DUURZAAM BOUWEN Groen! wil het ecologisch programma van BATIBOUW uitvoeren 1. Inleiding Vlaanderen telt zo‟n 2,4 miljoen woningen. Gemiddeld gaat in een Vlaamse woning zowat 50% van de warmte verloren door dak en vensters. Oorzaak van de hoge CO2-uitstoot door gebouwen ligt in die zware energieverliezen, het hoge energieverbruik door slechte isolatie. Niet alleen is de huidige isolatienorm te zwak, maar naar schatting 1 op de 3 ééngezinswoningen is slechter geïsoleerd dan wettelijk toegelaten. Aangezien ons woningpatrimonium niet energie-efficiënt is, moet het beleid zich zeker op de bestaande woningen richten. Want het halen van de Kyoto - doelstelling in de bestaande gebouwensector is direct gekoppeld aan het drastisch verbeteren van de isolatiekwaliteit van de 2,4 miljoen Vlaamse woningen. Voor nieuw- en vernieuwbouw geldt de energieprestatieregelgeving van het Vlaamse Gewest. Deze EPB-normen waren evenwel al achterhaald op het ogenblik dat het decreet in werking trad en zouden best verstrengd worden. Deze regelgeving stelt dat elke nieuwbouwwoning aan een bepaald E-peil (m.n. E-100) moet voldoen. Jaarlijks worden er, op een totaal park van 2,4 miljoen woningen, slechts 34.000 woningen gebouwd of vernieuwd. Dat betekent dat 90% van de huizen in 2030 er vandaag al staat. Om ons gehele woningpatrimonium energieefficiënter te maken, moet het beleid zich sterk op de bestaande woningen richten. Het snel en drastisch aanpakken van de slechte energetische staat van het bestaande Vlaamse woningpark is de sleutel op de deur naar het realiseren van de Kyoto-doelstellingen voor en na 2012. Duurzaam Bouwen op Batibouw Batibouw staat dit jaar meer dan ooit in het teken van duurzaam bouwen. De organisatoren maken gedurfde keuzes. Groen! wil die met kracht bijtreden. “Bouw je duurzaam rijk” zeggen de organisatoren. Met overtuigend cijfermateriaal van het Centrum Duurzaam Bouwen geven ze aan dat investeren in energiezuinige huizen en ook verder gaan dan de bestaande isolatienorm (K 45) of het standaard energiepeil (E 100) rendabel is. Op twee manieren : het is goed voor het milieu en het is goed voor je portemonnee. Het economisch optimum wordt momenteel op E60 gelegd. Hetzelfde geldt voor de keuze voor hernieuwbare energie : zonnepanelen of warmtepompen bijv. Dat is absoluut geen marginaal gegeven meer. Je woning laten doorlichten en vervolgens investeren in energiebesparing levert gegarandeerd winst op. Duurzaam bouwen is dus zeker economisch. Duurzaam bouwen is ook een maatschappelijke keuze. Je kan best bouwen voor het leven, flexibel bouwen, rekening houden met wisselende gezinssamenstellingen, kiezen voor duplex wonen, kangoeroe wonen , groepswonen, je kan technische installaties en leefruimte delen : een gemeenschappelijke verwarming bijv. of een gemeenschappelijke tuin.
Duurzaam bouwen betekent ten slotte ook spaarzaam omgaan met de beschikbare ruimte, kiezen voor compact wonen (wat iets anders is dan klein wonen). Duurzaam bouwen is grondstoffen sparen, water sparen en als kers op de taart ook duurzaam tuinieren… De Confederatie Bouw laat weten dat 70% van alle bouwbedrijven vandaag bezig zijn met duurzaam bouwen. Duurzaam bouwen is een absolute groeimarkt. ” Om de helft van het woningbestand in tien jaar tijd energiezuiniger te maken, zijn meer dan 20.000 banen nodig. De werken zouden de bouwactiviteit met 3 pct doen groeien en het bruto binnenlands product zou hierdoor met 0,5 pct toenemen” (Robert De Mûelenaere, Confederatie Bouw).
