PLASTISCHE CHIRURGIE
Hand- en polsoperaties
BEHANDELING
Hand- en polsoperaties Deze folder geeft u algemene informatie over een operatie aan uw hand of pols. Ook leest u hoe de opnameperiode in het ziekenhuis globaal zal verlopen. Van uw plastisch chirurg hebt u specifieke informatie over uw aandoening en de operatie gekregen. Wij raden u aan deze algemene informatie nog eens rustig na te lezen. Afhankelijk van uw specifieke situatie, kan de gang van zaken enigszins anders zijn. Pezen, zenuwen en gewrichten kunnen door afwijkingen of een trauma zijn beschadigd waardoor een operatie nodig is.
Operatie Aandoeningen van buig- of strekpezen of zenuwen en bindweefselafwijkingen zoals de ziekte van Dupuytren zijn veel voorkomende aandoeningen aan de hand of pols.
Opname In dit hoofdstuk leest u hoe de opname globaal verloopt. Lees voor meer informatie ook de folder ‘Informatie rond uw operatie’ die u van de anesthesist hebt gekregen.
Bij de ziekte van Dupuytren ontstaan onder de huid strengen en knobbels door vermeerdering van bindweefsel. Deze strengen kunnen in de hele hand en in alle vingers voorkomen. De oorzaak is nog niet duidelijk.
Opname/operatiedag Op de dag dat u geopereerd wordt, mag u vanaf 24.00 uur niet meer eten. U mag nog wel helder vloeibare dranken gebruiken (water, thee met of zonder suiker, zwarte koffie met of zonder suiker, bouillon, appelsap, druivensap en limonadesiroop). Als u ’s ochtends geopereerd wordt moet u vanaf 06.00 uur ’s ochtends nuchter blijven. Is de operatie ’s middags, dan moet u vanaf 10.00 uur ’s ochtends nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf het genoemde tijdstip ook niet meer mag drinken. Ook roken raden wij af.
Pijn en een kromme stand van de vingers kunnen een reden zijn om te opereren. Tijdens de operatie wordt door verschillende sneden het aangetaste weefsel verwijderd. Een operatie geeft geen garantie dat de vingers helemaal recht komen te staan en dat de ziekte niet terug komt. Meer over de ziekte van Dupuytren kunt u lezen in de aparte folder over dit onderwerp.
1
tegen aan de verpleegkundige. U mag weer wat drinken, maar doe het voorzichtig aan in verband met mogelijke misselijkheid.
U meldt zich op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis. Een ziekenhuismedewerker wijst u de weg naar de verpleegafdeling. Een afdelingsverpleegkundige heeft een opnamegesprek met u en informeert u over de gang van zaken rond de operatie en het verblijf op de afdeling. Eventuele vragen kunt u dan stellen. Ook krijgt u een folder met afdelingsinformatie en een bezoekerskaart.
Infuus en wond Het infuus wordt over het algemeen de dag na de operatie, na het ontbijt, verwijderd. Na de operatie is de hand en/of pols verbonden met een beschermend verband. Hou de arm zoveel mogelijk omhoog om pijn en zwelling te verminderen. De dag na de operatie krijgt u een mitella. Het verband wordt in de meeste gevallen pas tijdens de eerste poliklinische controle verwijderd.
Voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige een injectie ter voorkoming van trombose (=stolling van het bloed). Deze injectie krijgt u vervolgens elke avond zolang u in het ziekenhuis verblijft. Kort voor de operatie krijgt u een operatiepak aan. Hierna wordt u in uw bed naar de operatieafdeling gebracht door medewerkers van de patiëntenvervoersdienst. Daar stapt u over op een ander bed en wordt u naar de operatiekamer gereden. Van de anesthesist krijgt u een infuus (een dun plastic slangetje in uw bloedvat) waardoor de narcose, vocht en eventuele medicijnen worden toegediend. Het kan zijn dat de behandeling onder plaatselijke verdoving plaatsvindt. U krijgt dan een injectie in de oksel.
Ontslag
Na de operatie
Over het algemeen mag u de dag na de operatie weer naar huis. Voordat u naar huis gaat, zullen de verpleegkundige en de plastisch chirurg u vertellen wat u de komende tijd kunt verwachten (met betrekking tot pijn/herstel) en wat u wel en niet mag doen. De plastisch chirurg komt bij u aan bed en kijkt eventueel naar de doorbloeding van de vingers. Wilt u op dat moment nog nadere informatie, vraag dit dan aan de arts. Het is verstandig om deze vragen van tevoren op te schrijven.
U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Wanneer u voldoende wakker bent en uw toestand stabiel is, halen afdelingsverpleegkundigen u op en brengen u weer terug naar uw kamer. Uw contactpersoon wordt dan opgebeld om te vertellen hoe uw toestand op dat moment is. De verpleegkundige komt regelmatig bij u kijken. Mocht u pijn hebben of misselijk zijn, vraag hier dan gerust iets
Voor uw ontslag zal de verpleegkundige een ontslaggesprek met u houden aan de hand van een ontslagformulier dat u voor het gesprek ontvangen en ingevuld hebt. Ook krijgt u van de verpleegkundige een mitella en verduidelijkt hij/zij eventueel de adviezen van de plastisch chirurg. Ook wordt er dan een afspraak met u gemaakt voor de eerste poliklinische controle. 2
Weer thuis
Nog vragen
Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van het werk dat u doet en de wondgenezing. De arts zal dit met u bespreken.
Bij vragen kunt u terecht bij de poli Plastische Chirurgie. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zullen de verpleegkundigen en de arts ook steeds toelichten wat er gaat gebeuren. Zij zijn ook graag bereid al uw vragen te beantwoorden.
Zo nodig kan de nabehandeling worden gecombineerd met fysiotherapie en/of revalidatie.
Eenmaal thuis kunt u voor spoedgevallen, bijvoorbeeld als u denkt dat de wond ontstoken is, overdag direct contact opnemen.
De eerste dagen na de operatie kunt u een lichte temperatuursverhoging hebben. Mocht dit na een week nog zo zijn, of mocht uw temperatuur hoger worden dan 38.5 graden Celsius, neem dan contact op met het ziekenhuis.
Tussen 16.30 en 08.30 uur en in het weekend kunt u terecht bij de Spoedeisende Hulp. U vindt onze contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder.
Risico’s en complicaties Bij een handoperatie kunnen de gevoelszenuwen van de vingers beschadigd worden en een gedeeltelijke gevoelsstoornis geven. Dystrofie is een zeldzame complicatie die pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers geeft. Om functiestoornissen te voorkomen moet deze afwijking vroegtijdig behandeld worden. Bij elke operatie kunnen complicaties optreden, zoals een nabloeding, longontsteking, trombose of een wondinfectie. Deze complicaties komen zelden voor. Zij kunnen vrijwel altijd goed behandeld worden, al zult u daarvoor misschien enkele dagen langer in het ziekenhuis moeten blijven.
3
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Plastische Chirurgie 088 - 320 24 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
4
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
PCH 07/04-’13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis