■veeling ■ Mauch
[VERSCHIJNT WEKELIJKS CALGEWATEK li'. Xl
THEATER ■■Pi
W- UO. CN NINC
4IH0
♦ :• > t
^<^
^L^
O-É
-::■';
1
3 //
;
.7
'
i
•1
Jan* Wither«
«■M
w»»
iM d
'^
»€
1 .
e-^H'XIÄP».
!
LYWOOD Aan Rutherfoid en J PriacÜKFlawaon ■ hebben Kerst-'inkoo[ pen • g^igpin.
■^'
W DAG UIT H
DE CARRIÈRE VAftl BEROEMDE FILMSTER
GINGE! ROGERS Het zal zoowat elf jaar geleden zijn, dat vijftienjarige, roodharige jongedame de eersten prijs verwierf op een danswedstrijd Fort Worth in Texas. Dit was Virginia Rogen die er niet het minste idee van had, dat zij een toegejuicht zou worden als een der grootste sterre vein Hollywood en als de filmfavoriete van millioe nen menschen over de geheele wereld. Sinds die lang vervlogen, gelukkigen dag heeft Virginia eci ter heel wat beleefd en hard moeten werken oij deze plaats te kunnen bereiken. Het Texas-danskampioenschap had als gevel " dat Virginia wekenlang de ster was van het Inte state variété-gezelschap, Na dit engagement tra zij in de grootere steden van Zuid-^merika op een solo zang- en dansnummer. Na een groo succes in Memphis, ging Virginia, die zich than Ginger noemde, naar St. Louis, waar zij tweeën dertig weken lang de hoofdrol vervulde in ee revue met Ed Lowry. Toen bood Paul Ash het pittige jongemeisje ce rol aan in zijn revue te New York. Omdat zij wis dat zij nog niet ver genoeg was om dit groot aanbod te kunnen accepteren, weigerde de ver standige Ginger en trad in plaats daarvan op het Oriental Theatre te Chicago. Toen zij lati
opnieuw een aanbod van Ash kreeg, kwam dit haar meer gelegen en verscheen zij met hem ten tooneele in het Paramount Theater te New York. Daar zag Ruby Kalmar haar en offreerde het meisje een hoofdrol in zijn operette „Top speed". Tijdens haar optreden in deze operette maakte Ginger haar filmdebuut als vamp in „Young méin of Manhattan". Hierop volgden haar films „The sap from Syracuse", „Queen high" en „Honor among lovers", die destijds nog in New York geproduceerd werden. Al dien tijd bleef Ginger echter het tooneel trouw en zij behaalde een enorm succes met de hoofdrol in dentsensationeelen schlager „Girl crazy". Toen dit stuk van het programma werd afgevoerd en de naam Ginger Rogers een bekenden klank in de theaterwereld had gekregen, begaf zij zich naar Hollywood. Nauwelijks was zij daar aangekomen, of haar werd de hoofdrol toegewezen in de Pathé-film „The tip off". Meer films met steeds belangrijker rollen volgden en toen kwam „Flying down to Rio", de eerste der talrijke musicals, waarin de levendige Ginger Rogers samen met Fred Astaire speelde. Een der grootste „vondsten", die ooit in filmland werden gedaan, was wel de „teaming" van dit zoo bij uitstek op elkaar ingestelde filmdanspaar. „The gay divorce", „Follow the fleet", „Top hat", „Roberta", „Swing time", „Shall we dance" en „Carefree" volgden en in alle landen over de geheele wereld glansden aan de theatergevels de namen van Ginger Rogers en Fred Astaire, namen die zoo langzamerhand het symbool zijn geworden van het moderne dansrhythme. „Vivacious lady", waarin zij naast James Stewart de hoofdrol vervulde, was haar tweede belangrijke speelfilm na het succes, dat zij verwierf met haar prachtig spel in „Stage door". In deze film heeft men Ginger opnieuw leeren kennen, maar van een geheel andere zijde. Niet meer als onverbreekbaar verbonden met den naam Fred Astaire, maar als individueele figuur met een innerlijke bewogenheid, die haar in staat stelt tot de meest veelzijdige uitbeelding, die men van een filmtalent van formaat mag verwachten. Ginger Rogers is niet alleen een dansster, zij is nu ook een groote actrice, of beter nog, een groote persoonlijkheid van het witte doek en niet voor een gering deel is de bekroning voor de artistieke waarde van „Vivacious lady" te danken aan deze artiste.
De nieuwste ioio van de] sympathieke Ginger, gemaakt door haar collega
Gregor en zijn handlangers leveren het witte poeder aan hun klanten op een zeer eenvoudige manier, namelijk zorgvuldig verborgen in de bouquetten viooltjes van een straatventer. Door onvoorziene omstandigheden wordt Nicolas door Gregor aangenomen om deze bouquetten in „Prince Igor" te verkoopen. Hij wordt als kozak verkleed, met een enorme bontmuts en schitterende Russische laarzen. Hij verwondert zich er een beetje over, dat hij zijn bouquetten voor honderdvijftig francs moet verkoopen, maar merkt, dat de klanten van dit zeer chique cabaret van deze bloemen houden. Op een avond maakt een der klanten schandaal. De prijs van de bouquetten is verhoogd tot tweehonderd frames en het begeerde poeder zit er niet in. De verklaring is zeer eenvoudig. Nicolas, onwetend van den handel, dien men er mee drijft, heeft een bouquet viooltjes verkocht, die hij uit de mand van Lisette heeft genomen, in de hoop haar tweehonderd francs te kunnen laten verdienen. Gregor en zijn handlangers begrijpen zijn uitvlucht niet, terwijl Nicolas de „onnoozele", voor een politieambtenaar moet verschijnen, die op het goede spoor dacht te zijn. Inmiddels wordt het onderhoud tusschen de bandieten en den bestolen cliënt niet bepaald aangenaam en Gregor slaat den tegenstribbelenden bezoeker met een geweldigen vuistslag neer. Deze verroert zich niet meer. De situatie
n den greep derwildernis NIEUWS UIT DE STUDIO'S Regie: Eduard v. Borsody.
VT?*3 Gustav Dies si an René Dellgen.
téT* •
£* i
r^nt
Valy Axnheim, Roma Bahn en Heibert Hübner.
[Walter Fianck en Gustav Diessl.
I
J is ernstig, men moet het lichaam zoo vlug mogelijk laten verdwijnen. Zij stoppen het lijk in een koffer, welke door een auto wordt medegenomen naar een villa in de buitenwijk, die aan de bende behoort. Nicolas is verheugd over dit uitstapje en noodigt Lisette uit hem te vergezellen. Onderweg laat hij twee gendarmes meerijden, die dezelfde richting uitgaan. Onrust heerscht er bij den troep in de villa, als zij de uniformen bemerken bij aankomst van den auto. Een nieuw avontuur staat Nicolas te wachten in de villa. Een handlanger heeft drie kinderen ontvoerd van een rijke familie, in de hoop er een groot losgeld voor te krijgen. Ze verzoeken Nicolas op deze kleinen te passen en de „onnoozele" neemt zeer serieus de rol van kindermeisje waar . .. Maar te Montmartre vordert het onderzoek, geleid door Delmas, goed. Zelfs wordt, dank zij den „onnoozele" met medewerking van Lisette, Gregor overgeleverd aan de politie, „vastgenaaid" in zijn eigen kleeren. De kinderen zijn weer oorzaak van talrijke gebeurtenissen tijdens het terugvinden van de ontstelde ouders, doch ten slotte lukt dit en deze laatsten worden de weldoeners van den „onnoozele", die samen met Lisette zijn droom verwezenlijkt ziet in een drukken bloemenwinkel.
feta von Langen en Walter Ftanck.
,JK-'-
s-im hné Deltgen en Walter SUssenguth.
i ■•.'
jene Deltgen en José Alcantra.
Ufa-film.
Henry Wickham René Deltgen Don Alonzo de Ribeira, Gustav Diessl Consul Waverley ... Herbert Hübner Mary, zijn dochter, Vera von Langen De gouverneur van Para, Walter Franck Lady Betty Mortimer... Roma Bahn Lord Reginals, haar man, Valy Arnheim Kapitein Murray Hans Nielsen José, de begeleider van Wickham, José Alcantra Het begin van de film toont ons, hoe omstreeks 1876 de Engelschman Henry Wickham van Engeland naar Brazilië oversteekt, vast doordrongen van het plan, op den terugweg rubberzaden naar zijn vaderland mee te brengen. Niemand aan boord vermoedt wat Wickham van plan is. Ongehinderd doet hij mee aan de spelen en amuseert zich met de knappe Mary Waverley, wier vader Engelsch cpnsul in Para is. Consul Waverley wil echte/, dat zijn dochter trouwt met den rijksten en invloedrijksten man van Brazilië: Don Alonzo de Ribeira. Maar Mary geeft gaarne de voorkeur aan Henry. Diens doel staat hein duidelijk voor oogen: hij moet naar den bovenloop van de Araguara. Mary's vader weigert elke officieele hulp. De Brazilianen hebben daar hun rubber en wat dit betreft laten zij niet met zich spotten. Brazilië weet zijn monopolie naar waarde te schatten en heeft op het stelen van rubberzaden de doodstraf gesteld. Het toeval helpt Wickham, De oude professor Hickleberry dweept met een zeer zeldzamen vlinder; de Laternaria phosphorea, die slechts aan den bovenloop van de Araguara voorkomt. Een prachtig voorwendsel om in het rubbercentrum te komen. Wickham zal de wetenschap dienen en den zeldzamen vlinder halen. Hij krijgt pas de noodzakelijke vergunning als Mary het aan Don Alonzo dringend vraagt. De moeilijkheden, waarmede Henry in de wildernissen te kampen krijgt, zijn ontelbaar. Door een toeval blijkt het Don Alonzo, waarom het den jongen Engelschman in werkelijkheid te doen is. Hij trekt er zelf op uit, om Henry te vinden en . . . naar hij hoopt ten gronde te richten. Met onuitputtelijke energie werkt Wickham intusschen verder aan de verwezenlijking van zijn ideaal. Hij krijgt hevige aanvallen van tropenkoorts, maar hij is in het bezit van rubberzaden en van den zeldzamen vlinder. Zijn krachten begeven hem. Als hij weer tot bewustzijn komt, bevindt hij zich in een Braziliaansch fort. Maar de rubberzaden heeft hij tijdig in veiligheid kunnen brengen. José, zijn trouwe inlandsche helper, wien hij het leven heeft gered, bewaakt ze. De Laternaria phosphorea draagt hij bij zich, want daarmee wil hij aantoonen, dat hij niets anders heeft gewild dan die te vinden. Maar Don Alonzo wil zijn rivaal tot eiken prijs ten gronde richten. Van een afwezigheid van Henry maakt hij gebruik, om den vlinder te doen verdwijnen, Henry wordt aangeklaagd, maar men kan hem het stelen van rubberzaden niet bewijzen. Dan tracht men hem op laaghartige wijze van spionnage te beschuldigen. Hij wordt ter dood veroordeeld. Doch dit offer wil Wickham voor zijn land brengen. De rubberzaden immers bevinden zich aan boord van een Engelsch jacht, dat ze mee naar Engeland zal nemen. Zijn doel heeft hij bereikt. Na verloop van tijd zal de rubber vloeien: op Engelsch grondgebied! Maar Mary weet op het laatste oogenblik Don Alonzo toch lot een bekentenis t^ dwingen. Hij moet toegeven, dat hij de Laternaria phosphorea van Wickham gestolen heeft, Wickham moet vnj gelaten worden!
Heinz Ruehmann zal de hoofdrol spelen in de Cine-Allianz-productie „Ali Baba und die vierzig Frauen".
Erich Fiedler werd voor de Willy Fritsch-film „Die Geliebte" geëngageerd.
Paal Klinger en Ursula Grabley vertolken de belangrijkste rollen in „Ich bin gleich wieder da". De verdere medespeienden zijn Rudolf Platte, Paul Hoffmann, Jessie Vihrog, Mady Rahl, Margarete Kupfer en Katja Pahl, Het draaiboek werd geschreven door Otto Bernhard Wendler.
Met terzijdestelling van bannen naar het oord Allan Kneip, stand-in termijn. Inmiddels heeft
Garson
alle Hollywood tradities, die stands-in steevast verder vergeten filmmenschen, heeft RKO-Radio met voor James Ellison, een contract gesloten op langen Kneip reeds een aanvang gemaakt met zijn carrière als acteur.
Kanin regisseert de fifm „The great man voles", waarin Peter Holden en John Barrymore belangrijke rollen hebben.
Hans H. Zerlett, de regisseur^ en de filmactrice Gisela Uhlen de Tobis voor een jaar vast geëngageerd.
rijn door
Erich Ebermayer en Kurt Heuser schrijven het Bavaria-film „Befreite Hände".
voor
draaiboek
de
Claude Rains en Boris Karloff zullen de belangrijkste rollen uitbeelden in de Warner Bros-film „The return of Dr, X", Ann Sheridan en Margaret Lindsay zullen eveneens in deze film optreden.
Charlie Amberg heeft een film-scenario geschreven, getiteld „De doornenkroon van Mexico",
Ginger Rogers zal de hoofdrol vervullen in de film „Little mother". Deze film zal onder supervisie van Pandro S, Berman geproduceerd worden door Buddy De Sylva.
Laurence Olivier heeft een belangrijke rol in de Goldwyn-film „Wuthering heights", waarin Merle Oberon de vrouwelijke hoofdrol vertolkt.
Warner Bros hebben de verfilmingsrechten aangekocht van een magazineverhaal van G. Carleton Browns, getiteld „The holy terror".
In de nieuwe Dick Powell-film „Always leave them laughing" komen niet minder dan achtendertig songs voor.
Ann Evers is geëngageerd voor een rol in „Beauty for the asking". De verdere medespeienden zijn Lucille Ball, PaJacqueline Wells, Edith Feltrick Knowles en Dolows en Cliff Edwards in de nald Woods. Glenn Columbia-film „The little adventurers" in scène Tryon regisseert deze gexet door D. Ross film. Lederman.
vemsLpf
A:
3
&..* ^
VL1
Xante Patsy probeert Lucy een beetje op te Yrooli)ken.
i
« •
",7MM'M>aHtfBMÉ£ I
Regie: Leo McCarey. Lucie Warriner Jerry Warriner Daniel Leeson Armand Duvalle Tante Patsy Barbara Vance Mrs. Leeson Dixie Belle Lee Frank Randall
Loet C. Barnstijn-fi mgleeraar, Duvalle, om bij haar te komen en smeekt Irene Dun :ra dan met Jerry te. gaat praten en hem te overGary Gi igen, dat zij de waarheid heeft gesproken. Juist Ralph BellajMitt Jerry weer binnen en Lucy verbergt Duvalle, Alexander d'A r m Jerry te sparen, in haar slaapkamer. Jerry houdt inghi :>k nog van zijn vrouw en tracht alles weer goed te Gecil Gunni; Molly Lame aken. Maar zij worden gestoord door de komst van Esther D;la:niel en om een minder prettige situatie te voorJoyce Comp Dmen, gaat hij zich, ondanks Lucy's protesten, ook Robert Al de slaapkamer verstoppen. Daniel komt met zijn loeder, maar een behoorlijk gesprek is niet mogelijk Jerry Warriner is zoogenaamd met vacantie oor het lawaai, dat uit de slaapkamer komt. Jerry Florida. Maar een New Yorksche hoogtezon ge met Duvalle slaags geraakt en even later rent deze, hem de bruine tint, die bij het strand past evolgd door Jerry, de' kamer door. Daniel en zijn Lucy, zijn charmante vrouwtje, zal niets van Jerr iceder zijn zeer verontwaardigd en verdwijnen nu oor goed, iets waar Lucy heelemaal niet rouwig om bedriegerij merken. Tijdens zijn vacantie gaat Jerry veel om met Thuisgekomen komt hij tot de ontdekking, dat 2 arbara Vance, een rijk society-meisje. Hij zal zich vrouw er niet is. Zijn laatste brief aan haar is ongeopend. Pa^ eenigen tijd later komt ze binnen n iet haar verloven, zoodra de scheiding van kracht is den jongen, knappen zangleeraar, Duvalle. Ze ver t4eworden. dat de auto, waarin ze van een fuifje terugkwami Den laatsten dag voor de definitieve scheiding gaat panne kreeg en dat ze zich daardoor hebben verla ucy naar Jerry's kamer om afscheid van hem te Bij toeval beantwoordt ze een telefonischen Jerry gelooft niet veel van dat verhaal en is jaloi Het eene woord lokt het andere uit en de beide ecl prroep van Barbara en Jerry, die de aanwezigheid genooten krijgen twist, die zóó hoog loopt, dat Lu an een vrouw in zijn appartement moet verklaren, oet alsof Lucy zijn zuster is. scheiding aanvraagt. De scheiding wordt uitgesproken, maar zal volgc Dien avond gaat Jerry op bezoek bij de Vances. lij verontschuldigt zijn zuster wegens ziekte. Even de Amerikaansche wet pas na drie maanden kracht worden. De een ige twistappel is ,,Mr. Smitl äter echter wordt de zuster toch aangediend en ... de witte terrier geweest, maar door een list heeft Lu ucy komt binnen. Lucy gedraagt zich ordinair, maakt dezen toegewezen gekregen, terwijl de rechtbank Je are opmerkingen en doet de maat overloopen door benoemt tot toezienden voogd. Hij mag het hont en liedje voor te dragen, dat in dit gezelschap niet iast. De Vances zijn gechoqueerd en Jerry neemt Lucy tweemaal per maand komen bezoeken. Lucy gaat nu samenwonen met haar tante Pat i ee naar buiten. Denkend, dat ze half dronken is, die haar in aanraking brengt met Daniel Leeson, e «sluit hij haar thuis te brengen in haar auto. Lucy rijken jongen veekoning uit Oklahoma, die met z aat de radio overmatig hard spelen en gooit dan het moeder in hetzelfde hotel logeert. Jerry komt binn ontactsleuteltje weg, zoodat ze niet zachter gezet kan loopen om met Mr. Smith te spelen en maakt zo vorden, waardoor ze spoedig de motorpolitie achter herrie, dat het overige gezelschap de vlucht neemt ich aankrijgen. Tot een proces-verbaal komt het echDaniel wordt dadelijk verliefd op Lucy. Hij nee er niet. Het einde van het liedje is, dat de agenten haar mee naar een nachtclub, waar zij ook Je erry en Lucy naar het landhuis van tante Patsy met een zangeresje ontmoeten. Zoo ontstaat er e irengen. En daar vindt de ontknooping plaats. Na een reeks reeks komische en verwarrende situaties. Daniel met Lucy trouwen, maar deze houdt nog altijd 1 ncidenten van zeer grappigen aard, komt de verJerry en hoopt nog steeds, dat alles weer in orde oening tot stand.. . juist op het moment, dat de komen, al laat ze daarvan.niets blijken. Zij vraagt h cheiding definitief wordt!
I ' llflw
Lucy en Jerry hebben een verschil van meening
\&mmm
^B
Lucy heelt bezoek van haar verloofde, haar a.s. schoonmoeder en I haar ex-echtgenoot
[Lucy trocht zich weerj met Jerry te verzoeInen.
hli 'lit
1^
ft
Stan Laurel en Oliver Hardy In hun nieuwste Ulm „Block-heards".
Suse Grai en Llda Baarova in de Uia-lilm „Preussische Liebesgesctaichte"
3
m&,//&&
W&%
..^
" ^B
• i
JDEJAARSAVONDGEPEINZENl
VAN LEZER TOT LEZER Op deze pagina kunnen onze abonné's, onder de „Ruilrubriek", gratis «en advertentie plaatsen, waarin zij iets aanbieden in ruil voor iets anders. Deze plaatsing is geheel gratis, maximaal 10 regels per advertentie. Advertenties, waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, diensten worden aangeboden, enzoovoort, enzoovcort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen" geplaatst en berekend tegen 5 cts. per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN
Te koop : een moderne kinderwagen, wit. Bakker, Wittenstr. 80-11. A'dam (W.).
TE KOOP GEVRAAGD
Te koop : Onze gr. riv. b. ä 70 ct.. Bussink Hagzegels ä / 1. —, Patria I, Klaverblad ä 50 ct., Patria 11 ä 70 ct.. P, C. Kaiser h 75 ct. Alles per 100 st. Verk. alb. Mijn Aquar.. Kamerplanten enz. tegen elk aann. bod. alles in g. st. Postz. voor antw. insl. s.v.p. L. Gaspari. Hofmeyrstr. 17, A'dam (O.).
Te koop aangeb. : Burger vleeschsnijmach. en 2 glasvitrines. Groenesteynstr. 112, Den Haag.
Te koop gevr. : stoommach. ongev. 3 tot 5 atmf., ook defect of onderdeden. Tevens te koop : stofzuigermotor. W. van Son, Van Beuningenstr. 90-111. Amsterdam.
Te koop : een gebrandschilderde lampekap gek. hebbende ƒ42.50, nu voor den prijs van ƒ10.— en een spiegel voor ƒ3.—. W. Ros. Borneostr. 40, Utrecht. Te koop aangeb.: een eiken buffet (groot model) ƒ 15.—. Celebesstr. 67-11. Adam (O.). Te koop : een in goeden st. zijnde elec. waschm. m. wringer tegen elk aann. bod. Oudshoorn, Oostzaanstr. 32-1.. Amsterdam. Te koop: een prima Philips radiotoest. in salonkast en Philips luidspr. ƒ20.— ; tev. een mod. kinderbakwagen (stroomlijn) dikke banden ƒ7.50. Ook gen. te ruilen voor filmtoestel of electr. trein. Baarsjesweg 155-hs. A'dam (W.).
