Ashlar – Vellum II
DomJur 2005-245
Rechtbank Arnhem Rolnummer: 119149 / HA ZA 04-1942 Datum: 28 september 2005 Vonnis in de zaak van de rechtspersoon naar vreemd recht ASHLAR INC., gevestigd te Austin, Texas, USA, eiseres, procureur mr. J.C.N.B. Kaal, advocaat mr. M.W. Rijsdijk te Amsterdam, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DISARO BENELUX B.V., gevestigd te Tiel, gedaagde, procureur mr. F.J. Boom, advocaat mr. H.L. Bakker te Breda. Partijen zullen hierna Ashlar en Disaro worden genoemd. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 19 januari 2005 - het proces-verbaal van comparitie van 10 maart 2005 - de akte van Disaro van 4 mei 2005 - de akte van Ashlar van 1 juni 2005. Ten slotte is vonnis bepaald. De feiten Ashlar ontwikkelt onder meer tekensoftware (Computer Aided Design - afgekort CAD). Zij brengt deze software onder diverse namen en merken op de markt, onder meer met in de naam het woord “Vellum”. Deze software van Ashlar wordt hierna aangeduid als de “Software”. Voor de verkoop van de Software in de Benelux heeft Ashlar op 5 mei 1995 een distributieovereenkomst gesloten met Disaro, voorheen genaamd Vellum Benelux (de “distributieovereenkomst”). De distributieovereenkomst wordt beheerst door het recht van de staat Californië en geschillen daaruit voortvloeiend worden bij uitsluiting beslecht door de gerechten van het Northern District of California. Ashlar heeft de distributieovereenkomst op 25 april 2001 met onmiddellijke ingang beëindigd. Disaro heeft zich tegen deze beëindiging niet verzet. Uit hoofde van de distributieovereenkomst was Disaro gerechtigd tot het daarin omschreven gebruik van merkrechten, logo’s en handelsnamen van Ashlar. De distributieovereenkomst bepaalde voorts (in artikel 7.5) dat bij beëindiging van de overeenkomst: Distributor shall cease using any Ashlar trademark, logo, trade name or trade designation and shall not engage in any activity which might imply or represent that it is an authorized Ashlar distributor. Bij brief van 6 november 2003 heeft Ashlar Disaro gesommeerd om inbreuk op merkrechten, handelsnaam, productnamen en slogans van Ashlar te staken en gestaakt te houden. Disaro heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven. Bij vonnis van 12 augustus 2004 (het “kg-vonnis”) heeft de voorzieningenrechter te Arnhem een aantal door Ashlar gevorderde voorzieningen in verband met inbreuk door Disaro op rechten van Ashlar toegewezen. Disaro heeft uitvoering gegeven aan het kg-vonnis. Partijen zijn tegen het kg-vonnis niet in beroep gegaan. In het kg-vonnis is de termijn in de zin van artikel 260 Rv bepaald op zes maanden.
Voorts is in het kg-vonnis het door Ashlar gevorderde voorschot op de door haar gestelde schade afgewezen met het argument dat deze vordering op geen enkele wijze was gespecificeerd en onderbouwd. Ashlar heeft ook elders geprocedeerd tegen partijen die naar haar oordeel inbreuk maakten op haar rechten, onder meer in de Verenigde Staten. In deze laatste procedure, waarin Disaro één van de gedaagden was, is tussen Ashlar en een aantal van gedaagden - maar niet met Disaro - een schikking getroffen. Het geschil Ashlar heeft een 19-tal vorderingen ingesteld voor de inhoud waarvan kortheidshalve wordt verwezen naar de dagvaarding, waarvan een kopie aan dit vonnis is gehecht. Ter comparitie heeft Ashlar ter toelichting op de door haar sub XV in de dagvaarding gevorderde schadevergoeding en de daarin sub XVIII gevorderde winstafdracht gesteld dat deze vorderingen niet cumulatief worden ingesteld doch dat het hoogste bedrag van de twee bedragen waarin elk van deze vorderingen zal blijken te resulteren, wordt gevorderd. Disaro voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. De beoordeling Bevoegdheid De rechtbank overweegt ambtshalve dat zij zich bevoegd acht kennis te nemen van de vorderingen van Ashlar nu de laatste daaraan (mede) ten grondslag legt dat Disaro inbreuk maakt op merkrechten, handelsnamen en auteursrechten van Ashlar en/of dat Disaro anderszins onrechtmatig handelt jegens Ashlar en de schadebrengende feiten zich hebben voorgedaan in Nederland. Daarbij komt dat Disaro de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet heeft betwist waaruit de rechtbank afleidt dat sprake is van een stilzwijgende forumkeuze. Gelet op deze stilzwijgende forumkeuze, acht de rechtbank zich tevens bevoegd kennis te nemen van het in de dagvaarding sub III gevorderde voor zover dit betrekking heeft op de vordering tot nakoming van verplichtingen uit hoofde van de distributie-overeenkomst. Weliswaar kent de distributieovereenkomst een forumkeuze doch de rechtbank gaat er vanuit dat daaraan geen betekenis meer toekomt nu partijen kennelijk - naderhand - er mee hebben ingestemd de tussen hen bestaande geschillen voor te leggen aan de Nederlandse rechter. Gelet op de samenhang tussen de diverse vorderingen, die alle gebaseerd zijn op hetzelfde feitencomplex, acht de rechtbank een dergelijke uitkomst ook wenselijk. Toepasselijk recht Ashlar legt aan haar vorderingen (mede) ten grondslag dat Disaro een onrechtmatige daad pleegt (heeft gepleegd). Deze vindt plaats (heeft plaatsgevonden) (mede) in Nederland. In gevolge het bepaalde in artikel 3 lid 1 Wet conflictenrecht onrechtmatige daad, is de rechtbank bevoegd de door Ashlar ingestelde vorderingen daarom te beoordelen naar Nederlands recht. Uit de proceshouding en de stellingname van partijen leidt de rechtbank af dat partijen er vanuit gaan dat de aan de rechtbank voorgelegde geschillen beoordeeld zullen worden naar Nederlands recht, daaronder begrepen de vordering tot nakoming van de distributieovereenkomst. Ontvankelijkheid Het meest verstrekkende verweer van Disaro is een beroep op de niet-ontvankelijkheid van Ashlar. Disaro baseert dit beroep op het feit dat in het kader van de in Amerika getroffen schikking, Ashlar finale kwijting heeft verleend in verband met aanspraken, die ook het voorwerp van de onderhavige procedure zijn, zodat Ashlar deze rechten niet (meer) geldend kan maken in deze procedure.
Ashlar heeft dit gemotiveerd betwist. Zij stelt dat de schikking uitsluitend getroffen is met twee met name genoemde gedaagden, dat de schikking geen gevolgen heeft voor de andere, oorspronkelijk gedaagde partijen en dat van een finale kwijting jegens Disaro geen sprake is. Zij onderbouwt haar standpunt met kopieën van de in de Amerikaanse procedures ingediende stukken en van de rechterlijke uitspraken die daarop zijn gevolgd, en met een opinie van haar Amerikaanse advocaat van 26 mei 2005 waarin de gang van zaken wordt toegelicht. Hoewel hier aan de orde is een uitleg van documenten naar vreemd recht waarbij de nodige omzichtigheid past, is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken niet blijkt zoals Disaro stelt - dat in het kader van de Amerikaanse procedure finale kwijting aan Disaro is gegeven. Zij wijst daartoe op het volgende. In de “Plaintiff Notice of Dismissal as to certain defendant parties” (productie 25 Ashlar) wordt vermeld: Plaintiff Ashlar Incorporated, files this notice of dismissal (...) solely as to [party X], Vellum Benelux B.V. and [party Y], as to each without prejudice to refiling. Uit de als productie 26 door Ashlar overgelegde “Order of dismissal (agreed)” blijkt dat de rechter deze Notice heeft gehonoreerd en dat de betreffende partijen niet langer betrokken zijn in de procedure. As to these other defendants, under a separate filing (filed concurrent herewith), Plaintiff has filed a Notice of Dismissal under federal Rule of Civil Procedure 41 (a)(I)(i), solely as to Defendants [party X], Vellum Benelux B.V. and [Party Y], as to each without prejudice to refiling. Accordingly, after dismissal of these other defendants under this Notice of Dismissal the only remaining parties to this suit are ... . Vervolgens beslist de rechter dan: It is ordered that this cause is dismissed as to Plaintiff, Ashlar Incorporated and Defendants CADSoft Solutions, Inc. and [betrokkene 1], with prejudice, as to all counterclaims, surcounterclaims and all other claims. Hieruit blijkt dat een schikking is getroffen met enkele van de gedaagden partijen, maar niet met Disaro. Voorts blijkt dat voorafgaand aan de vastlegging van deze schikking, de procedure tegen Disaro is ingetrokken. Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat Disaro aan de zinsnede “with prejudice” in de vastlegging van de schikking, op welk moment Disaro dus geen partij meer was in de procedure, enig recht kan ontlenen. Het beroep op nietontvankelijkheid is dus ongegrond. De vorderingen - algemeen De vorderingen van Ashlar in deze procedure zijn voor een belangrijk deel (wezenlijk) gelijkluidend aan de vorderingen die reeds in kort geding zijn behandeld en (voor een belangrijk deel) zijn toegewezen. Dat betekent echter niet dat Ashlar geen belang heeft bij het instellen van de vorderingen in deze procedure. Zonder het tijdig instellen van een bodemprocedure bestaat immers de mogelijkheid dat Disaro een verklaring indient als bedoeld in artikel 260 lid 1 Rv, in welk geval de bij het kg-vonnis getroffen voorzieningen hun kracht verliezen. Disaro heeft weliswaar gesteld dat zij berust in het kg-vonnis en niet voornemens is de aanduiding “Vellum” nog voor haar onderneming en producten te gebruiken (conclusie van antwoord punt 12), maar dat leidt nog niet tot de conclusie dat Disaro daarmee ondubbelzinnig van haar rechten uit hoofde van artikel 260 lid 1 Rv heeft afgezien. In dit licht is de rechtbank van oordeel dat niet gesteld kan worden dat Ashlar geen belang meer heeft bij de door haar gevraagde veroordelingen. Wel zal de rechtbank bij de beoordeling van de vorderingen een onderscheid maken tussen enerzijds de vorderingen die zien op een eenmalig handelen en waarvan niet ter discussie staat dat inmiddels daaraan uitvoering is gegeven en anderzijds de vorderingen waarin een verbod of gebod is gevraagd dat naar zijn aard niet eenmalig een handelen of nalaten vraagt maar één die in de tijd zijn betekenis houdt. De rechtbank is van oordeel dat Ashlar bij de vorderingen die vallen in de eerste categorie geen belang meer heeft. Niet in geschil is immers dat Disaro ingevolge het kg-vonnis aan deze eenmalige geboden uitvoering heeft gegeven en dat zij daarin heeft berust. Voorts is van belang dat voor zover het hetgeen in het kg-vonnis is toegewezen afwijkt van het gevorderde, daaraan geen betekenis (meer) toekomt.