Voorstellen van Groen! 1. Vijftigduizend woningen en zeventienduizend appartementen per jaar effectief renoveren – maak van de registratierechten een klimaatpremie Jaarlijks worden in België ook ongeveer 50.000 woningen en 17 000 appartementen verkocht/gekocht. Het is bij aankoop van een woning, dat meestal ook gedacht wordt aan verbouwingen. Het tijdstip van aankoop van een woning is dan het ideale moment om die kopers aan te zetten tot energie-efficiënte verbouwingen. Daarom wil Groen! de registratierechten gebruiken als hefboom tot drastische energiebesparingen in woningen. Bij de verkoop van een woning wil Groen! eigenaars aanmoedigen om verbeteringswerken uit te voeren die het energiecertificaat verbeteren van een woning. Registratierechten die nu betaald worden aan de overheid, willen we beschikbaar maken voor eigenaars in de vorm van een klimaatbudget, waarmee zij energiebesparende maatregelen kunnen uitvoeren. Dit budget komt onmiddellijk beschikbaar. Wat niet het geval is met fiscale aftrekken die lange tijd op zich laten wachten. Zodat wie energie-investeringen wil doet toch heel wat uit eigen zak moet voorschieten, in de hoop het later terug te trekken. Concreet : Bij de verkoop van een woning in Vlaanderen worden de registratierechten als volgt bepaald: in de regel geldt een registratierecht van 10% op de verkoopprijs. Voor een bescheiden woning geldt een “klein beschrijf” van 5%1. In beide gevallen is er een vrijstelling van registratierecht op de eerste schijf van 12.500 €. Groen! stelt een systeem voor waarbij mensen die een woning kopen met een E of een D label een vermindering krijgen van de registratierechten om energiezuinige investeringen te doen. 1. Men betaalt het volledige bedrag van de registratierechten. 2. Een forfaitair bedrag van 7.500 EUR komt terecht op een klimaatrekening. Dit is ongeveer een vermindering met 40% op de registratierechten voor een gemiddelde woning van pak weg 180.000 €. 3. Het beschikbare budget op deze klimaatrekening kan vervolgens benut worden om de maatregelen te financieren die naar voor komen uit het verslag van de energieauditeur en die de het energielabel van de woning met 2 niveaus verbeteren. Een E-label moet op B gebracht worden, een D-label moet op A gebracht worden. We volgen de Europese indeling van energielabels, zoals die nu al ingevoerd is in Nederland (zie bijlage 1). 4. Na 3 jaar volgt de eindafrekening. Wanneer het energielabel met minstens 3 niveaus verbetert, wordt het registratierecht van 7.500 EUR definitief kwijt gescholden. In het andere geval wordt, naargelang de geleverde inspanningen het registratierecht achteraf gedeeltelijk of volledig geheven met een bijkomende intrest van 5%. 1
Om in aanmerking te komen voor een verlaagd registratierecht van 5% moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden: men houdt hiervoor rekening met het kadastraal inkomen en de kinderen ten laste (bijvoorbeeld bij 2 kinderen ten laste een maximaal niet geïndexeerd KI van 745 EUR), het moet ook gaan om de eerste eigendom, …
Opmerkingen - De verlaging is geplafonneerd en forfaitair, zodat het ook een sociaal rechtvaardige maatregel is (identieke huizen kosten soms een pak meer omwille van de buurt waarin ze zijn gelegen; dat betekent ook meer registratierechten. Een hogere belastingsverlaging in % zou dan sociaal onrechtvaardig zijn) - Op elke klimaatrekening komt 7.500 EUR. Voor de bescheiden woningen met een beperkt registratierecht geeft de overheid een bijkomende subsidie tot 7.500 EUR. - De klimaatrekening kan gecumuleerd worden met de huidige fiscale gunstmaatregelen die al bestaan. Zo geldt voor het inkomstenjaar 2007/aanslagjaar 2008 een fiscale aftrek van 2.600 EUR. Ook diverse netbeheerders geven premies. 4. Impact De impact van het invoeren van een klimaatbudget zal zeer groot zijn. We spreken immers over een potentieel van 70.000 woningen die jaarlijks op een degelijk E- peil gebracht zullen worden. Op 7 jaar tijd geeft dit bijna 500.000 woningen ofwel 20% van het Vlaamse woningpark. Geen enkele beleidsmaatregel die totnogtoe ingevoerd of gepland is in Vlaanderen zal zulke impact ressorteren. Er wordt een potentieel investeringsbudget gegenereerd van meer dan 500 miljoen €. Uiteraard zal dit bedrag nooit volledig opgenomen worden. Maar het feit dat investeringsmiddelen in die grootte- orde beschikbaar zijn, kan een enorme boost geven aan de bouwsector, maar ook aan private kredietinstellingen om hier met aangepaste acties op in te spelen. Het aangrijpingspunt van deze maatregel, m.n. de aankoop van een woning, ligt dan ook optimaal. Dit is immers het moment waarop eigenaars vaak de beslissing nemen om noodzakelijke aanpassingswerken in een woning uit te voeren. Het klimaatbudget betekent dus 3 maal winst: - voor de mensen zelf in de vorm van lagere energiekosten én een hoger wooncomfort - voor het milieu - voor de economie
