Kwartaalbericht Regio's ING Economisch Bureau
Grote regionale verschillen in groei werkloosheid 2012 ING Economisch Bureau verwacht in 2012 een verdere stijging van de werkloosheid in alle provincies. In de tweede helft van 2011 is een trend van een snel toenemend aantal werklozen ingezet, gelijktijdig met een krimpende economie. De regionale verschillen zijn groot. In Groningen zal de werkloosheid volgend jaar naar verwachting boven de 9% uitkomen. Ook Drenthe en Zuid-Holland hebben een bovengemiddeld hoge werkloosheid. Zeeland is een buitenbeentje, met ruim 4% werkloosheid, fors onder het geraamde landelijke gemiddelde van 6,3% voor 2012 (5,4% in 2011). Sinds het derde kwartaal loopt de werkloosheid snel op en de verwachting is dat ook volgend jaar het aantal werklozen verder zal toenemen. De werkloze beroepsbevolking had in oktober een omvang van 455.000, het hoogste aantal sinds begin 2006. Halverwege 2012 zal naar verwachting de teller op een half miljoen werklozen staan, een niveau dat voor het laatst bereikt werd in 1983/1984 en 1994/1995 (figuur 1).
land duizenden banen verloren gaan. Ook al zal een groot deel via natuurlijk verloop plaatsvinden, aan gedwongen ontslagen valt niet te ontkomen. Hoewel de industrie en de financiële dienstverlening het vaakst genoemd zijn bij reorganisatieplannen, zijn er slechts weinig sectoren die ontkomen aan banenverlies. Zo kampt de detailhandel met de opmars van webwinkels en het aanhoudende koopkrachtverlies bij consumenten. Rijk, provincies, gemeenten en semi-overheid voelen in 2012 serieus de in het Regeerakkoord van ruim een jaar geleden genoemde sanering van het ambtenarenapparaat. Eigenlijk lijkt alleen de zorg de dans te ontspringen: handjes aan het bed blijven gevraagd. Omdat het banenverlies door bijna alle sectoren heenloopt, krijgen ook alle regio’s te maken met oplopende werkloosheid in 2012. De verschillen zijn echter groot.
Figuur 2 Verwachte werkloosheidspercentage in 2012 per provincie. Nederland: 6,3%.
Figuur 1 Ontwikkeling werkloze beroepsbevolking (x 1.000), 1970-2012 600
500
400
300
200
100
0 1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Bron: ramingen ING Economisch Bureau
Alleen al in de afgelopen maand kondigden bedrijven als Philips, AkzoNobel, DSM, TomTom, ING en NationaleNederlanden forse reorganisaties aan, waardoor in Neder-
Bron: ramingen ING Economisch Bureau
Hoogste werkloosheid in provincie Groningen In 2012 zal de gemiddelde werkloosheid in de provincie Groningen naar verwachting stijgen van 7,7% naar 9,2%, het hoogste percentage in Nederland. Sinds het laatste kwartaal van 2010 neemt Groningen deze weinig te benijden positie weer in. Afwisselend Flevoland, Drenthe en Friesland namen in de vier kwartalen daarvoor deze positie in, maar blijken minder gevoelig voor de dubbele economische dip dan Groningen. In het derde kwartaal was de werkloosheid in deze provincie 8,1% versus 5,4% in Nederland. Het aantal berichten over faillissementen en saneringen in het werknemersbestand nam vanaf september snel toe. Zorgwekkend is dat het diverse industriële bedrijven betreft, zoals De Jonge Konstruktie en Winpac. Industriële bedrijven werden ook tijdens de vorige crisis het eerst getroffen, maar toen kon de schade relatief beperkt blijven. Nu is de situatie zorgelijker. Zelfs de Gasunie ontkomt niet aan een reorganisatie en banenverlies. Bovendien zal de Groningse arbeidsmarkt druk ondervinden vanuit de reductie van het aantal ambtenaren bij provincies en gemeenten. Het noorden van Nederland heeft vanouds een hogere werkloosheid dan geheel Nederland, maar goed nieuws voor de langere termijn is wel dat het verschil is in het afgelopen decennium kleiner geworden. Gunstige sectorstructuur dempt stijging Friese werkloosheid In Friesland is de werkloosheid doorgaans iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Ook in 2012 zal dit met een verwachte werkloosheid van 6,6% het geval zijn. Dit jaar komt de werkloosheid met 5,4% precies uit op het Nederlandse gemiddelde. De werkgelegenheidsverdeling per sector is goed gespreid en dus redelijk evenwichtig. Vooral de zorgsector is in deze provincie beter vertegenwoordigd dan gemiddeld in Nederland. De zorgvraag zal vanwege de vergrijzing de komende jaren blijven stijgen. Dit dempt de stijging van de werkloosheid enigszins. Vooral de relatief sterk in Friesland aanwezige industrie krijgt te kampen met banenverlies. In 2009 kon de vraaguitval nog deels worden opgevangen met de regeling voor de deeltijdWW. In 2012 kan dit instrument zoals het er nu naar uitziet niet worden ingezet. In Friesland is de arbeidsmarkt krapper dan in de provincie Groningen. Dit blijkt niet alleen uit de lagere werkloosheid (5,2% in derde kwartaal van 2011), maar ook uit het vrij vlotte herstel van de Friese arbeidsmarkt na het dieptepunt begin 2010. Drentse arbeidsmarkt gevoelig voor reorganisaties overheid Hoewel ook in Drenthe de arbeidsmarkt krapper is dan in de provincie Groningen, loopt in 2012 de werkloosheid snel op. De werkloosheid stijgt naar verwachting van 5,7% naar 7,2%. De reden hiervan is het grote aantal industriële bedrijven in Drenthe, die het eerst en sterkst getroffen worden in een economische recessie. Vooral in het zuidoostelijk deel van Drenthe is de werkloosheid daardoor al hoog. Drenthe heeft de meest overheidsgevoelige economie in
Noord-Nederland. Het aandeel van de overheid in de Drentse economie bedraagt 8,5%. Alleen ambtenarenprovincie bij uitstek Zuid-Holland scoort hoger. Op de overheidsgevoeligheidsindex staat Drenthe op de derde plaats. Drenthe telt 30 ambtenaren per 1000 inwoners. In Noord-Drenthe, waartoe provinciehoofdstad Assen behoort, zijn er 39 ambtenaren per 1000 inwoners. Dit aantal zal door bezuinigingen en reorganisaties flink dalen. Zo is de vestiging van de Belastingdienst in Assen al verplaatst naar Groningen en zijn de kantoren in Meppel en Hoogeveen gesloten. Drenthe lijkt bovendien slachtoffer te worden van het beleidsvoornemen van de minister van Binnenlandse Zaken om Rijksdiensten in twaalf Nederlandse steden te concentreren. Hierdoor zouden nog eens bijna 1.000 overheidsbanen verdwijnen. Pleister op de wonde is dat de banen bij Defensie in deze provincie op peil blijven. Ook in Drenthe voorkomt de aanhoudende groei van de zorgsector een nog sterkere toename van de werkloosheid. Henk van den Brink (020 5639506) Verslechtering economie doet werkloosheid Overijssel toenemen Dankzij de voortgaande groei van de industriële productie, de door het weer beïnvloede prestaties van de bouw in de eerste helft van dit jaar en de stabiele ontwikkeling van de zorg groeit de Overijsselse economie dit jaar naar verwachting met 2,1%. Mede door de terugval in de bouw en de industrie slaat in 2012 de economische groei om in een minimale krimp (-0,1%). Deze snelle verslechtering van het economisch klimaat blijft niet zonder gevolgen voor de arbeidsmarkt. Reorganisaties leiden immers veel vaker dan tijdens de vorige economische crisis tot ontslagen. In 2009 en 2010 werd, zeker in de metaalindustrie in Overijssel relatief veel gebruik gemaakt van de deeltijd WW. In 2010 bleef mede hierdoor de werkloosheid in Overijssel gedurende het jaar net onder de 6%, om uit te komen op gemiddeld 5,3%. Dit jaar loopt de werkloosheid al op naar gemiddeld 5,7%. Reorganisaties zoals die bij Groothuis Woningbouw, Thales en Scania leveren banenverlies op. De deeltijd-WW bestaat inmiddels niet meer. In het derde kwartaal nam het aantal faillissementen bovendien met een vijfde toe ten opzichte van dezelfde periode in 2010. De verslechtering van de arbeidsmarkt is voorlopig nog niet ten einde. In 2012 staat naar verwachting 6,7% van de Overijsselse beroepsbevolking als werkloos geregistreerd. Gelderse werkloosheid stijgt maar blijft onder Nederlands gemiddelde Een naar verhouding behoorlijke economische groei in Gelderland dit jaar van 1,7% voorkomt niet dat de werkloosheid aan het toenemen is. Na de lichte stijging van de werkloosheid in 2010 naar 4,8% waren er deze zomer nog maar 37.000 werklozen (4% van de beroepsbevolking). Intussen is de economie ook in Gelderland naar een lagere versnelling geschakeld. Voor heel 2011 komt de werkloosheid weliswaar gemiddeld uit op 5% (tegen 5,4% landelijk), maar de gevolgen van de lichte economische krimp (-0,1%) volgend jaar laten zich wel degelijk op de arbeidsmarkt voelen. Bedrijven
Figuur 3 Verwachte omvang werkloze beroepsbevolking in 2012 per provincie
in 2012. Utrecht behoort met een geraamde werkloosheid van 4,7% dit jaar weliswaar tot de provincies met het laagste aandeel werklozen, maar het aantal werklozen neemt de laatste maanden snel toe (4.000 in het derde kwartaal). Schoolverlaters die hun studieperiode verlengd hebben tijdens de vorige crisis komen nu ook op de arbeidsmarkt. Sinds september neemt het aandeel Utrechtse jongeren (tussen 16 en 27 jaar) dat als niet werkend staat ingeschreven toe. In het bedrijfsleven leiden reorganisaties vaker en tot meer ontslagen dan tijdens de vorige recessie. De reorganisaties in de financiële sector lijken nog niet ten einde. Dit zal zowel in de stad als de provincie Utrecht, waar veel banken en verzekeraars gevestigd zijn, tot banenverlies leiden. Daarnaast beperkt de overheid in alle geledingen het aantal arbeidsplaatsen. Hiervoor is Utrecht met de vele overheidsgerelateerde instellingen en 36 op de 1.000 Utrechters in overheidsdienst extra gevoelig. Volgend jaar zal de werkloosheid naar verwachting dan ook oplopen tot 5,4%. Ferdinand Nijboer (020 6523450)
Bron: ramingen ING Economisch Bureau
krijgen het steeds lastiger. Het aantal faillissementen loopt de laatste maanden op, net als het aantal reorganisaties. Nu regelingen als de deeltijd-WW, waarvan Gelderlanders, na de Brabanders, het meeste gebruik maakten, niet meer bestaan leiden reorganisaties sneller tot ontslag. Zo ontslaat bouwbedrijf Goldewijk in Doetinchem 75 mensen en sluit Meubelproductie Varsseveld (vroeger Lundia) haar deuren in Nederland. Ook bij de overheid, zoals bij gemeenten en de provincie (waarbij ook gesubsidieerde banen geschrapt worden), maar ook op de kazernes en bij UWV en de belastingdienst verdwijnen banen. In 2012 blijft de werkloosheid onder het Nederlandse gemiddelde, maar stijgt wel naar 5,9%. De arbeidsmarkt van de stadsregio Arnhem/Nijmegen ondervindt nog enig tegenwicht van de relatief omvangrijke zorgsector, die door de vergrijzing de komende jaren zal blijven groeien. De Achterhoek heeft met veel bouwbedrijven en een economische krimp (-0,5%) in 2012 een kwetsbare arbeidsmarkt. Door vergrijzing krimpt de beroepsbevolking in de Achterhoek, hetgeen de werkloosheid enigszins drukt. Omslag op Utrechtse arbeidsmarkt Het herstel dat de Utrechtse economie dit jaar laat zien (+1,7%) krijgt volgend jaar waarschijnlijk geen vervolg. De verwachte krimp in de zakelijke dienstverlening raakt de provincie, waardoor de economische groei terugvalt tot 0,3%
Toetreders stellen arbeidsmarkt Flevoland op de proef De bevolkingsgroei houdt Flevoland volgend jaar economisch in vergelijking met andere delen van het land nog enigszins overeind (0,7% economische groei). Toch zal dit voor de arbeidsmarkt onvoldoende zijn. Met twee relatief goede jaren achter de rug daalt de werkloosheid in 2011 naar verwachting nog naar 6,1% (rond het langjarig gemiddelde), maar daarmee is het keerpunt ook voor Flevoland voorlopig bereikt. Waar de landelijke (potentiële) beroepsbevolking in 2012 met 0,2% krimpt, stijgt deze werkzame groep in Flevoland nog met 0,7%. Dit vloeit niet zozeer voort uit een lagere uitstroom van ouderen, maar is vooral het gevolg van een hogere toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt. Dit zet de arbeidsmarkt onder druk. De provincie heeft daarbij last van de kentering op de arbeidsmarkt in Amsterdam en Utrecht, wat populaire werksteden zijn voor Flevolanders. Mede hierdoor zal de werkloosheid volgend jaar naar verwachting oplopen tot 6,6%. Dit valt naar verhouding overigens nog mee. Het arbeidsaanbod in Flevoland leunt in hoge mate op de zakelijke dienstverlening, waar de werkgelegenheid onder druk staat. Positief wat dit betreft is dat de ICTdienstverlening een steeds sterkere basis heeft in de provincie en met name de kernregio Almere in staat is gebleken veel nieuwe en startende bedrijven aan te trekken, die vele banen genereren. Ook de zorgsector is een bron van nieuwe werkgelegenheid. Op lange termijn blijkt de provincie daarmee steeds beter in staat om de disbalans tussen wonen en werken te keren. Veerkrachtige Noord-Hollandse arbeidsmarkt onder druk De Noord-Hollandse economie presteert structureel licht bovengemiddeld. Dit geldt ook voor de arbeidsmarkt. In het derde kwartaal bedroeg de Noord-Hollandse werkloosheid 5,1%, wat minder is dan landelijk (5,4%). Dit is ondermeer te danken aan een lage werkloosheid in Kennemerland en West-Friesland, waar grofweg 30% van de beroepsbevolking
woont. Toch ontkomt ook Noord-Holland niet aan een terugslag. Dit komt vooral doordat de Amsterdamse banenmotor begint te haperen. Groot-Amsterdam is immers goed voor maar liefst 60% van de Noord-Hollandse banen. Waar veel dienstverlenende bedrijven personeel met het oog op de verwachte toekomstige tekorten langer vasthielden (‘labour hoarding’) is de rek er hier nu grotendeels uit. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de reorganisatieplannen in de grote financiële sector, maar ook bij een ICT-bedrijf als TomTom en op het hoofdkantoor van Philips. Daar komt bij dat grote aantallen studenten zich na verlenging van hun studieperiode alsnog melden op de arbeidsmarkt. Los van Amsterdam is de uitstroom uit de beroepsbevolking (>65 jaar) in elke andere Noord-Hollandse regio groter dan de instroom. Dit kleinere arbeidsaanbod biedt vooral in de Noordkop, waar de inkrimpende overheid relatief veel banen kost, compensatie. Wij gaan er vanuit dat de Noord-Hollandse werkloosheid van 5,2% dit jaar, volgend jaar zal oplopen tot 5,7%. Hiermee steekt de provincie landelijk gezien nog altijd gunstig af. De hoofdstad presteert daarbij met de huidige 6,2% werkloosheid aanzienlijk beter dan Rotterdam (8,8%) en Den Haag (7,7%). Desondanks zijn hier de ruim 30.000 zzp’ers, die een bufferfunctie vervullen, een kwetsbare groep. Grote steden stuwen werkloosheid in Zuid-Holland De grootste regionale arbeidsmarkt van Nederland heeft het moeilijk. De werkloosheid in Zuid-Holland is de afgelopen twee jaar sterker gestegen dan in andere provincies en komt dit jaar naar verwachting op 6,1% uit. Opvallend is dat de werkloosheid begin 2011 in een vroeg stadium alweer begon te stijgen. De arbeidsmarkt heeft daarmee onvoldoende kunnen profiteren van de exportgedreven economische opleving in 2010 en de eerste helft van 2011. Dit is teleurstellend aangezien de provincie met ondermeer het Rotterdamse havencluster en de Greenports in het Westland wel veel internationale bedrijvigheid kent. De stedelijke zwaartepunten Rotterdam en Den Haag zijn beeldbepalend voor de provinciale arbeidsmarkt. In beide steden is de arbeidsmarkt kwetsbaar. Zo liep de werkloosheid in de Maasstad gemiddeld over de eerste drie kwartalen van 2011 op tot ruim 9% en zal het een uitdaging worden om de werkloosheid in 2012 onder de 10% te houden. Hier komt de verslechterde arbeidsmarkt in Den Haag dit jaar bij. De inkrimping van de overheid en het openbaar bestuur trekt een zware wissel op de Haagse arbeidsmarkt. Ook volgend jaar zal dit nog doorgaan. Al met al wordt verkleining van de ‘mismatch’ belangrijker wordt dan ooit tevoren. Vacatures zijn er immers nog steeds. Buiten de grote steden kent Zuid-Holland ook lichtpunten. Zo presteert het noordelijk gedeelte van de provincie aanzienlijk beter. Dit geldt vooral voor de regio’s Holland-Rijnland (Leiden en Alphen aan den Rijn) en Midden-Holland (Gouda en Bodegraven), waar de werkloosheid nog altijd laag is en de beroepsbevolking krimpt. Per saldo is de verwachting niettemin dat de werkloosheid in Zuid-Holland volgend jaar naar 7,0% zal oplopen. Rico Luman (020 5639893)
Laagste werkloosheid van Nederland in Zeeland Zeeland heeft een structureel lagere werkloosheid dan de rest van Nederland. Met een verwachte werkloosheid van 3,6% in 2011 scoort de provincie ruim onder het Nederlandse gemiddelde. Ook in 2012 zal het aandeel werklozen in Zeeland naar verwachting relatief laag blijven (4,3%). De verwachte regionale economische krimp van 0,4% zal leiden tot banenverlies, onder meer in de sterk vertegenwoordigde chemische industrie. In Zeeland bestaan er verschillen tussen de regio’s. Zo ligt de werkloosheid in de rest van Zeeland gemiddeld lager dan in Zeeuws-Vlaanderen. Deze regionale verschillen zullen toenemen. Dit komt doordat in 2011 en 2012 de werkgelegenheid in de industrie naar verwachting zal afnemen, terwijl het in consumptieve sectoren als de horeca en de detailhandel waarschijnlijk op peil kan blijven. Doordat er in ZeeuwsVlaanderen veel industrie aanwezig is, zal het aantal banen in deze regio slinken. Aangezien er veel werkgelegenheid bestaat in de horeca en detailhandel in de rest van Zeeland kan de werkloosheid hier laag blijven. Evenals in de rest van Nederland is in Zeeland het aandeel 45 tot 65 jarigen toegenomen onder de werklozen. De achterblijvende arbeidsparticipatie van ouderen vormt door de verdere vergrijzing van de Zeeuwse bevolking een uitdaging voor de regio. Op de provincie Limburg na kent Zeeland immers nu al het hoogste aandeel 45-plussers. Met name in Zeeuws-Vlaanderen waar de bevolking voor meer dan de helft uit 45-plussers bestaat, zal dit een rol kunnen gaan spelen. Dit kan worden versterkt doordat de pensioengerechtigde leeftijd op termijn zal opschuiven.
Tabel 1 Regionale economische groei 2009-2012 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland
2009 -4,7% -3,1% -3,7% -4,4% -3,8% -3,9% -3,2% -3,7% -3,2% -2,7% -5,2% -4,4% -3,9%
2010 2,7% 0,8% 1,1% 1,2% 2,2% 2,0% 0,9% 2,3% 1,1% 2,2% 1,9% 1,7% 1,7%
2011* -2,8% 1,1% 1,0% 2,1% 2,4% 1,7% 1,7% 1,9% 1,7% 1,0% 2,0% 1,2% 1,4%
2012* -0,2% -0,3% -0,3% -0,1% 0,7% -0,1% 0,3% 0,3% 0,1% -0,4% -0,1% -0,5% 0,0%
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Aandeel 45-pluswerklozen hoog in Noord-Brabant Ook de Brabantse economie zal na twee jaar van bovengemiddelde groei (2% in zowel 2010 als 2011) een stapje terug moeten doen. Voor 2012 wordt een krimp van 0,1% verwacht. Met 4,9% ligt de gemiddelde Brabantse werkloosheid voor Nederlandse maatstaven op een laag niveau. Ondanks dat - mede als gevolg van de exportstagnatie – de werkloosheid in 2012 naar verwachting oploopt tot 5,7% zal dit ook
komend jaar het geval zijn. De werkloosheid ligt in de verschillende Brabantse regio’s op een soortgelijk niveau. Alleen in Zuidoost-Brabant ligt het iets hoger. Dit komt onder andere doordat er veel 45 tot 65 jarigen in het gebied wonen. Daarnaast kunnen de ontwikkelingen in de machine- en transportmiddelenindustrie van de afgelopen jaren een verklaring bieden. Onder de mensen die langdurig thuiszitten moeten immers veel productiemedewerkers gerekend worden. Het aantal banen in de industrie staat onder druk, waardoor de werkloosheid in vooral het industrierijke Eindhoven en omgeving zal toenemen. Vergeleken met de jongere bevolking, bestaat er onder ouderen minder dynamiek in de in- en uitstroom op de arbeidsmarkt. Het verklaart waarom de werkloosheid binnen deze leeftijdscategorie hoger is. In heel Noord-Brabant ligt het aandeel 45-plus werklozen boven het Nederlands gemiddelde. Een variant voor 45-plussers van het overigens succesvolle ‘Actieplan Jeugdwerkloosheid’ is dan ook welkom in de regio. Het aantrekken en opleiden van voldoende capabel personeel en management vormt op langere termijn een belangrijke uitdaging voor de industriesector in de provincie. De industrie is samen met het onderwijs één van de meest ‘vergrijsde’ sectoren en krijgt hierdoor te maken met een forse vervangingsvraag. Door innovatiegedreven groei zal de vraag naar hoger opgeleiden sterker toenemen dan de vraag naar lager opgeleiden. Niet alleen R&D, ook de mechanisering van de productie vereist personeel dat, naast de beschikking over vakkennis, voldoende gekwalificeerd is om met steeds complexere robots en andere machines te werken.
Relatief lage werkloosheid in Noord-Limburg De Limburgse werkloosheid daalt in 2011 van 6,1% naar een verwachte 5,2% en scoort daarmee beter dan Nederland als geheel. Voor 2012 wordt een werkloosheid van 6,6% verwacht in de regio, waarmee de Limburgse werkloosheid weer boven het nationale gemiddelde uitkomt. Dit strookt met het beeld van de afgelopen jaren, waarin de Limburgse werkloosheid structureel hoger lag dan in de rest van Nederland. Dit kan vooral verklaard worden door de hogere gemiddelde leeftijd en het lagere opleidingsniveau in Limburg. Door de forse omvang van de industriesector zal de werkgelegenheid vooral onder druk komen te staan in Midden- en Zuid-Limburg en minder in Noord-Limburg. De reeds bestaande werkloosheidverschillen tussen de verschillende Limburgse regio’s kunnen hierdoor toenemen. Zo ligt momenteel in het Noord-Limburgse Venray en Venlo de werkloosheid aanzienlijk lager dan in Heerlen, Kerkrade en Maastricht. Er bestaat een grote behoefte aan kenniswerkers in Limburg. Er is op de Limburgse arbeidsmarkt echter onvoldoende aanbod van hoogopgeleiden. Na Drenthe kent de provincie het laagste aandeel HBO’ers en universitair geschoolden. Hierdoor is chemieconcern DSM genoodzaakt talent buiten de regio aan te trekken. Aangezien het opleidingsniveau de arbeidsparticipatie verhoogt, zou het voor zowel werkgevers als werknemers wenselijk zijn wanneer de scholingsgraad van de regionale bevolking wordt verhoogd. Binnen Venlo wordt hier een poging toe gedaan door het aanbieden van academische opleidingen die aansluiten bij het sectorale profiel van de regio. Stef Bais (020 5647247)
Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met Henk van den Brink econoom 020 56 39 506
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/economischepublicaties
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.