Ashlar heeft ter comparitie immers verklaard dat zij zich kan vinden in de wijze waarop de voorzieningenrechter in het kg-vonnis vorm heeft gegeven aan het door Ashlar gevorderde (voor zover betrekking hebbend op de vorderingen I-X en met uitzondering van de vorderingen die betrekking hebben op de gestelde auteursrechtinbreuk op Software die hierna aan de orde komt). De vorderingen I-X (inbreuk) Het sub I t/m X gevorderde vormt een herhaling van hetgeen Ashlar ter zake in kort geding heeft gevorderd. Deze vorderingen zijn, zij het hier en daar in gewijzigde vorm, door de voorzieningenrechter toegewezen. De rechtbank zal, met in achtneming van hetgeen hiervoor is overwogen, aanknopen bij het dictum van het kg-vonnis. Ter aanvulling overweegt de rechtbank nog het volgende. Naast de mededeling dat zij in het kg-vonnis berust, heeft Disaro in deze procedure de door Ashlar gestelde merkinbreuk echter ook nog betwist, zij het summier en uitsluitend in de samenvatting van haar standpunt bij antwoord. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij opereerde als dochtermaatschappij van Vellum Software GmbH die op haar beurt via een internationale merkregistratie wél over een Benelux-merk beschikte, zodat zij er van mocht uitgaan dat de producten die zij via haar Duitse moeder kocht, geen merkinbreuk maakten. De rechtbank acht deze betwisting onvoldoende. Vooropgesteld zij dat goede trouw aan de zijde van Disaro geen rechtvaardiging oplevert voor de gestelde merkinbreuk. Daarbij komt dat Disaro ter comparitie heeft verklaard dat zij op de hoogte was van het feit dat gelijktijdig met de opzegging van de distributie-overeenkomst, ook de overeenkomst tussen Ashlar en de Duitse Vellum-vennootschap was opgezegd en dat er discussies waren over de afwikkeling van die overeenkomst. Onder deze omstandigheden is de stelling van Disaro dat zij ervan mocht uitgaan dat de producten van de Duitse moeder vennootschap geen merkinbreuk opleverden, zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet te begrijpen. In het kg-vonnis is geen uitspraak gedaan over de door Ashlar gestelde auteursrechtinbreuk op de Software. Disaro heeft, anders dan in haar algemene betwisting, op dit punt geen verweer gevoerd en ter comparitie heeft Disaro erkend dat zij software heeft verkocht onder de naam “Vellum Pro”. Ofschoon dit pakket niet afkomstig was van Ashlar, was het nagenoeg identiek aan de Software. In de woorden van de heer Sardaro van Disaro betrof het “in feite een andere maar veel betere versie van het Amerikaanse product” (van Ashlar). Dit product betrok Disaro van een Japans bedrijf dat in opdracht van Ashlar broncode voor de Software ontwikkelde. De heer Sardaro heeft voorts verklaard dat Disaro niet beschikte over een bevestiging dat zij gerechtigd was het betreffende product in de Benelux te verkopen. De rechtbank leidt daaruit af dat Vellum Pro een zodanige mate van overeenstemming vertoont met de Software dat sprake is van een ongeoorloofde verveelvoudiging van de Software. Niet betwist is dat op de Software auteursrechten rusten. De rechtbank stelt vast, onder meer op grond van de verklaring van de heer Sardaro, dat Disaro met de software die zij heeft verhandeld onder de naam “Vellum Pro” inbreuk heeft gemaakt op die auteurs-rechten. Het gevraagde verbod op inbreukmakende handelingen op Software ligt daarmee in beginsel voor toewijzing gereed. Ashlar heeft gesteld dat Disaro met het softwarepakket “Vellum Pro” inbreuk maakt op haar auteursrechten op de Software maar heeft verzuimd aan te geven ter zake van welke producten sprake is van inbreuk en of die inbreuk ook gemaakt is met andere producten dan de door Disaro genoemde producten van de Japanse leverancier die in opdracht van Ashlar broncode ontwikkelde voor de Software. De rechtbank zal het gevraagde verbod toewijzen met een beperking tot de Software en de door Disaro in gevolge dit vonnis te verstrekken informatie beperken tot de producten geleverd door genoemde Japanse leverancier. Andere inbreuken zijn immers niet gesteld of gebleken. In het licht van het bovenstaande zal de rechtbank het sub I-X gevorderde toewijzen zoals hierna aangegeven in het dictum. De rechtbank tekent hierbij het volgende aan:
- Het gevorderde sub III zal worden afgewezen omdat Ashlar daarbij geen belang heeft nu het gevorderde een herhaling bevat van hetgeen reeds elders wordt gevorderd; - Het gevorderde sub V, VI en IX zal in het licht van hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 4.10 worden afgewezen; - In het licht van het feit dat Disaro uitvoering heeft gegeven aan het kg-vonnis, ziet de rechtbank aanleiding de gevorderde dwangsom te matigen tot € 5.000,= voor iedere overtreding van hetgeen waartoe de rechtbank Disaro in verband met het sub I-X gevorderde veroordeelt en voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, en met een maximum van € 250.000,=; - In de formulering van het dictum zal tekstueel rekening worden gehouden met het feit dat inmiddels (voor een deel) uitvoering is gegeven aan het gevorderde. Het gevorderde sub XI-XII (verantwoording) In het kg-vonnis is bepaald dat de door Disaro te verstrekken accountantsverklaring betrekking moet hebben op de verkopen in Nederland terwijl Ashlar zoals zij haar vordering ter comparitie heeft toegelicht, deze informatie wenst te verkrijgen voor de verkopen in de gehele Benelux (het territorium waarvoor Disaro als distributeur optrad). Disaro heeft deze vordering niet gemotiveerd betwist, zodat deze voor toewijzing gereed ligt. In het licht van de hiervoor vastgestelde auteursrechtinbreuk op de Software, zal de accountantsverklaring tevens betrekking moeten hebben op de door Disaro verhandelde inbreukmakende producten, een en ander zoals hierna bepaald. Ashlar heeft gesteld dat zij, gelijk zij ook in de kort geding heeft aangevoerd, slechts genoegen wil nemen met een verklaring van een registeraccountant. De eerder door Disaro verstrekte verklaring is niet afgegeven door een registeraccountant, hetgeen op grond van het kg-vonnis ook niet hoefde. In het licht van het feit dat Disaro nu meer informatie dient te verstrekken dan ingevolge het kg-vonnis, zal de rechtbank de vordering van Ashlar ter zake toe wijzen zoals hierna bepaald. Ashlar heeft gesteld dat de aan te wijzen registeraccountant niet kan zijn een registeraccountant die in de afgelopen vijf jaren voor Disaro heeft gewerkt. Dat lijkt een onnodige beperking. De rechtbank acht voldoende waarborg voor onafhankelijkheid aanwezig indien de registeraccountant niet is de huidige registeraccountant van Disaro. De rechtbank ziet aanleiding de gevorderde dwangsom die Disaro zal verbeuren bij het voortduren van de overtreding van hetgeen waartoe Disaro op dit punt zal worden veroordeeld, te beperken tot € 10.000,00 per dag en te maximeren tot een bedrag van in totaal € 250.00,00. Het gevorderde sub XV-XVIII Ashlar stelt schade geleden te hebben als gevolg van de inbreukmakende handelingen van Disaro. Deze schade bestaat volgens Ashlar uit materiële schade, immateriële schade en schade wegens gemaakte buitengerechtelijk kosten. Nu vaststaat dat Disaro inbreuk heeft gepleegd op de rechten van Ashlar, is Disaro voor de als gevolg daarvan door Ashlar geleden materiele schade aansprakelijk. Uitzonderingen daargelaten, waarvan in dit geval geen sprake is, komt immateriële schade niet voor vergoeding in aanmerking bij inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van een rechtspersoon. Overigens kwalificeert hetgeen Ashlar aanvoert ter onderbouwing van de door haar gestelde immateriële schade (een waardevermindering van de auteurs- en merkrechten van Ashlar en afbreuk van de exclusiviteit van de software van Ashlar) als materiele schade. Deze schadeposten zullen bij de beoordeling van de materiële schade aan de orde kunnen komen. De door Ashlar geleden materiële schade laat zich in deze procedure niet begroten nu daarvoor eerst noodzakelijk is dat Disaro informatie verstrekt over de omzet die zij met de inbreukmakende handelingen heeft gegenereerd. Nu aannemelijk is dat Ashlar schade heeft geleden, zal de rechtbank partijen verwijzen naar de schadestaat procedure.
De rechtbank ziet wel aanleiding in deze procedure reeds een beslissing te geven over de gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Disaro heeft betwist dát Ashlar deze kosten heeft gemaakt en dat zij kosten heeft gemaakt tot het gestelde bedrag. De rechtbank acht voldoende aangetoond dat kosten zijn gemaakt die niet reeds geacht worden te zijn begrepen in de vergoeding ex artikel 237 Rv. Gelet op het feit dat de vorderingen van Ashlar grotendeels worden toegewezen, is er tevens aanleiding Disaro te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Nu niet gesteld of aannemelijk is gemaakt dat ten behoeve van Ashlar werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voorwerk II, zal de gevorderde vergoeding echter worden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief. De rechtbank zal daarbij uitgaan van tarief II (onbepaalde waarde). Disaro zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Ashlar worden begroot op: - dagvaarding € 83,78 - vast recht 241,00 - salaris procureur 1.130,00 (2,5 punten × tarief € 452,00) Totaal € 1.454,78 De beslissing De rechtbank veroordeelt Disaro om gestaakt te (doen) houden ieder gebruik van de aanduiding “Vellum” en van het door Ashlar gebruikte bakstenen logo voor of met betrekking tot haar onderneming en/of de waren en/of diensten betrekking hebbend op de waren en/of diensten waarvoor Ashlar “Vellum” en het bakstenen logo heeft geregistreerd; veroordeelt Disaro om te staken en gestaakt te (doen) houden iedere inbreuk met het software pakket Vellum Pro of anderszins, op auteursrechten van Ashlar op de Software, meer in het bijzonder door het openbaar maken en/of verveelvoudigen en/of verhandelen van het pakket “Vellum Pro”; veroordeelt Disaro om gestaakt te (doen) houden het gebruik van de slogan “Design Software that Thinks” voor of met betrekking tot de waren en/of diensten waarvoor Ashlar de slogans “Software that Works the Way You Think”en “Design and Drafting Software that Thinks” gebruikt; veroordeelt Disaro gestaakt te (doen) houden het gebruik van de domeinnaam www.vellum.nl en verbiedt Disaro een domeinnaam te registreren die het woord “Vellum” bevat; verbiedt Disaro een handelsnaam te registreren die het woord “Vellum” bevat; veroordeelt Disaro om na betekening van dit vonnis aan Ashlar te betalen een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere overtreding van hetgeen waartoe zij hiervoor in 5.1 tot en met 5.5 wordt veroordeeld en van € 5.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, met een maximum van in totaal € 250.000,00; veroordeelt Disaro om binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis aan Van de Steenhoven Advocaten (t.a.v. mr M.W. Rijsdijk) Herengracht 582-584, (1017 CJ) Amsterdam, onder overlegging van kopieën van offertes of facturen en/of bankafschriften en/of andere relevante documenten of bescheiden een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte, opgave te verstrekken van: a. het aantal in de Benelux door Disaro of door haar bemiddeling verkochte producten waarop het woord “Vellum” en/of het bakstenenlogo en/of de slogan “Design Software that Thinks” voorkomt; b. het aantal door Disaro of door haar bemiddeling verkochte producten afkomstig van de Japanse leverancier gebaseerd op de broncode van de Software; c. de huidige voorraad producten waarbij sprake is van het sub a of b genoemde;
d. de internetadressen en/of ander publicatiemateriaal en/of andere middelen waarmee Disaro sub a en b bedoelde producten heeft aangeboden; e. de namen, adressen en/of ander publicatiemateriaal en/of andere middelen waarmee Disaro de hiervoor sub a en b bedoelde producten hebben gekocht; f. de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, web- en emailadressen van de fabrikanten(en) en of de leveranciers van wie Disaro de hiervoor sub a en b bedoelde producten heeft betrokken en dezelfde gegevens van de (tussen)pers(o)on(en) die Disaro heeft ingeschakeld voor de levering van deze producten; veroordeelt Disaro om na betekening van dit vonnis, aan Ashlar te betalen een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere overtreding van hetgeen waartoe zij in 5.7 wordt veroordeeld en van € 10.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, met een maximum van in totaal € 250.000,00; veroordeelt Disaro tot vergoeding van de schade geleden door Ashlar als gevolg van het produceren, in voorraad hebben en/of verhandelen van de producten die inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van Ashlar dan wel - indien deze hoger is - de daardoor door Disaro genoten netto winst, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; veroordeelt Disaro tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 904,00; veroordeelt Disaro in de kosten van de procedure, aan de zijde van Ashlar tot op heden begroot op € 1.454,78; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.C.J. van Bavel, mr. M.J. Blaisse en mr. T.E. Deurvorst, en uitgesproken in het openbaar op 28 september 2005. Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.