Een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond 4 november 2011 - nummer 4 3
INHOUD Column Willem Vermandere
3
Grootouder-supporter
4
Uit elkaar
5
Annie M.G. Schmidt
6
Klein(kind)verhaal
7
Digitale televisie
8
foto: Lieve Blancquaert
Bij de moeder van Erwin Mortier werd zo’n acht jaar geleden Alzheimer vastgesteld. Ze was toen nog geen zestig. De ziekte zette de auteur aan tot een ’gestameld liedboek’ waarin de rauwe realiteit van de aftakeling beschreven wordt. Maar in deze ’Moedergetijden’ is er ook plaats voor liefde: tussen een man en een vrouw, tussen de ouder(s) en de kinderen, tussen schrijver Erwin en zijn partner Lieven. Met de juiste woorden van Mortier natuurlijk. (R.D.S.)
Mijn moeder, een ochtend lang zoekt ze naar een woord als sluitsteen om de bres te dichten. Een ochtend lang staat het gebeten gat van dat woord tussen ons te ontbreken. Het woord voor moeder heet vandaag erosie. Ze stamelt alluviaal: de seringen zijn er nog maar hoe heet dat als ze geen blaren hebben – kaal. Of er ijs komt op de vijver blijft dit jaar onzeker, of het sterk genoeg wordt om te – haar vingers schaatsen. Ze zegt dat het winters zijn en dat zijn het. uit ’Gestameld liedboek. Moedergetijden’, Erwin Mortier, De Bezige Bij, 17,90 euro.
Grootoudersontmoeting vrijdag 25 november 2011 Vijf jaar geleden kreeg de Grootoudersontmoeting een nieuwe verpakking en inhoud. De formule slaat aan en ook de editie 2011 heeft heel wat in petto.
Familiebanden
Dit jaar vormt de Grootoudersontmoeting een tweeluik. We focussen op onze familiebanden. Die zijn ongelooflijk krachtig en ze beïnvloeden je doen en laten meer dan je soms vermoedt. Onbewust draag je heel wat van de familiegeschiedenis met je mee. Hoe je omgaat met anderen, hoe je problemen aanpakt, wat je graag doet… het wordt mee bepaald door de familie. Annie Nuyts en Lieve Sels zijn beiden therapeut. Ze zijn niet enkel hulpverleners maar ook vaak gevraagde docenten. Ze laten dan hun vakjargon thuis en pakken in ’Familie duurt langer dan een mensenleven’ uit met een verhaal vol herkenbare en verrassende filmbeelden, muziek, poëzie en anekdotes. Interessant, vaak ook ludiek en ontroerend. Net als het leven zelf dus. Lees verder op pagina 2
Coördinatie: Ronny De Schuyter Werkten mee aan dit nummer: Ronny De Schuyter, Chris Dutry, Walter Leirman, Joke Linders, Svenja Vergauwen, Paul en Barbara Verstraete Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Tessa De Ceuninck ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij de Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02-507.89.45,
[email protected]
4 november 2011
2 2 / Aktief Aktief’Tussen
de generaties’ van Heleen Crul
”Zijn wij, de babyboomers, werkelijk een nieuwe generatie grootouders?”, vraagt Heleen Crul (66) zich af in haar boek ’Tussen de generaties’. Haar antwoord is een volmondig ’ja’: ”Onze ouders vervulden de grootouderrol soms al anders, maar het grootouderschap bleef klassieke kenmerken houden die bij een standaardlevensloop horen. Dat geldt niet voor ons. Wij beleefden op jonge leeftijd gezamenlijk een historisch scharniermoment: de opstand tegen het gezag en de daaruit voortvloeiende democratisering, de seksuele revolutie, de emancipatie van de vrouw.”
Vervolg pagina 1
Art Bécaud In deel twee geven we de micro aan een Bekende Vlaming, een echte. Iederéén kent Marijn Devalck. Fout. Niet iedereen ként hem. Hoezo? Da’s toch de acteur uit... Neen, in eerste instantie is hij een zanger. Bezeten van chanson, begenadigd met een warme, rijpe stem. Bedeeld met de juiste zangtiming. In Art Bécaud belijdt hij zijn veertigjarige voorliefde voor het werk van Gilbert Bécaud. En natuurlijk komt ook de fiere opa aan het woord…
Praktisch De Grootoudersontmoeting van vrijdag 25 november 2011 vindt plaats in het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (De Factorij), Huart Hamoirlaan 136, 1030 Brussel. Om 10 uur is er onthaal met koffie(koek). Het broodbuffet is voorzien om 13 uur. Deelname in de kosten 15 euro (inclusief maaltijd). Voor inschrijvingen kan je terecht bij
[email protected]. De inschrijving is definitief van zodra wij jouw betaling ontvangen hebben op rekeningnummer BE 94-43503065-5114 BIC: KREDBEBB Info: dienst SCW, tel. 02-507.89.44
R.D.S.
In ’Tussen de generaties’ spreekt een voormalige wetenschapsjournaliste (Elsevier), columniste (Margriet, Plus Magazine) én oma met heel wat persoonlijke ervaring. Het levert interessante inzichten en stellingen op. ”Het hele verhaal van groeien en groter worden dat ik al zo’n boeiend avontuur vond bij mijn eigen kinderen, krijgt bij Olivier (nvdr. haar eerste kleinkind) een aparte dimensie omdat twee van zijn vier overgrootmoeders, de moeder van mijn man, en mijn eigen moeder, nog leven. Drie generaties vrouwen die levend en wel deel uitmaken van de keten van voortplanting. We delen dezelfde ervaringen: we zijn zwanger geweest, hebben onze kinderen gedragen, vervolgens de pijn laten wegspoelen in vreugde toen we zagen wat het allemaal opleverde: iets van ons eigen vlees en bloed, en helemaal van ons afhankelijk. Die afhankelijkheid vergrootte óók de kwetsbaarheid in ons leven en dreef de maakbaarheid ervan naar de marge. In deze tijd geldt dat voor vrouwen meer dan ooit, omdat de zelfstandigheid en zelfontplooiing van meisjes van jongs af aan wordt gestimuleerd, het moederschap niet langer meer als de enige natuurlijke bestemming van de vrouw wordt gezien, en jonge vrouwen niet voorbereid zijn op de inspanningsverplichting en de emotionele betrokkenheid die een kind vergt. Inhoud en perspectief van hun leven veranderen ingrijpend, het is gedaan met hun vrijheid.” Heleen Crul beschrijft vanuit een historisch perspectief de verschillen in denken en doen tussen de generaties, het
Paul (tekst) en Barbara Verstraete (tekening)
(groot)ouderschap vroeger en nu, evenals de ontwikkeling en opvoeding van (klein) kinderen tot een jaar of tien. Dat is een flinke boterham – zeker geen fastfood –, maar de journaliste schrijft het allemaal vlotjes neer met een aangename deskundigheid waarbij ze discreet adviezen rondstrooit. In het boek vind je slechts één uitgesproken lijst ’suggesties’ met ’hoofdlijnen van gewenste grootouderlijke interventie’. Even aftoetsen?
1. Wees belangrijk voor kleinkinderen, geef ieder kleinkind apart het gevoel speciaal te zijn. 2. Zorg voor aandacht, geborgenheid en continuïteit in het leven van kleinkinderen. 3. Draag bij aan geluk dat heel gewoon is: voorlezen, spelletjes doen, fietstochtjes. 4. Maak duidelijk dat ze deel uitmaken van een persoonlijke geschiedenis, de familie, en van een collectieve geschiedenis, onze cultuur. 5. Geef spelenderwijs de grote verhalen, waarden en tradities daarvan door. 6. Bevorder het contact tussen de generaties, organiseer familiefeesten en uitstapjes. 7. Eer hun moeders en hun vaders, laat ze in hun waarde. Wees beschikbaar als ze je echt nodig hebben.
Permanente opfriscursus Over het unieke van kleinkinderen zegt Heleen Crul: ”Zoals de meeste grootouders ervaren mijn man en ik onze kleinkinderen als een permanente opfriscursus, met de gretigheid, de vrolijkheid en de energieke, onvoorwaardelijke manier waarop ze de wereld om zich heen veroveren. Ooit hebben wij ook gehuppeld en gerend, waren we altijd in beweging, hadden we een onverzadigbare nieuwsgierigheid, die ons voortdurend deed vragen: ”Waarom?” Kleinkinderen houden je met hun scherpe observaties en eigen logica voortdurend een spiegel voor, waardoor je de wereld, de vanzelfsprekendheid van allerlei zaken en ook jezelf, anders ziet. Dat is een verrijking in een fase waarin de verleiding om vast te stellen dat alles is zoals het is, groter wordt en de verbazing kleiner. Ze zijn bovendien een grote troost bij het aangescherpte gevoel van sterfelijkheid dat na je zestigste ontstaat. Investeringen in kleinkinderen die tot mooie, onvergetelijke herinneringen bij hen leiden, zijn de meest duurzame investeringen die we in deze fase kunnen doen. Kleinkinderen zijn onze vuurpijlen naar de eeuwigheid.”
Ronny De Schuyter ’Tussen de generaties’ (Atlas, 2009, 350 blz., 19,90 euro)
4 november 2011
Aktief / 3 Aktief
Column
Willem Vermandere
Allerzielen W
aarover ik moet schrijven… geen idee! Ik spring uit een vliegtuig en ik weet niet of ik wel een parachute aan heb. We zullen wel zien waar we landen. Dat is de klassieke vraag als mensen naar mijn beelden komen kijken… ”Willem, weet ge op voorhand wat ge gaat maken?” Natuurlijk niet! Het groeit terwijl ge bezig zijt. Dat is absoluut ook het geval met een lied. Het ene rijm brengt u naar het andere en bij ’t laatste couplet valt het op zijn pootjes. Ik werk nooit met een scenario. Met een beeld of tekening is dat ook zo. Naarmate de vorm vordert groeit daar een inhoud. In de liefde is dat niet anders. Daar is eerst de passie, de verstrengeling en vermenging van de zielen en de lijven, dan is daar die zwangerschap en uiteindelijk wordt negen maanden later dat kind geboren. Dan pas geeft ge het kind een naam. Ge vraagt toch ook niet aan een pas getrouwd stel… ”Weet ge al op voorhand hoe uw kind er zal uitzien?” Nee toch! Ziezo, mijn herderlijke herfstbrief is gestart, of zeg ik: ”Mijn Allerheiligen-epistel”? Ik hoor nog liever ”Allerzielen”. Wat moeten we aanvangen met al die oude heiligen van de scheurkalender. Zit er daar wel één getrouwde mens tussen? Allemaal paters en nonnen, al die celibataire kerkvaders en maagdelijke martelaressen, al die miraculeuze onderdompelingen in de kokende olie, waar ze zingend en fluitend ongedeerd weer uitkropen, om dan uiteindelijk met het zwaard omgebracht te worden.
foto: Jan Verhaeghe
Geef mij maar Allerzielen. We mogen ons toch één keer in ’t jaar verbonden voelen met de miljarden anonieme mensen uit het verleden, waar niemand nog aan denkt. Waar zijn ze allemaal naartoe? Overleeft onze ziel wel degelijk het sterven van ons lichaam? Onze vroede voorouders twijfelden daar niet aan. We keren terug onder Gods vleugels en onze namen staan geschreven in de palm van Zijn hand. Mooi! Staan al de sukkels van Haïti daar ook bij en de uitgehongerden van de Hoorn van Afrika? Moeilijke materie. De kwestie is niet zozeer… ”Gelooft de mens nog in God”, maar veeleer… ”Gelooft God nog in ons!” Gisteravond zaten we hier met enkele vrienden van een goeie Westvleteren te genieten. Men maakte zich zorgen, omdat er weinig of geen nieuwe monniken bijkomen, ondanks het gloednieuw modern abdijgebouw van Bob Van Reeth. Iemand vertelde dat ze zelfs in Zevekerken al twintig jaar geen nieuwe kandidaat-benedictijn
meer gezien hebben. Hoe zit het bij de scheutisten en jezuïeten en monfortanen en al die andere salesianen en oblaten… Geen jong volk meer. Het definitieve einde van een tijdperk? Geen paniek, dierbare gelovigen, vooral geen paniek. Ze brouwen tegenwoordig ook buiten de abdijen geweldig bier. Onze Belgische trots en onze roem komt niet in ’t gedrang. Misschien lopen de kloosters leeg omdat we de letterlijke interpretatie van al die geloofspunten verlaten hebben. Was Maria echt Maagd en moeder en werd ze na haar dood echt met ziel en lichaam ten hemel opgenomen en onze lievenheer sterft aan ’t kruis om drie dagen later weer levend te worden. ”Wat een wonderwereld van mythes en metaforen, wat een poëzie!”, zeggen ze nu. Maar voor onze voorvaderen was dat geen poëzie, dat was echt, dat was werkelijkheid. Zij twijfelden niet. Zij hadden de ’zekerheid’ van het geloof. Zo zaten we gisteravond nog lang te palaberen en die laatste Westvleteren van 12 had ik beter niet meer uitgedronken want ik heb heel onrustig geslapen vannacht… Daar kwamen lange karavanen dolende zielen door mijn dromen gestapt. Wat ze riepen heb ik niet verstaan. Sommigen zwaaiden naar mij. Ik droomde verder dat ik op allerzielendag in mijn geboortedorp de kerk binnen en buiten ging om te ’portiunkelen’, om telkens een vergeten ziel uit het vagevuur te bevrijden. Al is ’t maar één keer in ’t jaar, dit moeten we in ere houden, ons heel sterk verbonden voelen met onze groot- en overgroot- en onze betovergrootouders, tot in de eeuwen der eeuwen. (Amen)
“Onze kinderen maken eerst huiswerk, en kijken dan pas tv.”
Sabrina uit Leut is één van de mama’s die meedeed aan het digitale tv experiment van Telenet. Zij vindt het vooral makkelijk dat haar kinderen nu rustig hun huiswerk kunnen maken. Als er iets is op tv, nemen ze het gewoon op en kijken daarna.
Ontdek net als Sabrina de voordelen van digitale tv van Telenet. Je krijgt nu de installatie gratis. Bel 0800 66 840 of kijk op telenet.be Om te kunnen genieten van digitale tv heb je een kabelabonnement nodig. Voor meer info en tarieven: telenet.be
Foto : Mathias en Sabrina Houwen
4 november 2011
4 / Aktief Samen met zijn vrouw Vera geniet Luc Verschoren van een welverdiende rust in hun gezellige huis in Elewijt bij Mechelen. Maar een flink deel van zijn vrije tijd brengt hij door met zijn oudste kleinzoon Jory Degheldere. Deze zestienjarige neemt zowat wekelijks deel aan wielerwedstrijden, zowel op de baan als ’in het veld’. Het wegseizoen liep al op zijn einde toen we Luc begin oktober interviewden. Ondertussen is kleinzoon Jory een kersverse juniorveldrijder.
”Niet dat ikzelf vroeger ’gekoerst’ heb, maar de wielrennerij heeft me wel van jongs af aan geboeid. Toen was Eddy Merckx mijn idool, vandaag is dat mijn kleinzoon. Jory zal het wielrennen wel van de genen van zijn vader hebben… Die is weliswaar geen beroepsrenner, maar gaat veel fietsen met zijn wielerclub. Mijn kleinzoon was twaalf toen hij zich bij ’De Dijlespurters’ inschreef. Eerst reed hij bij de aspiranten – de twaalf- tot dertienjarigen – en nu zijn de twee jaar bij de nieuwelingen bijna voorbij. Veldrijden doet Jory het liefst. Mijn andere dochter die hier vlakbij woont heeft drie fietsende kinderen. Kleindochter Aline (10) fietst bij de miniemen, terwijl haar broers Mathias (14) en Céderic (15) bij de nieuwelingen rijden. Zo beoefenen vier van mijn vijf kleinkinderen het wielrijden als sport (nvdr. later in het gesprek blijkt dat oma Vera opgroei-
”Ik ben zijn grootste fan”
de in een fietsenzaak en met haar fijne meisjeshanden haar vader wel eens hielp om spaken in een fietswiel vast te zetten). Vroeger ging ik wel eens fietsen met mijn kleinkinderen, maar nu kan ik dat jong geweld echt niet meer bijhouden. Destijds had ik me een koersfiets aangeschaft omdat Jory in het begin niet alleen mocht trainen op de weg. Maar dat heeft slechts een paar jaar geduurd.”
Hondenweer
Foto’s: Kristof Ghyselinck
”Als Jory een wielerkoers rijdt, ben ik steeds van de partij. Alleen als ik met mijn vrouw op vakantie ben, kan ik er niet bij zijn… Ja, ik beschouw me als zijn toeverlaat in alle omstandigheden. En gewoon ook zijn grootste fan… Hondenweer kan me niet binnenhouden want elke week zie je opnieuw de mensen waarmee je dezelfde passie deelt. Veel mensen kennen mij ondertussen als de ’opie’ van Jory. In de materiaalpost zorg ik voor het omwisselen van een wiel of zijn reservefiets, zodat Jory weer verder kan. Ondertussen spuit ik zijn vuile fiets met de hogedrukreiniger af. Pas als je nieuweling bent, mag je in het veldcrossen afwisselend twee fietsen gebruiken. Nieuwelingen rijden overigens slechts een halfuur, juniors daarentegen zo’n drie kwartier. Het aantal rondes hangt dus af van de tijd die de deelnemers nodig hebben om één ronde af te leggen. Vaak eindigt Jory bij de eerste tien, tenminste als hij niet - zoals vorige zondag - twee keer een lekke band heeft. Jory wil hoe dan ook verder wielrijden want hij doet het erg graag. Hij traint twee, drie avonden per week, al is dat soms binnen ’op de rollen’. Soms gaat hij trainen voor een ploegentijdrit, samen met zijn jonge mederenners. Het blijft weliswaar een opgave om die sportieve inzet te combineren met zijn studies in het voorlaatste jaar ASO. Maar ik denk dat zijn ouders erop staan dat hij nu eerst zijn diploma haalt, vooraleer hij helemaal voor de wielrennerij zou kiezen. Vorige zomervakantie beklom Jory samen met zijn ouders en zijn zus de Mont Ventoux. Opmerkelijk was dat de vader van Jory niet alleen zijn zoon,
maar ook dochterlief moest laten voorgaan op de top. Dat zegt vooral iets over de conditie van mijn kleindochter Tatiana (18) die dagelijks naar school fietst.”
Premie ”Een echte sportdokter heeft Jory nu nog niet, maar zijn coach houdt wel een oogje in het zeil: letten op je voeding en helpen je grenzen verleggen, maar ze tegelijk ook leren respecteren. Wat de wielertoekomst betreft, zijn er vandaag een aantal goede voorbeelden waaraan jongeren zich kunnen optrekken. Zo valt het mij op dat sinds Philippe Gilbert regelmatig wedstrijden wint, er meer Franssprekende jongeren aan wedstrijden deelnemen. Jory’s idool is Bart Wellens. Voor anderen zal dat Sven Nys of Niels Albert zijn. Wielrennen kost ook geld. Aan een ietwat stevige rennersfiets hangt een prijskaartje van minstens tweeduizend euro. Maar het is belangrijk dat je goed materiaal gebruikt en het ook onderhoudt. Zo reinigt Jory na elke wedstrijd zijn fietsen, wat tijdens het winterseizoen vaak een hele karwei is. Echt grote prijzen vallen er nu nog niet te winnen, vaak zijn het maar een tiental euro’s en daar moeten ze nog hun inschrijvingsgeld van aftrekken. Maar bij wedstrijden op de baan geven de sponsors soms aanlokkelijke premies. Zo herinner ik me een bedrag van maar liefst vierhonderd euro. Zoveel geld is natuurlijk een extra spurtje waard… Gelukkig kan Jory nog op zijn ouders rekenen als hij wat grotere onkosten heeft. En ik ben blij dat hem tot nu toe een zware valpartij bespaard bleef.”
Chris Dutry
4 november 2011
Aktief / 5
”Gelukkig is er bij oma niets veranderd” Na het succes van de reeks ’Uit elkaar’, met boekjes voor kinderen, jongeren, ouders, scholen en jeugdwerkers is er nu ook een boekje voor grootouders. Steeds meer grootouders hebben immers kleinkinderen die een scheiding meemaken of meemaakten.
S
teeds meer grootouders krijgen te maken met volwassen kinderen (eventueel met eigen kinderen) die uit elkaar gaan. Ook voor grootouders is dit een ingrijpende gebeurtenis. Hun wereld wordt even op zijn kop gezet, de grootouderrol die men voor ogen had, wordt herschreven. Deze grootouders maken zich zorgen, hebben heel wat twijfels en onzekerheden en stellen zich de vraag:
”Wat kan ik doen voor mijn kinderen en kleinkinderen?” Als grootouder kan je in deze periode uiteenlopende gevoelens ervaren. Van angst om je kleinkinderen niet meer (zoveel) te zien, over boosheid op je kind of schoonkind, of machteloosheid omdat je zelf geen controle hebt over de situatie, tot verdriet omdat het nooit meer zal zijn zoals het was. Daarbij komt dat je als grootouder nauw betrokken bent bij de emoties van je kinderen en kleinkinderen. Toch kunnen grootouders een belangrijke steun zijn voor hun kinderen en kleinkinderen. Grootouders moeten, net als hun kleinkinderen, leren omgaan met de keuzes die hun kinderen maken. Ze dienen, net als hun kleinkinderen, de beslissing van de partners die uit elkaar gaan te aanvaarden zonder dat ze er zeggenschap over hebben. Grootouders en kleinkinderen zijn dus betrokken partijen, met als verschil dat grootouders volwassen zijn en levenservaring kunnen aanwenden om de kleinkinderen te steunen.
Grootouders als steunfiguren, enkele tips: * Probeer je als grootouder zo neutraal mogelijk op te stellen ivm. de scheiding. Ga niet mee in de strijd en laat alle partijen in hun waarde. Kinderen hebben immers voelsprieten voor wie hun ouders veroordeelt of beschuldigt en ze zijn enorm loyaal. * Praat met respect over beide ouders, let ook op je lichaamstaal en laat je kleinkinderen toe om beide ouders graag te zien. Dit is niet altijd makkelijk. Als je je richt op het belang van je kleinkind en buiten de conflicten staat, bied je de kleinkinderen een veilige haven. * Sommige kleinkinderen vinden het moeilijk om met hun eigen ouders te praten en zoeken een vertrouwenspersoon. Vele kleinkinderen willen ook niet toegeven dat ze het moeilijk
hebben om hun ouders niet extra te belasten. Grootouders kunnen dan een luisterend oor zijn en hun kleinkinderen aanmoedigen om hun twijfels, gevoelens en behoeften uit te spreken. Ze kunnen uitleg geven, bezorgdheden wegnemen, kleinkinderen geruststellen en betekenis geven aan de dingen die gebeuren. * Als grootouder kan je goed troosten door te luisteren en je kleinkind te laten voelen dat je er altijd zal zijn als het nodig is. * Voor de kleinkinderen verandert er veel als hun ouders uit elkaar gaan. Grootouders kunnen voor rust en continuïteit zorgen. Bij jou is alles nog zoals vroeger en blijven tradities en gewoontes meestal hetzelfde. Het biedt kleinkinderen zekerheid. Daarnaast kunnen kleinkinderen bij jou gewoon voluit kind zijn, ze kunnen alles even loslaten. * Als grootouder heb je zelf natuurlijk ook steun nodig, zodat jij je kind en kleinkinderen kan blijven steunen. Zoek daarom een betrouwbare steunfiguur. Dit kan je partner zijn, maar evenzeer een goede vriend/ vriendin, buurvrouw, broer, zus,…
Wat als het contact vermindert? Het contact met je kleinkinderen tijdens en na de scheiding hangt dikwijls af van het contact met je eigen kind en schoonkind in die periode. Probeer de band die je hebt met je kleinkind te behouden maar
forceer ook niets. Probeer met je kind en schoonkind tot goede afspraken te komen over bezoekjes. Als je je kleinkinderen minder ziet na de scheiding probeer hen dan wel te laten weten dat je er bent voor hen (stuur verjaardagskaartjes, bel hen eens op of stuur een mailtje,…). Dit maakt het voor hen makkelijker om zelf contact te zoeken als ze ouder zijn.
’Uit elkaar voor grootouders’ vertrekt van de positieve kracht van grootouders en wil hen achtergrondinformatie en handvatten bieden om een steunfiguur te zijn voor hun kinderen en kleinkinderen. Grootouders zijn betrokken in een proces waarin ze weinig zeggenschap hebben en de keuzes van hun kinderen moeten aanvaarden en respecteren. Toch hebben ze ook een unieke positie van waaruit ze een positieve steunfiguur kunnen zijn voor hun kinderen en kleinkinderen. In het boekje wordt ingegaan op de gevoelens van grootouders, hoe ze hun kinderen en kleinkinderen kunnen steunen en helpen en de manier waarop ze contact kunnen houden. Daarnaast komt het wettelijk kader aan bod, wordt er ingegaan op plusgrootouderschap en worden doe-tips meegegeven die je kunnen inspireren om activiteiten met je kleinkinderen te ondernemen. Er is eveneens een lijst met interessante (kinder- en jeugd)boeken opgenomen en er worden enkele organisaties voorgesteld waar je terecht kan voor meer informatie of ondersteuning.
De wet... In België bestaat er een wet die verhindert dat een scheiding het contact tussen grootouders en kleinkinderen afbreekt. Bij de toepassing van deze wet wordt echter steeds uitgegaan van het belang van de kleinkinderen, niet van het belang van de grootouders. De rechter zal steeds kijken naar de mate waarin de kinderen zelf lijden onder de breuk en in hoeverre een opstart van de contacten hen in een moeilijke positie zal brengen. Het is van groot belang dat je goed nadenkt voordat je als grootouder je recht op persoonlijk contact afdwingt. Het belang van het kleinkind moet voorop staan. Het opzetten van een juridische procedure zal sowieso de relatie met je (schoon)kind beïnvloeden waardoor die misschien nog minder contact zal toestaan. Een gouden raad om contact te houden met je (schoon) kind en kleinkinderen is de communicatie open houden en goede afspraken maken.
Svenja Vergauwen
Je kan het boekje ’Uit elkaar voor grootouders’ bestellen bij: Jeugd en Seksualiteit vzw, Koningin Astridlaan 106/002, 2800 Mechelen, tel. 015-20.69.68,
[email protected], www.jeugdenseksualiteit.be Gezinsbond SCW, Troonstraat 125, 1050 Brussel tel. 02-507.89.44, www.gezinsbond.be,
[email protected] ’Uit elkaar voor grootouders’ kost 10 euro (+verzendingskosten). ’Uit elkaar voor grootouders’ werd gerealiseerd in samenwerking met de Gezinsbond en met medewerking van De Scheidingsschool, Alianza, Een nieuw gezin, Centrum Zon Maan, MCM Bemiddeling, Okra Mechelen en enkele grootouders.
Ik ga op reis en neem mee ”Ik ga op reis en ik neem mee…” is een kringspelletje dat het als ijsbreker sinds jaar en dag doet in de jeugdbeweging. Meespelen mag zolang je alle eerder vermelde voorwerpen kan opsommen. Deze rubriek graaft ook in het geheugen. Wat willen we onze (klein)kinderen meegeven uit het verleden? Wat doet er toe? Wat van de vorige eeuw zit er in onze reiskoffer? Belangrijke momenten, fait divers met grote gevolgen, plekken en pleinen met een geschiedenis… Kortom een proeve van canon in ’t klein. Een kringspelletje over generaties heen.
Annie M.G. Schmidt (1911-2011) Deze keer een bijdrage van Joke Linders. Voor haar promotie onderzocht ze het schrijverschap van Annie M. G. Schmidt. Vorig jaar bezorgde zij de koningin van de kinderliteratuur via het Literaire Pleidooi te Antwerpen een plaats in het Pantheon van het Letterkundig Museum in Den Haag. Aan de lezers van De Bond vertelt ze hoe de schrijfster in haar leven kwam.