RUILRUBRIEK Wie ruilt een opgefokte 4-cyI, race-Ford, voor een kleinen auto, lichte belasting, of motorfiets? Tev. een heel nwe pianoklavier-accordeon in ruil voor een trapnaaimach. C. Felix. Z.O. Buitensingel 196, Den Haag. Wie ruilt een plankschommel met dik touw, een paar voetbalschoenen maat 37-38, en 15 speelgoedballen van gr. tot klein, keihard, voor een mooien spiegel ? Jobse, Ie Conradstr. 116-111. A'dam. Wie ruilt mijn z.g. a.n. schoonrijdschaatsen merk ..Nooitgedacht", voor kunst- of hardrijders (schoenm. 41-42)? Th. v. d. Kaaij, Bleekstr. 69, Eindhoven. Wie ruilt kunstschaatsen, gekost hebbende ƒ18.50 en z.g.a.n.. voor Friesche doorloopers? W. Koetsier, Warmondstr. 167-hs, Adam (W.).
Ik vraag : Ned. en Kol. postz. Ik geef in ruil nooge waarden buitenl. W.Peeters. Oude Weurtseweg 5, Nijmegen. Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wil spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam. Inruil: 1 paar rolschaatsen, bestuurbaar, verstelbaar met kogellagers, in goeden St., voor 1 2-pers. bobslede Z.g.a.n. Van Oosten, Kanaalstr. 32-111, Amsterdam. Wie ruilt : trop. aquar. 70 55 x 50, hoek ijzer m. ijzeren ondertafel voor een zelfde aquar. grootte 100 < 50 ■ 40 of derg. maat ? Tevens te koop : een electr. wekkerklokje v. 110 volt ä ƒ1.75. Ribesstr. 6. Den Haag.
ABONNÉ'S OP DIT BLAD, welke in onze regisiers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.— bij levenslange invaliditeit; f600.— bij overlijden; f 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; f 75. — bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.— bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f3000.- en de uitkeering bij ov«rlijden op f 1000.De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent Ü, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn. Anden vervalt het recht op uitbetaling.
„Waarom zou ik loopen als ik een auto kan betalen?
2 —
Een kleine „Tarzan", het Wotaapje van de Amazone- Deze dieren leven in groote troepen in de boomen van het oerwoud en vormen een veel begeerden jachtbuit, omdat hun vleesch als 'n ware lekkernij beschouwd wordt-
Een Wolaap, thans ook wel
„Tarzan-aap"
genoemd,
loert uil de
boomen op
ons, wanneer wij door de vaak bijna ondoordringbare bosschen loopen. Het is een dier, dat nergens anders wordt gevonden, en de inheemschen
maken er
veel jacht op, omdat zijn
beteekent.
vleesch een ware
lekkernij
voor
hen
De verschrikkelijkste visch, die er op de wereld bestaat is waarschijnlijk wel de Piranha, die in de wateren van de Amazone voorkomt. Het dier heeft een afschuwelijk gebit. Deze visschen ruiken in letterlijken zin menschen- en dierenbloed
op
grooten
afstand.
Men
weet,
dat de
verschrikkelijkste
bewoner
der
zeeën de menschenhaai is, maar de Piranha is nog veel en veel wreederl InHet is niet overdreven om dezen titel boven dit artikel te plaatsen, want in werkelijk-
DE mm
heid weten wij nog slechts zeer weinig van dit eigenaardige en kolossale eiland, dat in het mondingsgebied van de Amazone ligt, op de kust van den Atlantischen Oceaan. Maranhao is volgens Europeesche begrippen nog „onontdekt" en bezoekers, die op deze verre Zuidamerikaansche kust landen, treHen daar dan ook heel veel aan, dat ons totaal onbekend is. Staatkundig behoort hel gebied tot Brazilië, en de menschen, die er wonen, kunnen de vroegere indianen en de later, in het midden der zestiende eeuw, gekomen Portugeezen lot hun voorouders rekenen. Lang hebben deze laatste. die als kolonisators kwamen, het gebied echter niet bezet kunnen houden en na verschillende pogingen en herhaalde wisselingen van eigenaars, behoort het thans tot
Oe „Pepervogel", een zeldzame maar typische vertegenwoordiger van de vogelwereld uit het Amazone-gebied. Zijn buitengewoon lange snavel bestaat uit zeer fijne beentjes, die door het hoorn van den snavel zelf worden beschermdDe gevaarlijkste visch van de wereldDat is niet de menschenhaai zooals misschien velen zouden denken, doch de Piranha-visch, die bijna uitsluitend in de wateren van de Amazone voorkomt- Op groote afstanden ruikt hij reeds bloed, en hij valt zijn prooi in talrijke zwermen aan. ledere Piranha rukt het slachtoffer een «tuk vleesch uit het lichaam. Een mensch, een groot dier wordt op die manier binnen weinige minuten in een skelet veranderd. Het spreekt dus vanzelf, dat de uiterste voorzichtigheid geboden moet zijn bij het te water gaan in de Amazone, vooral voor personen die open wonden hebben.
dien er een mensch
—
of dier
—
in hun nabijheid in het water valt, maken
zij in troepen jacht op hem en rukken hem daarbij in letterlijken zin de stukken vleesch
uit het lichaam.
De puntige, talrijke tanden haken zich
in luttele
seconden in het slachtoffer, en gezien de snelheid waarmee deze visschen zich door het water voortbewegen is het absoluut onmogelijk aan hen te ontkomen, terwijl hel tevens uitgesloten is het slachtoffer hulp te brengen! Ook van de oorspronkelijke inwoners kan men dat ze
afschuwelijk
wreed waren.
Hadden
ze
weinig minder zeggen, dan
een
vijand
gedood,
dan
werd
diens hoofd van het lichaam gescheiden en geprepareerd, waarna men er de tanden uitbrak om ze lol een ketting te rijgen, dien men als bijzonder fraaie versiering om den hals hingl Overigens
kende
stamgenoolen.
men
De
ook eigenaardige gebruiken en
lijken
werden
verbrand
en
zeden
de asch
bij
de eigen
bijgezet in
urnen,
die een primitieve gelijkenis vertoonden met een mensch. Deze vorm was een soort symbool. Men geloofde namelijk, dat de overledene in dezen
„kunstma-
tigen" mensch, die op een robot leek, zou verder leven. Men sorak met hen in hun nieuwe gedaante en meende zelfs antwoord te krijgen. . . Merkwaardig
zijn
zeker
ook
de
sieraden
welke
de
inheemschen
droegen.
Men prepareerde de vleugels en lichamen van kevers en reeg ze aan snoeren, welke als sieraad gedragen werden. Men gebruikte hiertoe echter slechts zeer bepaalde keversoorten en wel die, waarvan men geloofde, dal zij de dragers beschermen zouden tegen allerlei gevaren en ongevallen. Zooals bij alle primitieve volken hebben
ook
in
het
vroegere
Maranhao
maskers een groote rol gespeeld. Interessant is in dit verband zeker, dal men
Brazilië.
ze maakte van nalte boomschors en vloeibare gummi. Omdat ze dan
In Maranhao treHen wij nog gebruiken en voorwerpen aan, die het mogelijk maken ons een indruk te geven van den primitieven tijd, toen er alleen nog Indianen woonden, maar we vinden er ook dieren, die elders op de wereld niet of slechts zeer spora-
dien nog dikwijls beschilderd werden, kan
disch voorkomen. In de allereerste plaats moeten we hier een vogel, een visch en
bekend. Zooals men op een onzer foto's ziel, hebben zij zelfs voor hun bloote
een
op
het
land
levend
dier
noemen. De „Pepervogel", met zijn eigenaardigen snavel, bevolkt de lucht. Het is een interessant dier, waaraan men dikwijls allerlei geheimzinnige eigenschappen toeschrijft.
boven-
men wel begrijpen, dat ze betrek-
kelijk weinig van den tand des tijds te lijden hebben gehad. Bij alle mogelijke feestelijkheden werden ze opgezet en vaak deden ze ook dienst om aan een of andere religieuze plechtigheid meer relief te geven. Thans bestaan de bewoners van Maranhao hoofdzakelijk uit herders en cowboys. Met bloole voeten zitten zij te paard en werpen met groote behendigheid hun
lasso om
goede ruiters, voeten zeer vast in
het
hun weggeloopen dieren te vangen. Cowboys zijn
maar
de
bijzondere zadel
bewoners
van
Maranhao
stijgbeugels bedacht, die
blijven
zitten,
zonder
dat hun
zijn
in
het mogelijk voelen
steeds
dit opzicht al maken,
zeer
dat ze
beschadigd worden.
Zoo zouden er nog vele bijzonderheden uit hel land van de Amazone-monding Ie noemen zijn, maar wij moeten
het hierbij laten,
hoe
interessant het
overigens ook is om op deze wijze in contact te komen met voor ons onbekende deelen der wereld!
Een stijgbeugel „voor den grooten teen' wordt gebruikt op heteiland Maranhao het grootste riviereiland ter wereld, dat midden in het mondingsgebied van de Amazone ligt- De bewoners van Maranhao zijn voornamelijk herdersZe rijden altijd blootsvoets te paard, en hebben daarom dezen vorm aan hun stijgbeugels gegevenDe oeroude urnen, waarin de vroegere bewoners van Maranhao de asch van hun gestorven dooden bewaarden, in de overtuiging dat de menschelijke vorm die de urnen vertoonden, het den overledenen beter mogelijk maakte óók lichamelijk verder te bestaan t
'luuin // MMUUMIID 'lUfl. ? Gisteren
nog een vrome wensch, thans reeds werkelijkheid: steunpunt voor vliegtuigen op den oceaan.
het
o We leven in een tijdperk, waarin alles zich met ongeloofelijke snelheid voltrekt. Wat vroeger jaren, decennia noodlg had om te groeien, staat thans op een gegeven oogenblik kant en klaar voor onze oogen Wie zal daarom kunnen zeggen hoe lang »of hoe kört? — het wellicht nog slechts zal duren eer de teekeningen op deze pagina's als interessante profetieën zullen worden beschouwd. Het is kenschetsend voor den menschelijken geest, dat hij zich bezig houdt met diè dingen, welke hij eenmaal hoopt te bereiken, en daarom óók is de wensch van hel oogenblik misschien reeds de werkelijkheid van morgen. . .
Wat dit voorstelt? Een kunstmatige ijsdam in zee. die eenvoudig wordt verkregen doordat men het zeewater met behulp van een vernuftige elecf-iiche installatie laat bevriezen! Men zou een dergelijken dam zelfs in de diepste gedeelten van de zee kunnen aanleggen — Er valt niets te lachen..■ De wensch van het oogenblik is immers vaak de werkelijkheid van morgen !
De eerste landing van een aardsch „wereldruimte-raketvliegtuig" op de maan. Aan den donkeren hemel drijft de aardbol als een door de 'zon verlichte kogel...
Als JUIM Verne thans nog eens dp kon rien, dan zou Kij zich reker verbazen over alles wat er op technisch gebied van zijn ideeën tot werkelijkheid is geworden! Vijftig jaar terug lachte men nog over zijn „speelsche" fantasieën, maar heden ten dage beteekent een reis in tachtig dagen om de wereld een slakkengangetje, en dat er onderzeebooten zijn, weten wij — helaas! — ook! Als men de hierbij afgebeelde foto's bekijkt van een landing op de ...aan, van raketvliegtuigen of van een machine, die de energie der zeegolven zal moeten opvangen en bruikbaar maken voor een practisch doei, dan komen ze ons waarschijnlijk ook louter als de producten voor van een teekenaar, die graag zijn overmaat van fantasie heeft willen luchten en nu aanneemt, dat wij dit alles voor zoetekoek zullen opeten. Maar misschien zal men over wèèr vijftig jaar - of wellicht nog eerder! - ook déze foto's als reeds tot de historie behoorend bekijken, omdat dèn, wat ze voorstellen, reeds alledaagsche, prozaïsche werkelijkheid is geworden! o Het staartlooze vliegtuig, dat wij misschien reeds in het eerstvolgende decennium verwachten mogen, en dat door de stratosfeer vliegt, waar de weerstand van de lucht beduidend geringer is dan in de luchtlagen, waar men nu „thuis is. De snelheid die zoo'n vliegtuig kan bereiken, zal aan het fantastische grenzen.
o Zoo zou de verwezenlijking van een zeer ouden wensch der menschheid misschien een feit kunnen worden, als het maar eerst gelukt is de zwaartekracht te overwinnen ! De zich thans nog in een zeer primitief aanvangsstadium bevindende raketten proefnemingen ende electronentheorie der toekomst moeten elkaar eerst gevonden hebben, om dit wonderlijke samenstel van vleugels te kunnen vervaardigen. Maar dan zal het mogelijk zijn ons ,,vliegjasje" aan te trekken en zonder vliegmachine te gaan vliegen...
Of deze technische plannen verwezenlijkt zullen worden, kan natuurlijk niemand weten, maar een feit is het, dat de duisternis den mensch van een massa' genoegens berooft, en dat men er dus op uit is haar nog beter en intensiever te verdrijven dan thans mogelijk is, ligt voor de hand. Daarom kunnen de hierbij afgebeelde projecten zeer goed den een of anderen dag tot werkelijkheid worden. De teekeningen zijn duidelijk genoeg: de bedoeling is het water- of ijsoppervlak van beneden af te verlichten, eensdeels tot verhoogde veiligheid van den mensch, zooals bijvoorbeeld bij de zeevaart, anderdeels om hem langer in staat te stellen van allerlei genietingen te profiteeren 1
Dit is een „toekomst-machine" om de energie der zeegolven op te vangen en voor een practisch doel bruikbaar te maken. Het is een soort verankerde praam met beweegbare drijvers.
...waaréén mjssfap tien dood ten ge' volgekan hebben
fee fraged/ze in de he ir ge iß OP LEVEN EN DOO D
'
EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEID VERTELD
5T
Ieder jaar trekken er talrijke ervaren bergbeklimmers naar de Canadian Rockies, in de hoop de met sneeuw bedekte toppen te kunnen bereiken. In tegenstelling, bijvoorbeeld met de bergen in Zwitserland, zijn er in Canada nog talrijke pieken, die nog nimmer door een mensch bestegen zijn. Verscheidene er van hebben zelfs niet eens een naam, omdat het gebied waarin zij zich bevinden, nog niet geheel is geëxploreerd. Tot nu zijn er bergtoppen ontdekt, die een hoogte hebben van dertien- a veertienduizend voet, maar ieder jaar vindt men er weer nieuwe bij, sommige gemakkelijk te beklimmen, andere echter zeer moeilijk. Ofschoon de Rockie Mountains ongeveer vijftig maal de oppervlakte beslaan van het Zwitsersche hooggebergte, komen er toch veel minder ongelukken voor dan in de Alpen, hetgeen zeker voor Sen groot deel moet worden toegeschreven aan hei feit, dat zich hier geen menschen aan een bestijging wagen, die niet behoo'iijk zijn getraind. Eén tragedie evenwel, als die van Dr. en Mrs. Stone, is zoo verschrikkelijk en ongewoon, dat wij haar hier voor onze lezers willen vertellen. Op een prachtigen helderen dag begaven dr. W. E. Stone, president van de Purdue Universiteit te Lafayette, Indiana, en zijn vrouw zich op weg om den Mount Eton, die een hoogte heeft van 10.860 voet, te beklimmen. Tot nu toe was dit nog nooit aan iemand gelukt, en lachend hadden dr. Stone en zijn vrouw dan ook vóór hun vertrek aan hun vrienden en kennissen verteld, dat zij dit keer eens een „record zouden slaan. . ." Zooals gewoonlijk, deed aanvankelijk niets vermoeden dat de zoo opgewekt ondernomen tocht in een verschrikkelijk drama zou eindigen. Gedurende den eersten dag hadden zij eigenlijk practisch gesproken den top reeds bereiktl Ze klommen tot 7.800 voet zonder veel moeilijkheden te ondervinden, en vandaar slaagden zij er in met grooten moed en volharding de sneeuwgrens, op 10.300 voet, te bereiken. Hier merkten zij, dat de sneeuw aan jde er onder gelegen ijslaag vastgevroren was, zoodat ze een goed houvast bood. Met zware slagen van hun bijlen
hakten zij treden in de glinsterende witte massa, en zoo slaagden zij er in hooger en steeds hooger te klimmen. Na eenigen tijd bereikten zij een „schoorsteen", een nauwe spleet die naar boven voerde, en waardoor zij niets dan den hemel konden zien. Ze naderden nu den top; het gevoel van triomf een nog „maagdelijken" top te hebben beklommen, gaf hun nieuwe hoop en nieuw vertrouwen. Spoedig zou het evenwel donker zijn, want het was reeds bijna zes uur. Dr. Stone en zijn vrouw waren natuurlijk door een touw aan elkaar gebonden, en alvorens hij den „schoorsteen" zou beklimmen, zette dr. Stone zijn vrouw onder een overhangende rotsrichel, waar zij veilig zou zijn voor stéenen, die eventueel naar beneden zouden kunnen vallen, terwijl hij naar boven klom. Toeti, na haar nogmaals op het hart te hebben gedrukt, vooral niet onder de richel vandaan te komen, begon dr. Stone zijn bestijging van den top. Mrs. Stone zag hoe het touw zich meer en meer spande terwijl haar echtgenoot naar boven klom; toen hoorde zij hem roepen, dat hij nog steeds niets dan de lucht boven zich kon zien. Hij voegde er nog aan toe, dat het gesteente tamelijk bros was, zoodat zij vooral haar plaats niet moest verlaten. . . Een oogenblik later klonk het geroffel van vallende steenen, een enorm blok sloeg met groote vaart vlak voor de voeten van Mrs. Stone op den grond aan gruizelementen, en direct daarop zag zij hoe haar man eveneens naar beneden kwam vallen, zijn ijshouweel nog stevig in de hand gekiemdl Verlamd van schrik zag mrs. Stone hoe hij langs haar naar beneden viel. Opeens herinnerde zij zich, dat zij met een touw aan hem bevestigd was, en reeds zette zij zich schrap om den schok dien zij verwachtte, te kunnen opvangen. Maar de schok kwam niét! Met groote oogen van ontzetting zag zij, hoe haar man op een vooruitstekend gedeelte van de rots, ongeveer twintig meter lager dan de plaats waar zij stond, terechtkwam, waarna hij verder viel en uit het gezicht verdween. Terwijl zij mechanisch het slap geworden touw inhaalde, begreep zij dal haar man het touw van zijn middel moest hebben losgemaakt, ten einde het gevaar voor haar zoo gering mogelijk te maken, toen hij had gezien, hoe riskant het was verder te klimmen in verband met de brosheid van het gesteente. Terwijl het lichaam van haar man misschien een driehonderd meter lager lag, zat mrs. Stone onder de beschermende rotsrichel, probeerend haar zenuwen meester te blijven zoo lang het vallen van de steenen duurde. Toen dwong zij zich met inspanning van al haar krachten op te staan en een weg naar beneden te zoeken ten einde haar echtgenoot te hulp te komen, indien hij, door een of ander wonderbaarlijk toeval, nog in leven zou zijnl Intusschen begon de duisternis te vallen, en weldra drong het tot haar door, dat het te gevaarlijk was om verder af te dalen. Alleen met haar verschrikkelijke gedachten bracht zij den nacht door op de smalle richel, veertig voet van den top verwijderd, zonder eenige bescherming tegen de koude, want haar uitrusting zat in den zak, welken haar man op zijn rug had gedragenl Den volgenden ochtend, zoodra het dag geworden was, begaf mrs. Stone zich naar beneden, hopend het lichaam van haar echtgenoot te zullen vinden, hoewel zij natuurlijk wel begreep, dat hij nu niet meer in leven zou zijn. Ze vorderde betrekkelijk goed, ondanks het feit dat zij niets gegeten had, en haar zenuwen natuurlijk een verschrikkeiijken schok hadden gekregen. Het zoeken naar baar man vergde echter zeer veel tijd, en toen de duisternis begon te vallen, had zij nog niet eens de boomgrens bereikt. Er volgde een tweede nacht, dien zij andermaal eenzaam in de open lucht en in de koude doorbracht, maar toen
8 -
begon zij den volgenden ochtend hier en daar bekende punten op te merken, zoodat het afdalen wat sneller ging. Tegen negen uur zoowat had zij een bepaald herkenningsteeken bereikt: een groote rots, die den vorm van een toren had. Ze daalde nu verder af met behulp van haar touw en haar houweel, maar ze haastte zich nu te veel, zoodat zij vergat een eindje langs een rotsrand te gaan alvorens verder af te dalen. In de plaats daarvan liet zij zich direct naar beneden zakken, waardoor zij zich plotseling aan het einde van een smal pad bevond, dat zich met een zeer steile helling ongeveer dertig meter diep naar beneden voortzette. Ze begreep toen, dat zij verdwaald was, en na op haar schreden te zijn teruggekeerd ontdekte zij een ander paadje, ongeveer twintig meter lager gelegen. De toppen der boomen schenen bijna te reiken tot aan de plaats waar zij stond, haar een mogelijkheid tot afdalen biedend, indien de rotsen daarvoor te moeilijk waren. Haar touw was niet lang genoeg om er het paadje mee te kunnen bereiken — het was ongeveer drie meter te kort — maar mrs. Stone besloot het risico te aanvaarden en na het einde aan een rotspunt te hebben bevestigd, liet zij zich zakken. Aan het eind van het touw gekomen, liet zij zich los, zoodat zij op de richel terechtkwam, maar toen ontdekte zij, een fatale vergissing te hebben begaan, want aan alle drie de kanten liep het pad steil naar beneden, terwijl de toppen der boomen, die aanvankelijk zoo dicht bij hadden geleken, in werkelijkheid nog onbereikbaar ver waren! En het touw bengelde ongeveer drie meter boven haar. . . Ze probeerde het te bereiken, door een heuveltje te maken van losse steenen, maar zonder succes, en ten slotte begreep zij dat er niets anders op zat, dan te wachten op de reddingsploeg, die zeker naar haar zou worden uitgezonden, zoodra degenen die wisten dat zij met haar man den tocht was gaan maken, ontdekten dat zij noq niet terug waren, hoewel het reeds ver over tijd was. . . Daar, op dat smalle paadje, zat zij zès dagen pn zès nachten met alleen een klein beetje water, dat door de rotsen sijpelde, maar geheel zonder eten, tot zij eindelijk de stemmen hoorde . van hen, die uitgezonden waren om haar te zoeken. Wat zij in dien tijd heeft geleden, valt met geen pen te. beschrijven, en mag trouwens veilig aan de fantasie van den lezer worden overgelaten. Terwijl zij van koude en honger steeds zwakker werd, nam de hoop nog gered te zullen worden voortdurend af. Vooral de nachten vormden een ware verschrikking. Vaak vreesde zij, wanneer zij niet van honger zou omkomen, van koude te moeten sterven. . . Toen men haar vond, was zij zoo uitgeput, dat zij geen voel verzetten kon. Zelfs het spreken van eenige woorden viel haar ontzettend moeilijk. Een der leden van de reddingsploeg moest haar daarom op zijn rug langs smalle paadjes en steile hellingen naar beneden dragen, tol eindelijk het kamp, waar de groep loeristen verblijf hield, waartoe, ook zij en haar man behoorden, bereikt was. . Hoewel men onmiddellijk naar hel lijk van dr. Slone begon te zoeken, duurde hel toch nog volle twintig dagen eer men hel vond, want men had eerst den top van den Eton moeten beklimmen, ten einde daar de mogelijke richting vast te kunnen stellen van den val, dien dr. Slone had gemaakt. Op den top richtte men een Kleinen heuvel op, ter herinnering aan het feil, dat het echtpaar Slone hem het e jrsl had bereikt. . . Toen begon men verder te zoeken naar het stoffelijk overschot van den dokter, dat men Juisl tienduizend voet boven den zeespiegel vond. Hij moet op slag dood zijn geweest. . .
