreven in de inbouwinstructie van het gootstuk. De VELUX waterkerende manchet BFX kan gebruikt worden, maar het isolatieframe BDX niet. Wanneer gekoppelde dakvensters vervangen moeten worden, neemt u dan contact op met VELUX.
a
B. I NTERIEURAFWERKING BEHOUDEN EN DIEPTE ERVAN AANPASSEN
D. VERVANGEN DOOR GROTERE OF MEERDERE DAKVENSTERS
Als het dakvenster dat vervangen moet worden van voor het jaar 2000 is, zal het nieuwe dakvenster dieper in het dak geïnstalleerd worden dan het oude dakvenster. Dit betekend dat de interieurafwerking aan alle kanten 27 mm minder diep gemaakt moet worden. Plaats het frame van het dakvenster op de aftimmering en zet het vast met de montagebeugels. Plaats de standaard gootstukken volgens de standaard procedure. De aftimmering past goed aan de zijkanten, maar het is noodzakelijk om de onder en bovenkant passend te maken (a). VELUX installatieproducten BDX en BFX kunnen worden gebruikt. Het isolatieframe BDX moet wellicht aan de boven- en onderkant worden aangepast.
Dit is gelijk aan een nieuwe installatie. Er moet rekening worden gehouden met de verdeling van de spanten. Wanneer de verdeling van de spanten het plaatsen van een breder dakvenster niet toelaat moet er een raveling worden aangebracht.
76 VELUX
VELUX 77
Vervanging / Renovatie
Vervanging / Renovatie
Dakrenovatie
Onderdelen
Wanneer het dakbedekkingmateriaal wordt gewijzigd, kan het zijn dat de positie van het dakvenster aangepast moet worden. Wanneer de afstand tussen de panlatten veranderd wordt, moet het dakvenster omhoog of omlaag worden gebracht om een goede installatie te garanderen.
VELUX producten zijn ontworpen om met gering onderhoud vele jaren mee te gaan. Slijtende onderdelen moeten echter na een bepaalde tijd vervangen worden. VELUX kan onderdelen leveren voor dakvensters tot 25 jaar oud.
Om de uitsparing te behouden zonder een gat tussen de interieurafwerking en de uitsparing op te vullen moeten de onder- en bovenkant van de VELUX interieurafwerking aangepast worden.
6
Om onderhoud te vergemakkelijken kan VELUX diverse doe-het-zelf onderhoudspakketten leveren. Op www.velux.nl kunt u meer informatie vinden over het bestellen van onderdelen. Wanneer er onderdelen besteld worden, moeten dakvenstertype, maatvoering etc., zoals deze op het typeplaatje (zie pag. 100) staan aangegeven, worden opgegeven. Voor meer informatie kan u contact opnemen met VELUX.
Afdekkap Bovenste afdeklijst
ax
.1
80
m
A
Glaslijst
m
Het dakvenster kan maximaal 180 mm omhoog worden gebracht. Plaats onderstuk (B) in schroeflijn 1 (zie inbouwinstructie).
m
45° DAKHELLING
Onderste afdeklijst
B
Onderlijst boven het glas Zijlijst Onderlijst onder het glas
ax
.1
80
m
B
m
Het dakvenster kan maximaal 180 mm omlaag worden gebracht. Plaats onderstuk (B) in schroeflijn 1 (zie inbouwinstructie).
m
45° DAKHELLING
Onderste afdeklijst
A
10 m
A
Slotplaat Insectenfilter op rail
x. 1
Het dakvenster kan maximaal 110 mm omlaag worden gebracht. Plaats het bovenstuk (A) in schroeflijn 4 (zie inbouwinstructie). Als het dakvenster verhoogd geplaatst wordt kan de interieurafwerking de uitsparing niet afdekken.
m
60° DAKHELLING
ma
6
Vergrendelingsschuif
B
Slot
15° DAKHELLING Het dakvenster kan maximaal 110 mm omhoog worden gebracht. Plaats het bovenstuk (A) in schroeflijn 4 (zie inbouwinstructie). Als het dakvenster verlaagd geplaatst wordt kan de interieurafwerking de uitsparing niet afdekken.
78 VELUX
Typeplaatje
m
10 a x. 1
A
mm
Scharnier
B
Ventilatieklep en grijs ventilatiefoam Vergrendelingsdop voor vergrendelingsschuif
VELUX 79
6
Vervanging / Renovatie
Vervanging / Renovatie
Vervangen van het glaselement
Vervangen van het glaselement
VELUX kan complete vervangingspakketten leveren voor het vervangen van de glaselementen.
De handelingen zijn eenvoudig:
Een vervangingspakket bevat alle noodzakelijke onderdelen: • Een nieuw glaselement (keuze uit verschillende types)
2. Schroef de glaslijst en de afdeklijsten los en til het glaselement eruit.
• Kit
3. Plaats het nieuwe glaselement.
• Inbouwinstructies
4. Plaats de nieuwe glaskit in de glaslijst en schroef de glaslijst en afdeklijsten weer vast.
6
1. Verwijder het draaiend gedeelte.
1
2
3
4
De vervangingspakketten zijn bij de dichtstbijzijnde VELUX dealer te verkrijgen. Geef bij het bestellen de gegevens, die op het typeplaatje van het venster staan, door. Het vervangingspakket wordt geleverd in een kartonnen doos waarin het oude glaselement afgevoerd kan worden.
80 VELUX
VELUX 81
6
Vervanging / Renovatie
Vervanging / Renovatie
Vervanging van een dakvenster geplaatst in leien
Vervanging van een dakvenster geplaatst in leien
Gebruik het EDL gootstuk wanneer een oud dakvenster door een nieuw VELUX dakvenster vervangen moet worden, wanneer deze geplaatst is in leien. In de meeste gevallen kan de inbouwinstructie van de EDL worden aangehouden.
PLAATSEN VAN HET NIEUWE GOOTSTUK
6
4. P laats leikit op het bovenste deel van het gootstuk en druk deze diagonaal tussen de leien.
Wanneer het niet mogelijk is om leien te verwijderen kunt u de volgende procedure volgen:
5. P laats leikit op de zijloketten en plaats deze tussen de leien. Volg dezelfde procedure bij het plaatsen van het onderste deel van het gootstuk.
VERWIJDEREN VAN HET OUDE VENSTER
PLAATSEN VAN HET NIEUWE DAKVENSTER
1. Verwijder het draaiend gedeelte en alle afdeklijsten.
6. Plaats 4 nagelplaatjes aan de zijkant van het kozijn.
2. Zaag het vaste gedeelte en verwijder deze.
7. P laats blokjes op de sporen om als ondergrond voor deze plaatjes te dienen.
3. V erwijder voorzichtig de zijloketten en de onder- en bovenkant van het gootstuk. Wanneer de zijloketten vast zitten in kit haal deze dan voorzichtig één voor één los door gebruik te maken van een handzaag. Gebruik de handzaag om de kit te verwijderen.
82 VELUX
8. Til het kozijn van binnenuit in positie en zet het vast. 9. V olg de standaard procedure voor het plaatsen van de afdeklijsten en de interieurafwerking.
VELUX 83
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Dakconstructie
Dakbedekkingmateriaal
Een modern dak is een gecompliceerde constructie die bestaat uit verschillende materialen met veel verschillende functies.
Het dakbedekkingmateriaal vormt een schild aan de buitenkant van de dakconstructie en beschermt primair tegen neerslag. Wanneer het dakbedekkingmateriaal niet helemaal waterdicht is moet er een dakfolie zijn aangebracht.
1. Dakbedekkingmateriaal – beschermt primair tegen invloeden van buitenaf (regen, sneeuw, hagel, etc.) 2. Dakfolie – beschermt tegen regen, sneeuw en wind. 3. Dragende constructie – gordingen, spanten en panlatten. 4. Isolatiemateriaal – verkleint warmteverlies 5. Dampremmer – voorkomt penetratie van vochtige lucht. 6. Binnenkant dakbeschot
7
De keuze aan dakbedekkingmaterialen, zowel aan verschillende types als uitvoeringen, is enorm. Onder elke soort en type dakbedekking ontstaat condens wat weg geventileerd moet worden. Om deze rede moet er voldoende ruimte onder het dakbedekkingmateriaal aanwezig zijn om ventilatie mogelijk te maken. Wanneer er een dakfolie aanwezig is wordt deze ruimte gecreëerd door de panlatten en tengels.
Wanneer de dakconstructie onderbroken wordt door het plaatsen van een dakvenster is het noodzakelijk om een goede aansluiting te creëren tussen het dakvenster en de dakconstructie.
1 2
4
3 5 6
84 VELUX
VELUX 85
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Dakfolie
Dakfolie
De dakfolie beschermt de dakconstructie tegen het binnendringen van vocht, primair het lekwater dat door het dakbedekkingmateriaal heen komt. Deze lekkages wijzen erop dat er motregen en stuifsneeuw door het dakbedekkingmateriaal komt. Vooral stuifsneeuw kan voor problemen zorgen wanneer er geen dakfolie is geplaatst.
VENTILERENDE DAKCONSTRUCTIE
Water dat over de dakfolie naar beneden stroomt, komt terecht in de lekwatergoot van de BFX. Wanneer de dakfolie onderbroken wordt door een VELUX dakvenster moet dit lekwater langs het dakvenster afgevoerd worden door een lekwatergoot. De lekwatergoot voert het water af over de aansluitende daksectie (tussen de twee tengels).
7
Ventilerende daken zijn opgebouwd uit damp- en waterdichte materialen. Doordat er frisse (droge) lucht door de ruimte tussen de isolatie en de dakfolie kan circuleren, wordt de vochtige lucht afgevoerd. De luchtcirculatie onder de dampdichte folie kan geblokkeerd worden wanneer er één of meerdere dakvensters worden geplaatst. Om na plaatsing van een dakvenster toch voldoende ventilatie te garanderen wordt het aangeraden om: • ventilatie-elementen in de dakfolie te plaatsen (1) of • ventilatie-openingen aan te brengen in de spanten (2), zodat de lucht van en naar een aangrenzende daksectie kan stromen.
1
Door kleine beschadigingen in de dampremmende folie kan het voorkomen dat vochtige lucht vanuit het gebouw de dakconstructie in komt. Deze vochtige lucht moet verwijderd worden om problemen zoals houtrot te voorkomen.
2
Dit moet gedaan worden onder en boven het dakvenster.
Afhankelijk van de manier waarop deze vochtophoping voorkomen moet worden, zijn er zowel dampopen en dampdichte dakfolies te verkrijgen. 86 VELUX
VELUX 87
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Dakfolie
Dragende constructie
ONGEVENTILEERDE DAKCONSTRUCTIE
VELUX dakvensters kunnen zo geplaatst worden dat het niet nodig is om de balken verdeling en/of de dakconstructie te veranderen of aan te passen. Voor sommige oplossingen is het echter toch noodzakelijk om de dakconstructie aan te passen en zo voor voldoende ruimte te zorgen. Deze aanpassingen kunnen zowel eindgebruiker als installateur afschrikken, echter door een gedegen voorbereiding kunnen problemen voorkomen worden.
Ongeventileerde daken zijn gebaseerd op dampopen, waterdichte materialen die direct op het isolatiemateriaal zijn geplaatst. De kleine hoeveelheden vochtige lucht die door de dakconstructie heen komen, worden door de dampopen folie doorgelaten. Eenmaal door de dampopen folie heen wordt de vochtige lucht, door de ventilatie onder de pannen, afgevoerd. Gezien het feit dat diffusie veel minder effectief is dan ventilatie is het erg belangrijk om de dampremmende folie compleet luchtdicht te maken. De diffusiecapaciteit van de dakfolie is niet voldoende om eventuele lekkages in de dampremmende folie te compenseren. De VELUX waterkerende manchet BFX is gemaakt van een dampopen en waterdicht materiaal en kan hierdoor gebruikt worden bij dampopen dakfolies. De handelingen die nodig zijn om de waterkerende manchet te plaatsen zijn voor een dampopen en een dampdichte dakfolie gelijk.
88 VELUX
7
Veranderingen aan dit soort oude dakconstructies zijn vaak gebaseerd op vakmanschap en ervaring in combinatie met gezond verstand en voorzichtigheid. In nieuwe dakconstructies worden alle dragende delen op basis van calculatie geplaatst. Wanneer er een aanpassing aan deze constructie wordt gedaan kan dit nadelige gevolgen hebben voor de stevigheid van de constructie. Ook zal de constructie niet meer voldoen aan de berekende veiligheidsnormen. Het wordt aangeraden om contact op te nemen met de leverancier van de dakplaat of een constructeur, alvorens hier aanpassingen in te maken. De extra tijd en materialen die nodig zijn om een gedegen aanpassing te maken zijn relatief beperkt, omdat de dakconstructie al wel toegankelijk is.
VELUX 89
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Dragende constructie
Thermische isolatie – U-waarde
VELUX dakvensters worden geplaatst m.b.v. hoekbeugels die met lange schroeven vast worden gezet op de pan/hulplatten. De pan/ hulplatten zijn geen dragende elementen en wordt er dus ook geen eis gesteld aan de zwaarte van de latten.
Het is niet te voorkomen dat de temperatuur tussen warme en koude lucht en tussen warme en koude bouwelementen gelijk wil trekken. Dit kan warmteverlies en vochtproblemen veroorzaken. Om warmteverlies en vochtproblemen te beperken, betekend dit dat er ergens in de constructie een niet-warmtegeleidend materiaal opgenomen moet zijn.
7
De warmtegeleidende capaciteit van een materiaal wordt de lambda-waarde (λ) genoemd en wordt weergegeven in W/(mK). Hoe lager de lambda-waarde van een materiaal hoe slechter de warmte-geleiding, hoe beter de isolatiewaarde dus is. Wanneer verschillende materialen samen worden toegepast in één component draagt de lambda-waarde van ieder afzonderlijk materiaal bij aan de totale warmtegeleidingscapaciteit. De capaciteit van deze componenten wordt de U-waarde of de thermische transmissiecoëfficiënt genoemd en wordt weergegeven in W/(m²K). Hoe lager de U-waarde, hoe beter de isolatiewaarde. In een VELUX dakvenster hebben twee componenten een grote invloed op de totale U-waarde van het dakvenster. Het isolerende glaselement heeft het grootste oppervlak en zorgt dan ook het grootste thermische verlies van het dakvenster. Een slecht isolerend glaselement zorgt ervoor dat lucht afgekoeld kan worden wat een grote invloed heeft op het comfort in het gebied dicht bij het dakvenster. De afgekoelde (koude) lucht die van het glaselement afkomt, zal als onprettige worden ervaren. De aansluiting van het kozijn op de dakconstructie nemen een klein gedeelte voor hun rekening, desondanks dit is het erg belangrijk om rondom het dakvenster goed te isoleren. Wanneer er rondom het dakvenster niet goed word geïsoleerd ontstaat er een lagere oppervlakte temperatuur (koudebrug) wat het risico van condensatie aan interieurzijde met zich meebrengt. De U-waarde die VELUX communiceert, is dan ook alleen haalbaar wanneer rondom het kozijn op een juiste manier geïsoleerd word.
90 VELUX
VELUX 91
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Dampremmende folie
Dampremmende folie
De dampremmende folie wordt geplaatst aan de warme kant van de constructie. De damremmende folie voorkomt dat verzadigde warme lucht van binnenuit verder de dakconstructie in dringt.
Wanneer een VELUX dakvenster wordt geplaatst wordt de dampremmende folie van het huis doorbroken. Dit moet worden hersteld door een folie wat het dakvenster met de dampremmende folie van het huis verbindt.
Wanneer deze warme verzadigde lucht niet wordt gestopt, zal het gaan condenseren op koudere oppervlakken. Wanneer het buiten vriest, zal dit zelfs ijsvorming tot gevolg hebben.
7
De VELUX dampremmende folie BBX biedt hier de makkelijkste oplossing voor.
Op deze manier komt er meer vochtige lucht in de constructie dan dat er word afgevoerd en wordt er een ideale situatie gecreëerd voor houtrot. Niet alleen de sterkte en levensduur van de constructie komt in het geding door rot, maar het kan ook zorgen voor een ongezond leefklimaat. Dit maakt de dampremmende folie tot één van de belangrijkste componenten van het huis! Om de prestaties en levensduur van de constructie te kunnen garanderen is het dan ook van groot belang dat de dampremmer goed en vooral luchtdicht wordt geplaatst. Let hierbij vooral op bij de aansluiting van de folie op uitsparingen, doorvoeren, etc.
De folie wordt m.b.v. butylkit in de aftimmergroef geplaatst. Door gebruik te maken van deze kit wordt ook de luchtdichtheid gegarandeerd. Daar waar de uitsparing van het dakvenster de binnenkant van het dakbeschot raakt moet de folie verbonden worden met de dampremmende folie van huis. Dit kan door gebruik te maken van tape of het maken van een overlap m.b.v. een knellat.
92 VELUX
VELUX 93
7
Bouwfysica
Bouwfysica
Interieurafwerking
Ventileren van bewoonbare ruimtes
Om de installatie compleet te maken moet een interieurafwerking geplaatst worden. De interieurafwerking kan een VELUX interieurafwerking zijn of een interieurafwerking die op het werk wordt gemaakt.
Eén persoon produceert alleen al met uitademen ongeveer 3L waterdamp per dag. In een eengezinswoning wordt per dag 15L aan waterdamp geproduceerd door douchen/badderen en koken. Wanneer er geen nieuwe droge lucht binnen wordt gelaten zal dit een hogere luchtvochtigheidsgraad tot gevolg hebben.
De interieurafwerking is belangrijk voor de prestatie en de algemene indruk van het dakvenster. • De onder- en bovenkant moeten zoveel mogelijk horizontaal/verticaal geplaatst worden, zodat warme lucht goed langs het raam kan stromen en zo condens kan voorkomen. Ook zorgt deze vorm voor meer lichtinval. • Bij een haakse aftimmering lijkt het dakvenster veel kleiner en zou zelfs het uitzicht geblokkeerd kunnen worden. • Houd er rekening mee dat de kleur van de aftimmering invloed heeft op de hoeveelheid licht dat er gereflecteerd wordt.
7
Een hoge luchtvochtigheidsgraad zorgt voor schimmel. Deze schimmels kunnen invloed hebben op het leefklimaat (gezondheid) en kunnen schade toe brengen aan de constructie. Om een goed leefklimaat te behouden en het ontstaan van schimmel te voorkomen moet er volgens de regelgeving dan ook een bepaalde hoeveelheid lucht worden ververst. Uiteraard verschillen de geur en schimmeleffecten per ruimte. Wanneer de algemene richtlijnen gevolgd worden is het in de meeste gevallen goed mogelijk om een lage luchtvochtigheidsgraad te behouden. • Het wordt aangeraden om bewoonbare ruimtes 3-4 keer per dag, 5-7 minuten lang te luchten. • Ruimten met een hoge luchtvochtigheidsgraad zoals keukens en badkamers moeten vaker gelucht worden of voorzien worden van mechanische ventilatie. • Tijdens het luchten moet de verwarming niet worden uitgezet. De koude lucht die tijdens het luchten binnenkomt, moet namelijk gelijk na het sluiten van het dakvenster opgewarmd worden.
De VELUX interieurafwerking is ontworpen om aan deze eisen te voldoen. Een VELUX interieurafwerking heeft nog meer voordelen die met een zelf gemaakte interieurafwerking niet gehaald kunnen worden.
• Kamers moeten niet te lang koud zijn, omdat dit zorgt voor een hogere luchtvochtigheidsgraad. Als de slaapkamer `s nachts koud wordt gehouden dan moet deze gedurende de dag opgewarmd worden. • Probeer het laten drogen van kleren binnenshuis te voorkomen.
• De gebogen onder- en bovendelen maken het mogelijk om meer isolatiemateriaal te plaatsen (a). • De VELUX interieurafwerking wordt direct in de aftimmergroef van het dakvenster geplaatst. Het is niet nodig om eerst een tengelwerk te maken. • De VELUX interieurafwerking is af fabriek al voorzien van een afwerklaag en hoeft daarom niet meer behandeld te worden.
a
94 VELUX
Wanneer er meerdere malen per dag gelucht wordt, koelen de meubels en muren niet af en is het warmte verlies minimaal.
VELUX 95
Bouwfysica
Bouwfysica
Geluidsreductie
Sneeuw en ijs rondom VELUX dakvensters
In gebouwen wordt geluid op twee verschillende manieren van kamer tot kamer verspreid; gedeeltelijk als geluidsgolf door de lucht en naden (luchtgeluid) en gedeeltelijk als structureel geluid wat doorgegeven wordt via vibratie door vaste materialen (contactgeluid).
In gebieden waar lange koude periodes zijn en waar veel sneeuwval is, kunnen dakvensters voor langere tijd bedekt raken onder een laag sneeuw.
De geluidsgolf door de lucht kan verminderd worden door gaten en naden op te vullen. Contactgeluid kan verminderd worden door de constructies van elkaar te scheiden of door zwaardere bouwmaterialen te gebruiken. Wanneer er bij het installeren van een VELUX dakvenster speciale eisen worden gesteld aan geluidsreducering kan de geluidsreducerende GGL variant --62 worden gebruikt. Het frame van deze variant is speciaal ontwikkeld voor het reduceren van geluid en is voorzien van een 8 mm dikke voorzetruit. Bij de installatie moet goed gelet worden op de aansluiting van het dakvenster t.o.v. de dakconstructie, zodat er een goede geluidsisolatie gegarandeerd kan worden.
• opvullatten plaatsen langs het frame van het dakvenster (a), • stroken dikke bitumen onder het waterkerende manchet plaatsen (b), • verbindingen, waar geluidsgolven kunnen passeren, afdichten (c) • minerale wol als isolatie gerbuiken
0 cm Y+2
cm 20
a
25 cm
X+2
Wanneer er gezorgd wordt dat dit water langs of onder het dakvenster afgevoerd wordt, kunnen deze problemen voorkomen worden. Sneeuw en ijs moeten dan ook worden verwijderd op dezelfde manier als vuil en bladeren rondom het dakvenster en gootstukken moet worden verwijderd. Op deze manier wordt het mogelijk om het regenwater op een natuurlijke wijze af te voeren.
• Gebruik altijd een waterkerende manchet en zorg voor een goede aansluiting t.o.v. het dakvenster. Dakmateriaal is niet ontworpen om opgehoopt water af te voeren. • Voorkom koudebruggen door goed te isoleren rondom het dakvenster.
b
25 cm
0 cm 25 cm
96 VELUX
In deze gevallen ontstaat er een ophoping van ijs wat voor lekwater en lekkages rondom het dakvenster kan zorgen. Zowel de dakvensters als de dakconstructie zijn niet ontworpen om een ophoping van ijs te verwerken.
c
Y X
Wanneer de temperatuur stijgt, zal rondom het dakvenster de sneeuw het eerst gaan smelten. Dit komt door het kleine beetje warmteverlies wat rondom het dakvenster ontstaat. Smeltwater zal naar beneden stromen en bevriezen zodra het het koudere, beter geïsoleerde dakoppervlak onder het dakvenster heeft bereikt.
• Besteed extra aandacht aan de dampremmer om zo de penetratie van vocht rondom het dakvenster te voorkomen.
