MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 3441 [C − 2007/36104] 15 JUNI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende de samensmelting van de Polder Ghistel-Oost-overde-Waere, de Groote West-Polder, de Snaeskerke Polder, de Polder van de Watering van Vladslo-Ambacht en de Polder van Zandvoorde tot een nieuwe polder met als naam ″Middenkustpolder″ en houdende de opheffing van de Keygnaert Polder en de Sinte Catharina Polder De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders, inzonderheid artikel 2, 6 en 7; Gelet op de inwerkingtreding van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, waardoor de polders en wateringen in Vlaanderen een nieuwe taakomschrijving hebben gekregen; Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones; Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1960 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de Watering van den Keygnaert Polder werd omgevormd tot de Keygnaert Polder; Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1960 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de Watering Sinte Catharina Polder werd omgevormd tot de Sinte Catharina Polder; Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1960 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de Watering Ghistel-Oost-over-de-Waere werd omgevormd tot de Polder Ghistel-Oost-overde-Waere; Gelet op het koninklijk besluit van 3 januari 1961 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de Groote West-Watering werd omgevormd tot de Groote West-Polder; Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1960 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de watering Snaeskerke Polder werd omgevormd tot de Snaeskerke Polder; Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1960 waarbij het reglement van orde - onder voorbehoud - werd goedgekeurd en waardoor de Watering van Vladsloo-Ambacht werd omgevormd tot de Polder van de Watering van Vladslo-Ambacht, op dit ogenblik bekend onder de naam Polder van Vladslo-Ambacht; Gelet op het koninklijk besluit van 9 mei 1960 waarbij het reglement van orde werd goedgekeurd en waardoor de Watering van de Zandvoordepolder werd omgevormd tot de Polder van Zandvoorde; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de stad Oostende werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Middelkerke werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Nieuwpoort werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Diksmuide werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Gistel werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Koekelare werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Ichtegem werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Jabbeke werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het openbaar onderzoek dat van 1 tot 31 maart 2007 in de gemeente Oudenburg werd georganiseerd en tijdens hetwelk geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het gunstig advies van de betrokken polders namelijk de Keygnaertpolder, de Sinte-Catharina polder, de polder Ghistel-Oost-over-de-Waere, de Groote West-polder, de Snaeskerkepolder, de Polder Vladslo-Ambacht (op voorwaarde dat alle polders een evenredige vertegenwoordiging krijgen in het nieuwe polderbestuur) en de Zandvoordepolder; Gelet op het gunstig advies van de aanpalende polders namelijk de Nieuwe Polder van Blankenberge, de Polder Noordwatering Veurne en de Polder Bethoostersche Broecken; Gelet op het gunstig advies dat op 26 april 2007 werd uitgebracht door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen; Overwegende dat er meerdere polders gelegen zijn op het grondgebied van de gemeenten Oostende, Middelkerke, Nieuwpoort, Diksmuide, Gistel, Koekelare, Ichtegem, Oudenburg en Jabbeke, en deze gemeenten er belang bij hebben - in het gebied van de middenkust - in één enkele polder opgenomen te worden; Overwegende dat het gebied van de Middenkust een complexe afwatering kent, waarbij het water zowel via de kunstwerken van Nieuwpoort als Oostende wordt afgevoerd en waarbij ook het Kanaal van Plassendale een centrale rol vervult; Overwegende dat het grondgebied van zowel de Keygnaert Polder als de Sinte Catharina Polder anno 2006 vooral bestaat uit verstedelijkt woon- en industriegebied;
41707
41708
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Overwegende dat in de beide polders geen problemen bestaan inzake afwatering en dat een beheer als polder niet vereist is; Overwegende dat door de opheffing van de Keygnaert Polder en de Sinte Catharina Polder het beheer van de respectievelijke geklasseerde waterlopen toekomt aan de beheerders zoals bepaald in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; Overwegende dat de patrimonia van de af te schaffen polders voor doeleinden van openbaar bestuur moeten blijven dienen en zij bijgevolg niet voor verdeling onder de ingelanden kunnen in aanmerking genomen worden; Overwegende dat de samenvoeging van bestaande polders tot één grote, leefbare polderentiteit een maatregel van algemeen belang is, die ertoe strekt de nieuw gevormde eenheid, zowel op het financiële als administratieve vlak, als op het gebied van uitvoering van werken, tot een grotere efficiëntie en een verdere professionalisering te brengen; Overwegende dat de voorliggende samensmelting van polders bijdraagt tot administratieve vereenvoudiging voor lagere overheden zoals gemeenten en provincie en bijdraagt tot een betere dienstverlening aan de burgers; Overwegende dat de vijf samen te voegen polders allen gelegen zijn binnen eenzelfde deelbekken; Overwegende dat de billijkheid en de rechtvaardigheid vereisen dat het benoemde personeel - alsook het contractueel personeel - van de samen te smelten en af te schaffen polders wordt overgenomen door de nieuwe polder, en dit met behoud van hun rechten en plichten, naar analogie met de bepalingen van de CAO 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van rechten van werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge overgang van onderneming; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 31 mei 2007; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Er wordt een nieuwe polder - genaamd Middenkustpolder - opgericht. De omschrijving van deze polder wordt aangeduid op het plan als bijlage 1. Deze polder ontstaat na samensmelting van de Polder Ghistel-Oost-over-de-Waere, de Groote West-Polder, de Snaeskerke Polder, de Polder van de Watering van Vladslo-Ambacht en de Polder van Zandvoorde. Ze worden opgeheven vanaf de datum van het van kracht worden van het reglement van de nieuwe polder. Art. 2. De Keygnaert Polder en de Sinte Catharina Polder, zoals aangeduid op het plan in bijlage 2, worden opgeheven. Art. 3. De nieuwe polder is de rechtsopvolger te algemene titel, van de in artikel 1 opgesomde polders. In die hoedanigheid neemt de nieuwe polder het integrale vermogen, bestaande uit alle goederen, rechten, schuldvorderingen en schulden over van de in artikel 1 opgesomde polders. Het vermogen van de in artikel 2 vermelde polders, bestaande uit al hun goederen, rechten, schuldvorderingen en schulden, wordt gevoegd bij het vermogen van de nieuwe polder. Art. 4. De personeelsleden die, op de datum van het van kracht worden van de nieuwe polder statutair - of contractueel - tewerkgesteld zijn in de af te schaffen en samen te smelten polders, gaan over naar deze nieuwe polder. Deze overgang gebeurt met behoud van : — de administratieve, geldelijke, en schaalanciënniteit; — de salarisschaal en functionele loopbaan waarop zij desgevallend aanspraak konden maken volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overgang; — de reglementair toegekende vergoedingen en toelagen waarop zij aanspraak konden maken volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overgang. Bovenstaande elementen zijn ten persoonlijke titel en zijn uitdovend vanaf het ogenblik dat het geheel van salaris en reglementair toegekende vergoedingen en toelagen bij de nieuwe polder gunstiger zouden zijn. De overgang naar de nieuwe polder, is voor de individuele contractuele personeelsleden afhankelijk van hun akkoord. Art. 5. Dit besluit treedt in werking vanaf de datum van het van kracht worden van het reglement van de nieuwe polder dat dient gebaseerd te zijn op het voorbeeld van reglement dat door de Bestendige Deputatie ter beschikking wordt gesteld. Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 15 juni 2007. De Minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS
41709
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 3441
[C − 2007/36104]
15 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant fusion du Polder ″Ghistel-Oost-over-de-Waere″, du ″Groote West-Polder″, du ″Snaeskerke Polder″, du Polder de la Wateringue de ″Vladslo-Ambacht″ et du Polder de ″Zandvoorde″ en un nouveau Polder dénommé ″Middenkustpolder″ et portant abrogation du ″Keygnaert Polder″ et du ″Sinte Catharina Polder″ Le Gouvernement flamand, Vu la loi du 3 juin 1957 relative aux polders, notamment les articles 2, 6 et 7; Vu l’entrée en vigueur du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l’eau par lequel les polders et wateringues en Flandre ont obtenus de nouvelles affectations; Vu l’arrêté royal du 23 janvier 1958 fixant l’entrée en vigueur de la loi relative aux wateringues et de la loi relative aux polders et délimitant les zones polderiennes; Vu l’arrêté royal du 6 octobre 1960 approuvant - sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″van den Keygnaert Polder″ a été transformée en ″Keygnaert Polder″; Vu l’arrêté royal du 6 octobre 1960 approuvant - sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″van den Keygnaert Polder″ a été transformée en ″Keygnaert Polder″; Vu l’arrêté royal du 6 octobre 1960 approuvant - sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″Ghistel-Oost-over-de-Waere″ a été transformée en ″Polder Ghistel-Oost-over-de-Waere″; Vu l’arrêté royal du 3 janvier 1961 approuvant - sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″Groote West-Watering″ a été transformée en ″Groote West-Watering Polder″; Vu l’arrêté royal du 6 octobre 1960 approuvant – sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″Snaeskerke Polder″ a été transformée en ″Snaeskerke Polder″; Vu l’arrêté royal du 6 octobre 1960 approuvant – sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″Vladsloo-Ambacht″ a été transformée en Polder de la Wateringue de ″Vladslo-Ambacht″, actuellement connue sous le nom ″Polder de Vladslo-Ambacht″; Vu l’arrêté royal du 9 mai 1960 approuvant – sous réserve - le règlement d’ordre et par lequel la Wateringue ″Zandvoordepolder″ a été transformée en ″Polder de Zandvoorde″; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la ville d’Oostende et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Middelkerke et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Nieuwpoort et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Diksmuide et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Gistel et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Koekelare et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune d’Ichtegem et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de Jabbeke et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’enquête publique organisée du 1er au 31 mars 2007 dans la commune de D’Oudenburg et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’avis favorable des polders concernés, notamment le ″Keygnaertpolder″, le ″Sinte-Catharina polder″, le polder ″Ghistel-Oost-over-de-Waere″, le ″Groote West-polder″, le ″Snaeskerkepolder″, le Polder ″Vladslo-Ambacht″ (à condition que tous les polders obtiennent une représentation proportionnelle dans la nouvelle administration des polders) et le ″Zandvoordepolder″; Vu l’avis favorable des polders avoisinants, notamment le ″Nieuwe Polder van Blankenberge″, le Polder ″Noordwatering Veurne″ et le Polder ″Bethoostersche Broecken″; Vu l’avis favorable émis le 26 avril 2007 par la députation permanente de la province de Flandre Occidentale; Considérant que plusieurs polders sont situés sur le territoire des communes d’Oostende, Middelkerke, Nieuwpoort, Diksmuide, Gistel, Koekelare, Ichtegem, Oudenburg et Jabbeke, et que ces communes ont intérêt — dans la zone de la côte centrale — à être reprises dans un seul polder;
41710
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Considérant que la zone de la Côte centrale se caractérise par un écoulement complexe des eaux par lequel les eaux sont évacuées tant par les œuvres d’art d’Ostende que celles de Nieuwpoort et dans lequel le canal de Plassendale joue un rôle central; Considérant qu’en 2006 le territoire de tant le ″Keygnaert Polder″ que du ″Sinte Catharina Polder″ consiste principalement en zones résidentielles urbanisées et industrielles; Considérant que dans les deux polders il n’existe pas de problème en matière d’écoulement des eaux et qu’une administration de polder n’est pas exigée; Considérant que par l’abrogation du ″Keygnaert Polder″ et du ″Sinte Catharina Polder″, la gestion des cours d’eau respectifs classés revient aux gestionnaires tel que fixé par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables; Considérant que les patrimoines des polders à abroger doivent continuer à servir des fins d’administration publique et qu’ils ne peuvent par conséquent pas être pris en considération pour une répartition entre les riverains; Considérant que la fusion des polders existants en une seule grande entité de polder viable constitue une mesure d’intérêt général visant à créer pour cette nouvelle entité une efficacité améliorée et un professionnalisme continué, tant sur le plan financier et administratif qu’en matière d’exécution de travaux; Considérant que la présente fusion de polders contribue à une simplification administrative pour les autorités subordonnées telles que les communes et les provinces ainsi qu’à un meilleur service vis-à-vis des citoyens; Considérant que les cinq polders faisant l’objet de la fusion envisagée sont tous situés dans le même bassin partiel; Considérant que l’équité et la justice exigent que le personnel statutaire — ainsi que le personnel contractuel — des polders à fusionner et des polders à abroger, est repris par le nouveau polder, et ce avec maintien de leurs droits et obligations, en analogie aux disposition du CCT 32bis du 7 juin 1985 concernant le maintien des droits des travailleurs en cas de changement d’employeur du fait d’un transfert conventionnel d’entreprise; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 31er mai 2007; Sur la proposition du Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : Article 1er. Il est créé un nouveau polder, dénommé ″Middenkustpolder″. La description du polder en question est indiquée sur le plan en annexe Ire. Ce polder est créé après fusion du ″Polder Ghistel-Oost-over-de-Waere″, du ″Groote West-Polder″, du ″Snaeskerke Polder″, du Polder de la Wateringue ″Vladslo-Ambacht″ et du ″Polder van Zandvoorde″. Ils sont abrogés à partir de la date de l’entrée en vigueur du règlement du nouveau Polder. Art. 2. Le ″Keygnaert Polder″ et le ″Sinte Catharina Polder″, tels qu’indiqués sur le plan en annexe 2, sont abrogés. Art. 3. Le nouveau polder est le successeur en droits à titre général des polders énumérés à l’article 1er. En cette qualité, le nouveau polder reprend le patrimoine intégral, comprenant tous les biens, droits, créances et dettes des polders énumérés à l’article 1er. Le patrimoine des polders visés à l’article 2, comprenant tous les biens, droits, créances et dettes, sont joints au patrimoine du nouveau polder. Art. 4. Les membres du personnel qui, à la date de l’entrée en vigueur du nouveau polder, sont employés statutairement — ou contractuellement — par les polders à abroger et à fusionner, sont transférés au nouveau polder. Cette transition se fait avec maintien : — de l’ancienneté administrative, pécuniaire et barémique; — de l’échelle barémique et de la carrière fonctionnelle auxquelles ils pouvaient prétendre le cas échéant suivant la règlementation existant au moment de leur transition; — des indemnités et allocations règlementairement accordées auxquelles ils pouvaient prétendre suivant la règlementation existant au moment de leur transition. Les éléments précités sont à titre personnel et extinctifs à partir du moment que l’ensemble du salaire et des indemnités et allocations règlementairement accordées auprès du nouveau polder seraient plus favorables. En ce qui concerne les membres du personnel contractuels, la transition au nouveau polder dépend de leur accord. Art. 5. Le présent arrêté produit ses effets à partir de la date de l’entrée en vigueur du règlement du nouveau polder qui doit être basé sur l’exemple du règlement mis à la disposition par la Députation permanente. Art. 6. Le Ministre flamand ayant l’environnement et la politique des eaux dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 15 juin 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, K. PEETERS
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD
41711
41712
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD
41713
41714
MONITEUR BELGE — 10.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD