in naam des Konings
vonnis RECHTBANK OOST-BRABANT Handeisrecht Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/0 1/277659 / HA ZA 14-3 10 Vonnis van 10 juni 2015
in de zaak van LONNEKE ENGEL, wonende te New York, Verenigde Staten van Amerika, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr. S.A. Wensing te Coevorden, tegen 1. MISCHA BERNADETTE KOOT, wonende te Hooge Mierde, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, advocaat mr. D.A. IJpelaar te Wassenaar,
en tegen 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACADEMY BARTELS 3.V., gevestigd te Hooge-Mierde, 3. IMKE ANNE MARIAN SCHELLEKENS-BARTELS, wonende te Hooge Mierde, 4. MARTINA MARIA ANNA ANTONIA BARTELS-DE VRIES, wonende te Hooge-Mierde, gedaagden in conventie, advocaat mr. W.G. Reddingius te Arnhem. Partijen zullen hierna Engel, Koot, de Academy, Schellekens-Bartels en Bartels-de Vries worden genoemd. De Academy, Schellekens-Bartels en Bartels-de Vries zullen waar mogelijk samen Bartels genoemd worden.
1.
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: het tussenvonnis van 26 november 2014; het proces-verbaal van comparitie van 10 maart 201 5.
-
-
C/01/277659/HAZA 14-3 10 10juni 2015
1 .2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.
De feiten in conventie en in reconventie
2
2.1. In mei 2004 heeft Engel van Stal Bria het (dressuur-) paard U2 gekocht voor een koopsom van € 35.000,-. Engel heeft U2 gestald gelaten bij Stal Bria. 2.2. In 2006 is Koot, een professionele amazone die op hoog niveau de dressutirsport beoefent, in opdracht van Engel gestart met het trainen van U2. 2.3. In augustus 2010 heeft Engel U2 overgebracht naar en vanaf dat moment gestald hij de stal van de Academy. Koot heeft aldaar haar training van U2 voortgezet. 2.4. Koot heeft U2 tot medio 2013 getraind. Vanafjuli 2013 heeft Daniëlte Mellink, een medewerkster van de Academy, op verzoek van Engel, U2 bereden. 2.5. Op 31 januari 2014 heeft Engel U2 bij de stal van de Academy opgehaald en opnieuw gehuisvest bij stal Bria te Hooge Mierde. 2.6. Op 14 februari 2014 heeft Engel haar overeenkomst van opdracht met Koot ontbonden en Koot aansprakelijk gesteld voor de schade in verband met het door haar aan U2 toegebracht letsel. In de betreffende e-mail schrijft (de advocaat van) Engel onder meer: “[...J Namens cliënte ontbind ik bedoelde overeenkomsten van opdrachten en ive? op grond van wanprestatie ex artikel 74, Boek 6, 3W en sonuneer ii om mee te werken aan het ongedaan maken van de verbintenissen inhoudende tot terztgbetaling van al hetgee n cliënte reeds aan mi heeft betaald. Tevens houdt cliënte u aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden schade, waaronder verstaan de waardevermindering van het paard. Het paard U2’ vertegenwoordigde een waarde ad circa 250.000,00 - 300.000,00 euro en is door uw toedoen thans nagenoeg niets meer waard. [...]“ 2.7. Vervolgens heeft Engel op 24 februari 2014 ook de Academy aansprakelijk gesteld voor schade als gevolg van bij U2 opgetreden letsel. In deze brief is eveneens het in 2.6 weergegeven citaat opgenomen. 2.8. Op 20 maart 2014 is in de Telegraaf een artikel verschenen van de hand van journalist John Maes met als kop: “Topmodel klaagt amazones aan” en als ondertitel “Dressuursta Bartels beschouwt aangfle als smaad”
3.
Het geschil
in conventie 3.1. 1. II.