V
an mijn eigen grootmoeder herinner ik me vooral de boterbabbelaars die we ’s avonds voor het slapengaan, op weg naar bed, van haar kregen. De moeder van onze moeder woonde tot aan haar dood in 1947 boven ons. Nog een etage hoger waren de twee slaaphokjes die mijn vader had laten timmeren voor de meisjes in ons gezin. Op de lange weg naar boven stopten we even bij opoe. In mijn herinnering zat die altijd te schemeren bij het licht van een straatlantaarn. Een beter bewijs voor de selectieve betrouwbaarheid van het geheugen is niet te vinden, want als die herinnering klopt, zou het in mijn kleuterjaren altijd herfst of winter zijn geweest. In ruil voor die nachtzoen kregen we een babbelaar waar ik zo lang mogelijk mee probeerde te doen. Langer dan mijn oudere zus in ieder geval. Aan tanden poetsen deden we nog niet, evenmin als aan voorlezen of liedjes zingen. Annie M.G. Schmidt dank ik dus niet aan mijn grootmoeder of de zus boven mij maar aan het zusje dat ruim vijf jaar na mij kwam en graag voorgelezen wilde worden. ’Jip en Janneke’ natuurlijk maar ook: Dit is de spin Sebastiaan. Het is niet goed met hem gegaan. LUISTER! Een huiveringwekkende rijmvertelling over een eigengereide spin. Door het raam klom hij naar binnen. Eigenzinnig! En niet bang. Waarom had dat vers zo’n aantrekkingskracht op mij en miljoenen anderen? Omdat die spin niet alleen weet wat hij wil maar daar ook uitvoering aan geeft, ten koste van zijn leven? Na een tijdje werd toen éven Dit berichtje doorgegeven: Binnen werd een moord gepleegd. Sebastiaan is opgeveegd. Omdat heidense auteurs als Schmidt domweg verboden toegang waren voor katholieke kinderen? Die moesten het doen met ’Puk en Muk’ van een pater in Tilburg, met ’Mariska de circusprinses’ van Sandor Kis of desnoods ’Arendsoog’. In die boeken werd in ieder geval gebeden en leek het geloof een oplossing te bieden voor alle problemen. Toen onze eigen dochters in de pril-
le jaren zeventig toe waren aan voorlezen voor het slapengaan, was die classificatie gelukkig al helemaal out en verdwenen. En dus kregen zij naast ’Meester Van Zoeten waste zijn voeten zaterdags in het aquarium’ ook ’Floddertje’ geserveerd. Prototype van onhandigheid, eigenzinnigheid en goede bedoelingen. De volgende gang van hun literaire menu bestond uit ’Pluk van de Petteflet’ als toppunt van zelfstandigheid en engagement en ’Minoes’ als aangrijpend milieuschandaal. Ideale rolmodellen voor de jaren zeventig en verfrissend licht geschreven. Juist door hun recalcitrante ondertoon sloten de verhalen en versjes van Schmidt goed aan op het gedachtegoed van die revolutionaire tijd. Vrijheid in gebondenheid. Weer een generatie later kregen de kinderen van mijn kinderen bij hun geboorte of kort daarna, naast de complete ’Jip en Janneke’, de 347 kinderversjes van Schmidt in de triomfantelijke verzamelbundel ’Ziezo!’ Mopperden hun ouders nog wel eens over het stereotiepe rolgedrag van de ouders van de twee beroemdste vriendjes ter wereld, de even klankrijke als speelse versjes bleven onverminderd tot de verbeelding spreken. Of we ’Op de step, op de step. / ’k Ben zo blij dat ik ’em heb’ nu zongen dan wel opzegden, ’In een rijtuigje’ en ’Dikkertje Dap’ waren nog net zo overtuigend als in de tijd van hun ontstaan. Misschien zelfs overtuigender. Dankzij het spel van rijm, ritme en klank natuurlijk maar vooral door de onverwachte wendingen. Bij Schmidt zijn belangrijke meneren met hoge hoeden uiteindelijk net zulke gewone bangeriken als u en ik. Koningen en hertogen protesteren er tegen de hen opgelegde rol van deftigheid. In haar speelse domein worden ondernemingslust en een ietsiepietsie recalcitrantie steevast
beloond. Bevrijdend vonden we dat en is het nog steeds. Zelf kunnen en mogen denken - handelen naar eigen goeddunken - hoop putten uit wat nog kan geschieden. En dat alles in de verrukkelijkste rijmparen van de Lage Landen. Dit jaar herdenken we dat de schepper van al dat moois, Annie M.G. Schmidt, honderd jaar geleden in Kappelle Biezelinge (Zeeland) ter wereld kwam. Mede dankzij de inzet van haar uitgevers en erfgenamen is haar werk nog altijd springlevend bij ouders en kinderen. Dat succes heeft Schmidt zelf nooit voorzien. Zij realiseerde zich maar al te goed hoezeer zij opereerde in een traditie van nonsens en fantasie. In een van haar Sinterklaasverzen uit 1957 is te lezen hoe ze een collega die haar voorging in muzikaliteit en verbeeldingskracht hulde brengt. Als de Sint in ’Trippel trappel’ zich met veel moeite een weg heeft weten te banen door het woud van televisieantennes op de daken, concludeert de dichteres: Maar in de krant die avond stond, Wat Han G. Hoekstra ervan vond. Hij was heel enthousiast en schreef: TV was eindelijk op dreef. Want natuurlijk kwam ook Annie M.G. Schmidt niet uit het niets bovendrijven. ’Het zat gewoon in de lucht’, heeft haar collega dichter en journalist Han G. Hoekstra altijd gezegd. ’De tijd was rijp voor dergelijke luchtige versjes waarin de vroegere boeman omver werd gehaald en het ondeugende kind op een voetstukje geplaatst.’ Ook daarom is het fijn om ter gelegenheid van de honderdjarige eens te kijken naar iemand die het pad voor haar plaveide. De versjes van Han G. Hoekstra over een duizendpoot die in de sloot glijdt of het jongetje dat van de maan at, kennen velen nog uit hun hoofd. Slechts weinig mensen weten dat hij ze schreef. Om die reden is nu ook zijn leven en werk onderzocht en vastgelegd. Het ene ondeugende kind is het andere niet. ’Han G. Hoekstra, biografie’ van Joke Linders en Janneke van der Veer verschijnt op 18 november bij Ambo in Amsterdam.
Win Van het zopas verschenen boek ’Een vijver vol inkt’ (Querido) met de vrolijke kinderversjes van Annie M.G. Schmidt en gloednieuwe illustraties van Sieb Posthuma mogen we 5 exemplaren weggeven. Schrijf of mail naar Gezinsbond-GOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected] met vermelding ’Annie’.
4 november 2011
Aktief / 7
Klein(kind)verhaal Naar aanleiding van onze oproep: ”Vertel in het kort een verhaal van je kleinkind”, kregen we al heel wat leuke reacties. Deze keer valt oma Vinnie in de prijzen, ze ontvangt de originele tekening bij haar kleinkindverhaal. Aarzel niet om te schrijven naar ’Aktiefkleinkindverhaal, Troonstraat 125, 1050 Brussel’ of via
[email protected] . Een mailtje van een ongelukkige kleindochter Smilla: ”Moeke, mijn knuffel zijn snuitje doet pijn en er komen pluisjes uit.” Op zo’n emotionele oproep moet onmiddellijk geantwoord worden. ”Breng het lieve beestje maar zo spoedig mogelijk naar moekes kliniek!” Ontroostbaar komt ze een half uur nadien binnen met een knuffel die al vele oorlogen doorstaan heeft; hier wat pels kwijt, daar een gaatje en véél vuile vlekjes. Ik neem de ongeruste kleindochter, samen met haar kuiken, op mijn schoot en we bespreken samen de behandeling. Want Smilla moet ervan overtuigd worden dat Donsje geen pijn zal voelen. In ons apotheekkastje liggen nog enkele spuitjes (van een vorige medische behandeling). ”Kijk Smilla, hiermee zal ik Donsje laten slapen zodat hij niets voelt. Daarna naai ik het gaatje dicht. Een badje nadien met veel badschuim zal zeker goed doen. Vervolgens leg ik Donsje in een op maat gemaakt nestje waarin hij kan rusten en volledig herstellen.” Smilla vertrekt gerustgesteld met mama naar huis. Als onze kleindochter na enkele dagen haar knuffel terugziet, kan je het geluk van haar snoetje plukken. Ze vliegt rond mijn nek en ik krijg zoveel zoenen en knuffels dat ik er warm van word. Momenten om te koesteren. Zalig! Ik vertel er uiteraard niet bij dat ik Donsje in de wasmachine en droogkast gestoken heb. Onze grote kleinzoon schreef op mijn verjaardagskaart: ”Dank je moeke, er is maar één adres voor gesneuvelde knuffels: ’Moekes kliniek’.”
Vinnie Vanwelkenhuysen uit Borgerhout
Ook u verdient Lapperre!
“Naar TV kijken en luisteren werd voor mij en mijn huisgenoten een vervelende zaak. Gelukkig had mijn Lapperre audioloog de ideale hooroplossing. Nu kan ik weer voluit genieten, op elk moment van de dag.” Meer dan 60 jaar ervaring, professioneel geschoolde medewerkers en een uitgebreid netwerk aan hoorcentra maken Lapperre tot de specialist bij uitstek in kwalitatieve dienstverlening voor hooroplossingen. Ontdek vandaag nog het genoegen om iedereen goed te verstaan, in elke situatie!
135 audiologen in meer dan 70 hoorcentra en 170 agentschappen staan klaar om u te adviseren Bel Dorothea van de klantendienst voor meer inlichtingen
0800/10 888 www.lapperre.be Test uw gehoor op www.hoorprofiel.be
4 november 2011
8 / Aktief
Digitale televisie: een bos met veel bomen In INTERAKTIEF surfen we op de golven van de digitale snelweg. Prof. em. Walter Leirman, erevoorzitter Seniornet Vlaanderen, gaat dit keer digitaal televisiekijken.
W
e kennen allemaal de uitdrukking: ”Hier zou een kat haar jongen niet in terugvinden”. Dat geldt eigenlijk ook voor digitale tv: systemen, aanbieders, programma’s – ze zijn o zo talrijk en voortdurend in beweging. Eén zaak is wel duidelijk: het tijdperk van de analoge tv - de tv met elektrische golven die 625 lijnen naar uw toestel bracht en soms ’sneeuw’ gaf – is in principe voorbij. Toestellen én zenders werken nu digitaal: net zoals bij je gsm of op je pc met internetverbinding worden signalen ’gecodeerd’ verstuurd, en via een ’decoder’ omgezet in beeld en klank. Bij nieuwe tv-toestellen is dergelijke decoder ingebouwd. We zegden wel ”in principe voorbij”, want naar schatting zijn er in België nog bijna één miljoen gezinnen die, via een antenne of anderszins, analoog kijken. Maar zij zitten met een beperkt aanbod, en een afnemende kwaliteit. Einde dan ook van het tijdperk van de lelijke dakantennes – die nu soms wel vervangen werden door relatief kleine (binnen-) antennes.
De rol van Europa: invoering van de DVB-standaard De beslissing om ’digitaal’ te gaan is eerst op Europees vlak genomen. In 2003 is daar beslist om én de kwaliteit gevoelig te verbeteren, én het aanbod te verruimen én ook etherruimte te sparen, want analoog gebruikt tot vier keer meer ruimte dan digitaal. Bovendien is dan een standaard ingevoerd: de ’Digital Video Broadcast – Digitaal Video Zendsysteem’. Luxemburg en Nederland beten in 2007 de spits af. Vlaanderen was er vanaf 2008 ook bij – met o.m. de campagne ”Weg met sneeuw op je tv”! Wie echter denkt dat daarmee de digitale eenvoud ging heersen heeft het mis.
Vier systemen Naar Rome leiden alle wegen, naar digitale tv zijn het er vier: * DVB-T (Terrestrial): via digitale antenne (zendmasten op aarde) krijg je het signaal gratis. In Vlaanderen werkt voorlopig alleen de VRT hieraan mee.
* VB-S (Sattelite): het signaal komt binnen via een schotelantenne. Zo werken aanbieders als TVVlaanderen en Mobistar-TV. * DVB-C (Cable): het signaal komt via een coax-kabelaansluiting. Zo werkt Telenet in Vlaanderen. In Brussel gaat dat via Numericable en VOO. * IPTV (Internet Protocol): het signaal gaat via breedband-technologie (ADSL of VDSL2). Op deze wijze werkt Belgacom-TV.
grote broers, maar biedt geen interactiviteit, vereist een schotelantenne en de tuner werkt niet feilloos.
Wat heb je nodig? Een behoorlijk aantal van onze lezers zal al wel digitaal tv kijken – samen met driekwart van de Vlaamse kijkers. Ook voor hen kan het interessant zijn om even de componenten van een digitale tv-set te bekijken. Wat je nodig hebt hangt nu wel af van de aanbieder. We beperken ons hier tot Belgacom en Telenet. Voor eerstgenoemde moet je natuurlijk een Belgacom ADSLtelefoonaansluiting hebben, een modem en een ’Set-top-box’. Bij voorkeur zal de klant zelf de installatie doen, met behulp van een handleiding. Laat je de installatie door
Grote en kleine spelers Vraag aan de man of de vrouw in de straat: ”Wie zijn de grote tv-distributeurs?” en je krijgt bijna zeker het antwoord: ”Belgacom en Telenet”. Dat zijn inderdaad de twee grote (tegen)spelers. Telenet startte in 2005, en had begin 2010 in totaal ca. 2,5 miljoen klanten. Volgens schattingen zou dat aantal nu tot ca. 3 miljoen zijn gestegen. In datzelfde jaar startte ook Belgacom. Begin 2010 hadden zij ca 800.000 klanten in heel het land. Het is duidelijk dat Belgacom, o.m. dankzij het voetbalcontract en het opkopen van Scarlet TV, aan een inhaaloperatie begonnen is. Vanaf najaar 2011 heeft Telenet echter een deel van de voetbalkoek verkregen. Beide verdelers bieden zowat 90 zenders aan in het basisaanbod, met daarnaast ook een reeks betalende pakketten. Belangrijk zijn de interactieve mogelijkheden zoals een zoekfunctie, elektronisch programma-overzicht, e-mail, films op aanvraag, quizzen en stemmen, enzovoort. Bovendien laten beide oudertoezicht toe. Tot de kleinere spelers behoren TV-Vlaanderen en Mobistar-TV. Zij bieden minder tot ongeveer evenveel zenders, maar geen interactiviteit! TV-Vlaanderen is, als satelliet-gebruiker, wel interessant voor Vlamingen die in het buitenland wonen of er op vakantie zijn. Mobistar-TV is de jongste nieuwkomer. Ook deze distributeur brengt een volwaardig tv-aanbod tegen ongeveer dezelfde prijs als de
een Belgacom-technicus doen, betaal je een stevige installatiekost, die verschilt naargelang van de gekozen formule. Bij Telenet moet je een kabelaansluiting hebben, een netwerkverdeler, een modem en een HD-digibox of HD-digicorder. Je kiest óf een ’Selfstarterpakket’ óf een installatie door een Telenet-technicus, waarvoor je ook betaalt. Opnieuw hangt het bedrag af van de gekozen formule. Er is wel een gedrukte én een op internet beschikbare handleiding.
Kiezen voor digitale tv De klant kan alleen voor digitale tv kiezen, en dan bestaan er verschillende formules, met prijzen gaande van ca. 18 tot ca. 35 euro per maand. Het goedkoopst is TV-Vlaanderen met ca. 10 euro per maand, maar hou dan wel rekening met de beperkingen. Belgacom en Telenet bieden ook de zogenoemde ’triple play’ formule of het combinatiepakket met TelefonieInternet-Digitale tv aan. Bij Belgacom heet dat ’Packs’, bij Telenet ’Shakes’. Als je de aanbieders moet geloven,
dan doe je daarmee een voordeel. Testaankoop ging dat na, en kwam begin 2011 tot het besluit dat dit niet zonder meer klopt.
41 formules! Testaankoop analyseerde alle aanbodformules bij alle aanbieders, van telefonie tot en met digitale tv, en telde er in totaal 41! Dan spreken we nog niet over de promoties, zoals ”sluit nu aan, en kijk 3 maanden gratis”. Bovendien moeten we ook weten dat er voortdurend evoluties zijn in aanbiedingen en prijzen. Zo is men op weg om ook tv op computer en iPhones in een abonnementsformule aan te bieden. Belgacom is gestart met ’Overal TV’ en Telenet met ’Yelo’. Op je eentje geraak je uit dit alles niet wijs. Het is dus zaak om ofwel tijdschriften als Testaankoop of websites als www.testaankoop. be of www.allemaaldigitaal.be te raadplegen, of u door een deskundige winkelier te laten voorlichten. Sommige verenigingen en organisaties besteden hier ook aandacht aan, en een organisatie als Seniornet Vlaanderen geeft daarover geïllustreerde voordrachten www.snvl.be.
Digitaal biedt heel wat meer, maar is niet goedkoper De slotsom van dit bondige verhaal is dubbel: digitale tv is kwalitatief beter dan haar analoge voorganger, zeker in de vorm van High Definition TV. Het gaat dan zowel om de kwaliteit van beeld en klank, als om de breedte van het aanbod, én de mogelijkheid om zelfstandig programmakeuzes te maken, uitzendingen te herbekijken, te e-mailen, etc. Wij hebben, net als vele anderen, de overstap gemaakt, en willen deze kwaliteit niet meer missen. digitale tv is niet goedkoper dan zijn analoge voorganger – wel integendeel –, en in België betalen wij tot 25% meer voor deze diensten dan in sommige ons omringende landen. Misschien – het is maar een idee – moet er eens gedacht worden aan een formule van groepsabonnementen, zeker in woonblokken, appartementen en instellingen…
Walter Leirman