Laparoscopische sterilisatie bij de vrouw Afdeling Verloskunde/Gynaecologie
Inleiding Deze brochure geeft informatie over sterilisatie van vrouwen. Verschillende aspecten komen aan bod. De gynaecoloog bespreekt met u de meeste onderwerpen die in deze brochure staan. Soms is het niet mogelijk in één polikliniekbezoek alles te bespreken. Deze brochure geeft u de mogelijkheid thuis de informatie nog eens door te lezen. Heeft u daarna nog vragen dan is het altijd mogelijk om dit nog met de gynaecoloog te bespreken voor de operatie.
Wat is een sterilisatie? Sterilisatie bij een vrouw is een definitieve vorm van anticonceptie waarbij operatief beide eileiders worden afgesloten. Dit gebeurt door middel van een kijkoperatie waarbij er “clips” op de eileider geplaatst worden. Hierdoor kunnen de zaadcellen de eicel uit de eierstok niet bereiken en bevruchten.
De beslissing tot een sterilisatie Het is verstandig de voor- en nadelen van een sterilisatie tegen elkaar af te wegen voordat u beslist om de ingreep te ondergaan. Zeer waarschijnlijk heeft u dit al gedaan voor het gesprek bij de gynaecoloog. Hierna bespreken wij een aantal punten die van belang kunnen zijn bij uw beslissing.
Jonge leeftijd Naarmate u jonger bent bij een sterilisatie, heeft u meer vruchtbare jaren voor u liggen waarin levensomstandigheden kunnen veranderen en waarin spijt mogelijk is. Uit onderzoek blijkt dat 20% van de vrouwen onder de dertig jaar later spijt heeft van de ingreep tegenover 6% van de vrouwen die bij de sterilisatie dertig jaar of ouder waren. Relatieproblemen In Nederland eindigt ongeveer 30% van de huwelijken in een echtscheiding. Als u ten tijde van de sterilisatie relatieproblemen heeft is de kans op scheiding groter. Mocht u een nieuwe relatie aangaan dan zou u kunnen overwegen om toch zwanger te worden samen met een nieuwe partner. Een sterilisatie tegelijk met een zwangerschapsafbreking Vrouwen die zich laten steriliseren tijdens een zwangerschapsafbreking (abortus provocatus) blijken vaker spijt te hebben van hun sterilisatie dan andere vrouwen. Een overhaaste beslissing of relatieproblemen spelen daarbij soms een rol.
Een sterilisatie tijdens een keizersnede of in het kraambed Vrouwen die tijdens een keizersnede of kort na de bevalling gesteriliseerd worden, hebben vaker spijt dan vrouwen die zich laten steriliseren nadat hun kind een jaar of ouder is.
Sterilisatie van man of vrouw Vaak speelt bij een beslissing tot een sterilisatie de vraag wie zich zal laten steriliseren (de vrouw of de man). Sterilisatie bij de man Een sterilisatie is bij een man minder belastend dan bij een vrouw. De ingreep bij de man gebeurt poliklinisch onder plaatselijke verdoving en de kans op complicaties is klein. Ook is de kans op zwangerschap kleiner dan na een sterilisatie bij een vrouw. Dit is ongeveer 1 op 2000. Daar staat tegenover dat mannen tot op veel hogere leeftijd kinderen kunnen krijgen, waarmee de kans op spijt ook groter is als zij ooit een nieuwe relatie aangaan. Bovendien zijn hersteloperaties om een sterilisatie ongedaan te maken bij mannen vaak minder succesvol dan bij vrouwen. Sterilisatie bij de vrouw Bij vrouwen biedt een sterilisatie ook geen 100 procent garantie dat zij nooit meer zwanger zullen worden. Deze
kans is afhankelijk van uw leeftijd: naarmate u jonger bent is de kans groter. Na de sterilisatie is de kans op zwangerschap 2-5 op de 1000 vrouwen. Vergelijken we een sterilisatie van de vrouw met een sterilisatie van de man en met pilgebruik (waarbij geen pillen worden vergeten) dan is een sterilisatie minder veilig en geeft ongeveer evenveel kans om zwanger te worden als tijdens het gebruik van een koperhoudend spiraaltje.
Hoe wordt de sterilisatie uitgevoerd? Sterilisatie in dagbehandeling Een sterilisatie gebeurt meestal in dagbehandeling onder algehele narcose via een kijkbuisoperatie (laparoscopie). De gynaecoloog maakt een sneetje van ongeveer 1 cm in de onderrand van de navel. Hierdoor wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat “kijkruimte” in de buik om de eileiders te zien. Daarna brengt de gynaecoloog via hetzelfde sneetje een kijkbuis in de buik. Een tweede sneetje wordt in de buurt van de bovengrens van het schaamhaar gemaakt. Hierdoor wordt een instrument ingebracht waarmee de gynaecoloog de sterilisatie uitvoert (zie figuur 1). In het Waterlandziekenhuis worden de eileiders door middel van clips (Filshiclips) afgesloten.
Figuur 1
Sterilisatie tijdens een buikoperatie De gynaecoloog kan ook een sterilisatie doen tijdens een buikoperatie zoals bij een keizersnede. Hierbij worden ook clips (Filshiclips) gebruikt waarbij de eileiders worden afgesloten.
Als blijkt dat de afgesproken methode niet mogelijk is Een laparoscopische sterilisatie lukt niet altijd. • Door overgewicht of eerdere buikoperatie kan het inbrengen van de naald of de kijkbuis lastig zijn. • Soms lukt het niet om de clips op de juiste manier te plaatsen. • Een enkele keer kan de gynaecoloog de eileiders niet zien door verklevingen. Dit komt vaker voor bij vrouwen die buikvliesontsteking, eileiderontsteking of eerdere buikoperatie(s)
hebben meegemaakt. In principe wordt de operatie dan gestopt en wordt er met u een afspraak gemaakt op de polikliniek met de gynaecoloog om over andere vormen van anticonceptie te spreken. • Het lukt niet om clips aan te brengen. Soms blijkt het technisch niet mogelijk om clips aan te brengen, omdat de eileiders te dik zijn of zouden doorscheuren. De gynaecoloog zou dan kunnen beslissen om een andere methode te gebruiken zoals het dichtbranden van de eileiders. • Een derde sneetje is noodzakelijk. Een enkele keer zijn de eileiders moeilijk vast te pakken met het instrument waarmee de sterilisatie wordt uitgevoerd. De gynaecoloog maakt dan een derde sneetje aan de zijkant van de buik. Een instrument dat hierdoor wordt ingebracht, helpt om de eileider beter te laten zien zodat de sterilisatie goed kan worden uitgevoerd. Als de laparoscopische sterilisatie niet lukt kan de sterilisatie ook via een grotere snede (bikinisnede) uitgevoerd worden. Dit moet dan wel van te voren met u behandelend gynaecoloog besproken zijn.
Welke gynaecoloog voert de sterilisatie uit? De gynaecoloog die u op de polikliniek spreekt doet zelf de sterilisatie. Een enkele keer kan om organisatorische redenen de sterilisatie gedaan worden door een andere gynaecoloog. Heeft u hier tegen bezwaar dan kunt u dit kenbaar maken aan onze opnameplanner.
De kans op complicaties Bij elke operatieve ingreep bestaat een kans op een complicatie. Complicaties van een sterilisatieoperatie zijn zeer zeldzaam en komen bij minder 1 op de 1000 vrouwen voor. Voorbeelden zijn beschadigingen van de darm of blaas, grote bloedingen of infectie. Dergelijke complicaties zijn goed te behandelen, maar vergen vaak een langere ziekenhuisopname dan gepland en een langduriger herstel. Ook kan men klachten krijgen van de algehele narcose.
De mogelijkheden tot herstel na een laparoscopische sterilisatie Na een laparoscopische sterilisatie kunnen de eileiders hersteld worden. Hiervoor is een grote operatie nodig die relatief zwaar is. De kans op zwangerschap na een dergelijke hersteloperatie is ongeveer 40-85 procent en hangt af
van de plaats waar de eileiders afgesloten zijn. In het Waterlandziekenhuis worden deze hersteloperatie niet gedaan. U zult in dat geval doorverwezen worden naar een ander ziekenhuis.
