Zondag 5 april 2015
Voorganger: ds. Carolien Cornelissen Lector: zr. Ida Wassenaar Organist: Wim Brunsveld Gemeentekoor o.l.v. Aike Roodenburg Dienstdoende kosters: zr. Evelien en dhr. Jan Niemantsverdriet
Vanaf 9:45 uur is er gelegenheid tot stilte en inkeer ter voorbereiding op de dienst.
Gods liefde doet ons opstaan
Orgelspel – gevolgd door een moment van stilte
++++++++++++++++++ SAMENROEPEN Welkom Aansteken van de kaarsen Zingen: lied 636: 1 Liefde is licht, opnieuw geboren (staande) Het koor zingt couplet 1 voor, daarna allen Bemoediging Zingen: lied 636: 2 en 3
(hierna gaan de kinderen naar de kinderdienst en gaat de gemeente zitten)
Stilte en gebed Zingen: koor: Tjebje Pojem (D. Bortnianski) Tjébjè Pojem Tjébjè pojem Tjébjè blagoslavim. Tjébjè blagodarim, Gôspodi. I molimtisja Bôženaš.
Vertaling: U zingen wij toe, U zegenen wij. U danken wij, Heer. En U smeken wij, onze God.
HOREN Eerste bijbellezing: Johannes 20:1-18 Zingen: lied 634 U zij de Glorie Tweede bijbellezing: 1 Johannes 2: 7-11 Zingen: Jezus, u bent het licht (3x)
Overweging Stilte Orgelspel DELEN Zingen: Lied 285 Het licht is ons voorgegaan. Gebeden (voorbeden / stil gebed / Onze Vader, tekst staat voorin het liedboek) Open ruimte (o.m. eventuele mededelingen en inbreng van de kinderen) Zingen: Lied 608: De steppe zal bloeien koor couplet 1, allen couplet 2 en 3 (staande) De steppe zal bloeien 1. De steppe zal bloeien, de steppe zal lachen en juichen. De rotsen die staan van de dagen der schepping, staan vol water, maar dicht, de rotsen gaan open. Het water zal stromen, het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken. De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien, de steppe zal lachen en juichen. 2. De ballingen keren, zij keren met blinkende schoven. Die gingen in rouw tot aan de einden der aarde, één voor één, en voorgoed, die keren in stoeten. Als beken vol water, als beken vol toesnellend water, schietend omlaag van de bergen. Met lachen en juichen – die zaaiden in tranen, die keren met lachen en juichen.
3. De dode zal leven. De dode zal horen: nu leven. Ten einde gegaan en onder stenen bedolven, dode, dode, sta op, het licht van de morgen. Een hand zal ons wenken, een stem zal ons roepen: Ik open hemel en aarde en afgrond. En wij zullen horen en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.
Uitzending en zegenbede Gezongen Amen
Orgelspel, collecte +++++++++++++++
Mededelingen • Collecte: de collecte is voor Stichting Omduw, Oecumenisch Diakonaal werk in de stad Utrecht. • Na de dienst is er koffie en thee in de gemeentezaal. Iedereen is van harte welkom.
Agenda: • Volgende dienst: zondag 12 april 2015, voorganger: Ds. Henriëtte van Dunné. • Op Zondag 12 april vanaf 11.30 tot 13.15 uur is er ledenvergadering. • Woensdag 8 april 10.00 uur is er de Bijbelkring Utrecht in de Tuinkamer. • Donderdag 9 april 18.30 uur is er Praten en Proeven in de Tuinkamer. • Zaterdag 11 april van 10.00 tot 22.00 uur is er Spelletjesdag in de DGU. Ook zullen er gedurende de dag lekkernijen worden verkocht. De opbrengst komt ten goede aan Dopersduin in Schoorl. Verdere informatie kunt u verkrijgen bij Annette Koops, via
[email protected] of bellen naar 0648638651.
Surrexit Christus O, Surrexit Christus, alleluia! O, Cantate Domino, alleluia!
Vertaling: De Heer is opgestaan, halleluja! Zing tot de Heer, halleluja!
Zusters en broeders, De Opstanding uit de dood is wetenschappelijk bezien dwaasheid en voor de moderne mens aanstootgevend. De historische bronnen zijn naar wetenschappelijke maatstaven onvoldoende en dubieus. Vanuit medisch‐ wetenschappelijk oogpunt is opstaan uit de dood onmogelijk. Voor de moderne mens is wat niet wetenschappelijk onderbouwd en aangetoond kan worden onzin. En toch. Het is Pasen vandaag en wij vieren het feest van de Opstanding. Een man met de naam Jezus liep op aarde rond. Hij bezag zijn medemensen met liefdevolle ogen. Hij genas zieken, richtte gebogenen op, bracht vreugde aan treurenden. Hij werd opgepakt, gemarteld en gedood. Zijn vrienden legden hem met liefdevolle handen in een graf. Ze dekten het graf toe met een steen. De warmte van Gods liefde wekte hem, deed hem opstaan in een nieuw leven. Zoals de warmte van de zon het zaad dat sterft in de aarde wekt en doet opstaan tot een stengel, een bloem. Waarom zou je het lichaam van een mensenkind niet in de aarde kunnen zaaien? God en liefde. Ook met die woorden weet de wetenschap geen raad. Niet wetenschappelijk aan te tonen, ongrijpbaar. Liefde is dwaas, dat zal ieder die liefde heeft ervaren kunnen beamen, en soms is liefde aanstootgevend. En God? Ook die is dwaas en stuit velen tegen de borst. Liefde en God. Je kunt ze niet zien, niet meten. En toch. Je ziet het effect dat ze op mensen hebben. Liefde en God bestaan wel. Maar hoe is dat te bevatten? Opstanding, God, Liefde. Het is alleen te begrijpen als je anders leert kijken. Zien als met nieuwe ogen. Kijken met het licht van Gods ogen. Zo keek Jezus. Met de ogen van God. Daardoor zagen de mensen God in Jezus’ ogen. Ze zagen Gods licht, Gods liefde, Gods warmte, waarmee Jezus keek naar de wereld, de mensen, de dieren. Hij kwam als Redder van de wereld. ‘God redt’ betekende zijn naam: Jezus, Jehosjoea. Maar hoe redt God? Mensen hebben daar zo hun voorstelling van. De mens lijdt. Onder onrecht, onvrede, ziekte en dood, pijn en verdriet. De mens roept tot God vanuit de diepten van zijn nood, of God hem redden wil uit zijn ellende. God kan dat. God is immers de Almachtige, de Alomtegenwoordige en de Algoede. Red ons, God. Red ons, uit de duisternis van ons bestaan. Zo riepen de mensen tot Jezus, in wiens ogen ze God zagen. Red ons. Maar de redding die hij bracht, was zo anders dan ze verwacht hadden. Geen slag met een almachtige vuist. Geen goddelijk vuur uit de hemel om de boosdoeners uit te roeien. Geen paradijs dat onder engelengezang uit de hemel neerdaalt. Geen hemelse legerschaar om de bezetter mores te leren. Nee, machteloos sterft hij aan het kruis. Niet bij machte om het lot naar zijn hand te zetten. Het kwaad heeft overwonnen. Nog is de wereld donker, nog gaan de bloemen en mensen dood. Is alles dan mislukt? Kan God ons niet helpen in onze nood? Om dat te kunnen begrijpen, moeten we anders leren zien. Jezus opent ons daarvoor de ogen. God redt ons niet van buitenaf met macht en kracht. Maar hij staat naast ons in onze nood. Hij geeft ons kracht en moed om door het donkere dal van de schaduwen des doods voort te gaan. Hij draagt ons als we zelf niet meer verder kunnen. Op die manier deelt God in ons lijden. Hij lijdt samen met ons, maar ook vanwege ons, door wat hij in zijn schepping ziet gebeuren. De wereld die hij goed geschapen had. De mens die hij goed geschapen had, zeer goed zelfs. Maar nu?
Mensen staan onverzoenlijk tegenover elkaar. De een onderdrukt de ander. Bedreigt hem, doodt hem. Eén ander, twee, of nog veel meer. De methoden en wapens worden steeds geavanceerder. We zouden zelfs met één druk op de knop de halve wereldbevolking kunnen uitroeien. Ook in het klein gaat het mis. Mensen pesten elkaar, zitten elkaar dwars. Uit jaloezie, eigenbelang. Uit angst om tekort te komen, niet gezien te worden, gekwetst te worden. Er is zoveel leed in de wereld. Zoveel wat niet goed is. De menselijkheid wordt geweld aan gedaan. De schepping vernield en gebroken. God lijdt om al het leed in de wereld. Hij blijkt niet de Almachtige, maar de Al‐lijdende te zijn. Dat is aanstootgevend, dwaas. Dat is niet de gebruikelijke voorstelling van God. Het prikt en schuurt, want het lijden van God roept ons op om mét hem het lijden van de aarde en haar bewoners met liefde te bezien. Om mee te lijden met de lijdenden. Durf je met hem neer te zitten en door zijn ogen de wereld te zien? Het lijden van de wereld op je te nemen? Dat is wat Jezus deed. Hij zag het lijden van de wereld en de mensen. Met liefdevolle ogen en handen verlichtte hij hun lot. Hij genas zieken, richtte terneergedrukten op, gaf blinden nieuwe ogen, doven nieuwe oren. Hij ging tot het uiterste. Hij bleef doorgaan om Gods liefde uit te strooien in de wereld, tot zijn dood aan het kruis, waar hij in zijn lijf het lijden onderging. Maar de mensen begrepen het niet. Uit angst, om hun positie, hun macht, eigenbelang, het vaderland, hun leven, of wat dan ook, om al die redenen zagen mensen in Jezus een bedreiging. Ze zagen niet dat juist in hem Gods liefde oplichtte. Ze konden het niet zien, verblind als ze waren. Het is geruststellend om dit verhaal in de verleden tijd te vertellen. Zíj waren het, toen en daar, die niet zagen dat het licht van Gods liefde in Jezus leefde. Wij zouden het anders doen. Toch? Het vraagt moed om naar onszelf te kijken en naar de wereld waarin we nú leven. Hoe anders zijn wij? Wat begrijpen we echt van Jezus? Het vraagt een nieuwe blik. Het is Jezus Christus zelf die ons leert om anders te kijken. Naar onszelf, naar de ander, naar God. Jezus leert ons om anders te kijken en daardoor anders te handelen, anders te leven. Geen leven meer waarin we onszelf centraal stellen; niet onze eigen positie, ons eigen belang, onze angsten. Ons oude ik, de dingen die we in het verleden verkeerd hebben aangepakt, vervelende trekjes, mislukkingen, dat alles mogen we wegleggen, begraven. De warmte van Gods liefde zal ons ‘ik’ tot nieuw leven wekken. Net zoals Jezus mogen wij opstaan in een nieuw leven. Nieuwe mensen mogen we worden, die leven in het licht van Gods liefde. Geraakt door Gods liefde en licht, zullen we leven vanuit dat lieve licht. Onze blinde ogen gaan open. We zien onze medemensen nu met ogen van liefde, in plaats van met ogen van angst, wantrouwen en haat. Dan gaat het licht schijnen, verdwijnt het duister. Het is een oeroud verhaal, maar nieuw tegelijk, omdat het iedere dag opnieuw gebeurt. Mensen staan op, gaan zien, gaan leven, gaan liefhebben. Het is het verhaal van Jezus Christus, in wiens ogen Gods liefde oplichtte. Vanuit dat lieve licht leefde hij, strooide licht uit voor anderen. Hij was blij met wie blij waren, treurde met de treurenden, leed als de lijdenden. Hij stierf zoals alle stervelingen sterven. Maar de duisternis van de dood kon hem niet vasthouden. Gods lieve licht is sterker dan de dood. De warmte van Gods liefde wekte hem en opnieuw stond hij op, in Gods eeuwig licht. Op de ochtend dat hij was opgestaan, kwam Maria Magdalena naar het graf. Het schemerde, de wereld was nog niet helemaal verlicht. Ze kijkt en ziet: het graf is leeg. Ze is ontzet. Tranen lopen over haar wangen en verblinden haar ogen. Ze ziet een tuinman, denkt ze. Maar de tranen en de schemer verhinderen haar goed te zien.
Dan doet Jezus zoals hij heel zijn leven had gedaan. Hij immers gaf blinden het gezicht, opende doven hun oren. Weer doet hij dat. “Maria”, zegt hij. En Maria’s oren gaan open, haar blindheid verdwijnt. Ze ziet hem. Herkent hem door de liefde van God die uit zijn ogen straalt. Rabboeni! Ze wil hem vastpakken, vasthouden. Natuurlijk wil ze dat! Net als Maria, zouden we het liefst Jezus willen vasthouden, vastpakken. We willen hem omlijnen, omschrijven. We zouden hem het liefst in een doosje willen doen zodat we hem altijd bij de hand hebben. Dan kunnen we hem laten zien aan anderen: Kijk, zó is Jezus. Maar als we hem in een doosje stoppen, kan zijn licht niet in de wereld schijnen. Daarom zegt hij: Houd me niet vast. Vasthouden en opbergen is niet onze opdracht. De opdracht die hij ons meegeeft, is: Sta op en ga mijn verhaal vertellen aan mijn broeders en zusters, aan alle mensen. Ga en vertel het verhaal van Jezus Christus, met woorden en in daden. Laat het licht van Gods liefde toe in je ogen. Leef Gods liefde. Zit neer met de lijdenden. Richt de gebogenen op. Geef mensen die verblind zijn door verdriet nieuw zicht. Vertel mensen die zijn vastgelopen in hun leven een nieuw verhaal. Dit is zijn opdracht aan ons. Wij mogen mensen zijn die nieuw zijn opgestaan in een nieuw leven. Gewekt door Gods liefde. Christus is ons voorgegaan, door de dood heen. Zo heeft hij de wereld van Gods licht en liefde voor ons geopend. Zo heeft hij ons met nieuwe ogen leren kijken. Laten wij daarom opstaan en net als hij Gods liefde uitstrooien om de wereld te verlichten voor alle mensen. Laten we opstaan. Ja, dat is dwaas, misschien wel aanstootgevend. Maar wat is het waar en mooi. Amen