25 cm
X + 20 cm
7
Let op! Wanneer een dakvenster in een gebied met extreme weersomstandigheden wordt geplaatst, moeten er extra maatregelen worden getroffen:
Dit kan o.a. gegarandeerd worden door:
Y+
7
c
VELUX 97
8
Productinformatie
Productinformatie
Producttypen
VELUX product- en bestelcoderingen
Het VELUX dakvenster is het basis product in het VELUX programma.
type-aanduiding
Naast het dakvenster kan VELUX ook verschillende producten leveren waardoor een juiste aansluiting en optimale functionaliteit van het dakvenster gewaarborgd wordt. Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende producten.
8
De eerste drie karakters in de productcode van een VELUX product geven de productgroep aan. De eerste letter van de productgroep geeft aan tot welke familie het behoort. Bijvoorbeeld: G-- geeft een dakvenster aan, bijvoorbeeld GGL E-- geeft een gootstuk aan, bijvoorbeeld EDW B-- geeft een installatieproduct aan, bijvoorbeeld BDX L-- geeft een interieurafwerking aan, bijvoorbeeld LSB
Gootstuk
Dakvenster
Raamdecoratie
Interieurafwerking
S-- geeft een rolluik aan, bijvoorbeeld SCL D-- geeft een verduisterend rolgordijn aan, bijvoorbeeld DKL
MAATCODERING Het tweede blok, wat bestaat uit één letter en twee cijfers, geeft de maatcodering aan. De maatcodering van het dakvenster geeft de buitenwerksematen van het dakvenster aan.
Rolluik
Waterkerende manchet Isolatieframe
Dampremmende folie
Bijvoorbeeld C 04 = 550 x 980 mm (b x h) M08 = 780 x 1400 mm (b x h) De code refereert aan de positie in de het matenoverzicht (zie pagina 131). De maatcodering van de andere producten geeft aan op welke dakvenstermaat het product toepasbaar is.
Om zoveel mogelijk te voldoen aan de wensen van de klant zijn de VELUX producten te verkrijgen in verschillende maatvoeringen en varianten. Om het werken met deze producten makkelijker te maken, werkt VELUX met een coderingsysteem. In dit coderingsysteem wordt elk product verdeeld in drie blokken. Voorbeelden
Tuimelvenster
Gootstuk
Type aanduiding
GGL
EDW
Maatcodering
M08
M08
Variantcode
3059
1000
98 VELUX
Let op! Niet alle maatvoeringen zijn standaard, maar kunnen wel op aanvraag worden geleverd.
VARIANTcode De meeste producten zijn beschikbaar in verschillende uitvoeringen en/of van andere materialen; afdeklijsten en gootstukken worden standaard geleverd in aluminium, maar zijn ook te leveren in koper en zink. Ook de isolerende beglazingen zijn beschikbaar in verschillende varianten. De vier cijfers in de variantcode geeft de uitvoering en het materiaal aan. Let op! De beschikbare varianten worden in de brochures weergegeven.
VELUX 99
8
Productinformatie
Productinformatie
VELUX producten en bestelcoderingen
VELUX dakvensters
8
TYPEPLAATJE Alle VELUX dakvensters zijn voorzien van een typeplaatje waar alle gegevens van het dakvenster op vermeld staan. Op dakvensters die voorzien zijn van een handgreep is dit typeplaatje rechts bovenop het draaiend gedeelte terug te vinden.
Bij het bestellen van beglazing, onderdelen of accessoires moeten de volgende gegevens opgegeven worden. Met deze gegevens kunnen de juiste producten worden besteld.
VELUX dakvensters zijn te leveren als tuimelvensters met type aanduiding GGL en GGU en als uitzettuimelvensters met type aanduiding GPL en GPU. Dakvensters waarvan de type aanduiding eindigt op --L, bijvoorbeeld GGL, zijn traditionele houten dakvensters. Dakvensters waarvan de type aanduiding eindigt op --U, bijvoorbeeld GGU, zijn dakvensters met een houten kern voorzien van een gegoten onderhoudsarme laag van polyurethaan.
1 Type aanduiding
Onder de VELUX dakvensters vallen ook de balkonvensters CABRIO™ GDL, Dakserre, daktoegangsvenster GXL en dakvensters met speciale kwaliteiten voor speciale toepassingsgebieden.
2 Maatcodering 3 Variantcode 4 Productiecode
GDL
1
2
3
1
100 VELUX
4
2
Dakserre
GXL
Alle VELUX dakvensters kunnen zowel enkel als gekoppeld (onder elkaar, naast elkaar, etc.) worden geplaatst. Zie hoofdstuk 3.
4
VELUX 101
8
Productinformatie
Productinformatie
Tuimelvensters
Uitzettuimelvensters
15°- 90°
8 15°- 55°
15° - 55°
15° - 90°
GGU – onderhoudsarm dakvenster
GPU – onderhoudsarm dakvenster
GGL – houten dakvenster
GPL – houten dakvenster
Eigenschappen:
Eigenschappen:
• Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 90°
• Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 55° (met speciale veren tot 75°)
• Kan geopend/gesloten worden met de handgreep bovenin het dakvenster • Voorzien ventilatieklep met luchtfilter
• Kan geopend/gesloten worden met onderhandgreep • Voorzien ventilatieklep met luchtfilter • Kan traploos geopend worden tot 45° t.o.v. de dakhellingshoek
15°- 90°
15°- 55°
15° - 55°
15° - 90°
GGU INTEGRA® – onderhoudsarm dakvenster
GHU – onderhoudsarm dakvenster
GGL INTEGRA® – houten dakvenster
GHL – houten dakvenster
Eigenschappen:
Eigenschappen:
• Electrische variant van GGL/GGU voorzien van geïntegreerde dakvensteropener en bediening
• Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 55° (met speciale veren tot 77°)
• Word bediend d.m.v. een afstandsbediening gebaseerd op io-homecontrol® technologie (zie pagina 116). Kan ook met de hand worden bediend
• Kan geopend/gesloten worden met onderhandgreep
• Wordt standaard geleverd met regensensor wat ervoor zorgt dat het dakvenster bij regen automatisch sluit en alleen de ventilatieklep geopend blijft
• Voorzien ventilatieklep met luchtfilter • Kan in drie standen geopend worden tot maximaal 30° t.o.v. de dakhellingshoek GHU is alleen beschikbaar als special.
• Is voorbereid voor de plaatsing van elektrische (raamdecoratie) producten
102 VELUX
VELUX 103
8
Productinformatie
Productinformatie
Balkonvenster
Dakterrasvenster
35°- 53°
8 35°- 53°
35° - 53°
35° - 53°
GDL – balkonvenster CABRIO™
GEL – boven gedeelte: een aangepast uitzet-tuimelvenster
Eigenschappen:
VEA – onderste gedeelte: scharnierend aan de linker zijde, gaat naar buiten open
• Kan geplaatst worden in een dakhelling van 35° tot 53° • Het bovenste dakvenster kan geopend/gesloten worden met onderhandgreep • Het bovenste dakvenster kan traploos geopend worden tot 45° t.o.v. de dakhellingshoek • Het bovenste dakvenster is voorzien ventilatieklep met luchtfilter • Het onderste dakvenster wordt m.b.v. twee hendels geopend/gesloten • Het onderste deel heeft geïntegreerde ballustrade die automatisch in positie glijden
VEB – onderste gedeelte: scharnierend aan de rechter zijde, gaat naar buiten open VEC – onderste gedeelte: vast (niet te openen) Het VELUX Dakterrasvenster is een combinatie bestaande uit een boven- en ondergedeelte dat uitgebreid kan worden door het plaatsen van meerdere dakvensters naast elkaar. Een ondergedeelte, VEA of VEB, geeft toegang tot het terras. I.v.m. stijfheid van de constructie kan een dakterrasysteem maximaal één onder gedeelte hebben wat te openen is.
• Alleen beschikbaar in een houten uitvoering De terrasvloer en het hekwerk worden niet door VELUX geleverd. Eigenschappen: • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 35° tot 53° • Het bovenste dakvenster kan geopend/gesloten worden met onderhandgreep • Het bovenste dakvenster kan traploos geopend worden tot 45° t.o.v. de dakhellingshoek • Het bovenste dakvenster is voorzien ventilatieklep met luchtfilter • Onderste gedeeltes VEA/VEB kunnen geopend/gesloten worden met een zijhandgreep • Wanneer zowel het boven- als onder dakvenster geopend is, is er een vrije toegang tot het dakterras • Kan geïnstalleerd worden met ondersteuningsbalk EBY W10 • Alleen beschikbaar in een houten uitvoering
104 VELUX
VELUX 105
8
Productinformatie
Productinformatie
Daktoegangsvenster
Venster met geïntegreerd gootstuk
15°- 85°
15° - 85°
8
Vensters met een geïntegreerd gootstuk zijn kleine dakvensters voor specifieke situaties. De dakvensters die hieronder zijn weergegeven worden geleverd en geïnstalleerd als één geheel. Dit dakvenster kan niet gekoppeld worden.
GXL – zijscharnierend houten dakvenster
15°- 60°
15° - 60°
Eigenschappen: • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 85° • Kan geopend/gesloten worden d.m.v. de zijhandgreep • Scharnierend aan de linkerkant (scharnieren kunnen verplaatst worden naar de rechterkant)
VLT – uitzet dakraam Eigenschappen: • Voor niet geïsoleerde daken • Dubbele beglazing (16 mm) • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 60° 20°- 60°
20 - 60
GVO – uitzet dakraam (monumentenzorg) Eigenschappen: • Voor geïsoleerde daken • Wordt gebruikt in de monumentenzorg • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 20° tot 60°
106 VELUX
VELUX 107
8
Productinformatie
Productinformatie
Combinatie-elementen
Verticale dakvenster-elementen
20°- 85° 20° - 85°
GID – driehoek
8 15°- 55°
20° - 55°
VFE – houten venster onderin scharnierend, naar binnen openend (kiepraam)
GIR – boog GIV – rechthoekig
Het venster kan geopend/gesloten worden met een handgreep aan de bovenkant van het dakvenster.
Eigenschappen: • Niet te openen bovenlicht • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 20° tot 85° • Kunnen alleen boven een VELUX dakvenster worden geplaatst
15°- 55°
20° - 55°
• Wordt koud gekoppeld met het dakvenster eronder • Alleen verkrijgbaar in een houten uitvoering
15°- 90°
15° - 90°
VFA – houten venster, scharnierend aan de linker zijde, naar binnen openend (draai kiepraam) VFB – houten venster, scharnierend aan de rechter zijde, naar binnen openend (draai kiepraam) De vensters kunnen geopend/gesloten worden met een zijhandgreep.
GIL – houten dakvenster GIU – onderhoudsarm dakvenster
15°- 55°
20° - 55°
Eigenschappen: • Onderelement met vast (niet te openen) kozijn • Kan geplaatst worden in een dakhelling van 15° tot 90° • Kunnen alleen onder een VELUX dakvenster worden geplaatst • Wordt strak gekoppeld met het dakvenster erboven.
VIU – onderhoudsarm venster met vast (niet te openen) kozijn
De verticale dakvenster-elementen VFE/VFA/VFB/VIU worden verticaal, onder een VELUX dakvenster geplaatst in een dakhelling van 15° tot 55°.
108 VELUX
VELUX 109
8
Productinformatie
Productinformatie
Gootstukken
Gootstukken
Het VELUX gootstuksysteem verzekert een waterdichte aansluiting tussen het dakvenster en het dakbedekkingmateriaal.
De productcodering voor elk type gootstuk is opgebouwd uit drie letters. De eerste letter in de productcodering is altijd een E. De tweede letter verwijst naar de installatiesituatie, bijvoorbeeld:
Net als het dakbedekkingmateriaal, moeten de gootstukken regenwater afvoeren. Zo moet er voorkomen worden dat het dakvenster “onder water” komt te staan, gezien er geen noodoverloop aanwezig is. Wanneer er een risico van waterophoping is moeten er speciale voorzieningen worden getroffen om waterdichtheid te kunnen garanderen. Neem contact op met VELUX.
HET gootstuksysteem Door de grote verscheidenheid in VELUX gootstukken zijn er voor de meeste dakbedekking- en isolatiematerialen, uitvoerig geteste standaard oplossingen te leveren.
110 VELUX
8
ED-
EB-
EK-
Gootstuk voor enkele plaatsing
Koppelgootstuk 18 mm
Koppelgootstuk
EF-
EE-
EA-
Gootstuk t.b.v. verticaal dakvenster element
Gootstuk voor dakterrasvenster
Hellingsverhogend gootstuk
ET-
ECX-TF
ZZZ 166
Gootstuk t.b.v. hellend combinatie-element
Geïsoleerde houten opstand voor installatie op een plat dak
Gootstuk kit (4 m aluminium slabbe)
VELUX 111
8
Productinformatie
Productinformatie
Gootstukken
Installatieproducten
De derde letter geeft aan in wat voor soort dakbedekking het gootstuk toegepast kan worden. In het geval van geprofileerde dakbedekking bepaalt de hoogte van de profilering welk gootstuk gebruikt moet worden.
De VELUX installatieproducten zorgen voor een juiste aansluiting op de onderliggende lagen van de dakconstructie, zoals dakfolie, isolatie en dampremmer. Zie hoofdstuk 7.
Hieronder worden de meest gebruikte gootstukken weergegeven:
BDX – installatieset De set bestaat uit een isolatieframe (A), waterkerende manchet (B) en lekwatergoot (C). Het isolatieframe bestaat uit een gevormde kern van polyethyleen in een stalen frame. Het frame wordt in de uitsparing geplaatst voordat het VELUX dakvenster wordt geplaatst. Op deze manier wordt de beste isolatie rondom het frame mogelijk gemaakt.
Profiel hoogte
E-W
E-L
Voor geprofileerde dakbedekkingmaterialen met een profiel hoogte van 15-120 mm
Voor vlakke dakbedekkingmaterialen met een max. dikte van 8 mm (totaal 16 mm) Uitvoering: Meerdere zijloketten
8
C
A
B
BFX – waterkerende manchet De waterkerende manchet is gemaakt van een dampopen en waterdicht materiaal. De manchet is aan de zijkanten geplooid, zodat het makkelijker over de pan/hulplatten kan worden gevormd. De BDX wordt standaard geleverd met een BFX. BBX – dampremmende folie Dampremmende folie gemaakt van polyethyleen. De dampremmende folie wordt gemonteerd in de aftimmergroef van het dakvenster en met tape verbonden aan de dampremmende folie van het gebouw. Zowel het tape als de butyl kit om de dampremmende folie in de aftimmergroef te plaatsen, worden met de BBX meegeleverd.
E-S
E-N
E-E
Voor vlakke dakbedekkingmaterialen met een max. dikte van 8 mm (totaal 16 mm) Uitvoering: Onafgebroken zijgoten
Zelfde als E-L, maar het dakvenster wordt 50 mm dieper in de dakconstructie geplaatst
Voor installatie in traditionele metalen daken voorzien van een fels
Gootstukken E-S, E-N and E-E moeten speciaal worden besteld. Voor installatie van een dakvenster in speciale dakbedekkingmaterialen zoals vegetatiedaken, zie hoofdstuk 5 of neem contact op met VELUX. VELUX gootstukken worden standaard geleverd in een donker grijs gelakt aluminium uitvoering (m.u.v. E-E gootstukken), maar zijn ook te leveren in andere uitvoeringen zoals koper en zink.
112 VELUX
EBY – ondersteuningsbalk Ondersteuningsbalk gemaakt van gelamineerd hout (voorzien van een blanke of witte laklaag). De EBY doet dienst als ondersteuning en interieurafwerking tussen de twee dakvensters die op 18 mm gekoppeld zijn. EBY W10 – scharnierbalk Verstelbare ondersteuningsbalk van gelamineerd hout (voorzien van een blanke of witte laklaag). De EBY W10 wordt gebruikt bij verticale dakvenster elementen VFE/ VFA/VFB of bij het Dakterrasvenster GEL. Kan alleen speciaal op aanvraag worden geleverd. Zie ook hoofdstuk 3.
VELUX 113
8
Productinformatie
Productinformatie
Interieurafwerking
Interieurafwerking
De VELUX interieurafwerking zorgt voor een makkelijke en snelle afwerking van het dakvenster t.o.v. het dakbeschot. De zijdeglanzende witte delen zorgen voor een goede aansluiting bij de meeste muren.
LVI
LSB/LSC/LSD De standaard interieurafwerking kan gebruikt worden in daken met een dikte van 125 mm tot 500 mm en in een dakhellingshoek van 15° tot 90°. In een dakhelling van 30° tot 60° is het mogelijk om de interieurafwerking te plaatsen met een verticaal geplaatste onderkant en een horizontaal geplaatste bovenkant. De interieurafwerking wordt vast gezet in de aftimmergroef van het dakvenster en is het maken van een tengelwerk niet noodzakelijk. LEI
8
Vensterbank die kan worden toegepast op interieurafwerkingen LSB/LSC/LSD in een dakhelling van 30° tot 55°. Dit pakket wordt gebruikt voor combinaties van een dakvenster boven een verticaal venster element. Het pakket bestaat uit extra zijdelen en een vensterbank. De diepte van de vensterbank is maximaal 300 mm.
LLB/LLC/LLD Extra zijdelen die toegepast kunnen worden op LSB/LSC/LSD. Deze zijdelen kunnen gebruikt worden wanneer een dakvenster gecombineerd wordt met een GIL/GIU of GIV element. Ook kunnen ze gebruikt worden voor het CABRIO™ GDL dakvenster.
Vensterbankelement dat geplaatst kan worden in combinatie met interieurafwerking LSB/LSC/LSD in een dakhellingshoek van 30° tot 60°. De maximale inbouw diepte is 500 mm. Zie hoofdstuk 4.
Speciale producten Een interieurafwerking voor een 18 mm koppeling is ook te leveren. Deze interieurafwerking moet speciaal worden besteld.
LFI Aparte vensterbank die kan worden toegepast op interieurafwerkingen LSB/LSC/ LSD. De vensterbank wordt geplaatst in het onderste deel van de interieurafwerking. De diepte van de vensterbank is 270 mm.
114 VELUX
KRA 100 De spotjes KRA 100 moeten geplaatst worden in de VELUX interieurafwerking. Kunnen alleen geplaatst worden bij elektrisch bedienbare dakvensters.
VELUX 115
8
Productinformatie
Productinformatie
Elektrische bediening
Rolluiken, buitenzonwering, insectenhor en raamdecoratie
Het elektrisch bedienen van het dakvenster, raamdecoratieproducten, buitenzonwering en spotjes zorgt voor extra comfort bij bediening van producten binnen en buiten bereik. Alle producten zijn gebaseerd op radio frequentie (RF), hierdoor is het mogelijk om vanuit het hele huis de producten te bedienen met één en dezelfde VELUX afstandsbediening. De producten kunnen individueel en als groep worden bediend. VELUX kan een dakvenster leveren wat vanuit de fabriek al is voorbereid voor elektrische bediening van het dakvenster en de overige elektrisch bedienbare producten (zie GGL INTEGRA®/GGU INTEGRA® op pagina 102). Wanneer een handbediend dakvenster wordt geplaatst kunnen er wel alvast voorbereidingen worden getroffen, zodat deze in de toekomst te voorzien is van elektrisch bedienbare producten (zie pagina 22).
De VELUX dakvensters zijn voorbereid voor het plaatsen van raamdecoratie producten, buitenzonweringen en rolluiken. VELUX biedt een brede keuze aan zowel producten aan de binnenkant van het dakvenster als aan de buitenkant van het dakvenster. De producten zijn zo ontworpen dat ze perfect passen en zeer eenvoudig geplaatst kunnen worden. Al de producten zijn in zowel handbediende- als elektrisch bedienbare variant beschikbaar. Bezoek www.velux.nl wanneer u meer informatie van de producten wenst. U kunt hier brochures bestellen en/of downloaden.
ROLLUIKEN Lichtdicht, zonwerend, warmte isolerend, geluidsreducerend en en tevens inbraak vertragend.
OPWAARDEREN NAAR ELEKTRISCHE BEDIENING
BUITENZONWERING
Door het toepassen van het KMX 100 pakket kan een handbediend GGL/GGU dakvenster opgewaardeerd worden naar een elektrisch bedienbaar dakvenster. In het pakket zitten alle onderdelen die nodig zijn voor de elektrische bediening. De dakvensteropener (en raamdecoratieproducten, etc.) worden aangesloten op de reeds getrokken bekabeling. De bekabeling wordt aangesloten op de netvoeding die los van het dakvenster kan worden geplaatst.
Voorkomt dat direct zonlicht het glas bereikt, zodat zonnewarmte in de woning wordt beperkt, zonder het uitzicht naar buiten weg te nemen.
Ook een uitzettuimelvenster GPL/GPU/GHL/GHU kan opgewaardeerd worden naar een elektrisch bedienbaar dakvenster. Het aanleggen van de bekabeling bij een uitzettuimelvenster wijkt wel af van het trekken van de bekabeling bij een tuimelvenster. Neem hiervoor contact op met VELUX.
INSECTENHOR Houd insecten buiten en ventileren blijft mogelijk.
De producten zijn gebaseerd op io-homecontrol® technologie.
VERDUISTERENDE ROLGORDIJNEN Totale verduistering en blokkeert zonnestralen. io-homecontrol® biedt een geavanceerde en veilige radiografische technologie die eenvoudig te installeren is. Producten van het merk io-homecontrol® communiceren met elkaar, wat het bedieningsgemak, de veiligheid en de energiebesparing bevorderd. www.io-homecontrol.com
116 VELUX
VELUX 117
8
8
Productinformatie
Productinformatie
Rolluiken, buitenzonwering, insectenhor en raamdecoratie
Isolerende glaselementen
JALOEZIEËN
De laatste twee cijfers in de codering geven aan welk soort isolatieglas er is toegepast in het dakvenster (bv. GGL M08 3059). VELUX biedt verschillende glaselementen voor verschillende toepassingen. De meest gebruikte glaselementen worden hieronder beschreven. Voor andere soorten beglazing kunt u contact opnemen met VELUX.
Bepaalt de hoeveelheid licht die binnenkomt en blokkeert zonnestralen. Plissé
GEPLISSEERDE GORDIJNEN
STANDAARD (--59), (HR++)
Zorgen voor privacy en zacht licht in de ruimte. Rullegardin
ROLGORDIJNEN Zorgen voor privacy en zacht licht in de ruimte.
8
Standaard worden de VELUX dakvensters voorzien van een 24 mm dik HR++ glaselement met een warmte werende coating en met Argon gas gevulde spouw.
--59
RENOVATIE (--59C) De 16 mm dikke renovatie beglazing wordt gebruikt om in oude dakvensters de isolatiewaarde te verhogen. Tevens dient deze ruit als vervangingsruit van de oude 0000 (15 mm) beglazing.
ORNAMENT (--34), (HR++)
--59C
Wordt toegepast wanneer er behoefte is aan privacy. De binnenruit bestaat uit een niet doorzichtige beglazing van 4 mm dik. Daglicht wordt door deze beglazing wel gewoon doorgelaten.
VEILIGHEID (--73), (HR++) Wordt toegepast wanneer er extra eisen worden gesteld aan veiligheid (geen scherven naar binnen bij ruitbreuk) en geluidsisolatie. De binnenruit bestaat uit twee lagen gelamineerd float glas van elk 3 mm dik.
--34
ZONWEREND (--60), (HR++) Wordt toegepast wanneer er extra eisen worden gesteld aan veiligheid, geluidsisolatie en het reduceren van zonnewarmte. Voorzien van een extra geharde buitenruit van 6 mm wat is voorzien van een zonwerende coating. De binnenruit bestaat uit 2 lagen gelamineerde float beglazing van elk 3 mm dik. Tevens is deze ruit aan de buitenkant voorzien van een zelfreinigende afwerklaag.
118 VELUX
60G --73G
--60G
VELUX 119
8
Productinformatie
8
Daglichtspot
De VELUX Daglichtspot is een compleet pakket waar alle benodigde componenten in zitten voor de verbindingen aan zowel interieur- als exterieurzijde. • Kan worden geïnstalleerd in een dakhelling van 15° tot 60° (geprofileerde dakbedekking) • Kan worden geïnstalleerd in een dakhelling van 35° tot 60° (vlakke dakbedekking) • Brengt licht naar inpandige ruimten die zich niet direct onder het schuine dak bevinden. De TWF (flexibele buis) en TWR (stugge buis) worden aangeraden voor ruimten zoals: gang, kasten en toiletten • Ontworpen voor huizen waar de zolder ruimte niet gebruikt kan worden als leefruimte • Buitenruit voorzien van zelfreinigende coating, waardoor de lichtopbrengst optimaal blijft
Het ontwerp van de buitenkant komt overeen met de andere VELUX producten. De module welke in de dakbedekking geplaatst moet worden vormt één geheel met het geïntegreerde gootstuk. Voor het plaatsen in een vlakke dakbedekking, neem contact op met VELUX. De 2 m lange, flexibele buis (TWF) en stugge buis (TWR) zijn gemaakt van hoogwaardig reflecterend materiaal. De buis kan worden verlengd met het 0,9 m lang verlengstuk ZTR. De ZTR kan apart worden besteld. Van binnenuit gezien eindigt de buis van Daglichtspot in een diffuse plafondarmatuur met hieromheen een afwerkring naar keuze. Als extra is een electrische lichtkit ZTL beschikbaar.
120 VELUX
VELUX 121
9
Contact met VELUX
Contact met VELUX
Adressen
Advies / Service
VELUX Nederland B.V. is de officiële importeur van VELUX producten in Nederland. Het bedrijf is sinds 1988 gevestigd in De Meern en importeert en distribueert VELUX dakvensters en aanverwante artikelen zoals raamdecoratie en zonweringsproducten. VELUX verleent zowel de consument als haar dealers service voor VELUX producten
Wanneer u vragen heeft m.b.t. de installatie van producten, advies over de toe te passen producten, mogelijkheden in speciale situaties, etc. kunt u tijdens kantooruren contact opnemen en vragen naar de afdeling Technische Voorlichting.
VELUX Nederland is gevestigd op onderstaand adres: VELUX Nederland B.V. Molensteijn 2 3454 PT De Meern Telefoon: 030 - 6 629 629 Fax: 030 - 6 629 680 Email:
[email protected]
9
De VELUX brochures U kunt de verschillende brochures telefonisch bestellen of via de website www.velux.nl de brochures bestellen of downloaden. Wanneer u onderdelen of een glaselement voor de oudere VELUX dakvensters nodig heeft kan VELUX deze leveren. VELUX kan onderdelen leveren voor dakvensters tot 25 jaar oud. Onderdelen moeten via een VELUX dealer worden besteld. VELUX website Op de VELUX website www.velux.nl vind u: • Dichtsbijzijnde dealer (bouwmaterialenhandel, raamdecoratie en DHZ). • Inspiratie en product pagina’s. • Mogelijkheid om brochures en tekeningen te downloaden. Assistentie bij installeren In overleg is het mogelijk om voor specifieke situaties op het werk assistentie te krijgen van de service afdeling. Trainingen
De meeste producten zijn te bezichtigen in het VELUX Daglicht Advies Centrum. Iedereen is welkom. Openingstijden zijn van maandag - donderdag van 08.00 - 17.00 en op Vrijdag van 08.00 - 16.30.
Indien u meer kennis van de VELUX producten wilt verkrijgen en u wilt op de hoogte worden gebracht van alle VELUX producten, dan bent u van harte uitgenodigd in de VELUX academie. Kijk op www.velux.nl voor meer informatie.
Ook is het Daglicht Advies Centrum op veel zaterdagen geopend van 10.00 - 16.00, raadpleeg voor openingsdata de website van VELUX www.velux.nl U kunt het Daglicht Advies Centrum ook samen met uw klant bezoeken om zo de mogelijkheden te laten zien en te bespreken.
122 VELUX
VELUX 123
Index
Index
Asymmetrische koppeling 27 BBX dampremmende folie 5, 23, 92-93, 113 BDX isolatieframe 5, 17, 113 BFX waterkerende manchet 19, 88, 113 Borstwering 8 Bouwregelgeving 7-13 Buitenzonwering 117 Combinatie-elementen 34-38, 108 Daglicht 10-11 Daglichtbox 54-55 Daglichtspot 120 Dakbedekkingmateriaal 4, 85, 112 Dakconstructie 84 Dakfolie 4, 19, 86-88 Dakfolie, Ventilerende dakconstructie 87 Dakfolie, Ongeventileerde dakconstructie 88 Dakhellingshoek 4, 6 Dakserre 49 Dakterrasvenster 105 Daktoegangsvenster 106 Dakvensters 101-106 Dampremmende folie 5, 23, 92-93 Dragende constructie 89 EB- koppelgootstuk 28 EBY ondersteuningsbalk 29, 113 EBY W10 instelbare ondersteuningsbalk 33, 113 ECX opstand 54-55, 111 EFW/EFL/EFS 30 EFW/EFL/EFS X99 32 Eisen m.b.t. veiligheid tijdens het installeren van een dakvenster 13 EK- koppelgootstuk 26-27 Electrische bediening 22, 116 Energie besparen 9 ETW/ETL/ETS gootstuk elementen 34 GDL balkonvenster CABRIO 101, 104 Gebruikerseisen van de dakvensters 6 GEL + VEA/VEB/VEC dakterrasvenster 101, 105 Geluidsreductie 96 Geplisseerde gordijnen 118 GGL, GGU 102
GHL, GHU 103 GID, GIR, GIV 38, 108 GIL, GIU 34-36, 108 Glaselement vervangen 80-81 Gootstukken 25, 110-112 Gootstukken voor geprofileerde dakbedekking 20, 112 Gootstukken voor vlakke dakbedekking 21, 58, 60, 72, 112 GPL, GPU 103 GVO renovatie venster 107 GXL daktoegangsvenster 106 Halve pannen 46 Hoog liggende middengoot 25 Hoog rendements beglazing 119 Insectenhor 117 Installatie in bitumen 58-59 dakpanelen 61-65 dakpanprofiel met opstaande rand 67 dakpan profielplaaten 67 een scheve dakconstructie 44-45 leien 72 lichtschacht 47 metalen felsplaten 66 metalen profielplaten 62-65 rieten dak 68-69 vegetatiedak 70-71 Installatie op een gemetselde muur 30-33 Installatieproducten 113 INTEGRA, GGL/GGU 102 Interieurafwerking 5, 23, 94, 114-115 Isolatie rondom het venster 5, 17, 22 Jaloezieën 118 Knieshot 48 Koppelgootstukken 25-28 KRA 100 115 Laag liggende middengoot 25 LEI 114 Lekwatergoot 19 LFI 114 Lichtschacht, dakvenster geplaatst als 47 LLB/LLC/LLD 115
124 VELUX
VELUX 125
Index
LSB/LSC/LSD 114 LVI 115 Maatcodering 98-100 Mansarde kap 50-51 Matenoverzicht 131 Montagebeugels 16 Nok, installatie over de 39-41 Nokkoppeling 39-41 Onderdelen 79 Ornamentsbeglazing 119 Plat dak 54-55 Producttypen 98 Raveling 42-43 Renovatie beglazing 119 Renovatie venster 107 Rolgordijnen 118 Rolluiken 117 Scheve dakconstructie 44-45 Sneeuw en ijs rondom VELUX dakvensters 97 Spotjes 115 Thermische isolatie – U-waarde 91 Typeplaatje 100 Type aanduiding 98-100 Uitsparing maken 14-15 Variantcode 98-100 Veiligheidsbeglazing 119 Venster plaatsen 18, 83 Ventilatie 8, 95 Ventileren van bewoonbare ruimtes 95 Verticale venster elementen 30-33, 37, 109 Verduisterende rolgordijnen 117 Vervangen van een dakvenster 74-77 Vervangen van een dakvenster in een leien dakbedekking 82-83 Verwijderen draaiend gedeelte 16 VFE, VFA, VFB 30-33, 37, 109 VIU 109 Vlakke pannen 60 Vluchtroute 7 VLT 107 Zonwerende beglazing 119 ZZZ 166 68, 111
126 VELUX
VELUX 127
Telefoonnummers
VELUX Nederland
128 VELUX
Notities
030 6 629 629
VELUX 129
L
O
H N
E EN HANDMA TIG
NWERINGEN
,R O
LEKTRI LE E SC
AL
L
I ENING BED
RANTIE OP
HE
GA
JAAR
E KS
2
R
O ,Z
T
KE IK
EC IE
PO
O S, GO TSTUK
EN
OP RAAMD
N • FA B
RI
T YS
AT
LICHTS
L LEALTUI X D A G N I N S TA V EP L I CB E D I E I N G S RO S • EH
DAG
ER
TIE
LU
SG
AN
JAAR
EME
ST
IEK
550 624
3 JAAR 3 jaar schriftelijke fabrieksgarantie op VELUX raamdecoratie, zonweringen, insectenhorren, rolluiken (geleverd na 1 januari 2001), handmatige en elektrische bedieningssystemen en producten op zonne-energie zoals het rolluik op zonne-energie
1360
698
RO
,R O
LEKTRI LE E SC
3
EN
AR
SS
AL
N • FA B R INGE
UX
I N S TA L L AT I E P
N
KE E
NWERINGEN
JAAR
S01
102
C02
5 JAAR 5 jaar schriftelijke fabrieksgarantie op de VELUX Daglichtspot.
601
C01
GGL GGU GGL GGU GHL GPU GFL 6 104
C04
(308)
GGL GGU GHL GPU*
GGL GHL
1 304
204
F04 GGL GGU GHL GPU*
GGL GPL GHL
(5) 204
GGU GPU
GGL GPL
GGL GPL GHL
GGL GPL
GGU GPU
2 308
780
940
GGL GGU** GpL GPU**
10 608
P08 GGL GpU GPL
(335)
M35
S06 GGL GGU GPL GPU GHL
408
M08 GGL GpU* GPL
GGU GPU
VEA VEB VEC
4 606
P06
GGU GPU
P19
U04
406
M06 GGL GPL GHL
GGU GPU
(419)
7 804
P04
14 306
F06
GGL GHL 31 404
M04
M08 1090
O ,Z
JAAR
G
GEL
GGL
9 101
GGL GGU
978
IE
DA
JAAR N • FA B R I E KS
CTE
PD R A N T I E L I C H T S PAONTT I •E O VE AKVE N GO P L AR
T • VELUX
GA
DI
E KS
PO
DU
BE
R
TS
RI
GDL GGL
2520
O
IK
EC
TEM
Cabrio/ Dakterrasvensters
425
P25
1178
OP RAAMD
E N • FA B
2 5 10 YS
10 jaar schriftelijke fabrieksgarantie op VELUX dakvensters (inclusief de beglazing*), VELUX gootstukken en VELUX installatie producten, zoals de waterkerende VELUX manchet, de dampremmende VELUX folie en de VELUX interieurafwerkingen. *Uitgezonderd breukschade.
GGL
1398
TIE
EN HANDMA TIG
AN
EN
AR
JAAR
LU
SG
AT
O S, GO TSTUK
IEK
10 JAAR
Daglichtspot 8 808
S08
U08
GGL GPL
GGL
mm
350
(diameter)
1600
ER
N • FA B R
EN
INGE
3
EN
DI
G
TIE OP DAKV
JAAR
KS
AN
BE
EN
N • FA B R I E
ST
DU
AR
EN
CTE
10
Matenoverzicht
778
Garanties
13 310
3 410
M10
610
P10
810
s10
u10
gGL
K
AL
TIFICE
E
EM TE
GD
S
c
D
GE
ER
9001:2000
R
C
ITEITSS
Y
NEN-EN-ISO
MGMT. SYS. RvA C 131 9001:2000
Sinds 6 december 2001 is VELUX Nederland B.V. ISO 9001:2000 gecertificeerd. De productiemaatschappijen van VELUX zijn ISO 9001 (kwaliteit, 2004), ISO 14001 (milieu, 2004) en OHSAS 18001 (gezondheid en veiligheid, 2005) gecertificeerd. ISO is een internationaal erkend keurmerk, en heeft dus wereldwijd dezelfde inhoud en betekenis. ISO beschrijft processen en procedures die plaatsvinden binnen een bedrijf. De bedrijfsvoering wordt aan de hand hiervan geperfectioneerd. Zie ook www.mrpi.nl.
920 600
VFE
VFE
3-60 431
GIL
(634)
(834)
S34 VFE
P31
1/2-95 334
GIU
4/10-60 631
U34 VFE
S31
VFE
U31
VFE
M34
3-95 434
P34
4/10-95 634
7/8-95 834
780
942
1140
1340
660
S34
U34
Behoren tot het standaard leveringsprogramma van VELUX Nederland B.V.
500
Prijzen en levertijden op aanvraag.
C27
Kunnen eventueel op aanvraag als een tuimelvenster type GGL worden vervaardigd.
M02
C04
B04
De maatcoderingen geven de buitenwerkse maten van de dakvensters aan.
7/8-60 831
Matenoverzicht* daglichtbox Uitsparing in het dak in mm
M04
P04
Vervaardiging niet mogelijk. S06
U10 mm
130 VELUX
VFE
M31
550
GIL
P34
VFE 1/2-60 331
954
mm
GIU
(434)
M34
600
MGMT. SYS. RvA C 131 Rv
GIL
(334)
800
EM
S
K
Y
NEN-EN-ISO
W
ISO 9001:2000
E
GD ITEITSS
GIU
900
TIFICE
D
AL
GIL
1000
ER
c
W
TE
C
R
GE
Zijn uw dakvensters door opklimbaarheid eenvoudig te bereiken? VELUX levert een tuimelvenster dat voldoet aan weerstandsklasse 2 volgens de norm NEN 5096 uit het BouwBesluit en voldoet hiermee aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen (r).
Combinatie-elementen
1200
Politiekeurmerk
* GPU op aanvraag. ** Leverbaar per 01-04-2007
11 312
M12
1500
Het tuimelvenster type GGL en de uitzettuimelvensters type GHL en GPL worden geleverd onder het KOMO attest met het nummer 400 8. Het tuimelvenster type GGU en het uitzettuimelvenster type GPU worden geleverd onder het KOMO attest met het nummer 400 9.
1800
KOMO attest
500
600
700
900
1000
1200
1400
VELUX 131
installers’ handbook. vas 451784-0307. ©2007 VELUX Group ®V ELUX and the VELUX logo are registered trademarks used under licence by the VELUX Group
VELUX Nederland B.V. Molensteijn 2, 3454 PT DE MEERN Postbus 142, 3454 ZJ DE MEERN Telefoon: 030 - 6.629.629 Telefax: 030 - 6.629.680 Internet: www.velux.nl E-mail:
[email protected]