Zorgen dat u niet zwanger bent tijdens de operatie Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat u tijdens de sterilisatie niet zwanger bent. Vrouwen die de pil gebruiken kunnen het beste deze doorslikken tot aan de operatie en hierna de strip afmaken. Hiermee voorkomt u dat u voortijdig menstrueert. Heeft u een spiraaltje, dan wordt deze in principe na de operatie verwijderd. Hierdoor voorkomt u innesteling van een (mogelijk) bevruchte eicel met een zwangerschap tot gevolg. Bespreek met u gynaecoloog wat het beste tijdstip is om het spiraaltje te laten verwijderen. Ongesteld zijn tijdens de sterilisatie is geen probleem.
Voor de operatie Bijna altijd gebeurt een sterilisatie in dagbehandeling (afdeling A3). Dat betekent dat u op de dag van de opname wordt behandeld en dezelfde dag weer naar huis mag. Voor de operatie moet u gezien worden door de anesthesist. Hij gaat u vragen
stellen over u gezondheid naar aanleiding van de gezondheidsvragenlijst die u heeft ingevuld. Bij iedere operatieve ingreep moet er van te voren een bloedonderzoek gedaan worden, hiervoor krijgt u formulieren om bloed te laten prikken bij het laboratorium.
De dag van de ingreep Wordt u ’s morgens vroeg verwacht op de afdeling dan moet u nuchter zijn, dat wil zeggen: na 12 uur middernacht mag u niets meer eten en drinken. Wordt u rond 12 uur verwacht op de afdeling dan mag u nog een klein ontbijt (kopje thee/koffie met een beschuitje) voor 8 uur gebruiken.
Na de sterilisatie Na een laparoscopische sterilisatie kunt u hevige buikpijn krijgen, hiervoor krijgt u pijnstilling. Deze pijn vermindert meestal na een paar uur en verdwijnt aan het eind van de dag, bij sommige vrouwen houdt de buikpijn de eerste dagen na de sterilisatie aan. U mag hiervoor pijnstillers gebruiken.
greep wat bloed uit de schede verliezen. De wondjes in uw buik zijn gehecht met zelfoplossende hechtingen. Het kan tot ruim 6 weken duren voordat de eventuele uiteinde van de draadjes die u nog ziet verdwenen zijn. Mocht u klachten van de hechtingen hebben dan kunt u vanaf 7 dagen na de ingreep de hechtdraadjes bij de huisarts laten verwijderen. Met de hechtingen kunt u gewoon onder de douche of in bad gaan.
Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis? Bij klachten zoals toenemende buikpijn, hevig bloedverlies en koorts moet u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. De polikliniek is bereikbaar tijdens kantooruren op het telefoonnummer: (0299) 457 660. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling A3 deze is bereikbaar op het telefoonnummer: (0299) 457 460
Tot slot Schouderpijn kan ook voorkomen na een sterilisatie dit door het opblazen van de buik, deze pijn verdwijnt meestal dezelfde dag. Soms kunt u enkele dagen na de in-
Een sterilisatie valt niet onder de basisverzekering. Als u hiervoor niet aanvullend verzekerd bent, dan komen de kosten van een sterilisatie voor eigen rekening. Sommige verzeke-
raars vergoeden, ook als u aanvullend verzekerd bent, slechts een deel van de kosten. Informeer zelf voordat u gesteriliseerd wordt bij uw ziektekostenverzekeraar of de sterilisatie in uw geval (deels) vergoed wordt. Sterilisatie is in principe een definitieve ingreep en u moet hem dus alleen laten uitvoeren als de kans dat u er spijt van krijgt klein is. Het is dus belangrijk dat u een beslissing tot een sterilisatie weloverwogen neemt. Twijfelt u na het gesprek met de gynaecoloog of na het lezen van de hier gegeven informatie of een sterilisatie voor u wel de juiste oplossing is, aarzel dan niet meer bedenktijd te nemen. Voor veel vrouwen is een sterilisatie een prima oplossing, maar voor sommige vrouwen is een andere methode om zwangerschap te voorkomen soms beter.
Colofon Dit is een publicatie voor patiënten van het Waterlandziekenhuis Informatie www.waterlandziekenhuis.nl e-mailadres:
[email protected] 10040 mei 2014