Engel vordert, samengevat: primair een hoofdeljke veroordeling van Koot en Bartels tot betaling van € 247.500,-, te vermeerderen met rente; subsidiair veroordeling van Koot en Bartels tot betaling van een in goede justitie te bepalen som;
l
C/0l/277659/HAZA 14-310 10juni 2015
III. IV.
3
veroordeling van Koot en Bartels in de buitengerechtelijke incassokosten; met veroordeling van Koot en Bartels in de kosten van deze procedure.
3.2. Engel legt aan haar vorderingen kort samengevat het navolgende ten grondslag. Engel heeft met Koot en met de Academy overeenkomsten van opdracht gesloten. Koot en de Academy zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun contractuele verplichting om zich als goed opdrachtnemers te gedragen en in dat kader te zorgen voor een deugdelijke training en verzorging van U2, waaronder begrepen het voorkomen van verwondingen en gebreken. U2 heeft blijvend letsel aan de flanken opgelopen door agressief spoorgebruik door Daniëlle Mellink en onherstelbare schade in de mond door langdurig extreem gebrtiik van stang en trens door Koot en Daniëlle Mellink. Dit zijn blijvende letsels, die maken dat U2 niet meer als volwaardig rjpaard kan worden ingezet. Ook Schellekens-Bartels en Bartels-de Vries waren belast met de verzorging en training van U2 en zij hebben instructie gegeven aan Koot en aan Daniëlle Mellink, terwijl U2 op dat moment niet bereden mocht worden. Daarnaast hebben Koot en de Academy met voormeld handelen onrechtmatig jegens Engel gehandeld. Het handelen van Daniëlle Mellink dient aan Koot en aan de Academy te worden toegerekend op grond van artikel 6:76 BW respectievelijk artikel 6:170 BW. De schade van Engel beloopt € 247.500,-, zijnde het verschil tussen de onderhandse verkoopwaarde van U2 in 2010 van €250.000,- en de huidige waarde van U2 van €2.500,-. -
-
3.3.
Koot en Bartels voeren verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie 3.5.
Koot vordert in reconventie, samengevat: A. veroordeling van Engel tot betaling van schadevergoeding groot € 125.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente; B. met veroordeling van Engel in de kosten van deze produre.
3.6. Koot legt het navolgende aan deze vorderigen ten grondslag. Op 20 maart 2014 is er een artikel in de Telegraaf verschenen, waarin Koot door Engel wordt gekwalificeerd als een dierenbeul en waarin Koot ervan wordt beschuldigd ernstig letsel aan U2 toegebracht te hebben. Het artikel dateert van véér de dagvaarding. De Telegraaf kan haar informatie dus alleen van Engel hebben gehad, althans, dat is heel aannemelijk. Koot heeft de beschreven beschuldigingen weliswaar uitdrukkelijk betwist, maar de uitlatingen in de Telegraaf zijn vervolgens door verschillende media overgenomen. De uitlatingen van Engel zijn onrechtmatigjegens Koot, die daardoor schade lijdt. De schade hangt samen met de tijd die Koot heeft moeten besteden aan het beantwoorden van vragen van ongeruste klanten, met het afhaken van potentiële klanten en met de kosten van externe adviseurs. Daarnaast heeft Koot reputatieschade geleden. Engel heeft geen rekening gehouden met de ernst van de te verwachten gevolgen van de publicatie voor Koot. De ernstige beschuldigingen van Engel vormen een onaanvaardbare inbreuk op de (beroeps-) eer en goede naam van Koot. Koot begroot haar schade op in ieder geval € 125.000,-. Engel dient deze schade aan Koot te vergoeden, aldus Koot.
C/01/277659/HAZA 14-310 10juni 2015
4
3.7.
Enget voert verweer.
3.8.
OP de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.
De beoordeling
in conventie: 4.1. Nu Engel woonachtig is op het grondgebied van een andere staat dan Nederland en haar vordering uit dien hoofde een internationaal karakter draagt, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van deze vordering kennis te nemen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Alle gedaagden zijn gevestigd dan wel woonachtig in Nederland. Op grond van artikel 2, lid 1 van de Verordening (EG) nr. 44/200 1 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (de EEX Verordening) is de rechtbank daarmee bevoegd op het voorliggende geschil te beslissen. 4.2. Engel vordert primair de waardevermindering van U2. De dragende feitelijke grondslag daarvoor is de stelling van Engel dat U2 onherstelbaar letsel aan zijn mond (“de kaak van het paard is verwoest”; dv sub 1) en aan zijn flanken (“het paard zal nooit meer op beenhitipen kunnen reageren zoals het behoort te reageren”; dv sub 1) heeft opgelopen. Als gevolg van dat onherstelbare letsel, zou U2 niet meer als dressuurpaard kunnen worden ingezet, aldus Engel. Koot heeft als verweer, bij gebrek aan overtuigend bewijs, het bestaan van de door Engel gestelde mankementen aan U2 betwist. Ook Bartels heeft betwist dat sprake is van letsel. Ter onderbouwing heeft Bartels onder meer overgelegd een verklaring van de heer J. Desmedt, die U2 sinds 2009 als dierenarts heeft begeleid. Desmedt stelt onder meer: Zolang ik U2 ken, heb ik nooit problemen van zijn mond gezien ofer klachten van gehoord. Ook van zijn huid thv deflanken heb ik zeker geen chronisch probleem opgemerkt.”
Verder heeft Bartets overgelegd een verklaring van de heer J. Ansems, die luidt: “Hierbij verklaar ik ]aco Ansems dat ik al 8jaar de monden van de paarden bij Stal Bartels controleert en behandeld waaronder ook het paard U2. Bij controle aan zijn mond heb ik nooit iets van k-tvelling of dierenmishandeling geconstateerd.”
Daarnaast heeft Bartels overgelegd een verklaring van de heer L.J. Hofland, een dierenarts aan wie Bartels de door Engel ingebrachte documenten van veterinaire aard ter beoordeling heeft voorgelegd. Hofland verklaart onder meet: “Er is geen enkele aanwijzing dat de geconstateerde veterinaire afluijkingen onherstelbaar zouden zijn en dat een verdere carrière als wedstrjdpaard uitgesloten is. De taxateur is derhalve bij de waardebepaling van (II van een onjuiste veronderstelling uitgegaan.”
4.3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Engel afgezet tegen het (onderbouwde) verweer van Koot en Bartels onvoldoende gemotiveerd gesteld dat U2 onherstelbaar mond letsel heeft opgelopen. Engel heeft ter onderbouwing van het gestelde mond letsel in het geding gebracht een rapport van 21 februari 2014 van de heer L. Vlaminck, die als hoogleraar is verbonden aan de Universiteit Gent, faculteit diergeneeskunde (Engel prod. -
-
C/011277659 / 1-lA ZA 14-310 10juni 2015
25). Op 13 februari 2014 is U2 aldaar onderzocht. Naar aanleiding van een mondonderzoek merkt Vlaminck in het rapport enkel op: “* duidelijke verlittekening beide lagen (sfljinvliezen gesloten,) * het beenweefsel van de onderkaak vertoont bilateraal een diepe depressie (‘bofresorptie,) om geven door botaanwassen. * normaal sÏjtagepatroon van de mnaaltanden” Vlaminck stelt niet dat hiermee sprake is van blijvende letsels. Integendeel, in het rapport van 21 febrtiari 2014 merkt Vtaminck nog op dat geleidelijke opbouw van de revalidatie mogelijk is. Aanwijzingen voor het bestaan van blijvend mondletsel zijn in dit rapport derhalve niet te vinden. Daar komt bij dat Vlarninck in zijn latere rapportage van 7 februari 2015 (Engel prod. 42) lijkt terug te komen op zijn conclusie dat bij U2 sprake is van botresorptie. Gewezen op het ogenschijnlijk gewijzigde standpunt van Vlaminck, heeft mr. Wensing ter zitting bevestigd dat Vlaminck terugkomt op zijn eerdere oordeel over botresorptie en heeft hij verklaard dat hij daar verder niets aan toe te voegen heeft. Bovendien stelt Vtaminck in die latere rapportage dat een dierenarts de zogenoemde nieuwbeenvorming in de mond (botvorming als gevolg van een ontsteking van het botvlies veroorzaakt door te krachtig bitgebruik) kan verwijderen, waardoor paarden opnieuw makkelijker berijdbaar zijn met een bit. Het is volgens Vlaminck effectief zo dat deze ingreep ook bij U2 mogelijk zou zijn, waardoor die een veel hoger bitcomfort in de mond kan krijgen en opnieuw in de sport actief kan worden. Ook dit duidt naar het oordeel van de rechtbank niet op het bestaan van blijvend letsel in de mond van U2, dat afbreuk zou doen aan zijn inzetbaarheid als dressuurpaard. Engel heeft voorts overgelegd een taxatierapport van J. Werners van Cavalcade Hippisch Taxatie- en Adviesbureau van 17 maart 2014, waarin deze schrijft dat U2 op de inspectiedatum kampt met blessures en dat een verdere carrière als wedstrjdpaard op veterinaire gronden uitgestoten moet worden. Dit stuk kan Engel echter niet baten, aangezien Werners zijn conclusie niet toelicht, zodat onduidelijk blijft of Werners onder die blessures en veterinaire gronden ook het mondletsel van U2 schaart. Hetgeen Engel overigens heeft aangevoerd of ingebracht, onderbouwt niet haar stelling aangaande de onherstelbaarheid van het mondletsel. Het gestelde mondletsel kan derhalve de vordering van Engel niet ondersteunen. 4.4. Ook de stelling van Engel dat U2 onherstelbare letselschade aan de flanken heeft opgelopen als gevolg van het zogenoemde doorsporen, ontbeert naar het oordeel van de rechtbank een deugdelijke onderbouwing. Medische stukken op dat punt ontbreken en uit de niet toegelichte conclusies van Werners in zijn taxatierapport kan niet worden opgemaakt dat deze betrekking hebben op onherstelbaar letsel aan de flanken. Ter zitting heeft Engel dienaangaande enkel verklaard: “Na 7 weken was het nog zichtbaar en was (12 gevoelig op de buik Een paard is gevoelig op de huid. Hij is verder niet bereden. Ik weet niet hoe hij zou reageren als hij weer aangespoord wordt. Ik weet niet of/zet letsel aan deflanken blij’•vend is. Als er zo ‘n verwonding is geweest, bijift liet altijd een gevoelige plek voor het paard, omdat het zich die verwonding herinnert.”
Mr. Wensing verklaart op dit punt ter comparitie: “Als de huid geneest, is het nog maar de vraag ofhet paard op die plek ongevoelig blijft. Door het eerdere letsel, kan als liet ware het gaspedaal niet meer gebrttikt worden. Dat heeft gevolgen voor de functionaliteit van het paard als rjpaard.”
De stelling van Engel dat U2 zich de verwonding zal blijven herinneren, wat een aanwijzing is voor het bestaan van blijvend letsel, vindt echter in geen enkel ingebracht (medisch) stuk bevestiging. De enkele door mr. Wensing genoemde mogelijkheid dat het paard op de plek
C/01/277659/HAZA 14-310 10juni 2015
6
van het doorsporen ongevoelig blijft, is speculatief en daarmee onvoldoende overttiigend om de vordering van Engel te kunnen ondersteunen. Ook het gestelde letsel aan de flanken kan de vordering van Engel derhalve niet dragen.
4.5. Nu Engel onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat sprake is van onherstelbaar letsel bij U2, ontvalt de feitelijke grondslag van de voorliggende primaire schadevergoed ingsvordering. Deze moet reeds daarom worden afgewezen. De subsidiaire vordering tot betaling van een in goedejustitie te bepalen som, is zonder een nadere toelichting die Engel niet heeft gegeven te onbepaald en moet daarom worden afgewezen. Dit brengt mee dat ook de gevorderde vergoeding van buitengerechteljke incassokosten niet kan worden toegewezen. -
-
4.6. Hetgeen partijen overigens ter ondersteuning van hun vordering dan wet verweer hebben aangevoerd, behoeft geen nadere bespreking. 4.7. Engel zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. 4.8. De kosten aan de zijde griffierecht salaris advocaat Totaal €
van Koot worden begroot op: 1.519,00 4.000,00 (2,0 punten x tarief € 2.000,00) 5.519,00
4.9. De kosten aan de zijde griffierecht salaris advocaat Totaal €
van Bartels worden begroot op: 3.829,00 4.000,00 (2,0 punten x tarief € 2.000,00) 7.829,00
-
-
-
-
in reconventie:
4.10. Koot verwijt Engel kort gezegd dat zij naar de Telegraaf toe Koot een dierenbeul heeft genoemd en Koot ervan heeft beschcildigd ernstig letsel aan U2 toegebracht te hebben. Engel heeft als verweer aangevoerd dat er geen sprake is van een opzettelijke onjuiste mededeling, dat het niet gaat om verdachtmakerj, dat Engel zich niet onnodig grievend heeft uitgelaten en dat Engel niet verantwoordelijk is voor de inhoud van door media geplaatste artikelen. -
-
4.11. De rechtbank stelt allereerst vast dat Koot in het artikel van de Telegraaf niet wordt gekwalificeerd als dierenbecil. Het woord dierenbeul wordt in het artikel geheel niet gebruikt. Naar het oordeel van de rechtbank is het artikel in de Telegraaf niet meer dan een korte, zakelijke weergave van de zaak die in conventie speelt. Het artikel geeft het in conventie ingenomen standpunt van Engel weer. De naam van Koot wordt in het artikel slechts twee keer genoemd en wel in de volgende zinnen: “Ook worden Tineke Bartels-de Vries, deelneemster aan vier Olympische Spelen, en haar succesvolle
dochter Imke Schellekens-Bartels gedagvaard, samen met hun gerenommeerde dressuurstal,
C/01/277659/FIAZA 14-310 10juni 2015
.4cademy Bartels, en U2 ‘s berjdster Mischa Koot.” van amazone Koot en van de familie Bartels.”
7
en “Fotomodel Engel eist een schadevergoeding
Dit is feitelijke en juiste informatie. Het enkele feit dat Engel haar standptint en haar intentie om Koot in rechte te betrekken aan de Telegraaf kenbaar heeft gemaakt, maakt op zichzelf niet dat zij onrechtmatig jegens Koot heeft gehandeld. De omstandigheid dat ten tijde van de publicatie van het artikel de dagvaarding nog niet was uitgebracht, maakt dit niet anders. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat Koot de beweringen van Engel betwist. Andere omstandigheden ter onderbouwing van haar stelling dat Engel onrechtmatig heeft gehandeld, heeft Koot niet naar voren gebracht. 4.12. Van onrechtmatig handelen is derhalve geen sprake. De vorderingen van Koot moeten dan worden afgewezen en Koot zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Engel worden begroot in totaal op €2.131,50 voor salaris advocaat (1,5 punten x factor 1,0 x tarief€ 1.421,00). 5.
De beslissing
De rechtbank, in conventie: 5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Engel in de proceskosten: aan de zijde van Koot tot op heden begroot op € 5.519,00; aan de zijde van Bartels tot op heden begroot op € 7.829,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling; -
-
5.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie: 5.4.
wijst de vorderingen af
5.5. veroordeelt Koot in de proceskosten, aan de zijde van Engel tot op heden begroot op € 2. 13 1,50; 5.6. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op 10juni 2015.
C/0I/277659/HAZA 14-310 10juni 2015
w.g. de griffier Voor eerste grosse De griffier van de rechtbank Oost-Brabant.
$
w.g. de rechter