H. ADDENDUM STOPPEN MET ROKEN 2015-2016 BIJ DE OVEREENKOMST BASISHUISARTSENZORG 2015-2016 Partijen zoals genoemd in de overeenkomst basishuisartsenzorg 2015 – 2016 komen in aanvulling op de overeenkomst basishuisartsenzorg 2015 -2016 het volgende nader overeen: Definities Artikel 1 In aanvulling op de algemene inkoopvoorwaarden zorg 2015: l) Stoppen-met-Rokenprogramma: Zorg zoals huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen en klinisch psychologen die bieden en farmacotherapeutische interventies ter ondersteuning van gedragsverandering met als doel te stoppen met roken, zoals omschreven in de Beleidsregel BR/CU-7073 Stoppen-met-Rokenprogramma, zoals die nu luidt dan wel in de toekomst komt te luiden,hierna te noemen: de Beleidsregel; m) loondienstmedewerker: De persoon, die in loondienst van de zorgaanbieder werkzaam is op basis van een schriftelijke civielrechtelijke arbeidsovereenkomst, is geregistreerd in kwaliteitsregister Stoppen met Roken van het Partnership Stoppen met Roken en verzekerden van de zorgverzekeraar behandelt. Artikel 2 Onder zorgaanbieder wordt verstaan: - De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig de zorg verleent als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg, voor zover deze zorg aanbiedt zoals bedoeld in artikel 1 van de Beleidsregel BR/CU-7073, te weten een Stoppen-met-Rokenprogramma als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, en tevens - de overeenkomst basishuisartsenzorg 2015-2016 danwel de overeenkomst Basisgeneralistische GGZ 2015 met de zorgverzekeraar is aangegaan, en tevens - geregistreerd is in het ‘kwaliteitsregister Stoppen met Roken’ van het Partnership Stoppen met Roken. Zorgverlening Artikel 3 De overeenkomst tussen partijen heeft betrekking op zorg bij Stoppen-met-Rokenprogramma, zoals bedoeld in artikel 2.5b van het Besluit zorgverzekering, zoals deze thans luidt dan wel in de toekomst komt te luiden met inachtneming van de nadere regelgeving. Artikel 4 1. De zorg die de zorgaanbieder aan de verzekerde verleent bestaat uit begeleiding gericht op gedragsverandering. De zorg wordt face-to-face geleverd in overeenstemming met de omschrijving en kaders die worden gesteld in de Beleidsregel BR/CU-7073 en de Regeling NR/CU-713 alsmede de prestatiebeschrijvingsbeschikking TB/CU-7069-01, zoals deze thans luidt danwel in de toekomst zal komen te luiden. 2. Indien de zorgaanbieder een overeenkomst basishuisarstenzorg 2015-2016 met de zorgverzekeraar is aangegaan, geldt het volgende: Wanneer in het kader van het stoppen-met-rokenprogramma farmaceutische ondersteuning is vereist dan dient dit voorgeschreven te worden door een daartoe bevoegd (huis)arts. De farmacotherapeutische ondersteuning mag alleen verstrekt en vergoed worden als dit onderdeel uitmaakt van een Stoppen-met-Rokenprogramma, dat wil zeggen dat farmacotherapeutische ondersteuning alleen in combinatie met op gedragsgerichte begeleiding wordt geleverd. Het voorgeschreven recept dient altijd vergezeld te worden van het aanvraagformulier geneesmiddelen (www.menzis.nl). 3. Indien de zorgaanbieder een overeenkomst basisgeneralistische GGZ 2015 met de zorgverzekeraar is aangegaan, geldt het volgende: Indien de verzekerde aangeeft farmacotherapeutische ondersteuning nodig te hebben, verwijst de zorgaanbieder de verzekerde daartoe naar de huisarts van de verzekerde. De zorgaanbieder geeft geen adviezen over geneesmiddelen. De zorgaanbieder is tevens op generlei wijze verbonden aan, of ontvangt gelden van, een leverancier van nicotine vervangende middelen dan wel receptplichtige geneesmiddelen.
4. De zorg die de zorgaanbieder aan de verzekerde verleent moet voldoen aan de volgende richtlijnen: 1 1. CBO richtlijn Behandeling bij tabaksverslaving 2 2. Zorgmodule Stoppen met Roken Artikel 5 1. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor een goede voorlichting aan de verzekerde(n) over de inhoud en de kosten van het programma. Indien de verzekerde naar de huisarts wordt verwezen voor farmaceutische ondersteuning, geeft de zorgaanbieder duidelijk aan hoe deze kosten vergoed worden. Ook wordt er gewezen op het eigen risico en verwijst hierbij naar de zorgverzekeraar. 2. De zorgverzekeraar informeert de verzekerde hoe omgegaan wordt met het eigen risico en welke programma’s en middelen onder de verzekerde zorg vallen. Artikel 6 1. De zorgaanbieder overtuigt zich voor aanvang van de zorg ervan dat de verzekerde geen integraal bekostigde ketenzorg vanwege een chronische aandoening (DM2, CVR, COPD en/of astma) volgens de ‘beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg’, of medisch specialistische zorg gericht op Stoppen met Roken ontvangt. In het geval de verzekerde hiervoor bedoelde ketenzorg en/of medisch specialistische zorg ontvangt, dan kan de zorg als bedoeld in deze overeenkomst niet bij de zorgverzekeraar worden gedeclareerd. 2. De zorgaanbieder overtuigt zich voor aanvang van de zorg ervan dat de verzekerde niet eerder in het kalenderjaar al een Stoppen-met-Rokenprogramma bedoeld in het voorgaande lid of zorg als bedoeld in of vergelijkbaar met de zorg in deze overeenkomst heeft gevolgd (bij bijvoorbeeld de eigen huisarts). Indien de verzekerde eerder in het kalenderjaareen Stoppen-met-Rokenprogramma heeft gevolgd, kan de zorg als bedoeld in deze overeenkomst niet bij de zorgverzekeraar worden gedeclareerd. Artikel 7 De zorgaanbieder kan de zorg laten verlenen door de volgende loondienstmedewerkers: -naam en bigregistratienummer Tarief, declaratie- en betalingsverkeer Artikel 8 1. De zorgaanbieder kan voor verleende zorg het volgende tarief in rekening brengen: Gedragsmatige begeleiding declaratiecode 12850 € 68,95 2. Het Stoppen-met-Rokenprogramma wordt per verzekerde maximaal eenmaal per kalenderjaar vergoed. 3. Het Stoppen-met-Rokenprogramma kan niet worden gedeclareerd indien aan dezelfde verzekerde medisch specialistische zorg, of integraal bekostigde ketenzorg vanwege een chronische aandoening (DM2, VRM COPD en/of Astma), wordt verleend. 4. Declaratie vindt plaats nadat het Stoppen-met-Rokenprogramma is afgerond. 5. De zorgaanbieder registreert de (voorlopige) minimale data set Stoppen met Roken (bijlage 1) en de prestatie indicatoren (bijlage 2).
1
CBO Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg. (2009). CBO richtlijn behandeling van tabaksverslaving, Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO, 2009. Gebaseerd op: CBO richtlijn behandeling van tabaksverslaving. Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO, 2004. 2 Partnership Stop met Roken (2009). Zorgmodule Stoppen met Roken. Den Haag, december 2009.
Contractuele relatie Artikel 9 1. Deze overeenkomst geldt in aanvulling op: - De Overeenkomst basishuisartsenzorg 2015-2016 zoals tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar is overeengekomen; of - De Overeenkomst Basisgeneralistische GGZ 2015 zoals tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar is overeengekomen. 2. De contractuele relatie tussen partijen bestaat uit: - De overeenkomst basishuisartsenzorg 2015-2016 - Dit addendum; - Bijlage 10 bij “inkoop huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2015-2016”: Stoppen-metRoken 2015-2016. - Bijlage 1 minimale data set Stoppen met Roken - Bijlage 2 prestatie Indicatoren Stoppen met Roken zorg Artikel 10 1. Dit addendum eindigt van rechtswege zonder dat opzegging is vereist op 1 januari 2017. 2. Dit addendum eindigt van rechtswege zonder dat opzegging is vereist indien de aanspraak op c.q. de vergoeding van het Stoppen met rokenprogramma zoals omschreven bij of krachtens het bepaalde in de Zorgverzekeringswet komt te vervallen. Aldus overeengekomen te Wageningen, «ZV_SC_SIGNEDON».
De zorgverzekeraar
drs. F.H. (Ria) Stegehuis directeur Zorg
De zorgaanbieder
«ZV_SC_SIGNEDON» «CM_USER_LONGTITLE» «CM_USER_FULLNAME» Zorg vl code: «CM_USER_CARDNUMBER» Prak. Code: «CM_PRACTICE_REGISTRATIONNR» Contract code: «ZV_UNIQUE_CODE» Tekenbevoegde: «ZV_CSB_TITLE» «ZV_CSB_FULLNAME» Functie: «ZV_CSB_JOBPOSITION»
Bijlage 1. Minimale Data Set Stoppen met Roken*
Bijlage 2. Prestatie Indicatoren Stoppen met Roken zorg De indicatoren zijn gebaseerd op de voorlopige minimale dataset voor Stoppen met Roken.
Naam hoofdcontractant:
Periode Nr Indicator
../../20.. tot ../../20.. Type
Frequentie
%
Aantal deelnemers SMR programma afgelopen 12 maanden
S*
1-4 contactmomenten gedragsmatige ondersteuning > 4 contactmomenten gedragsmatige ondersteuning
P* P
% %
U*
% %
Gestopt na zorgtraject Gestopt na 12 maanden
*Structuurindicatoren *Procesindicatoren *Uitkomstindicatoren
Uitkomst
Aantal