In deze XXL Global U heeft er even op moeten wachten, maar hier is hij dan toch, de nieuwe Global. Nooit eerder met zoveel pagina’s en zoveel artikelen. Een brede waaier aan onderwerpen en bijzondere items die samen laten zien dat we voor opdrachtgevers in de meest uiteenlopende branches actief zijn. Van culturele instellingen tot zware graafmachines. De Rozet bijvoorbeeld, het nieuwe cultuurpaleis in Arnhem of het Oceaanmuseum in Biarritz, vlakbij de Frans-Spaanse grens. Of lees het interview met Floating Houses, het Duitse maritieme architectenbureau waarvoor Gielissen momenteel een aantal houseboats bouwt, of het artikel over het enorme standcomplex waarmee Hitachi Construction Machinery Europe aan de Bauma deelnam. Maar u vindt in deze Global ook artikelen die losstaan van opdrachtgevers. Heeft u wel eens van brand utilities gehoord? U kunt er als ondernemer misschien uw voordeel mee doen. En in Innovation Lab, onze nieuwe rubriek, beschrijven we een aantal innovatieve 3D-technologieën die de harten van bezoekers van festivals en andere evenementen sneller doen kloppen. Kortom, volop variatie en mooie items in deze nieuwe Gobal. Veel leesplezier!
GLOBAL Rozet: het nieuwe Arnhemse cultuurcentrum
De mooiste en meest monumentale en veelzijdige trap van Nederland Nu al een ongeëvenaard cultuuricoon Als de Global-redacteur Rozet in Arnhem binnenstapt, het fonkelnieuwe centrum op het gebied van kennis, cultuur en educatie, zoekt hij tevergeefs naar een centrale receptiebalie. Hij heeft een afspraak met Robert van Aalderen, projectmanager bij de gemeente Arnhem, en dan wend je je natuurlijk als bezoeker tot een centrale ontvangstunit. Even meent hij deze te bespeuren op de eerste etage, waar twee enigszins formeel uitziende heren achter een soort brede houten balustrade zitten. Maar dat blijken twee bezoekers van de bibliotheek te zijn die daar in een intern balkon achter hun laptop zitten te werken.
Dan maar gewacht op Peter Broere, projectmanager bij Gielissen en verantwoordelijk voor de activiteiten van Gielissen in Rozet. Hij is ook bij het interview aanwezig. En omdat de redacteur fors te vroeg is voor de afspraak gaat hij het gebouw (niet voor niets een publieke instelling) eerst maar eens verkennen.
Met stijgende verbazing en bewondering, want het ene is nog imposanter dan het andere: de monumentale brede, 200 meter lange, eikenhouten binnentrap langs de noord- en zuidgevel van het gebouw, de vele met houten lijsten omgeven vitrines en kasten aan de hoge binnenzijde van diezelfde trap, de enorme bibliotheek over twee etages, de expositieruimte/koffiecorner op het ‘draaipunt’ van de trap (180°), het schitterende Grand Café op de begane grond en bovenin de theaterzaal en het grote dakterras met fraai panorama over de oude binnenstad. En dan de gebruiksruimtes, nergens krijg je de indruk dat de trap teveel vierkante meter heeft opgeslokt. Met name de bibliotheek heeft grootse allure, mede door de in de gevelwanden geïntegreerde boekenkasten. Als de Global-redacteur nog enigszins beduusd staat na te genieten wordt hij door Peter Broere op de schouder getikt: tijd voor de afspraak.
Lees verder op pagina 2
Column Wigman
Andere tijden, andere wegen Heeft u vaak ook dat gevoel dat we wel in heel bijzondere tijden leven? De economie loopt natuurlijk niet zo voorspoedig als we allemaal zouden willen. De politiek en veel economen hebben ons eerst langdurig ingeprent dat we in een moeilijke periode zitten en roepen nu (op gegronde redenen?) dat het beter gaat. We zijn allemaal druk met besparingen doorvoeren en kosten reduceren en de concurrentie lijkt soms alleen maar op de prijs te gaan. Kortom, alles lijkt somber. En tegelijkertijd komen er elke dag geweldige kansen voor elke ondernemer voorbij en komen wij in aanraking met heel mooie projecten.
De rozetjes Niet alleen de buitengevels zijn bezaaid met kleine sculptuurtjes, ook in het gebouw sieren ze vele locaties. Het zijn rozetjes en tevens de naamgevertjes van het culturele complex. Robert van Aalderen: ‘Het Arnhems grafisch ontwerpbureau Catalogtree zocht naar een metafoor voor kennisoverdracht, toch de basisdoelstelling van Rozet. Vervolgens kwamen zij op een eigen versie van een Penrosediagram, een figuur dat ruwweg gezegd causale relaties legt in ruimte en tijd. Een diagram dat zelf weer inspiratie vindt in het gedrag van zoutkristallen. Onder bepaalde natuurlijke omstandigheden vermeerdert die zichzelf en de meest fantastische patronen. Toch een mooie metafoor voor kennisvermeerdering?’
Dubbele gevoelens dus, gevoelens die elkaar behoorlijk lijken tegen te spreken. De vraag is natuurlijk hoe je daarmee om moet gaan. Ook ons bedrijf moet een modus vinden om die moeilijke markt en toenemende prijsdruk het hoofd te bieden. In de vorige Global heeft u kunnen lezen dat we ons terdege realiseren dat we zo lean mogelijk moeten produceren. Een efficiënt productieproces en het vermijden van faalkosten zijn in deze tijd absolute vereisten. Maar we blijven natuurlijk ook ondernemen, dat is het fundament onder onze organisatie. Dat doen we door elke dag zo goed en snel mogelijk op vragen van onze klanten in te gaan. Immers, ook aan de snelheid van reageren worden steeds hogere eisen gesteld. Onze klanten verwachten (dat spreekt vanzelf) een goed onderbouwd antwoord en een vriendelijke prijsstelling. Dat deden we al, maar dat we proberen waar dat maar mogelijk is uit te bouwen, soms ook letterlijk zoals met de vestiging in Qatar. En ook door het aangaan van nieuwe en andere relaties met klanten en leveranciers. Volgens ons veranderen namelijk ook de traditionele relaties en verhoudingen tussen klant en leverancier. Alleen echt samenwerken, ‘lean’ dus, levert de beste resultaten op en dat kan alleen met een open en goede verstandhouding tussen klant en leverancier. Niet altijd makkelijk met verschillende belangen, maar essentieel voor een goed resultaat. Volgens mij proberen we allemaal hierin de juiste weg te vinden. Graag nodig ik u uit om ons uw mening te geven: hoe ziet u de toekomst, hoe de relatie tussen u en Gielissen en hoe kunnen we elkaar helpen? En over toekomst gesproken: 2014 nadert alweer met rasse schreden. Een jaar waarin we het bovenstaande wellicht vol vertrouwen in elkaars goede bedoelingen en specifieke competenties kunnen waarmaken. Ik wens u dan ook een zeer voorspoedig nieuw jaar, zowel zakelijk als privé. Bart Wigman, CEO
Vier culturele instellingen “Nee,” zegt Van Aalderen, bij de gemeente met name verantwoordelijk voor dit soort multifunctionele bouwprojecten, “We hebben hier geen centrale balie. Is ook niet nodig, de instellingen die hier onderdak hebben gevonden, de Bibliotheek, het Kunstbedrijf, De Volksuniversiteit en het Erfgoedcentrum (het stadsmuseum), vormen één helder en transparant geheel waar elke bezoeker via de uitstekende wegbewijzering exact daar komt waar hij/zij zijn moet. Dat was ook de opdracht aan Neutelings Riedijk, de architect: ontwerp een gebouw dat vier behoorlijk
‘We geven de opdrachtgever wat hij wil, maar niet wat hij verwacht’. (Jan Willem Neutelings) uiteenlopende instanties en functies - werken, lezen, leren, lenen (bibliotheek en kunstuitleen) en beleven - herbergt en toch een synergetisch geheel oplevert. Dus multifunctioneel in de ware betekenis van het woord, maar ook met een nadrukkelijk publiek karakter, een enorme huiskamer waar iedereen zich thuis voelt. Die integratie van functies zit in alles: in de monumentale trap, eigenlijk een soort oplopende stadsstraat met de functies die zo’n straat heeft, in de vele zithoekjes, de horecafaciliteiten, de toegangen tot de verschillende ‘winkels’ enz. In combinatie genereren ze een gevoel van je thuisvoelen, op je plek zijn. Trouwens, de ruimtes en
expositie- en presentatiemogelijkheden (de houten kaders bijv.) lenen zich ook uitstekend voor gemeenschappelijke activiteiten. Rondom een bepaald thema bijvoorbeeld. En de vijfde (bovenste) verdieping is met terras en café een ideale locatie voor letterlijk een hoogstaande party of zakelijke meeting.” Programma van eisen leidend “Klopt, op onze site zoek je vergeefs naar een bepaalde filosofie, visie, mission statement of hoe je dat ook wilt noemen.” Aan het woord is Frank Beelen, architect bij het befaamde Rotterdamse architectenbureau Neutelings Riedijk, dat met Rozet weer een onderscheidend project op haar palmares heeft bijgeschreven. “Bij ons is altijd het programma van functieeisen leidend. ‘Form follows function’ dus, waarbij Form dan wel echt de optimale architectuur moet zijn, dus het summum van bouwkundige vormgeving. De vraag die we ons als eerste stellen bij een nieuw project is dan ook hoe we het volume programmatisch gaan opvullen, dus binnen welke ruimtelijke structuur alle functies letterlijk en figuurlijk adequaat op hun plek vallen. Natuurlijk hebben we wel een architecturaal credo. We houden van heldere, geometrische vormen, vormen die prikkelen en uitdagen, zonder ook maar iets aan functionaliteit in te boeten. Met doorgaans gevels die bedekt zijn met een dunne huid van decoratieve patronen, ‘de jas’ zoals wij dat zelf noemen. Een goed ontworpen sculpturaal gebouw moet ook verschillende lagen hebben. Neem Rozet, vanuit de verte zie je
alleen dat opvallende zandkleurige (‘Arnhems blond’ volgens Beelen) gebouw, je onderscheidt nog geen details. Dichterbij zie je echt de structuur, de vorm van het gebouw met vooral de verticale, verspringende betonelementen waaruit de gevels zijn opgebouwd. Sta je vlakbij dan zie je dat de gevels zijn bezaaid met rozetjes, de decoratieve minisculptuur waar het gebouw naar is genoemd en die zelfs het logo van de Rozet vormt.” Geen plein, maar een straat “Aanvankelijk hadden we een soort Italiaans pleintje in gedachten met daarom heen de vier instituten en andere publieke functies. Maar dat idee lieten we snel varen, de plek waar Rozet moest komen was daarvoor te lang en te smal. Daarom werd het plein een straat, een door de eerste vier etages heen oplopende straat en eindigend op de vijfde (bovenste).”
‘We houden van heldere, geometrische vormen, vormen die prikkelen en uitdagen, zonder ook maar iets aan functionaliteit in te boeten’ (Frank Beelen van Neutelings Riedijk)
Gielissen en Rozet Gielissen heeft vrijwel alle vaste interieurdelen en ook een aantal grote losse elementen van Rozet gerealiseerd. Dat gebeurde in twee trajecten. Het eerste maakte deel uit van de ruwbouwfase. Toen bouwde Gielissen onder meer de massiefhouten doorgangkaders, de eikenhouten corridorwanden, alle geluidsdempende interne gevelwandbekledingen, ook van eikenhout, de ombouw van de kolommen en natuurlijk de monumentale trap. In de tweede fase hebben ze al het vaste meubilair gebouwd, inclusief de 200 houten kaders en vitrines, de interieurs van het grand café, de bibliotheek en de theaterzaal (inclusief de gecapitonneerde wanden daar). En zoals gezegd ook nog enkele grote interieurdelen waaronder de grote tafel in het grand café.
‘De samenwerking met Gielissen was erg goed. We zijn niet makkelijk, kunnen uren over iets doorzagen. Maar het resultaat overtrof iedere keer weer onze verwachtingen’ (deMunnik-deJong-Steinhauser)
Als het onderwerp ‘duurzaamheid’ wordt aangesneden, vertelt Beelen dat dat bij het ontwerp vanzelfsprekend een belangrijk item was. “Zoals bij elk gebouw tegenwoordig trouwens. Neem de grote trap, de binnenstraat dus. Die is niet alleen bepalend voor de ruimtelijke opzet van het gebouw, door de natuurlijk trek van de lucht van beneden naar boven fungeert hij ook als klimaatneutrale ventilatievoorziening. Daarnaast zijn zonnepanelen op het dak geplaatst, kent het gebouw warmte- en koudeopslag en is het dak begroeid met planten. Verder hebben we voornamelijk met natuurlijke basismaterialen gewerkt: hout, metaal, beton en glas. Ook letterlijk is het gebouw trouwens duurzaam, het is zo gebouwd dat het tegen de tand des tijds bestand is. Ook komende generaties moeten van de Rozet kunnen genieten.”
Gevoel voor detail deMunnik-deJong-Steinhauser heeft voor de bibliotheek speciale kasten ontworpen, die passen bij de karakteristieke architectuur. De betonnen kernen tussen de loopstraat en de bibliotheek, zijn functioneel gebruikt en voorzien van speciaal ontworpen ‘kernkasten’.
(deMunnik-deJong-Steinhauser)
Kast vol kennis Bevlogen en enthousiast vertellen ze over het Rozet-project. De grootste uitdaging, zo blijkt uit hun relaas, lag erin de participanten van Rozet hun eigen gezicht te geven. In het interieurontwerp van deMunnik-deJong-Steinhauser hebben de individuele instellingen daadwerkelijk een duidelijke eigen identiteit gekregen, maar er is ook invulling gegeven aan een gedeelde
Het Erfgoedcentrum Na binnenkomst in Rozet kan de bezoeker twee kanten op. De weg links voert naar de kelder, naar het Erfgoedcentrum, waar een semi-permanente expositie over het verleden en heden van Arnhem te zien is. Een ingenieus vitrinesysteem biedt verschillende mogelijkheden om de erfgoedcollectie te exposeren en te koppelen aan boeiende verhalen. Middenin de ruimte staan grote ‘bronvitrines’ met een groot aantal geëxposeerde voorwerpen met daarop kleinere ‘opzetvitrines’. Veel aandacht is besteed aan de constructie: grote glazen oppervlakken en slanke profielen geven een onbelemmerd zicht op de tentoongestelde objecten. Rondom de museale middenruimte is een verdiepende laag met extra informatie en studieplekken voor archiefonderzoek. Dit is een kastenwand met doorkijkjes, vitrines en zitjes. Het bovenste gedeelte van deze wandhoge kasten is gefabriceerd van translucent acrylaat, een lichtdoorlatend materiaal dat het daglicht gefilterd binnenlaat. De achterkant is voorzien van LED-verlichting waardoor de ruimte voldoende wordt verlicht en toch het museale karakter behouden blijft. Midden in het interview gaat er plotseling gejuich op. Het blijkt dat de bibliotheek uitgeroepen is tot de allerbeste van Nederland (zie kader).
‘We hebben de individuele instellingen een duidelijke eigen identiteit gekregen, maar er is ook invulling gegeven aan een gedeelde identiteit’ Interieurontwerp Het interieurontwerp komt van de ontwerptafels en -schermen van architectencollectief deMunnik-deJong-Steinhauser, een samenwerkingsverband tussen De Munnik (Bert), De Jong (Gertjan), beiden architecten en Steinhauser (Abbie), ruimtelijk ontwerper. Alledrie zijn ze vanaf het begin betrokken geweest bij het interieurontwerp van Rozet, toen nog onder de vlag van Merkx+Girod architecten, het vermaarde bureau dat de interieuropdracht kreeg, maar halverwege een stap terug deed. In goed overleg - ze delen nog altijd hetzelfde (gezellige) bedrijfspand in de Amsterdamse Jordaan - met Evelyne Merkx, een van de naamgevers van Merkx+Girod, gingen Abbie, Bert en Gertjan verder met de opdracht. ‘Een beproefde samenwerking in een nieuw verband’ noemen ze het zelf. ‘Beproefd’ omdat ze binnen de Merkx+Girod-context al diverse spraakmakende interieurs hebben ontworpen, zoals die van de Amsterdamse Hermitage, het tijdelijke Rijksmuseum in de Philipsvleugel en de Selexyz-boekhandel in de Dominicanerkerk in Maastricht.
identiteit. In het ontwerp komt het gebouw als een ‘kast vol kennis’ tot uitdrukking. Niet alleen de kaderwand en de bibliotheek, ook in het café-restaurant is dit meubelstuk fraai vertegenwoordigd. Een grote kast van sendzimir verzinkt staal scheidt de bar en de keuken van het zitgedeelte. Het neemt de hele breedte van de achterwand in beslag en verbindt daarmee de ruimten die deels van elkaar zijn gescheiden door drie betonnen kernen. Grote tafels en banken vullen de ruimte en worden afgewisseld met tweedehands meubels, opnieuw gestoffeerd met hedendaagse stoffen.
De bibliotheekvloeren worden ‘omarmd’ door misschien wel de langste boekenkast ter wereld: deze ‘gevelkast’ vouwt zich om de ramen en sluit naadloos aan op het ritme van de gevel. Het ritme van boekenkasten afgewisseld met diffuus naar binnen vallend daglicht geeft een wel heel bijzonder effect. Samen met de ‘vrijstaande kasten’, gemaakt van wit geperforeerd staal, zijn ze in perfecte balans met het massieve eikenhout en beton van de gevels.
Beste bibliotheek van Nederland Tijdens een feestelijk evenement in het Beatrix Theater te Utrecht (begin oktober) is de bibliotheek van Rozet verkozen tot Beste Bibliotheek van Nederland 2013 in de categorie grote bibliotheken. Citaat uit het juryrapport: ‘Ontwerper Neutelings Riedijk heeft samen met de interieurarchitect en het team van de bibliotheek een geweldige bibliotheek neergezet. Alles ademt kwaliteit, inclusief de collectie, en men heeft aan alle details gedacht.’
De nieuwste zeereus van Heerema Marine Contractors Innovation LAB*
Een vaartuig boordevol offshore-techniek
Open monden, schitterende ogen, sneller kloppende harten... Wist u dat Aegir in de Noorse mythologie een zeereus was en tevens de god van de zeevaart. Geen wonder dus dat de Heerema Marine Contractors haar nieuwste diepwaterconstructieschip (210 meter lang en 46 meter breed) de naam van deze beroemde zeegod gaf. Op vrijdag 20 september sloeg de champagnefles tegen de boeg kapot en kon het schip aan z’n ‘maidentrip’ naar de Golf van Mexico beginnen.
3.500 meter diep De Aegir is na de Balder, de Hermod en de Thialf het vierde offshore constructievaartuig van het bedrijf. Alle vier behoren tot de grootste ter wereld. De Aegir is uitgerust met de meest geavanceerde offshore-outillage. Zo beschikt het over een 80 meter hoge kraan met een giek van 125 meter waarmee het complete vaste platforms in ondiep water kan installeren. Maar kan het ook pijpen van 32 inch (ca. 8 meter) leggen op extreem diepe oceaanbodem (3.500 meter). Uiteraard zijn voor de bemanning (ca. 300 koppen) alle
faciliteiten aanwezig voor een aangenaam verblijf op zee, zoals een bioscoop, een fitnessruimte en een sauna. Geen wonder dus dat het bedrijf de doop van Aegir niet ongemerkt voorbij liet gaan. Een groots spektakel begeleidde de eerste officiële vaart van Aegir. Onder meer een videopresentatie, een band, een dansgroep en drummer Ceasar Zuiderwijk (van Golden Earring) vormden de toepasselijke entourage. Van de kant van Gielissen waren Jan van Grinsven en Frank Heijman, resp.
Senior accountmanager en Senior Projectmanager uitgenodigd. Wij ontwikkelen namelijk al meer dan 40 jaar de stands waarmee Heerema Marine Contractors aan grote offshore tradeshows deelneemt zoals OTC Houston en de SPE Offshore Europa in Aberdeen. Zie eventueel ook het artikel in deze Global over de IRO, de Industriële Raad voor de Olie- en Gasindustrie.
www.heerema.com
Private label producten, iedereen koopt ze wel eens. De bekendste voorbeelden zijn natuurlijk de huismerken van de grote supermarktketens en warenhuizen: Jumbo, Albert Heijn (die er verschillende voert), HEMA en V&D. Private labels komen echter in vrijwel elke branche voor, van cosmetica- en modeketens tot de tabaksindustrie en bouwmarkten. Ze vormen doorgaans een goed alternatief – zowel wat kwaliteit als wat prijsniveau betreft – voor de bekende A-merken.
Pixmob-lighting Pixmob kent vele vormen en toepassingen. Iedere bezoeker van een festival een polsband met een LED’je om dat pulserend meekleurt met een lichtshow of op het ritme van de muziek, waardoor het publiek deel wordt van de totale performance, eigenlijk wordt omgetoverd tot een enorme display. Of lichte vinyl ballen (van diverse afmetingen) met een ingebouwd Led-lichtje die op het publiek neerdalen. Ze kunnen van kleur veranderen, synchroon met de live muziek, de lichtshow of als ze door bezoekers worden opgevangen. Of lichtgevende parels die in een kledingstuk zijn verwerkt, waarbij de LED’jes uiteraard ook van kleur kunnen veranderen en zelfs reageren op swingende lichaamsbewegingen. Bezoekers van een evenement maken zo direct deel uit van de show zelf. Kortom, optimale interactiviteit. De remote-techniek erachter maakt het ook mogelijk om bijvoorbeeld de drager van polsband of de ‘vanger’ van een bal na de show van digitale info te voorzien. www.pixmob.info Video mapping Video Mapping is een andere geavanceerde technologie om via lichteffecten de aandacht van een grote groep mensen op een groot twee- of driedimensionaal object te richten. Dat object is daarbij opgebouwd uit honderden videoschermpjes waar allerlei kleurvariaties en elk gewenst beeld op geprojecteerd kunnen worden. Die objecten kunnen van alles zijn, van zelf ontworpen fantasieobjecten tot bestaande vormen zoals dieren, menselijke gestalten, automodellen, (kerst)bomen enz. Ze veranderen daardoor in één groot dynamisch, 3D-videoscherm. Dus niet traditioneel vlak, maar in elke vorm die je maar wilt of bedenkt. Objecten die vroeger statisch waren veranderen door video mapping in intrigerende, continu veranderende structuren. Uiteraard kan video mapping gecombineerd worden met geluidstoepassingen. www.sober-industries.com
Hypo surface Een enorm videoscherm maakt altijd nog indruk, maar als die videowall opeens gaat golven of andere driedimensionale bewegingen laat zien, dan is dat werkelijk imponerend. Met Hypo surface is dat mogelijk. Een digitale techniek die een voorheen statische videowall transformeert naar een superdynamische, flexibele beeldprojectie. Het golf- en of bewegingseffect is zo overweldigend dat mensen die vlak bij het scherm staan terugdeinzen als het ‘in beweging’ komt. De visuele verrassing is letterlijk weergaloos en daarmee de communicatieve kracht van deze technologie. De mogelijkheden zijn natuurlijk legio: muziekfestivals, driedimensionale commercials op grote gebouwen, levensechte toelichtingen in musea en op tradeshows, noem maar op. Overigens is Hypo surface niet alleen toepasbaar op vlakke oppervlakken, ook driedimensionale objecten lenen zich ervoor, zoals een auto of een ander groot voorwerp. Ook kan het geïntegreerd worden met geluidsinput, internettoepassingen enz. www.hyposurface.com Giant inflatables Groot, in wat voor vorm ook, is altijd indrukwekkend. Vooral bij mensen, dieren en objecten die je alleen maar in ‘normale’ afmetingen kent. Maar een metershoog stuk kaas, een enorme hand, een reusachtige baby, een manshoge spelcomputer, niemand die bij het zien ervan niet even met z’n ogen staat te knipperen. Ook objecten die van zichzelf al groot of zelfs gigantisch zijn, maar die je op een plaats tegenkomt waar je ze niet verwacht, maken net zo’n verpletterende indruk. Een raket op een popfestival, fabriekschoorstenen in een stadion, een vliegende schotel op een luchthaven. Hoe komen al die zaken aan hun enorme formaat? Simpelweg door ze op te blazen, het zijn inflatables, dus opblaasbare objecten. Hoewel Airworks inflatables, het bedrijf dat ze ontwerp en bouwt, liever spreekt over ‘air sculptures’, simpelweg omdat je vaak niet of nauwelijks kunt zien dat het om met lucht gevulde objecten gaat. Dat de communicatieve impact van een inflatable even groot als z’n afmetingen is, behoeft geen betoog. www.airworksinflatables.com * Vanaf deze editie besteden we in de Global aandacht aan verrassende, vaak technologische innovaties, uiteraard gelieerd aan de branches waarin we actief zijn. Deze eerste keer vier technogadgets die vooral op grote evenementen kunnen worden ingezet.
Het kleurrijke standconcept van Listerine
Een stand waarvan het water je in de mond loopt U kent ongetwijfeld het merk Listerine, mondverzorgingsproducten. Want voor 1 miljard mensen behoort het spoelen met een van de producten van dit merk tot de dagelijkse mondverzorging. Dat kunnen er volgens Listerine nog meer worden. Maar ook hier geldt dat je pas het verschil met niet-spoelen merkt als je het probeert. Daarom besloot Listerine aan een aantal beurzen deel te nemen. Gielissen ontwierp en bouwde daarvoor de stand.
Geweldige stopping power Listerine maakt deel uit van de Johnson & Johnson Group, de grote wereldspeler in farmaceutische, medische en consumentenproducten. Het mondwatermerk valt binnen de laatste divisie. Zoals gezegd ziet Listerine mogelijkheden haar marktaandeel te vergroten. Daarom gaf Johnson & Johnson haar Europese reclamebureau, Kontrast in Düsseldorf, opdracht een allround campagne te bedenken voor Listerine, inclusief dus het inzetten van het merk op beurzen. Voor dat laatste traject zocht Kontrast weer contact met Gielissen. Om marketingstrategische redenen heeft Johnson & Johnson besloten het mondwatermerk op promotioneel gebied volkomen zelfstandig te laten opereren, dus niet hangend aan het merk Johnson & Johnson. Dé eyecatcher op de door ons ontworpen stand is een metershoge Listerinefles. Nu voert Listerine diverse mondwaters, verschillend van smaak en samenstelling. Elk mondwater is herkenbaar aan z’n eigen helder gekleurde fles. Om op de stand die brede productrange (en daarmee keuzemogelijkheid) te benadrukken, neemt de gigantische demofles de kleur aan van het product waar op dat moment de monitor (op de plek waar normaal het etiket zit) info over verstrekt. Dus de ene keer wordt de fles bijvoorbeeld paars, daarna groen, dan oranje of een van de andere vier productkleuren. Maar niet alleen de fles ‘verschiet’ steeds kleur, via led-verlichting neemt op dat moment de héle stand de kleur van fles aan. Dat levert een even kleurrijk als verrassend schouwspel op. Stopping power in optima colora. Uiteraard was de stand uitgerust met een aantal spoelbakken om de mondwaters ook daadwerkelijk uit te proberen. Er werd massaal mondgespoeld. De techniek achter een dergelijke continue kleurverandering van demofles én stand is echter enorm ingewikkeld en daardoor kostbaar. Reden voor Listerine om deze stand alleen in te zetten op grote beurzen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (Duitstalige gebieden dus). Voor Listerine Nederland, dat vooral kleine beurzen doet, is een eenvoudiger concept ontworpen, waarin de ‘reuzenfles’ nog steeds de centrale blikvanger is, maar het wisselende kleurenpalet een minder dominante rol speelt. De ‘Duitse’ stand heeft al op diverse vakbeurzen in Wenen, Frankfurt en Keulen gestaan. * Wist u dat de naam Listerine gebaseerd is op die van sir Joseph Lister? Deze Engelse arts voerde in 1865 als eerste chirurg een operatie uit in een volkomen gesteriliseerde ruimte. Dit trok de aandacht van een zekere dokter Joseph Lawrence die in 1879 op basis van de onderzoeken van Joseph Lister het eerste mondspoelwater samenstelde. Hij gaf het de naam van z’n beroemde voorloper.
Museum Cité de l’Océan in Biarritz
Een ware ontdekkingsreis door de oceanen en naar de polen De grote oceanen kennen vele geheimen. De meeste daarvan zijn wel ontraadseld. We weten hoe ze zijn ontstaan, dat het allerprilste begin van het leven er is begonnen, dat stormen en tsunami’s er hun oorsprong vinden en hoe het fenomeen eb en vloed werkt. Maar andere zaken stellen ons nog steeds voor vraagtekens: zijn de oceanen door vervuiling echt in gevaar, kunnen we in de toekomst deze wereldzeeën als energiebronnen gebruiken (eb en vloed). En Atlantis, de Bermudahoek, de Zondvloed, hebben we het daarbij over feit of fictie?
De oceanen ontraadseld Een kilometer of vier ten zuiden van het centrum van de oude havenstad Biarritz aan de Franse zuidwestkust (niet ver van de Frans-Spaanse grens) staat sinds twee jaar het Cité de l’Océan (Ocean City). Een museum, de naam zegt het al, dat geheel is gewijd aan alles wat met de oceanen te maken heeft. Op alle manieren die de moderne techniek biedt kan de bezoeker zich figuurlijk maar soms ook bijna letterlijk laten onderdompelen in de geheimen van de oceanen. Via interactieve apparatuur, touchscreens, 3D-animaties en andere slimme presentatietechnologieën worden educatie en entertainment op even heldere als fraaie wijze gecombineerd. Je kunt in een onderzeeër de diepste oceanen verkennen (met reuzen-octopus voor het venster!), een kijkje nemen op de brug van een gestrand schip, naar de spannende verhalen van Plato (Atlantis) en Columbus (Amerika) luisteren, in het binnenste van een enorme walvis ontdekken hoe het leven in de zee ooit is ontstaan. Uiteraard komen ook de vele functies van oceanen aan bod: voedsel, energie, water, mineralen, klimaatbepaling, transport enz. Nóg een zeemuseum Het Cité de l’Océan is gehuisvest in een schitterend nieuw gebouw, wit, licht, transparant én in de vorm van een golfslag.
Het is ontworpen door de befaamde architecten Steven Holl en Solange Fabião. Als je voor deze markante architectonische creatie staat moet je gewoon naar binnen, zo inspirerend en spannend ziet het eruit. Het museum maakt overigens deel uit van Biarrritz Océan, een organisatie die nóg een zeemuseum beheert: het Musée de la Mer (Seamuseum) dat in de oude binnenstad vlakbij zee te vinden is. Dit veel oudere museum is vooral gericht op het leven in de oceanen en zeeën: je vindt er dan ook vooral grote zeeaquaria, dolfijnenbassins e.d. Océan Blanc, oftewel de polen En waarom vertellen we dat nu allemaal? In de eerste plaats om Cité de l’Océan zelf. Iedereen die richting Zuidwest-Frankrijk gaat en even tijd heeft, moet dit museum bezoeken. In de tweede plaats, omdat het museum sinds juli van dit jaar een nieuwe vaste expositie heeft: Océan Blanc (White Ocean), geheel gewijd aan de polen. Vanuit een iglo en een poolbasis verken je deze beide witte, ijzige uiteinden van de wereld. Hoe houden dieren als ijsberen, walrussen, zeehonden en pinguïns onder deze extreme omstandigheden stand, welke mannen plantten er voor het eerst de vlag, hoe dik zijn de poolkappen. Hoe vindt daar tegenwoordig wetenschappelijk onderzoek plaats? Allemaal vragen waar je op speelse en boeiende wijze antwoord krijgt. En waarom vertellen we dit dan weer? Simpelweg, omdat Gielissen in opdracht van en samen met P&P Projects uit Asten het complete interieur van de Ocean Blanc heeft gebouwd en geïnstalleerd. De burgemeester van Biarritz, Didier Borotra, die de Océan Blanc opende was uitermate tevreden met het resultaat van ‘les gents professionels de l’Hollande’.
Dus gaat u komende zomer die kant uit...
Offshore-branchevereniging IRO
De Nederlandse vlag wappert nog altijd op vele zeeën’ IRO en Gielissen Gielissen ontwerpt en bouwt al van het begin van de OTC, nu precies 44 jaar geleden, de beursstands voor IRO. Daarmee is IRO een van onze oudste en trouwste opdrachtgevers. Ook het Hollandpaviljoen met de standaardstands van de OTC wordt de komende jaren weer door ons gerealiseerd, evenals een aantal grote, individuele stands.
Vijf jaar geleden stond er in de Global al een interview met de IRO, de brancheorganisatie voor de toeleveringsbedrijven in de olie- en gasindustrie. Maar tijden veranderen, de IRO is verhuist van Zoetermeer naar Rotterdam, het aantal leden is fors gegroeid en twee jaar geleden ging de toenmalige directeur Hans de Boer met pensioen en trad Sander Vergroesen aan. Tijd dus voor een hernieuwde kennismaking.
‘IRO behartigt de belangen van 430 toeleveranciers in de upstream Olie- en Gas Industrie’
Mondiale top-5 “De olie- en gaswinning op zee heeft in een halve eeuw een explosieve ontwikkeling meegemaakt,” legt Vergroesen uit. “In 1947 vond de allereerste olieboring op zee plaats, dat was in de Golf van Mexico op een diepte van 5½ meter. Nu zie je boven de diepste oceanen booreilanden en platforms, wordt er via satellietsturing onder allerlei hoeken en tot op de meter nauwkeurig geboord en leggen schepen tienduizenden kilometers pijpleidingen over de zeebodems. Bij dat alles speelt de Nederlandse olie- en gasindustrie een relevante rol, we behoren zelfs tot de mondiale top-5. Olie- en gasplatforms, havenbouw, tankerterminals, engineeringbedrijven, booreilanden, pijplegschepen, windmolenparken op zee, bij al die activiteiten zijn Nederlandse bedrijven volop betrokken, vooral in de toeleveringstrajecten. De Nederlandse vlag wappert nog altijd op vele zeeën. IRO behartigt de belangen van die toeleveranciers in de offshore-industrie. En dat zijn er niet weinig, we kennen momenteel 430 leden. Elk bedrijf, iedere organisatie, groot of klein, die zijn sporen heeft verdiend in de upstream gas- en olietoeleveringsindustrie is bij ons aangesloten. En allemaal zijn ze binnen onze vereniging even belangrijk.” Netwerkbijeenkomsten “Ja, ons ledental is inderdaad de laatste vijf jaar flink gegroeid,” beaamt Vergroesen. “Dat is gedeeltelijk verklaarbaar door de toename van windmolenparken op zee. Daar komt veel offshore-knowhow bij kijken. Nu is groei op zich natuurlijk prettig, maar
‘70% van de IRO-leden is sterk exportgericht’ voor de IRO bepaald geen doel op zich. We zijn redelijk kieskeurig, het aspirant lid moet echt binnen de branche actief zijn. We merken nogal eens dat ook niet aan de sector gelieerde bedrijven op onze ledenlijst proberen te komen. Dat heeft wellicht met de economische crisis te maken, die hopen via onze netwerkbijeenkomsten een graantje mee te kunnen pikken. Het organiseren en houden van die netwerkbijeenkomsten is namelijk een van onze kerntaken. We zijn de specie tussen de leden. Behalve die netwerkbijeenkomsten organiseren en initiëren we allerlei andere vormen van permanente en tijdelijke ontmoetingsplatforms: werkgroepen, commissies, seminars, cursussen enz. Dit netwerk onderhouden en stimuleren wordt door onze leden bijzonder gewaardeerd, dat merken we regelmatig tijdens de meetings. IRO is, zoals dat zo mooi heet, van en voor de leden.”
verder, “Neem Mexico, in dit land probeert de huidige president om twee bestaande wetten zo aan te passen dat het naast PEMEX (de National Oil Company) ook voor internationale oliemaatschappijen aantrekkelijk wordt om in de Golf van Mexico te werken. Onze ambassadeur daar heeft PEMEX geattendeerd op de kwaliteiten, deskundigheid en up to date equipment van de Nederlandse toeleveranciers. Hij gaf daarbij de directie van PEMEX het advies om in Nederland voorlichting te gaan geven over hun plannen en ontwikkelingen in Mexico. Met als gevolg dat wij dit jaar een missie naar Mexico hebben verzorgd en daar op drie verschillende PEMEXlocaties hebben bezocht. Deze eerste verkenning heeft al geresulteerd in een aantal concrete stappen. Je ziet, ambassadeurs kunnen dus een cruciale rol spelen bij het vinden van openingen op een binnenlandse markt. Ik vraag me daarom serieus af of het verstandig is om zo zwaar op het aantal ambassades en/of het ambassadepersoneel te bezuinigen. Daar dien je heel zorgvuldig mee om te gaan, want voor je het weet ben je penny wise pound fullish bezig. Wat dat betreft stap ik graag even in de rol van ambassadeur voor onze ambassadeurs.”
Exportbevordering “Exportbevordering is een andere kerntaak. 70% van de IRO-leden is sterk exportgericht. Daarom zijn voor ons bijvoorbeeld handelsmissies zo belangrijk. Zodra er bewindslieden of zelfs leden van het Koninklijk Huis meegaan met een missie naar een land waar sprake is van een NOC (National Oil Company; staatsbedrijf) gaan er deuren open die het zakendoen doorgaans aanzienlijk bespoedigen. Deelnemende bedrijven komen dan in direct contact met de decisionmakers. Doordat de focus van onze overheid echter vooral is gericht op renewable energy komen dit soort missies helaas maar heel sporadisch voor. Een grote gemiste kans voor de Nederlandse economie, denk aan zaken als werkgelegenheid en productontwikkeling. Onze leden kunnen in gebieden waar nog veel olie en gas in de grond zit namelijk zeer goede zaken doen. En die grondstoffen zijn ook in de toekomst hard nodig om aan de wereldwijde energiebehoefte te voordoen. Oorzaken daarvan zijn de mondiale bevolkingsgroei en de toename van de welstand van de middenklasse in veel niet-westerse landen. Dat betekent dus dat we zelf in die landen ook allerlei initiatieven ontplooien.”
Nieuw Hollandpaviljoen “Onder die exportbevordering valt natuurlijk ook onze deelname aan internationale vakbeurzen. Ik noemde OTC Houston al, maar we staan ook op de grote beurzen in Aberdeen, Abu Dhabi, Perth, Stavanger, Rio de Janeiro, Kuala Lumpur en Singapore. Aan de OTC doen we al vanaf het begin mee. We behoren daar met ons Hollandpaviljoen van 1.000 m² tot de grootste deelnemers. Trouwens, als we alle aanvragen van onze leden hadden kunnen honoreren, waren we wel op 2.000 m² uitgekomen. Dat paviljoen bestaat voornamelijk uit seriebouw, dus ieder deelnemend IRO-lid krijgt binnen het geheel een standaardstand. Uiteraard zijn er ook leden, vaak de wat grotere bedrijven, die met een eigen stand naar de OTC gaan. Ze huren dan het vloeroppervlak van IRO, zodat we wel samen in het Hollandpaviljoen staan. Vanaf 2015 werken we met een nieuw standconcept. Gewoon omdat we ook daarin met onze tijd moeten meegaan. Onze industrie staat bol van de innovatieve toepassingen, dat moet de stand natuurlijk uitstralen. Samen met Gielissen zijn wij nu aan een nieuw ontwerp aan het sleutelen.”
Ambassades cruciaal “Daarvoor doen we regelmatig een beroep op de Nederlandse ambassade ter plaatse”, gaat Vergroesen
‘Ik stap graag even in de rol van ambassadeur voor onze ambassadeurs’
Geschiedenis IRO werd opgericht in 1971, in de tijd dat offshore olie- en gaswinning zich sterk begon te ontwikkelen. Het ledenspectrum was toen veel gevarieerder dan nu, elk bedrijf en iedere instantie die iets met de zee te maken hadden, konden lid worden, dus ook de overheid, oliemaatschappijen enz. IRO stond toen ook voor Industriële Raad voor Oceanologie. Gedwongen door de oliecrisis van 1973 begon men steeds meer olie en gas in de Noordzee te winnen. In 1991 werd besloten dat de afkorting IRO voortaan stond voor het toepasselijker Industriële Raad voor de Olie- en Gasindustrie. Sindsdien bestaat de vereniging alleen uit toeleveranciers aan de upstream olieen gas industrie (on- en offshore).
BenQ, van OEM-bedrijf naar wereldmerk dan is nauw contact met je doelgroep en je gebruikers een absolute voorwaarde om dat waar te maken. Die doelgroep betrekken we direct bij onze productontwikkeling, bij sommige producten zoals de gaming-monitoren zelfs van concept tot eindproduct. We nodigen professionele gamers uit om naar onze R&D-centra in Taiwan te komen om de producten te testen en te kijken hoe we onze monitoren kunnen verbeteren. In de professionele gamingwereld zijn we dan ook een zeer gerespecteerd monitormerk. Dat komt vooral door de uiterst verfijnde technische optimalisatie, zoals snelle reactietijd, handige navigatie, hoge verversingsfrequentie en minder beeldflikkering, om maar een paar relevante kenmerken te noemen van de vele
‘Bringing Enjoyment ‘n Quality to Life’ Adams Lee Als u zakelijk of privé op zoek bent naar een monitor, een projector of een touchscreen, dan bent u ongetwijfeld ook op het merk BenQ gestuit. Een relatief jong merk dat snel naam heeft gemaakt en vooral bekend is bij de ware kenner en professional, beter gezegd bij mensen bij wie superieure kwaliteit en een uitzonderlijke vormgeving voorop staan. Niet voor niets staat de naam BenQ van oorsprong voor ‘Bringing Enjoyment ’n Quality to Life’. Wereldwijd is de BenQ Group in meer dan 15 sectoren een vooraanstaande marktspeler (zie ook het kader).
die onze gamingmonitoren tot de ‘monitor van de kampioen’ maken. En vergeet niet dat al deze uitgekiende technische oplossingen het mogelijk maken om de gamingprestaties van de professionele gamers naar een topniveau te brengen. Dat alleen al geeft veel enjoyment! Onze slogan bij dit gaming segment luidt dan ook ‘Gaming is in the details’. Natuurlijk, deze monitoren vormen een nichemarkt, een heel belangrijke nichemarkt overigens, waarbij een groot aantal van de technische productspecificaties terug te vinden zijn bij onze monitoren voor bredere, algemene gebruikersgroepen.”
Het Europese hoofdkwartier van BenQ staat in Eindhoven. Daar spraken we met Adams Lee, Vincent CN Lin en Natalia Frolova, resp. President, MarCom Director en MarCom Product Branding Leader over de groei van het merk en daarmee over hun aansprekende filosofie en hun marktstrategie. Van OEM naar BenQ “In Europa voeren we vooral drie productgroepen, in de intro werden ze al genoemd,” vertelt Adams Lee. “Eigenlijk vier, want ook QisDesign, ons merk voor design lichtoplossingen brengen we steeds vaker voor het voetlicht, maar daarover straks meer. Vooral bij de professionele projectoren en de monitors maken we de laatste jaren een spectaculaire groei mee. Toch bestaat BenQ nog maar een jaar of dertien onder haar huidige naam. Tot die tijd waren we een doorsnee Taiwanees OEM-bedrijf, (Original Equipment Manufacturer, red.) We ontwikkelden en produceerden op basis van een hoogkwalitatieve R&D echte topproducten voor bedrijven die de apparaten vervolgens onder eigen naam of merk op de markt zetten. We waren dus het producerende bedrijf achter vele grote merknamen. Op een gegeven ogenblik merkten we dat onze producten zo gewild waren dat we besloten deze te gaan verkopen onder eigen merknaam, BenQ dus. Een uitgekiende marketingstrategie, toen al gebaseerd op de overtuiging dat onze producten het leven substantieel aangenamer kan maken, deed de rest. Een verbeterde technologie om het leven aangenamer te maken.”
QisDesign, de lichtdivisie van BenQ, onderscheidt zich door een perfecte integratie van LED-technologie en design.
‘We volgen continu en intensief de (veranderende) behoeftes van de doelgroepen’ Top gamingmonitor voor de top gamingwereld “We hebben in Europa voornamelijk met onze LCD-monitoren en de DLPprojectoren heel snel een substantieel marktaandeel veroverd,” vult Vincent CN Lin aan. “Dat komt vooral door onze directe marktbenadering. Als je claims voert als Bringing Enjoyment ‘n Quality to Life, gecombineerd met een persoonlijke benadering waarbij technologie en design hand in hand gaan,
Méér dan alleen maar topproducten “Ook met onze andere producten zijn we om dezelfde reden succesvol”, gaat Vincent CN Lin verder. “Daarbij volgen we continu en intensief de (veranderende) behoeftes van de doelgroepen. Productontwikkeling is bij BenQ gebaseerd op nauwgezette marktonderzoeken en doelgroepanalyses. Prototypen worden altijd eerst uitvoerig uitgeprobeerd door onze testgroepen. Nieuwe producten worden dan ook nooit gelanceerd zonder dat we weten dat ze zullen aanslaan, zowel wat technische prestaties betreft als wat styling en vormgeving aangaat. En dit werkt succesvol, met onze monitoren behoren we in verschillende landen tot de top 5 en met onze DLPprojectorenserie zijn we wereldwijd zelfs marktleider. Het gaat echter niet alleen om een goed kwalitatief product, je moet ook zeer zorgvuldig zijn in het kiezen van je afzetkanalen. We werken dan ook nauw samen met distributeurs, resellers, retailers en online shops. Goede marges, goede service en uitstekende producten zijn de belangrijkste pijlers onder die samenwerking. QisDesign, onze lichtdivisie, neemt een aparte status binnen de BenQ-productenreeks. Daarmee zijn we een jaar of drie geleden begonnen. Elke lamp onderscheidt zich door een perfecte integratie van LED-technologie en design, waardoor hij onmiddellijk opvalt door zijn karakteristieke vormgeving. Zelfs aan- en uitknoppen ontbreken, bediening vindt namelijk plaats via touch-technologie. We hebben er al meerdere designprijzen mee gewonnen en ze staan zelfs in het Red Dot Design Museum in Essen (Duitsland).” Nieuwe slogan “Onlangs hebben we ook onze slogan Enjoyment Matters veranderd in Because it matters”, neemt Adams Lee het gesprek weer over. “Onze bedrijfsvisie van Bringing Enjoyment ’n Quality to Life blijft onze kerngedachte waarbij BenQ staat voor wereldwijde
aanbieder van technologie en oplossingen voor de mensen. Maar binnen de BenQ Group hebben de laatste jaren verschillende bedrijven een flinke expansie meegemaakt. Waaronder BenQ Medical Technology en BenQ Medical Center. Het woord ‘Enjoyment’ past daar niet echt meer bij. Vandaar de nieuwe slogan: Because it matters. BenQ vindt het namelijk belangrijk om zich toe te leggen op de verbetering van verschillende aspecten van het leven die mensen van vandaag echt belangrijk vinden, Niet alleen privé en zakelijk, maar ook in het onderwijs en in de medische sector.” Op ISE gebeurt het “Al deze nieuwe innovatieve producten en oplossingen willen we eerst live tonen aan onze Europese zakenpartners” vult Natalia Frolova aan, “De ISE (Integrated Systems Europe) beurs biedt daarvoor dé kans om directe reacties van onze partners te ontvangen. De ISE vindt jaarlijks plaats in de RAI Amsterdam en is de best bezochte Europese tradeshow op gebied van professionele avsystemen. Hier demonstreren wij de allernieuwste projectoren, monitoren, touchscreens, maar ook de designlampen uit onze QisDesign-serie. Vrijwel al onze klanten vanuit heel Europa bezoeken dan onze stand. Ieder jaar ontvangen we meer nieuwe belangstellenden, wat betekent dat we ook ieder jaar over een grotere stand moeten beschikken alsook over een prominentere positie in de beurshal. De laatste jaren heeft Gielissen de stand op ISE voor ons ontworpen en gebouwd. En afgaand op de enthousiaste reacties van onze bezoekers met succes. Dat komt vooral door de doordachte positionering van alle productdemonstraties en de juiste sfeer in de hospitality area. We zijn dan ook nog steeds bijzonder te spreken over de samenwerking die al dateert sinds 2004. Het is echt een open communicatie. We kunnen alles tegen elkaar zeggen, omdat we weten dat het alleen bedoeld is om tot een beter beursresultaat te komen. We zijn nu alweer samen bezig voor de ISE 2014.”
Over BenQ De BenQ Group waar ook BenQ Corporation onder valt, omvat 15 onafhankelijk opererende technologiebedrijven die nauw samenwerken en hun grondstoffen en diensten delen. Alle 15 behoren ze tot de mondiale top in de eigen hightechindustriesector. Die sectoren lopen uiteen van groene energie en TFT-LCD-apparatuur tot medische apparatuur en lichtsystemen. De BenQ Group telt wereldwijd ca. 100.000 werknemers en heeft een jaaromzet van meer dan 20 miljard dollar. Het mondiale hoofdkantoor van BenQ Group en BenQ Corporation bevindt zich in Taipei in Taiwan. Verder telt BenQ Corporation vijf continentale hoofdkantoren: Amerika, China, Latijns-Amerika, Azië-Pacific en Europa. BenQ Europe, gevestigd in Eindhoven, is actief op alle grote Europese markten en heeft 10 regionale kantoren om deze markten direct te benaderen.
Brand utility: van reclamebelofte naar dienstverlening
‘Je merkwaarde is echt concreet te maken’ hoeveel het boek bij hen kost. Sluit overigens ook naadloos aan bij hun core business: boeken verkopen. Succesvolle brand utilities zorgen voor een concretisering van de merkwaarde, brengen die tot leven.
Weet u wat een brand utility is, een ‘nuttig merkgereedschapje’ als we het zouden willen vertalen? Indien u de vraag met ‘nee’ beantwoordt komt dat waarschijnlijk omdat u de naam niet kent, want u heeft vast wel eens gebruik gemaakt van een brand utility. In zowel oude als nieuwe, vaak digitale vorm. Nog geen decennium geleden lag in vrijwel elke auto het Stratenboek van Shell, en Girotel, de telefonische voorloper van internetbankieren, kent de oudere lezer ook nog wel. Moderne voorbeelden zijn Appie, de digitale boodschappenlijst en bezorgdienst van Albert Heijn of Nike+, een app die tijdens het hardlopen van alles daarover voor je bijhoudt.
Dus een goede brand utility moet dicht op je kernpropositie zitten? Als het enigszins kan wel ja, anders is de relatie niet duidelijk genoeg. En voorbeelden genoeg van goede brand utilities. Tesco is een supermarktketen in Engeland, een prijsvechter. Die heeft een app ontwikkeld waarmee je onmiddellijk ziet bij welke supermarkt een product het goedkoopst is. Charmin, een toiletpapiermerk, heeft een app die je op je smartphone laat zien waar zich openbare toiletten bevinden en hoe ze gewaardeerd worden. Biermerk Wieckse heeft in analogie met de succesvolle Buienradar.nl een Zonneradar.nl ontwikkeld. Waar schijnt de zon, waar is het dus terrassenweer, m.a.w. waar is het buitenbierdrinkweer? En wat denk je van al die reisen vakantieplanners? Vroeger lag de tijd die je gemiddeld op een reisbureau doorbracht op 70 minuten. Nu kost dat regelen 7 minuten, thuis wel te verstaan. Tijdwinst en gemak!
Kortom, een brand utility is een dienst of product die wordt aangeboden om een merk te promoten. Het is niet zomaar een aardige gimmick, het fenomeen signaleert een belangrijke verschuiving binnen de marketingcommunicatie (reclame), namelijk die van iets beloven (de klassieke reclame) naar die belofte waarmaken. Een effectieve brand utility doet dat laatste.
Maar bedrijven/merken doen dat uiteindelijk toch om omzet te genereren? Uiteraard, dat is ook een belangrijk criterium. Je kunt wel een leuke brand utility bedenken, maar het moet wel commercieel succes brengen, voldoende conversie genereren. Een brand utility helpt bij voorkeur een klant met een aankoop, zie de voorbeelden van Amazon of Tesco. De mobiele oplaadstations van Nokia op muziekfestivals zijn een sympathieke actie, maar de invloed op de verkoop van Nokia-mobieltjes is slechts indirect. Voor een veel gebruikte en dus succesvolle brand utility gelden nog een paar belangrijke criteria. Het moet zoals gezegd je kernpropositie bewijzen of toch minstens ondersteunen, er moet behoefte aan zijn, dus het moet nuttig, een echte hulp zijn, origineel zijn en je moet het als bedrijf willen subsidiëren met marketinggeld, waardoor de klant er weinig of niets voor hoeft te betalen. Verder, dat is echter geen echte voorwaarde, maar meer een advies: ga niet zoals de klassieke reclame vaak doet, uit van een demografische doelgroep, maar richt je op mensen met een bepaalde gemeenschappelijke behoefte, die iets doen bijv. winkelen, sporten, reizen, koken, biertje pakken enz. Activiteit is vaak een sleutelwoord binnen een goed brand utility concept.
Ingmar de Lange is als merkstrateeg niet alleen dé deskundige op het gebied van brand utilities, hij was er in Nederland met zijn netwerkbureau Mountview de grondlegger van. Dus een brand utility is eigenlijk een slim reclamemiddel? Een klein beetje Ja en heel veel Nee. Uiteraard is het bedoeld om een merk te promoten, maar in tegenstelling tot de klassieke reclame - we beloven u dit of dat - maakt een brand utility die belofte (gedeeltelijk) waar. Een goede brand utility is de combinatie van promotie, reclame dus en dienstverlening. Het helpt de gebruiker, het maakt bepaalde zaken makkelijker. Shell’s slogan ‘We helpen u op weg’ maakten ze concreet met het Stratenboek. Op een muziekfestival een grote vlag of banner ophangen met een mooie kreet is de klassieke manier van promoten, maar daar met een lopende biertap (Major Tom) lange rijen bij de tap voorkomen geeft je merk een extra dimensie. Of neem Amazon dat een app heeft gelanceerd waarbij je bij een boekhandel meteen kunt zien
‘Een uitgekiende brand utility-strategie kan een merk groot maken’
Hebben mensen geld over voor een goede brand utility? De meeste brand utilities zijn gratis of erg goedkoop`voor de gebruiker. (Zie ook het antwoord op de vorige vraag m.b.t. het marketinggeld.) De consument wil er trouwens best wat voor betalen hoor (voor een app bijv.). Aan de andere kant, als mensen er überhaupt geen geld over hebben voor een brand utility dan mankeert er ook iets aan.
Dus goed uitkijken voor je als bedrijf een brand utility lanceert? Ja, daar komt meer bij kijken dan vaak wordt gedacht. Allereerst kijken of het concept aan de bovenstaande criteria voldoet. Neem daarnaast voldoende ontwikkelingstijd. Ook hier gaan kosten voor de baat uit. Verder beslissen op welke fase in de customer journey (behoefte, oriëntatie, beslissing, aankoop, consumptie/gebruik, after sales en evaluatie) je met je brand utility wilt insteken. En reken bij succes op imitators (me too fabrikanten) m.a.w. kijk ook of de brand utility door
‘Je kunt wel een leuke brand utility bedenken, maar het moet wel conversie genereren’ te ontwikkelen valt, of je bepaalde features op termijn kunt toevoegen. De innovatie moet doorgaan, daarmee blijf je de gebruiker verrassen en aan je binden. Kijk naar de autoindustrie. Ondanks het feit dat de bestaande modellen nog prima voldoen komen autofabrikanten elk jaar met nieuwe, nog beter uitgeruste modellen. Beschouw het prototype, de eerste release van je brand utility als een instapmodel. Daarom is het ook belangrijk dat je blijft luisteren naar de gebruiker. Hoe ervaart die de brand utility, wat kan anders, wat beter? Bestaan brand utilities niet bij de gratie van onze gedigitaliseerde maatschappij? Er zijn natuurlijk ook klassieke, fysieke brand utilities, ik noemde al een paar en je zou ook nog kunnen denken aan Ikea die bedden op luchthavens plaatst voor langwachtenden
onderbouwen of zelfs voor een deel waar maken (de brand utility toont bijv. dat de bank sneller, gemakkelijker en transparanter is). Wat veel meer voor de hand ligt en dat is ook bewezen is dat een brand utility-achtige strategie een merk groot kan maken. Google, Facebook, Marktplaats zijn allemaal groot geworden zonder dat er dure reclamecampagnes tegenaan zijn gegooid. Hun functionele meerwaarde was simpelweg groter dan die van hun concurrenten. Sterker nog, ik ken geen online-merken die groot geworden zijn door grote reclamecampagnes, Zalando misschien uitgezonderd. Veel traditionele reclamecampagnes spelen in op emotionele gevoelens. Kan een rationeel instrument als een brand utility dat ook? Ja zeker, een goede brand utility kan heel goed een emotionele lading krijgen. Skype heeft een functionele insteek, (bijna) gratis bellen, maar een emotionele consequentie, bijv. het gezicht van je geliefde zien. Er wordt doorgaans weinig reclame gemaakt voor brand utilities. Hoe komt dat? Klopt, komt deels omdat een brand utility zelf een reclamemiddel is en deels omdat het zich via sociale media én mond-tot-mondreclame verspreidt. Ik moest laatst in de binnenstad (Amsterdam red.) parkeren wat ik vrijwel nooit doe. Nou, ik heb even aan een paar vrienden gevraagd welke parkeerapp zij gebruiken en waarom juist die. Zo werkt het. Zijn er brand utilities die echt gemeengoed zijn geworden? Wat dacht je van online bankieren en de reisplanners? Dan is een brand utility een commodity geworden zoals dat in marketingtermen heet. Het ultieme doel natuurlijk van elk bedrijf dat een brand utility inzet. Het betekent dat het de juiste snaar heeft geraakt en onmisbaar is geworden. Het gevaar is natuurlijk wel dat de kans op imitators toeneemt. Blijf je brand utility dus ontwikkelen zoals ik hierboven al zei. of het Duitse biermerk Stiegl dat op de fles een gratis openbaarvervoer-ticket plakt om na een avondje stappen toch veilig thuis te komen. Of Bol.com dat boven een bepaald bedrag gratis verzending aanbiedt. Maar je hebt gelijk, zonder de digitale mogelijkheden zouden veel brand utilities niet bestaan. Digitale media zijn het grote vliegwiel, de katalysator, zowel wat technische mogelijkheden als wat verspreiding betreft. Dat komt natuurlijk vooral omdat digitale diensten zo makkelijk te vermenigvuldigen zijn.
Wat raad je een bedrijf aan dat meer wil weten over de inzet van een brand utility? Dit vooral: vaak denken ondernemers ‘Dat is niks voor mijn bedrijf’, maar voor vrijwel elke reclamebelofte is wel een service, een brand utility te bedenken. Elke merkwaarde is concreet te maken.
Maar het tegenovergestelde geldt natuurlijk ook voor een slechte brand utility? Ja, dan verwijs ik ook hier even naar het antwoord op de vorige vraag. Een slechte brand utility wordt simpelweg weinig gebruikt en dus amper bekend en daarmee nauwelijks verspreid. Overigens worden er nog teveel brand utilities ontworpen die niet meer zijn dat een aardige gadget, dus zonder echte functionele relevantie of conversiepotentie.
www.mountview.nl
Kan een bedrijf met een zwakke propositie toch een sterke brand utility lanceren? Het ligt niet voor de hand, maar het is mogelijk. Stel je voor dat een bank roept ‘We zijn gewoon de beste bank’. Een te algemene en daardoor nietszeggende claim. Maar een slimme brand utility kan dat
Uitgereikt door Kenniscentrum SH&M
Gielissen Beste Leerbedrijf in de hout- en meubelbranche De toekomst van de na ons komende generaties bestaat voor een belangrijk deel uit een baan waarin ze zich gelukkig voelen, een functie die bij hun capaciteiten en ambities aansluit en kansen op ontplooiing biedt. Ons bedrijf wil daar graag aan meewerken, hun al die faciliteiten bieden die ervoor nodig zijn om binnen een professionele bedrijfsomgeving een vak te leren. Op die manier willen we de broodnodige scharnierfunctie vervullen tussen opleidingen en bedrijfsleven. Daarom bieden we al meer dan 10 jaar jaarlijks zo’n 20 à 30 stagiaires (van vmbo tot hbo) een stageplaats.
Wéér de beste! Die inspanningen worden regelmatig beloond. Niet alleen omdat stagiaires na hun studie regelmatig voor een baan bij Gielissen kiezen, maar ook formeel in de vorm van bekroningen. Een paar jaar terug werden we al uitgeroepen tot Beste Leerbedrijf door Kenniscentrum Savantis. Op 7 november jl. gebeurde dat weer door Kenniscentrum SH&M. Veiligheid in de leeromgeving Met deze wedstrijd wil Kenniscentum SH&M benadrukken hoe belangrijk het is om in de beroepspraktijk te kunnen leren, uiteraard voor de mbo-studenten zelf, maar zeker ook voor het bedrijfsleven. Het beroepsonderwijs kan nu eenmaal niet zonder
een gedegen praktijkopleiding. Studenten krijgen het vak pas echt in de vingers op de werkvloer van de bijna 3500 erkende leerbedrijven in de hout- en meubelbranche. Aan de andere kant kan het bedrijfsleven niet zonder net afgestudeerde werknemers die ook weten hoe hun vak in de praktijk werkt. Criteria bij deze verkiezing waren dan ook ‘Welk leerbedrijf leidt het beste op?’ en ‘Wat maakt een stageplaatsaanbieder tot het een goede begeleider?’ Daarnaast besteedde de jury tijdens de bedrijfsbezoeken dit jaar extra aandacht aan het criterium ‘Veiligheid van de leeromgeving’. Uit het juryrapport: ‘Bij Gielissen is opleiden een tweede natuur, een stagiaire is er ook echt een stagiair en heeft er duidelijk een beschermde status. Zo krijgen de leerlingen een eigen werkplek en volgen zij een introductieprogramma dat gelijk is aan dat van een nieuwe medewerker. De praktijkopdrachten worden dan ook zoveel mogelijk aan de reguliere werkzaamheden gekoppeld. De leerlingen van de houtafdeling kunnen er binnen de verschillende productielocaties werkelijk alles leren. Verder is Gielissen een strak georganiseerd bedrijf, waarbij orde en netheid opvielen. En last but not least heeft het bedrijf een vrolijke en dynamische uitstraling waarbij de medewerkers duidelijk trots zijn op hun bedrijf en hun producten.’ En nu op naar de landelijke verkiezing! SH&M nomineert de winnaar van 2013, ons bedrijf dus, ook voor de nationale verkiezing van Beste Leerbedrijf. Daar doen de winnaars uit alle sectoren mee. Deze wedstrijd is uitgeschreven door het ministerie van OCW. De uitslag volgt in maart 2014.
Maritiem ontwerpbureau Floating Houses De Floating 44 • Een leefruimte van maar liefst 44m² • Een dakterras van 15m² • Het ponton is geheel vervaardigd uit hoogwaardig aluminium • 2 slaapkamers • Een aparte douche- en toiletruimte
Varende recreatiewoningen, de nieuwe trend op het water Sinds eind 2010 valt er ook een werf onder de Gielissen-paraplu: Gielissen Linskens Shipyard in Wanssum aan de Maas. Hoe vreemd op het eerste oog ook, het was een logische overname. Linskens, gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van motorjachten, had een opdracht binnengehaald voor het bouwen van een aantal houseboats: luxueuze varende vakantiewoningen. Daar had de werf een veelzijdige interieurbouwer voor nodig. De rest is geschiedenis.
Het bovengenoemde project was gericht op de binnenlandse markt. Een ander eveneens op houseboats gericht project speelt zich in het Duitse Xanten af (aan de Rijn, niet ver van de Nederlandse grens). Daar komt een uiterst moderne, van alle maritieme faciliteiten voorzien waterrecreatiepark. Samen met het befaamde maritieme architectenbureau Floating Houses® uit Berlijn bouwt Gielissen Linskens Shipyard voor dit park voorlopig elke maand minstens 2 Floatings 44: een zeer comfortabele houseboat met onder meer 44 m² woonoppervlak en een dakterras van 25 m². Een prachtig project voortkomend uit een bijzondere samenwerking. Goed moment dus om nader kennis te maken met Floating Houses, aan de hand van 10 vragen aan Marie Woidig, Marketing & Social Media Manager van Floating Houses.
Kunt u kort het profiel van Floating Houses schetsen? Floating Houses bestaat nu 13 jaar. Onze core business is het ontwikkelen en laten bouwen van floating houses, zoals gezegd drijvende en soms varende luxueuze vakantiehuizen/villa’s en daarvoor de maritieme faciliteiten zoeken en ontwikkelen. Dat kan sterk variëren: van een ligplaats in een bestaande haven creëren voor één floating house tot het plannen, ontwikkelen en bouwen van een complete jachthaven, geschikt voor een groot aantal floating houses. Van dat laatste is Xanten een goed voorbeeld. De afgelopen jaren hebben we meer dan 30 projecten gerealiseerd, van klein- tot grootschalig, door heel Duitsland heen. U bent op zich een relatief kleine organisatie. Met welk soort bedrijven werkt u samen? Uiteraard vergt het, vooral bij grote projecten, inspanningen van vele verschillende partijen. Om de belangrijkste te noemen: maritieme architecten, statistici, projectontwikkelaars en natuurlijk diverse werven om de schepen te bouwen. Waaronder dus Gielissen Linskens Shipyard. Overigens werd Floating 44 ontwikkeld door het gerenommeerde bureau Baumhauer und Eicher Architekten. Er zullen in Duitsland wel meer maritieme projectbureaus zijn. Wat is uw usp t.o.v. hen? Eigenlijk wat ik net noemde, dat we totaalconcepten ontwikkelen. We creëren concepten, plannen de ontwikkeling, aanleg en bouw van maritieme recreatielocaties, regelen daar alles voor, van het aanvragen van ligplaatsvergunningen tot en met aanleveren van totale waterrecreatieconcepten en de daarbij behorende marketing-, financieringsen investeringsadviezen. Eigenlijk alles, we kunnen zo’n locatie desgewenst turnkey opleveren. Door die brede scoop zijn we ook marktleider in Duitsland. Natuurlijk zijn er maritieme bedrijven geweest die een of meer houseboats hebben gebouwd. Maar dat is maar een klein stukje van het hele verhaal. Je moet ook de faciliteiten en accommodatie er omheen creëren om die boot te kunnen gebruiken. Het ‘rondompakket’ zoals ik dat maar even noem. Floating 44 is maar een van de vele modellen in jullie botenprogramma? Klopt, we hebben zo’n 10 modellen, maar ook nog een Floating Restaurant, een Floating Hotel en een Floating Bar Lounge. De Floating 44 behoort tot de kleinere modellen, de grotere hebben zelfs een of twee verdiepingen. We maken trouwens onderscheid tussen ‘zwemmende’ boten en houseboats. De laatste categorie kan varen, kan dus van een motor worden voorzien. Daartoe behoort ook de Floating 44. Het is voor u natuurlijk vooral een b-t-b markt? We werken ook wel direct voor eindgebruikers, maar inderdaad, we proberen vooral partijen als investeerders, gemeenten en projectontwikkelaars voor onze concepten te interesseren. Hoe ziet jullie marketing en marketingcommunicatie eruit? Wat de zakelijke doelgroepen betreft, door onze reputatie van kwaliteit leverende totaalleverancier komen die doorgaans zelf naar ons toe. Ze hebben een globaal idee voor een waterrecreatieproject, maar dat moet dan handen en voeten krijgen. Soms ook zijn het wel particulieren die over een mooi stuk water beschikken en daar iets met houseboats willen gaan doen. Ook die zijn bij ons aan het juiste adres.
N.B. Floating 44 is ontwikkeld door het gerenommeerde bureau Baumhauer und Eicher Architekten. Dat zijn vooral de commercieel geïnteresseerde partijen, maar hoe vindt u de eindgebruikers, dus mensen die uiteindelijk genieten van zo’n fraaie boot? Op mijn kaartje staat niet zonder reden Manager Sociale Media. We maken heel veel gebruik van Facebook, Twitter, LinkedIn enz. Dan zoemt het razendsnel rond dat we met een nieuw project bezig zijn, nieuwe locaties gaan ontwikkelen, een nieuw model boot lanceren enz. Verder ontvangen bestaande en potentiële klanten een nieuwsbrief en adverteren we in bekende Duitse waterrecreatiebladen. En we hebben natuurlijk onze showboten, dus boten die belangstellenden kunnen bezichtigen. De eerste hadden we al in 2001 in Berlijn. In Xanten ligt nu een Floating 44 als showmodel en er komen er ook nog in Berlijn, Leipzig en aan de Oostzee.
Over Xanten gesproken, wat komt daar precies? In Xanten aan de Xantener Nordsee in Vynen wordt momenteel een nieuw Houseboatpark ontwikkeld. Een uiterst moderne, van alle maritieme faciliteiten voorziene recreatielocatie. Het park is gesitueerd in een prachtig gebied, uitermate geschikt om op het water te recreëren en te genieten van de mooie omringende natuur. Wij doen daar alles, dus van a tot z. De boten, de 10 Floating 44 worden momenteel gebouwd bij Gielissen Linskens Shipyard. De laatste moet in april af zijn, zodat die komende zomer in de verhuur kunnen. Dan moet de totale maritieme accommodatie natuurlijk ook klaar zijn. Dat is een project vlakbij de Nederlandse grens. Nog belangstelling van die kant? We hebben inderdaad een paar aanvragen uit Holland. En nu laat u dus de 10 Floating 44 in Holland bouwen? Ja, er waren meer werven die zich aanboden, maar de kennis en kunde van Gielissen Linskens Shipyard, zowel op het gebied van het bouwen van boten als op het gebied van luxueuze, hoogkwalitatieve interieurs gaven de doorslag. Daarbij komt dat ze al ervaring hadden in het bouwen van houseboats. Tot nu toe liggen we samen op de juiste koers.
Joint venture gericht op de Franse expomarkt
Gielissen + Servis Group= paradIGme Aan de ene kant is Frankrijk voor ons een belangrijk land, want is het grootste beurzenland van Europa met immens grote internationale beurzen in Parijs en Lyon. Aan de andere kant is het op expogebied een moeilijk toegankelijk land. Een paar grote B&T-organisatoren en leveranciers beheersen er de markt en voeren een uitgesproken hermetisch beleid. Nu heeft Gielissen al enige tijd zeer goede contacten met de Servis Group,
onze tegen-hanger in Spanje. Evenals wij hebben ook zij belangstelling voor de Franse markt, maar net als wij lopen zij ook tegen veelal kunstmatig gecreëerde barrières en restricties aan. Dus lag het voor de hand om de krachten te bundelen en samen de Franse markt te gaan verkennen. Daarom werd vlak voor de zomer paradIGme opgericht, een joint venture tussen de Servis Group en Gielissen. We hebben veel zaken gemeen (familiebedrijf, decennialange ervaring, diverse vestigingen en behorend tot de
Nederland kent een enorm groot buitenland. Ons eigen land is dan ook te klein voor onze expansieve aspiraties. Nu is dat al bijna 60 jaar zo en het heeft zelfs geresulteerd in vijf buitenlandse vestigingen. Eén Europees land echter is voor ons nog vrijwel ontontgonnen gebied: Frankrijk.
landelijke top) maar vullen elkaar ook uitstekend aan. Zo heeft de Servis Group de beschikking over meer materialen, maar is ons dienstenspectrum beduidend breder. Het is de bedoeling dat we op niet al te lange termijn een paradIGmekantoor in Parijs openen. We houden u op de hoogte over onze stappen op de Franse markt.
Het Nederlands Visbureau staat op eigen benen daar zijn vele even lekkere als bijzondere recepten te vinden, compleet met instructiefilmpjes, bereidingstijden en caloriegehaltes. Niet alleen van de bekende vissoorten, maar ook bijv. voor mul, rode poon, pijlinktvis en sardines. En nu we toch over recepten hebben, vlak na de zomer, dus in die hectische beginfase en de beperkte financiële middelen hebben we de eerste editie van ons nieuwe magazine Visculinair uitgebracht. Ook vol recepten en andere culinaire tips en weetjes. Dat ligt bij de reguliere viswinkel. (En breed lachend: “Niet? Vráág er dan om!”). We promoten natuurlijk niet alleen visconsumptie, goede voorlichting geven is zeker zo belangrijk. Momenteel speelt enorm het vraagstuk
‘Ondanks een krap budget werken we met veel inzet en enthousiasme’
‘Gelukkig beseft de sector dat het Nederlandse Visbureau onmisbaar is’ Vissen is al zo oud als de mensheid zelf, net als jagen trouwens. Er zijn langs grote meren en zeekusten visafvalhopen en vistuig gevonden van meer dan 100.000 jaren oud. Ook toen al verschalkte men graag een visje. Dat is nooit veranderd, of het nu gaat om een moot zalm, een zoute haring, een schaal mosselen of een van de vele andere vormen van smaakvol zeebanket. Toch valt de visconsumptie hier in Nederland tegen. Met jaarlijks ca. 3,5 kilo vis en schelp- en schaaldieren per hoofd van de bevolking staan we zelfs redelijk laag op de Europese ladder van visconsumptie (België bijv. 12 kilo!).
Het Nederlands Visbureau probeert daar wat aan te doen. Geen makkelijke taak, temeer omdat het sinds kort financieel zelfstandig moet opereren. Agnes Leewis, directeur van het Visbureau, vertelt. Van schip tot schap “Ja, sinds midden dit jaar staan we op eigen benen. Nog wel een beetje wiebelig, maar vastbesloten straks flinke passen te maken. Trouwens de eerste daarvan zijn al gezet.
‘Ligt Visculinair niet bij je viswinkel? Vráág er dan om!’ Tot juli opereerden we onder de vlag van het Productschap Vis, een koepelorganisatie voor alle belanghebbende sectoren in de visserij. Nu is de Nederlandse visserij goed georganiseerd. Vissers, vis- en schelpdierkwekers, visverwerkers, groothandelaren en detaillisten, elke schakel in de keten - van schip tot schap dus - heeft z’n eigen brancheorganisatie. Hun krachten waren gebundeld in het net genoemde Productschap Vis, een organisatie van en voor de hele vissector. Financieel werd het Productschap Vis gedragen door de verplichte heffingsbijdragen van alle aangeslotenen.
van duurzaam vissen. Mensen maken zich al of niet terecht zorgen om de instandhouding van vissoorten, bepaalde visvangsttechnieken, ongewenste bijvangst enz. Iedere visliefhebber kent wel de MSC- en ASC-keurmerken voor resp. duurzaam wild gevangen vis en duurzaam gekweekte vis. Wij proberen te laten zien dat de Nederlands vissector continu zoekt naar de juiste balans tussen milieuaspecten en het recht hebben op een goed belegde boterham. Overigens wil ik er graag op wijzen dat het ontbreken van een dergelijk keurmerk beslist niet altijd betekent dat het betrokken visbedrijf op niet-verantwoorde wijze opereert. Het verkrijgen van een dergelijk certificaat is een lang en kostbaar traject. Komt er op neer dat ze vaak wel duurzaam vangen of kweken, maar nog niet over het certificaat beschikken.” En dat was echt iedereen in de sector, gezien de bijzondere publiekrechtelijke bedrijfsorganisatorische (pbo)-status van het Productschap. Van cruciaal belang in het takenpakket betrof het contact leggen en onderhouden tussen alle bij de vissector betrokken partijen. Dus niet alleen tussen de bedrijven, maar ook met de overheid (ministeries), maatschappelijke groeperingen, voedingsbureaus enz.” Productschap Vis opgeheven “Je merkt,” gaat Leewis verder, “bij het Productschap spreek ik in de verleden tijd, want helaas het ís verleden tijd. De politiek heeft om financieel-economische redenen besloten alle productschappen op te heffen, dus ook die voor de zuivel, het pluimvee, akkerbouw enz. Met het verdwijnen van het Productschap Vis viel ook het budget onder het Visbureau weg. Omdat we iedereen binnen de sector ervan konden overtuigen dat pr-activiteiten moesten doorgaan, zijn we als private stichting verder gegaan. Met als nadeel dat we nu financieel afhankelijk zijn van vrijwillige bijdragen, maar als voordeel dat we nu, niet meer vallend onder het Productschap, nóg onafhankelijker en objectiever kunnen opereren. Vanuit deze basis proberen we revenuen te verkrijgen uit nieuwe promotiecampagnes in opdracht van de verschillende sectoren en brancheorganisaties. Verder hopen we dat als de economie weer aantrekt en de visconsumptie toeneemt we weer wat ruimer komen te zitten. Maar ondanks de krappe financiële middelen werken we met veel inzet en enthousiasme voor een met 20.000 banen en een omzet van 3,6 miljard euro bepaald niet onbelangrijke economische sector.” Diverse campagnes “Gezien het lage Nederlandse visconsumptieniveau (zie inleiding) valt er dus nog heel wat te promoten,” vervolgt Leewis. “Niet zozeer onder de 50-plussers, die hebben van huis uit wel vis leren eten, al is het doorgaans het traditionele
‘Naast promotionele activiteiten doen we ook heel veel aan voorlichting’ harinkje, scholletje, lekkerbekje of de garnalencocktail. De groep tot 30 jaar eet ook wel vis, die hebben vooral de vele culinaire mogelijkheden ontdekt. De groep daar tussenin, die tussen 30 en 50 jaar nuttigen het minst vis, dat hebben ze op een of andere manier niet meegekregen. Daar richten we ons vooral op met de claims van gezond, lekker, licht verteerbaar en de vele vissoorten en -variëteiten. En we wenden ons natuurlijk ook tot de jeugd. Daar geldt het gezegde dat vroeg geleerd oud gedaan is, zie de 50-plussers. Zo gaan we met lespakken naar basisscholen en geven daar dan, in samenwerking met een lokale viswinkel, proef- en smaaklessen. Natuurlijk passen we de vishapjes met iets zoets of zuurs een beetje aan bij de kindersmaak, maar ze vallen doorgaans letterlijk en figuurlijk goed in de smaak. Met als leuke ‘bijvangst’ dat als de ouders, (vaak uit de groep 30-50 jaar) hun kind zien smikkelen ze het zelf vaak ook wel even willen proberen. Verder voeren we nog een aantal algemene promotiecampagnes, zoals de postercampagne ‘De mannen van de zee’. Daarin worden allerlei ‘vishelden’ getoond, de stoere mannen die de zee opgaan (en weerstaan) om de lekkerste vis aan wal te brengen. Met de ‘Vis van de Maand’, waarbij telkens een bepaalde vissoort centraal staat, tonen we de manier van vangen en verwerking, de diverse bereidingswijzen, hoe een topkok die serveert (filmpje) enz. Voor december is zalm de vissoort van de maand. Nieuw: Visculinair “Al dat soort zaken en nog veel meer zijn te vinden op www.visrecepten.nl (kersttip!), een door ons beheerde consumentenwebsite. De naam zegt het al,
Seafood Expo Global Over al deze zaken geven we dus voorlichting. Via folders, brochures, factsheets, sociale media (o.a. de app VIS!), onze websites enz, houden we de consument, media en politiek op de hoogte van activiteiten, ontwikkelingen en andere relevante, visgerelateerde zaken. Een echt alleen maar op de eigen branche gerichte promotionele activiteit zijn de beursdeelnames. Verreweg de belangrijkste daarvan is de Seafood Expo Global, elk jaar in mei in Brussel. De Nederlandse vissector staat daar met een groot Holland Paviljoen, waarin zo’n 15 bedrijven zich presenteren. Elk jaar gaan we met Gielissen om de tafel om te kijken hoe we het dan weer gaan doen. Zij ontwerpen en bouwen niet alleen het paviljoen maar richten ook de stands in van de deelnemers. Dit jaar was het trouwens, gezien het onzekere voortbestaan van het Visbureau, nog spannend of we überhaupt daar met een paviljoen zouden zijn. Die beurs missen zou doodzonde zijn, want we hebben in de centrale hal een mooie prominente plek. Dan merk je dat bedrijven het belang van je activiteiten inzien. Ondanks de onzekere situatie waren alle aanmelders bereid ‘boter bij de vis te doen’. Iedereen zag de noodzaak in van deelname, gefaciliteerd door het Visbureau. Het was ons eerste, concrete succes in onze nieuwe bestaansvorm.”
Hitachi Construction Machinery (Europe) NV op de Bauma
‘Deze vakbeurs is voor ons een absolute must’
we een heel breed spectrum (zie kader, red.). Een van de pijlers onder dit agglomeraat is Hitachi Construction Machinery. Met ca. 9% van de totale mondiale netto-omzet van Hitachi een onmisbare divisie. Wat er al in de inleiding stond, overal wordt gebouwd, gegraven en grond verplaatst. Vanuit deze vestiging leveren we onze machines aan in totaal 40 landen, in Europa uiteraard, maar ook aan een aantal landen in het Midden-Oosten en Noord- en West-Afrika. In elk van die landen zit een dealer van ons die onze machines weer aan de eindgebruikers verkoopt. Heel uiteenlopende klantengroepen overigens: aannemers, grondbedrijven, staatsbedrijven, gemeentes, wegenbouwers, noem maar op.
‘Onze machines lopen voorop wat technische betrouwbaarheid betreft en dan bedoel ik betrouwbaarheid in de breedste zin van het woord’ Hier in Nederland assembleren we een deel van onze productrange, de relatief kleine graafmachines relatief, want hoe klein ook, het blijft indrukwekkende materieel - in Oosterhout, de middelgrote machines hier in Amsterdam, terwijl de echt grote jongens in Japan worden geproduceerd. In Amsterdam hebben we twee immense productiehallen en ook nog een uitgestrekt buitenterrein om de afgemonteerde machines te parkeren en om demonstraties te geven aan (potentiële) klanten.”
Er wordt wereldwijd heel wat grond verzet (verplaatst). Immers, overal waar wordt gebouwd en (water)wegen worden aangelegd verzetten graafmachines, wielladers (shovels) en hijskranen letterlijk bergen werk. Zoals gezegd wereldwijd, maar vooral in snel opkomende economieën als die van China, India, Rusland en Brazilië. Op menige machine staat de naam Hitachi. Voor de Europese markt wordt een belangrijk deel van deze machines geassembleerd in Amsterdam waar ook het Europese hoofdkantoor van Hitachi Construction Machinery (Europe) NV (HCME) staat.
Vanzelfsprekend stond HCME ook op de laatste Bauma (april dit jaar), de driejaarlijkse bouwbeurs in München, verreweg de belangrijkste bouwbeurs ter wereld. Met z’n 570.000 m² vloeroppervlak waarschijnlijk ook de grootste vakbeurs ter wereld. (Meer dan een half miljoen zakelijke bezoekers!) En even vanzelfsprekend was HCME daar aanwezig met een enorme beurstand, eigenlijk een soort standcomplex. Ontworpen en gebouwd door Gielissen, zoals we dat al 10 jaar voor Hitachi doen.
‘In Amsterdam hebben we twee immense productiehallen en ook nog een uitgestrekt buitenterrein’ Daarom een gesprek over de deelname aan de Bauma, maar uiteraard ook over Hitachi zelf, met Marlous Stoer, Coördinator Exhibitions & Events binnen het Corporate Communication department. Hoge naamsbekendheid “Iedereen kent Hitachi, heel veel mensen hebben een tv, een wasmachine, dvdspeler of een boormachine van ons merk in huis. We hebben dan ook een zeer hoge naamsbekendheid. Maar ook met onze industriële producten bestrijken
Reliable Solutions Op de vraag ‘Waar blinken jullie machines in uit, wat zijn jullie sterkste concurrentiepunten?’, pakt Marlous Stoer het jongste nummer van Ground Control van tafel, het relatiemagazine van HCME (oplage 100.000!). Zij wijst op de slogan voorop: Reliable Solutions. “Dat zegt het al, dat is niet zomaar een reclamekreet. Onze machines lopen voorop wat technische betrouwbaarheid betreft en dan bedoel ik betrouwbaarheid in de breedste zin van het woord. Dus niet alleen voor het werk waarvoor ze ontworpen en gefabriceerd zijn - graven, hijsen,
Hitachi in het kort Hitachi werd opgericht in 1910 in het Japanse dorp Hitachi, wat overigens zonsopgang betekent. Het bedrijf begon als winkel voor elektronische onderdelen voor de kopermijnindustrie. Het is nu actief in vele uiteenlopende industrieën, van digitale media & consumentenproducten tot automotive materialen, IT-systemen, krachtcentrales, trein- en spoormaterieel, hoogwaardige materialen en componenten, medische apparatuur, waterbehandeling- en waterrecyclingsystemen, er is nauwelijks een sector in de hightech-technologie te bedenken waarbinnen ze niet opereert. Op meer dan 20.000 productensoorten staat de naam van Hitachi en meer dan 300.000 werknemers verdienen hun brood bij deze mondiale gigant.
grond verzetten - maar ook wat al die andere aspecten betreft die een machine tot een topmachine maken. Veiligheid, bedieningsgemak, cabinecomfort (zitgemak, geluidsisolatie enz.) en duurzaamheid natuurlijk. Wat dat laatste betreft, in Europa gelden de strengste milieunormen en -wetten, dus daar introduceren we als eerste onze nieuwste machines. Machines met een hoog motorrendement gekoppeld aan uiterst lage emissie- en geluidswaarden en daarmee vooroplopend in de markt. Om die reden showden we op de laatste Bauma vooral onze allerlaatste modellen. Die beurs is gewoon dé kans om aan iedereen die in de sector werkt, levert of beslissingen neemt - machinisten, toeleveranciers, inkoopmanagers van grote bouwbedrijven etc. - onze meest recente materieel te demonstreren.” Stand van 5.600 m² “De Bauma is voor ons een must”, beaamt ze, als we vragen naar het belang van de Bauma voor HCME. “We gaan als HCME ook naar de driejaarlijkse Intermat in Parijs, maar onbetwistbaar nummer één blijft de Bauma. Die trekt meer dan een half miljoen zakelijke bezoekers! Daarom pakken we het daar letterlijk en figuurlijk zo groots uit. Vergeet trouwens niet dat deze beurs in München plaatsvindt en Duitsland met z’n stevige economie onze grootste afzetmarkt binnen Europa is. Daarom had Kiesel, onze Duitse dealer en een heel belangrijke klant, ook een eigen stand binnen onze grote stand. Een bevestiging van de hechte zakelijke band die we met Kiesel hebben. Praktisch kon dat ook makkelijk als je over een stand beschikt met een totaal vloeroppervlak van 5.600 m² en een bovenetage. Eigenlijk was het een soort middelgrote HCME-vestiging. Daarmee behoorden we tot de grootste stands van de Bauma. Dat waren we ook wel aan onze status verplicht. Willen we al die bezoekers (zelfs uit Rusland, het GOS, Azië, Noord- en Zuid-Amerika) een uiterst nuttig en aangenaam verblijf op de stand garanderen dan moet je wel alles in huis hebben: een professionele receptie-unit, bespreekkamers, infobalies, een breed scala aan restaurantfaciliteiten, lounges, een overdekt terras, noem maar op. Vanzelfsprekend ook een overzichtelijke en gemakkelijk toegankelijke demonstratie-buitenruimte. Nou ja, alles wat bij een professionele performance en onberispelijke gastvrijheid hoort.” Door en door ervaren partner “Deze stand was door Gielissen speciaal voor deze Bauma ontwikkeld. Een stand die zoals gezegd aan alle voorwaarden voldeed om een goede beurs te draaien. Niet voor niets beginnen we ruim een half jaar van te voren al met de voorbereidingen.
‘Met 5.600 m² behoorden we tot de grootste stands van de Bauma’ Alles moet op zo’n belangrijke beurs meteen kloppen, je kunt geen generale repetitie draaien. Daarom ook is het zo prettig dat samen met een door en door ervaren partner als Gielissen te doen. Hun probleemoplossend vermogen bijv. is echt fantastisch. Hoe goed je je ook voorbereidt, zowel tijdens de conceptfase als tijdens de opbouw, je loopt altijd tegen problemen aan. Bijna altijd veroorzaakt door externe factoren, dus door zaken die je niet in de hand hebt. Ze lossen het keer op keer snel en adequaat op.” www.hcme.com
Buro Bogaarts Interiordesign
‘Bij al onze ontwerpen staat de mens centraal’
‘Voor een architect is het echt een ramp als een prachtig ontwerp slordig of zelfs beneden de maat wordt uitgevoerd.’ niet tot onze opdracht. De opdrachtgever had net zo goed gepikeerd kunnen reageren. (‘Waar bemoeien jullie je mee?’) Maar het is niet gebeurd! De boardroom kwam inderdaad boven het bedrijfsrestaurant. Had nooit gekund zonder een open en eerlijke zakelijke relatie. Daarmee ben ik eigenlijk meteen bij onze filosofie, visie of hoe je het ook noemen wilt, want daarin staat de mens centraal. De interieurs die we ontwerpen worden door mensen gebruikt, mensen die er doorgaans werkend of wonend veel tijd doorbrengen. Daarom moeten ze zich er volkomen thuisvoelen, het moet helemaal hún plek zijn. Anders gezegd het interieur moet 100% mensvriendelijk zijn, dus optimaal afgestemd op de verblijf- en gebruiksfunctie.”
De oprit naar het complex is nog in aanleg, de parkeerplaats is overduidelijk provisorisch, maar van Gebouw M van de voormalige Saksen-Weimarkazerne (zie ook kader) kun je dat bepaald niet zeggen. Het staat er schitterend gerenoveerd bij. Ooit gaf het onderdak aan militaire voertuigen en een magazijn, nu is het de huisvesting van een viertal creatieve bedrijven. Waaronder Buro Bogaarts Interiordesign.
Omgang met opdrachtgevers Jos Bogaarts, directeur-eigenaar en naamgever van het bureau, is duidelijk ingenomen met z’n nieuwe onderkomen. “10 jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Ik zat als interieurarchitect bij een middelgroot bureau, maar ik wilde gewoon meer vrijheid, zelf bepalen hoe je je opdrachten aanpakt en met je opdrachtgevers samenwerkt. Ik ben toen ook gewoon vanuit huis begonnen, en dat liep al snel goed. Daarna zeven jaar met m’n bureau in de binnenstad gezeten en juni van dit jaar dus hier, niet ver van de A12 en met volop parkeerruimte.”
Op de vraag wat hij dan onder die vrijheid verstaat, antwoordt Jos Bogaarts dat het vooral om de omgang met opdrachtgevers gaat en om de eigen filosofie en werkwijze. “Het een hangt direct samen met het ander, maar om met die omgang te beginnen, ik houd niet van zo’n strikte, puur formele opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie. Natuurlijk is het pakket van eisen/wensen leidend bij een opdracht, het gaat mij ook meer om het gevoel, het open en eerlijk met elkaar durven omgaan. Als je elkaar respecteert en oog hebt voor de kennis en capaciteiten van de ander, dan kom je samen tot de mooiste resultaten.”
De mens centraal “Een mooi voorbeeld daarvan is nieuwe boardroom op het Shell Technology Centre aan het Amsterdamse IJ, waarvan we nu bezig zijn met het interieurontwerp. Die boardroom was aanvankelijk gepland in het kantorencomplex. Ik vond echter dat zo’n belangrijke staflocatie vlakbij de mensen moest zitten. Daar waar je direct én indirect contact hebt met je werknemers, daar waar bruist van de activiteiten. Daarom stelde ik voor de boardroom boven het bedrijfsrestaurant te situeren. We staken daarmee behoorlijk onze nek uit, wat dat advies hoorde bepaald
Gebouw en interieur in balans “Bij het ontwerpen van een groot interieur,” gaat Jos Bogaarts verder, “dus waar verschillende groepen mensen werken, wil ik om die reden ook het liefst met vertegenwoordigers van alle geledingen en afdelingen praten, dus niet alleen met de directie. Daarbij mag iedereen een onbeperkte lijst van wensen aanreiken, dus waar ook zaken opstaan waarvan ze denken ‘Dat kan toch niet, te extreem, te onpraktisch, te duur of zoiets. Nee, zeggen wij, roep maar, want zo komen de leukste dingen bovendrijven. En het brengt ons ook weer op leuke, gekke en originele ideeën die dan ook nog vaak best realiseerbaar blijken te zijn. Overigens, bij totale nieuwbouw zitten we het liefst zo vroeg mogelijk met de architect van het gebouw om de tafel. Dat is idealiter, want het gebeurt helaas lang niet altijd. Maar gebouw en interieur moeten volledig met elkaar in balans zijn, een geïntegreerd, bijna een organisch geheel vormen. Dat bereik je alleen als je in een heel vroeg stadium van elkaars ideeën en plannen op de hoogte bent en die op elkaar kunt afstemmen. Dat is bijvoorbeeld bij het hoofdkantoor van Fox Vakanties (een dochteronderneming van de ANWB) in Hoofddorp gebeurd, met al zeg ik het zelf, een even markant en intrigerend als duurzaam resultaat.” Drie keer duurzaamheid Het woord ‘duurzaam’ is gevallen en het blijkt binnen de visie van Buro Bogaarts een sleutelwoord. Jos Bogaarts: “Voor mij heeft ‘duurzaamheid’ drie duidelijke aspecten, niet alléén de materiële duurzaamheid, dus de inzet van milieuvriendelijke, recyclebare materialen, combinaties en installaties. Uiteraard zijn
De geschiedenis van de locatie De Saksen-Weimarkazerne kent geen lange historie. De bouw ervan werd pas voltooid na de Duitse inval in mei 1940. Meteen daarna trokken de Duitsers er in. In de jaren na de oorlog vond een aantal infanteriebataljons er onderdak. In 1999 besloot defensie de militaire functie van kazerne op te heffen en werd het een asielzoekerscentrum. Vervolgens diende het als atelierruimte voor zo’n 300 kunstenaars. In 2007 kocht de gemeente Arnhem het complex met de bedoeling er een mix van woningen, cultuur en innovatieve bedrijfjes van te maken. In 2009 werd het officieel gedoopt tot Saksen Weimar. Karel Bernard van Saksen-Weimar-Eisenach (1792-1862) was een generaal in Duitse en Nederlandse dienst. Hij vocht onder meer aan Nederlandse kant bij de slag bij Waterloo (1815) en trok in 1830 op tegen de Belgische opstandelingen. Van 1849 tot 1853 was hij commandant van het Nederlands leger in Nederlands-Indië.
die van primair belang. Maar duurzaamheid in de betekenis van een mensvriendelijke omgeving creëren, waar we het hierboven over hadden, vind ik eigenlijk net zo belangrijk. Een uitgekiende ruimte-lichtverdeling, efficiënte looproutes, comfortabele werk- en overlegunits, dat soort zaken. Verder moet duurzaamheid ook slaan op een lange levensduur van een interieur. Slijtagearme materialen, makkelijk te vervangen componenten, het inzetten van eerder gebruikte materialen (cradle-to-cradle), het zijn aspecten die steeds belangrijker worden. Een onderneming of organisatie die zich dat realiseert zoekt ook hierin de juiste balans tussen economisch en ecologisch opereren. De optimale integratie van die drie aspecten vind je bijvoorbeeld terug in het al eerder genoemde hoofdkantoor van Fox Vakanties. Dat scoorde zelfs op BREEAM, een ‘groene’, algemeen gebruikte meetmethode voor gebouwen, zelfs Excellent, de hoogste waardering.” Buro Bogaarts en Gielissen Nu ik het over dat hoofdkantoor heb, besluit Jos Bogaarts, daar realiseerde Gielissen eveneens het totale vaste interieur. Gezien de vele ronde, ovale en asymmetrische vormen, exclusieve materialen en complexe kleurstellingen in ons ontwerp, zeker geen makkelijke opdracht. Perfect uitgevoerd, ik kan niet anders zeggen. Ik zei ‘eveneens’, omdat dat niet ons eerste contact met Gielissen was, dat betrof het hoofdkantoor van LG Benelux in Amstelveen. Daarna
‘Ik houd niet van zo’n strikte, puur formele opdrachtgeveropdrachtnemer-relatie.’ hebben we samen nog een aantal mooie, grote klussen gerealiseerd. zoals een zeer luxueus particulier grachtenpand in Amsterdam en vorig jaar het nieuwe KNSB-centrum in Utrecht. Daar hebben we samen, al zeg ik het zelf, een echt schitterend interieur neergezet. Uiterst modern met een oer-Hollandse schaatsuitstraling. Dan is het goed dat je blindelings kunt vertrouwen op een interieurbouwer als Gielissen. Voor een architect is het echt een ramp als een prachtig ontwerp slordig of zelfs beneden de maat wordt uitgevoerd. Het moet echt 100% worden zoals je het hebt bedoeld. Gielissen maakt waar wat wij ontwerpen, zo simpel is het.” Buro Bogaarts is actief in vijf sectoren: zakelijk, particulier, zorg, horeca en overheid. Zie ook www.burobogaarts.nl
Foto’s: Rob Kater Photography
Gielissen ook actief ver buiten de landsgrenzen Continental - Hoofdsponsor WK Voetbal 2014 Voor autobandenfabrikant Continental hebben we verschillende displays en meubelelementen vervaardigd voor diverse activiteitenlocaties in Duitsland. Dezelfde range wordt door ons voor een tweede keer gefabriceerd en geplaatst op het WK
Voetbal volgend jaar in Brazilië. Continental is namelijk een van de sponsors van het WK en vestigt zo op prominente wijze aandacht op zich.
Maakt u ons de winnaar van de TV Succes Award? Kent u De Succesfactor? Het is hét tv-businessprogramma op RTL dat succesvolle bedrijven voor het voetlicht brengt. Niet alleen om te laten zien wat Nederlandse ondernemers in deze economisch moeilijke tijden nog in hun mars hebben, maar ook om daarmee andere ondernemers te inspireren. Het bedrijf dat dit het beste en meest opvallend doet wordt uiteindelijk bekroond met TV Succes Award, de belangrijkste Nederlandse ondernemersprijs. En die bekroning staat er aan te komen!
Sms
“succesfactor 2662” tussen 4 en 10 januari en STEM daarmee op ONS
Nike in Chicago en verder Voor Nike, het befaamde sportmerk, hebben we recentelijk de eerste opdracht uitgevoerd: een nieuw interieur voor de flagship store in Chicago. Dit tot grote tevredenheid van beide partijen. Om die reden zijn we nu in gesprek over het bouwen en plaatsten van interieurs voor andere Nike-shops in de VS en Europa.
Gielissen Interiors & Exhibitions is marktleider in Nederland en top vijf speler in Europa. Wij ontwikkelen effectieve oplossingen voor nationale en internationale opdracht gevers. Full service en wereldwijd.
Onze 310 professionals ontwerpen en realiseren driedimensionale projecten in elke vorm en grootte op het gebied van interieurprojecten, retail, beurspresentaties, evenementen, congressen en merkactivatie.
Vestigingen in Amsterdam, Eindhoven, Helmond, Wanssum, Hannover, Stuttgart, Antwerpen (Lier), Atlanta, Scottsdale, Abu Dhabi.
Redactie Global: Saskia van Kasteren, Edo Veenstra,
Nieuw contract St Jude Medical Na een tender met drie internationale concurrenten heeft St. Jude Medical, ontwikkelaar en producent van geavanceerde hart- en neuromedische producten, er weer voor gekozen om met Gielissen de komende drie jaar de congres/beursdeelnames
in Europa te gaan realiseren. We passen daarvoor het bestaande standconcept aan om zodoende een actuelere uitstraling te bereiken. Ook voor congres/beursdeelnames in Azië gaan we het team van St. Jude Medical ondersteunen.
Cordis op TCT in San Francisco Cordis is onderdeel van de Johnson & Johnson Group, de wereldspeler in farmaceutische, medische en consumentenproducten. Cordis ontwikkelt en fabriceert cardiovasculaire en endovasculaire producten en diensten (vasculair = betreffende de bloedvaten). Gielissen werkt al 10 jaar voor Cordis en ontwerpt en bouwt voor het bedrijf sinds enkele jaren ook stands voor Amerikaanse medische congressen. Dat gebeurde dit jaar voor het eerst ook voor de Cordis-stand op de TCT Transcatheter Cardiovascular Therapeutics, het grootste congres op dit gebied op Amerikaanse bodem.
RECTIFICATIE
Per abuis staat er een verkeerde vermelding in het Gielissen fotoboek. Het design van de stand van Hunter Douglas op de beurs R+T te Stuttgart is ontworpen door Sine Concept Design Studio te Antwerpen. Gielissen was alleen verantwoordelijk voor de realisatie van de stand. Sine Concept Design Studio is een creatief design bureau waarmee Gielissen al jaren lang een plezierige samenwerking heeft. In de volgende Global komt een uitgebreid interview met Odette Groeneveld van Sine Concept.
Opmaak: D&B Communicatie BV
Drukwerk: Drukkerij Snep BV
Hoe werkt het? Het afgelopen jaar kwamen elke week in het programma 5 bedrijven aan bod: hun core business uiteraard, maar ook de commerciële ambities en strategieën, spraakmakende projecten etc. Deze bedrijven zijn geselecteerd op basis van strikte, objectieve criteria. Afgelopen juni viel Gielissen - genomineerd voor de interieurbranche - deze tv-eer te beurt. Wellicht heeft u dat toen gezien. Op zaterdag 25 januari 2014 vindt de feestelijke verkiezing plaats en wordt bekend gemaakt wie de Award heeft gewonnen. Dat gebeurt door een deskundige jury én door het publiek. Het publiek - ú hopelijk ook - doet dat door tussen 4 en 10 januari via sms op hun favoriete bedrijf te stemmen.
Global is het gezamenlijke relatiemagazine van alle Gielissen-bedrijven. Reacties en suggesties kunt u sturen aan: Gielissen Interiors & Exhibitions Postbus 7069, 5605 JB Eindhoven Telefoon: +31 (0)40 235 36 37
[email protected] www.gielissen.com
Gielissen aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die het gevolg is van handelingen of beslissingen die zijn gebaseerd op de informatie die in deze nieuwsbrief is aangeboden. Heeft u vragen over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
Dus als u vindt dat wij de TV Succes Award verdienen sms dan tussen 4 en 10 januari naar 4422: succesfactor 2662. (Dat laatste nummer staat voor ons bedrijf. Let wel: tussen succesfactor en 2662 moet een spatie.) Alvast hartelijk dank! Zie ook de advertentie op de achterpagina of ga naar www.desuccesfactor.com G13-12 SvK
Zie ook het korte artikel op pagina 27