i
■
t^e^^^ß.^ tsU&MMM NIEUWJAARSKOEKEN Het bakken van Nieuwjaarskoeken is 'n oud gebruik, dat zich nog op verscheidene plaatsen in ons land heeft weten te handhaven. Zoo kent men, naast den Duivekater, die eveneens als Nieuwjaarsgebak geldt, in de noordelijke streken van ons land, vooral in Groningen, de „oude wieven" en de zoogenaamde spekkendikken. Deze laatste zijn koekjes, waarin plakjes spek of ook wel eens worst gebakken zijn, en die een speciale tractatie vormen op den Oudejaarsavond. Ook in Twente bakt men nog vaak Nieuwjaarskoeken, waarin dan soms de initialen der familie of symbolische voorstellingen zijn afgebeeld. Op Zuid-Beveland tracteert men op den Nieuwjaarsdag op anijsbeschuit. Deze zijn gemaakt van lange brooden, die met anijszaad er in werden gebakken en daarna aan dunne plakjes gesneden, bestrooid met suiker en dan hard gebakken, worden rondgediend aan het bezoek, dat Nieuwjaar komt wenschen. NIEUWJAAR
SCHIETEN
Het schieten en lawaai-maken in den nacht van Nieuwjaar kan men beschouwen als een herinnering aan héél vroeger, toen onze voorouders nog van meening waren, dat zij de kwade geesten, wier invloed zij in het komende jaar duchten, door »eel leven te maken op de vlucht konden drijven. Natuurlijk gelooft dit thans niemand meer, ook al is het gebruik als zoodanig blijven voortbestaan. Wanneer men in Twente aan buren, kennissen of vrienden een heilwensch gaat brengen ter gelegenheid van het nieuwe jaar, kondigt men zijn komst nog wel eens aan met het lossen van schoten voor de woning waar men gaat wenschen. NIEUWJAAR IN HET OUDE ROME De aanvang van het nieuwe burgerlijke jaar was reeds voor de oude Romeinen een dag van groote feestvreugde. Vroeg in den ochtend begaf men zich naar den tempel van den voornaamsten god om daar een offer te brengen. Wanneer deze plechtigheid, die met veel pracht en praal plaats vond, was afgeloopen, trokken de nieuw gekozen consuls in een statigen optocht door de stad en naar het Kapitool, waar een witte stier geofferd werd door de beide hoogste staatsambtenaren, die hierna direct hun taak aanvaardden. Alle aanwezigen wenschten elkander dan geluk en gaven elkaar takken met vergulde dadels of vijgen en andere zinnebeeldige geschenken. Hierna ving de eigenlijke feestvreugde aan, die tot diep In den nacht duurde. Den volgenden dag werd de viering dan weer voortgezet, en soms ging het zoo wel drie lot vier dagen door. Dit was niet alleen in het oude Rome zoo, maar ook In alle andere plaatsen en streken, waar de Romeinen hun heerschappij gevestigd hadden. EEN CHINEESCH
EEN GESCHIEDENIS VAN TWEE BROERS f en man van vijf en zeventig jaar beK" weerde voor den rechter, dat hij slechts één broer had - en dat deze honderd vijf en twintig jaar geleden was gestorven. Hel bleek, dat zijn vader zeventig jaar was toen de man in 1863 werd geboren. Zijn vader was al eens eerder gelrouwd geweest - op twintigjarigen leeftijd - en had toen een zoon gehad, die een paar dagen na zijn geboorte was gestorven, in 1813. Ten slotle had de man dus de waarheid gesproken, maar alleen verzuimd er bij te vermelden, dat het een halfbroer was... •
DES WINTERS
China is een treffend Nieuwjaarsgebruik in zwang. Men stuurt elkander op dien dag vaak kaarten, die zeer artistiek zijn uitgevoerd en waarop allerlei heilwenschen voorkomen. Val1< ziet men op deze kaarten afgebeeld een kind, een mandarijn en een grijsaard met zwaan, hetgeen dan symbolen zijn van het bezit van een nageslacht, het bekleeden van een staatsambt en het bereiken van een hoogen en blijden ouderdom. DIE HUN
LEVEN
ORGA^ISEEREN
Dr. Reid Blair, directeur van den Dierentuin te New York, meent, dat katten de tiende plaats innemen op de lijst van intelligente dieren. Toch kunnen katten volbrengen, waartoe chimpansé's, paarden en olifanten, hoewel die voor zeer slim doorgaan, geen kans zien. Op Frigate, een eenzaam gelegen koraaleiland ten Noordoosten van Mauritius, leven hon-
WARME. DES VOETEN
ZOMERS KOELE
D
,it ideaal zou, naar experimenten heb ben aangetoond, te bereiken zijn in dien men tusschen de binnen- en buitenzooi een dunne laag vezels van glas legt. De zolen laten dan niet alleen geen vocht meer door, maar zorgen er voor, dat de voelen des winters heerlijk warm en des zomers koel blijven. Tot nu toe zijn er met deze nieuwe zolen bevredigende resultaten bereikt, maar geheel volmaakt zijn zij nog niet, zoodat hel nog wel een tijdje zal duren eer zij in den handel komen. Men verwacht evenwel, dat wanneer zij er eenmaal zijn, ze zeer populair zullen worden. HET
NIEUWJAARSGEBRUIK
In
DIEREN,
derden wilde katten, die de nakomelingen zijn van katten, welke er tijdens een schipbreuk aan land gekomen zijn. Daar er geen ander voedsel voor hen is, hebben zij geleerd van visch te leven en ze... te vangen. Ze vormen daartoe een kring op het droge rif en ais het eb gaat worden jagen zij de visschen, die achter zijn gebleven naar de kust. Eén enkele vangst kan soms wel eens een ton visch opleverenl Ook de wilde hond is verbazend schrander. Die van Zuid-Afrika bijvoorbeeld jaagt in groepen. Een gedeelte van de groep volgt het spoor van een bok; de anderen gaan vooruit en wachten tot de eersten den buit naar hen toe drijven, waarna zij de achtervolging opnemen. Het beste voorbeeld van „samenwerking" tusschen dieren levert de bever. Mannen als Grijze Uil, die jaren hebben besteed aan bet gadeslaan en bestudeeren van deze intelligente dieren, zeggen dat ieder lid van de kolonie zijn eigen taak heeft met betrekking tot 't bouwen en onderhouden van den dam, waardoor den poel gevormd wordt, waarin de kolonie leeft. De muskusos van het hooge Noorden leeft in kleine kudden. Wanneer zij door wolven worden aangevallen, vormen de mannetjes een kring, met de vrouwtjes en jongen in het midden. De buffel van de vlakte heeft precies dezelfde methode om zichzelf en zijn jongen te verdedigen.
IS EEN ZONDERLINGE WERELD
EEN KANS OP DE HONDERD NEGEN EN NEGENTIG. - In een zaal te Baltimore, Maryland, V. St., zaten 199 menschen te luisteren naar een voordracht. Er was één plaats niet ingenomen. Een gedeelte van het plafond viel naar beneden en kwam precies op den leegen stoel terechtl WIE DOET HET NA? - Max Hinel, te Boston, at vijf en zeventig eieren op in tien minuten — rauw! GEBOTTELDE HISTORIE. - Werklieden, die bezig waren opgravingen te verrichten in Soulh Melbourne, vonden een fleschje Dublin stout, waarvan men aanneemt, dat het tachtig jaar oud is. Hoe het daar gekomen is, vormt een mysterie. De rivier Yarra stroomde eens over de vlakte, waar het fleschje gevonden is. Indien men het niet opent, zal de waarde natuurlijk veel grooter
zijn.
HET WORDT TIJD. - Engelands oudste inwoner, Oliver Chauker, een boer in Keinlon Mandeville, nabij Yeovil, Somerset, heeft zijn honderdsten verjaardag gevierd en naar aanleiding daarvan het besluit gevormd, rust te gaan nemen. O PU SING SIN Hoe reageert de mensch op een onverwachtsche aangename tijding? Een antwoord hierop zal in algemeenen zin wel niet te geven zijn. Dat zal wel van ieders persoonlijkheid en geaardheid afh|»igen. O pu sing sin, zei Pearl Buck, schrijfster onder anderen van „De Goede aarde", toen men haar mededeelde, dat zij den Nobelprijs voor literatuur had gewonnen. O pu sing sin. . . hetgeen Chineesch is voor „Ik kan het niet gelooven. . ." Pearl Buck kent uitstekend Chineeschl WIST U... ...dat iedereen die in Zweden dronken achter het stuur van een auto wordt aangetroffen tot een maand gevangenisstraf wordt veroordeeld, maar dat hij zelf kan kiezen in welke maand hij wil gaan „zitten", mits hij dit maar binnen de eerstMkjende zes maanden doet; ...dat de mistletoe, die in Portugal roode bessen in plaats van witte heeft;
groeit,
...dat er in Engeland slechts vijf percent van het hout groeit, dat men er noodig heeft, maar dat er toch elk jaar voor lederen man, iedere vrouw en ieder kind van de bevolking een boom geplant wordt; ...dat muskieten zes weken lang zonder voedsel kunnen leven; \ ...dat brieven, die aan „Santa Claus" worden geadresseerd, door de Engelsche posterijen aan de ouders der kinderen die ze hebben afgezonden, worden terugbezorgd; ...dat bier reeds een populaire drank was onder alle klassen der bevolking van het oude
Egypte? DE
EERSTE
HUURKAZERNES
VAN
AMERIKA
Ongeveer honderd jaar voordat Columbus Amerika ontdekte, werden in Amerika de eerste, nog thans bewoonde huurkazernes gebouwd: Ze staan in het Noorden van Arizona, V. St., op den Zwarten Tafelberg. Ze werden gebouwd 'door de HopiIndianen, wier nakomelingen er nog thans in wonen. De Hopi-lndianen bereikten reeds 1200 n.Chr. een zeer hoogen graad van ontwikkeling, terwijl zij een vèr doorgevoerde onderlinge werkverdeeling hadden. Hierdoor gingen zij tezamen wonen in steden, die de Spanjaarden, toen zij in Amerika kwamen, pueblos noemden. Daarvandaan worden de Hopi-lndianen ook wel PuebloIndianen genoemd. Een van hun steden, het huidige dorp Oraibi, is de oudste nog heden ten dage bewoonde stad van -de Vereenigde Staten. ZIJDEN
KOUSEN VAN
STEENKOOL
Men kan nu zijden kousen maken van steenkool. Een Amerikaansche firma is tot de ontdekking gekomen, dat de bijproducten van steenkool, die door den schoorsteen gaan, veranderd kunnen worden in kunstzijde. De kousen moeten zoo goedkoop zijn, dat er voor concurrentie niet gevreesd behoeft te worden.
van ons
PRINSELIJK GEZIN FOTO'S F.ZIE6LE«
N A P I E R S
C A R S O
WONDERLIJKE AVONTUREN OP VENUJ D(X)R EDGAR RICE BURROUGHS 5CWRIJVER DER TAR ZAN-VERHALE N lUTORlStERDE
•
VERTÄU HG
Carson Napier is met een vuurpijlvliegluig naar de planeet Venus gevlogen. Hij beleeft er de wonderlijkste en gevaarlijkste avonturen en wordt er verliefd op de koningsdochter Duare. die door vijanden is geschaakt en ver van haar vaderland is gebracht. r± Hij weet haar te bevrijden en wil haar nu ill" rijn- vliegtuig naar haar vaderland terugbrengen. Doch Duarc wil niet, want geen man mag tegen een koningsdochter over zijn liefde spreken. Overtreding van dit gebod kost hem zijn leven. Waar dan heen te gaan? — In ieder geval moeten ze eerst eten en Carson vliegt juist boven een kudde dieren. Hij landt, doch als zij het luchtschip verlaten, wordt Duarc door een groep gewapende vrouwen weggevoerd en Carson bewusteloos geslagen. Als hij bijkomt gaat hij Duare zoeken. Hij komt een man. Lula, tegen, die hem vertelt, dat de vrouwen amazones zijn, die met zeer strenge hand regceren. Als Carbon donker haar had. zou hij zich wel ongemerkt in hun dorp kunnen verbergen, maar nu hij licht haar heeft, gaat dat niet. Carson maakt zijn haar nu met roet en vet zwart en dan vliegen ze naar Houtomai. Ze vernemen hier. dat de vrouwen een gevangene meegebracht hebben. Carson begrijpt dat dit Duarc is. Lula brengt h^m naar de grot van Bund, een van de Amazones, die Duarc gevangen houdt, maar het gelukt hem niet. Duarc te zien. Dan gaat hij naar Lula's grot. en hoort juist, dat Lula aan twee mannen verklapt, dat hij gevlogen heeft. Carson belooft dat zij ook in de ,,anotar"' mogen, als ze hem helpen. Den volgenden morgen ziet hij Duare bij een groepje vrouwen, maar ze herkent Carson niet. Deze probeert haar nu in te halen. Dit gelukt hem en hij legt Duarc uit, hoe hij wil ontvluchten. Door een list weten ze met het vliegtuig weg te komen en zetten koers naar den oceaan. Na een nacht vliegen komen ze aan Duare's geboortestad. Ze vliegen echter op haar verzoek verder. Daarna bereiken ze een belegerde stad. maar durven er niet te dalen. Van een eenzamen wandelaar vernemen ze, dat ze in Anlap rijn. Hij is echter bang, dat Carson een spion van de Zanis zou zijn, hoewel Carson verklaart, dat hij zelfs niet weet, wat een Zani is, D|ze wandelaar, Taman, gaat mee in de ,,anotar", en kan nu den toestand van de belegerde stad opnemen. Hij wil graag landen, en 'nadat Hij Duarc en Carson verzekerd heeft, dat zij veilig zullen zijn. maken ze hun plan bekend, door het uitgooien van briefjes. Ze dalen op de racebaan, en maken op een soort olifant een zegetocht door de stad. luide toegejuicht door de bevolking van Sanara. Ze worden voorgesteld aan de janjong. en Carson wordt benoemd tot kapitein in het leger van den jong. Hij bewijst dezen groote diensten door met zijn anotar den vijand te bestoken. Na een paar weken moet Carson voor Muso twee brieven overbrengen, één aan een man in Aralot, en één aan een boer, Lodas. Hij begeeft zich op weg, en vindt Lodas gemakkelijk. Deze zal hem helpen in de stad te komen, waar de geadresseerde van rijn tweeden brief woont. Terwijl Carson in een wagen onder h 01 verborgen ligt, rijdt Lodas hem naar zijn bestemming.
Dp wagen bonkle en hobbelde over een weg, die nieuw geweest moest zijn toen het longa vita-serum werd uitgevonden, maar hij had er beslist nooit een injectie mee gehad. De gantor liep veel sneller dan ik had vermoed. Klaarblijkelyk ging hij met lange, zwaaiende passen, en wc moeten minstens zes mijl per uur hebben afgelegd, hetgeen ongeveer gelijk staat niet den matigen draf van ecu paard. Maar eindelijk kwamen wij dan toch in Amlot. Ik begreep ten minste, dat wy er waren, toen we stilhielden en ik eenige mannenstemmen hoorde,die Lodas vragen stelden.Eindelijk hoorde ik er een zeggen: „0, ik ken dezen boer! Hij brengt hier vaak groenten en hooi. Het is in orde met hem." Ze lieten ons toen door en ik kon aan het geluid dat de wielen maakten hooren, dat wij over steenen reden. Ik was binnen de muren van Amlot! Ik hoopte, dat de rest van mijn zending net zoo gemakkelijk zou gaan als dit eerste gedeelte, en er was geen reden om te veronderstellen, dat hel anders zou uitvallen. Er was dus alle aanleiding om te hopen, dat ik den volgenden dag bij Duare terug zou zijn. We moeten een heel eind in de stad gereden hebben alvorens we stilhielden. We wachtten een oogenblikje, gedurende welken tijd ik stemmen hoorde. Er werd echter zachtjes gesproken, zoodat ik niet kon hooren, wat er gezegd werd; toen klonk er opeens een geluid als van zware scharnieren en direct daarop reden wij verder, om korf daarop weer te stoppen. Opnieuw kreunden er hengsels, en toen hoorde ik de stem van Lodas, die my zei er uit te komen. Dal hoefde mij geen twee keer gezegd te worden. Na het hooi opzij gegooid te hebben, stond ik op. We bevonden ons op de binnenplaats van een huis met slechts één verdieping. Naast Lodas stond een man, die mij aankeek. Hij leek me niet erg verheugd, dat ik er was. „Dal is mijn broer, Horjan," zei Lodas, „en dit, Horjan, is . . . o ja. hoe is je naam eigenlijk?" „Stond dat niet in de mcdedeeling, die ik je heb gegeven?" vroeg ik. „Neen!" Misschien was het het beste, dacht ik, indien ik mijn werkelijken naam niet in een al te wijden kring bekend maakte. „Waar ik vandaan kom," antwoordde ik, „zou men mij Homo Sapiens noemen. Nocin me dus Sapiens!" En zoo werd ik Sapiens. „Dat is een lastig geval," zei Horjan. „Als wc ontdekt worden,
IM
MET
fi E D t R L A M D ^ C
H
zal de wacht van de Zani komen en ons in de gevangenis werpen, en dat loopt dan vast op een doodvonnis uit. Neen, het heele geval staat mij niets aan!" „Maar. het is voor den jong," fei Lodas. „Wat heeft de jong ooit voor ons gedaan?" vroeg Horjan. „Hij is onze jong," zei Lodas eenvoudig, „Horjan, ik schaam me over je." Horjan haalde de schouders op. „Laten we er niet meer over spreken," zei hij, „ik zal hem vannacht hier houden, maar morgen moet pij zijn eigen weg zoeken. Ga nu mee naar binnen, opdat ik je kan verbergen. Ik voel er niets voor. Ik voel er eigenlijk heelemaal niets voor! Ik ben bang." En zoo betrad ik het huis vau Horjan in Amlot als een zeer onwelkome gast. Ik had met de beide broers te doen, maar ik kon er niets aan veranderen. Ik gehoorzaamde slechts de bevelen van Muso. HOOFDSTUK VII. Zerka. Horjan gaf my een klein kamertje aan de binnenplaats en zei me daar te blyven zoodat niemand me zou zien; toen verliet hij my met Lodas. Het duurde niet lang of Lodas keerde terug om te zeggen, dat hij zijn producten naar de markt ging brengen en dan naar huis terugkeerde. Hy wilde me goedendag zeggen, en me het beste wenschen. Het was een aardige, goedige kerel. De uren kropen traag voorbij in dat bedompte, kleine kamertje. Tegen dat het donker werd, bracht Horjan me voedsel en water. Hy probeerde uit te vinden met welk doel ik naar Amlot was gekomen, maar ik ontweek al zijn vragen. Hy herhaalde telkens, dat hij blij zou zyn als hy van me verlost was, maar eindelijk ging hij toch weg. Nadat ik had gegeten, trachtte ik te slapen, maar de slaap wilde blijkbaar niet komen. Juist echter was ik wat ingedommeld, toen ik stemmen hoorde. Ze kwamen uit de aangrenzende kamer, en de wand was zóó dun, dat ik duidelijk kon hooren wat er werd gezegd. Ik herkende Horjans stem, en dan was er nog de stem van een anderen man. Dat was niet Lodas. „Ik zeg je, dat het een gevaarlijke zaak is," beweerde Horjan. „Ik weet niets van dien man. Indien het bekend wordt, dat hij zich hier verborgen houdt, zal ik er op worden aangezien, al weet ik niet eens waaróm hij zich verbergt!" „Je bent een idioot, om hem hier te houden," zei de ander. „Wat moet ik dan met hem .doen?" Vroeg Horjan. „Geef hem over aan de autoriteiten." „Maar dan zullen ze nóg zeggen, dat ik hem eerst heb willen verbergen," kreunde Horjan byna. „Weineen — je zegt, dat je niet weel, hoe hij in je huis gekomen is — dat je weg bent geweest, en dat je, toen je terugkwam, ontdekte dat hij zich in een van je kamers had verborgen. Daar zullen ze je geen kwaad voor doen. Misschien krijg je zelfs nog wel een belooning!" „Geloof je dat werkelijk?" vroeg Horjan. „Zeker! Daar ben ik vast van overtuigd." „Werkelijk? Hef is in ieder geval de moeite waard er eens over te denken. Misschien is hy wel gevaarlijk. Hij zou w^el eens van plan kunnen zijn om Mephis te vermoorden." „Je zou in ieder geval kunnen zeggen, dat hij met die bedoeling is gekomen!" moedigde de ander hem aan. „Daar zouden ze misschien wel een groote belooning voor geven, denk je niet?" vroeg Horjan. „Ja, natuurlijk ..." Gedurende verscheidene minuten heerschte er stilte; toen hoorde ik hoe er een grendel werd weggeschoven. „Wat ga je doen?" vroeg Horjans bezoeker. „Ik ga het aan de Zani vertellen," zei Horjan. „Ik ga met je mee," zei zijn gast. „Vergeet niet, dat het idee van mij is — ik moet de helft van de belooning hebben! Eigenlijk zelfs tweederde." „Maar hy is mijn gevangene," wierp Horjan tegen. „En ik ben het, die het aan de Zani gaat mededeelen. Blijf jij hier." „Daar denk ik niet aan! Indien ik hun vertelde wat ik weet, zouden jullie allebei gearresteerd worden, en zou ik een nog grootere belooning krijgen." „O, maar dat zul je toch zeker niet doen!" riep Horjan.
„Natuurlijk doe ik dat wèl, als jij probeert mij mijn deel van de belooning te onthouden!" „Maar dat zal ik niet doen. Ik zal je tien percent geven van hetgeen ik krijg." De ander begon te lachen. „Tien percent — niets hoor! Ik zal jou tien percent geven — en dat is meer dan je verdient, om te durven samenzweren tegen Mephis en Spehon en de anderen!" „Maar dat kan je me toch niet aandoen," riep Horjan. „Bovendien zou niemand je gelooven! Iedereen weet wat voor een leugenaar jij bent. Hé, waar ga je heen? Kom terug! Ik zal het hun gaan vertellen, en niet jij!" Ik hoorde het geluid van snelle voetstappen, het dichtslaan van een deur, en toen trad er een stilte in. Dat was het teeken voor mij om te maken dat ik wegkwam, en ik kan u zeggen, dat ik geen tijd verloren liet gaan! Ik wist niet hoever zij moesten loopen om de Zani te waarschuwen, misschien wel niet verder dan den hoek van de straat, waarin Horjans huis stond. Het duurde niet lang eer ik myn weg naar buiten had gevonden, en toen ik op straat kwam, waren myn twee nette vrienden nog te zien, ruziemakend terwijl zy voortliepen. Ik draaide my om en verdween in de schaduwen van den avond ... Het had geen zin om hard te loopen. Ik haastte my dan ook niet, maar slenterde wat voort, alsof ik een inwoner van Amlot was, die op een of ander avondbezoek ging. De straat waarin ik mij bevond was donker en somber, maar recht voor mij uit ontdekte ik er een die beter verlicht was, en daar begaf ik my dus heen. Ik passeerde eenige menschen, maar niemand schonk aandacht aan my. Even later bevond ik mij in een straat met kleine winkels. Ze waren allemaal nog open en verlicht, en klanten kwamen en. gingen. Er waren een heeleboel soldaten op straat, en hier zag ik voor het eerst eenige Zani's. Ze liepen met hun drieën, en ik voelde mij wat nerveus, toen ik dichter bij hen kwam, maar zij namen- absoluut geen notitie van my. Ik had heel wat nagedacht sinds ik het gesprek had gehoord tusschen Horjan en zyn handlanger. Ik was natuurlijk niet vergeten, dat de laatste den naam van Spehon in één adem met dien van Mephis had genoemd. De mededeeling, die ik in myn zak had, was aan Spehon geadresseerd. Wat kon Muso in het geheim te correspondeeren hebben met een leider van de Zani? Het l.eek me niet logisch, en het leek me niet goed. Er moest iets achter zitten. Toen herinnerde ik mij, dat myn vertrek zoo absoluut geheim gehouden moest worden, en het feit, dat Muso my had gewaarschuwd Lodas niet den naam te noemen van den persoon, aan wien ik zyn boodschap moest brengen. Waarom was hy bang dat die naam bekend zou worden? En waarom bleek hy zich zoo opgelucht te voelen toen ik hem zei, geen Amtoriaansch te kennen? Het was een raadsel, waarvan ik langzamerhand de oplossing begon te begrijpen. Of ik goed raadde, zou ik misschien nooit te weten komen — in het andere geval zou ik het den volgenden dag weten. Dat hing voor een groot deel af van het feit of ik de mededeeling aan Spehon zou kunnen overbrengen of niet. Ik had erg veel lust te probeeren om de stad te verlaten en terug te keeren naar myn vliegtuig, dan naar Sanara te vliegen en alles te vertellen aan Taman, dien ik vertrouwde. Maar mijn soms wel wat dwaze plichtsgevoel, een op my genomen opdracht uit te voeren, deed my dat plan spoedig uit myn hoofd zetten. Neen, ik zou doen wat mij bevolen was, mijn opdracht ten uitvoer brengen — dat was myn plicht! Terwijl ik voortliep, kregen de winkels een grootscher aanzien, werden de kleeren en sieraden van de menschen op straat mooier. Prachtig uitgedoste gantors droegen hun passagiers naar alle richtingen of hielden stil voor een of anderen winkel, terwyl „mijnheer" of „mevrouw" naar binnen ging om inkoopen te doen. Voor een schitterend verlichten winkel wachtten wel een twintig of dertig groote gantors. Toen ik voorbij het gebouw kwam, keek ik naar binnen. Het was een restaurant. De schitterende lichten, de lachende en pratende menschen, het uitstekende eten, lokten mij aan. Het magere maal dat Horjan mij had gebracht had slechts gediend om mijn honger aan te wakkeren. Ik betrad het gebouw, en terwyl ik dit deed, zag ik dat het klaarblijkelijk heelemaal vol was. Ik bleef even staan om naar een leeg tafeltje te zoeken, en was juist op het punt mij om te keeren en weer naar buiten te gaan, toen een bediende naar mij toekwam en mij vroeg of ik wenschte te eten. Ik zei hem, dat dit het geval was, en hy bracht my toen naar een klein tafeltje voor twee personen, waaraan reeds een dame zat. „Neemt u hier plaats," zei de man. Het was een beetje zonderling. „Maar dit tafeltje is bezet!" zei ik. „Dat geeft niet," zei de dame. „U kunt gerust plaats nemen." Er zat werkelijk niets anders voor mij op dan haar te bedanken en de vrye plaats te bezetten. „Het 'is zeer vriendelijk van u," zei ik. „O, het beteekent niets," verzekerde zij. „Ik had er natuurlijk geen idee van, dat de kellner mij naar het tafeltje van iemand anders zou brengen," verklaarde ik. „Het was niet erg tactisch van hem om dit te doen." Ze glimlachte. Ze had een vriendelijk, beschaafd gezicht, en evenals alle beschaafde vrouwen van Ämter die ik had gezien, leek ze nog erg jong. Ze had echter, dank zij het longa vita-serum, evengoed zevenhonderd als zeventien jaar kunnen zyn.
Da straat waarin ik mij bevond was donker en somber, maar recht voor mij uit ontdekte ik er een, die beter verlicht was . . .
„Och, waarom? Hij zag dat u naar een tafeltje zocht, er was hier een stoel vrij en dus bracht hij u hier . . ." Ik begreep, dat dit heel gewoon was in Amlot en ging er daarom dus niet verder op in. „Hebt u uw bestelling reeds gegeven?" vroeg ik, om toch iets te zeggen. „Neen, de bediening i« hier verschrikkelijk slecht. Ze hebben nooit genoeg kellners, maar het eten is het beste dat er hier in de stad te krijgen is. Maar natuurlijk hebt u hier vaker gegeten — iedereen eet hier." Ik wist niet goed welke houding ik moest aannemen. Misschien was het maar beter te erkennen, dat ik een vreemdeling was dan net te doen alsof dit niet zoo was en dan later door een of anderen flater dien il? zeker tijdens het gesprek zou maken, te laten blijken dat ik geheel onbekend was in Amlot. Ik zag dat zij my nauwkeurig opnam. Misschien is het beter te zeggen, dat zij herhaalde malen naar mijn óógen keek. Juist was ik van plan te erkennen, dat ik een -vreemdeling was toen mijn aandacht werd getrokken door een lichte beweging aan den anderen kant van de zaal. Een aantal Zani's oncjervroegen eenige lieden aan een der tafeltjes. Hun manier van optreden was bruusk en dreigend, en ik moest onwillekeurig denken dat dit niet veel goeds voorspelde als ze het in hun hoofd zouden halen ook bij mij te komen. „Wat is er eigenlijk aan de hand?" vroeg ik mijn tafcldame. „Weet u dat niet?" „Neen — en het i» een van de vele dingen, die ik niet weet," gaf ik toe. „. . . . betreffende Amlot," vulde zij den zin aan. „Ze zoeken naar verraders en naar Anitorianen. Zooiets gebeurt herhaaldelijk. Het is vreemd dat u het nog nooit gezien hebt. Ze komen nu hierheen." Inderdaad kwamen zy nu recht op ons tafeltje aan, en de commandant van het groepje hield geen oog van mij af. Ik dacht toen, dat hy aan my zag, dat ik een vreemdeling was, en ik vreesde dat zyn komst reeds een gevolg was van het verraad van Horjan. (Wordt vervolgd)
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 21 DECEMBER OPL oss ING KRL IISW V
1
E
P
0
^Hvi
p
D
A
c &
A.
P I
.■.
M
E
P A | P
A |
E E
D
1 D
P
1
A
p
6
F
A
E
E
| | n
T
E
E
12
B
1
15
1
M E
1A
G
A
STA
A
M
17
A
T
n
«"
1
2^
|2Ö
1
u
1 UIIL ■ J 2?
50
7Q
'
MUTS
16
15
23
25
•
1
\k
21
20
D
OPLOSSING VERANDERRAADSEL
OPLOSSING DRIEHOEKRAADSEL
^
15
D
i
■
3
10
11
1 "1
2
rPHTTII_HB_J* 1
A
E
■
■ ton* LII ■
Bi ^H»l M
E
E
T
A
1 |
M
1M
s
E
P
ITO
D
| M
| A
L
E
L
■i
3 LI
1
oo RDR AAC>SEL s L 0 T Wo Mo s
■
;
STEM
3. ieit 5. boomtak 6. iemand die baadt
Horizontaal'. 1. gat in waterleiding
MOET
7. 9. 11. 14.
17. iemand die koopt 19, aanhoudend nooden
voegwoord tamelijk koud meisjesnaam gereed maken
21. opspringend vochtdeeltje 24. meisjesnaam 26. uur 27. een ent ia een boom bevestigen 28. telwoord 29. boom 30. mijnheer (Engelsch) Verticaal: 1. bevrachten 2. gebouw 3. van staal gemaakt 4. wat den mensch tot kleeding dient , 6. speelgoed 8. dierenverblijf 10. besluit van een Arabischen Sultan aan een grootvizier. 12. plaats in Gelderland 13. courantcnjongen 15. plaat 16. meisjesnaam 18. plaats in Engeland 19. muzieknoot 20. windstreek 22. jongensnaam 23. houten vat 25. deel van een fototoestel
Van de volgende ry woorden staan sommige in logisch verband met een of meer van de hierbij geteekende voorwerpen. Ga deze lyst na en schryf
De hoofdprijzen door:
elk woord op tezamen met de letters van het voorwerp, waar het verband mee houdt. De woorden zijn: spelen, betalen, schryven, teekenen, zuigen, blazen, rooken, borstelen. Voorbeeld: spelen (figuur e en d) piano-bal.
De hoofdprijs van de week verworven door:
Horizontaal: koepokstof drinkebroer verkiezing hét deksel van den oliekop houten verhooging waarop een deur rust Te gebruiken letters: a, a, a, a, c, c, c, d, d, d, e, e, e, e, e, e, e, e, h, i, i, i, 1, 1, 1, 1, m, m, n, ri, n, n, o, o, p, p, r, s, t, t, t, u, v. , . j Op de spylen leest men een bekend gczeüdc.
1
_
|
Neem twee letters weg van elk woord uit de eerste ry hier onder, en plaats daarna de overgebleven letters zóó, dat ze een nieuw woord vormen dat het antwoord geeft op de vraag rechts. droog — hond'? klant — vochtig?
OPLOSSING SCH AKELWOORDRAADSEL
1 B
2
s T
T
£
CO Q
L
3 B
4 L
5 S
(0 ^ rV)
6 D
T.
M
6
D
:o
CO
p
TRNOER
(') L
& P
(0 n
U
OPLOSSING FILMPUZZLELADDERRAADSEL c
*l'|r
u
k
D|A|6|1
a L
e
"
E
1 H
i 0 V
A.|W| 1
1
'E a
H
2
E B
CHARLES BOYER
5
I
E E
I 1. 2. 3. 4.
E
E
insecten etend zoogdier dringend verzoek nobel denkvermogen
,,Filmpuzzle"
werd
deze
De troostprijzen vielen ten deel aan:
troost — hoort by een schip? winter — plant? storm — insect? lezen — meisjesnaam? inhoud — dier? spreken — vervelende vermaning?
!■■■
Horizontaal:
1
2
5
4
■ipp 5
ó
Verticaal:
E
'E
1. eliolocrou 2. olopraphisch 3. GiessenOudekerk
gewonnen
mevrouw v. Hellemondt, Delft; mejuHrouw T. de Vries, Amsterdam; mejuffrouw C. M. Trimp, Rotterdam; den heer A. Tuite, Rotterdam; den heer J. P, F. de Caluwé. Utrecht; den heer H. F. A. Mulder, Groningen; den heer J. H. Starreveld, Schagen; den heer H. C. Sterk, Amsterdam; den heer P. v. d. Valk, Rotterdam; den heer H. W. Grebe, Rotterdam.
ONZE FILMPUZZLE- KAMRAADSEL 1, naam van een filmster
INVULRAADSEL
week
den heer G. B. Wies, Schiedam.
MIN - TWEE
1. 2. 3. 4. 5.
deze
De troostprijzen konden worden toegekend aan. mevrouw H. M. Rijkens-Jongman, Eist; mevrouw Drlessen, 's-Gravenhage; mejuHrouw J. van Vliet, Rotterdam; mejuHrouw N. Groenleer, Zierikzee; mejuHrouw C. Bulk, Rotterdam; mejuHrouw v. Leeuwen, 's-Gravenhage; mejuHrouw M. Jonkers, Blerik; mejuHrouw A. Peschke, Voorburg; den heer R. Baardse, Amsterdam; den heer B. A. de Leijster, 's-Gravenhage; den heer J. Blom, Venlo; den heer F. v. Boven, Hillegersberg; den heer E. J. Wlgchert, Haarlem; den heer J. Veenenbos, Rotterdam; den heer J. Moen, Halfweg; den heer v. d. Lende, Haarlem; den heer Th. v. d. Kaay, Eindhoven; den heer Al Willetnsen, Amsterdam; den heer G. Rietmulder, Lisse; den heer H. v. d. Hulst, Amsterdam.
LADDERRAADSEL
OPLOSSING ROULETTERAADSEL
werden
mejuHrouw R. Marseille, Lisse; mejuffrouw E. A. Beniley, Rijswijk; mejuHrouw H. de Graaf, Amsterdam; den heer H. Pijl, Harderwijk; den heer R. v, Toledo, Rotterdam.
MOED HOED , 1 L1
DE PRIJSWINNAARS
TEEKENINGENRAADSEL
KRUISWOORDRAADSEL
1. op de fiets rijden 2. van den goeden weg afgaan 3. soort bes 4. zich door herhaling bekwaam maken 5. schaaldier 6. vlijtig Te gebruiken letters: a, a, a, a, a, a, b, c, e, e, e, e, e, e, e, f, f, f, g, g, i, i, k, k. i. ^ m, n, n, n, n, n, n, n, o, o, p, r, r, r. s, s. s, t, t, w. ij.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen op iedere purzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20' troostprijzen. DE OPLOSSINGEN
• _
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2,50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór tl Januari aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enve-
loppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: FUmpuzzlc 11 Januari. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 11 Jan» in te zenden aan Dr. -Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 11 Jan.
De rollen in deze War.ner Bros-film zijn als volgt verdeeld: Adam Lemp Felix Deitz Mickey Borden Ben Crowley Aunt Etta Emma Lemp Ernest Mrs. Ridgefield Jake 5arn £ar| Ann Lemp Kay Lemp Thea Lemp
Claude Rains Jeffrey Lynn John Garfield Frank McHugh M ay Robson Gale Page üick Foran Vera Lewis Tom Dugän Eddie AcuH Donald Kerr Prisciila Lane Rosemary Lane Lola Lane
In deze vlotte, opgewekte film, die een klucht der vergissingen is met een vroolijk slot, ontmoeten wij Felix Deitz, die in den kost komt bij de familieLemp, welke behalve uit den vader bestaat uit diens vier moederlooze dochters Ann, Kay, Thea en Emma, en hun ongetrouwde tante.
Gale Page, Rosemary, Lola en Priscilla Lane
Claude Rains
Het duurt niet lang, of de vier zusjes worden verliefd op Deilz. Hij zelf gaat van Ann houden en de beide jonge menschen vieren al gauw hun verloving. Dat beteekent een desillusie voor Kay en Thea, en ook voor Felix* cynlschen collega Mick Borden, die een moeilijk leven in de groote stad achter den rug heeft en verliefd is geworden op Ann. Kay verlaat onverwachts het huis om haar zangstudies in Philadelphia te gaan voltooien, terwijl Thea haar hart schenkt aan Ben Crowley, omdat zij onder den indruk is gekomen van diens geld en positie. Juist voordat zij met Felix zal gaan trouwen, ontdekt Ann evenwel, dat Emma van Felix houdt, en dat Mickey niet zonder haar, Ann, kan leven. . . Daar zij zoowel Mickey als Emma gelukkig wil maken — de zusters hebben het erg op elkaar — zegt zij aan Mickey, dat zij mit hem wil trouwenl Ontnuchterd, aan wanhoop ten prooi, gaat Felix weg. Emma, die eveneens beduusd is door den loop, die de gebeurtenissen hebben genoPriscilla Lane, John Garfield en May Robson. men, wordt geïmponeerd door de manier waarop de inmiddels ten tooneeie verschenen Ernest de in wanorde geraakte affaires van de familie Lemp regelt, met het gevolg, dat zij weldra bij zichzelf moet vaststellen, dat zij eigenlijk niet van Felix, doch van Ernest houdt. . . Intusschen is ook Ann tot de ontdekking gekomen, dat zij zich vergist heeft door Felix op te geven, daar zij hel onmogelijk met Mickey kan vinden. Felix keert terug uit Seattle en brengt het Kerstfeest bij de Lemps door, en het is bij Gale Page, Priscilla Lane en die gelegenheid, dat Mickey, Jeffrey Lynn. terwijl hij alleen zit te peinzen over den gang der zaken, tot de conclusie komt, dat de leden der familie Lemp elkander nog gelukkig probeeren te maken, hoewel zij ieder voor zich eigenlijk niets dan tegenspoed onder.*«■•* vinden. Later op den dag overkomt Mickey een tragisch ongeluk. In het ziekenhuis, waarheen hij gebracht is, komt Ann juist voordat Mickey sterft tot de overtuiging, dat hij had geprobeerd haar vrij te maken... Het happy end kan de lezer nu gemakkelijk raden: s Felix en Ann repareeren hun gebroken liefde en gaan een gelukkige toekomst tegemoet.
fW
**:
i v J^
-
*
Priscilla Lane en John Garfield.
Ï-^'-'K \L
aardig nevenberoep uit ie oefenen, en daarbij ook de trucs toe te passen, waartoe „gewiekste" kooplui soms dikwijls overgaan. Zijn handelstransacties zullen overigens niet lang duren: Chateaubriand heeft steeds maar weinig zin in den militairen dienst gehad, en in het jaar 1791 verliet hij dien dan ook om zijn gedenkwaardige reis naar Amerika te ondernemen, onder het toen reeds versleten voorwendsel den weg Noord-West-West te willen ontdekkenl Een jaar tevoren ontstond het twaalftal brieven, die men ook thans nog niet zonder verbazing kan lezen. Uit een brief van 15 Maart 1790 blijkt, dat Chateaubriand zelf op de origineele gedachte is gekomen eens te probeeren of hij aanleg heeft voor zakenman. Hij had zich van uit Navarre, waar zijn regiment in garnizoen lag, in verbinding gesteld met een zekeren Morandai, een vriend van de familie Chateaubriand en compagnon van een „monsieur" Piochon, toentertijd kousenhandelaar in Algiers. In dezen brief verzoekt de toen tweeëntwintigjarige officier om de levering van kousen tot een bedrag van vierduizend lire, waarbij de opdracht hem zelf zóó gewichtig voorkomt, dat hij in denzelfden brief driemaal op een snel antwoord aandringt: „zelfs een vertraging van vierentwintig uur kan hem in groote verlegenheid brengen". Weinig zakelijk, om zich zóó In de kaart te laten kijken, maar deze in den grond van zoo'n gering koopmanschap getuigende haast valt wel te verklaren uit het feit, dat de regiments-woekeraar toentertijd erg lastig was. .. In denzelfden brief informeert de toekomstige dichter en diplomaat naar het bedrag der belastingen, die hij als invoerrechten op de zending zal hebben te betalen, en de onder den-last van zijn schulden gebukte graaf ziet er geen been in, den fiscus, als het kan, een rad voor de oogen te draaien: „Zou het niet mogelijk zijn, de kousen vrij van rechten in te voeren indien ik zei, dat zij voor den koning of voor het regiment bestemd zijn?"-
Chateaubriand werd in 1768 geboren te Saint-Ma/o. Na een droefgeestige jeugd te hebben doorgebracht te 1 n ruwe natuur van JU ?. T* Bretagne en in het gezelschap van een opgewonden en zenuwachtige zuster, trad hij In dienst als tweede luitenant bij het regiment van Navarre. In 1791 ging hij naar Amerika, waai1 hij zich naar de Nirgara begaf en den Ohio afvoer tot aan de samenvloeiing met de Kentucky. Hierna keerde hij naar Parijs terug, trouwde maar week bijna onmiddellijk daarop uit, waarna hij naar Fngeland ging en daar een kommervol bestaan leed. Zijn letterkundige arbeid ving in 1797 aan. Omstreeks 1801 trad hij in diplomatreken dienst, nam na eenige jaren ontslag om een reis naar het Oosten te maken, waarbij hij Griekenland, Jeruialem en Carthago bezocht. Daarna trad hij andermaal in diplomatieker! dienst om zich in 1830 uit het openbare leven terug te trekken. Hij overleed in 1848 en direct daarna verschenen zijn Mémoires d'outretombe. Typeerend voor zijn rustelooze natuur waren zijn op ver gevorderden leeftijd gesproken woorden : „Mijn leven is één onafgebroken verveling geweest.. ."
CHATEAUBRIAND ..HANDELAAR IN KOUSENNeen, het gaat hier niét om de „blauwe kousen", waaraan de jonge Barby d'Aurevllly 200'n bijtend-sarcastisch boek gewijd heeft, maar om doodgewone kousen en een hendel In kousen. We willen hier namelijk een .wéinig bekende, en waarlijk ook niet alledaagsche, episode belichten uit het leven van den beroemden Franschen schrijver Monsieur Vicomte Fran^ois-René de Chateaubriand, officier van Zijne Majesteit den Koning — een episode, waarin wij hem leeren kennen in de verrassende rol van... kouser1-
riändelaarl De litteraire nalatenschap en zelfs de brieven van den grooten schrijver die tot nu toe bekend waren, bevatten de correspondentie niét, welke hij als zakenman heeft gevoerd, want deze twaalf brieven, waaruit zijn rol als zoodanig blijkt, veerden pas kortgeleden ontdekt. Ze voeren ons echter een in pijnlijken geldnood geraakten aristocratischen onderluitenant voor oogen, die zich gedwongen ziet om een, niet alleen in verband met zijn „stand", maar ook met zijn rang zeer eigen-
De volgende brieven laten zien, hoe snel Chateaubriand zich heeft „ingewerkt". Acht dagen later stelt hij zich reeds met den kousenhandelaar Piochon zélf in verbinding, en de stijl van zijn „zakenbrieven" en de handigheid waarmee hij afrekeningen samenstelt doen bijna denken, dat hij als kousenhandelaar zich werkelijk in zijn element voelt. Wij vernemen zijn zakelijk oordeel over de hem gezonden witte kousen van twee francs het paar; wij vernemen dat hij graag nieuwe monsters zal ontvangen, wij hooren dat de kousen, die hij aanduidt als „gris mêlé", een beter afzetgebied vinden dan de andere soorten. In een anderen brief maken wij kennis met Chateaubriand den boekhouder. De ontvangst en de verkoop van ongeveer tweehonderd paar kousen worden keurig netjes gespecificeerd, met opgave van verpakkingskosten, douane-rechten, enzoovoort, terwijl zelfs precies staat aangegeven, wanneer de wissels vervallen, die Piochon op hem heeft getrokken I Een andere brief legt wederom getuigenis af van de listen, die Chateaubriand gebruikte om zich de concurrentie van het lijf te houden. Een van zijn kennissen, voor wien Chateaubriands nevenberoep geen geheim is, krijgt eveneens zin om een kousenhandel te beginnen. Chateaubriand belooft hem wel is waar, hem bij Piochon aan te bevelen, maar in werkelijkheid schrijft hij dien In zóó'n zin, dat de ander er uit kan opmaken, dat de aanvrager een diep in de schuld stekende kaartspeler is die overigens voor geen cent crediet goed is, waarom hij den fabrikant de uitvlucht aan de hand doet te schrijven, dal zijn-- voorraad uitgeput is. . . De mislukte officier, de amateur-kousenhandelaar, de avontuurlijke Amerika-toerist, die in de voetstappen van Columbus en Vasco da Gama treedt, maar daarbij overigens streken beschrijft, die hij nooit bereikt of gezien heeft; de emigrant die tijdens zijn ballingschap in Engeland van de hand in den tand moest leven — dat was de Francois-Rene Chateaubriand, die later niet alleen de hoogste politieke en diplomatieke ambten zou bekleeden, maar bovendien ook de Fransche literatuur tot ongeveer 1830 onaangevochten zou beheerschen, deze 'tot aan het einde van de negentiende eeuw nog sterk zou beïnvloeden, en die zelfs thèns nog in het rijk van de schoone letteren en van den geest een positie inneemt, waaruit ook de stroom van den jongsten tijd hem niet heeft kunnen verdringen.
■■»
m
Wat velen eigenlijk niet meer goed voor mogelijk hadden gehouden, ^ gebeurd; eind 1938 heeft ons een „wintertje" bezorgd, dien men niet licht zal vergetenl Sommigen niet, omdat zij weer eens op echt ouderwetsche wijze hun hart aan de „wintersporten" konden ophalen, anderen niet door de vele ongemakken, die zij er van ondervonden. . . 1-2 In Friesland was men er natuurlijk direct bij om allerlei wedstrijden op het ijs te organiseeren. - 1. Te Leeuwarden vond een hardrijderij voor vrouwen op de korte baan plaats, waarvoor de liefhebsters met trommelslag werden opgeroepen. 2. Een tweetal deelneemsters aan den start:,Tjitske Hielkema uit Oudehaske en Sietske Pasveer, uit Akkrum. 3 Een wedstrijd met hindernissen voor paren te Roordahuizen. 4. Een overzicht tijdens den wedstrijd te Leek om het kampioenschap voor mannen van de provincie Groningen. 5. Wat veel Amsterdammers voor een droombeeld hielden werd werkelijkheid: schaatsenrijden op de Heerengrachtl 6 De ongemakken die de strenge vorst bezorgde waren legio. .^ Twee bewoners van Marken probeeren met de slede den vasten wal te bereiken. 7. Door den ijsgang op de rivieren was het verkeer gestremd. - Een klikje op de Lek bij Culemborg. 8 Ook voor Volendam beteekende de vorst een bijna onoverkomelijke moeilijkheid; om de visch, die in karen wordt bewaard, in leven te kunnen houden, moest het ijs telkens worden opengehakl - een werkje, dat zoowel bij nacht en ontij als des daags diende te geschieden.
HET vf/f coMfii ïïimn looi r' Het grauw van den nä-nacht was nog nauwelijks van de lucht verdwenen, maar in het Oosten kleurde toch reeds een zwakke rose gloed de kim. Even later rees de zon langzaam boven den horizon uit. .. . Drie mannen dreven traag voort in een kleine boot op de lichtgroene zee, die zoo kalm was als een vyver op een windstillen dag. Eén van hen lag vóór in de boot, met zijn hoofd op een rol touw te snurken; een ander sliep op den bodem, in elkaar gedraaid als een hond; de derde zat suf voor zich uit te staren bij het roer. Na eenigen tijd, toen het wal lichter was geworden, hief de laatste moeizaam zijn hoofd op en tuurde met zijn hand boven de oogen langs den einder. Een verwensching ontsnapte aan zijn lippen toen hij niets dan de leege zee ontdekte. Geen wiek van een vogel, geen vin van een visch onderbrak.het watervlak, dat zich als een spiegel zoo glad voor zijn blikken, eindeloos ver naar alle kanten, uitstrekte. Hij bleef eenigen tyd als droomverloren voor zich uit zitten staren; toen wekte hij met een ongeduldige hand den man aan zijn voeten. „Geen spoor van de anderen, Bruce," zei hij moedeloos. De man, die Bruce genoemd was, kreunde even en kwam overeind. Het bootje bewoog zich op en neer en kleine rimpeltjes leken väh de boorden weg te vloeien. Met een hand boven zijn oogen zocht hij den wyden waterplas af, en bromde: „Ik zou wrel eens willen weten waar ze zijn. — Hé, Bill!" De man, die voor in de boot zat, gaf een slaperig antwoord, en kwam toen rechtop zitten. „Geen duvel te zien van de anderen," zei Bruce ruw. „Het zal me een zorg zijn. ..." „En er komt vast geen wind vandaag," zei de kleine man, die bij het roer zat, en die Joke heette. „We moeten maar zoo zuinig mogelijk met het voedsel zijn, mannen!" „En met het water,"knikte Bruce, geeuwend. De brik Seagull, die van New York onder weg was naar Porto Rico en Trinidad, had drie dagen na het vertrek van Porto Rico brand aan boord gekregen. Terwijl de vlammen overdadig voedsel vonden in de lading, was het schip voor de oogen van den kapitein en de bemanning, die in de booten toekeken, ondergegaan. In de duisternis, die op haar schielijke verdwijnen volgde, waren de reddingbooten van elkaar gedreven, en nu leek het wel totaal uitgesloten dat zij elkander nog ooit weer zouden zien. „Als wij voor den wind blijven drijven, zullen we wel ergens komen,"' zei Bruce, maar er was geen spoor van vertrouwen in den toon van zijn stem te bekennen. Bill nam een blikken kroes uit het kastje in den boeg van de bqot en vulde ze uit de waterton. Bruce wierp hem een woedenden blik toe. „Een beetje zachtjes aan met het water, hè?" zei hij. „Neem zelf evenveel," zei Bill, met een doek.
„Maken jullie nou geen ruzie, mannen ■— maken jullie nou om 's hemelswil geen ruzie," teemde Joke. „Als we ruzie maken, komen we nóóit ergens!" Bruce lachte grimmig. „We zullen tóch wel nergens komen, of we ruzie maken of niet! We kunnen dit keer onze rekening wel opmaken!" Er was een verachtelijke klank in zijn stem, terwijl hij den kleinen man een kwaadaardigen blik toewierp. „We hebben niet één kans op de millioenen, nietwaar Bill?" „Ik geloof het ook niet," antwoordde Bill, en hij scheen zich over dit vooruitzicht in het geheel geen zorgen te maken. Ze roeiden den geheelen ochtend, terwijl de kleine man lusteloos en apathisch het roer vasthield. Züft heele'leven was door angst beheerscht geweest; en ook nu was het angst, die al zijn handelingen bepaalde. Eén keer bood hy aan, óók eens te roeien, maar de anderen lachten hem uit. Klein, mager, met half dichtgeknepen oogen waar een gestage vrees in huisde, scheen hij een geschikt doelwit voor hun verachting. De beide andere mannen zouden hem, ieder voor zich, gemakkelijk mét één hand hebben kunnen dooden. Hij was kok geweest aan boord van de brik. Zijn metgezellen vormden het type van echte zeelui: groot, sterk, gehard door jaren moeizamen, zwaren arbeid. De zee was hun tehuis, haar volk hun volk, haar stroomingen hiin heirwegen. Ze hadden bijna hun gansche leven op zee gezworven. Gedurende het heetste gedeelte van den dag hielden zij rust, en ze begonnen weer te roeien toen de kracht van de zon iets was afgenomen. Ze roeiden in zuidelijke richting, omdat ze vermoedden dat ze daar een aantal eilanden moesten vinden.
II. Twee dagen roeien brachten hen bij een eiland, dat als een groene vlek te midden van het blauwe water lag. Ze trokken de boot zoo hoog ze konden op het blanke strand. „Het lijkt me, dat het onbewoond is," zei Bruce, om zich heen kijkend toen ze op het eiland stonden. „Maar per slot van rekening hadden we het erger kunnen treffen." „Het zal wel niet lang duren eer er een schip voorbij komt," gaf Bill toe. „Ik zou liever ergens anders terecht gekomen zijn," zei Joke, weinig op zijn gemak. „Ik krijg er kippetjesvel van." De beide andere mannen haalden de schouders op — een gebaar waarin heel hun verachting voor hun metgezel tot uitdrukking kwam. En ze zwegen. Ze drongen door de groene schemering van het bosch het binnenland in; de beide groote mannen vóórop. Joke achter hen aan strompelend. Hier hoorden zij niet meer het monotone klotsen der golven op het strand, het kryschen van de zeemeeuwen boven de branding. Zelfs het ritselen van de bladeren, veroorzaakt door een zacht windje, scheen als van hèèl veraf te komen. Ze drongen steeds verder het bosch in onder een diepe stilte, die slechts af en toe verbroken werd door het met horten en stooten gevoerde
gesprek der beide zeelieden. Zoo stil was het, dat wanneer er een kaketoe onverwachts vlak bij hen opvloog. Joke zweetdroppels van angst op zijn voorhoofd voelde komen, ofschoon de beide andere mannen niet eens aandacht aan den vogel schonken. Eindelijk kwamen zij op den top van een heuvel terecht, waar geen plant of boom groeide, zoodat het bosch als een groene zee beneden aan hun voeten lag. Verderop spreidde de werkelijke zee zich naar alle kanten uit, maar ze leek zoo dichtbij, en zóó groot in verhouding tot het kleine eiland, dat ze gevaar schenen te loopen voorover in het water te zullen vallen indien ze een roekeloozen stap deden. Ze hadden het gevoel, alsof zij op het dak van een hoog, eenzaam huis stonden. m „Niks te zien," zei Joke terwijl hij zich langzaam omkeerde. „We doen het best als we hier en daar een hoop dorre takken opstapelen, en die aansteken wanneer er een schip in het zicht komt. En de hemel weet, wanneer dat zäl zijn." „Misschien morgen," bromde Bill. „Misschien het volgende jaar." „Misschien wél nooit," zei Joke. Bruce keerde zich woedend tot hem. „Wat voor den duivel bedoel je?" vroeg hij. „Dat we hier misschien wel nooit vandaan komen," zei de kleine man, nu probeerend zoo flink mogelijk te schijnen. „Misschien moeten we hier de rest van ons leven wel doorbrengen." „Als je nog meer van dien onzin uitkraamt, kom je er zeker niet meer levend af." „Wil.... wil je me dan vermoorden?" vroeg de kleine man rillend. „Wie heeft het nou over vermoorden?" vroeg Bill ruw. „Houd je kiezen op elkaar, dat is alles 1" Ze stonden eenige oogenblikken somber zwijgend bij elkander. Toen verbrak Joke de stilte. „Het lijkt mij, dat er daar een riviertje is," zei hy, wijzend. In de richting welke hij aanduidde, ontdekten ook de beide anderen iets glinsterends tusschen het groen van de boomen. Ze daalden den heuvel af, weinig sprekend, en baanden zich een weg door de boomen tot zij bij het riviertje kwamen, een klein, onaanzienlijk stroompje, bijna geheel verborgen door het groen dat langs zijn oevers groeide. Ze volgden het tot waar het in zee uitmondde, en daar, op een voor stormen beschermd plekje, sloegen zij hun bivak op. III. De dagen gingen traag voorbij, en hun eentonigheid werd door geen enkel incident verbroken. Er viel voor de drie schipbreukelingen niets anders te doen dan te slapen en te eten en uit te zien naar eventueel voorbijvarende schepen. Voedsel hadden zij voldoende — visch uit de zee, en vruchten van de boomen. En ze wachtten met een zekere levenswijsheid op het schip, dat toch ééns zou moeten komen. Aan den oostkant van het eiland lag een kleine vallei, en daar dwaalde Joke op een dag doelloos heen. Op een witte plek in het zand, omsloten door de lage groene boomen, zag hij plotse-
ling een verbleekte schedel liggen. Het onderste gedeelte er van was geheel verleerd, en de bovenkant werd half overwoekerd door gras. De oogholten schenen grimmig tegen hem te lachen en hij begaf er zich langzaam, angstig heen. Ook de andere beenderen van het geraamte lagen er nog, eveneens half verteerd en voor de rest verbleekt. De klccrcn waren verdwenen; er was geen spoor meer van te bekennen, maar terwijl Joke op zijn knieën bij zijn ontdekking zat, vond hij drie koperen knoopen, die op geringen afstand van elkander in het gras lagen. Ze zagen groen van den ouderdom. Hij had vaag wel eens een en ander gehoord van Morgan en zijn metgezellen, van de zee-wolven die hier zoo'n uitstekend jachtterrein hadden gevonden. Deze zee was hun gebied geweest; dit en de andere eilanden in de buurt hun toevlucht. Vóór deze kusten waren zij met hun schepen ten anker gegaan, en op de eilanden zélf hadden zij hun buit verborgen. En hier voor hem lag, zoo dacht Joke terwijl hij de oude, koperen knoopen bekeek, een van deze zceroovers. Enfin — zijn laatste rust was niet verstoord geworden.... Joke stond weer op en keek om zich heen op de open plek. Misschien dat er hier w^el iels van w-aarde was te vinden. Bijna op hetzelfde moment ontdekte hij, half bedolven door het zand, de kist. De ■ boomen wierpen er hun schaduw op, gras woekerde er lang en waaierig over heen. Hel ■ leek bijna alsof de natuur had geprobeerd haar te verbergen, wetend van hoeveel onheil en smart ze het resultaat wns. Terwijl hij hijgend en met korte stooten ademhaalde liet hij zich bij zijn vondst weer op de knieën zinken en tastte met bevende handen langs zijn vondst. De kist was van eikenhout; ijzeren banden hielden de planken stevig bij elkaar, en er zaten grendels en sloten op. Hij wierp er zich met zijn volle gewicht tegenaan, maar ze bewoog slechts even. Hij rukte lot zijn vingers bloedden aan de sloten, maar hel leek wel alsof ze zich steeds meer legen zijn pogingen verzetten in plaats van iets mee te geven. Een kracht, welke grooter was dan die van hem, was noodig om de kist te openen die misschien langer dan twee eeuwen om lederen aanslag van den tijd gelachen had! Gezeten op de kisl, zijn ooren gespitst om ieder geluid op te kunnen vangen, dacht de kleine man na over hetgeen hij moest doen. Hij was bang, verschrikkelijk bang. Als Bill en Bruce hier iels van te welen kwamen, zouden zij hem dooden en zijn schal afnemen. Daar was hij zeker van. Ze zouden er niets voor voelen om den buit te dcelen, en in leven zouden ze hem zéker ook niet laten, uil angst dat hij hen verraden zou. Zijn veiligheid bracht dan ook mee, dat zij nooit iets te weten kwamen van zijn vondst. Huiverend verzamelde hij de beenderen van het geraamte en begroet ze ergens waar ze niet meer ontdekt konden worden. Den schedel bedolf hij hel laatst, en zelfs terwijl hij uit het gezicht verdween door hel groen en het zand dal Joke er op wierp, scheen het nóg alsof de oogen hem spottendonheilspellend aanstaarden. Maar in het zand bleet de indruk nog te zien van de beenderen die er gelegen hadden, en Joke beijverde zich om deze met zijn voeten zoo goed mogelijk uit te wisschen. De kisl kon hij niet van haar plaats krijgen, laat staan dat hij haar kon verborgen.
Hij zou ze natuurlijk hebben kunnen bedekken met tqkken en bladeren, maar die zouden gaan verdorren en daardoor juist de aandacht vestigen op hetgeen hij had gedaan'. De kisl lag in de schaduw van een boom; hij moest er maar op vertrouwen, dat ze daardoor niet opgemerkt zou worden. Angstig, twijfelend, begaf hij zich langs allerlei kronkelpaden terug naar het kamp, dat de drie mannen hadden gemaakt. „Ben je een geest of wilde dieren tegengekomen?" vroeg Bill ironisch. „Je ziet zoo bleek als een doode, en je handen trillen. En hoe kom je aan.die bloedende wond aan je hand?" „Ik ben gevallen," antwoordde Joke, zoo onverschillig mogelijk doend. Hij had hcclemaal niet aan hel bloed op zijn hand gedacht. „Waarqyi zit je toch zoo voor je uit te staren?" vroeg Bruce dien avond, terwijl zij zwijgend om het magere vuurtje zaten. „Ik ik zat maar wat te denken," hakkelde Joke. „Ik dacht alleen maar, Bruce...." „En waaraan dan?" „Aan zceroovers en zoo.... Vroeger hebben er hier op1 deze zeeën vast piraten rondgezworven, jongens." „Vroeger waren er bijna overal piraten," zei Bill lusteloos. „Ik wou, dat we nog in dien lijd leefden!" - Bruce keek den kleinen man onderzoekend aan. „Heb je iets gevonden. Joke?" vroeg hij. „Neen " antwoordde Joke snel, eigenlijk véél te snel. „Wat zou ik gevonden moeten hebben?" „Er zullen hier op deze eilanden nog wel schatten verborgen zijn," zei Bruce langzaam, hem aandachtig gadeslaand. „Ik dacht dal je er misschien een gevonden had." „Zoo gelukkig zal ik wel nooit zijn," mom-
„O — ENNE - EEN GELUKKIO MENEEU !"
NFEUW.) A AR,
- 21 -
pelde Joke. Hij was bang, voelde zich niets op zijn gemak, overtuigd als hij was dat Bruce iets vermoedde. Terwijl hij dien nacht deed alsof hij sliep, voelde hij de oogen van den groolen man op zich gevestigd — onderzoekend, beschuldigend, onverzadigbaar in hun nieuwsgierigheid. Toen hoorde hij hoe Bruce snorkte, en gaf zich ook aan een onrustigen sluimer over. Andermaal gingen de dagen in ononderbroken eentonigheid voorbij. Terwijl hij angstig dacht, dal zijn kameraden hem bespionneerden. vermeed Joke angstvallig de plek waar hij de kist had gevonden. Wanneer zij eenmaal het eiland hadden verlaten, zou er geen enkel gevaar meer zijn; dan zou hij na eenigen lijd kunnen terugkomen en ze zonder cenig risico weghalen. Tot zoo lang was de kist veilig. Maar hij werd ongeduldig door het wachten. Ze waren nu reeds een maand op het eiland; er moest nu wel gauw een schip komen! Toen werd hij zich bewust van een heftig verlangen de kisl nog eens te zien, nóg eens te probeeren ze open te krijgen.
Aan de lus, doornat geregend, koud en rillerig van 't wachten op overvolle trams. Wie is Uw medepassagier? RHEUMATIEK! Onzichtbaar, nu nog voor U, doch binnenkort zult U hem voelen. En hoe! Hy bezorgt U de vreeselijkste pynen, ondermijnt Uw gezondheid en berooft U van Uw levensvreugde. Geef hem geen kans! Verban hem met het eenig juiste middel Kruschen Salts. Elken morgen „de kleine, dagelijksche dosis" en hij heeft op U geen vat. Kruschen Salts, uitsluitend verkrijgbaar by alle apotheker^ en drogisten k ƒ0.40, ƒ0.75 en ƒ1.60 (extra groot pak). het geheim op te lossen van haar inhoud. Hy vocht tegen deze neiging, maar verloor den stryd. Het verlangen was onweerstaanbdSr. IV. Hij ging op een ochtend dat Bruce zich op den top van den heuvel bevond om uit te kyken of er geen schip in het zicht kwam. Zonder eenige moeilykheid vond hij de bewuste plek. De kist lag nog precies, zooals hy ze verlaten had. Maar hy wist toch, dat óf Bruce óf Bill er geweest moest zyn. De platgetrapte grashalmen en de voetsporen in het zand naast de kist vertelden hem dit. Zijn geheim was niet langer een geheim! Met bevende hand streek hij langs zijn klamme voorhoofd. Hij verkeerde in gevaar, in zóó'n groot gevaar als hy nog nooit eerder gekend had. Bruce speelde met hem, zooals Joke eens een slang had zien spelen met een vogel. Op ieder oogenblik kon Bruce besluiten een einde aan de comedic te maken. En dat beteekende slechts één ding: Joke had den vogel*van de slang gered! maar er was niemand, die hem van Bruce zou redden. Hij dacht bijna uitsluitend aan Bruce. Door de een of andere reden kwam Bill hem lang niet zoo gevaarlijk voor. Allerlei plannen, verward en vaag, kwamen in zijn hersens op, maar hij verwierp ze allemaal weer. Hij dacht er aan, met de boot te ontvluchten, maar huiverde reeds
Na „CAREFREE" komt „ROOM SERVICE" met de Marx Brothers en
„GUNGA DIN" met Gary Grant,
Douglas Fairbanks Jr.,
Victor McLaglen en Joan Fontaine, uit de
RKO RADIO-PRODUCTIE Binnenkort verwacht:
Spencer Tracy en Mickey Rooney
„BOYS TOWN
If
de stad, waar jongens mannen worden. Een Metro-Goldwyn-Mayer Jubileum-Film
toen hy alleen nog maar dächt aan de gevaren die er aan verbonden zouden zyn. Terwyl hij daar bij de kist geknield zat, kwamen er honderd en één plannen by hem op, sommige uitvoerbaar, andere absoluut onmogelijk. Hy verwierp ze echter allemaal. Hij verliet de plek zooals hy er gekomen was, zonder eenig plan van actie of meer dan een vage overtuiging dat hetgeen gebeuren moest, tóch gebeuren zou. Van één ding was hy echter absoluut zeker. Hij moest Bruce niet laten merken dat hy op de hoogte was van het spel, dat deze met hem speelde. Anders zou er voor Bruce niets meer aan zijn, en zou deze het tot een bruusk einde brengen! Maar dat was erg moeilyk. Hy voelde dat Bruce hem gadesloeg, voelde, dat de groote man begreep dat Joke een en ander wist. Zelfs onder de beste omstandigheden was hy geen goed acteur, en nu maakte zyn angst, dat hy reeds ineenschrompelde als Bruce maar in zyn richting keek, of het woord tot hem richtte. Maar hy ging er zoo goed en zoo kwaad als het ging mee door. Er zat niets anders op. Terwyl hy hier om zoo te zeggen vast zat op het eiland, viel er aan ontvluchting niet te denken. Bill, onverschillig en log, spaarzaam met woorden, scheen absoluut niets te merken van den stillen stryd die er tusschen de beide mannen gevoerd werd. Zyn eenige belangstelling concentreerde zich op de vraag of er spoedig een schip zou komen om hen te verlossen uit de doodsche eentonigheid van hun bestaan. Hy had een ontembaar verlangen naar de genoegens van de havens. Bills onverschilligheid suste den kleinen man in slaap, tot deze hem op een dag weg zag sluipen van de plek,waar de kist lag. Deze ontdekking kwam als een schok over hem. Ze vergrootte zyn angst; en van dat oogenblik af leefde hy als het ware in een ononderbroken nachtmerrie, opschrikkend reeds van een schaduw. Ze speelden met hem, en met elkander! Hij zag het met een soort wonderlijke duidelijkheid. Ieder hoopte het geheim en den buit voor zich te kunnen bewaren. Dat was hun plan, zoo goed als het zyn plan was. Maar hy had recht op den buit, en zij niet. Hy had de kist het eerst ontdekt; zij waren pas nh hem gekomen. De overtuiging, dat de schat moreel gesproken van hem was, stelde hem niet gerust. Bruce zoomin als Bill gaf niets om moreele overwegingen. Ze zouden hem dooden, en dan misschien den buit verdeden. De angst van den kleinen man voor den dood overschaduwde nu zyn vrees, den buit te zullen verliezen. Hy zag zichzelf reeds,, op vorstelyken voet leven, terwyl hij tot nu toe feitelijk alleen maar bestaan had. Hij zag zich heerschen over andere menschen, terwyl hy tot nu toe slechts hun slaaf was geweest. Hy had wonderlyke visioenen, luchtig en onwezenlijk als de gestalten uit de sprookjeswereld van pen kind. En tusschen hem en de verwezenlijking van al die droombeelden stonden alleen maar Bruce en Bill. Een tak, die met kracht in het bosch tegen zijn gezicht sloeg, bracht hem op het idee. Hij nam het taaie ding in zyn handen en boog het tot het bijna een halven cirkel was. Toen hy daarop het ecne einde losliet, gaf het een klappend geluid in de lucht. De tak was zoo dun, dat hij hem gemakkelijk tusschen zijn duim en vinger kon vasthouden; toch verbaasde hy zich over de sterkte er van. Hij sneed den tak van den boom, schilde ei tk schors zorgvuldig af, kortte hem toen
V- t
Sneeuwpret op het Binnenhof te 's-Gravenhage.
tot een meter zoowat in. Aan de beide uiteinden maakte hij er een inkeping in, en met een eindje touw uit zyn zak spande hij hem tot een boog. Een iets dunnere tak, maar even sterk, verschafte hem een pyl. Hier en daar in het bosch en op het strand vond hy eenige sterke veeren, en drie er van, zorgvuldig uitgezocht, bond hy aan het eene einde van den pyl. De kleurige dingen deden aan kinderspeelgoed denken, en dat was het ook tót Joke zyn mes opende en het heft stevig aan het andere einde van den pijl bond, zoodat het lemmet er als een scherpe punt aan zat. Toen was de boog gèèn kinderspeelgoed meer. Met dit zonderlinge wapen oefende hy lederen dag, en verwierf er een behoorlijke vaardigheid mee. Maar de boog verloor zyn taaiheid, de pijl spleet waar de veeren zaten, en hy moest een nieuw schiettuig maken. Of het mes werd bot, maar dat sleep hij weer by op een steen. Armzalig als het was, schonk het wapen hem toch een zeker zelfvertrouwen; het was, zoo hield hy zich voor, beter dan het mes — alleen, want het mes veronderstelde een gevecht van man tegen man " .
V.
Het is de vraag of hy ooit gebruik van den boog gemaakt zou hebben, als hij er geen aanleiding toe had gekregen — of niet had gedächt, dat hy er een aanleiding toe had. Bill kwam op een middag in het dichtst van het bosch op hem toe — zoo zachtjes en geruischloos, dat Joke zich onmogelijk meer kon verbergen. „Wat voor den duivel heb je daar?" vroeg Bill. Joke haalde den pijl glimlachend uit den boom, die hem tot doelwit had gediend en plaatste hem tegen den gespannen boog. Nonchalant streek hy de veeren glad; een roode veer en een groene, en een witte van een meeuw. „Een boog," antwoordde hy toen. Zijn handen waren nu, zonderling genoeg, vast, evenals zijn blik. Alleen zijn stem had hy niet geheel in bedwang. „Waarvoor?" „Ik schiet er mee." „Waarop? En waarom doe je dat?" „Och, zoo maar." „Laat eens zien," zei Bill, naderkomend. Joke schoot. Op Bill. De pijl trof hem in de keel, maakte dat er een brepde straal bloed over zyn kiel liep. Bill rukte den pyl
uit de v.;ond, terwyl hy een vreeselyken kreet slaakte;*het bloed vloeide uit zijn mond, zoodat de woorden die hy had willen zeggen, onverstaanbaar werden. Hy waggelde op Joke af, zyn handen uitgestoken. De kleine man wierp den boog op den grond, een eind van zich vandaan, draaide zich om en rende zoo hard hij kon weg, zigzag vluchtend door het bosch. De jacht duurde slechts eenige seconden. Joke werd er zich plotseling van bewust dat het stil achter hem was geworden. En het was ook stil om hem heen. Hij bleef staan, luisterde, maar hoorde niets. Bill zou onmogelijk in het bosch zóó geruischloos nader kunnen komen. Misschien was hy achtergebleven, zyn tijd afwachtend, loerend, loerend Deze onzekerheid was erger dan ieder gevaar. Bleek en trillend op zyn beenen, voetje voor voetje, kroop Joke terug Hy vond zyn slachtoffer half knielend, half liggend tegen een boom, de kin op zijn borst, de armen slap langs het lichaam. Bill was heel stil; onbeweeglijk stil; maar Joke wantrouwde die onbeweeglijkheid en zeker wel tien minuten sloeg hy hem van uit zyn schuilplaats gade. Joke riep zijn naam, eerst zachtjes, later harder en dringender. Maar de knielende man gaf geen enkel teeken van leven. Joke kwam uit zyn schuilplaats te voorschijn, gedreven door een vreesachtige nieuwsgierigheid, knielde eindelijk by Bill neer. Hy was dood De kleine man richtte zich op en bleef • triomfantelijk by zyn verslagen makker staan. Emoties, die hij tot nu toe niet gekend had, brachten een eigenaardige schittering in zyn oogen en een grijns om zijn lippen. Hij zag "in zichzelf een voorbeeld van de overtuiging van den geest over de brute kracht. Hy had een gevoel van enorme opluchting, tót hy zich opeens herinnerde, dat boven op den top van den heuvel Bruce nog in leven was. Toen werd hij andermaal de lafaard die hij altyd was geweest. Hy verloor een kostbaar half uur doordat hy vruchteloos naar zijn pijl zocht — zijn boog had hij reeds.weer opgeraapt; toen begaf hy zich op een sukkeldrafje naar de open plek waar de kist lag. Het was er eenzaam en stil, en langen tijd staarde hy naar de kist, die half bedolven was door het gras en het groen van de hoornen. Toen, langzaam en vaag, kwam er een plan by hem op.
Bruce zou Bill en hemzelf missen, en hij zou dan natuurlijk hierheen komen. Op het strand, een halve mijl van de plek waar hy stond verwijderd, wist Joke een rots te liggen, die byna half zoo zwaar was als hijzelf. Telkens stil staand om hijgend adem te halen, droeg hy ze naar de open plek, en met oneindig geduld en ongelooflijke moeite" slaagde hij er in het rotsblok in den boom, tusschen twee zware takken te hyschen. Na in den boom geklommen te zijn, lukte het hem na eindelooze inspanningen de rots ongeveer een meter of zes, zeven boven den beganen grond tusschen de takken vast te zetten. De kist lag er vlak onder Langzaam ging de namiddag voorbij. Het werd nu tyd, dat Bruce terugkeerde. Hy had den top van den heuvel reeds meer dan een uur geleden moeten verlaten.... „Joke!" klonk er opeens een"kreet. Joke schrok geweldig; het leek wel alsof het bloed in zyn aderen stolde. Hy hield zyn adem in. Bruce riep hem Waar kon hy zyn? En wat zou hij van hem moeten? Terwijl Joke onbeweeglijk in den boom bleef zitten denken, hoorde hy in het struikgewas het ritselen van den man, die naderkwam. „Joke!" Bruce bevond zich nu op den rand van de open plek, met snelle, zenuwachtige bewegingen van zyn hoofd om zich heen speurend. Dit verklaarde den zwijgenden, stillen toeschouwer heel veel. Bruce wist, dat Bill dood was. Maar de stilte die er op de open plek heerschte, stelde hem gerust. Bruce begaf zich naar de kist en onderzocht haar. Joke hoorde hem een zucht van verlichting slaken toen hij merkte, dat ze niet geopend was. Hy keek andermaal om zich heen, zonk toen op zijn knieën en begon aan de sloten •te rukken. Joke wachtte.... Bruce werkte nu met zyn mes aan de spijkers, waarmee het slot bevestigd was. Ze waren verroest, en het hout er om heen was verrot. Eén voor één haalde Bruce ze er uit. Hij trok nu weer aan het slot en krakend vloog dit uit het hout. Haastig, opgewonden, rukte Bruce aan de ijzeren banden. Ook deze waren verroest en na eenigen tijd gaven ze mee. Toen was de kist open. Het deksel piepte terwijl het werd geopend. Toen liet Joke het rotsblok vallen Het was stil op de open plek. Doodstil.
VERLIES
ver Op deze veilige en aangename wijze. Nu kunt U Uw overtollig vet kwütraken. Zonder dieet. . . zonder vermoeiende oefeningen... zonder schadelijke medicijnen. Mousseerend Wex. de veilige, aangename, bruisende drank vermindert Uw dikte en vermeerdert tegelijkertyd Uw energie. Mej. A.W. verloor 30 pond overtollig vet zonder haar gewone levenswijze of voeding te veranderen. Alles wat zij nam, was Wex twee theelepels in een half glas water, 's morgens direct bij het opstaan. „Mijn omvang van buste, taille en heupen verminderde ". schrijft zij. .,Mijn gezondheid is vooruitgegaan en mijn teint is frisch en gezond." Als U Uw slanke, aantrekkelijke figuur wilt terugkrijgen, doe dan zooals zij, neem Wex. Wex is verkrijgbaar bü alle apothekers en drogisten in handige, apart verpakte hoeveelheden, een doos van 6 stuks voor 40 cent, of een groote flesch voor F 1.20.
Er bewoog zich niets. Alleen stiet er ergens een kaketoe een heeschen kreet uit — een kreet van afschuw.... Joke liet zich uit den boom glijden. Hy probeerde zoo veel mogelijk om niets van Bruce te zien. Het was niet goed om naar Bruce te kyken. Het rotsblok had hem geheel vermorzeld.... Het deksel van de kist was dichtgevallen. Joke trok er aan. Er sloeg hem een duffe lucht tegemoet. Een zonnestraal viel door den boom boven hem, om hem zijn schat te toonen. Hy zag oude kleedingstukken met zilveren knoopen, kleedingstukkcn die uit elkaar vielen als pulver toen hij ze aanraakte. De kist was voor de helft met stof. gevuld. Stof, en anders niets.... Toen wist hij ook meteen zijn doomenis. Hy zou zijn gansche leven op het eiland moeten blijven, hoeveel schepen er ook zouden passeeren. Want hij had twee keer een moord begaan, en het schip, dat hem van het eiland zou halen, zon hein tevens naar /.ijn oordcel brengen. Zóó hiolil zijn an.usl het hem voor.... En angst was steeds de meester van zyn leven geweest, had altijd al zijn daden bestuurd.... Eenigen tijd later werd .loke van het eiland gehaald. Hij bekende de moorden die hij had gedaan. Want hy had vijf jaar op het eiland vertoefd — geheel eenzaam! En hij was er krankzinnig door geworden ....
VETPUISTJES? verwijdertU onmiddellijk en afdoende door deze te betten met Radox, opgelost in warm water Bij apothekers en erkende drogisten ä f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje De offlcieele proefvaart van het bl] Wilton, Feijenoord, voor de Holiand-Amerikalijn gebouwde m.8. „Zaandam". Tijdens een hevigen sneeuwstorm werd het schip overgedragen. - Het hijschen van de vlag. Tweede van iinks kapitein j. Stamperius.
RADOX
MEI KGGPJE EZERS DE ONGEHOORZAME MUSCH ijnheer en Mevrouw Musch hadden hun nestje gebouwd vlak voor de deur van een aardig buitenhuisje. In dat huisje woonde een klein jongetje, Peter geheeten. Peter was een heel aardig ventje, maar hij was erg ongehoorzaam en dikwijls twistte hij met zijn broertjes en zusjes. Doch hy vergat nooit om kruimcljes brood te strooien voor de musschen die in den struik woonden, want hij hield 'erg veel van vogels en iedcren dag kwamen zy dan ook voor de deur van het huisje kijken of Peter reeds voor hen had gezorgd. Op zekeren dag brachten mijnheer en mevrouw Musch drie kleine niuschjes met zich mee, die zich eveneens te goed deden aan de door Peter gestrooide kruimeltjes. Deze vond de jonge vogeltjes erg aardige dieren. Ze konden nog niet erg goed vliegen, en daardoor was hy in staat hen na te gaan en hun nest te vinden. Hij bracht er ook zijn moeder heen om het haar te laten zien. Op zekeren kouden dag in den winter, toen de grond hard bevroren was, vertelde Peters moeder hem, dat zij beslist in htt nestje van de musschen ruzie had gehoord, en ze was er zeker van, dat moeder Musch een van haar kinderen, die ongehoorzaam was geweest, een standje had gegeven. Het had net geklonken alsof zij hem had gezegd, dat het veel te koud was om ver van huis te vliegen, en dat hij daarom maar beter deed om niet verder te gaan dan de deur van het huisje, waar hij zeker een goed ontbijt zou vinden aan broodkruimeltjes. Peter strooide direct meer broodkruimels, maar luister nu wat er verder gebeurde en hoc het kwam, dat Peter besloot om nooit meer ongehoorzaam te zijn! Moeder Musch en haar man en twee kinderen deden zich te goed aan het brood, dat Peter voor hen had gestrooid en daarna keerden zij lenig naar hun lekker warme nestje in den struik. Het ongehoorzame musclije wilde echter een langen vlucht gaan maken om besjes en groene blaadjes te zoeken. Zijn ouders waarschuwden hem, en zeiden hel niet te doen, daar het geen weer was vopr jonge vogels, maar hij lachte om h; ii bezorgdheid en vloog weg! in het eerst amuseerde hij zich best, maar
zijn teere vleugeltjes werden al heel gauw erg moe, en o, hij had zóó'n honger, en hij was zóó koud, en hij was een heel eind van het kleine buisje en zijn warme nestje af! Hij ging op een ouden muur zitten en begon klagende geluidjes uit te stoeten, die anders altijd direct zijn moeder naar hem toe «leden komen, maar deze was nu veel te ver weg om hem te kunnen hooren. Hij sloeg zijn vermoeide vleugels weer uit en vloog in de richting van zijn nestje. Doch het was nu donker geworden en hij kon alleen nog maar de grooten steenen ballen zien, die boven op de pilaren stonden aan .weerszijden van hef hek. Hij zette zich op een der ballen neer en
„DE GOAL" V oetballen is iets voor jongens, Ja, het Is hun grootste pret Altijd zijn ze aan het schoppen Zelfs met hun tasch oi met hun pet! I£ges was óók zoo'n reuze-baller. Voetballen dat was zijn lust! 's Nachts lag hij er van te droomen Ia, het liet hem nóóit met rust! „Kom jongens, ik richt een club op! Jij bent aanvoerder, hoor Wil, Jan wordt keeper en dan komen Ook de back nog en de spilt.
kon niet verder vliegen. Achter de ramen van het huisje brandde licht en de kleine musch zag, dat het er o, zoo gezellig en lekker warm was. In zijn nestje was het nu ook warm en gezellig, mäar de kleine ongehoorzame musch keerde er nooit meer in terug. De vorst veranderde hem in een steenen musch, die op een steenen bal zit naast hel hek van het kleine huisje. En Peter en zijn moeder zijn de eenigen, die weten hoe die steenen vogel daar gekomen is, en iederen keer als Peter hem zag zitten, dacht hij er aan, hoe dom het was om ongehoorzaam te zijn. En dat was hij dan ook nooit meer, dank zij de les, die de steenen musch hem had gegeven....
En ja, werkelijk. Kees knalde Als een schot uit een pistool.... Allen keken stom verbaasd toen 't Was wfirempol al een „qoal"!
^
i
^
En ook nog wat andere spelers Liefhebbers zijn er genoeg! Maar wij moeten flink gaan trainen Er staat heel wat voor den boeg.
En het was een goed gemikte, Want de bal vloog door 't doel. En. .-. . dóór de ruit van Rien den bakker. Die zat rustig op zijn stoel!
Woensdag gaan we al beginnen. Want dan hebben we geen school, 'k Wed," zei Kees, „dat ik van allen Zeker maak den éérsten goal!"
En verschrikt vloog Rien naar buiten „Dat zal je betalen. Kees!" „Ja, mijnheer, dat zal ik zeker!" Stamelt Kees verbleekt en heesch!
's Woensdags kwam het heele troepje Vroolijk, opgewekt bijeen. Kees zei: „Dat zal knallen worden, 'k Wed ik zet een goal metéén!"
„Kom jongens," besloten allen, „We passen 'r allemaal wat bij....'" „Nou," zei. Kees, „dat vind ik aardig Want die „goal" was toch van mij!"
EEN COMPLEET VERHAAL Het was nu reeds den derden dag dat Bill Lumsley achter mr. Hope aandrentelde op diens ochtendwandeling door allerlei achterafgelegen straatjes van Oud-Londen. leder oogenblik had BUI moeten stilstaan, want mr. Hope kon geen etalage voorbijgaan waarin oude'prenten waren uitgestald, of hij moest er, vaak bijna met zijn neus tegen het raam gedrukt, wel een kwartier naar staan kijken. Twee maal in die drie dagen was hij zelfs naar binnen gegaan en had een prent gekocht. Bill, die den laatsten keer door het raam gezien had wat mr. Hope betaalde, had zich kwaad gemaakt over zooveel geldverspilling. „Twee pond, voor een oud stuk, vuil papier, met een dikken kerel er op, die een grappige das draagt," had hij bitter gedacht, want hij stelde absoluut geen belang in oude prenten, doch alleen In mr. Hope, en dan eigenlijk alleen nog in diens geld. „Het is zonde. . . Ik wou, dat hij maar eens naar een drukker stadsgedeelte ging. Daar zou ik misschien een kans hebben. . ." En hij dacht aan zijn eigen vingervaardigheid als zakkenroller en aan mr. Hopes portefeuille, die beslist goed voorzien moest zijn, want hij zat er, zooals Bil! wist, uitstekend voor. Anders zou hij ook trouwens niet de moeite hebben genomen hem te volgen. Maar mr. Hope ging niet naar een drukker stadsgedeelte; zijn ochtendwandeling strekte zich niet verder uit dan de straatjes, waarin de oude, tweedehandsch winkeltjes gevestigd waren. Ook nu weer had mr. Hope een heele poos voor een etalage staan kijken toen hij opeens naar binnen ging, glimlachend alsof hij een geweldigen schat had ontdekt. Omdat de deur openstond, hoorde Bill alles wat er gezegd werd. „Ik wil hem koopen," zei mr. Hope ten slotte, na heel wat heen en weer gepraat, „maar ik heb toevallig geen geld bij me. Laat hem maar thuisbrengen, met een kwitantie er bij, dan zal mijn huishoudster hem wel betalen. U kent mijn adres?" „Ja, zeker, mr. Hope, maar het is werkelijk niet noodig, dat..." „Dal weet ik wel," viel mr. Hope den man in de rede, „maar ik betaal altijd direct wat ik koop. Laat de prent dus thuisbrengen, en doe er een kwitantie bij." Toen verliet hij den winkel en Bill verdween! Geen geld bij zichl Pfff... Wat een bof, dat hij het gehoord had! Stel je voor, dat hij een kans gewaagd hadl Dan zou hij zich voor niets gewaagd hebben! Maar hij moest er overigens wel warmpjes in zitten, die mr. Hope! Precies wat Bil! gedacht had. Had hij niet zeven pond voor die prent betaald, die thuis gebracht moest worden. . . ? Opeens bleef Bill staan, en tikte met zijn vinger tegen zijn voorhoofd. Stommerdl Dat hij daar niet eerder aan had gedacht! Waarom ZOJ
hij, terwijl mr. Hope op zijn ochtendwandeling was, óók niet een orent bij hem thuisbrengen met een kwitantie er bij? Hij wist wel ergens een waardelooze prent te krijgen, die er als oud uitzag, en de huishoudster zou er toch geen verstand van hebben. Een uurtje later had Bill gevonden wat hij zocht: twee „vodden", zooals hij ze noemde, die blijkbaar een soort pendant vormden. Z? kostten vier shilling de twee... „Geef me een kwitantie," vroeg hij den ouden man, die ze hem verkocht. „Des Zaterdagsavonds schrijf ik altijd al mijn uitgaven van de heele week op, en als ik een kwitantie heb, kan ik het niet vergeten..." De oude man had natuurlijk geen enkel bezwaar, maar toen hij de kwitantie wilde invullen, zag Bill zoogenaamd opeens een kennis voorbijkomen. Hij griste den man het stukje papier onder de handen weg en zei: „Geef maar hier; zoo is het al goed... Daar gaat iemand, dien ik beslist spreken moet..." De handelaar keek wel wat verbaasd, maar vond niet den tijd om iels te zeggen, want Bil! was den winkel al uit... Een kwartier later zat hij thuis en schreef zélf de kwitantie, maar niet voor vier shilling, doch voor vier pond... „Ziezoo," zei hij, toen hij gereed was, „dat is drie pond en zestien shilling verdiend — zoo vast als een huisl Natuurlijk betaalt de huishoudster ze als ik de prenten afgeef." -
-' .
II
Den volgenden ochtend, nadat mr. Hope zoowat een half uur zijn huis had verlaten, belde Bill aan. Hel meisje dat hem opendeed, snoof verachtelijk, toen Bil! vertelde wat hij kwam doen. „Wacht hier maar even," zei ze. Bill in een klein zijkamertje latend. „Maar veeg je voeten, hoor!" Bill deed wat hem gezegd werd en ging zitten. Overal aan de wanden hingen oude prenten, allemaal keurig ingelijst. „Hij moet heel wal aan dien rommel uitgeven," dacht hij bij zichzelf. „De idiooll" En toen stond hij schielijk op, omdat er een dame van een jaar of veertig binnentrad. „Hebt u iets voor mr. Hope?" vroeg zij, haar bril rechtzettend, en Bil! onderzoekend opnemend. „Ja, ma'am," zei Bill, „deze twee prenten. Mijnheer zei, dal ik hel geld er voor moest ontvangen, en. . ." Maar de huishoudster luisterde al nie^ meer. Ze had de prenten uitgepakt en bekeek ze aandachtig. Bill kreeg even een onaangenaam gevoel in rijn maagstreek. Wal, als ze zou zien dal het
maar goedkoope imitaties waren, en heelemaal geen oude prenten, zooals mr. Hope ze altijd kocht? Er zou natuurlijk wel verschil in zijn, al kon hij. Bill, het niet zien. Zou z ij er verstand van hebben? Waarom duurde het zoo lang eer ze een besluit nam? Waarom streek zij met haar vingertoppen over de prenten en hield zij ze toen een heel eind van zich af, om ze beter te kunnen bekijken? „Hoeveel zei u?" vroeg ze plotseling, en Bill schrok. „Vier pond? Goed," vervolgde ze, „geel me de kwitantie maar, dan zal ik het geld halen..." Ze verdween, de prenten meenemend en liet de deur van h»r kamertje open. „Pffl!" zei Bill, „dat gaat gauw! Bijna vier pond verdiend..." Toen ging de slraaldeur open en kwam er iemand binnen. Bil! schrok. Hel was mr. Hope zelfl Dal bedierf alles! Het klamme zweet brak hem uit! Eerst alles bijna in orde, en nu... Hij haalde diep adem en maakte aanstalten om de vlucht Ie nemen. Mr. Hope keek naar hem, knikte en liep toen verder. Hij verdween in de kamer, waarheen ook de huishoudster was gegaan. Hij hoorde haar zeggen: „Die man heeft deze prenten gebracht en moei vier pond ontvangen..." Meer hoorde Bil! niet. Hij wist, dal hij er ingevlogen was. Direct zou mr. Hope naar builen komen, de deur grendelen en om de politie bellen. En Bill voelde er niets voor, om met de wet kennis te maken... Hij stond op, rukte de straatdeur open en verdween als een schaduw. „Vier shilling naar de maan, en mijn retourtje met de bus," mopperde hij bitier in zichzelf. „Is me dèl even een strop, dat hij nel thuiskwam! Hel was anders vast gelukt..." Ill „Ja, je hebt gelijk! Ze zijn werkelijk schitterend!" zei mr. Hope tegen zijn huishoudster, juist toen Bill de straat uil sloop. Miss Camper, die zoowel mr. Hopes huishoudster als secretaresse was, wist bijna evenveel van oude prenten als hijzelf. „Ze zijn beslist van Daumier," vervolgde Mr. Hope. „Eigen drukken, denk ik, want ik heb ze nog nooit gezien. Niet uitgegeven, veronderstel ik... Kijk, je kunt hier zijn handteekening zien... Het zijn meesterstukjes... Vier pond, zei je? Ik begrijp niet, hoe die man weel, dal ik prenten verzamel, want ik heb hem nog nooit eerder gezien, maar ze zijn het in ieder geval dubbel en dwars waard... Ik denk, dat ze op een veiling wel tien pond het stuk zouden opbrengenl - Geef hem maar een pond extra!" En mr. Hope lachte in zichzelf, op hetzelfde moment, dat Bill in zichzelf raasde!
PPPEJ
3fe Br . .. wat een hondenweer.' Morgen ben ik snip-verkouden.
Hondenweer 1 Wybertweer bedoelt U. Die man binnen krijgt het nu druk.
Ja meneer, voorkomen is beter dan genezen ... Ei- zijn heel wat (jriepgevallen.
— 24 -
25-
Als Uw buurman hoest, bescherm V dan direct met Wybert-tabletten.
JLI #J JU MVJJ kJ Is3 JU M H ONZE AVONDJAPONNEN
WEEKMENU. Maandag:
Hutspot met klapstuk; warme (jriesmeelpudding met bessensapsaiis.
Dinsdag:
Gehakt, aardappelen en worteltjes; gegarneerde wentelteefjes.
Woensdag:
Erwtensoep vruchten.
met
kluif;
Donderdag: Poulet met rijstrand; Zweedsche appelschotel. Vrydag:
Stamppot met stokvisch; gevulde omelet met vruchten.
Zaterdag:
Rundervinken, schorseneeren en aardappelen; gevulde beschuitbollen.
Zondag:
Kaascroqnetjes; Duitsche biefstuk, spruitjes en pommes frites; appelpudding met vanillesaus.
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Gegarneerde wentelteefjes. Hoeveelheden voor 4 personen. Benoodigd: Voor de wentelteefjes: 8 sneetjes brood" zonder korst; J^ liter melk; 30 gram suiker; 1 ei; 1 theelepel kaneel; boter. Voor de garneering: 4 d.liter vanillevla; jam; Fransche vruchtjes. Bereiding: Klop het ei met de suiker en de kaneel en voeg hierbij de melk en iets zout. Week hierin de sneetjes brood tot ze door en door vochtig zijn. Bak de wentelteefjes di-n in boter goudbruin. Maak op de gewone wijze een vrij dikke vanillevla. Bestrijk ieder wentelteefje met wat jam en een laagje vanillevla en plaats hierop in het midden van ieder wentelteefje een half Fransch vruebtje.
424.
Japon
Benoodigd: 750 gram zure appelen; 7 beschuiten; basterd suiker; 70 gram boter; ongeveer 70 gram suiker; de schil van l/z citroen. Bereiding: Kook van de appelen met het citroenschilletje appelmoes en doe dit in een beboterd, vuurvast schoteltje. Zorg dat het schoteltje maar voor tweederde gevuld is. Laat het appelmoes bekoelen. Vermeng de fijngestampte beschuiten met gelijke hoeveelheden lichte basterdsuiker en strooi dit mengsel over het appelmoes. Smelt de boter in een steelpan en giet de gesmolten boter druppelsgewijs over de beschuitmassa. Laat in den oven een bruin korstje op den schotel komen. Presenteer den schotel koud.
fluweel,
De rok sluit strak om de heupen en verruimt zich in soepele klokken. Ben.: fluweel: 0.90 m.
3.90 m.
op
425. Elegant ensemble, bestaande uit een geheel geplissecrden
Zweedsche appelschotel.
van
versierd met mouwen en ingewerkte strooken van kant.
rok
in georgette
en
een tuniek van fluweel, omboord met vossebont en gegarneerd met sierknoopen. Ben.; rnk; 3.50 m. op t m. tuniek; 1.7"S ni. op 0.90 m.
426.
Stijlvolle
a vond japon
van crépe-satin, waarvan het lijfje bovenaan versierd is met smalle gefronste strooken. De bovenaan
spannende
rok
wordt van onderen wijder en eindigt
eveneens in
gefrons-
te strooken. Ben.: 4-30 m. op 1 m. 427.
Deie
2warc zijde, voor het
fraaie
japon
is
gedeeltelijk
vervaardigd
van
gedeeltelijk, van fluweel; het laatste is gebruikt
stuk,
dat het
achter, versieren.
lijfje
Bloemen
en
van
Ben.: fluweel: 2 m. op 1
de
banen
lamé aan
de
midden-voor
m-: zijde: 3^30 m. op 1
— 26 -
en
halsuitsnijding. m-
Van deze modellen geknipte per stuk.
patronen
zijn bij
verkrijgbaar
de administratie van dit blad tegen
den
prijs
van
ƒ0.60
//
SCOTIAND YARD , . \ van de kunsr Beheerders van groote en kostbare schilderijen verzamelingen zien zich telkens voor de nood zakelijkheid geplaatst, de aan hun zorgen toevertrouwde werken te onderzoeken en te restaureeren. Dit is natuurlijk vooral zoo bij een museum als de National Gallery te Londen, waar men op het oogenblik niet minder dan achttienhonderd waardevolle schilderijen kan bewonderen, die vanzelfsprekend allemaal hun zorgen en „onderhoud" noodig hebben. Zooals men weet, speelt de wetenschap thans bij het onderzoek van schilderijen een belangrijke rol, en omdat men er niets voor voelde, de doeken voor een dergelijk onderzoek uit het museum te laten gaan, besloot men in de Gallery zelf een laboratorium in te richten, waar de noodige experimenten konden worden verricht. Het laboratorium is uitgerust met de meest moderne hulpmiddelen, zooals toestellen voor röntgen en ultra-violette stralen, met apparaten voor het maken van foto's met Infra-roode platen en een toestel _waarmee men als het ware de kleuren kan analyseeren. Voordat er iets met de schilderijen gebeurt, wordt er eerst een röntgen-foto van gemaakt, opdat de toestand waarin zij verkeeren precies kan worden vastgesteld. Hierna toont een analyse met ultraviolette stralen aan In welken staat zich de vernis*-' bevindt, en de uitslag hiervan leert dan weer, of het noodig is, dat het schilderij wordt schoongemaakt of gerestaureerd. Hoe de verf ónder de vernis er eigenlijk uitziet, kan worden vastgesteld door middel van opnamen met infra-roode stralen, welke nog door een sterk verkleurde vernislaag heendringen. Voordat een schilderij het laboratorium verlaat om naar de werkplaats gebracht te worden waar het zal worden schoongemaakt en gerestaureerd, wordt er ook nog met behulp van een specialen microscoop een onderzoek ingesteld naar eventueele barsten en scheurtjes, terwijl men op die manier tevens waarde-
WÊtÊm
KSX
Waar een röntgenfoto van een schilderij op lijkt: Deze foto werd genomen van een schilderij, dat uit de school van Guardi stamt. Indien er onder het schilderij een ander had gezeten, zou de röntgenfoto dit direct aan het licht hebben gebracht! Men herkent op den voorgrond nog de figuren van een aantal menschen, terwijl in het midden der foto en ook van daar meer naar links, de omtrekken van eenige vaandels zijn waar te nemen.
• volle gegevens kan verzamelen als het doek op de een of andere wijze is overschilderd. Gedurende het onderzoek wordt het schilderij op een speciaal hiervoor geconstrueerden ezel geplaatst, terwijl het levens zóó wordt vastgezet, dat ongelukken door vallen en dergelijken absoluut zijn uitgesloten. Voordat deze ezel in gebruik werd genomen, werd hij eerst aan talrijke proeven onderworpen, door er vrachten op ie plaatsen, die veel en veel zwaarder waren dan de schilderijen, welke hij ooit te dragen zal krijgen. Dat men echter voorzichtig was, laat zich begrijpen als men nagaat, dat het hier natuurlijk steeds om unica gaat, die dus onvervangbaar zijn, en die dikwijls enorme bedragen vertegenwoordigen. Wanneer een schilderij eenmaal geheel in het laboratorium Is onderzocht, kan men er wel verzekerd van zijn, dat onaangename verrassingen met betrekking tot de echtheid geheel zijn uitgesloten. Welke onregelmatigheid er ook te ontdekken zou zijn geweest, „Scotland Yard" van de kunst zou het zeker niet over het hoofd hebben gezien. Daarvoor is het laboratorium met te vernuftige toestellen uitgerust. . .
•
Kunst onder den microscoop. Het kunstwerk wordt onderzocht met behulp van een kleurgevoeligen microscoop die ieder detail talrijke malen vergroot, zoodat ieder hoekje van het schilderij nauwkeurig bestudeerd kan worden.
'^nr \.
[§ > Het schilderij wordt op den speciaal geconstrueerden ezel geplaatst om met röntgen-stralen ge^ /otografeerd te worden.
Hoe een röntgenfoto van een schilderij wordt gemaakt: Het doek is in den juisten stand gezet en het röntgenapparaat wordt ingesteld.
+
:
^OTé *
-«»5^»-
Even voordat de röntgenfoto wordt genomen: Het raam met het negatief wordt voor het schilderij geplaatst. Wanneer de foto wordt gemaakt, bevindt het raam met het negatief zich slechts op eenige centimeters afstand van het schilderij.
Kunststudie in de donkere kamer. De ontwikkelde röntgenfoto is in een speciaal toestel geplaatst dat het mogelijk maakt het ontwikkelde negatief grondig te bestudeeren. De ontdekking van verdachte details op een foto maakt het dikwijls noodzakelijk van onderdeden nog meer röntgenfoto's voor verder onderzoek te maken.
J. H. te A. - Een goed recept voor hectografeerspecie is: 2 d.L. houtlijm in poeder; 1 d.L. water; 4 d.L. glycerine. De lijm in water laten rwellen en in zoo weinig mogelijk water oplossen, de glycerine toevoegen en het overtollige water laten verdampen. Een ander middel is: Men lost 1 d.L. goede lijm op in zoo weinig mogelijk water, voegt er dan 1 d.L. glycerine aan toe en giet dit in het hiervoor bestemde apparaat. Wanneer de massa te dun geworden is, laat men bij een lage temperatuur en onder goed roeren een deel van het water verdampen.
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT
Mej. v. d. V. te A. — Om vlekken uit gebeitste eiken meubelen te verwijderen kan men als volgt handelen: Men wrijft met een- schoone droge kurk zoolang op de bedoelde plek, tot de was door de ontstane warmte smelt. Door de was met een zachten lap te verwijderen zal de vlek meestal verdwenen zijn, daar in de meeste gevallen de vlek niet door de was heen gaat. Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan doet u als volgt: Het begin als hierboven, na het verwijderen van de waslaag kunt u nu verder gaan met een zeer fijn schuurpapier (geen schuurlinnen), het hout in de richting van de houtdraad al te schuren, waardoor de vlek verdwijnt. De kaalgeschuurde plek moet nu opnieuw gebeitst worden. Doet men dit met wasbeits, dan moet eerst de juiste kleur bepaald worden en de beits met een schoon kwastje wonden opgestreken. Na een etmaal wordt met een zachten borstel de plek uitgeboend en vervolgens met een zachten lap nagewreven. Gebruikt ü gewone beits, dan wordt deze als hierboven ter plaatse aangebracht. Na een etmaal wrijh u de plaats met blanke was in. Deze kan weer na indrbging worden verwijderd, en ten slotte kan het geheel worden uitgewreven. Het uitzoeken van de kleur is uiterst moeilijk, denkt u daar vooral omt C. B. te N.
- Het adres van Joris Ivens
is:
Kalverstraat,
1. Verborgen in de cabine van ,,De Zilveren Ster , hoorden Peter en Dot, hoe mijnheer Grimes naar binnen kwam. Toen klonk eensklaps van buiten af de stem van mijnheer Stone. „Ik geloof, dat ik de kinderen daar ergens zie," riep hij. En nu keerde manheer Grimes onmiddellijk terug.
2. Hij liep dadelijk op wat dicht struikgewas af, waarin ze zich gemakkelijk zouden hebben kunnen verbergen. Toen hij eenmaal op een veiligen afstand was, riep mijnheer Stone zijn beschermelingen toe, dat ie weer te voorschijn konden komen. Peter kwam direct, maar Dot was nog een beetje angstig.
vervolg
3. Mijnheer Stone was al klaar met de reparaties aan het vliegtuig en dus konden de kleine luchtreizigers weer vertrekken om hun reis voort te zetten. Ze bedankten den mecanicien hartelijk voor zijn luilp en stapten vlug in om weg te gaan. Mijnheer Grimes was nog niet teruggekeerd.
Amsterdam.
Mevr. B. van O. te S. - Ik vind uw plan zeer sympathiek, en ik zou u willen voorstellen ze naar een Armenhuis in uw plaats te brengen; ook" een ziekenhuis heeft zooiets graag, en niet te vergeten een militairtehuis. Ik denk, dat u een dezer adressen wel zult kunnen vinden in uw omgeving. I. T. te L. - Het adres van Annie v. Duyn is: Spui, Den Haag. De andere adressen kunt u het best bij den uitgever van de boeken aanvraaen. De uitgever van de boeken van A. M. de Jong is: E. M. Querido's, Uitg. Mij. te Amsterdam, van Felix Timmermans: Uitg. Mij. Van Kampen te Amsterdam. Sybille te L. — Het adres van den uitgever der boeken van Pamela Wynne is: Philip Allan 8. Co. Ltd., Quality House, 69 St. Russell Street, London W.C.I. J. W. te U. - Het hangt heelemaal van het soort gesticht ai of u zult moeten blijven betalen, als de oude menschen er in komen. Ook de leeftijd is bij elk gesticht anders. Het best kunt u dus, als u reeds een gesticht op het oog hebt, er zelf even naar informeeren bij het bestuur der inrichting. Ook uw vrouw zal, als ze bij machte is, moeten beialen. J. S. te G. — Ik zou u willen aanraden om uw vriend een brief te schrijven, waaruit hij duidelijk kan'opmaken, dat u het geld wenscht te hebben. Als uiterste maatregel zoudt u hem kunnen dreigen, dat u zijn patroon zult waarschuwen, als hij niets van zich laat hooren. Th. V. te G. — Een zeer goed boek met damregels is: De Damgids, door J. B. M. J. Eekhout. Hierin kunt u uitvoerig de regels geldende bij het damspel vinden. Ook bij internationale wedstrijden gelden zij. J. K. te H. — Een zeer goed puzzle-boek wordt uitgegeven door de A.V.R.O. te Hilversum. A. v. d. S. te R. — Ik raad u aan, uw stukjes eens aan een der volgende uitgevers te zenden: H. D.Tjeenk-Willink te Haarlem; Vink te Alkmaar; Heynis te Zaandijk. G. J. L. te U. - Er zijn verschillende goede adressen voor een schriftelijken cursus In de vreemde talen. Ik kan u er echter moeilijk een aanbevelen, omdat Ik niet voldoende op de hoogte ben van hetgeen u precies wenscht. H. H. te A. - Het adres van Deanna Durbin is: Universal Studios, Universal City te Californië.
