Pedagogisch Beleidsplan BSO de Boerderij
Kenmerk: 06-2014 RJ/GM
Inhoud Pedagogisch beleid 1. Doel pedagogisch beleid en werkplan 2. Visie 3. Opvoedingsdoel 4. Pedagogisch handelen 5. Christelijke identiteit 6. Pedagogische doelstelling 7. Doelstelling van BSO de boerderij 8. De pedagogische basisdoelen 9. Normen en waarden Pedagogisch werkplan (het handelen) 1. De deskundige pedagogische medewerkers en uw kind 2. Samen werking ouders – pedagogisch medewerkers 3. Medewerkers anders dan de pedagogische medewerker 4. Kennismakingsgesprek, wennen en afscheid nemen 5. Groepsvorming 6. Groepsindeling 7. Groepsgrootte/ kind-leidster-ratio 8. Algemene dagindeling 9. Soort opvang 10. Het starten en eindigen van de dag 11. Samenvoegen van de stamgroepen 12. Verlaten van de vaste stamgroepen 13. Achterwacht 14. Voeding 15. Gezondheid en ziektes 16. Medicatie 17. activiteiten planning gericht op ontwikkeling 18. kinderen met een beperking 19. signalen en doorverwijzen 20. oudercontacten 21. oudercommissie 22. klachten procedure 23. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid 24. Vier-ogen-principe 25. vervoer 26. vermoeden van kindermishandeling 27. Feest! en bijzondere feestdagen 28. Inrichting, inventaris en materiaal 29. Gebouw 30. Beroepsgeheim 31. Voertaal
1
Doel Pedagogisch beleid en werkplan
Het pedagogisch werkplan heeft als doel de ouders van de kinderen die onze bso bezoeken te informeren. In ons pedagogisch beleid verantwoorden we hoe we omgaan met de kinderen en zorg dragen voor de gezonde ontwikkeling van uw kind. Daarnaast biedt het de medewerkers van bso de Boerderij een houvast tijdens hun pedagogisch handelen, zowel voor zichzelf als naar elkaar. Het werkplan dient als hulpmiddel de pedagogische kwaliteit te bewaken en te waarborgen binnen de bso. Als ouder is het belangrijk te weten op welke wijze er door de leidsters op de bso wordt omgegaan met de kinderen en op welke manier er door hen inhoud, vorm en structuur wordt geboden. Het beleid biedt: - richtlijnen voor het dagelijks handelen - een leidraad voor leidsters, leidinggevenden, nieuwe medewerkers en bestuur - ouders een duidelijk beeld ten aanzien van het dagelijks handelen. Het beleid heeft de functie: - van het realiseren van de doelstellingen op termijn. - van controle en evaluatiemiddel - van communicatiemiddel naar ouders en andere instellingen waar mee samen wordt gewerkt. Het pedagogisch beleidsplan is voor de toekomst een goed hulpmiddel om de kwaliteit te bewaken en indien nodig bij te stellen. Het kan worden gezien als een goed basisinstrument. Het pedagogisch beleid geeft het kader aan en het werkplan is de invulling hiervan.
2 Visie We geloven dat ieder mens een uniek schepsel door God geschapen is met eigen gaven,
mogelijkheden en een specifiek karakter. Dat alles maakt iemand tot een eigen persoonlijkheid. Kinderen zijn afhankelijk en beïnvloedbaar. Volwassenen zijn verantwoordelijk voor de wijze van opvoeden. In de Bijbel lezen we dat kinderen belangrijk zijn in Gods ogen. Daarom willen we hen met respect benaderen. 3 Opvoedingsdoel Wij willen in samenspraak met de ouder(s) een kind zo opvoeden dat het later als volwassene zelfstandig in het leven kan staan. Ieder kind is bij ons welkom, ongeacht de levensovertuiging. 4 Pedagogisch handelen Basisbegrippen van waaruit wij handelen zijn: liefde en geborgenheid, gezag, respect, verantwoordelijkheid en gehoorzaamheid. Wij menen dat deze zaken in de opvoeding van kinderen nodig zijn om hen op te laten groeien tot zelfstandige evenwichtige personen. 5 Christelijke identiteit De kinderen die onze bso bezoeken, krijgen te maken met 2 verschillende aspecten. De wereld van thuis en de wereld van bso de boerderij. Binnen bso de boerderij werken wij vanuit de Protestants Christelijke identiteit. Wij zien de God uit de Bijbel en de Bijbel als onze inspiratiebron . Vanuit die bron willen we de kinderen op onze bso met liefde helpen, leren en vertellen. Dat doen we o.a. door met elkaar te bidden, te zingen en te luisteren naar een verhaal uit de (kinder) Bijbel of aansluitend prentenboek. Door kinderen bij ons te laten opvangen accepteert men ons werken van uit deze christelijke identiteit. 6 Pedagogische doelstelling Door het kind naar de bso te brengen kiest de ouder/verzorger voor opvang in een groep. Voor het kind betekent dit een andere omgeving met andere mogelijkheden dan in de thuissituatie. Voor kinderen is onze bso een plaats om elkaar te ontmoeten en te leren kennen, met elkaar te spelen. Maar ook zullen ze leren om rekening met elkaar te moeten houden en van elkaar te leren door ervaringen op te doen die anders zijn dan in de thuissituatie. De ruimte in de bso is speciaal voor kinderen ingericht en biedt vaak meer of andere mogelijkheden tot spelen dan de thuissituatie. In de bso wordt gericht aandacht besteedt aan de individuele ontwikkeling van ieder kind: taal, huiswerk, creatief spel, het oefenen van vaardigheden, zelfstandigheid, het tonen van respect voor elkaar, het ontdekken van de eigen mogelijkheden en het omgaan met regels en grenzen. De bso biedt daardoor aan ouders een verbreding van de opvoedingssituatie. Door deze verbreding van de opvoedingssituatie krijgen meer mensen dan alleen de ouders/verzorgers met het kind te maken. De ouders mogen van de leidsters een zekere ondersteuning bij de opvoeding verwachten. Ondersteuning in de zin van betrokkenheid bij het kind en indien ouders daaraan behoefte hebben, meedenken met de ouders inzake opvoedingsvragen. Dit meedenken krijgt gestalte in diverse overlegvormen en is wederzijds; ook de leidster kan ondersteuning van de ouder nodig hebben. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kinderen tijdens hun afwezigheid goed verzorgd en begeleid worden en dat de ruimte waarin de kinderen verblijven aantrekkelijk, veilig en schoon is. Tevens mogen zij verwachten dat er met zorg met hun kinderen wordt omgegaan; dat zij met vragen, opmerkingen, wensen en klachten bij de
pedagogische medewerker terecht kunnen en dat zij voldoende geïnformeerd worden. Samengevat betekent kinderen opvangen in onze bso: een opvoedingssituatie door meer verzorgers en een andere omgeving met andere mogelijkheden. Het wordt zo een aanvulling op de opvoedingsactiviteiten van de ouders/verzorgers. Een kind moet zich kunnen ontplooien in de bso. Kinderen opvangen in een bso groep betekent meer dan “gezellig bezig zijn met kinderen”. Om een basis te leggen voor het pedagogisch beleid hebben we uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn een kader voor alle pedagogisch handelen en voor het leefklimaat in onze bso. Uitgangspunten Ieder kind heeft recht op respect. Dat wil zeggen dat het serieus wordt genomen en dat het kan rekenen op begrip en verdraagzaamheid. Elk kind is een uniek individu en dient als zodanig te worden geaccepteerd en gewaardeerd. Ieder kind heeft de behoefte en het recht zijn mogelijkheden te onderzoeken om zich te ontwikkelen tot een vrij en zelfstandig mens. Om zich te kunnen ontwikkelen is het noodzakelijk dat een kind zich veilig en vertrouwd voelt en weet dat de leidster beschikbaar is wanneer het kind haar nodig heeft. Daardoor krijgt het kind zelfvertrouwen wat weer leidt tot het verlangen en zoeken naar nieuwe uitdagingen, naar een grotere zelfstandigheid. Ieder kind heeft de behoefte en het recht op aandacht van een volwassene die in de behoeftes van het kind voorziet. Het kind heeft behoefte aan voeding, genegenheid en verzorging. Ieder kind heeft individuele aandacht en zorg nodig, waarbij het belang van de groep als geheel niet uit het oog verloren wordt. Het individu mag niet lijden onder de groep en de groep mag niet lijden onder het individu. Door het oefenen in zelf doen groeit het zelfvertrouwen en zelfstandigheid maar wanneer dit niet lukt moet het kind op de pedagogisch medewerker kunnen terug vallen, de pedagogisch medewerker die het begrijpt en de kans krijgen het weer opnieuw te proberen. 7 Doelstelling van BSO de boerderij De doelstelling van bso de Boerderij is het bieden van kinderopvang, waarbij zoveel mogelijk wordt gestreefd naar een huiselijke sfeer waar kinderen zichzelf kunnen zijn, zich veilig voelen en zich hierdoor optimaal kunnen ontwikkelen. Waar de kinderen met plezier naar toe gaan en waar ouders hun kinderen met een gerust hart achter laten. 8
De pedagogische basis doelen Bestaan uit 4 kerndoelen: Het stimuleren van sociale – emotionele ontwikkeling. Het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling Het bieden van een veilige omgeving Het overdragen van normen en waarden op basis van onze christelijke identiteit. Het stimuleren van en gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale emotionele competenties.
Binnen onze bso groep stimuleren wij kinderen en krijgen ze de ruimte en de kans om kennis en vaardigheden te ontwikkelen de belangrijk zijn voor de contacten met anderen; zoals communiceren, het aangaan van relaties, zich kunnen verplaatsen in anderen en conflicten oplossen. Hier zullen wij als pedagogisch medewerker handelen vanuit de bijbel en leren wat bijbels gericht goed en fout is. De sociale ontwikkeling kan door het veelvuldig contact met andere kinderen volop gestalte krijgen. Tevens biedt de bso de kinderen de gelegenheid vertrouwen te krijgen in meerdere en/of andere volwassenen. Het stimuleren van en gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Bij onze bso groep gaan wij uit van een positieve benadering van het kind en willen ieder kind de ruimte geven om zich te ontplooien tot open evenwichtige en zelfstandige mensen. Ieder kind wordt op een zodanige manier door ons gestimuleerd dat dit aansluit op zijn/haar behoeften. Kinderen krijgen de ruimte en de kans om kennis en vaardigheden en persoonskenmerken te ontwikkelen; zoals taal en denken en het vermogen om zelf problemen op te lossen. Het behoort tot de deskundigheid van de pedagogisch medewerker om kinderen op het juiste moment zodanig te stimuleren dat ze een stap vooruitgaan in hun persoonlijke ontwikkeling. Dit betekent dat wij naast het bieden van verzorging, individuele aandacht en veiligheid ook aandacht besteden aan spel, fantasie en expressie. Het bieden van veiligheid Binnen de bso groep creëren we een warme en huiselijke sfeer, waarbij alle kinderen zich veilig en geborgen voelen en ieder kind zichzelf kan zijn. Wij gaan ervan uit dat kinderen zich het prettigst voelen in een omgeving die duidelijk en voorspelbaar is, maar tegelijkertijd ook uitdaging biedt. Het hanteren van duidelijke huisregels, een herkenbare vaste dagindeling en rustmomenten zorgen voor die duidelijkheid en veiligheid. Daarnaast zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat ieder kind op een juiste manier geprikkeld wordt om nieuwe dingen te ontdekken en te leren. Het overdragen van normen en waarden op basis van onze christelijke identiteit Kinderen hebben al vroeg te maken met verschillend waarden en normen. In hun opvoeding thuis krijgt en kind waarden en normen mee. Dit geeft een kind duidelijkheid en houvast, omdat het steeds meer van de wereld leert begrijpen. Als het kind bij bso de boerderij komt, krijgt het te maken met de christelijke normen en waarden, deze kunnen anders zijn dan de thuissituatie. Kinderen staan over het algemeen open voor nieuwe dingen en nemen de gehanteerde christelijke normen en waarden over. Eerlijkheid, verdraagzaamheid, respect, liefde hebben voor elkaar en de omgeving zijn een aantal van onze waarden en normen die wij de kinderen mee willen geven. Deze 4 pedagogische basis doelen voor opvoeding zijn het uitgangspunt voor bso de boerderij.
9
Normen en waarden
Kinderen kopiëren gedrag en daarom vind bso de boerderij het erg belangrijk dat er duidelijke regels en afspraken zijn omtrent de christelijke normen en waarden die voor ons belangrijk zijn. De pedagogisch medewerkers horen zich ervan bewust te zijn dat ze een voorbeeldfunctie hebben en het christelijke voorbeeld mee te geven aan de kinderen. Waarden geven aan welke doelstellingen, gedragingen door mensen als goed of wenselijk worden beschouwd. Normen vertalen deze waarden in concrete gedragsregels en voorschriften waaraan mensen “horen” te “voldoen” Waarden verschillen per samenleving, per cultuur, ze veranderen in de loop van de jaren. Op bso de Boerderij zien we, in dit verband, de volgende aspecten als belangrijk. De manier van omgaan met elkaar, de relatie tussen de kinderen onderling en tussen kinderen en pedagogisch medewerkers werken we uit met de 6 onderstaande leefregels: We hebben respect voor God, onszelf en anderen. We helpen elkaar. We vertrouwen elkaar. We lachen elkaar niet uit. Niemand speelt de Baas. Niemand is en blijft zielig. Denk verder aan: Rekening houden met elkaar Begrip voor elkaars gevoelens Leren samenspelen/ samenwerken, kinderen leren van elkaars gedrag De kinderen leren van hetgeen ze bij de pedagogisch medewerkers waarnemen Zorg voor elkaar Samen zijn we verantwoordelijk Ruzie leren oplossen op een opbouwende manier Leren dat jouw gedrag gevolgen heeft voor de ander Samen spelen, samen opruimen Het tot zijn recht laten komen van ieder individueel kind in de groep. Denk hierbij aan: Rekening houden met de specifieke karaktereigenschappen van elk kind Rekening houden met de eigen gevoelens van elk kind Rekening houden met de reeds bereikte niveau van elk kind Rekening houden met de interesse en motivatie van elk kind om zich iets eigen te maken Rekening houden met de mate van stimulering, uitlokking die elk kind nodig heeft. Rekening houden met de sociale culturele achtergrond van elk kind Rekening houden met het recht op privacy van elk kind In een groep gaat het steeds om de persoonlijkheidsontwikkeling van meer dan 1 kind tegelijkertijd. Hierdoor is het nodig dat door middel van omgangsregels, er toch ook goed met anderen wordt samengewerkt.
PEDAGOGISCH WERKPLAN (het handelen) 1 De deskundige pedagogische medewerkers en uw kind BSO de boerderij zorgt ervoor dat elke pedagogisch medewerker geschoold wordt in de ontwikkelingsgerichte manier van werken. Onze pedagogisch medewerkers zijn dan ook deskundig in het begeleiden van de kinderen. Zij kennen en volgen de ontwikkeling van ieder kind op de voet en verplaatsen zich in de belevingswereld van het kind. Alle uitgangspunten die tot nu toe in het voorafgaande genoemd zijn, stellen zeer hoge eisen aan de pedagogisch medewerkers, wat betreft kennis, vaardigheden, beroepshouding en inzet. In geval van aanstelling van een nieuw pedagogisch medewerker besteden wij dan ook veel aandacht aan deze vereiste aspecten. Wij stellen een nieuw pedagogisch medewerker in de gelegenheid te laten zien wat zij te bieden heeft door haar te laten mee draaien met de groep, zodat wij ons een goed beeld van deze persoon kunnen vormen. Naast kennis, vaardigheden en beroepshouding letten wij tevens op de teamsamenstelling en streven wij naar een optimale positieve sfeer binnen het team. Pedagogisch medewerkers van bso de boerderij kijken niet alleen naar kinderen, maar luisteren, praten en spelen met hen. Ze stimuleren kinderen door te zorgen voor activiteiten en materialen, die aansluiten bij hun belangstelling, leeftijd en ontwikkeling. Onze bso roep hecht veel waarde aan een goed sociaal, psychologisch en emotioneel inzicht en vindt het belangrijk dat een pedagogisch medewerker inzicht heeft in christelijke pedagogiek en groepsprocessen. Kennis heeft op het gebied van veiligheid, verzorging, gezondheid, hygiëne en bedrijfshulpverlener (BHV). Dit is een vereiste, evenals kennis van de diverse ontwikkelingsaspecten )o.a. lichamelijke, sociale, emotionele ontwikkeling) van 4 - 12 jarigen. Voor wat betreft de vaardigheden van de pedagogisch medewerker vraagt de werkwijze van bso de boerderij, dat zij moeten kunnen signaleren wat zich binnen het team, de groep kinderen en bij de afzonderlijke kinderen afspeelt en dat zij hier op adequate wijze op kunnen reageren. Het belangrijkste aspect van de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers is het werken met kinderen in groepsverband. Zij hanteren de groepsregels. Het dagritme en de christelijke normen en waarden zoals gelden binnen bso de Boerderij zodanig dat ieder kind zich binnen die structuur en veiligheid zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. De pedagogisch medewerkers moeten daardoor goed kunnen luisteren, communiceren, zowel met elkaar, de kinderen als met de ouders. zij moeten met allen een vertrouwensband kunnen opbouwen. Ten slotte willen wij benadrukken dat de bso de volgende aspecten in de beroepshouding van de pedagogisch medewerkers van wezenlijk belang acht: - respect voor elkaar, - openheid, - eerlijkheid, - een positieve, warme en accepterende houding, - geduld, - consequent zijn, duidelijkheid en betrouwbaarheid,
-
flexibiliteit, discretie.
2 Samen werking ouders – pedagogisch medewerkers Wij werken met professionele, gediplomeerde leidsters op minimaal MBO niveau, die de kinderen zullen begeleiden in hun individuele ontwikkeling en in het samenleven in een groep. Hierbij houden wij de richtlijnen van het CAO-kinderopvang aan. Deskundigheid, motivatie en uitstraling zijn de basisfactoren van waaruit wij het team vaststellen. Wij gaan ervan uit dat de ouders primair verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en zorg van hun kind(eren). Op momenten dat een kind in de bso groep aanwezig is, nemen wij de verantwoordelijkheid tijdelijk van de ouders over. Hierbij willen wij onze zorg zoveel mogelijk laten aansluiten op de werkwijze en opvattingen van de ouders thuis. Deze moeten echter wel vallen binnen de grenzen van het pedagogisch beleid en de mogelijkheden van onze bso. Een goede communicatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders vinden wij van essentieel belang voor de optimale verzorging en opvoeding van de kinderen. Onder een goede communicatie verstaan wij een communicatie die wordt gekenmerkt door de volgende aspecten: - gelijkwaardigheid tussen pedagogisch medewerkers en ouders - wederzijds vertrouwen - openheid en eerlijkheid - veelvuldig overleg over de zorg en opvoeding van een kind Daarom vinden wij het ook belangrijk dat er sprake is van een goede samen -werking tussen de ouders en pedagogisch medewerkers. Ook in bredere zin achten wij een nauwe betrokkenheid van de ouders bij de bso wenselijk, bijvoorbeeld bij het organiseren van activiteiten en aandragen van ideeën ook ten aanzien van het beleid. BSO de Boerderij is een groep binnen een kleinschalige instelling, waardoor een grote betrokkenheid van en samenwerking met de ouders goed mogelijk is. Gedurende de opvangperiode van de kinderen gaan wij er vanuit dat de ouders een aantal rechten hebben, waaraan wij tegemoet willen komen. Wij denken dan aan: Het recht op informatie: over de opvang van het eigen kind evenals aangaande werkwijze en beleid van de bso groep, Het recht op bescherming van privacy, Het recht op een fatsoenlijke klachtenbehandeling: ouders hebben er recht op dat eventuele klachten serieus worden behandeld. Om dit in goede banen te leiden heeft bso de boerderij een klachtenprocedure ontwikkeld en zich aangesloten bij een klachtencommissie. Tegenover deze “rechten” staan vanzelfsprekend ook de “plichten” van de ouders. Voor een goede gang van zaken verwachten wij van de ouders dat zij zich houden aan de ‘huisregels’ en dat zij de pedagogische uitgangspunten, zoals deze in dit plan beschreven staan, onderschrijven. De ‘huisregels’ zijn een onderdeel van onze leveringsvoorwaarden. Wij hechten er alle waarde aan dat ouders tevreden zijn over de door ons gebonden opvang. Wij staan daarom altijd open voor reacties van ouders.
3
Medewerkers anders dan de pedagogische medewerker kunnen zijn: Groepshulpen Stagiaires vrijwilligers
Ook zetten wij binnen de bso groepshulpen, vrijwilligers en stagiaires in. Deze medewerkers werken groep ondersteunend binnen de bso. Groepshulp: Doel van de functie Het ondersteunen van de pedagogisch medewerker binnen de bso gebeurt door het uitvoeren van algemeen verzorgende taken en/of licht huishoudelijke werkzaamheden. Resultaatgebieden De groepshulp ondersteund in de volgende taken: • voert onder begeleiding van de pedagogisch medewerker verzorgende werkzaamheden uit, zoals gezamenlijk de maaltijd houden met de kinderen, i.d.n. bij het toiletgang, helpen bij het huiswerk maken, stimuleren van de zelfredzaamheid e.d. • voert licht huishoudelijke werkzaamheden uit ter ondersteuning van de pedagogisch medewerker. • houdt samen met de pedagogisch medewerker (s) toezicht op (buiten-)activiteiten. • begeleidt samen met de pedagogisch medewerker (s) kinderen tijdens uitstapjes buiten de bso groep. • Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Groepshulpen in opleiding, de BOL student Zij zullen in de loop van de opleiding stapsgewijs meer verantwoordelijkheden krijgen waardoor zij als gediplomeerd pedagogisch medewerker ingezet kunnen worden. Organisatorische positie De groepshulp dient inzicht te hebben in het dagprogramma om vandaaruit te handelen en vooruit te denken in hun taken om zo te zorgen dat het dagritme goed verloopt. Stagiaires: Doel van de functie Het ondersteunen (zij leren) van de pedagogisch medewerker binnen de bso groep en daar kennis van op te doen, door het uitvoeren van algemeen en naar mate de stage vordert, meer gerichter verzorgende taken en/of huishoudelijke werkzaamheden. De stagiaires zullen in hun stage verloop bij ons van school uit gerichte leer opdrachten moeten uitvoeren, waar ze ondersteund worden door een pedagogisch medewerker. Resultaatgebieden De stagiaire ondersteund in de volgende taken: • voert onder begeleiding van de pedagogisch medewerker verzorgende werkzaamheden uit, zoals gezamenlijk de maaltijd houden met de kinderen, i.d.n. bij het toiletgang, helpen bij het huiswerk maken, stimuleren van de zelfredzaamheid e.d. • voert huishoudelijke werkzaamheden uit ter ondersteuning van de pedagogisch medewerker. • houdt samen met de pedagogisch medewerker (s) toezicht op (buiten-)activiteiten.
• begeleidt samen met de pedagogisch medewerker (s) kinderen tijdens het dagprogramma, activiteiten en de uitvoering daarvan. • begeleidt samen met de pedagogisch medewerker (s) kinderen tijdens uitstapjes buiten het kinderdagverblijf. • neemt na uitnodiging (management) deel aan werkoverleg. • de stagiaire zal naar mate de stage vordert eigen inzicht creëren in het dagritme en de uitvoering daarvan. Onder toezicht van de pedagogisch medewerker zullen zij enkele malen hier zelfstandig leiding aan moeten geven. Organisatorische positie De stagiaire dient inzicht te hebben in het dagprogramma om vandaaruit te handelen en vooruit te denken in hun taken om zo te zorgen dat het dagritme goed verloopt. Vrijwilligers: Doel van de functie De vrijwilliger draagt geen verantwoording in de directe zorg voor kinderen. Zij bied wel ondersteuning op allerlei vlakken bv: voorlezen in de groep, spelen in de groep, huiswerk maken, samen eten in de groep en licht huishoudelijke werkzaamheden. Het ondersteunen van de pedagogisch medewerker binnen de bso groep door het uitvoeren van algemeen verzorgende taken en/of licht huishoudelijke werkzaamheden. Resultaatgebieden De vrijwilliger ondersteund in de volgende taken: • voert onder begeleiding van de pedagogisch medewerker licht verzorgende werkzaamheden uit, zoals het kinderen eten geven, boekjes lezen, spelen met de kinderen e.d. • voert licht huishoudelijke werkzaamheden uit ter ondersteuning van de pedagogisch medewerker. • houdt samen met de pedagogisch medewerker (s) toezicht op (buiten-)activiteiten. • begeleidt samen met de pedagogisch medewerker (s) kinderen tijdens uitstapjes buiten het kinderdagverblijf. • Neemt na uitnodiging (management) deel aan werkoverleg. Organisatorische positie De vrijwilliger dient inzicht te hebben in het dagprogramma om vandaaruit te handelen en vooruit te denken in hun taken om zo te zorgen dat het dagritme goed verloopt. 4 Kennismakingsgesprek, wennen en afscheid nemen De ouders kunnen tijdens het kennismakingsgesprek sfeer proeven hoe een dag er bij ons op de bso uitziet. Wanneer ouders voor hun schoolgaand kind op kennismakingsgesprek komen, dan kan het tijdens dit gesprek kennis maken met de bso groep waar hij/zij geplaatst gaat worden. * Het wennen op de bso groep gaat bij ons als volgt; een a twee weken voorafgaand aan de werkelijke startdatum kunnen ouders contact met ons opnemen om een afspraak te maken om een proef /wenmiddag (15:15 – 17:30u) voor uw kind af te spreken. * Het afscheid nemen van ouders is fijn als het niet langer duurt dan nodig is, waardoor het kind moeite kan krijgen om uiteindelijk afscheid te nemen van de ouder. Wij verwachten van de ouders altijd dat ze duidelijk zeggen dat ze weggaan en straks het kind weer komen halen. De leidster zal samen met het kind verder gaan in het
groepsproces en het programma wat er voor die dag loopt. Ze zal het kind het wegwijs maken op de bso. Ook zal de leidster het nieuwe kind introduceren binnen de groep en het in wennen in de groep in goede banen leiden. 5 Groepsvorming De keuze binnen onze bso groep is een keuze voor opvang van het kind in groepsverband. Kinderen leren hierdoor al vroeg en in zekere mate rekening met elkaar te houden. Om zich te kunnen ontwikkelen is het een voorwaarde dat de kinderen zich in de groep veilig en vertrouwd voelen. Het kind moet de kans krijgen om een band op te bouwen met de leidsters en de groepsgenootjes. Die gelegenheid scheppen wij door zorg te dragen voor stabiliteit en continuïteit in de groep. Dit laatste wordt bevorderd door: Vaste leidsters vast dagritme minimale plaatsing van 2 dagdelen per week 6 Groepsindeling bso de boerderij werkt met de volgende groepsindeling: Een groep in de leeftijd van 4 jaar tot 12 jaar. 7 Groepsgrootte / Kind-leidster ratio Het aantal kinderen in een groep is afhankelijk van de volgende factoren: De leeftijd van de kinderen en de beschikbare ruimte binnen de bso. In de wettelijke richtlijnen is vastgelegd hoeveel kinderen in een groep geplaatst mogen worden en hoeveel ruimte per kind beschikbaar moet zijn Bij bso de boerderij komt dit neer op: maximaal 25 kinderen in de bso groep De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt ten minste: 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen van 4 tot 8 jaar; 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen van 8 tot 12 jaar; 8 Algemene dagindeling Wij bieden kinderen vanaf 4 jaar een vast dagschema aan. Doordat de schooltijden en of lange en korte middag kunnen variëren per dag, zullen wij ons dagschema en het leef programma zodanig aan laten sluiten bij het ritme van het kind. De dagelijkse dagindeling tijdens de schoolperiode ziet er als volgt uit: Voorschoolse opvang: vind plaats in de schaapjesgroep! 06:45-07:30 uur; de kinderen worden gebracht, i.d.n gezamenlijk de maaltijd nuttigen. Daarna zal er gezamenlijk aan tafel een activiteit gedaan worden totdat de kinderen naar school gebracht worden. 12:00 uur; de kinderen worden van school opgehaald 12:30 uur; plassen, handen wassen, aanvang van de broodmaaltijd en dan eindigen 13:00 uur; diverse act. zoals; (voor)lezen, bouwen, kleuren vrij spelen en (groep) spelletjes doen etc. 15:15 uur; De kinderen worden van school opgehaald
15:30 uur; plassen, handen wassen, aanvang van de gezamenlijke maaltijd; broodje met ontbijtkoek met limonade 15:45 uur wordt er een activiteit aan geboden of mogen de kinderen vrij spelen, 16:00 uur; start de haal tijd voor ouders, Bij mooi weer blijven de kinderen buiten tot ze opgehaald worden. Bij slecht weer zullen de kinderen naar binnen gaan om een activiteiten aan tafel om de rust te bewaren tijdens het ophalen. 17:30 uur; worden de laatste kinderen die op de bso aanwezig zijn, naar de schaapjesgroep gebracht totdat ze daar worden opgehaald. BSO de boerderij zal blijven kijken naar de individuele behoeften van de kinderen en wordt het programma waar nodig is aangepast. De dagelijkse dagindeling tijdens de school vakanties ziet er als volgt uit: Voorschoolse opvang: vind plaats in de schaapjesgroep! 06:45-07:30 uur; de kinderen worden gebracht, i.d.n gezamenlijk de maaltijd nuttigen. Daarna zal er gezamenlijk aan tafel een activiteit gedaan worden totdat de kinderen naar school gebracht worden. 08:30-09:00 uur; vrij spelen, begin gezamenlijk de dag met het dagprogramma LEEF. 09:30-10:00 uur; plassen, handen wassen, fruit eten, limonade drinken 10:00-11:30 uur; diverse act. zoals; knutselen, vrij spelen zowel binnen als buiten etc. 11:30-12:30 uur; handen wassen, aanvang van de broodmaaltijd, daarna gezamenlijk eindigen. 12:30-13:30 uur; halen / brengen van de kinderen 13:30-15:00 uur; diverse act. zoals; (voor)lezen, bouwen, kleuren vrij spelen binnen en of buiten en (groep) spelletjes doen etc. 15:00-15:30 uur; plassen, handen wassen, aanvang van de gezamenlijke maaltijd; broodje met ontbijtkoek met limonade 15:45 uur wordt er een activiteit aan geboden of mogen de kinderen vrij spelen, 16:00 uur; start de haal tijd voor ouders, Bij mooi weer blijven de kinderen buiten tot ze opgehaald worden. Bij slecht weer zullen de kinderen naar binnen gaan om een activiteiten aan tafel om de rust te bewaren tijdens het ophalen. 17:30 uur; worden de laatste kinderen die op de bso aanwezig zijn, naar de schaapjesgroep gebracht totdat ze daar worden opgehaald. BSO de boerderij zal blijven kijken naar de individuele behoeften van de kinderen en wordt het programma waar nodig is aangepast. 9 Soorten opvang Buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang is opvang voor basisschool kinderen. Deze opvang vind plaats voor en na schooltijd en tijdens schoolvakanties. Vaste opvang. Deze opvangvorm is opvang op van te voren vastgestelde dagdelen. Deze dagdelen zijn vastgelegd in de opvangovereenkomst. Minimale opvang per dag is of één ochtend of één middag dagdeel. Per week horen minimaal 2 dagdelen afgenomen te worden i.v.m. rust, regelmaat, structuur en gewenning voor de kinderen.
Flexibele opvang. De flexibele opvang bied de mogelijkheid om een aantal dagdelen (minimaal 2) per week flexibel in te vullen. Zo kan bv de ene week een kind van maandag t/m woensdag worden opgevangen en de andere week van woensdag t/m vrijdag. Deze opvang dient minimaal 1 maand van te voren worden aangegeven welke dagen voor opvang worden afgesproken. De afname van hoeveelheid dagdelen zijn vastgelegd in de opvangovereenkomst. Extra opvang. Extra opvang is opvang waarbij er sprake is van extra opgenomen dagdelen. Dit betekend dat een kind incidenteel meer dagdelen op de opvang is dan in de opvangovereenkomst is vastgelegd. Extra opvang moet vooraf aangevraagd en goedgekeurd worden. Deze extra opvang is alleen mogelijk wanneer er voldoende plaats is en het kind- leidster ratio het toelaat. 10 Het starten en eindigen van de dag De ouders komen de kinderen aan het begin van de dag brengen op de peutergroep, hier zullen alle kinderen verblijven totdat de pedagogische medewerkers van de andere stamgroepen aanwezig zijn. Tussen 7:30 en 8:00u gaan de kinderen naar hun eigen stamgroep. De kinderen die na deze tijden gebracht worden, worden door de ouders meteen naar de eigen stamgroep gebracht. Vanaf 17:30 kan de bso groep weer samengevoegd worden, in de peutergroep. Als het kind-leidster-ratio het toelaat. 11 Samenvoegen van de stamgroep Het kan voorkomen dat er door onderbezetting van kinderen in de eigen stamgroep gekozen wordt om de stamgroep samen te voegen tot één groep. Wanneer besluiten wij om de bso stamgroep samen te voegen? Voor de bso kinderen kan het dus voorkomen dat zij samengevoegd worden met de peuters en samen één groep vormen. Dit kunnen wij doen op de dagdelen dat er 4 of minder bso kinderen aanwezig zijn. De bso kinderen worden dan samen met de peuters opgevangen en verzorgd in de schaapjesgroep, omdat deze ruimte het best aansluit bij alle leeftijden met de daarbij behorende speelplaats. Uiteraard word het speelgoed en de bijbehorende activiteiten aangepast aangeboden. Wij zullen hierbij het kind/leidster ratio in acht nemen! Aan het einde van de dag (17:30) kan het voorkomen dat er zowel baby’s, peuters en bso kinderen in één stamgroep verblijven. (in de schaapjesgroep) Dit is voor zeer korte duur en kinderen zitten dan bij tafel met een passende activiteit of spelen buiten totdat ze opgehaald worden. 12
Verlaten van de vaste stamgroep. Wanneer wordt de bso stamgroep verlaten: *bij het samenvoegen van de stamgroep *bij het uitvoeren van een ontruimingsoefening. *voor een uitstapje buiten de deur *bij een activiteit/ groepsspel (bv. Een speurtocht, naar het bos of een gezellig dagje uit.)
13 Achterwacht Onze achterwacht is iemand die inpandig woont en die in geval van nood ingeschakeld kan worden. Wanneer een leidster alleen op de groep staat kan ze in geval van calamiteiten onze achterwacht oproepen. Deze zal binnen 5 -10 minuten aanwezig zijn. De achterwacht regeling is van toepassing volgens onderstaande regel: *Tijdens de drie-urenregeling moet er een andere volwassene aanwezig zijn in het pand wanneer een leidster alleen op de groep staat. De leidster vangt tijdens de drieurenregeling eigenlijk te veel kinderen op. *De achterwachtregeling geldt meestal dus pas als er weinig kinderen zijn en groepen worden samengevoegd. Bijvoorbeeld op rustige dagen en in vakanties als één pedagogisch medewerker met een aantal kinderen alleen kan draaien. *Als calamiteiten zich voordoen, kan de achterwacht binnen enkele minuten aanwezig zijn. 14 Voeding BSO de Boerderij verzorgt de maaltijden zoals het fruit, de broodmaaltijd, limonade met een hardbroodje en een plakontbijt koek. Bij het fruit krijgen de kinderen diksap te drinken. Bij de broodmaaltijd krijgen de kinderen melk, thee of water te drinken en ‘s middags bij het broodje en koek eten krijgen ze diksap, thee of water te drinken. Op de bso hebben we de regel dat kinderen met de broodmaaltijd op hun eerste boterham iets gezonds moeten kiezen. Dit kan zijn; kaas, vleeswaren, appelstroop of jam. Vervolgens drinken we melk, thee of water en dan krijgen ze een boterham met zoetigheid (of gezond) die ze zelf mogen kiezen. Deze regel hebben wij omdat kinderen dan alleen maar zoetigheid zouden kunnen kiezen om te eten. Het eten wordt aan tafel bereid door de pedagogisch medewerker en kinderen mogen zelf brood smeren. Regels omtrent het eten *De kinderen die om 6:45 uur gebracht worden kunnen een broodje eten tot 7:30 uur op de groep, zij dienen zelf brood mee te nemen. *Op de peutergroep en BSO groep verandert dit en mogen alleen de kinderen die na 18:00 uur gehaald worden een makkelijk te bereiden warme maaltijd nuttigen, zij dienen dit zelf van huis mee te nemen. 15 Gezondheid en ziektes Wij hebben ondervonden en zijn van mening dat als kinderen ziek zijn ze het beste thuis kunnen zijn in hun eigen omgeving. Hier krijgen ze de zorg en aandacht die ze op dat moment nodig hebben. Deze intensieve/ persoonlijke zorg kunnen wij op de bso niet bieden omdat hier de aandacht op alle kinderen/ groepsgericht is. Wanneer is een kind ziek? Kinderen zijn voor ons ziek als: - hun lichaamstemperatuur boven 38,5 graden koorts is - ze 1-op-1 aandacht van de leidster nodig hebben - ze een besmettelijke ziekte hebben
Bij koorts wordt opgemerkt dat dit zeer kind afhankelijk is. Het ene kind voelt zich met een lichaamstemperatuur van 38 graden niet lekker, terwijl een ander kind bij een lichaamstemperatuur van 39 graden nog lekker aan het spelen is. Sommige kinderen hebben vaak verhoging, andere kinderen hebben nooit koorts. Bij het bekijken of een kind op de bso mag blijven of kan komen, wordt in eerste instantie uitgegaan van de lichaamstemperatuur, maar wordt ook gekeken naar het kind. In principe moeten kinderen met een temperatuur boven de 38,5 graden opgehaald worden! Een kind dat 1-op-1 aandacht nodig heeft, voelt zich niet lekker, om wat voor reden dan ook. Er wordt verondersteld dat kinderen zich in een dergelijke situatie thuis het beste op hun gemak voelen en kunnen rusten of beter worden. Bovendien vindt op de bso groepsopvoeding plaats en is er derhalve geen mogelijkheid om een kind gedurende de hele dag 1-op-1 aandacht te geven. Bij besmettelijke ziekten wordt in principe de regel gehanteerd dat een kind niet naar de bso kan komen in verband met besmettingsgevaar voor andere kinderen. Bij onderstaande ziekten kan het kind niet naar de bso komen: - waterpokken (tot de blaasjes zijn ingedroogd: besmetting vindt plaats voordat de blaasjes ontstaan maar ook door het vocht dat uit de blaasjes komt. Doordat kinderen zich niet bewust zijn van het besmettingsgevaar van het vocht, kunnen andere kinderen nog steeds besmet worden. Daarom is ervoor gekozen om kinderen niet toe te laten totdat de blaasjes ingedroogd zijn) - krentenbaard tenzij de plek goed afgedekt kan worden met steriel gaas en kleding Wij handelen volgens de richtlijnen van de GGD. Als kinderen op de bso ziek worden besluit de pedagogisch medewerker zelf of ze contact met de ouders opnemen, om een kind op te laten halen. Dit beoordelen ze aan de hand van hoe een kind zich voelt en gedraagt. 16 Medicatie Op advies van de GGD worden medicijnen alleen toegediend als deze door de (huis)arts zijn voorgeschreven. (Hier vallen homeopathische (VSM) producten niet onder.) Het medicijn dient in de originele verpakking met datum te zitten, anders kunnen wij het niet toedienen! Ouders dienen een verklaring te onderteken waarop zij vermelden; -welk medicijn er toegediend moet worden en hoe -wanneer in welke dosering moet worden toegediend. De leidster noteert in het dag schrift het tijdstip van toediening en parafeert daarvoor. Paracetamol Paracetamol (zetpil) wordt veel gebruikt bij kleine kinderen, o.a. bij het doorkomen van tanden en kiezen (al dan niet met koorts), na een inenting of bij pijn of koorts zonder directe aanleiding. Op advies van de GGD wordt door de leidsters GEEN paracetamol toegediend! Alleen op voorschrift van de (huis)arts (doktersverklaring). Koorts heeft namelijk altijd een oorzaak, die vaak niet direct aan te tonen is. Omdat de bso aansprakelijk is voor het kind gedurende het verblijf, wordt geen paracetamol toegediend: stel dat het kind ernstig ziek wordt en de koorts is onderdrukt met paracetamol, kan bso de Boerderij aansprakelijk worden gesteld.
Indien ouders ’s ochtends thuis een kind paracetamol geven, ligt de verantwoording daarvan bij de ouder en stellen wij het op prijs dat dit voor de opvang benoemd wordt. Het is ouders niet toegestaan om gedurende de dag op de bso zelf het kind paracetamol te geven om het kind op de bso te kunnen laten zijn. 17 Activiteitenplanning gericht op ontwikkeling Op de bso werken we met een pedagogisch activiteitenplanning programma. Zo plannen we maandelijks activiteiten systematisch in van de te behandelende thema’s. Daarbij zorgen wij ervoor dat vele ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Ons activiteiten programma omvat een jaarplanning en het uitgewerkte maand programma. In het uitgewerkte maand schema komen tal van ontwikkelingen aanbod passend bij de ontwikkeling en het niveau van de kinderen. Wij werken met het programma Timotheüs en met het programma Leef. Leef biedt zeven thema’s voor allerleileeftijdsniveaus. Eén thema beslaat een periode van 4 -6 weken. In de verschillende leeftijdsgroepen wordt gewerkt aan: -
de sociaal-emotionele ontwikkeling, de geestelijke vorming, de taalontwikkeling, het voorbereidend rekenkundig inzicht, de motorische ontwikkeling en vaardigheden die passen bij de leeftijd van het kind.
Leef gebruikt de B-boekjes. Deze boekjes laten de kinderen op een eenvoudige manier kennismaken met de Bijbelse geschiedenissen. Maar veelal lezen wij met de bso kinderen uit de kinderbijbel en prentenboeken bijpassend aan het thema. Bij het cursuspakket wordt een Cd-rom geleverd met aanvullend materiaal, zoals: kleurplaten, ouderbrieven enz. Ook wordt er gewerkt met andere materialen, zoals: puzzels, memoryspellen, groepsspellen, zoekplaten e.d. rondom het thema Om de ontwikkeling van bso kinderen te volgen hebben we 2 keer per jaar een uitgebreid evaluatie moment met de ouders. Hierin bespreken we het geschreven verslag van de pedagogisch medewerker a.d.h.v voorgeschreven punten. Dit verslag helpt om informatie over kinderen beter te structureren. Daardoor kunnen pedagogisch medewerkers gerichter met collega’s overleggen over de aanpak van een kind. En kunnen ze sneller zien hoe een kind zich ontwikkelt. Dit bevordert de kwaliteit van de dienstverlening. Een andere reden om de kinderen gestructureerd te volgen is dat wij zo sneller in staat zijn om eventuele signalen oppikken te kunnen pikken die mogelijk extra aandacht nodig zijn. Dit bespreken wij eerst binnen het team en daarna met de ouders en overleggen over eventuele vervolgstappen. Is het verstandig om het advies in te winnen van een arts of een andere deskundige? Kunnen de pedagogisch medewerkers het kind op dit gebied extra stimuleren? Daarna zullen we ze helpen met eventuele doorverwijzingen. 18 Kinderen met een beperking BSO de boerderij staat positief tegenover de opvang van kinderen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking, mits de aard van de beperking zodanig is dat wij met de huidige faciliteiten en deskundigheid voldoende zorg kunnen bieden. Extra aandacht mag niet ten koste gaan van de aandacht voor de andere kinderen.
Met de ouders wordt vooraf besproken wat de leidsters en ouders mogen verwachten en wat er geboden kan worden. Er kan een proefperiode worden afgesproken om te kijken of het reëel is en of bso de Boerderij tegemoet kan komen aan de specifieke wensen en behoeften van het kind, waarna er geëvalueerd en besproken wordt of er kan worden overgegaan tot definitieve plaatsing. Wij zijn van mening dat integratie van kinderen met een kind met beperking de wederzijdse acceptatie en begrip bevordert, wat een goede voorbereiding is op het functioneren later in de samenleving 19 Signaleren en doorverwijzen Een aantal zaken die wij niet tot onze taak rekenen zijn: -Planmatige opvoedingsondersteuning aan ouders -Medische ondersteuning aan kinderen zonder begeleiding van arts of revalidatiecentrum Deze taken achten wij tot het takenpakket van andere instellingen. Wel vervullen de pedagogisch medewerkers op grond van hun opleiding en ervaring een signalerende en doorverwijzende functie. Om deze signalerende en doorverwijzende functie goed te kunnen vervullen achten wij het van groot belang de communicatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders zo optimaal mogelijk te laten zijn. Alleen op die manier kan de opvoeding op de bso zo optimaal mogelijk aansluiten op die van de ouders. Tevens gaan wij ervan uit dat er alleen binnen een sfeer van openheid, eerlijkheid en gelijkwaardigheid goed gepraat kan worden over de ontwikkeling van de kinderen. 20 Oudercontacten Bij bso de Boerderij hechten wij veel belang aan de oudercontacten. Dit doen wij door met het brengen en halen van de kinderen tijd te nemen om een gesprek / overdracht te hebben met de ouders, jaarlijks 2 keer 10 minuten gesprekken te hebben en via onze nieuwsbrief ouders op de hoogte te houden. Door deze manieren van communicatie leren wij de kinderen en de ouders goed kennen en kunnen wij beter inschatten wat de behoeften van de kinderen zijn en hier goed op inspelen. 21 Oudercommissie De inspraak die de Wet Kinderopvang ouders biedt, wordt vertaald in een zogenaamd medezeggenschapreglement. Het reglement is vast gesteld door de oudercommissie met goedkeuring van de directie van bso de boerderij. Dit medezeggenschapsreglement beschrijft de procedures en bevoegdheden van de oudercommissie in de specifieke organisatie. Dit reglement staat op de bso (kdv) ter inzage. De commissie heeft een verzwaard adviesrecht op de volgende punten: a) de uitvoering van het kwaliteitsbeleid door de houder m.b.t: - aantal kinderen per leidster - groepsgrootte - opleidingseisen beroepskrachten - inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding b) pedagogisch beleidsplan; c) voedingsaangelegenheden; d) risico inventarisatie veiligheid en gezondheid; e) openingstijden; f) vaststelling of wijzigen van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie;
g) wijziging van de prijs van de kinderopvang. 22 Klachtenprocedure Als er een klacht van een ouder is zal de bso groep in eerste instantie de interne klachtenprocedure van kdv / bso de Boerderij in gang zetten en proberen we het probleem intern op te lossen. Ouders kunnen de klacht ook naar de klachtencommissie sturen
[email protected]. dit is de onafhankelijke klachtencommissie SKK, die de klacht dan in behandeling zal nemen. 23 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Sinds 1 januari 2005 is het op kinderdagverblijven verplicht om een risico-inventarisatie uit te voeren. Hierbij wordt o.a. kritisch gekeken naar de veiligheid van het pand, de hygiëne en de geschiktheid voor de doelgroep. Ieder jaar maakt de bso de Boerderij een nieuwe risico-inventarisatie om te veiligheid optimaal te houden. Deze is in te zien op de bso groep zelf. 24 3-uurs regeling Wij maken gebruik van de 3-uurs regeling. Het is toegestaan per dag gedurende maximaal drie uur af te wijken van de kind- leidster-ratio. Dit doen wij op de volgende tijden: Voor 9.30u Tussen 12.30u en 15.00u Na 16.30u Verder gelden de volgende voorwaarden: In totaal moet minstens de helft van het benodigde aantal leidsters aanwezig zijn. Altijd dient er een achterwacht aanwezig te zijn. Voor 9.30u en na 16.30u mag de afwijking van de kind-leidster-ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten.
25 Vier ogen principe Per 1 juli 2013 is wettelijk vastgelegd dat bij dagopvang van kinderen van 0 tot 12 jaar, een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Het vier ogenprincipe betekent dat er dus altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren. Vertrekpunt: Er wordt getracht de opvang zo veilig mogelijk te maken. Bij het uitvoeren van dit principe dient christelijk bso de Boerderij rekening te houden met de voorspelbaarheid, mogelijkheid en frequentie waarin de pedagogische medewerker alleen op de groep is. Belangrijk: De uitvoering van het vier ogenprincipe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn. De meeste ruimtes zijn open, dat wil zeggen dat er veel vensters naar buiten zijn en in de deuren glas zit waardoor er naar binnen gekeken kan worden door o.a. ouders, manager en collega’s. Er wordt op de bso groep vaak met 1 pedagogische leidster gewerkt. We werken ook met stagiaires en groepshulpen, deze kunnen ook als ondersteuning op de bso ingeplant
worden zodat een pedagogisch medewerker niet alleen met de kinderen op de groep zal zijn. Managers/ leidinggevenden en collega’s lopen dagelijks onaangekondigd de diverse groepsruimtes binnen (zonder de groepsrust te verstoren). De manager observeert leidsters op de groep en coacht waar nodig. Zo is er meerdere malen toezicht in de bso ruimte. In de bso ruimte is een camera aanwezig. Hier zit een draaibare kop op zodat er in de ruimte goed meegekeken kan worden. Eveneens zit er een luidspreker aan de camera zodat er vanuit het management kantoor meegeluisterd kan worden. In het management kantoor, in de babykamer en in de peutergroep staan beeldschermen waardoor er op elk moment van de dag meegekeken en geluisterd kan worden door aanwezige medewerkers. Is het management ‘buiten de deur’ dan bestaat voor hen de mogelijkheid om via Ipad of smartphone toch mee te kijken/ luisteren. Bij bso de Boerderij heerst een open, professioneel klimaat waarbij leidsters door de leidinggevenden herhaaldelijk worden uitgenodigd om elkaar feedback te geven (bijv. in teamoverleg of tijdens individuele gesprekken). Leidsters weten dat als zij iets moeilijk vinden dit openlijk met een collega kunnen en moeten bespreken. Komen ze er niet uit dan vragen ze hulp/advies aan de managers. Dit alles om een zo veilig mogelijke omgeving voor de kinderen te creëren. 26 Vermoedens kindermishandeling BSO de boerderij is verplicht om te handelen bij vermoedens van kindermishandeling (waaronder ook valt verwaarlozing, seksueel misbruik en huiselijk geweld). Hiervoor hanteren we de meldcode waarin helder beschreven is hoe we dienen te handelen. We zullen altijd waar het mogelijk is in gesprek met ouders treden en samen met u kijken of er passende hulpverlening kan worden aangevraagd. Er wordt een zeer zorgvuldige afweging gemaakt voor we een melding maken bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Hierin weegt het belang van de veiligheid van het kind het zwaarst. Wij hebben een pedagogisch medewerker aangesteld als aandacht functionaris, deze dient als tussenpersoon voor alle partijen. Deze persoon is bekend met de inhoud en goed ingewerkt omtrent deze meldcode. 27 Vervoer van kinderen Binnen bso de Boerderij kunt u gebruik maken van vervoer. De kinderen zullen van de bso naar school gebracht worden en van school naar de bso vervoerd worden. Maar de bso biedt ook vervoer van en naar huis. (vraag naar de mogelijkheden voor u) Voor dit vervoer maken we gebruik van goedgekeurde auto’s weke voorzien zijn van de juiste autostoeltjes/ zitjes t.b.v. de kinderen. Het vervoer valt onder de verantwoording van het management en wordt uitgevoerd door medewerkers van de bso en het kdv. 28 Feest! en bijzondere feestdagen Verjaardag Als kinderen en /of medewerkers jarig zijn vieren we dit op de bso. De kinderen mogen dan trakteren en krijgen een feest muts of slinger op, ze mogen op de stoel staan als er voor ze wordt gezongen. We maken er een echte feestdag van.
Op bso de Boerderij hebben we geen richtlijnen voor een traktatie, maar we raden aan om het niet te groot aan te pakken en snoep binnen de perken te houden. Een gezonde traktatie is wel een echte aanrader! Reguliere en bijzondere feestdagen In onze informatiegids vind uw een overzicht van de dagen dat bso de Boerderij gesloten is. Reguliere feestdagen: Er zal op bso de Boerderij geen sinterklaas langs komen of carnaval gevierd worden. Wel hebben we dan met de kinderen een gezellige dag met lekkers en zullen werkjes gemaakt worden. christelijke feestdagen: Op bso de Boerderij hechten wij veel waarde aan de christelijke feestdagen. Wij zullen hier dan ook uitgebreid op ingaan door met de kinderen stil te staan bij het thema van de feestdag. Dit doen wij doormiddel van werkjes maken, groepsspellen te doen, uit de kinder bijbel of bijpassend prentenboek te lezen en liedjes aan te leren. Het programma LEEF zal ons hierin ondersteunen. 29 Inrichting, inventaris en materiaal: BSO de Boerderij is ingericht met deugdelijke en veilige materialen. Zij zijn aangepast aan - en afgestemd op de kinderen en leidsters in deze stamgroep. De bso is zo ingericht dat er verschillende spelmogelijkheden zijn, al naar gelang de behoeften van de kinderen tijdens bv. het (Vrij) spelen. De speelomgeving is ingericht met verschillende hoekjes zoals een leeshoek, een tv-hoek, een knutselhoek en een poppenhoek, een keukenhoek, een bouwhoek en een klim-en klauterhoek. Aan de tafels kunnen de kinderen in groepsverband tekenen, spelletjes doen, knutselen en werken met verschillende materialen. Het materiaal dat de bso aanbiedt, past bij de leeftijd van de kinderen. Variatie in aanbod van verschillende materialen is van groot belang. Ook de buitenruimte dient aantrekkelijk en veilig te zijn. De buitenruimte is variërend ingericht met een klim- klauter speelhuis, een trampoline, een duikelrek, klimbanden, een voetbal wand. Daarnaast wordt veel los speelgoed en rijdend materiaal aangeboden. Zowel de binnen-als buitenruimten worden jaarlijks door de GGD gekeurd. Op die manier blijven de veiligheid en de hygiëne t.a.v. de binnen-en buitenruimten van de bso gewaarborgd. 30 Gebouw: Het gebouw dient kindvriendelijk, hygiënisch, veilig en goed bereikbaar te zijn. De bso moet voldoen aan de door de wettelijk gestelde eisen t.a.v. groepsgrootte, sanitaire voorzieningen, keukenvoorziening en de grootte van de buitenspeelplaats. 31 Beroepsgeheim BSO de boerderij werkt met een beroepsgeheim. Dit is om de privacy van het kind en ouder veilig te stellen. Afspraken die gelden voor het beroepsgeheim: De werknemer is verplicht informatie vanuit zijn functie geheim te houden voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt, of hem uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband.
Onverminderd wettelijke bepalingen die op de werkgever rusten, is de werkgever verplicht tegenover derden informatie over individuele werknemers geheim te houden, tenzij de individuele werknemer voor openbaarmaking schriftelijk toestemming heeft gegeven. 32 Nederlandse voertaal Binnen bso de Boerderij is Nederlands de voertaal, dus de werknemers spreken de kinderen aan in de Nederlandse taal. Wij vragen ouders om ook Nederlands te spreken bij het brengen en halen van de kinderen. We vinden het belangrijk dat kinderen de Nederlandse taal goed leren beheersen en zo beter te kunnen integreren in de samenleving.