2. RENT-A-ROOF : verhuur je dak en geniet van goedkope groene stroom Veel mensen schrikken terug voor investeringen in zonneboilers, fotovoltaïsche zonnepanelen, kleine windturbines, maar bijv. ook warmtepompen. Toch vermindert de terugverdientijd zienderogen : op 7 à 10 jaar kan je bijv. de investering in zonnepanelen terug verdienen. Het aantal zonnepanelen stijgt sterk de voorbije jaren (sinds 2006 van 1000 naar 3000 installaties in Vlaanderen). Jaarlijks worden ook een 1000 zonneboilers gesubsidieerd in Vlaanderen. In Nederland beschikken al 170.000 woningen over een zonneboiler of zonnepaneel.
Daarmee volgen we de internationale trend : wereldwijd groeit de PV- sector spectaculair. Maar daarmee lopen we nog altijd onze structurele achterstand op andere landen niet in. In de rangschikking staan we nog altijd op de 15de plaats van de EU landen (zie bijlage 2). Nochtans beschikt Vlaanderen in relatie tot zijn oppervlakte over een hoog beschikbaar oppervlak aan daken om zonnepanelen te installeren. Het geïnstalleerd vermogen aan zonnestroom is in Vlaanderen 0,6 Watt per inwoner (tegenover een Europees gemiddelde van 7,4 W en tegenover 37 Watt in Duitsland). Omgerekend in oppervlakte zonnepanelen kom je uit op 49 cm2 per persoon in Vlaanderen versus 604 cm2 Europees en bijna 3000 cm2 in Duitsland. Het groothertogdom Luxemburg haalt zelfs meer dan 4000 cm2. Zie BIJLAGE 3.
Het potentieel aan zonne- of licht-energie in Vlaanderen is bijzonder groot. Er zijn natuurlijk meer zonnepanelen nodig dan in warmere Europese landen als Spanje of Italië. Maar door de grote bebouwde oppervlakte is er ook relatief meer dakruimte beschikbaar. Zie BIJLAGE 4 en 5 Om echt op grote schaal zonne-energie in te zetten in Vlaanderen pleit Groen! voor een systeem van “RENT A ROOF”. Om mensen te bevrijden van administratieve en technische rompslomp kunnen energiebedrijven zelf zonnepanelen installeren en uitbaten op het dak van particuliere woningen. De mensen die hun dak verhuren krijgen in ruil goedkope (zonne)stroom geleverd (10 eurocent per KWh). De energiebedrijven strijken het groenestroomcertificaat op. Maar om een dergelijke aanpak sluitend te maken moeten deze energiebedrijven ook beroep kunnen doen op ecologiesteun. Bedrijven die zonnepanelen installeren bij zich zelf, krijgen deze ecologiesteun (23,5% van de investeringskost). Maar energiebedrijven die zonnepanelen plaatsen bij derden, krijgen die steun niet meer. Groen! vindt dat de minister voor energie de ecologiesteun voor deze toepassingen kan overnemen van haar collega voor economie. Eenzelfde regeling willen we voor de plaatsing van kleine stedelijke windturbines op daken (verticale as- turbines). Ook deze kleine windmolens op daken zouden via een derdebetalersof „ren a roof‟-systeem gestimuleerd kunnen worden. Voor dit soort kleinere windturbines zouden dan ook groenestroomcertificaten moeten toegekend worden. Ook voor warmtepompen of houtpelletbranders kunnen in overleg met de netbeheerders aangepaste stimuli uitgedokterd worden. Groen! pleit vooral voor een beleid met ambitie. In plaats van de kruideniersmentaliteit waarbij nu ecologische investeringen op een apothekersschaaltje worden afgewogen. Vlaanderen kan duidelijk doelstellingen vastleggen bij decreet voor meer zonne- en windstroom en dan haar subsidiebeleid daarop afstemmen. PPS-constructies kunnen opgezet worden op gemeentelijk niveau (via lokale energiemaatschappijen), met distributienetbeheerders, maar ook – waarom niet – provinciaal of gewestelijk. De overheid zelf kan het goede voorbeeld geven. Naar het voorbeeld van het Ferraris- en Conscience-gebouw kunnen alle grote overheidsgebouwen op termijn uitgerust worden met PV-panelen.
Ten slotte vraagt Groen! ook een vereenvoudiging voor het bekomen van vergunningen voor de installatie van zonnepanelen. Als je meer dan 20% van een schuin dakoppervlak wil bedekken, heb je een vergunning nodig. In Nederland werkt men met algemene voorschriften. Ook voor de plaatsing van windturbines is een vereenvoudiging van de vergunningsprocedure dringend nood. Wat het aantal windmolens betreft hinkt Vlaanderen ook sterk achterop. Essent maakte de cijfers recent bekend : ten opzichte van onze buurlanden Nederland en Duitsland investeert Vlaanderen erg weinig in windenergie. Zo staan er in Duitsland maar liefst 18.000 windmolens, in Nederland zijn er dat al 1.840, in Vlaanderen amper 123. Naast grote windturbines moet er ook dringend een stimulerend regelgevend kader komen voor moderne kleinschalige windmolens, die ook in de bebouwde kom en op daken kunnen geïnstalleerd worden.
3. Nieuwe woningen worden lage energiewoningen Sinds begin 2007 zijn in Vlaanderen Nieuwe, aangescherpte isolatienormen van toepassing. Eigenlijk gaat het over veel meer dan isolatie : de nieuwe normen gaan ook over globale energieprestaties die de ganse energieboekhouding van een gebouw behelzen en binnenklimaat. De energieprestatie van een woning wordt uitgedrukt in het E- peil. De norm is nu E 100 (en voor isolatie : K 45). De KU Leuven berekende echter dat op dit moment het economisch optimum, rekening houdend met de woonkosten over een periode van 30 jaar, op E 60 ligt. De nieuwe Vlaamse energieprestatienormen zijn absoluut onvoldoende. De nieuwe normen komen overeen met wat Denemarken al 30 jaar geleden invoerde als isolatienorm. Groen! wil de E 60 norm invoeren vanaf 2010. Dat is perfect haalbaar en het zal een echte incentive zijn voor de hele sector. In Hoeilaart heeft de groene schepen van Wonen als voorwaarde voor het aansnijden van een nieuw woonuitbreidingsgebied het verplichte energiepeil van de nieuwe woningen op E60 gelegd. Tegelijk willen we alle particulieren en aannemers steunen die verder willen gaan en bijv. de keuze maken voor de bouw van een passiefhuis. Deze huizen hebben recht op een groene bouwpremie. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Besluit :
Duurzame Bouw : investeren in duurzame jobs bij ons In Duitsland lanceerden milieu- en vakbewegingen een alliantie voor werk en klimaat. Groen! ziet dat als model voor het beleid rond klimaat en zeker voor een klimaat- renovatieprogramma in de bouw. Of voor een gedurfd beleid rond hernieuwbare energie, zoals Duitsland dat de voorbije jaren voerde. Dat leidde tot meer dan 230.000 nieuwe arbeidsplaatsen. (zie Bijlage 6). Een dergelijk beleid is mogelijk als we duidelijke keuzes durven maken. De middelen zijn er. Goed geld dat kan ingezet worden voor groene innovaties en groene jobs, ligt nu gewoon te slapen of wordt op een inefficiënte wijze ingezet. Zie bijlage 7.
Het Actieplan van minister Crevits : onvoldoende ambitie In 2007 stelde minister Hilde Crevits reeds een Actieplan voor met een energierenovatieprogramma voor de Vlaamse woningen. Tegen 2020 wil ze alleen nog energiezuinige woningen in Vlaanderen. Klinkt goed. Maar welke strategie stelt ze dan concreet voor? En wil de minister en de Vlaamse Regering voldoende middelen inzetten om deze doelstellingen ook echt te halen? Het antwoord is spijtig genoeg twee keer negatief. Te zwakke doelstellingen Crevits wil dat in 2020 : Elke woning dakisolatie heeft : concreet wil de minister tussen 2007 en 2020 60.000 tot 100.000 daken per jaar voorzien van isolatie. Alle huizen dubbel glas hebben : concreet wil de minister tussen 2007 en 2020 70.500 woningen per jaar geheel of gedeeltelijk uitrusten met dubbel glas Alle verwarmingsketels een minimum rendement halen : concreet wil de minister tussen 2007 en 2020 57.000 verouderde verwarmingsketels vervangen door hoogrendementsketels of condensatieketels. Het totale brandstofverbruik voor verwarming en warm water wil de minister terugbrengen van 203.419 TeraJoule in 2004 tot 141.747 TeraJoule in 2020 : een vermindering met 30%. De minister overweegt op korte termijn een reeks maatregelen : Een premie voor het uitvoeren van energiebesparingsinvesteringen bij mensen die geen belastingen betalen (voor mensen die geen gebruik kunnen maken van de federale fiscale aftrek) : hiervoor moet nog een regelgevend kader opgezet worden – voorzien budget 5 miljoen€; Het invoeren van energierenovatiekrediet waarmee mensen hun investering maandelijks kunnen aflossen met het bedrag dat ze uitsparen op hun energiefactuur door het lagere verbruik : het gaat om een derdebetalersregeling die private kredietinstellingen soms al voorzien. Ook het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) werkt op die manier (is dus eigenlijk geen nieuwe maatregel) Een projectsubsidie voor verenigingen (zoals de KWB) die doe-het-zelvers steunen om zelf hun dak te isoleren Een convenant met de bouwsector Een grootschalige communicatiecampagne voor dakisolatie Energiebesparing bij de Vlaamse overheid zelf (voorbeeldfunctie) Informatie over steun voor energiebesparingen en coördinaten van aannemers - een investeringscalculator Acties die de minister ook op korte termijn aankondigde, maar waar ze voorlopig (in haar Beleidsbrief 2007-2008) niets meer over zegt : Lancering van een Charter ter ondersteuning van het Energierenovatieprogramma gericht op milieubeweging (Klimaatcoalitie), KMO‟s, grote ondernemingen, gemeenten, …
Rollend investeringsfonds bij de VMSW voor energiebesparende investeringen in de sociale woningbouw (startkapitaal 7,5 miljoen €) – steun aan sociale huurders om mee in te tekenen op energiebesparingsinvesteringen Rollend fonds voor energiebesparingsinvesteringen door verenigingen Op middellange termijn (2009 – 2012) wil de minister werk maken van slimme financieringsformules samen met de banken. Een fiscaal voordeel via de successierechten Steun voor muurisolatie Afbraakpremies voor woningen met slechte energieprestaties Op nog langere termijn (na 2013) zouden strengere normen toegepast worden. Minimale eisen zouden opgelegd worden. Woningen zonder dakisolatie, met enkel glas of oude ketel kunnen dan niet meer verkocht of verhuurd worden. De minister voorzag in de begroting 2007 7 miljoen € voor dit energierenovatieprogramma. Voor 2008 is 10 miljoen € begroot. Ondertussen heeft de Vlaamse regering via internationale klimaatfondsen al wel voor 52 miljoen euro aan buitenlandse uitstootkredieten aangekocht. Dit geld kan beter in eigen land aan het energiezuiniger maken van het woningbestand besteed worden. Evaluatie van Groen! 1. Men kan de doelstellingen van de minister bezwaarlijk super ambitieus noemen. Eigenlijk streeft ze ernaar dat in alle Vlaamse woningen het minimum aan energiebesparingsinvesteringen zou gebeuren : het isoleren van het dak, het steken van dubbel glas, het vervangen van een verouderde ketel. Dan spreek je nog lang niet over echt energiezuinige huizen. Maar het zal allicht een gevoelige verbetering zijn t.o.v. de situatie vandaag. 2. Veel zwaarder weeg het feit dat er geen enkele garantie is dat deze minimale doelstelling ook effectief zal bereikt worden. De maatregelen en middelen die de minister wil inzetten volstaan in het geheel niet. Ze kan haar belofte niet waar maken. In feite betrouwt ze vooral op de federale maatregelen (de fiscale aftrek voor energiebesparingsinvesteringen). Het is zeker een goede zaak dat er een premie voorzien wordt voor mensen die te weinig belasting betalen om energiebesparingsinvesteringen te kunnen aftrekken. Dat is zo veel als een sociale correctie op de federale maatregel. 3. De energierenovatiepremie voor weinig of niet belastingplichtigen die de minister wil invoeren voor wie weinig of geen belastingen betaalt, zou de doelgroep van huurders en laaggeschoolden, inz. lage inkomensgroepen niet bereiken. Dat stelt de SERV in haar advies. De minister zou het nieuwe premiestelsel koppelen aan de federale belastingsvermindering en aan de premies van netbeheerders. Maar van beide is bewezen dat ze de doelgroep niet bereiken : er speelt een soort Matteüseffect en de administratielast wordt nodeloos opgevoerd wat zeker ook deze groep van minder kapitaalkrachtigen extra afschrikt. Er blijft een probleem van voorfinanciering : het zal immers enkele maanden duren voor men de premie ontvangt. Meer behoeftige gezinnen worden doorverwezen naar de regeling via de het federale Fonds ter
Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). En waarom zou men geen beroep kunnen doen, zo vraagt de SERV zich af, op een vergelijkbare premie voor energieaudits, het plaatsen van thermostatische kranen of zonneboilers? Hier blijft alleen een fiscale aftrek mogelijk : de discriminatie blijft dus bestaan. Hoeveel mensen juist voor de regeling in aanmerking komen, is totaal onduidelijk. Het zou om 5 tot 10% van alle Vlaamse gezinnen kunnen gaan. Hoe dan ook lijkt de voorziene 5 miljoen € ontoereikend. De SP.a neemt een deel van de kritiek van de SERV over en pleit voor een rechtstreekse korting op de factuur. 4. De minister kondigde aan dat ze wou werken met energierenovatiekredieten. Bij nader inzien blijkt dat de grote banken dergelijke formules al aanbieden. Wil men niet passeren via de private kredietinstellingen, dan kan men in principe terecht bij het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). De uitdaging blijft om de nu „slapende‟ 50 miljoen € van dit Fonds wakker te maken en effectief in te zetten voor goedkope energiebesparingsleningen. Dat zou in theorie moeten gebeuren via lokale entiteiten (samenwerkingsverbanden met het OCMW) die energiebedrijven zo ver moeten krijgen dat ze energie-investeringen doen bij mensen die deze nadien via de besparingen op hun factuur kunnen terugbetalen. Groen! pleit voor een drastische vereenvoudiging van dit systeem : de OCMW‟s zouden de coördinatie kunnen opnemen. Zodat dit systeem van renteloze energieleningen echt operationeel wordt. 5. Op langere termijn wil de minister aan alle woningen minimale energieprestatienormen opleggen, dus niet alleen aan de nieuwe woningen, ook aan de oude. De invoering van een verplicht energieprestatiecertificaat bij verhuur of verkoop van woningen, loopt hierop vooruit. Straks kunnen huizen zonder geïsoleerd dak of dubbel glas of zonder nieuwe ketel niet meer verhuurd of verkocht worden. Maar als iedereen verplicht wordt om deze investeringen te doen, is het niet meer dan billijk dat ook voor iedereen de mogelijkheid bestaat om daarvoor de nodige ondersteuning te krijgen. Anders kan een dergelijke verplichting voor sommigen bijzonder zwaar gaan doorwegen. Niet alle huiseigenaars of mensen die hun eigendom (moeten) verkopen behoren tot de meest vermogenden. Soms is een kleine woning het enige vermogen waar mensen over beschikken. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
De bouwsector wil verder gaan : sneller renoveren – efficiënter bouwen De bouwsector is veel groener dan de minister. De Vlaamse Confederatie van de Bouw (VCB) is niet zo optimistisch als de minister. Op basis van een studie van 3E samen met de provinciale Hogeschool Limburg in opdracht van Isoterra (een collectief van bouwmateriaalproducenten) komt het VCB tot de conclusie dat de CO2-uitstoot van woningen tegen 2020 niet zal dalen, als de energieprestaties van nieuwe woningen niet sterk verbeteren. En als de energiezuinige renovatie van bestaande woningen niet zwaar wordt opgedreven. En als ten slotte de aanmoediging van hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen niet veel sterker aangemoedigd wordt. Het totale woningpark in ons land stoot eind 2007 17,5 % meer CO2 uit
dan in het referentiejaar 1990. Met een „bussiness-as-usual”-scenario met slechts enkele maatregelen (in feite wat nu gepland is) komen we nog altijd uit op 14% van in 1990. Onder meer omdat er de komende jaren nog heel wat huizen zullen bijkomen. Conclusie van het Rapport 2 Het woningenpark in België bestaat op dit moment voor 60% uit woningen, gebouwd voor 1980. Deze gebouwen zijn grote tot zeer grote energieverbruikers en hebben bijgevolg een grote impact op de totale CO 2 uitstoot. Daarnaast is meer dan 70% van de woningen groter dan 65m² en is één op drie woningen een open bebouwing. Voor 2020 merken we een positieve evolutie op energetisch vlak naar kleinere woningen en ook het aantal flats neemt gestaag toe. Dit betekent dat het gemiddelde energieverbruik per woning daalt. Het totaal aantal wooneenheden neemt echter toe ten gevolge van het stijgende aantal huishoudens. Tussen 2005 en 2020 wordt een toename van 11% verwacht. Tussen 1990 en 2020 betekent dit 1 519 975 extra woningen of een toename van 47% ten opzichte van 1990. Onder deze omstandigheden een reductie van -20% verwezenlijken is reeds niet eenvoudig. Deze opgave wordt nog zwaarder wanneer men zich ervan gewist dat we op dit moment pas een stagnatiefase bereikt hebben. Tussen 1990 en 2000 steeg de CO2 emissie verder met 9.9%. Daarna wordt de toename kleiner om uiteindelijk over te gaan naar een dalende trend. In 2005 bevinden we ons op de top van deze curve en staan we klaar om de afdaling in te zetten. De stijging tussen 1990 en 2005 zorgt ervoor dat de “-20%” doelstelling nog verder van ons verwijderd ligt. Om in 2020 dit doel te bereiken zijn dus grondige en dringende maatregelen nodig. Deze maatregelen kunnen samengevat worden in twee complementaire richtlijnen. De eerste betreft het verwezenlijken van een renovatiegraad groter dan 50% wanneer geen doelgerichte renovatie beoogd wordt en minstens groter dan 30% wanneer specifiek de oudste gebouwen geviseerd worden. De tweede betreft het optrekken van het energieprestatieniveau. Nieuwbouw woningen zouden minstens 30% beter moeten presteren dan op dit ogenblik wettelijk voorgeschreven wordt (streefdoel E60-E70), terwijl energiebesparende renovaties een E80 moeten vooropstellen. Voor isolatie betekent dit K-peilen gelijk aan K20 voor nieuwbouw en K35 voor renovatie. Voor de installaties betekent dit dat het gebruik van condenserende ketels en warmtepompen gestimuleerd moet worden. Daarnaast is het stimuleren van niet-vergunde energiebesparende ingrepen en hernieuwbare energie belangrijk. Als afzonderlijke, alleenstaande maatregelen voldoen ze niet om een reductie van -20% te verwezenlijken, maar in combinatie met de voorgaande richtlijnen versterken ze de dalende trend zodat de doelstellingen sneller en met minder extreme maatregelen te bereiken zijn.
In het Vlaams Parlement achtte ook Peter Wouters, Directeur Ontwikkeling en Valorisatie van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) de verstrenging van de energieprestatienorm van E 100 naar E 80 perfect mogelijk, mits dit voldoende op tijd aangekondigd wordt. Hij verwees daarbij naar de Nederlandse regelgeving.3
2
3E, CO2 EMISSION REDUCTION OPTIONS IN THE FUTURE BUILDING STOCK - SCENARIO'S FOR STRATEGY DEVELOPMENT, 17 JAN. 2008, P. 47 3
Hoorzittingen over Klimaatbeleid, mei 2007 – Vlaams Parlement, Stuk 1291 (2006-2007) - Nr 1.
Bijlage 1
Bijlage 2 Geïnstalleerde capaciteit zonnepanelen per hoofd
< www.epia.org Als je de geïnstalleerde capaciteit aan zonnestroom bekijkt per hoofd van de bevolking, komt het groothertogdom Luxemburg op de eerste plaats met 51W, dan Duitsland met 37W, Oostenrijk met 3,5W, Nederland met 3W, Spanje met 2.7, Cyprus met 1, Italië met 0.99, Finland met 0.77, Griekenland met 0.6 en Zweden met 0.54 W per persoon.
Bijlage 3 Geïnstalleerd vermogen per inwoner (in Watt en in vierkante centimeter) Het geïnstalleerd vermogen aan netgekoppelde zonnepanelen eind 2006 in kW én geïnstalleerd vermogen per inwoner in W/inwoner en in cm2/inwoner :
3.673
0,6
49 cm2
14.0494
2,3
187 cm2
Nederland
51.226
3
242 cm2
Duitsland
3.063.000
37
2.973 cm2
23.603
51
4.165 cm2
3.418.480
7,4
604 cm2
Vlaanderen
Luxemburg EUROPA
Zie : Photovoltaic Energy Barometer – EurObserv‟ER http://www.energies-renouvelables.org/observ-er/stat_baro/observ/baro178.pdf
4
cijfer voor 2007 – alle andere cijfers zijn van 2006
Bijlage 4 PV capaciteit nodig voor 1% stroom van de zon
Bijlage 5 Potentieel aan zonnestroom door dichte bebouwing
REGIONAL DIFFERENCES OF THE PV ELECTRICITY PRODUCTION IN EU25 COUNTRIES Marcel Suri, Thomas A. Huld, Ewan D. Dunlop European Commission - DG Joint Research Centre, Institute for Environment and Sustainability, Renewable Energies Unit
Bijlage 6 Jobs gecreëerd door hernieuwbare energie in Duitsland
BIJLAGE 7. Inzet van middelen uit de bestaande energiefonds
- zet geld om in groene jobs Eerst en vooral is er het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Recent bleek dat er nog maar één enkele energielening is toegewezen. De uitdaging blijft om de nu „slapende‟ 50 miljoen € van dit Fonds wakker te maken en effectief in te zetten voor goedkope energiebesparingsleningen. Dan is er het Kyotofonds dat werd opgericht door de programmawet van 24 december 2002 : het fonds werd gefinancierd door een gedeelte van de federale bijdrage op de tarieven voor het electriciteitstransport. Aanvankelijk was het de bedoeling om er vooral energie-efficiënte investeringen mee te subsidiëren. Maar in de praktijk werd het meeste geld gereserveerd voor de aankoop van vervuilingsrechten in het buitenland. In plaats van geld uit te geven aan de aankoop van vervuilingsrechten in het buitenland, kunnen we veel beter investeren in onze eigen economie. Dat kan als de overheid sterke impulsen geeft aan een grootschalig programma voor energierenovatie in de bouw. Ten slotte is er het Stookoliefonds dat recent nog eens aangevuld werd. Hier is ons bezwaar dat hzet toekennen van stookoliecheques absoluut geen duurzame oplossing is. Het si veel beter te investeren in het energiezuiniger maken van de woningen waarin kansarmen wonen. Groen! wil alle bestaande fondsen rond energie en klimaat samenvoegen in één enkel sociaal klimaatfonds dat investeert in structurele oplossingen om de energiefactuur te drukken en niet in nep- oplossingen zoals stookoliecheques. De bestaande en op kosten van de consument afgeschreven energiecentrales (kerncentrales en kolencentrales) moeten federaal flink belast worden en de opbrengst daarvan kan best verdeeld worden over de gewesten zodat direct kan geïnvesteerd worden in de 3 E‟s : energiebesparing, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.
Financiering Ecologisch Bouwprogramma INKOMSTEN
(miljoen €)
KLIMAATFONDS 4. Geld dat nu gaat naar de aankoop emissiekredieten (KYOTO-Fonds) 5. FRGE 6. Stookoliefonds
50
100 45
Deel opbrengst veiling emissierechten bedrijven
150
Taks op afgeschreven kerncentrales in het kader van het uitstapscenario – deel gewestelijk aandeel
100
UITGAVEN
(miljoen €)
Verlaging registratierechten Renteloze leningen energierenovatie huurders
250
Ecologiesteun hernieuwbare energie Top Runner Programma 7. Ecoboni energiezui-nig bouwen (E < 60) 8. Ecoboni Energiezui-nige apparaten
50
45 100