MONITEUR BELGE — 15.10.2009 — BELGISCH STAATSBLAD
67845
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
F. 2009 — 3525 (2009 — 3445) [2009/22487] 20 SEPTEMBRE 2009. — Arrêté royal portant approbation de la modification des statuts de « Encare Allocations familiales ASBL ». — Erratum
N. 2009 — 3525 (2009 — 3445) [2009/22487] 20 SEPTEMBER 2009. — Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van « Encare Kinderbijslag VZW ». — Erratum
Au Moniteur belge du 7 octobre 2009, p. 66194, acte n° 2009/204337, texte néerlandais : - Article 2, deuxième alinéa, il faut lire : « De vereniging, opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, draagt de benaming « Mensura Kinderbijslag » VZW in het Frans « Mensura Allocations familiales » ASBL. De Nederlandse en Franse benamingen kunnen samen of afzonderlijk gebruikt worden. »; - Après l’article 4, texte français, il faut lire : « Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 20 septembre 2009. »
In het Belgisch Staatsblad van 7 oktober 2009, bl. 66194, akte nr. 2009/204337, Nederlandse tekst : - Artikel 2, tweede alinea, moet gelezen worden als volgt : « De vereniging, opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, draagt de benaming « Mensura Kinderbijslag » VZW in het Frans « Mensura Allocations familiales » ASBL. De Nederlandse en Frans benamingen kunnen samen of afzonderlijk gebruikt worden. »; - Na artikel 4, Nederlandse tekst, moet gelezen worden : « Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 20 september 2009. »
* MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L’ENVIRONNEMENT
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
F. 2009 — 3526 (2002 — 1006) [2009/22489] 14 JANVIER 2002. — Arrêté royal relatif à la qualité des eaux destinées à la consommation humaine qui sont conditionnées ou qui sont utilisées dans les établissements alimentaires pour la fabrication et/ou la mise dans le commerce de denrées alimentaires. — Erratum
N. 2009 — 3526 (2002 — 1006) [2009/22489] 14 JANUARI 2002. — Koninklijk besluit betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt. — Erratum
Au Moniteur belge n° 93 du 19 mars 2002, deuxième édition, acte n° 2002/22096, il faut lire : A la page 11446, texte néerlandais, tableau II. Exigences minimales concernant les paramètres chimiques, septième ligne (Paramètre Bore), troisième colonne (unité) : « mg/l » à la place de « µg/l ».
In het Belgisch Staatsblad nr. 93 van 19 maart 2002, tweede uitgave, akte nr. 2002/22096, moet gelezen worden : Blz. 11446, Nederlandse tekst, tabel II. Minimale eisen betreffende de chemische parameters, 7e lijn (Parameter Boor), 3e kolom (eenheid) : « mg/l » in plaats van « µg/l ».
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2009 — 3527 [2009/204578] 24 JULI 2009. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de samenstelling en de werking van de stuurgroep GDI-Vlaanderen en van de GDI-raad De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Gelet op het GDI-decreet van 20 februari 2009, artikel 7 en 8; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2009; Gelet op advies nr. 46.896/3 van de Raad van State, gegeven op 16 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Stuurgroep GDI-Vlaanderen Artikel 1. § 1 De Stuurgroep GDI-Vlaanderen, hierna de stuurgroep te noemen, bestaat uit effectieve leden en plaatsvervangende leden. Alle leden van de stuurgroep zijn deskundigen op het domein van geografische informatie en overheidsaangelegenheden. § 2. De stuurgroep is samengesteld uit volgende effectieve leden : 1o dertien vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid onder wie ten minste vier vertegenwoordigers uit de intern of extern verzelfstandigde agentschappen, van wie : a) een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Bestuurszaken; b) twee vertegenwoordigers van het beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, onder wie één vertegenwoordiger van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen; c) een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;
67846
MONITEUR BELGE — 15.10.2009 — BELGISCH STAATSBLAD d) een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Financiën en Begroting; e) een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Internationaal Vlaanderen; f) een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Landbouw en Visserij; g) twee vertegenwoordigers van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie; h) twee vertegenwoordigers van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; i) twee vertegenwoordigers van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; 2o drie vertegenwoordigers van de gemeenten en de districten, van de andere gemeentelijke instellingen, met inbegrip van de verenigingen zonder winstoogmerk waarin één of meer gemeenten minstens de helft van de stemmen in één van de beheerorganen heeft of de helft van de financiering voor haar rekening neemt, van de verenigingen van gemeenten, van de samenwerkingsvormen en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, op voordracht van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten; 3o één vertegenwoordiger van de Vlaamse provincies, van de andere provinciale instellingen, met inbegrip van de verenigingen zonder winstoogmerk waarin één of meer provincies minstens de helft van de stemmen in één van de beheerorganen heeft of de helft van de financiering voor haar rekening neemt, van de verenigingen van provincies, op voordracht van de Vereniging van de Vlaamse Provincies; 4o één vertegenwoordiger van de Vlaamse onderwijsinstellingen op voordracht van de Vlaamse Onderwijsraad; 5o een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatieinfrastructuur, die het voorzitterschap van de stuurgroep waarneemt. § 3 Voor elke vertegenwoordiger vermeld in paragraaf 2 wordt een plaatsvervangend lid voorzien. De plaatsvervanger van de voorzitter is één van de vertegenwoordigers vermeld in punt 1 tot en met 4 en wordt aangeduid door de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur. § 4 Het lidmaatschap van de stuurgroep is onverenigbaar met : 1o een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, een Vlaamse provincieraad en een Vlaamse gemeenteraad; 2o het ambt van minister, staatssecretaris, gouverneur, lid van een bestendige deputatie, burgemeester, schepen en hun kabinetsleden. Art. 2. De leden van de stuurgroep worden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, benoemd voor een termijn van vijf jaar. De leden van de stuurgroep kunnen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, ontslagen worden op eigen verzoek of om ernstige redenen. Art. 3. De afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering bij het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid zorgt voor het secretariaat van de stuurgroep. Art. 4. De stuurgroep stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie infrastructuur. HOOFDSTUK II. — GDI-raad Art. 5. § 1. De GDI-raad is samengesteld uit deskundigen inzake geografische informatie onder wie : 1o twaalf vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers uit het maatschappelijk middenveld meer bepaald : a) drie vertegenwoordigers van de geo-ICT-sector op voordracht van Agoria; b) een vertegenwoordiger van de kabel- en leidingnetbeheerders op voordracht van de GRB-raad; c) een vertegenwoordiger van de landmeters op voordracht van de koepelorganisaties landmetersverenigingen; d) een vertegenwoordiger van het verenigingsleven op voordracht van FLAGIS VZW; e) een vertegenwoordiger van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen; f) een vertegenwoordiger van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen; g) een vertegenwoordiger van de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen; h) een vertegenwoordiger van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed; i) een vertegenwoordiger van de Strategische Adviesraad Wonen; j) een vertegenwoordiger van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie; 2o drie onafhankelijke deskundigen. § 2. Als de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie nog niet definitief is samengesteld bij een eerste samenstelling van de GDI-raad kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie infrastructuur, een vertegenwoordiger voor de desbetreffende sector aanstellen. Art. 6. De effectieve leden en de plaatsvervangende leden van de GDI-raad worden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, benoemd voor een termijn van vijf jaar. Onder de effectieve leden wordt een voorzitter aangeduid door de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur. De effectieve leden en de plaatsvervangende leden kunnen door Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, ontslagen worden op eigen verzoek of om ernstige redenen. Art. 7. Het lidmaatschap van de GDI-raad, is onverenigbaar met : 1o een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, een Vlaamse provincieraad en een Vlaamse gemeenteraad; 2o het ambt van minister, staatssecretaris, gouverneur, lid van een bestendige deputatie, burgemeester, schepen en hun kabinetsleden;
MONITEUR BELGE — 15.10.2009 — BELGISCH STAATSBLAD 3o het ambt van personeelslid van diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, van een provincie, van een gemeente of district, van de andere gemeentelijke en provinciale instellingen, met inbegrip van de verenigingen zonder winstoogmerk waarin één of meer gemeenten of provincies minstens de helft van de stemmen in één van de beheerorganen heeft of de helft van de financiering voor haar rekening neemt, van de verenigingen van provincies en gemeenten, van de samenwerkingsvormen, van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van de polders, van de kerkfabrieken en van de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten; 4o het ambt van personeelslid van het Vlaams Parlement en de bij het Vlaams Parlement opgerichte diensten. Art. 8. § 1. De GDI-raad beraadslaagt collegiaal over de uit te brengen adviezen, volgens de procedure van consensus. Als geen consensus kan worden bereikt, wordt gestemd en wordt de stemmenverhouding in het advies vermeld. Er kan een minderheidsnota aan het advies worden toegevoegd. § 2. De GDI-raad stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur. Art. 9. De afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering bij het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid zorgt voor het secretariaat van de GDI-raad. Art. 10. § 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, stelt de GDI-raad uit eigen beweging of op zijn verzoek alle informatie ter beschikking die noodzakelijk is voor de adviesopdracht. § 2. De GDI-raad kan de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest verzoeken om de nodige technische toelichting te verschaffen. HOOFDSTUK III. — Slotbepaling Art. 11. Artikel 7 en 8 van het GDI-decreet van 20 februari 2009 treden inwerking op datum van inwerkingtreding van dit besluit. Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 24 juli 2009. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2009 — 3527 [2009/204578] 24 JUILLET 2009. — Arrêté du Gouvernement flamand portant la composition et le fonctionnement du groupe de pilotage GDI-Vlaanderen et du conseil GDI Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 20; Vu le décret GDI du 20 février 2009, notamment les articles 7 et 8; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 25 mai 2009; Vu l’avis no 46 896/3 du Conseil d’Etat, donné le 16 juillet 2009, en application de l’article 84, § 1er, alinéa premier, 1o, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre-Président du Gouvernement flamand; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Groupe de pilotage GDI-Vlaanderen Article 1er. § 1er Le groupe de pilotage GDI-Vlaanderen, dénommé ci-après « groupe de pilotage » est composé de membres effectifs et de membres suppléants. Tous les membres du groupe de pilotage sont des experts en informations géographiques et affaires publiques. § 2. Le groupe de pilotage est composé des membres effectifs suivants : 1o treize représentants de l’Autorité flamande, parmi lesquels au moins quatre représentants des agences autonomisées internes ou externes, dont : a) un représentant du « beleidsdomein Bestuurszaken » (domaine politique des Affaires administratives); b) deux représentants du ″beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid″ (domaine politique des Services pour la Politique générale du Gouvernement), parmi lesquels un représentant de la « Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen » (Agence des Informations géographiques de la Flandre); c) un représentant du « beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie » (domaine politique de l’Economie, des Sciences et de l’Innovation); d) un représentant du « beleidsdomein Financiën en Begroting » (domaine politique des Finances et du Budget); e) un représentant du « beleidsdomein Internationaal Vlaanderen » (domaine politique des Affaires étrangères); f) un représentant du « beleidsdomein Landbouw en Visserij » (domaine politique de l’Agriculture et de la Pêche); g) deux représentants du « beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie » (domaine politique de l’Environnement, de la Nature et de l’Energie); h) deux représentants du « beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken » (domaine politique de la Mobilité et des Travaux publics);
67847
67848
MONITEUR BELGE — 15.10.2009 — BELGISCH STAATSBLAD i) deux représentants du « beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed » (domaine politique de l’Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier); 2o trois représentants des communes et des districts, des autres institutions communales, y compris les associations sans but lucratif au sein desquelles une ou plusieurs communes ont au moins la moitié des voix dans un des organismes de gestion ou prennent la moitié du financement à leur charge, des associations de communes, des formes de coopération et des centres publics d’aide sociale, sur la proposition de la « Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten » (Association des Villes et Communes flamandes); 3o un représentant des provinces flamandes, des autres institutions provinciales, y compris les associations sans but lucratif au sein desquelles une ou plusieurs provinces ont au moins la moitié des voix dans un des organismes de gestion ou prennent la moitié du financement à leur charge, des associations de provinces, sur la proposition de la « Vereniging van Vlaamse Provincies » (Association des Provinces flamandes); 4o un représentant des établissements d’enseignement flamands, sur la proposition du ″Vlaamse Onderwijsraad″ (Conseil flamand de l’Enseignement); 5o un représentant du Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique, qui assume la présidence du groupe de pilotage. § 3 Un membre suppléant est prévu par représentant visé au paragraphe 2. Le suppléant du président est un des représentants visés aux points 1 à 4 inclus et est désigné par le Ministre flamand chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique. § 4 La qualité de membre du groupe de pilotage est inconciliable avec : 1o un mandat au Parlement européen, à la Chambre des Représentants, au Sénat, au Parlement flamand, au Conseil de Bruxelles-Capitale, à un conseil provincial flamand et à un conseil communal flamand; 2o la fonction de ministre, de secrétaire d’état, de gouverneur, de membre d’une députation permanente, de bourgmestre, d’échevin et de leurs membres de cabinet. Art. 2. Les membres du groupe de pilotage sont nommés pour une durée de cinq ans par le Ministre flamand chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique. Les membres du groupe de pilotage peuvent être licenciés par le Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique, sur leur propre demande ou pour des raisons graves. Art. 3. Le « afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering » (Service d’Encadrement du Gouvernement flamand) au sein du ″departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid″ (département des Services pour la Politique générale du Gouvernement) assure le secrétariat du groupe de pilotage. Art. 4. Le groupe de pilotage établit son règlement d’ordre intérieur et le soumet à l’approbation du Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique. CHAPITRE II. — Conseil GDI er
Art. 5. § 1 . Le conseil GDI est composé d’experts en informations géographiques dont : 1o douze représentants et leurs suppléants en provenance de la société civile, notamment : a) trois représentants du secteur de l’ICT géographique sur la proposition d’Agoria; b) un représentant des gestionnaires des réseaux de câbles et de canalisations, sur la proposition du conseil GRB; c) un représentant des géomètres sur la proposition des organisations de coordination des associations de géomètres; d) un représentant de la vie associative sur la proposition de FLAGIS VZW; e) un représentant du ″Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen″ (Conseil flamand de l’Environnement et de la Nature); f) un représentant du ″Mobiliteitsraad van Vlaanderen″ (Conseil de Mobilité de la Flandre); g) un représentant du « Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen » (Conseil socio-économique de la Flandre); h) un représentant du ″ Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed ″ (Conseil consultatif stratégique pour l’Aménagement du Territoire et pour le Patrimoine immobilier); i) un représentant du ″ Strategische Adviesraad Wonen ″ (Conseil consultatif stratégique pour le Logement); j) un représentant du ″Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie″ (Conseil flamand pour les Sciences et l’Innovation); 2o trois experts indépendants. § 2. Lorsque le « Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie ″ n’a pas encore été constitué à titre définitif à l’occasion d’une première composition du conseil GDI, le Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique, peut désigner un représentant pour le secteur concerné. Art. 6. Les membres effectifs et les membres suppléants du conseil GDI sont nommés pour une durée de cinq ans par le Ministre flamand chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique. Le Ministre flamand chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique désigne un président parmi les membres effectifs. Les membres effectifs et les membres suppléants peuvent être licenciés par le Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique, sur leur propre demande ou pour des raisons graves. Art. 7. La qualité de membre du conseil GDI est inconciliable avec : 1o un mandat au Parlement européen, à la Chambre des Représentants, au Sénat, au Parlement flamand, au Conseil de Bruxelles-Capitale, à un conseil provincial flamand et à un conseil communal flamand; 2o la fonction de ministre, de secrétaire d’état, de gouverneur, de membre d’une députation permanente, de bourgmestre, d’échevin et de leurs membres de cabinet; 3o la fonction de membre du personnel de services, institutions et personnes morales ressortissant à la Communauté flamande ou à la Région flamande, d’une province, d’une commune ou d’un district, des autres institutions communales et provinciales, y compris des associations sans but lucratif au sein desquelles une ou
MONITEUR BELGE — 15.10.2009 — BELGISCH STAATSBLAD plusieurs communes ou provinces ont au moins la moitié des voix dans un des organismes de gestion ou prennent la moitié du financement à leur charge, des associations de provinces et de communes, des formes de coopération, des centres publics d’aide sociale, des polders, des fabriques d’église et des institutions chargées de la gestion du temporel des cultes reconnus; 4o la fonction de membre du personnel du Parlement flamand et des services créés auprès du Parlement flamand. Art. 8. § 1er. Le conseil GDI délibère de façon collégiale des avis à émettre, selon la procédure du consensus. A défaut de consensus, on procède au vote, et le rapport des voix est mentionné dans l’avis. Une note minoritaire peut être jointe à l’avis. § 2. Le conseil GDI établit son règlement d’ordre intérieur et le soumet à l’approbation du Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique. Art. 9. Le « afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering » au sein du ″departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid″ assure le secrétariat du conseil GDI. Art. 10. § 1er. Le Ministre flamand, chargé du développement d’une infrastructure d’information géographique, met à la disposition du conseil GDI toutes les informations nécessaires à sa mission de conseil, soit de sa propre initiative, soit à la demande du conseil. § 2. Le conseil GDI peut demander aux membres du personnel des services, institutions et personnes morales ressortissant à la Communauté flamande ou à la Région flamande de fournir les informations techniques nécessaires. CHAPITRE III. — Disposition finale Art. 11. Les articles 7 et 8 du décret « GDI » du 20 février 2009 entrent en vigueur à la date d’entrée en vigueur du présent arrêté. Art. 12. Le Ministre flamand qui a le développement d’une infrastructure d’information géographique dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 24 juillet 2009. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS
* VLAAMSE OVERHEID N. 2009 — 3528 [C − 2009/35964] 24 JULI 2009. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor het studiegebied textiel De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, artikel 24, § 1, artikel 179bis, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009, en artikel 181, gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008;
Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 26 februari 2008; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 3 februari 2009; Gelet op protocol nr. 692 van 24 april 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergaderingen van sectorcomité X en van de onderafdeling ″Vlaamse Gemeenschap″ van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; Gelet op protocol nr. 458 van 24 april 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs; Gelet op advies 46.705/1 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Ter uitvoering van artikel 24, § 1, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs worden de opleidingsprofielen voor de modulaire structuur van het studiegebied textiel, dat behoort tot het secundair volwassenenonderwijs, vastgelegd in bijlage I en II, die bij dit besluit zijn gevoegd. Art. 2. De opleidingsprofielen, vermeld in artikel 1, worden uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geëvalueerd. De resultaten van die evaluatie worden besproken met de stuurgroep, vermeld in artikel 2, 42°, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. Art. 3. Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat onderwijsbevoegdheid heeft voor de lineaire opleiding montage van textielmachines BSO 3, vermeld in bijlage III bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, heeft vanaf 1 april 2009 ook onderwijsbevoegdheid voor de modulaire opleiding kwaliteitswisselaar platweverij. Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2009. Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 24 juli 2009. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET
67849