Dr. H. NANNlNQ's
Zetpillen tegen Aambeien werken pijnstillend en genezen in korten tijd de ontstoken slijmvliezen.
maakt het inbrengen zeet gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drop. a f 1.50 per doosje van 12 stuks
F. K. N. te E. - Het zal wel uiterst moeilijk zijn, de vlek van het zadel er uit te krijgen, maar ik zou u aanraden het eens als volgt te probeeren: Bestrooi de vlek met een mm. dikke laag meerschuimpoeder, laat dit er ongeveer 10 minuten op liggen en wrijf het met een wollen lap zoolang heen en weer, tot de vlek verdwenen is. U kunt de broek echter beter chemisch reinigen, daar alle middelen gauw vlekken achterlaten!
Terwijl wij^Bexe fótó voor onzen „Amateur-Detective" bestemmen, ts het buiten een echte ouderwetsche winter met een graad of tien vorst. Het is dus wel om even te huiveren als ze een of andere actualiteit voorstelde, maar dit is niet zoo.. . Het gaal er slechts om of u ontdekken kunt, wat er aan deze foto niet in orde is... Als u roei-technisch onderlegd is, zal u dit misschien niet moeilijk vallen, en als u het niét is, nu, dan moet u de foto maar eens goed bestudeerenl Wij deelen prijzen singen
zullen weer een prijs van f 2.50 benevens twee troostprijzen veronder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplosgelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen.
f
4. Het duurde niet lang of ze hadden de juiste richting gevonden. Dot keek naar beneden, terwijl ze over een dicht bosch vlogen. Ze voelde zich niets op haar gemak. Ook Peter keek af en toe omlaag en hii had maar één wensch, dat de motor in deze streek niet zou weig«ren.
5. Dat bleek gelukkig niet het geval, zoodat „De Zilveren Ster" rustig voortvloog, en de kinderen gelegenheid hadden het oerwoud onder hen te bewonderen, iai zich baadde in een zee van zonlicht. Plotseling maakte Dot haar broertje op iets opmerkzaam, dat nog heel in de verte voor hen opdoemde.
6. Het was de top van een berg, oie een eind boven de boomen uitstak. Peter wist, dat deze berg niet op zijn kaart stond aangegeven, en omdat hy heel benieuwd was te weten hoe het er daar wel zou uitzien, besloot hij te landen en er eens een kijkje te gaan nemen.
7. De kleine piloot liet zijn vliegtuig op een uitgestrekt plateau dalen. Ze klommen uit hun toestel en zagen,dat ze zich vlak bij den rand van het plateau bevonden. Ze liepen er heen en keken in de diepte. En daar zagen ze tot hun groote verbazing de ruïne van een stad.
8. Peter en Dot hadden de puinhoopen van een stad ontdekt, die honderden jaren lang door het dichte oerwoud verborgen was geweest. In het midden bevond zich een toren, die als goud in het zonlicht schitterde. Het was een wonderlijk gezicht en de kinderen keken hun oogen uit.
9. Maar eensklaps hief Peter het hoofd op en wendde zich tpt Dot.,,Ik hoor voetstappen," fluisterde hij. Vlug verschplen ze zich achter een rots. En wat kwam daar te voorschijn? Een soldaat in een oud-romeinsch uniform I Wordt vervolgd.
U gelieve uw antwoord in te zenden vóór 11 Januari aan Mr. Detective, Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden Amateur-Detective, 11 Januari. De oplossing mag bij die der rubriek „Zoek en Vind" worden Ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven.
DE OPLOSSING VAN DE GEHEIMSCHRIFT-OPGAVE Deze luidde: De oplossing is: Kom 3-1—'39 ('s avonds) om negen uur in café De Zwaan. De Neus zal je instructies geven voor den bankoverval, Viervinger en Éénoog doen mee. Zorg dat je een masker, een revolver en handschoenen bij je hebt,endenk aan je alibi. Neus. De sleutel is: A is B, B is C, C is D, D is E, E is F, enz. tot Z is A. De hoofdprijs van f. 2.50 werd deze week gewonnen door den heer G. Sempel, Amsterdam.
De troostprijzen vielen ten deel aan den heer J. Zaagsma, Amsterdam en De Secretaresse von de VOOR Uden heer E. M. A. Bordewijk, Groningen. Club, Galgewater 22. Leiden. - 30
GEWONE ADVERTENTIES: TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE 120
KOLOMHOOGTE
120
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
— 31 -
6.7
cM.
TARIEF
-
REGELPRIJS ^5 ets. BRUTO REGELPRIJS
50
ets.
BRUTO
H
,,Alsjeblieft, mijnheer — sneeuwballen, tien cent per stuk of de heeleboel voor niks."
O
M
U
R
^^J^IPv Zorgzame echlgenoote: „Wil je de sneeuw voor de deur wegruimen „Dames en beeren,'t spijt mij, maar de órdat jie naar den tandarts gaat, man, of liever als je terugkomt?" ■ voorstelling kan niet doorgaan; dé beren voordat zijn juist hun winterslaap begonnen..."
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN
IP
estaan er in ons land nu nog filmscholen?" ,Ze zijn ter ziele, waarde Pietersen, en eerlijk gezegd, ik yy li, M geloof, dat we er niet zoo heel erg rouwig om behoeven te zijn!" ,,Je schijnt geen vriend van filmscholen te zijn, ouwe jongen, wat heb je toch tegen dergelijke instituten?" ,,Ik vind het zoo'n zonde van den tijd, dien de jongelui op een dergelijke school verdoen." „Maar ze kunnen er toch filmactrice of -acteur leeren worden?" „Als dat zoo was, nu, dan zou ik er niets van zeggen, maar slechts twee dingen zijn in staat iemand een succesvolle carrière als acteur of actrice te bezorgen." „Welke twee dingen zijn dat dan?" „Een aangeboren talent en een heeleboel geluk!" „Nu ja, dat is misschien alleen jouw meening." „Neen, waarde vriend Pietersen, dat is niet alleen mijn meening, maar ook die van Herbert Marshall, den bekenden filmacteur. En hij kan het weten, want hij heeft zelf twee seizoenen lang les gegeven aan een Lbndensche filmacademie." „Wat zegt hij dan?" „Hij vertelde mij het volgende: „Ik heb twee jaar lang tot de onderwijskrachten van zulk een school behoord, maar ik heb mijn ontslag genomen, omdat ik niet langer wenschte mee te doen aan wat ik in negen van de tien gevallen als speculatie op de ijdelheid der leerlingen beschouw." „Had hij veel leerlingen?" „In zijn klas zaten twee-en-twintig vrouwen, die zich allen verbeeldden in ruil voor hui\ schoolgeld hoofdrollen in succesfilms te zullen krijgen en overtuigd waren .van hun talent. Behalve deze dames waren er ook twee mannen. Het was een zeer gevarieerd gezelschap wat betreft leeftijd, stand en aard. Marshall werkte als een paard om te trachten hun althans voor hün geld iets te geven, dat hen bij een filmcarrière te pas zou komen, doch het was*olkomen hopeloos." „Wanneer kun je dan wel wat bereiken?" „Marshall is overtuigd, dat de vraag of men acteeren kan of niet slechts afhankelijk is van een aangeboren talent tot het uitbeelden van emoties, dat nimmer aangeleerd kan worden. Of men verder succes heeft, is uitsluitend een kwestie van geluk. Zonder aanleg baat geluk niets. Zonder geluk zal men ook met den meesten aanleg geen succes hebben."
Max Santiel, de bekende buikspreker en humorist, xal binnenkort met een nieuw nummer ten teoneele verschijnen, dat evenals zijn Mlckey-Mouse creatie, ontleend is aan een Walt Disney schepping
FILM-ENTHOUSIASTEN De acrobaat van het variété-programma stapt uit zijn auto.
N. Br. te Amsterdam. De ware naam van Jenica Adair is Beatrice Duffy. Jean Arthur debuteerde in 1923 voor de film. Wij hebben de twee gevraagde foto's gestuurd.
Kantoorbediende: „Ik... ik zou graag mijn excuus maken, mijnheerI Ik heb de honderdduizend niet gewonnen... het was een vergissingI"
P. F. H. v. d. W. te Heerlen. Hierbij de gevraagde adressen.; Spencer XLracy, Metro-Goldwyn-Mayer-Studio's, Culver-City, Californië. Lieselotte Schaak, Hohenzollerndamm 91, Berlijn. Allan Jenkins, Warner Bros-Studio's, Burbank, Cal.
EEN MAN WIL TE VEEL DOEN
D. U. te Delft. Viktor de Kotva is met Louise Ullrich getrouwd. Gustav Froehlich woont thans Limastrasse 7, Berlijn. Hij filmt niet meer zoo veel en is aan geen enkele maatschappij verbonden. Waldemar Leitgeh is den i4den September jarig. F. N. te Hilversum. Douglas Fairbanks Sr. is den 2 3sten Mei jarig, Douglas Fairbanks Jr. viert zijn geboortedag den gden December. Lily Bouwmeester is getrouwd en woont te Rotterdam.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG
Kellner: „Bent u de gekookte schelmisch of de gegarneerde kabeljauw?"
«^ *-T»
O« NaderUndich« filmragUa«ur Nol van El Is na «an tweejarig verblijf In Hall« an Turkije In on» land taruggakoerd. — Ondar zijn regie ontstond da Turkiehe film „En Cuynk Tarakkl" an „Volle la Turque"
Vraag vijfhonderd en zeventien Wat is de Adamspiek? Wij stellen een hoofdprijs van / 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die yoor 16 Januari (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 16 Februari) goede pplossingen zenden aan ons redactie-adres; Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 517.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd en dertien De Markegrond was de onverdeelde grofjd, die bij een dorp behoorde. Het was gemeenschappelijk bezit, zoodat elk4 boer er zijn vee mocht brengen om te weiden. Het lag meestal buiten een grens van akkermaalshout. De hoofdprijs werd ditmaal toegekend aan den heer J. Weijerman, te Den Haag, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan den Heer P. v. d. Grint te Rotterdam, den heer F. C. Thomson te Den Haag, den heer J. S. Goedhart te Amsterdam, Mevr. L. Hollenkamp-v. Beers te Rotterdam en den heer F. P. Harte te Rotterdam.
pqQQTM GKAQQu
te jefipécm*t£'
Regie: Raymond Bernard. Von Liidow Martha Richard Von Falken Commandant Rémont Fransche geheime agent Pedro Andre Mata-Hari Vader van Martha Parlementslid Moeder van Martha
Centra-film. Erich von Stroheim Edwige Feuillère Jean Galland Marcel Andre Bergeron Dalio Bercher Delia-Col Joffre Juvenet Marthe Mellot
Augustus 1914. In de kamer van de familie Richard fe Wattignies in Noord-Frankrijk heerscht groote stilte; ieder oogenblik kunnen de Duitschers het dorp betreden. Het geluid van de eerste schreden der troepen is reeds hoorbaar. De vader, plotseling opstandig, schiet in zijn drift uit het venster pp de troepen. Een kwartier later, zijn hij en zijn vrouw gefusileerd, terwijl hun twee dochters achterblijven. Deze, Martha en haar jongere zusje, vluchten. Op den straatweg maant een schildwacht tot halthouden. Zij weigeren, hij schiet en treft het zusje. Martha, alleen achtergebleven, het hart vol haat, komt, na dagenlange omzwervingen, in Parijs en tracht werk te krijgen bij het ,,Tweede Bureau". Na lang smeeken lukt haar dit en wordt zij uitgezonden naar St. Sebastian in Noord-Spanje, om te trachten uit te vinden, wie daar tegen Frankrijk ageert en waar de duikbootbases zich precies bevinden. In hotel Continental maakt zij kennis met haar tegenstanders Von Lüdow en Mata-Hari, tot dat oogenblik de vriendin van Von Lüdow. In Von Lüdow ontdekt zij den bevelhebbenden officier, die haar ouders heeft laten fusilleeren en dit is reden genoeg voor haar om dezen man te vernietigen. Spoedig wordt er een expeditie, zorgvuldig voorbereid door Von Falken en Mata-Hari, door het „Tweede Bureau" verijdeld, terwijl Martha nog meer feiten aan het licht brengt. Om den schijn te bewaren, dat ze voor Von Lüdow spionneert, begeeft ze zich naar Frankrijk en laat daar een hangar springen, waarin zich een nieuw model vliegmachine bevindt. Ze toont Von Lüdow ten minste een foto, zéér goed door het ,,Tweede Bureau" getruceerd. Dan beramen Von Falken en Mata-Hari een grootsch plan, namelijk om alle Zuid-Fransche wapen- en munitiefabrieken in de lucht te
laten vliegen. Op ingenieuze wijze weten Martha en de haar toegewezen helper dit te voorkomen. Tot haar groote verbazing blijkt deze helper haar verloofde te zijn, dien zij sinds het begin van den oorlog dood waande. Kort daarop wordt Von Falken naar Berlijn ontboden en, onteerd door het mislukken van zijn plannen, pleegt hij zelfmoord. Mata-Hari wordt gearresteerd, terwijl Von Lüdow een nieuw plan uitdenkt, waarvoor hij de hulp van Martha noodig heeft. Het doel is den grooten troepentransporten uit Amerika, welk land inmiddels Duitschland den oorlog heeft verklaard, te verhinderen Frankrijk te bereiken, voor welk doel de duikbooten uit de basis in Spanje nuttig werk kunnen doen. Martha weet bijtijds te waarschuwen en als zij terugkomt en Von Lüdow zegt, dat de victorie daar is, hetgeen hij verkeerd begrijpt, dan maakt zij hem eindelijk bekend wie en wat zij is. Von Lüdow ziet geen anderen weg dan zich van het leven te berooven en Martha beschouwt haar taak als beëindigd. Na het sluiten van den wapenstilstand bevindt Martha zich tusschen de menigte in Parijs om het vertrek der vreemde troepen gade te slaan. Een dame, die zij passeeren wil, voegt haar bits ' toe: „Niet dringen, hoor, de eerste rijen Von Lüdow spreekt zijn voor hen, die in den rouw zijn." Martha Richard aan.
Erich von Stroheim als von Liidow toont dat hij een uitstekend schutter Is.
tGilberte Brigard (Frou Frou) Luise Rainer Georges Sartoris... Melvyn Douglas Andre Vallaire Robert Young j Louise Brigard Barbara O'Neil j Victor Brigard H. B. Warner i Madame Vallaire Alma Kruger ■ Suzanne Libby Taylor
„Puck" Theresa Hiirris Rechter Rondell, Walter Kingsford Pompejus Clinton Rosemond Brutus Clarence Muse Gaston Vincent Leonard Penn Georgië '. Alan Perl Regie: Richard Thorpe. Metro-Goldwyn-Mayer-film.
1
few Orleans 1850. Hft zuiden vah de Vereenigde Staten, geheel Louisiana met haar hoofdstad New Orleans, staat nog sterk onder den invloed der Fransche kolonisten. In deze omgeving verschijnt de jonge Gilberte Brigard, dochter van een rijken plantagebezitter, die haar bijnaam dankt aan het mischen van haar zijden kleeren en haar lichtzinnig Robert Young en Luise Rainer. karakter. „Frou Frou" noemde men haar in Frankrijk, van waaruit zij met haar oudere zuster Louise is teruggekeerd. „Frou Frou" noemt haar de jonge advocaat en politicus Georges Sartoris. Maar Frou Frou heeft in New Orleans een ander ontmoet, André Vaillaire, onberaden speler en even vlug met het woord als met den degen. Haar zuster Louise, in haar hart hopend, dat Georges haar een aanzoek zou doen, bemerkt tot haar groote smart, dat deze van Frou Frou houdt, doch om hem gelukkig te maken, slaagt zij er in haar zuster er toe over te halen Georges Sartoris te trouwen. André, diep teleurgesteld, vertrekt naar Frankrijk. Jaren gaan voorbij en Frou Frou heeft een zoon, een jongen van vier jaar. Maar Sartoris, eens verrukt over de charme van haar luchthartigheid, ziet thans in, dat deze speelsche vrouw zijn leven ruïneert. Hij moet zelfs een. belangrijke diplomatieke carrière prijsgeven. Het gezinsleven lijdt onder de wereldsche neigingen van Frou Frou. Ten einde raad vraagt hij Louise de zorg voor zijn huishouden op zich te nemen en deze, die zich lang op den achtergrond had gehouden, neemt dit aan. De jonge André, intusschen uit Frankrijk teruggekeerd en meer dan ooit verliefd op Frou Frou, laat geen gelegenheid voorbijgaan haar te ontmoeten. Een dramatisch conflict is hiervan het gevolg. De twee zusters staan tegenover elkaar: Frou Frou verwijt Louise, dat deze haar heur echtgenoot en kind ontfutseld heeft. En smartelijk getroffen vertelt Louise haar thans van het offer, dat zij bracht, toen zij Sartoris opgaf. Dol van drift en tot in het diepst van haar hart geraakt, laat Frou Frou zich door André schaken, en gaat met hem naar New York. In New York wordt Frou Frou diep ongelukkig door de speelschulden van André en als zij voelt, dat zij ziek is, verlangt zij terug naar haar man en het kind, dat zij verliet. En André is groot genoeg van karakter om haar te begeleiden en de uitdaging van Sartoris voor een duel op pistolen aan te nemen. Op den degen, dat wist André, zou hij Sartoris verslagen hebben. Thans echter valt hij onder het doodende schot van Sartoris. Frou Frou's levensster neigt ter kimme. Verstooten, levend in de arme buurten van Ne\^ Orleans, wordt zij, biddend voor het altaar, gevonden door haar zuster Louise. En thans vergeeft Sartoris haar. Frou Frou's laatste wensch op haar sterfbed is, dat zij in Frankrijk begraven zal worden in haar schoonste zijden costuum met roodc rozeknoppen...
N
Judy Garland gunt haar vogeltje ook een lokker hapje.
^MA^ELIJk ETEN/ itL
:._
'
4^% m- 4
i «;■
•"
il Vil
'
L
A \:'
|
'^f MBJPSP '*IR .
M «fth 1
mw_/i
r. i ■^ dl
f:
•
ML
-
' *■.. 5.
r
■V' ^ 19mmSBil^m^ .
Mi
■^■'..
;^,
. - ■::,-'
^
H
Jane Wyman is voor geen kleintje vervaard.
ë^r:^«^ ^
„Heb ik de taiel niet netjes gedekt?" vraagt Rosemary Lane.
*
,
Melvyn Douglas, Luise Rainer en Barbara OWeil
JJAVENKWAPTIEß Jean Zabel Nelly Lucien
Jean Gabin Michel Simon Michèle Morgan Pierre Brasseur
De kellner ... Panama Quart-Vittel De schilder ..
Legris Delmont Kimos Le Vigan FILM EX-FILM
Een chauffeur van een vrachtauto pikt op weg naar Le Havre een „meerijder" op, den koloniaal Jean. Deze ontmoet in de havenstad een sympathieken zwerver, „Quart-Vittel" genaamd, welke hem raadt den nacht door te brengen in de barak van „Panama", een eigenaardig man, die nooit vragen stelt en de vertrouwelijkheden van zijn klanten afwijst. Buiten Qucirt-Vittel en Jean is bij Panama nog een jonge, aan zwaarmoedigheid lijdende schilder, wien het leven een last is. Terwijl Jean in de keuken een stukje zal eten, ontdekt hij daar tot zijn verrassing een meisje, Nelly. Plotseling vallen er buiten schoten, afgevuurd door een drietal jongelui, die met hun auto voor de keet van Panama zijn gereden. Panama ontdekt voor wie de schoten bestemd waren: een man, wiens eene hand bloedt! Nelly, hem ziende, schrikt hevig: het is namelijk haar voogd, Zabel, een handelaar in snuisterijen. Deze Zabel vertelt, dat de jongelui achter hem aanzaten, omdat ze dachten, dat hij meer wist van de verdwijning van een van hun vrienden, een zekeren Maurice, die op Nelly wrliefd is. Tegen den ochtend verlaten allen de barak, Quart-Vittel op zoek naar werk, Jean en Nelly samen, gevolgd door den neurasthenischen schilder. Even later ontmoeten de jongelui de drie nietsnutten. Een van hen, Lucien, vraagt Nelly, waar Maurice is. Zijn optreden bevalt Jean allerminst en op krachtige wijze rekent hij met het drietal af. Jean gaat daarop naar Panama terug, die hem een pak en een paspoort geeft. . . namelijk dat van den schilder Krauss. Met de schildersdoos over den schouder slentert Jean langs de kade en boft opnieuw: een scheepsdokter, die in z'n vrijen tijd schildert, stelt hem voor mee te varen naar Venezuela. * 's Avonds ontmoet hij, zooals afgesproken, Nelly. Zij is zoo lief voor hem, dat hij haar niets van z'n aanstaand vertrek durft te zeggen. Nelly vertelt Jean wie Maurice is. Den volgenden morgen, als Jean haar wel moet zeggen, dat hij gaat vertrekken, lezen zij in de krant, dat het lijk van Maurice is gevonden, alsmede een stel soldatenWeeren, die natuurlijk aan Jean behoord hebben. Nu moet Jean wel vertrekken, wil hij niet van moord verdacht worden. Ook Nelly dringt er op aan, dat hij zal gaan. Nelly gaat naar Zabel terug. Deze zegt haar, dat hij haar liefheeft en dat hij daarom, uit jaloezie, Maurice gedood heeft. Op dit critieke oogenblik komt Jean binnen. Hij kón niet vertrekken zonder Nelly nog eenmaal vaarwel te zeggen. De twee Jean Gabin en Kimos. mannen raken handgemeen en Jean slaat den sinisteren Zabel neer. Nelly dringt er nogmaals op aan, dat Jean zal gaan. Zij zal immers spoedig bij hem kunnen komen en dan zijn zij voor altijd samen. Een laatste kus en Jean gaat, zijn ongeluk tegemoet ... In de schemerige straat ziet Lucien hem namelijk en schiet hem op lafhartige wijze neer ... Jean Gabln en Michel Simon.
1*7"
LU
, ,
0^2 = 8 ■cu < ? ai O LU
?*fjfti
■ 0 ^ ***
1
3
o-'
kJ
'I
II
"A
LJLI UI ^ ^ ^--Lllfi
UHff E!
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE