Gids bij levenseinde en overlijden editie juli 2014
Inhoudsopgave INLEIDING ..................................................................................................................................... 5 HOOFDSTUK I - VOORAF NADENKEN OVER…......................................................................... 6 1. Je bent wilsbekwaam ...................................................................................................... 6 1.1. Behandelingen en onderzoeken 1.2. Palliatieve zorg 1.2.1. Palliatieve zorg voor volwassenen 1.2.2. Palliatieve zorg voor kinderen 1.3. Vertrouwenspersoon 1.4. Euthanasie: een zelfgekozen levenseinde 2. Je bent wilsonbekwaam ................................................................................................ 10 2.1. Vier documenten die je helpen 2.2. Wat kan je nú doen voor wanneer je later niet meer zelf kan beslissen? 2.3. Behandelingen en onderzoeken als je wilsonbekwaam bent geworden 2.4. Palliatieve zorg bij wilsonbekwaamheid 2.5. Vertegenwoordiger van jouw wil bij wilsonbekwaamheid 2.6. De voorafgaande wilsverklaring euthanasie bij wilsonbekwaamheid 3. Andere voorafgaande wilsverklaringen ......................................................................... 12 3.1. Verklaring voor orgaandonatie 3.2. Verklaring inzake de wijze van teraardebestelling 4. Wilsverklaringen ingevuld… en nu? .............................................................................. 13 HOOFDSTUK II - WAT TE DOEN NA EEN OVERLIJDEN ......................................................... 15 1. Zoek een bondgenoot .................................................................................................... 15 2. Dringende zaken ........................................................................................................... 15 2.1. Vaststelling van de dood door een dokter 2.2. De begrafenisondernemer 2.3. Rouwdrukwerk en rouwadvertentie 2.4. Uitvaartverzekering 2.5. Aangifte van overlijden 2.6. Werkgever van de overledene 2.7. Wilsbeschikkingen van de overledene 3. Concessie, teraardebestelling of crematie .................................................................... 16 4. Geldzaken ..................................................................................................................... 18 4.1. Deblokkering van spaarboekjes en rekeningen 4.2. Levensverzekering 4.3. Schuldsaldoverzekering 4.4. Ziekteverzekering 5. Overlevingspensioen ..................................................................................................... 20 5.1. Overlevingspensioen 5.2. Achterstallig pensioen 5.3. Achterstallige InkomensGarantie Ouderen (IGO) 5.4. Voorschot op pensioen 6. Wezenbijslag ................................................................................................................. 22
3
7. Voogdij minderjarige kinderen ....................................................................................... 31 8. Diversen ........................................................................................................................ 31 8.1. Studietoelagen 8.2. Huishuur 8.3. Arbeidsongeval of beroepsziekte 8.4. Ongeval 8.5. Belastingen 8.6. Wat met de wagen? 8.7. Nuts- en andere bedrijven
HOOFDSTUK III - NALATENSCHAP .......................................................................................... 36 1. Aangifte van nalatenschap............................................................................................. 36 2. Testament ...................................................................................................................... 38 HOOFDSTUK IV - VERWERKING VAN DE ROUW ................................................................... 41 1. Wat is rouw? .................................................................................................................. 41 2. Fasen en taken bij rouw ................................................................................................ 42 3. Verdriet en pijn .............................................................................................................. 44 4. Hulp krijgen of geven bij rouw ....................................................................................... 45 5. Goede raad bij moeilijke momenten .............................................................................. 46 6. Ouderen en rouw ........................................................................................................... 47 7. Rouw na zelfdoding ....................................................................................................... 50 DOCUMENTEN ....................................................................................................................... 23-30
4
Inleiding Deze brochure is gemaakt door de Werkgroep Eigentijds SeniorenBeleid (WESB) en de dienst welzijn van de stad Maaseik. De WESB hoort bij de seniorenraad en werkt elk jaar een ander thema uit. Is deze brochure dan alleen voor senioren bedoeld? Zeker niet. Iedereen die vooraf wil nadenken over het levenseinde, kan in deze uitgave nuttige informatie vinden. Maar ook na een overlijden is hij een leidraad voor degenen die achterblijven en o.m. de uitvaart gaan regelen. Wij hebben een aantal bestaande publicaties als basis voor deze gids gebruikt; onze dank gaat uit naar S-plus, het LevensEinde InformatieForum (LEIF), het gemeentebestuur en het OCMW van Riemst, waar een vergelijkbare brochure werd uitgegeven. Verder danken wij de Stad Maaseik, die deze uitgave mee mogelijk heeft gemaakt. Wij zijn er fier op dat wij een brochure over een moeilijk onderwerp hebben uitgeschreven in heldere, begrijpelijke taal. Wij hopen dat deze uitgave duidelijkheid biedt en helpt bij het maken van belangrijke keuzes. Er is in deze uitgave heel wat informatie bijgekomen. Zo vind je bij ‘rouwverwerking’ een apart hoofdstuk over ouderen en rouw. De patiëntenrechten worden uitvoeriger behandeld. De euthanasie voor kinderen, voorheen niet wettelijk toegestaan, wordt behandeld. Praktische informatie werd aangepast aan de snel veranderende realiteit. We hebben geprobeerd volledig te zijn. Als je nog vragen hebt, verwijzen we graag door naar de dienst die bij elk onderdeel vermeld wordt. Wij hopen dat deze gids een goede raadgever voor je mag zijn. De Werkgroep Eigentijds SeniorenBeleid. De dienst welzijn - Stad Maaseik.
5
Hoofdstuk 1 vooraf nadenken over... Dit hoofdstuk is er voor iedereen die zelf wil beslissen over zijn levenseinde. Want dat recht heb je vandaag, zelfs al kan je het op het moment zelf niet meer verwoorden. Organen doneren na je dood? Een vrijzinnige begrafenis? Of juist een religieuze? Het leven niet nodeloos rekken, als er geen hoop is op genezing? In deze brochure vind je alle documenten die je helpen deze vragen op voorhand te beantwoorden. Ook al kies je na het lezen van deze gids om toch niets vooraf te plannen, laat dit dan een geïnformeerde keuze zijn. 1. Je bent wilsbekwaam Wilsbekwaam wil zeggen dat je in staat bent je wil kenbaar te maken. 1.1. Behandelingen en onderzoeken Volgens de wet op de patiëntenrechten heeft iedereen het recht om behandelingen, de overdracht naar een intensieve zorgafdeling, onderzoeken, e.d. te weigeren - zelfs als deze levensreddend zijn. Artsen moeten dit respecteren. Je kan je wensen gewoon mondeling meedelen. De patiëntenrechten zijn de volgende: De zorgverlener biedt je kwalitatieve zorg. Als patiënt krijg je de best mogelijke zorgen. De medische kennis en beschikbare technologie worden ingezet om je te behandelen volgens jouw behoeften. Dit gebeurt altijd respectvol. De zorgverlener houdt rekening met je recht om zelf te beslissen. Sociale klasse, seksuele geaardheid en geloofsovertuiging mogen hierbij geen rol spelen. Een goede dialoog draagt bij tot een goede samenwerking tussen patiënt en zorgverlener. Dit komt de kwaliteit van zorg ten goede. Als patiënt kies je vrij je zorgverlener.
6
Je bent vrij in de keuze van je zorgverlener. En je kan je op elk moment richten tot iemand anders. Elke zorgverlener heeft ook het recht om je als patiënt te weigeren. Behalve in geval van nood: dan is hij verplicht om hulp te verlenen. Onderbreekt hij je behandeling, dan moet hij wel zorgen dat een collega je behandeling kan voortzetten. Dat je vrij je zorgverlener kan kiezen, is de eerste stap naar een duurzame zorgrelatie.
De zorgverlener geeft je duidelijke informatie. De zorgverlener moet je alle info meedelen, zodat je je gezondheidstoestand kan begrijpen. Hij geeft je daarbij een beeld van de mogelijke evolutie. Je krijgt advies over wat je best doet en laat. Dit gebeurt in duidelijke taal, zodat je alles begrijpt. Je kan zelf een familielid of vriend aanstellen die je kan bijstaan als vertrouwenspersoon. Duidelijke informatie komt de samenwerking tussen jou en je zorgverlener ten goede. Je volgt immers zelf vanop de eerste rij je gezondheid op en je signaleert je evoluties aan de zorgverlener. Zo kan hij op basis van zijn kennis en expertise bijsturen. Je geeft toestemming voor een behandeling. Je zorgverlener heeft je toestemming nodig om je behandeling op te starten. Hij moet je goed op tijd informeren, zodat je in alle vrijheid en goed geïnformeerd beslissingen kan nemen. De info die hij je geeft moet duidelijk en volledig zijn. Bij een spoedgeval mag je zorgverlener de behandeling wel meteen starten, als jouw wil onmogelijk te achterhalen is. Duidelijkheid en minder misverstanden: dat is het resultaat van tijdige informatie over een behandeling en van je toestemming om de behandeling op te starten. Een goede samenwerking veronderstelt voorafgaande afspraken. Deze afspraken betreffen ook het financiële aspect van de behandeling. Je hebt toegang tot het patiëntendossier. Je zorgverlener houdt voor jou een dossier bij. Dat dossier bewaart hij op een veilige plaats. Je kan je zorgverlener vragen om aan het dossier bepaalde documenten toe te voegen (bv. een wetenschappelijk artikel over je ziekte). Verander je van zorgverlener? Dan vraag je gewoon dat het patiëntendossier wordt overgedragen. Je mag het dossier ook altijd inkijken en er een afschrift van vragen. Als patiënt mag je weten wat er over jou wordt geschreven in het patiëntendossier. Openheid en transparantie versterken het vertrouwen in een relatie. De zorgverlener respecteert je privacy. Tijdens je behandeling mogen enkel die personen aanwezig zijn, die op professioneel vlak nodig zijn. Informatie in verband met je gezondheid wordt niet aan derden meegedeeld. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt benadrukt de vertrouwensband tussen jou en je zorgverlener. Je kan terecht bij de ombudsdienst. Heb je vragen of ben je ontevreden? Vind je dat één van je patiëntenrechten niet gerespecteerd wordt? Dan kan je contact opnemen met de bevoegde ombudsdienst. De ombudsdienst luistert naar je verhaal en geeft informatie. Wanneer je een geschil met je zorgverlener zelf niet kan oplossen, kan de ombudsdienst bemiddelen. Dialoog is een waardevolle manier om een oplossing te vinden, en dat staat ook zo in de wet op de patiëntenrechten. De ombudsdienst geeft informatie, bevordert de dialoog en bemiddelt. De patiëntenrechten zijn op een vereenvoudigde manier weergegeven. Voor meer details en nuanceringen verwijzen we u naar de website van de FOD Volksgezondheid.
7
1.2. Palliatieve zorg 1.2.1. Palliatieve zorg voor volwassenen Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. (Wereldgezondheidsorganisatie, 2002) Dit betekent dat palliatieve zorg •• verlichting biedt voor pijnklachten en lijden door andere symptomen; •• het leven eerbiedigt en de dood ziet als een normaal proces; •• niet de intentie heeft de dood te bespoedigen of uit te stellen; •• de psychologische en spirituele aspecten van de zorg voor patiënten integreert; •• een ondersteuningssysteem biedt aan patiënten om een zo actief mogelijk leven te kunnen leiden tot aan de dood; •• een ondersteuningssysteem biedt aan de familie om te helpen zich te redden tijdens de ziekte van de patiënt en tijdens hun eigen rouwproces; •• gebruik maakt van een teamaanpak om te voorzien in de behoeften van patiënten en hun families, inclusief rouwverwerking (indien nodig); •• waar nodig de kwaliteit van leven zal verhogen en zo mogelijk het ziekteverloop positief zal beïnvloeden; •• vroeg in het ziekteverloop toepasbaar is, in combinatie met andere behandelingen die het leven verlengen, zoals chemotherapie en radiotherapie, en onderzoeken die nodig zijn om klinische complicaties beter te begrijpen en te behandelen. 1.2.2. Palliatieve zorg voor kinderen Hoewel palliatieve zorg voor kinderen nauw verbonden is aan palliatieve zorg voor volwassenen, vormt het toch een specifiek veld. De WHO (Wereldgezondheids Organisatie) definitie van palliatieve zorg voor kinderen en hun families luidt als volgt: •• palliatieve zorg voor kinderen is de actieve totaalzorg van het lichaam, de ziel en geest van het kind, met inbegrip van ondersteuning van de familie; •• deze zorg start wanneer de diagnose wordt gesteld, en loopt door ongeacht of een kind al dan niet behandeld wordt voor deze aandoening; •• professionele zorgverleners moeten de fysieke, psychologische en sociale ongemakken van het kind evalueren en ze verlichten; •• effectieve palliatieve zorg vereist een brede multidisciplinaire benadering die zich ook richt naar de familie en die gebruik maakt van beschikbare bronnen in de maatschappij. Palliatieve zorg kan succesvol ingezet worden, ook al zijn de middelen beperkt; •• palliatieve zorg kan aangeboden worden in gespecialiseerde zorginstellingen, in gezondheidsvoorzieningen in de eerste lijn, en bij de kinderen thuis.
8
Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen Tel: 02 255 30 40 Mail:
[email protected] www.palliatief.be www.delaatstereis.be
Netwerk Palliatieve Zorg Limburg vzw Tel: 011 81 94 72 E-mail:
[email protected] www.npzl.be 1.3. Vertrouwenspersoon Als je niet erg mondig bent, of als je je onzeker voelt, kan je je laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Deze kan met je meegaan naar de dokter of kan jouw medisch dossier inkijken. De vertrouwenspersoon kan schriftelijk aangeduid worden, maar dit moet niet. Het schriftelijk aanduiden van een vertouwenspersoon kan op verschillende wilsverklaringen gebeuren (zie verder onder punt 2.5.). 1.4. Euthanasie: een zelfgekozen levenseinde Wat is euthanasie? Euthanasie heeft een heel strikte definitie. De arts beëindigt het leven van de patiënt nadat de patiënt daar zélf uitdrukkelijk om gevraagd heeft. Niemand anders mag dit vragen in zijn plaats. Euthanasie wordt toegepast door een inspuiting waarmee je in een diepe slaap wordt gebracht. Daarna volgt er een inspuiting die de ademhaling en de hartfunctie doet stoppen. Euthanasie wordt wettelijk gelijkgesteld met een natuurlijke dood. Sommigen vragen om euthanasie tijdens de behandeling met palliatieve zorg: het lijden ten gevolge van de ongeneeslijke aandoening is fysiek of psychisch te ondraaglijk geworden. Anderen kiezen rechtstreeks voor euthanasie zonder bijkomende palliatieve omkadering: bv. iemand die sinds jaren totaal verlamd op een revalidatieafdeling ligt, maar niet stervende is. Wanneer kan je euthanasie aanvragen? Je hebt recht op euthanasie bij volgende voorwaarden: •• Je bent op het moment van het verzoek een handelingsbekwame meerderjarige, of een handelingsbekwame ontvoogde minderjarige, of een oordeelsbekwame minderjarige •• Het geschreven verzoek is vrijwillig, overwogen en herhaald •• Het verzoek is niet tot stand gekomen als gevolg van externe druk •• Je bevindt je in een medisch uitzichtloze situatie •• Het lichamelijke en/of psychische lijden is aanhoudend en ondraaglijk, en kan niet worden verzacht •• De toestand van de patiënt is te wijten aan een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening Wat gebeurt er na je aanvraag? Als je terminaal ziek bent en het overlijden zal binnen enkele maanden plaatsvinden, dan moet er nog een tweede arts (bv. een LEIFarts) een advies geven. Wanneer je niet terminaal ziek bent moet er een tweede én derde arts (bv. een LEIFarts*) een advies geven, en bouwt de wetgever een wachttijd (bedenktijd) van één maand in. De adviezen van de betrokken dokters zijn niet bindend. Als deze voorwaarden vervuld zijn kan de euthanasie door de behandelende arts worden toegepast. Je dokter mag euthanasie weigeren. Hij moet je dit wel op tijd zeggen zodat je nog een andere dokter kan zoeken. Het is dus heel belangrijk om euthanasie op tijd te bespreken met je eigen dokter. Bespreek het ook met je naasten. * LEIFartsen zijn huisartsen en ziekenhuisartsen die een opleiding volgden i.v.m. de problematiek van euthanasie, beslissingen bij het levenseinde en die de mogelijkheden kennen van de palliatieve
9
zorg in Vlaanderen en Brussel. LEIFartsen kunnen door hun collega-artsen gevraagd worden om advies bij moeilijke beslissingen bij het levenseinde. Voor het advies van een tweede of derde arts kunnen de LEIFartsen gevraagd worden, want in de dagelijkse praktijk is het vaak niet eenvoudig om een bevoegde en onafhankelijke arts te vinden. Extra voorwaarden voor euthanasie bij minderjarigen Als de patiënt een niet-ontvoogde minderjarige is, moet er, naast de tweede of derde arts, ook een kinder- en jeugdpsychiater of een psycholoog geraadpleegd worden. Deze moet op de hoogte gebracht worden van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde specialist neemt kennis van het medisch dossier, onderzoekt de patiënt, vergewist zich van de oordeelsbekwaamheid van de minderjarige en attesteert dit schriftelijk. De behandelende arts brengt de patiënt en zijn wettelijke vertegenwoordigers op de hoogte van het resultaat van deze raadpleging. Tijdens een onderhoud met de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige bezorgt de behandelende arts hen alle wettelijk omschreven informatie, en vergewist hij zich ervan dat zij hun akkoord geven betreffende het verzoek van de minderjarige patiënt. Het verzoek van de patiënt, alsook de instemming van de wettelijke vertegenwoordigers, worden op schrift gesteld. Als je zelf niet meer kan schrijven Mensen die fysiek niet in staat zijn te schrijven, kunnen het verzoek door een ander laten schrijven. Deze persoon mag geen materieel belang hebben bij het overlijden en moet daarbij onafhankelijk zijn van de arts. Bv. Een verpleger in een rusthuis mag dit document niet invullen. 2. Je bent wilsonbekwaam 2.1. Vier documenten die je helpen Het enige zekere in het leven is dat we allemaal doodgaan. Alleen is het tijdstip en de manier waarop we sterven onzeker. In België overlijdt ongeveer de helft van de mensen rustig in zijn slaap of plotseling. De andere helft van de bevolking overlijdt met de hulp van een arts. Ideaal gesproken ben je in de medische besluitvorming betrokken en kan je je lot zo veel mogelijk zélf bepalen. Zelfs als je niet meer bewust bent, kan je je beslissingsrecht uitoefenen. Je kan op voorhand een aantal dingen vastleggen. Als je over deze zaken gaat nadenken, ben je bezig met ‘voorafgaande zorgplanning’. Drie wetten helpen je daarbij: de patiëntenrechtenwet, de wet op de palliatieve zorg, en de euthanasiewet. Je kan vier verschillende documenten invullen, die je in deze brochure terugvindt. I. II. III. IV.
10
‘Negatieve’ wilsverklaring, ook wel ‘levenstestament’ genoemd Wilsverklaring inzake euthanasie Verklaring van de wilsuitdrukking inzake wegneming en transplantatie van organen en weefsels na overlijden Verklaring inzake de wijze van teraardebestelling
Je kan één, twee, drie of vier documenten invullen. Je kan je hierbij laten helpen door een arts of andere zorgverlener of door de LEIFlijn (078 15 11 55). Je kan ook je lichaam schenken aan de wetenschap. Hiervoor bestaat geen modeldocument. Neem best contact op met de universiteit naar keuze. Ten slotte kan je schriftelijk een vertrouwenspersoon aanwijzen die je bijstaat als je nog wilsbekwaam bent, en/of een vertegenwoordiger die je bijstaat wanneer je niet meer wilsbekwaam bent. (zie verder onder punt 2.5.)
2.2. Wat kan je nú doen voor wanneer je later niet meer zelf kan beslissen? Je bent nog bij volle verstand en je wil nog mee kunnen beslissen als je later niet meer aanspreekbaar (wilsonbekwaam) bent geworden. Dit wordt voorafgaande zorgplanning genoemd. Hiervoor kan je één of meerdere voorafgaande wilsverklaringen opstellen. Wij raden aan om zeker de voorafgaande negatieve wilsverklaring (‘levenstestament’) en de voorafgaande wilsverklaring euthanasie samen met de arts of een zorgverlener in te vullen. Zo voorkom je dat men later je verklaringen verkeerd zou interpreteren wanneer je wilsonbekwaam bent geworden. Als je géén voorafgaande wilsverklaringen opstelt kies je er voor om je behandelende artsen - in eer en geweten - in jouw plaats te laten beslissen. 2.3. Behandelingen en onderzoeken als je wilsonbekwaam bent geworden Door de wet op de patiëntenrechten kan je vooraf schriftelijk bepalen welke behandelingen, onderzoeken of bijvoorbeeld overdracht naar een intensieve zorgafdeling, e.d. je later niet meer wil als je onherroepelijk wilsonbekwaam bent geworden (bv. door verwardheid, dementie, coma, …). Je kan dit schriftelijk opstellen in een ‘negatieve wilsverklaring’ (‘negatief’ staat in feite voor ‘weigeren’), ook ‘levenstestament’ genoemd. Je vindt in deze brochure een negatieve wilsverklaring als document I: de negatieve wilsverklaring in het kader van de wet op de patiëntenrechten. 2.4. Palliatieve zorg bij wilsonbekwaamheid Iedereen heeft recht op palliatieve zorg, natuurlijk ook als je niet meer aanspreekbaar bent. Het is de plicht van artsen en zorgverleners om in alle omstandigheden aan goede pijnbestrijding te doen, andere lichamelijke of psychische ongemakken te behandelen, psychosociaal en spiritueel te ondersteunen. Dit moet dus niet voorafgaand in een document opgeschreven worden. 2.5. Vertegenwoordiger van jouw wil bij wilsonbekwaamheid Net zoals bij een vertrouwenspersoon die je bijstaat wanneer je nog bij volle verstand bent, kan je ook schriftelijk een vertegenwoordiger aanduiden die je helpt wanneer je niet meer zelf kan communiceren. Je kan dit zelfs doen zonder dat je de voorafgaande wilsverklaringen hebt opgesteld. Wil je deze vertegenwoordiger schriftelijk aanduiden, vul dan de betreffende gegevens in op document I (Onder: ‘In te vullen als je niet in staat bent de verklaring zelf te schrijven’). 2.6. De voorafgaande wilsverklaring euthanasie bij wilsonbekwaamheid ! Let op: je kan via een voorafgaande wilsverklaring euthanasie later euthanasie krijgen alleen als je in een onomkeerbare coma ligt, en dus niet bij dementie of andere vormen van wilsonbekwaamheid. Een voorafgaande wilsverklaring euthanasie moet daarbij aan striktere voorwaarden voldoen dan de negatieve wilsverklaring. We leggen dit uit aan de hand van onderstaande vergelijkende tabel.
11
VERGELIJKENDE TABEL Voorafgaande ‘negatieve’ wilsverklaring of levenstestament Gaat over: weigeren van medische behandelingen Van toepassing bij: onherroepelijke verworven wilsonbekwaamheid (bv. dementie, verwardheid, coma, …) Geen getuigen nodig Onbeperkt geldig Geen advies van 2de arts verplicht
Voorafgaande wilsverklaring euthanasie Gaat over: zelfgekozen levenseinde Van toepassing bij: coma (en niets anders)
2 getuigen moeten mee tekenen* 5 jaar geldig Minstens advies van 2de arts (bv. LEIFarts), in sommige gevallen 3de arts. Geen medisch getuigschrift nodig als je fysiek Medisch getuigschrift nodig als je fysiek niet in niet in staat bent om de wilsverklaring op te staat bent om de wilsverklaring op te stellen en stellen en te ondertekenen te ondertekenen Je kan een vertegenwoordiger aanduiden Je kan een vertrouwenspersoon aanduiden Wettelijk afdwingbaar De arts kan de euthanasie weigeren Niet registreerbaar op de gemeente Registreerbaar op de gemeente * Eén van de twee getuigen mag geen materieel belang hebben bij je overlijden (bv. erfgenaam). Het Centrum voor Morele Dienstverlening kan optreden als tweede getuige. Je vindt de contactgegevens achteraan dit hoofdstuk. 3. Andere voorafgaande wilsverklaringen 3.1. Verklaring voor orgaandonatie Orgaandonatie is de eerste stap in de transplantatie. Het is een van de mooiste gebaren van solidariteit, omdat het de dood overstijgt. Het gebrek aan organen is de belangrijkste hinderpaal voor transplantaties. Er zijn niet genoeg donors om aan de vraag in België te voldoen. Gevolg: steeds langere wachtlijsten en patiënten die overlijden. Eigenlijk is de verklaring voor orgaandonatie niet nodig omdat de wet automatisch toelaat dat je organen worden weggenomen, tenzij je dit vooraf schriftelijk hebt geweigerd. Vul hiervoor document III in en duid aan dat je je verzet tegen wegneming van organen. Het komt geregeld voor dat artsen aarzelen om organen weg te nemen onder druk van de ontredderde familie (bv. bij een dodelijk verkeersongeval). Hierdoor wordt tijd verloren en zijn de organen niet meer bruikbaar. Je kan dit vermijden door schriftelijk te verklaren dat je organen weggenomen mogen worden. Je vult dan op document III in: ‘Verklaart uitdrukkelijk zich donor te stellen’. Je familie kan dan niet meer weigeren. Iedere overledene is in principe geschikt als donor, dus ook oudere mensen en jonge kinderen. Je kan als ouder je kind registeren als donor.
12
Meer info? Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Tel: 02 524 97 97 Contactformulier via de site: www.beldonor.be
3.2. Verklaring inzake de wijze van teraardebestelling Met dit document bepaal je de begraving of crematie en het ritueel van de uitvaart-plechtigheid (islamitisch, katholiek, joods, vrijzinnig, …). Vul hiervoor document IV in. 4. Wilsverklaringen ingevuld… en nu? Bespreek je wensen op voorhand met je familie, zodat zij niet plots voor voldongen feiten komen te staan. Je kan op twee manieren je wilsverklaringen bekend maken. 1. Maak kopieën van elke wilsverklaring en geef ze aan je (huis)arts, familieleden, vertrouwensperso(o)n(en)/vertegenwoordiger(s). 2. De voorafgaande wilsverklaring euthanasie, de verklaring voor orgaandonatie en de verklaring inzake de wijze van teraardebestelling kunnen geregistreerd worden op de gemeente, bij de dienst burgerzaken. Registratie is een kosteloze handeling, en houdt in dat de ambtenaar van de dienst burgerzaken de documenten toevoegt aan een nationale elektronische databank die geconsulteerd wordt door zorgverleners (24/24u, 7/7). De LEIFkaart Het is een goed idee bij het LevensEindeInformatieForum (LEIF) de LEIFkaart te bestellen. Dit plastic kaartje vermeldt welke wilsverklaringen je hebt. Bewaar de kaart in de portefeuille. De LEIFkaart vervangt de (papieren) vorm van wilsverklaringen niet, integendeel: ze verwijst er net naar. Ze biedt een bijkomende garantie dat artsen en hulpverleners sneller op de hoogte kunnen gebracht worden van je wettelijke wilsverklaringen en dat er rekening mee kan gehouden worden. Hoe kan je de LEIFkaart bestellen? •• Op papier: dowload het formulier op www.leif.be. Stuur het naar LEIF, J. Vander Vekenstraat 158, 1780 Wemmel. •• Online: via www.leif.be •• Je hoeft geen exemplaren van je wilsverklaring(en) mee te sturen. Je moet rekening houden met een wachttijd omdat er een overweldigende interesse voor de LEIFkaart is - er werden al meer dan zeventienduizend aanvragen gedaan. Wat staat er op de LEIFkaart? Op de LEIFkaart staan naast de naam en het rijksregisternummer alle wettelijke documenten vermeld die men verklaart te hebben. Op de kaart kan ook de naam en telefoonnummer van een contactpersoon staan. Hieronder een voorbeeld van een LEIFkaart.
13
Meer info of hulp nodig? LevensEinde Informatie Forum (LEIF) Vander Vekenstraat 158, 1780 Wemmel LEIFlijn: 078/15 11 55 LEIFartsen: 02/456 82 15 www.leif.be Het LEIFblad kan gratis besteld worden bij je apotheker, de openbare bibliotheek of de gemeente. Het kan gedownload worden via de website. Recht op Waardig Sterven (RWS) Tel: 03/272 51 63 E-mail:
[email protected] www.rws.be Betalende leden kunnen hier hun wilsverklaringen laten archiveren. Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen Vander Vekenstraat 158, 1780 Wemmel Tel: 02/456 82 00 E-mail:
[email protected] www.palliatief.be Netwerk Palliatieve Zorg Limburg vzw Netwerkcoördinator: Ellen Saeyvoet A. Rodenbachstraat 29 bus 2, 3500 Hasselt Tel : 011/81 94 72 E-mail:
[email protected] www.npzl.be Dienst Burgerzaken Stad Maaseik Arlette Schaeffer Lekkerstraat 10, 3680 Maaseik Tel: 089/56 05 60 www.maaseik.be Parochie Maaseik Leen Vanderwaeren Mgr. Koningsstraat 5, 3680 Maaseik Tel: 089/56 41 08 E-mail:
[email protected] www.parochiesmaaseik.be www.gezinspastoraal.be (info over dood, rouw, wat na zelfdoding van een naaste…) 14
huisvandeMens Maasmechelen Bieke Jansen, Martijn Joris: Vrijzinnig humanistisch consulenten
Pauwengraaf 63 3630 Eisden-Maasmechelen Tel: 089/77 74 21 E-mail:
[email protected] www.demens.nu Islamitische Marokkaanse Moskee Sportlaan, 3680 Maaseik E-mail:
[email protected]
Hoofdstuk 2 wat te doen na een overlijden 1. Zoek een bondgenoot Als iemand overlijdt die je dierbaar is, zoek dan steun bij mensen waarbij je je goed voelt. Familie, vrienden en kennissen kunnen je helpen de belangrijkste periode tussen het overlijden en de uitvaart bewust en intens te beleven. Nodig één persoon uit die mensenkring uit om je te begeleiden in het nemen van noodzakelijke beslissingen. Vraag iemand die je vertrouwen heeft, die betrokken is, maar toch in staat is om de zaken nuchter te bekijken, om in alle rust en kalmte besprekingen te voeren. Als je alles alleen moet doen voel je je machteloos en ben je misschien geneigd het hele gebeuren uit handen te geven. Daar krijg je naderhand misschien spijt van. Van beroepsmensen moet je verlangen dat ze je als klant behandelen, met het nodige respect en de noodzakelijke duidelijkheid. 2. Dringende zaken 2.1. Vaststelling van de dood door een dokter De dood moet officieel worden vastgesteld door een dokter. Als het overlijden in of op weg naar het ziekenhuis gebeurt, zorgt het ziekenhuis voor een attest. 2.2. De begrafenisondernemer De begrafenisondernemer kan je vrij kiezen. Het is niet zo dat je deze van jouw woonplaats of parochie moet nemen. De begrafenisondernemer zorgt niet alleen voor de uitvaart, maar kan, als jij dat wil, ook de aangifte van het overlijden bij de gemeente, de aanvraag voor een grafconcessie, het drukken van de doodsbrieven en doodsprentjes, de publicatie van een bericht in de krant enz. regelen. De familie heeft overal inspraak in. Maak je wensen duidelijk aan de begrafenisondernemer, hij zal er zeker rekening mee houden. Het staat je natuurlijk vrij om alles zelf af te handelen. 2.3. Rouwdrukwerk en rouwadvertentie Je kiest het formaat en model dat je graag ziet, er zijn geen wettelijke bepalingen. Zorg ervoor dat het herkenbaar is als rouwdrukwerk; Bpost zorgt dan voor een snelle bedeling. Het is gebruikelijk dat er eerst een proefdruk wordt gemaakt die je kan controleren op fouten. Drukkers en begrafenisondernemers hebben de gewoonte om hun bedrijfsgegevens op het drukwerk te zetten. Als je dit niet wil kan je het melden. In een overlijdensbericht zet je verkort de gegevens van de doodsbrief. Een overlijdensbericht kost tussen € 200,00 en € 1.000,00 of meer. Dit hangt af van de grootte, met of zonder foto, in kleur of zwart-wit. Steeds meer vervangt dit bericht de doodsbrief. Overlijdensberichten kunnen ook op bepaalde websites worden gezet: www.inmemoriam.be, www.familiebericht.be, www.ingedachten.be
15
2.4. Uitvaartverzekering Verwittig onmiddellijk je verzekeringsmaatschappij. Die kan de nodige schikkingen treffen, zoals overeengekomen in de polis. 2.5. Aangifte van overlijden De aangifte gebeurt in de praktijk meestal door de begrafenisondernemer. Je kan de aangifte ook zelf doen (als je meerderjarig bent) bij de burgerlijke stand van de gemeente. Doe de aangifte zo snel mogelijk. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan dan toestemming geven voor begraving of crematie. Wat meebrengen? •• het overlijdensattest, opgemaakt door de geneesheer die het overlijden vaststelde •• de identiteitskaart van de overledene •• het rijbewijs van de overledene •• het huwelijksboekje (voor een ongehuwde overledene: het huwelijksboekje van de ouders) •• voor niet-inwoners: een attest inzake de laatste wilsbeschikking, afgeleverd door het gemeentebestuur van de laatste woonplaats •• voor het begraven buiten het grondgebied Maaseik is een ‘toelating tot begraven’ nodig, afgeleverd door het gemeentebestuur van het grondgebied waar de begraafplaats gelegen is •• in geval van gewelddadig overlijden zal je voor een teraardebestelling een attest van ‘vrijgave van het lijk’ moeten voorleggen; voor crematie heb je een toelating van het parket nodig. 2.6. Werkgever van de overledene Stuur de werkgever zo snel mogelijk een uittreksel uit de overlijdensakte. Hij zal dan zorgen dat de nog te betalen lonen of wedden, vergoedingen en premies worden uitbetaald. (Gepensioneerde) ambtenaren hebben recht op een begrafenisvergoeding. Deze kan aangevraagd worden bij het betreffende bestuur of bij de pensioendienst. 2.7. Wilsbeschikkingen van de overledene Ga na of de overledene bepaalde wilsbeschikkingen heeft geuit of schriftelijk heeft nagelaten. Deze beschikkingen kunnen gaan over de uitvaart, de begrafenis of crematie, schenking van het lichaam aan de wetenschap en orgaandonatie. Zie hoofdstuk I. 3. Concessie, teraardebestelling of crematie De verschillende manieren van dodenbezorging zijn begraven, verstrooien of bewaren van de as na crematie.
16
Waar kan iemand begraven worden? •• In de woonplaats van de overledene •• In een andere stad of gemeente met toestemming van dat bestuur
Wat is een concessie? Een concessie is een vergunning waarbij de gemeente het bijzonder recht geeft om in een concessiegraf/columbarium/urnenveld begraven te worden en te blijven zolang het contract niet vervallen is. Je kan de vergunning hernieuwen op aanvraag. De gemeenteraad bepaalt de prijs die je betaalt voor een concessie. Er bestaan verschillende soorten concessies: •• grafconcessie voor het begraven in volle grond of in een grafkelder •• columbariumconcessie voor het plaatsen van asurnen in een muurnis •• urnenveldconcessie voor het begraven van asurnen in een urnenveld Wat is de duur van een concessie? De concessies op de begraafplaatsen worden verleend voor 50 jaar, te beginnen vanaf de eerste begraving. Er kunnen maximaal 2 stoffelijke overschotten per perceel of nis begraven worden. Hoeveel kost een concessie in Maaseik? a. Grafconcessies € 1.000,00 Eén of twee personen boven elkaar (2 m2) 2 Twee of vier personen (4 m ) € 2.000,00 Urne(n) in begraving één of twee personen (80 op 80 cm) € 750,00 Urnen in begraving van vier personen (160 op 80 cm) € 1.500,00 b. Grafkelders (prijzen worden bij de concessieprijs gevoegd) € 450,00 Eén of twee personen (2 m2) 2 Twee, drie of vier personen (4 m ) € 900,00 c. Columbariumconcessies Urne in de nis voor één of twee personen (34 op 39 cm) € 750,00 Kan je begraven worden zonder concessie? Ja. De begraving van een stoffelijk overschot/asurn, de bijzetting van een asurn in een columbarium/ asverstrooiing is kosteloos voor de inwoners van Maaseik. Let wel: het gaat dan alleen om rijgraven of -columbaria waarin één persoon begraven mag worden. Als je meerdere familieleden samen wil begraven dan moet je een grafconcessie kopen. (max. 4 personen) Graven zonder concessie kunnen in principe na 10 jaar ontruimd worden. Grafzerken Op de gronden met concessie is het verplicht een grafteken te zetten binnen het jaar na de begraving. De graftekens moeten voldoen aan bepaalde normen. Je kan deze normen krijgen bij de technische dienst van de Stad Maaseik, Scholtisplein 1, Neeroeteren, tel. 089/56 05 60. Asverstrooiingsweide Hierop kan de as worden uitgestrooid. Je kan bij de gemeente een gedenkplaatje krijgen. Dit kost € 75,00. Na betaling wordt het plaatje besteld en geplaatst door de gemeente- diensten. Ontgravingen Een ontgraving is alleen mogelijk in de volgende gevallen: •• je wil het overschot of urne overbrengen van een niet geconcedeerd graf naar een graf met concessie •• op bevel van de gerechtelijke overheid •• door een bestuurlijke beslissing
17
Meer info? Stedelijke Dienst Burgerzaken Tel: 089/560 560 www.crematie.be www.allesoveruitvaart.be 4. Geldzaken 4.1. Deblokkering van spaarboekjes en rekeningen Waarom wordt een bankrekening bij het overlijden geblokkeerd? Bij het overlijden van de houder van een rekening of kluis is niet onmiddellijk duidelijk wie de rechtsopvolgers (erfgenamen) zijn. Daarom wordt die rekening of kluis door de bank (de derde houder) geblokkeerd. Een blokkering van rekeningen en koffers op vraag van het registratiekantoor gebeurt alleen maar als één of meerdere erfgenamen in het buitenland wonen. Als er geen erfgenamen in het buitenland wonen is alleen een informatieplicht opgelegd aan de bank: de tegoeden van de overledene of zijn echtgeno(o)t(e) kunnen worden uitbetaald of teruggegeven nadat de lijst waarop deze tegoeden staan vermeld (de ‘lijst 201’), werd overgemaakt aan de administratie. Hoe kan ik een rekening laten deblokkeren? De rekening kan gedeblokkeerd worden op vertoon van: •• een attest van erfopvolging, afgeleverd door de ontvanger van een registratiekantoor •• een akte van erfopvolging, opgemaakt door de notaris De langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) kan tot de helft van het bedrag dat op alle rekeningen staat, als voorschot krijgen om dringende uitgaven te doen. Let wel, dit voorschot is max. € 5.000. Je hoeft hiervoor geen attest of akte van erfopvolging voor te leggen. Wat kost een akte of een attest van erfopvolging? •• Het attest van erfopvolging is gratis als het wordt afgeleverd door de ontvanger van het registratiekantoor. •• De kosten voor de notariële akte van erfopvolging zijn: € 25,00 registratierechten, € 7,5 rechten op geschriften, en de erelonen en aktekosten van de notaris. Is de ontvanger van een registratiekantoor altijd bevoegd? De ontvanger van het registratiekantoor die het successiedossier van de overledene beheert, is bevoegd om een attest van erfopvolging af te leveren. Voorwaarden: •• De nalatenschap wordt via de wettelijke erfopvolging verdeeld. Als de erflater een testament of om het even welke andere akte met laatste wilsbeschikkingen heeft opgemaakt, is de ontvanger niet bevoegd. •• De erflater heeft geen huwelijkscontract of een ‘akte wijziging huwelijkse voorwaarden’ laten opmaken. •• Er zijn geen minderjarige of onbekwaam verklaarde erfgenamen.
18
Hoe kan ik een attest van erfopvolging bij de overheid aanvragen? Neem contact op met om het even welk registratiekantoor. Afhankelijk van de inlichtingen die je op dat moment hebt, krijg je van het registratiekantoor een aanvraagformulier dat niet, gedeeltelijk of volledig vooringevuld is. Als je onmiddellijk een volledig vooringevuld aanvraagformulier wil, neem dan deze documenten mee naar het registratiekantoor:
•• Een origineel uittreksel uit de overlijdensakte afgeleverd door het gemeentebestuur •• Het trouwboekje van de overledene •• Als de overledene geen afstammelingen heeft: een kopie van het trouwboekje van de ouders van de overledene en van zijn (half)broers en (half)zussen. De volledige identiteitsgegevens van alle erfgenamen moeten voorkomen in het aanvraagformulier. Bevoegd kantoor als de overledene de laatste vijf jaren in Maaseik woonde: Registratiekantoor Maaseik Verbindingsstraat 26, 3700 Tongeren Tel: 0257 811 70 Fax: 0257 978 57 E-mail:
[email protected] Hier kan je ook opvragen welk kantoor bevoegd is als de overledene de laatste vijf jaren niet in Maaseik woonde. Wanneer krijg ik het attest van erfopvolging? De ontvanger levert na onderzoek het attest af met vermelding van het aandeel van ieder van de erfgenamen in de nalatenschap. Reken op ongeveer vier weken voor de aflevering van een attest van erfopvolging. Stelt de bank zich in alle gevallen tevreden met het attest van erfopvolging? Als aan alle voorwaarden is voldaan en op vertoon van het attest van erfopvolging zal de bank akkoord gaan met de vrijgave van gelden, fondsen of waarden ingeschreven op naam van de overledene en/of zijn of haar echtgenoot. Er is geen attest of akte van erfopvolging nodig voor de langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) voor de som die de helft bedraagt van het bedrag dat op alle rekeningen staat tot een plafond van € 5.000,00. Elke bank kan echter de vrijgave weigeren als er een bankkoffer werd gehuurd door de overledene of zijn echtgenoot, welk attest er ook wordt voorgelegd. Kan de ontvanger van het registratiekantoor of de notaris weigeren om een attest of akte van erfopvolging op te maken? Zij kunnen dit weigeren als zij aan de hand van de afgelegde verklaringen en de verrichte opzoekingen niet met zekerheid de erfgenamen kunnen aanwijzen. Is een attest of akte van erfopvolging voldoende voor de deblokkering van de rekeningen? Deze documenten volstaan, maar voor de overdracht van de tegoeden op naam van de erfgenamen moet iedereen aanwezig zijn of moet je over de nodige volmachten beschikken. Neem contact op met de betreffende bank voor de praktische regelingen. Meer info? Federale Overheidsdienst Financiën Tel: 0257 257 57 www.minfin.fgov.be/particulieren/gezin/overlijden/deblokkeren van bankrekeningen
19
Registratiekantoor Maaseik Verbindingsstraat 26, 3700 Tongeren Tel: 0257 811 70 Fax: 0257 978 57 E-mail:
[email protected] Of je bankinstelling. 4.2. Levensverzekering Als de overledene een levensverzekering had afgesloten, moet je de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk contacteren. Je stuurt ook een afschrift van de overlijdensakte op. 4.3. Schuldsaldoverzekering Een schuldsaldoverzekering voorkomt dat schulden verder moeten worden afbetaald. Het spreekt voor zich dat die schulden aangegaan zijn voor het overlijden van de ontlener en dat ze nog niet helemaal afgelost zijn op het moment van het overlijden. De meeste hypothecaire leningen zijn gedekt door zo’n verzekering. Breng na het overlijden onmiddellijk de kredietmaatschappij op het hoogte en stuur een afschrift van de overlijdensakte op. 4.4. Ziekteverzekering Begrafenisvergoeding De begrafenisvergoeding van € 150,00, die vanuit de ziekte- en invaliditeitsverzekering werd uitbetaald, werd in 2013 afgeschaft door een beslissing van de regering. Voorkeurregeling weduwen/invaliden/gepensioneerden/wezen Na een overlijden wordt je bruto inkomen nagekeken. Als dit inkomen onder een bepaalde grens ligt, heb je recht op een verhoogde tegemoetkoming en een gunstiger tarief voor geneeskundige verstrekkingen, medicatie en hospitalisatie. Je hebt deze erkenning ook nodig voor andere sociale voordelen. Je krijgt de verhoogde tegemoet-koming als het bruto jaarlijks gezinsinkomen lager is dan € 16.965,47, verhoogd met € 3.140,77 per persoon ten laste. Je kan meer informatie krijgen bij je ziekenfonds. 5. Overlevingspensioen 5.1. Overlevingspensioen De langstlevende echtgenoot kan een overlevingspensioen krijgen, berekend op basis van de loopbaan als werknemer van zijn/haar overleden echtgeno(o)t(e). De perioden die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het overlevingspensioen zijn dezelfde als die voor het rustpensioen. De berekening kan echter verschillen van die van een rustpensioen.
20
5.2. Achterstallig pensioen AAls de overledene al een pensioen genoot, worden de onbetaald gebleven achterstallen van de maand van het overlijden enkel aan de overlevende echtgenoot uitgekeerd. Andere rechthebbende erfgenamen komen hiervoor niet in aanmerking. Als er achterstallen van maanden voor het overlijden betaald moeten worden, worden deze: •• Ambtshalve (= automatisch) uitbetaald aan de overlevende echtgenoot of, als deze er niet meer is, in volgende orde aan: ◊◊ De kinderen met wie de gerechtigde leefde op het ogenblik van het overlijden
◊◊ De moeder en de vader met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden (enkel voor tegemoetkomingen aan gehandicapten) ◊◊ Iedere andere persoon die met de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden ◊◊ De persoon die de ziekenhuiskosten betaalde ◊◊ De persoon die de begrafeniskosten betaalde •• Op aanvraag binnen de zes maanden na het overlijden aan andere personen uitgekeerd. Deze aanvraag moet gericht zijn aan de Rijksdienst voor Pensioenen, Zuidertoren, 1060 Brussel, op een modelformulier. De burgemeester van de gemeente waar de overledene woonde, moet de juistheid van de ingevulde gegevens bevestigen. Het formulier kan bij de gemeente afgehaald worden. Let op: het kan soms wel enkele maanden duren vooraleer de achterstallen worden uitbetaald. Er worden op deze achterstallen weinig belastingen ingehouden. Om vervelende verrassingen te vermijden raden wij je aan te laten uitrekenen hoeveel belastingen je nog moet gaan betalen. 5.3. Achterstallige InkomensGarantie Ouderen (IGO) Deze achterstallen zijn alleen op aanvraag en in de volgende orde te betalen aan de persoon die: •• De begrafeniskosten heeft betaald •• De verplegingskosten heeft betaald Het ingevulde formulier wordt, samen met de bewijsstukken, binnen de zes maanden naar de Rijksdienst Voor Pensioenen gestuurd. Het formulier kan bij de gemeente afgehaald worden. 5.4. Voorschot op pensioen Als het pensioen op zich laat wachten en je in financiële moeilijkheden komt, kan het OCMW je helpen. Je kan een ‘terugvorderbaar voorschot’ krijgen. Meer info? Alle vragen kan je richten aan: Vastbenoemde ambtenaren: Pensioendienst van de Federale Overheidssector Ontvangst van de briefwisseling Victor Hortaplein 40/30, 1060 Brussel Tel: 1765 (gratis) E-mail:
[email protected] www.pdos.fgov.be Hou je rijksregisternummer (geboortedatum beginnend met het geboortejaar + 5 cijfers) of het rust- of overlevingspensioennummer (10 cijfers) bij de hand. Zelfstandigen: Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen - RSVZ Tel: 02 546 42 11 www.rsvz.be Alle vragen over pensioenen: Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) Tel: 1765 (gratis) www.onprvp.fgov.be
21
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Tel: 02 528 60 11 www.socialsecurity.fgov.be Dienst Overzeese Sociale Zekerheid - DOSZ Louizalaan 194, 1050 Brussel Tel: 02/642 05 11 www.dosz-ossom.fgov.be Ombudsman voor de pensioenen Klacht per post: Ombudsdienst Pensioenen WTC III Simon Bolivarlaan 30 bus 5 1000 Brussel Klacht via de site: www.ombudsmanpensioenen.be (klachtenformulier) Klacht per mail:
[email protected] OCMW Maaseik - Pensioendienst Tel: 089 56 99 10 6. Wezenbijslag Wie krijgt de wezenbijslag? De wezenbijslag gaat in volgorde naar: •• De overlevende ouder •• Degene die het kind opvoedt •• Het kind zelf, als het tenminste 16 jaar oud is en apart woont Wanneer is er recht op de verhoogde wezenbijslag? Je doet een aanvraag voor wezenbijslag: •• Als beide ouders overleden zijn •• Als de overlevende ouder niet hertrouwt/samenwoont •• Als de overlevende ouder geen contact meer heeft met het kind, en niet, of weinig bijdraagt in de kosten voor zijn levensonderhoud. Je ontvangt de verhoogde wezenbijslag vanaf de maand, volgend op het overlijden. Als de overlevende ouder samenwoont of hertrouwt wordt er vanaf de volgende maand opnieuw het bedrag van de gewone kinderbijslag betaald. Als de overlevende ouder opnieuw alleen gaat wonen kan terug verhoogde wezenbijslag betaald worden.
22
Hoe doe je de aanvraag? Als de ouder in België overlijdt dan wordt het kinderbijslagfonds daar automatisch van verwittigd door de Kruispuntbank. Zij onderzoeken dan of er recht is op de verhoogde wezenbijslag. Als je niet automatisch de verhoogde wezenbijslag ontvangt, vul dan de ‘aanvraag om wezenbijslag’ in. Het kinderbijslagfonds onderzoekt of er recht is. Bij een overlijden in het buitenland moet je het kinderbijslagfonds een attest bezorgen.
Documenten
23
Document I: NEGATIEVE WILSVERKLARING IN HET KADER VAN DE WET OP DE PATIENTENRECHTEN Document II: WILSVERKLARING INZAKE EUTHANASIE Document III: VERKLARING VAN DE WILSUITDRUKKING INZAKE WEGNEMING EN TRANSPLANTATIE VAN ORGANEN EN WEEFSELS NA OVERLIJDEN Document IV: VERKLARING BETREFFENDE DE LAATSTE WILSBESCHIKKING INZAKE DE WIJZE VAN TERAARDEBESTELLING
24
DOC. I NEGATIEVE WILSVERKLARING IN HET KADER VAN DE WET OP DE PATIENTENRECHTEN
Persoonlijke gegevens van de verzoeker Naam en voornamen | Adres
|
Rijksregisternummer | Als mijn lichamelijke of geestelijke toestand dermate is aangetast dat er geen hoop meer is op genezing en ik het zelf niet meer kan verwoorden:
Wil ik geen levensverlengende behandeling, enkel comfortbehandeling. Ik wil geen onderzoeken (bv. radiografie, endoscopie) meer tenzij ze mijn comfort kunnen verbeteren.
Wil ik geen:
Antibiotica Kunstmatige toediening van vocht en voeding Chemotherapie Bestraling Operatie Kunstmatige beademing Nierdialyse Reanimatie Intensieve zorg Opname in een ziekenhuis Andere behandeling: _____________________________________________________
Mag de behandeling verdergezet worden in functie van orgaandonatie.
Duid ik een vertegenwoordiger aan om mijn wensen en rechten te doen gelden, als ik er zelf niet meer toe in staat ben. Naam en voornaam
|
Adres en telefoonnummer
|
Rijksregisternummer
|
Geboortedatum- en plaats
|
Graad van verwantschap
|
IN TE VULLEN ALS JE NIET IN STAAT BENT DE VERKLARING ZELF TE SCHRIJVEN Ik ben niet in staat mijn wilsverklaring zelf te schrijven. De reden waarom ik fysiek blijvend niet in staat ben deze negatieve wilsverklaring te schrijven en te ondertekenen is Voeg eventueel een medisch getuigschrift bij.
Ik heb volgende persoon aangewezen om deze wilsverklaring schriftelijk vast te leggen: Naam en voornaam
|
Adres en telefoonnummer
|
Rijksregisternummer
|
Geboortedatum- en plaats
|
Evt graad van verwantschap | Deze verklaring is opgemaakt in _____ ondertekende exemplaren die worden bewaard:
Gedaan te
, op
/
/
Datum, naam, handtekening van de verzoeker *
Datum, naam en handtekening van de vertegenwoordiger *
Datum, naam en handtekening van de aangewezen persoon die de verklaring heeft opgesteld in plaats van de verzoeker *
In aanwezigheid van dokter *
Handtekening, datum, stempel
* Vermeld ook de hoedanigheid van de ondertekenaar: ‘verzoeker’, ‘vertegenwoordiger’, ‘aangewezen opsteller van deze wilsverklaring’ of ‘dokter’.
DOC. II
WILSVERKLARING INZAKE EUTHANASIE Rubriek I. Verplichte gegevens A. Voorwerp van de wilsverklaring De heer/Mevrouw (Naam en voornamen):
verzoekt dat voor het geval hij/zij niet meer in staat is tot wilsuiting, een arts euthanasie toepast als voldaan is aan de voorwaarden gesteld in de wet van 28 mei 2002 betreffende euthanasie.
herbevestigt de wilsverklaring tot euthanasie die werd opgesteld op _____/_____/________
herziet de wilsverklaring tot euthanasie die werd opgesteld op _____/_____/________
trekt de wilsverklaring tot euthanasie in, die werd opgesteld op _____/_____/________
B. Persoonlijke gegevens van de verzoeker Hoofdverblijfplaats Adres Rijksregisternummer Geboorteplaats- en datum C. Kenmerken van de wilsverklaring Deze verklaring werd vrij en bewust afgelegd. Dit wordt onderschreven door de handtekening van de twee getuigen en in voorkomend geval van de vertrouwensperso(o)n(en). Ik verwacht dat deze wilsverklaring wordt geëerbiedigd. D. De getuigen De getuigen ten overstaan waarvan ik deze wilsverklaring afleg, zijn: Getuige I
Getuige II
Naam en voornaam
|
|
Hoofdverblijfplaats
|
|
Adres en telefoonnummer
|
|
Rijksregisternummer
|
|
Geboortedatum- en plaats
|
|
Graad van verwantschap
|
|
Rubriek II. Niet verplichte gegevens A. De eventueel aangewezen vertrouwenspersoon Als vertrouwensperso(o)n(en), waarvan ik wens dat hij/zij onmiddellijk op de hoogte word(t)(en) gesteld als ik mij in een toestand bevind waarin de wilsverklaring van toepassing zou kunnen zijn en dat hij/zij tijdens de procedure word(t)(en) betrokken, wijs ik in de volgorde van voorkeur aan:
Vertrouwenspersoon I
Vertrouwenspersoon II
Naam en voornaam
|
|
Hoofdverblijfplaats
|
|
Adres en telefoonnummer
|
|
Rijksregisternummer
|
|
Geboortedatum- en plaats
|
|
Graad van verwantschap
|
|
B. Gegevens weer te geven door de persoon die fysiek blijvend niet in staat is een wilsverklaring op te stellen. De reden waarom ikzelf fysiek blijvend niet in staat ben deze wilsverklaring op te stellen en te ondertekenen is de volgende: Als bewijs hiervan, voeg ik een medisch getuigschrift in bijlage. In heb _________________________________________________ aangewezen om deze wilsverklaring schriftelijk vast te leggen. De persoonlijke gegevens van de vernoemde persoon zijn de volgende: Hoofdverblijfplaats
|
Adres en telefoonnummer
|
Rijksregisternummer
|
Geboortedatum- en plaats
|
Evt. graad van verwantschap
|
Deze verklaring is opgemaakt in ____________ ondertekende exemplaren die worden bewaard:
Gedaan te
, op
/
/
Datum en handtekening van de verzoeker* Datum en handtekening van de aangewezen persoon bij het fysiek blijvend niet in staat zijn van de verzoeker* (1)
Datum en handtekening van de twee getuigen*
Datum en handtekening van de aangewezen vertrouwensperso(o)n(en)* *Bij iedere datering en handtekening worden de naam en de hoedanigheid vermeld: ‘verzoeker’, ‘aangewezen opsteller van deze wilsverklaring’, ‘getuige’ of ‘vertrouwenspersoon’.
(1) In voorkomend geval
DOC. III
KONINKRIJK BELGIE
Wettelijke basis: KB van 30/10/86 (BS 14/02/87) http://www.beldonor.be
Gemeente:
_______________________________
Postcode:
_______________________________
VERKLARING VAN DE WILSUITDRUKKING INZAKE WEGNEMING EN TRANSPLANTATIE VAN ORGANEN EN WEEFSELS NA OVERLIJDEN Naam en voornamen | Datum (dd/mm/jjjj) en plaats van geboorte | Rijksregisternummer | Adres |
verzet zich tegen elke wegneming van organen en weefsels (1) verklaart uitdrukkelijk zich donor te stellen (uitdrukkelijke wilsbeschikking) herroept de verklaring van verzet (1) herroept de verklaring van uitdrukkelijke wilsbeschikking
(1) De vertegenwoordiger van degene voor wie het verzet of de herroeping ervan is geschied: Naam en voornamen Graad van verwantschap Opgemaakt te
, op
/
/
Handtekening van de aanvrager Handtekening van de ambtenaar
(1) In voorkomend geval
Stempel van de gemeente
DOC IV VERKLARING BETREFFENDE DE LAATSTE WILSBESCHIKKING INZAKE DE WIJZE VAN TERAARDEBESTELLING Ondergetekende (Naam en voornamen): verblijvend te
verklaart aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad/gemeente*
herziet de verklaring inzake de wijze van teraardebestelling neergelegd in de stad/ gemeente*__________________________________ op _____/_____/__________
trekt de verklaring inzake de wijze van teraardebestelling in, neergelegd in de stad/ gemeente*__________________________________ op _____/_____/__________
Wijze van teraardebestelling
begraving van stoffelijk overschot
crematie gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats
crematie gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats
crematie gevolgd door uitstrooiing van de as op de strooiweide van de begraafplaats
crematie gevolgd door uitstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee
crematie gevolgd door uitstrooiing van de as op een andere plaats dan de begraafplaats of in de Belgische territoriale zee ___________________________________________________
crematie gevolgd door begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats ______________________________________________________________________________
crematie gevolgd door bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats ______________________________________________________________________________
Ritueel van de uitvaartplechtigheid
uitvaartplechtigheid volgens de Katholieke godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Protestantse godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Anglicaanse godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Orthodoxe godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Joodse godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Islamitische godsdienst
uitvaartplechtigheid volgens de Vrijzinnige levensovertuiging
uitvaartplechtigheid volgens de Neutraal Filosofische overtuiging
_______________________________________________________
De inhoud van deze verklaring, die uit eigen wil opgemaakt werd, is mijn laatste wilsbeschikking inzake de wijze van teraardebestelling. Opgemaakt te Handtekening * Doorhalen wat niet past
, op
/
/
Meer info? Loontrekkenden Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Tel: 0800 94 434 www.rkw.be (contactformulier) Zelfstandigen Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen Tel: 011 85 48 11 E-mail:
[email protected] www.rsvz.be www.ikbenzelfstandige.be 7. Voogdij minderjarige kinderen Na het overlijden van een ouder komt de voogdij over de minderjarige en niet-ontvoogde kinderen aan de overlevende ouder toe. Je kan alleen in heel bepaalde gevallen op eigen verzoek hiervan ontslagen worden, bv. als je ernstig ziek bent of 65-plus. De voogd neemt de ouderlijke taken over: de zorg, de opvoeding, het beheer van de goederen en de vertegenwoordiging in burgerlijke zaken. Voogdij over volle wezen De langstlevende van de ouders kan bij testament of in een verklaring voor de vrederechter een voogd aanduiden. Als niets op voorhand werd bepaald, dan duidt de vrederechter iemand aan. Openvallen van de nalatenschap De nieuwe voogdijwet stelt dat de overlevende ouder de nalatenschap namens de minderjarige kinderen kan aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, of hij kan de nalatenschap verwerpen. Bij beide moet de vrederechter een bijzondere machtiging geven. Meer info? Vredegerecht Maaseik Sionstraat 24 bus 1 Tel: 089 56 43 81 Of bij de notaris. 8. Diversen 8.1. Studietoelagen Normaal gezien wordt je inkomen van twee jaar eerder bekeken. Als je inkomen plots vermindert door een overlijden, meld je dat aan de dienst voor studietoelagen. De dienst zal rekening houden met het vermoedelijke inkomen van het jaar waarvoor de toelage gevraagd wordt. Meer info? Secretariaat van de betreffende school Of Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Dienst Studietoelagen Tel: 1700 (gratis) E-mail:
[email protected] www.studietoelagen.be. Hier kan je ook online een aanvraag indienen.
31
8.2. Huishuur Het huurcontract wordt niet automatisch beëindigd door het overlijden van de huurder of de verhuurder. Als de huurder of verhuurder overlijdt, worden zijn rechten en plichten overgedragen op zijn erfgenamen. De erfgenamen kunnen de overeenkomst pas beëindigen na de gewone opzeggingsprocedure. 8.3. Arbeidsongeval of beroepsziekte Als je partner overleed ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte, voorziet de arbeidsongevallen- en beroepsziektewet volgende tussenkomsten: •• Een vergoeding voor begrafeniskosten •• De overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats waar de familie het wil laten begraven •• Een schadevergoeding onder de vorm van renten: ◊◊ Aan de overlevende echtgeno(o)t(e): de rente is gelijk aan 30% van het basisloon van het slachtoffer, levenslang ◊◊ Aan de kinderen: zij krijgen een rente ten minste tot 18 jaar en zo lang zij kinderbijslag krijgen. Deze rente is 15% van het basisloon. Meer info? Fonds voor Arbeidsongevallen Tel: 02 506 84 11 www.fao.fgov.be www.socialsecurity.be/arbeidsongeval 8.4. Ongeval Als de overledene slachtoffer werd van een ongeval waarvoor een derde persoon aansprakelijk is, moet je een eis tot schadeloosstelling tegen deze persoon indienen. Het kan hier gaan om een (verkeers-)ongeval, slagen en verwondingen met de dood tot gevolg, een medisch falen… Als je een uitgebreide polis Rechtsbijstand hebt (zie je familiale verzekering), kan je aan je verzekeringsmaatschappij vragen of zij de vordering tot schadevergoeding kan afhandelen. Ben je niet verzekerd voor rechtsbijstand, dan kan je een advocaat in de arm nemen. Heb je een laag inkomen, dan kan je een pro-deo advocaat krijgen. Ga zeker langs bij de juridische dienst van het OCMW. Daar krijg je alle nodige advies.
32
Meer info? OCMW Maaseik Jurist Bert Deben E-mail:
[email protected] Zitdag elke woensdag en donderdag Jurist Gilles Arkens E-mail:
[email protected] Zitdag elke vrijdag Tel: 089 56 99 10 www.ocmwmaaseik.be
Vredegerecht Maaseik Sionstraat 24/1, 3680 Maaseik Eerste en derde vrijdag van de maand: gratis advies 10.30 tot 12.30 uur www.balietongeren.be 8.5. Belastingen Wie moet de belastingaangifte indienen? •• De erfgenamen •• De algemene legatarissen: de legataris is de begunstigde van een legaat. Een legaat is een duidelijke bepaling in een testament waarbij een bepaald goed aan een bepaald iemand wordt nagelaten. •• De begiftigden: de begiftigde is de ontvanger van een nalatenschap. Dat kan een persoon of instelling zijn. Mijn echtgenoot of de partner met wie ik wettelijk samenwoonde, is overleden in 2014. Hoe moet ik onze belastingaangifte voor inkomstenjaar 2013 invullen? Als je voorheen een gezamenlijke aangifte ontving, zal je ook voor de inkomsten 2013 een gezamenlijke aangifte ontvangen. De administratie verzendt één aangifte op naam van de beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden. Je kan er niet voor kiezen om apart belast te worden. Je vermeldt dus je eigen inkomsten én die van je echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. De aangifte moet ondertekend worden door jezelf en de erfgenamen, algemene legatarissen of begiftigden van je overleden echtgenoot. ! Je kan deze aangifte niet indienen via Tax-on-web. Je moet ze dus per post terugsturen. Als je geen papieren aangifte ontvangen hebt kan je een exemplaar aanvragen bij het taxatiekantoor. Ik ben erfgenaam van twee echtgenoten of wettelijk samenwonenden die overleden zijn in 2014. Hoe moet ik hun aangifte voor het inkomstenjaar 2013 invullen? Als zij voorheen een gezamenlijke aangifte ontvingen, zal je voor hen ook voor het inkomstenjaar 2013 een gezamenlijke aangifte ontvangen. De administratie verzendt één aangifte op naam van de beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden. Je kan niet kiezen voor twee aparte aanslagen. Je vermeldt dus de inkomsten van beide overleden echtgenoten of wettelijk samenwonenden in de aangifte. De aangifte moet ondertekend worden door jezelf en de erfgenamen, algemene legatarissen of begiftigden. Opgelet: Je kunt deze aangifte niet indienen via Tax-on-web. Je moet ze dus per post terugsturen. Als je geen papieren aangifte ontvangen hebt kan je een blanco exemplaar aanvragen bij het taxatiekantoor van de woonplaats van de overledenen. Wat moet ik doen als ik erf van een overledene die nog belastingen moest betalen? De erfgenamen erven: •• Het actief van de overledene (gelden, ...) •• Het passief van de overledene (schulden, ...) Je bent verplicht om de schulden van de overledene te betalen. Dat geldt ook voor belastingschulden zoals de personenbelasting, de onroerende voorheffing, … Deze verplichting kan wel verschillen naargelang de houding die je aanneemt ten opzichte van de erfenis: •• Als je de nalatenschap zuiver en eenvoudig aanvaardt, betaal je alle schulden van de overledene. Opgelet: je betaalt de belastingsschulden enkel in verhouding tot je aandeel in de nalatenschap. Bv: als er twee erfgenamen zijn, betaalt iedere erfgenaam de helft van de belastingen van de overledene. In dit geval moet je aan geen enkele formaliteit voldoen.
33
•• Als je de nalatenschap aanvaardt onder voorrecht van boedelbeschrijving moet je de belastingen van de overledene alleen betalen ten belope van hetgeen je uit de nalatenschap krijgt. In dit geval moet je: ◊◊ een verklaring van aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving afleggen op de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de laatste woonplaats van de overledene. ◊◊ Een boedelbeschrijving opmaken van de nalatenschappen (normaal gezien maakt de notaris deze op). •• Als je de nalatenschap verwerpt, moet je de belastingen van de overledene niet betalen. In dit geval moet je de nalatenschap verwerpen op de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de laatste woonplaats van de overledene. Ik erfde van een overleden persoon die recht had op een belastingteruggave. Wat moet ik doen om mijn deel te krijgen? Je kan (je deel van) zijn belastingen terugkrijgen. Wat je hiervoor moet doen, hangt af van de relatie met de overleden persoon en het bedrag dat wordt teruggegeven. Je vindt dat bedrag terug op het aanslagbiljet van de overleden persoon. Ik ben de overlevende echtgeno(o)t(e) en niet feitelijk of uit de echt gescheiden Als de terug te krijgen belastingen niet meer dan € 2.500,00 bedragen, dan worden die zonder bijkomende formaliteiten aan jou uitbetaald. Als de terug te krijgen belastingen meer dan € 2.500,00 maar minder dan € 5.000,00 bedragen, dan moet je een ondertekende verbintenisverklaring opsturen. Hiermee verbind je je ertoe om de ontvangen belastingen onder de (eventuele) andere erfgenamen te verdelen en elk volgens hun aandeel. Overleg steeds met de andere erfgenamen hoe de belastingen moeten worden teruggegeven. De belastingen worden terugbetaald op het rekeningnummer in de verbintenisverklaring. Als de terug te krijgen belastingen meer dan € 5.000,00 bedragen, stuur je een kopie van het attest of de akte van erfopvolging met een volmacht van de andere erfgenamen. Opgelet: de persoon die de volmacht tekent moet een kopie van zijn identiteitskaart toevoegen. Meer info? Federale Overheidsdienst Financiën Tel: 0257 257 57 www.minfin.fgov.be Ontvangkantoor Directe Belastingen Maaseik Bleumerstraat 72/3 Tel: 0257/812 00 E-mail:
[email protected] Of bij de notaris. 8.6. Wat met de wagen? Rijbewijs Het rijbewijs van de overledene moet zo vlug mogelijk worden ingeleverd bij de gemeente, Administratief Centrum, Lekkerstraat 10. 34
Parkeerkaart/BTW-verminderingskaart Deze kaarten moeten teruggestuurd worden naar de instelling die ze heeft uitgereikt.
De nummerplaat Als je de nummerplaat niet wil houden, moet ze binnen vijftien dagen na het overlijden teruggestuurd worden naar de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV). Bevestig op de plaat een strookje ‘ter schrapping’. Je kan de officiële kentekenplaat met stempel achterop terugbezorgen aan de DIV op twee manieren: •• Stuur de plaat per post op naar DIV - dienst schrappingen, Vooruitgangsstraat 56, 1210 Brussel. •• Deponeer de plaat in de bus aan de loketten of bijgebouwen van de DIV. Je kan de nummerplaat overdragen op een nieuwe titularis, als je al een nummerplaat naar Europees model hebt. Omdat erfgenamen soms niet meteen kunnen beslissen wie de nieuwe titularis wordt, zet de wetgever hier een termijn op van vier maanden. De aanvragers moeten binnen deze vier maanden een formulier sturen aan de DIV via de verzekeringsmakelaar. Hij schrijft je wagen in via de website en je krijgt je kentekenbewijs en nummerplaat vanaf de volgende werkdag. Wie na vier maanden het voertuig nog steeds niet heeft ingeschreven met een oude plaat, bestelt het best een nieuwe en stuurt de oude terug naar de DIV. Meer info? FOD Mobiliteit en Vervoer Directie Wegverkeer - DIV Tel: 02 277 31 11 (infokiosk) E-mail:
[email protected] www.mobiliteit.belgium.be DIV Regiokantoor Alken Industrieterrein Kolmen 1214, 3570 Alken 8.7. Nuts- en andere bedrijven Breng de bedrijven waarvan je regelmatig rekeningen krijgt, op de hoogte van het overlijden. Vergeet ook de verzekeringsmaatschappijen niet. Zo kunnen namen en eventueel adressen worden aangepast. Stuur een kopie van de overlijdensakte mee. De Watergroep Provincie directie Limburg Runkstersteenweg 208, 3500 Hasselt Tel: 02 238 96 99 (algemeen klantennummer) E-mail:
[email protected] Infrax - Elektriciteit/gas/kabeldistributie Tel: 078 35 30 20 Belgacom Tel: 0800 22 800 Telenet Tel: 015 66 66 66 Inventariseer ook welke kredietkaarten, abonnementen en lidmaatschappen veranderd of stopgezet moeten worden.
35
Hoofdstuk 3 nalatenschap 1. Aangifte van nalatenschap Als iemand overlijdt, moeten de wettelijke erfgenamen en de legatarissen (aangeduid door een testament) een aangifte van nalatenschap indienen bij het registratiekantoor. De overheidsadministratie kan daarop de successierechten innen. Je kan een vrijstelling krijgen als de overleden persoon geen onroerende goederen nalaat en je geen successierechten moet betalen. Welk registratiekantoor? Als de overledene in Maaseik woonde, neem je contact op met het registratiekantoor van Maaseik of het kantoor waar hij zijn laatste fiscale woonplaats had. Registratiekantoor Maaseik Verbindingsstraat 26 3700 Tongeren Tel.: 0257 811 70 Fax: 0257 978 57 e-mail:
[email protected] Als de overledene in het buitenland woonde, neem je contact op met het bevoegde registratiekantoor van de gemeente of stad waar zijn onroerende goederen zich bevonden. Wanneer moet de aangifte ingediend worden? •• Binnen vier maanden vanaf de datum van overlijden, als de persoon is overleden in België •• Binnen vijf maanden vanaf de datum van overlijden, als de persoon is overleden in een ander Europees land •• Binnen zes maanden vanaf de datum van overlijden, als de persoon is overleden in een land buiten Europa Wanneer er ernstige moeilijkheden zijn kan een verlenging van deze termijn aangevraagd worden. Bij laattijdige indiening van de aangifte krijgt elke erfgenaam een boete van € 25,00 per maand vertraging.
36
Wie stelt de aangifte van nalatenschap op? Omdat het opstellen van de aangifte van nalatenschap een grondige kennis van het fiscaal en burgerlijk recht vraagt, doen de erfgenamen meestal een beroep op een bevoegd persoon (bijvoorbeeld een notaris). Maar je mag als erfgenaam de aangifte van nalatenschap natuurlijk ook zelf opstellen. Je kan op het registratiekantoor waar je de aangifte moet indienen inlichtingen krijgen over de wettelijke voorschriften waaraan de aangifte moet beantwoorden. De medewerkers van het registratiekantoor mogen echter niet meewerken aan het opstellen van de aangifte zelf. Voor het opstellen van de aangifte gebruik je een formulier dat je samen met de uitnodiging tot
indiening van de aangifte wordt opgestuurd door het bevoegde registratiekantoor. Het formulier is ook gratis te krijgen in elk registratiekantoor en kan ook worden gedownload via de website www.minfin.fgov.be. Je gaat naar Myminfin zonder authentificatie en kiest het tabblad formulieren (onder gegevens en documenten), onder het thema Successierechten > Aangifte van nalatenschap. Wat gebeurt er na de indiening van de aangifte van nalatenschap? De aangifte van nalatenschap wordt gebruikt om het successierecht te berekenen. Het successierecht wordt berekend: •• volgens een tarief dat opklimt per schijf van verkrijging •• volgens een tarief dat verschilt naargelang de graad van verwantschap tussen de erfgenaam en de overledene. Wie betaalt successierecht? Erfgenamen en legatarissen moeten ieder voor hetgeen zij verkrijgen successierecht betalen. Aan wie wordt het successierecht betaald? Het successierecht wordt betaald aan de ontvanger van het registratiekantoor waar de aangifte van nalatenschap werd ingediend. Hoe betaal je het successierecht? Het successierecht kan worden betaald door •• storting of overschrijving van het te betalen bedrag op het rekeningnummer van het bevoegde registratiekantoor •• de afgifte van kunstwerken. Deze betalingswijze is onderworpen aan een speciale reglementering. Wanneer moet je het successierecht betalen? Je betaalt het successierecht binnen de 2 maanden na de dag waarop de indieningtermijn voor de aangifte van nalatenschap verstreken is. Na deze termijn betaal je de wettelijke intrest. Kan je uitstel van betaling krijgen? Om een uitstel van betaling van het successierecht te krijgen, dien je een gemotiveerd verzoek in bij de ontvanger van het registratiekantoor waar de aangifte van nalatenschap werd ingediend. Het maximum uitstel is 5 jaar vanaf de datum van het overlijden. Let op: er zullen dan wel nalatigheidsintresten worden aangerekend. Welke zijn de tarieven? Voor de tarieven in de drie gewesten, de verschillende tarieven naargelang het geërfde bedrag en naargelang de graad van verwantschap verwijzen we door naar www.minfin.fgov.be of naar het registratiekantoor Maaseik. Op www.successions-europe.eu vind je meer info over nalatenschappen met grensoverschrijdende aspecten.
37
2. Testament Wat is een testament? Een testament is een document waarin iemand verklaart wat na zijn dood met zijn vermogen moet gebeuren. Elk testament is een afzonderlijke akte. Zo kunnen man en vrouw geen gezamenlijk testament opmaken. Ieder stelt op een afzonderlijk blad zijn testament op. Centraal Register van Testamenten Elk testament kan ingeschreven worden in het Centraal Register van Testamenten (CRT). Hier worden alle gegevens van testamenten bijgehouden. Als een testament bij een notaris in bewaring wordt gegeven, laat hij dit inschrijven in het CRT. In dit register worden de identiteit van de testateur, de naam van de notaris en de datum opgenomen. De inhoud van het testament blijft geheim, zolang de erflater leeft. Na het overlijden kan aan het CRT gevraagd worden of er een testament bestaat. Je moet hiervoor de overlijdensakte voorleggen. Wie kan een testament maken? Iedereen die gezond van geest is, door de wet niet onbekwaam verklaard is en 16 jaar of ouder is, kan zelf bepalen hoe na zijn overlijden zijn goederen zullen verdeeld worden. Of je dezelfde gezondheid van geest zal hebben op dag van overlijden maakt niets uit. Wie kan bij testament ontvangen? Minderjarigen of onbekwaamverklaarden kunnen in principe wel erven. Sommige personen kunnen bij wet niet erven, bv. iemand die nog niet verwekt is op het ogenblik van het overlijden. Een ongeboren kind dat levensvatbaar geboren wordt, kan wel erven. Kan ik in een testament mijn erfgenamen zelf kiezen? Niet helemaal. De kinderen en echtgenoot hebben een wettelijk voorbehouden deel dat hen sowieso toekomt. Zij kunnen dus nooit volledig onterfd worden. Ook de ouders hebben soms een wettelijk voorbehouden erfdeel. Met de rest doet u wat u wil, bijvoorbeeld via een testament. Wat is het nut van een testament? Het testament wordt vooral gebruikt door mensen zonder kinderen. Voor gehuwde mensen zonder kinderen kan het een nuttig middel zijn om de wettelijke bepalingen waarbij het ganse gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom toekomt aan de langstlevende, bij te sturen. Welke testamentvormen bestaan er? •• Het openbaar testament Dit is een notariële akte, die verleden wordt voor een notaris in aanwezigheid van twee getuigen. De getuigen zullen vanaf de voorlezing van het testament aanwezig zijn en daarna ook ondertekenen. De erflater dicteert aan de notaris zijn testament. Deze vorm is noodzakelijk voor personen die niet kunnen schrijven. Het gedicteerde gedeelte van het testament hoeft sinds kort niet meer eigenhandig geschreven te worden door de notaris. Hij mag het typen. De notaris leest het testament voor waarna het wordt ondertekend.
38
•• Het eigenhandig testament Je schrijft het testament van de eerste tot de laatste letter eigenhandig. Laten schrijven of typen mag dus niet. Hoe of waarop je het schrijft is niet belangrijk: een blad papier, een omslag of zelfs een stuk karton of hout. Het mag geschreven worden met een vulpen, potlood of stift. Toevoegingen, overschrijvingen of postscripta zijn toegelaten. Natuurlijk is een ordelijk en overzichtelijk testament het beste. Vermeld datum en plaats. Aan de hand van de datum zal later kunnen
nagegaan worden of je op dat ogenblik bekwaam was om een testament op te maken. Tot slot onderteken je het testament. Na het overlijden moet dit document wel nog bij de notaris terechtkomen... Het is daarom toch wenselijk dat je het testament door de notaris laat inschrijven in het Centraal Register van Testamenten. Hier zijn beperkte kosten aan verbonden. •• Het internationaal testament Je biedt dit testament aan je notaris aan, die in aanwezigheid van twee getuigen een verklaring opmaakt. Het testament moet schriftelijk opgesteld worden, maar je hoeft het niet noodzakelijk zelf te schrijven - een familielid of vriend mag dit in je plaats doen. De taal waarin het opgemaakt wordt speelt geen rol. Het mag worden getypt. Welke testamentvorm kiezen? Het eenvoudigst en goedkoopst is het eigenhandig testament. Het is wel goed mogelijk dat het verloren gaat of in handen van een niet-erfgenaam belandt, met alle risico’s van dien. Je kan het daarvoor bij een notaris in bewaring te geven. Steek in dit geval in je eigen papieren een briefje zodat de erfgenamen weten dat zij na overlijden contact moeten opnemen met de notaris. Het internationaal testament is geschikt voor een wereldburger en is altijd rechtsgeldig, ongeacht de plaats waar het is opgemaakt, de ligging van de goederen, de nationaliteit of de woon- of verblijfplaats van de erflater. Het openbaar (notarieel) testament heeft dan weer grote bewijskracht en garandeert een exacte juridische en technische formulering. De bewaring is ook dadelijk verzekerd. Wat moet er in een testament staan? De inhoud moet een duidelijke en exacte weergave van jouw wil zijn. Na je dood is er alleen nog maar de geschreven tekst, en kan je zelf geen toelichting meer geven. Het zou spijtig en pijnlijk zijn als een verkeerde interpretatie niet overeenstemt met jouw wil. In een testament kan je je ganse vermogen of een gedeelte ervan opnemen, ten voordele van één of meer personen of instellingen, die al dan niet een gelijk deel krijgen. Je moet heel duidelijk bepalen welke personen je bedoelt. Denk aan de mogelijkheid wat er moet gebeuren als bepaalde personen vóór jou zouden overlijden. Gaat het erfdeel dan naar je afstammelingen of erven de andere legatarissen in zijn plaats? Instellingen of organisaties moeten ook duidelijk bepaald en omschreven zijn. Voorbeelden van inhoud •• Een beschikking over al de goederen die de erflater bij zijn overlijden zal nalaten of algemeen legaat: ‘…stel aan als mijn algemene legataris, mijn goede vriendin… Maaseik, (datum) (handtekening)’ •• Een beschikking over een gedeelte van de goederen, roerend of onroerend, of legaat onder algemene titel: ‘…laat al mijn meubelen na aan mijn vriend… Maaseik (datum) (handtekening)’ •• Een beschikking over een bepaald goed of bijzonder legaat: ‘…geef mijn appartement te Knokke, (straat nummer) aan … Maaseik (datum) (handtekening)’ •• Een combinatie is mogelijk. Je kan een vertrouwenspersoon aanduiden als uitvoerder van het testament. Bepaalde schikkingen kunnen worden voorzien voor de kerkdienst, begraving of crematie.
39
Duolegaat Je wil wel iets nalaten aan de organisatie waarin je gelooft en die je misschien tijdens je leven ook al hebt gesteund? In je testament kan je bepalen dat persoon X (bijvoorbeeld je nichtje) een legaat ontvangt vrij van successierechten op voorwaarde dat persoon Y (bijvoorbeeld een vereniging zoals Artsen zonder Grenzen) de last tot betaling van de successierechten van X overneemt. Anders gezegd: niet je nichtje betaalt de successierechten maar Artsen zonder Grenzen. Een erkende organisatie betaalt minder successierechten. De fiscus de uiteindelijke (maar vrijwillige) ‘verliezer’ in deze constructie. Als je overweegt een deel van je vermogen aan een erkende organisatie na te laten, raadpleeg dan een notaris en laat de berekening maken voor jouw specifieke geval. Formaliteiten na overlijden Kort na het overlijden neem je contact op met de notaris. Via opzoekingen bij het Centraal Register Testamenten of het registratiekantoor, zal hij nagaan of het voor-gelegde testament het juiste is. Meer info? Bij de notaris van je keuze. www.notaris.be www.giften-legaten.be www.testament.be
40
Hoofdstuk 4 verwerking van de rouw 1. Wat is rouw? Het overlijden van een dierbare is één van de meest ingrijpende gebeurtenissen die een mens kan meemaken. Een overlijden wordt gevolgd door vele reacties die we samen ‘rouw’ noemen. Er treedt alleen rouw op als je een band had met de overledene. Zonder band met de ander is er dus geen rouw mogelijk. Je kan rouw eigenlijk zien als de prijs die je betaalt voor de band die je met de ander had. Hoe intenser de band, hoe hoger de prijs. Hoe intenser de band, hoe intenser de rouw. Die band hoeft daarvoor niet alleen maar positief te zijn geweest. Ook relaties met ruzies, conflicten en negatieve gevoelens kunnen tot intense rouw leiden. Rouw is een veel voorkomend fenomeen. In Vlaanderen sterven elk jaar 50.000 mensen, 140 per dag. Stel dat elke overledene vier naasten achterlaat, dan krijgen elk jaar 200.000 mensen met de dood van een betekenisvolle naaste te maken. Eén van de vijf nabestaanden heeft ernstige problemen met de aanpassing na het overlijden. Daaruit volgt dat elk jaar 40.000 mensen grote problemen (blijven) ondervinden na het overlijden van een naaste. Door de vergrijzing van de bevolking zal de komende decennia het aantal overlijdens per jaar nog sterk toenemen. Een verlies verwerken doet iedereen op zijn eigen manier. Er zijn geen regels voor. Belangrijk is dat de rouwende de ruimte neemt en krijgt om te rouwen zoals hij dat wil en nodig heeft. Er zijn veel factoren die ervoor zorgen dat iedereen op een andere manier een verlies door de dood verwerkt. Ze zijn in drie groepen te verdelen: De persoonsfactoren •• de aard en het karakter van de rouwende •• de gewoontes die bestaan binnen de cultuur of de godsdienst waarmee men zich verbonden voelt •• de manier waarop in het oorspronkelijke gezin met sterven en rouw wordt/werd omgegaan •• de verwerking van eerdere verlieservaringen •• de persoonlijke draagkracht op het moment dat het overlijden plaatsvindt De betekenisfactoren •• de betekenis van de band met de overledene in het leven van de nabestaande •• de situatie rond het overlijden, de wijze waarop de dierbare gestorven is •• de ontwikkelingsfase of levensfase waarin de nabestaande zich bevindt De omgevingsfactoren •• de woonsituatie die bepalend is voor dagelijkse contacten •• de mogelijkheid om contacten te leggen als daar behoefte aan is •• het gebruik kunnen maken van het persoonlijke sociale netwerk
41
2. Fasen en taken bij rouw In het rouwproces komen vier ‘taken’ voor. Taak 1: het aanvaarden van het verlies Het aanvaarden van het verlies betekent: het geloven, het onder ogen kunnen zien, het verstandelijk weten dat het verlies realiteit is en het gevoelsmatig beseffen dat het verlies heeft plaatsgevonden. Net na het overlijden, en soms nog lange tijd daarna, is dit alles nog heel moeilijk. Mensen zeggen dan dingen als: ‘Ik kan niet geloven dat hij dood is’, ‘Ik kan het niet accepteren’, ‘Het dringt niet tot me door dat hij nooit meer terug zal komen’ of ‘Het kan niet waar zijn dat hij dood is’, … De realiteit van het overlijden dringt vaak pas geleidelijk door. Hoewel nabestaanden verstandelijk al snel weten dat de ander overleden is, is het gevoelsmatig aanvaarden vaak lange tijd heel moeilijk. Het aanvaarden van het verlies wordt wel steeds makkelijker omdat men er de hele tijd weer aan herinnerd wordt dat de ander er niet meer is. Overal waar men komt, en bij alles wat men doet waar de overledene voorheen bij aanwezig was, ervaart men dat de dierbare werkelijk voorgoed weg is. Het omgekeerde van aanvaarding van het verlies is ontkenning. Sommige mensen kunnen niet onder ogen zien dat de dierbare echt overleden is. Soms kan men de gevolgen van het overlijden niet overzien. Om zichzelf te beschermen doen deze mensen alsof het niet gebeurd is. Ontkenning kan totaal of gedeeltelijk zijn. Bij totale ontkenning gaan mensen geloven dat de dierbare niet dood is en in dit leven terug zal keren. Bij gedeeltelijke ontkenning gaan mensen nog een tijdlang de tafel voor de overledene dekken of tegen hem of haar praten. Hoewel ontkenning een begrijpelijke en normale reactie is, kan langdurige ontkenning soms tot problemen leiden. Het onder ogen zien van het verlies en het verwerken ervan wordt met de tijd namelijk steeds moeilijker. Taak 2: het voelen van de pijn die het gevolg is van het verlies De verwerking van een verlies gaat vaak gepaard met emotionele pijn. Verschillende emotionele reacties kunnen daarbij voorkomen: verdriet, angst, boosheid en schuldgevoelens. Het ene moment voelen nabestaanden zich intens verdrietig, boos of somber en is er een hevig verlangen naar de overledene. Op een ander moment is het verdriet meer op de achtergrond aanwezig. Er wordt dikwijls gezegd dat men na het verlies van een dierbare altijd veel pijn moet ervaren en verdriet moet uiten. Maar dat is niet altijd het geval. Het kan voorkomen dat mensen weinig verdriet en pijn ervaren ook al is het iemand van wie ze veel gehouden hebben. Dat kan gebeuren bij mensen die een ouder verliezen die al een hoge leeftijd bereikt had. Daarbij komt dat niet iedereen zijn verdriet uit. Het is goed om te beseffen dat het uiten van rouwgevoelens iets anders is dan het ervaren van deze gevoelens. Soms hebben nabestaanden verdriet zonder het te uiten, of uiten zij het enkel als zij alleen zijn. Het is eigenlijk net als bij een positieve gebeurtenis: als mensen een blijde gebeurtenis meemaken, dan uit elke mens zijn gevoelens anders. Sommigen lachen of roepen het uit van geluk, anderen gaan meer ingetogen met hun blijde gevoelens om.
42
Hoewel ieder mens de emotionele pijn van het verlies op een andere manier voelt en uit, kan het voorkomen dat mensen voor deze tweede taak weglopen. Dit kan bijvoorbeeld door het onderdrukken van verdriet of andere emoties, of door het wegstoppen van gedachten en herinneringen aan de overleden dierbare. Wanneer dit langdurig gebeurt en nabestaanden hun gevoelens blijven wegstoppen, kan het op den duur steeds moeilijker worden om het verlies een plaats te geven. Taak 3: het aanpassen aan een leven waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt. Het overlijden van een dierbare leidt tot grote of minder grote veranderingen in het leven van na-
bestaanden. Dit is afhankelijk van de rol die de overledene vervulde. Een vrouw van wie de man zorgde voor allerlei praktische zaken, staat na zijn overlijden voor de taak om de praktische zaken zelf te regelen; een man wiens vrouw altijd het initiatief nam in het contact met anderen, staat na haar overlijden voor de taak om zelfstandig contacten te leggen en te onderhouden. Een moeder die de opvoeding van haar kinderen altijd met haar man deelde, staat na zijn overlijden ineens voor de taak om de kinderen alleen op te voeden. De identiteit van nabestaanden verandert. Een man die zijn vrouw verliest, is ineens geen echtgenoot meer, maar weduwnaar. Een moeder die haar enige kind verliest, verliest haar moederrol. Kinderen die hun ouders verliezen, hebben niemand meer om kind bij te zijn. Op alle veranderingen die er door en na het overlijden plaatsvinden, moeten nabestaanden een antwoord vinden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle kleinere veranderingen die men dagelijks tegenkomt: de man wiens vrouw overleden is, komt elke avond thuis in een leeg huis; ouders die hun kind verloren hebben, horen niet langer elke middag de deur en de tas die in de hoek gegooid wordt; de vrouw die haar moeder verliest, kan niet langer elke dag even bijpraten. We kunnen nog lang doorgaan met het noemen van voorbeelden van veranderingen waar nabestaanden een antwoord op moeten vinden. Het aanpassen van het leven waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt, vraagt heel veel van nabestaanden. Wat hier ook bijhoort, is het aanpassen van verwachtingen, ideeën en opvattingen over de toekomst en het leven. Tot aan het overlijden verliep het leven langs een ononderbroken lijn van verleden naar toekomst. Door het overlijden wordt deze vanzelfsprekende lijn doorbroken en moeten nabestaanden zich opnieuw bezinnen over het leven en de betekenis ervan. Dat geeft nabestaanden het gevoel alle richting in het leven verloren te hebben. Soms vraagt men zich lange tijd af waarom het overlijden heeft plaatsgevonden. Het aanpassen betekent soms dat men een antwoord op deze vraag weet te vinden. Vaak betekent het echter dat men ermee moet leren leven dat er geen antwoord is. Taak 4: de overledene emotioneel een plaats geven en verder leven zonder hem/haar Vroeger werd gedacht dat een verlies pas goed verwerkt werd als de band met de overledene werd doorgesneden. Nu denken we daar anders over. Het gaat er niet om dat de band met de overledene wordt doorgesneden of losgelaten. Het is onmogelijk om iemand die zo dierbaar was en die zo’n belangrijke plaats innam in het leven, te vergeten of los te laten. De relatie met de overledene blijft bestaan, maar de aard van de relatie verandert. In een rouwproces moet men een plaats vinden voor de overledene. Een plaats die het mogelijk maakt om verder te leven, om zich te richten op de toekomst, om zich te richten op dingen die niet met het verlies en de overledene te maken hebben.
43
Onder het verder leven valt ook het aangaan van nieuwe banden en soms het aangaan van een nieuwe intieme relatie; iets dat veel nabestaanden moeilijk vinden. Als de partner overleden is, voelen mensen zich vaak schuldig tegenover die partner. Het aangaan van een nieuwe band hoeft echter niet te betekenen dat de band met de overledene verbroken wordt, of dat de overledene vergeten wordt. Soms is de verwerking van een verlies een moeizaam proces, omdat mensen moeite blijven hebben met deze vierde taak. Het kan gebeuren dat mensen zich blijven vasthouden aan de overledene en dat de band niet verandert. Het kan ook gebeuren dat mensen zich niet op de toekomst durven richten omdat zij het moeilijk vinden om met hun leven verder te gaan zonder de dierbare. Voor mensen die op latere leeftijd een partner verliezen, is het soms extra moeilijk om deze taak te volbrengen. Eenzaamheid komt veel voor omdat sommige ouderen niet zelfstandig nieuwe contacten maken en onderhouden. 3. Verdriet en pijn Treuren om een doodgeboren kind, een partner, een moeder… het lijkt allemaal heel verschillend, maar toch gaat het om hetzelfde proces. Je neemt afscheid van iemand die voor jou heel belangrijk is geweest. Je zal die vertrouwde stem niet meer horen, dat gezicht niet meer zien, dat lichaam niet meer voelen. Je neemt ook afscheid van een stukje van jezelf, en dat doet pijn. In het begin kan je zelfs niet geloven dat je echt zonder die persoon verder moet. Zijn aanwezigheid is nog zo vers, dat je het niet eens zou verwonderen als hij plots weer voor je zou staan. Alle dingen die je aan hem herinneren, maken gevoelens van liefde en verdriet weer wakker: een liedje op de radio, een geur, een speeltuin, een haarspeld, een gelijkenis met een ander. Vaak zoek je die situaties zelfs bewust op, in de hoop dat je daarbij iets terugvindt van degene die je zo mist. Daarom bekijk je foto’s van vroeger, praat je met anderen over de overledene, breng je een bezoek aan het graf. Dit proces waarin je jezelf onderdompelt in verdriet is tegelijk pijnlijk en troostend. In elk geval is het nodig. Alleen door jezelf met het verlies te confronteren, kunnen negatieve emoties afzwakken en komt er plaats voor prettige herinneringen. Een rouwproces verloopt nooit geleidelijk en geordend. Soms denk je dat het beter gaat en krijg je opnieuw vertrouwen en dan komt het verdriet plots in alle hevigheid terug. Zulke periodes kunnen tot lang na het overlijden blijven aanhouden. Dat het langzaam beter wordt, merk je als de emoties minder scherp worden, als er langere periodes liggen tussen de momenten van sterk verdriet, als er meer ruimte vrijkomt voor fijne herinneringen.
44
Als verdriet blijft duren Een rouwproces verandert mensen, geeft ze meestal levenswijsheid, geeft ze meer liefde en begrip voor anderen. Toch willen we dat proces vaak liever ontlopen. Nadenken, lezen, praten over de dood: het zijn inspanningen die we liever niet doen. We willen liever vluchten voor de realiteit, stoppen met lezen, er niet over nadenken. Maar het heeft wel zin om bij een afscheid
stil te staan. Wie aanvaardt dat het leven eindig is, durft ook meer te genieten, leeft minder bevangen. Als je het erg bedreigend vindt om over de dood na te denken, als je voortdurend met de angst leeft om iemand te verliezen, dan kan er sprake zijn van een fobie. Als je verdriet jaren na een verlies nog altijd even scherp is en je verlamt, als je geplaagd wordt door nachtmerries of als je ongewone lichamelijke klachten hebt, dan heb je het verlies misschien niet goed verwerkt. Praat erover met je dokter en laat je eventueel doorverwijzen naar een gespecialiseerde dienst of zelfhulpgroep. 4. Hulp krijgen of geven bij rouw Praten werkt ‘Waarom zou ik met iemand praten over haar dood, ik krijg haar er toch niet mee terug.’ Deze uitspraak is van een weduwnaar, kwaad en verbitterd dat zijn vrouw was overleden en van mening dat zijn leven alleen nog zin had als zij weer terugkwam. Iemand die zich afsluit van anderen ontneemt zichzelf de kans om verder te komen en het verlies een plaats te geven. De mens is een sociaal wezen en heeft behoefte te praten over zaken die hem bezig houden. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat sociale steun van mensen in de directe omgeving erg belangrijk is voor het verwerkingsproces. Sociale steun geven: dit kan je doen •• Luisteren: veel nabestaanden willen een luisterend oor, zodat ze steeds weer iets kunnen vertellen over het verlies van de overledene, maar vooral ook over dagelijkse zaken. •• Aanwezig zijn: als familie en vrienden er gewoon zijn, wordt dit enorm geapprecieerd, zelfs zonder veel gesprek of actie. •• Warmte bieden: sla eens een arm rond een schouder en toon je betrokkenheid. •• Initiatief tonen: doe zelf voorstellen, misschien is een wandelingetje een goed idee, breng soep, zet koffie enz. •• Evalueren: vraag bij de ander eens na of hetgeen je doet OK is. Je kan dan eventueel je gedrag bijsturen. Sociale steun geven: dit kan je beter niet doen •• Weinig langsgaan bij de achterblijvende partner/ouder/kind…: eenmaal als de begrafenis achter de rug is, wordt het leeg op het rouwadres. Blijf langsgaan. •• De rouw wegstoppen: gemaakt vrolijk doen, niet praten over het overlijden, doen alsof er niets aan de hand is… Het kan geen kwaad om over het overlijden te praten. Zo help je hem/haar bij de rouw. •• Ongevraagde adviezen: ‘je moet er eens uit’, ‘je moet erover praten’, enz. Geef hem/ haar de ruimte om zelf te beslissen hoe hij/zij de rouw verwerkt. •• Aanmoedigingen tot herstel: ‘volgende kerst ben je er weer helemaal bij’, ‘je zal zien dat het binnen een paar weken al veel beter gaat’. Beter niet doen, geef hem/haar de tijd om te rouwen. •• Onecht inleven: ‘Ik weet precies hoe jij je voelt’. Je kan dat niet weten. Je kan er wel oprecht naar vragen. •• Raadgeving om het verlies te compenseren met een nieuw kind/partner: dit is zeer pijnlijk. De overledene was uniek en niet vervangbaar. Insinueren dat hij vervangbaar is, komt hard en gevoelloos over, ook al bedoel je het zo niet.
45
•• Aanraden verdriet en pijn uit de weg te gaan: kalmeerpillen adviseren, adviseren maar niet te vaak naar het kerkhof te gaan, niet in contact te komen met kinderen van dezelfde leeftijd als het overleden kind, … 5. Goede raad bij moeilijke momenten Iedereen is anders en iedereen rouwt anders. Toch kan deze goede raad moeilijke momenten minder hard maken.
46
•• P robeer er af en toe bij stil te staan dat mensen die je dierbaar zijn, kunnen wegvallen. Ook al kan je je een leven zonder man, kinderen, ouders of vrienden moeilijk voorstellen, toch is het goed te beseffen dat je hen kan verliezen. Het helpt je daarbij nog meer te genieten van hun aanwezigheid en je tijd niet te verdoen met banale ruzies. •• Ga moeilijke momenten niet uit de weg. Als het gaat om ernstig zieke of om oudere mensen, negeren we wel eens belangrijke signalen. Aarzel niet om je in te lichten over iemands toestand, negeer slecht nieuws niet en praat er ook over met de zieke. Voor hem is het belangrijk te weten dat je luistert en z’n angst begrijpt. Dat je het antwoord op zijn vragen eventueel schuldig blijft, is dan minder van tel. Je hoeft deze contacten natuurlijk niet te forceren. Probeer aan te voelen wat het tempo van de zieke is. Na het definitieve afscheid zal je aan die momenten van samenzijn mooie herinneringen bewaren. •• Neem afscheid op jouw manier. Laat je niets aanpraten door anderen om je bestwil. Het is niet gek of raar als je nog een tijdje bij je overleden vader of moeder wil zitten voor de anderen ingelicht worden. Je mag je overleden partner of kind in je armen houden, een kus geven, mee helpen verzorgen. Als je de dode nog eens wil zien, dring daar dan op aan, zelfs als dat niet vanzelfsprekend is, bv. na een ongeval. Voor sommige mensen is dit een noodzakelijke stap in het afscheidsproces. •• Sluit niemand uit om hem te sparen. Vaak worden oude mensen of kinderen geweerd als het om afscheid nemen gaat. We zijn bang dat de emoties de gezondheid van opa zouden schaden, of dat een jong kind getraumatiseerd wordt als het zijn overleden moeder ziet. Als zij van bij het begin bij het afscheid betrokken worden, kunnen ze dat meestal wel aan. Kinderen worden niet noodzakelijk afgeschrikt door de aanblik van een dode, zeker niet als de mensen in hun omgeving er ook rustig op reageren. De kinderen kunnen bijvoorbeeld een tekening maken om bij oma of opa op het bed te leggen. Of ze kiezen een knuffel uit om met zusje of broertje mee te geven. Ook voor volwassenen kan het een troost zijn iets actiefs of tastbaars te doen; de lievelingsmuziek van de overledene opzoeken, een gedicht of een afscheidsbrief schrijven. •• Neem de tijd om het verlies te verwerken. Je hoeft niet per se alle kleren en bezittingen van de overledene zo snel mogelijk weg te doen. Je kan gerust de kamer laten zoals ze is, tot er een moment komt waarop je voelt dat je aan verandering toe bent. De kamer van het kind dat er niet meer is, wordt de studeerkamer van jongere broer die naar het middelbaar gaat; kleren worden meegegeven aan iemand die ze goed kan gebruiken; de ring van oma wordt de verlovingsring van je oudste dochter. •• Blijf aandacht schenken aan de mensen rond je, ook al ben je nog zo verdrietig. Als je iemand verliest, verdwijnen de anderen wel eens op de achtergrond. Probeer toch contact te houden, hou rekening met je kinderen die hun vader verloren hebben, je vader die afscheid nam van zijn vrouw, je man die net als jezelf rouwt om zijn kind. Verder zorg dragen voor hen helpt je ook je verdriet te boven te komen. •• Verdraag dat anderen anders met hun verdriet omgaan. Als je tiener je vraagt of hij mag uitgaan de week nadat z’n grootvader gestorven is, betekent dat niet dat hij geen verdriet heeft. Als je man snel terug wil gaan werken, je kinderen de radio aanzetten of je zus geen zwart draagt op de begrafenis, dan zijn dat geen blijken van onverschilligheid. Ze gaan gewoon anders om met
••
••
••
••
gemis. Zoek een compromis waarbij niemand zijn wil aan de andere opdringt en iedereen de nodige ruimte krijgt. Aanvaard de hulp van anderen. Na een belangrijk verlies lukt het vaak niet zo best het huishouden te beredderen en/of je werk te doen. Een buurvrouw die de kinderen opvangt, of je moeder die zonder commentaar je strijkberg komt aanpakken: ze kunnen een enorme steun betekenen, zelfs al komt je verdriet daarbij niet altijd ter sprake. Verlies jezelf niet in schuldgevoelens. Heb ik wel vroeg genoeg gezien dat hij ziek was? Waarom heb ik haar een brommer laten kopen? Ik heb tijdens mijn zwangerschap gerookt en te hard gewerkt… Die vragen kunnen door je hoofd blijven spoken. Ook rond het afscheid blijf je tobben. Ik heb niet gezegd hoeveel ik van haar hield. Ik ben de dag daarvoor nog boos geweest. Waarom ben ik die nacht niet in het ziekenhuis gebleven? Schuldgevoelens zijn krampachtige pogingen om controle te krijgen over iets wat buiten onze controle valt. We zoeken naar tastbare redenen waarom dit verlies ons overkomt. Toch is het duizendmaal belangrijker dat je inziet wat je wél voor iemand gedaan hebt, welke de positieve ervaringen zijn geweest. Doseer je emoties. Verdriet is normaal, maar het mag je niet overweldigen. Heb je het gevoel alle controle te verliezen, neem dan geen kalmerende medicatie op eigen houtje, maar spreek hierover met je dokter. Kalmeermiddelen dempen je gevoel en kunnen je tijdelijk een adempauze geven. Daarna ben je soms beter in staat je gevoelens onder ogen te zien, zonder medicatie. Geniet van de aandacht die anderen aan de overledene schenken. Naar de begrafenis of de herdenkingsmis komen, op de verjaardag een bloemetje op het graf zetten, een briefje of telefoontje op het goede moment: het zijn allemaal attenties die voor jou wonderen kunnen doen.
Meer info of hulp nodig? Je huisarts kent je het beste en is goed geplaatst om je verder te helpen of door te verwijzen als je blijft vastzitten in je verdriet. Je kan ook bij volgende organisaties terecht. www.caw.be is de website waarop je informatie vindt over de 26 Centra voor Algemeen Welzijn in Vlaanderen en Brussel. In deze centra kan je terecht voor eerstelijnshulp voor allerhande problemen, ook voor psychische begeleiding bij het verlies van een naaste. www.rouwzorgvlaanderen.be is de website van Rouwzorg Vlaanderen, een vrijwilligersorganisatie die emotionele steun geeft aan mensen die het overlijden van een dierbare moeten verwerken. De organisatie is christelijk geïnspireerd maar staat open voor iedereen. www.vrijzinniglimburg.be Je vindt er een doorverwijzing naar de huizenvandeMens, die je kunnen helpen met de organisatie van een vrijzinnige afscheidsplechtigheid. Maar ook individuele gesprekken over de verwerking van jouw verlies zijn mogelijk. www.gezinspastoraal.be Op deze website vind je informatie over de initiatieven die in de Vlaamse bisdommen genomen worden rond rouw en rouwverwerking (met o.a. verwerkingsgroepen en ontmoetingsmomenten). www.tele-onthaal.be Deze telefonische hulpdienst is het ganse jaar door dag en nacht bereikbaar. 6. Ouderen en rouw Bij ouderdom hoort meestal een opeenstapeling van meerdere verliezen. De gezondheid wordt slechter, de oudere persoon wordt meer afhankelijk van hulp. Men kan zelf of bij de partner te maken krijgen met vergeetachtigheid of dementie. Daarbij wordt men regelmatig geconfronteerd met overlijdens die plaatsvinden in de familie en in de vrienden- en kennissenkring. De wereld wordt steeds kleiner. De kinderen en kleinkinderen zijn vaak druk bezet of ze wonen te ver weg om regelmatig op bezoek te komen. De partner is dan vaak de enige met wie men nog een intensief emotioneel con-
47
tact heeft. Wanneer die partner dan ook nog wegvalt, wordt de achterblijvende in een rouwproces gedompeld waarin hij het leven soms uitzichtloos vindt. Toegenomen levensverwachting - De vergrijzing Hoe ouder we worden, hoe meer (getrouwde) koppels mogen ervaren dat hun verbintenis vele jaren beslaat. Een gouden of diamanten huwelijk is al lang geen uitzondering meer. Dit kan voor veel koppels betekenen dat zij op steeds hogere leeftijd afscheid moeten nemen van elkaar. Hoe moeilijk dat afscheid is, wordt door de omgeving vaak onderschat. Een goedbedoelde troost die de achterblijvende partner krijgt te horen is ‘dat je toch lang van elkaar hebt mogen genieten’, ‘dat lang niet iedereen zoveel geluk heeft in het leven’ of ‘dat het toch een mooie leeftijd was’. De gedachte ‘dat men toch een mooi leven heeft gehad’ is juist een bevestiging van het gemis, de leegte en de zinloosheid. Hoe langer je samen was, hoe moeilijker je went aan het alleen zijn. Rouwende ouderen Rouw bij ouderen komt in grote lijnen overeen met rouw bij jongere mensen, maar kent wel specifieke problemen. Het overlijden van de levenspartner roept niet alleen een intens verdriet op, het vraagt ook om aanpassing aan een totaal andere situatie. Natuurlijk moeten ook jongere mensen die hun partner verliezen zich aanpassen aan een nieuwe levenssituatie. Bij hen stuwt het leven hen weer makkelijker voort: de zorg voor de kinderen, weer uit werken gaan, een groot sociaal netwerk... De drang om te overleven is dan sterker dan het verlangen om ‘er ook maar niet meer te zijn’. Bij ouderen is de rouw soms zeer intensief omdat de energie en de motivatie ontbreken om het verlies in het leven nog een plaats te geven. Zij hebben het gevoel dat het leven geleefd en voorbij is. De toekomst levert weinig nieuwe of aangename vooruitzichten op. Vaak hoor je verzuchten: ‘Ik heb het allemaal wel gezien’ en ‘Het zou mooi zijn wanneer ik zachtjes in zou slapen’. Er zijn gevoelens van eenzaamheid, leegte en zinloosheid. Kinderen en verzorgenden proberen de oudere achterblijvende persoon te helpen, maar doen dat niet altijd op de goede manier. Ze willen het liefst dat een rouwende, verdrietige oudere zichzelf niet laat gaan, maar weer zo snel mogelijk ‘iets’ gaat doen om over het verdriet heen te raken. Kaarten, een boek lezen, naar de wekelijkse bijeenkomst van de vereniging gaan, en nog zoveel andere dingen die allemaal georganiseerd worden voor senioren. Het effect van deze goedbedoelde pogingen is dat de oudere persoon zich steeds minder begrepen voelt. Kinderen op hun beurt voelen zich teleurgesteld en gefrustreerd omdat hun aandacht en zorg geen effect heeft. Een evenwicht vinden tussen het toelaten van emoties en pijn, en het opnemen van dagelijkse bezigheden
48
Emoties, pijn en verdriet De confrontatie met de dood van de partner is een zware inbreuk op het leven van de nabestaande. Er zijn veel emoties en veranderingen, die men niet zomaar een plaats kan geven. Het is alsof de vaste grond onder de voeten weggeslagen wordt. Opeens behoort men niet meer tot de groep van de koppels maar tot de groep van weduwen, weduwnaars of singles. De eerste poging om een beetje greep te krijgen op het onbegrijpelijke verlies is het vertellen over de persoon die overleden is en over de omstandigheden van het overlijden. Vertellen over de overledene doet recht aan diens persoon. Verwerken van intens verdriet vraagt van een nabestaande dat deze het verdriet zo goed mogelijk doorleeft. Een doorleefd verdriet kan zijn scherpte verliezen en uiteindelijk uitdoven. Emoties die niet doorleefd worden, kunnen het rouwproces ernstig bemoeilijken. Er is wilskracht en energie voor nodig om stappen te zetten waardoor men verder komt. De energie kan ontbreken, zeker als men
fysiek al minder draagkracht heeft. Ga het verdriet niet uit de weg, het mag er zijn. Zich sterk houden is niet nodig. Een nabestaande die te rationeel omgaat met de pijn van het gemis en zich zo veel en zo snel mogelijk richt op allerlei bezigheden om daardoor de pijn te ontlopen, verwerkt het verlies niet echt. Het alledaagse leven weer opnemen Tegelijkertijd vraagt verwerking ook dat men zijn plaats weer vindt in het dagelijkse leven. Het gaat dan om noodzakelijke dingen zoals werken, eten, verzorgen van zichzelf en het huishouden doen. Maar het gaat ook om zaken die minder belangrijk lijken maar ook nodig zijn om tot een goede kwaliteit van leven te komen. Het (weer) aanknopen van sociale contacten, het opnieuw opnemen van ontspannende activiteiten en dergelijke. Een nabestaande die enkel gericht is op het verlies en bijna geen aandacht en energie meer heeft voor andere zaken in het leven, kan steeds meer vereenzamen, zichzelf verwaarlozen en uiteindelijk in een problematische rouw terecht te komen. Je ziet dat het een wankel evenwicht is dat gevonden moet worden, tussen het verdriet doorleven en weer activiteit opnemen. Vrienden en kennissen Vrienden en kennissen kunnen van goudwaarde zijn. De echt gemeende aandacht en zorg die zij geven kan een belangrijke steun zijn. Vaak moet een nabestaande vaststellen dat sommige vrienden er niet zijn, en dat anderen, waarvan je het niet verwachtte, juist degenen waren op wie men kon steunen en bij wie men terecht kon in deze moeilijke periode. Het vertrouwen in mensen kan dus gekwetst worden, maar kan ook groeien. Probeer de goede dingen vast te houden en te onthouden. Levensbeschouwing en godsdienst De levensbeschouwing of de godsdienst die men heeft, kan helpen om het verlies een plaats te geven of om zich ermee te verzoenen. Maar de godsdienst kan na een hevig verlies ook teleurstelling, frustratie en irritatie geven. Gelovige mensen vinden soms dat God hen in de steek laat of hun zelfs dit leed aandoet. Hulp durven vragen/durven geven Hulp vragen is voor oudere mensen niet vanzelfsprekend. Ouderen hebben, soms meer dan anderen, de neiging om verdriet te verbergen. Zij zijn opgegroeid in een tijd en een samenleving waarin het tonen van verdriet niet altijd aangemoedigd werd. ‘Men moet het leven nemen zoals het komt’, is vaak hun opvatting. En: ‘Je moet het toch alleen verwerken en degene om wie je rouwt komt er niet door terug’. Deze gedachten kunnen er toe leiden dat de verwerking van de rouw stopt en dat men in een isolement terecht komt. Troost Voor degene die het verdriet van de nabestaande hoort, is de verleiding groot om te willen troosten. Dat is begrijpelijk en goed, alleen mag men troosten niet verwarren met het verdriet kleiner te willen maken. ‘Troostende’ opmerkingen zijn bijvoorbeeld ‘dat de overledene toch al lang ziekelijk was’ of de clichés die vooral bij ouderen vaak gebruikt worden en waar we al eerder aandacht aan schonken: ‘Je hebt toch een mooi leven gehad met elkaar’ of ‘Je hebt elkaar toch lang mogen hebben’. In deze en veel andere vormen van troost klinkt een boodschap door die eigenlijk zegt: ‘Het is wel erg wat je meemaakt, maar het had nog erger kunnen zijn. Eigenlijk valt het toch nog mee.’ Echte troost is die troost waarin men zich begrepen voelt in datgene wat men doormaakt. Echte troost vraagt dus van de helper een groot inlevingsvermogen. Echte troost vraagt dat de helper het durft uithouden bij de pijn van de ander en die pijn niet te snel wegwuift. Wanneer een oudere
49
zegt dat hij het alleen-zijn als uitzichtloos ervaart, is het geen troost om te horen ‘dat je zo niet moet denken en dat je moet proberen de zon te blijven zien’. Het is troostender wanneer de helper het onderwerp niet vermijdt, maar expliciet ingaat op het gevoel van uitzichtloosheid. Kinderen met een rouwende vader of moeder zouden het liefst willen dat hun ouder de vreugde in het leven terugvindt. Ook voor hen is het heel verdrietig om hun vader of moeder te zien lijden. Ze voelen zich machteloos om de achterblijvende ouder te troosten. Daarnaast wijzen kinderen hun vader of moeder er soms op dat zij zelf ook verdrietig zijn, maar deze vorm van medeleven komt meestal niet goed over. De ouder zal zich niet begrepen voelen omdat zijn of haar verdriet toch heel anders is. Voor hem of haar is er - denkt men - geen toekomst meer, terwijl het leven van de kinderen nog volop verder gaat. Als de kinderen hun verdriet níet laten zien, kan dat bij de achtergebleven ouder de angst oproepen dat de overledene al rap vergeten is. Conclusie Het helpen van rouwende ouderen kent zijn beperkingen. Hen stimuleren tot allerlei activiteiten werkt eerder destructief dan opbouwend. Helpen is ook niet vanzelfsprekend: hoe vul je ‘troosten’, ‘begrijpen’ en ‘er zijn’ degelijk in? Maar toch is hulp aan de rouwende oudere mogelijk. Ga een authentieke, een échte ontmoeting aan. In die ontmoeting is het verhaal van de nabestaande pas een begin. Echte communicatie ontstaat wanneer een helper kan horen wat voor degene die rouwt de beleving en betekenis is van die feiten. Het werkelijk verstaan van het levensverhaal van de ander vraagt om inspanning en betrokkenheid, omdat veel gezegd wordt ‘tussen de regels door’. Helpers mogen - heel bescheiden - soms in deze intimiteit delen. Het werkelijk verstaan van de ander vraagt om respect, omdat de ander de weg uiteindelijk zelf moet gaan. Helpen bij het zoeken van de weg, bij het verwerken van verlies en bij het doen hervinden van zin en betekenis kan een moeilijke, maar ook dankbare taak zijn. (Bron: Arthur Polspoel, www.omgaan-met-verlies.info - licht aangepast door de dienst welzijn) 7. Rouw na zelfdoding In Vlaanderen zijn er elk jaar ongeveer duizend zelfdodingen. Onderzoekers gaan er van uit dat er bij elke zelfdoding minstens zes nabestaanden direct betrokken zijn. Er zijn ook mensen die meer indirect geraakt worden. Als een iemand door zelfdoding omkomt wordt een hele school, een sportof andere vereniging, groep collega’s, buren, enz. nabestaande. Verschijnselen in het rouwproces na een zelfdoding Er zijn enkele verschijnselen die typisch zijn in het rouwproces bij nabestaanden na zelfdoding. Als het rouwproces stagneert kunnen deze psychische en sociale problemen veroorzaken. Schok en ongeloof Een zelfdoding in je onmiddellijke omgeving is een enorme schok, zeker als je getuige bent of je het lichaam vindt. Een zelfdoding is vaak gewelddadig. Je vindt een (ernstig) verminkt lichaam of je moet het identificeren. Soms kunnen de choquerende beelden zorgen voor een posttraumatische stressstoornis.
50
Het onder ogen zien van zelfdoding als doodsoorzaak kan zo pijnlijk zijn dat je dit ontkent, zeker als de zelfdoding totaal onverwacht komt. De doodsoorzaak kan dan voor anderen worden verhuld. Dit kan te maken hebben met schaamte en met het willen voor zijn van negatieve reacties. Als dit gedrag volgehouden wordt kan dit het rouwproces bemoeilijken. Hoe gebeurde het? Je gaat op zoek naar de precieze manier en omstandigheden van de zelfdoding. Wie was erbij?
Wat was de aanleiding? Wat is er precies gebeurd? Hoe lang heeft het geduurd vooraleer hij gestorven is? Heeft hij veel geleden? Je probeert antwoorden te vinden bij vrienden, leerkrachten, collega’s, politie, de huis-arts, … Je vraagt je soms ook af of hij zich tussen de poging en de uiteindelijke dood niet meer bedacht heeft. Waarom? De allesoverheersende vraag is ‘Waarom?’. Je kan lang bezig zijn met zoeken naar motieven en verklaringen om de oorzaken en achtergronden van de zelfdoding beter te begrijpen. Dit is uniek is voor nabestaanden na zelfdoding, want het hangt samen met het opzettelijke karakter. Je gaat boeken en websites uitpluizen, lezingen bijwonen, deskundigen contacteren, … Zo hoop je antwoorden te vinden en alle puzzelstukjes samen te kunnen leggen - iets dat eigenlijk nooit lukt. De enige die de stukjes kan inpassen is er niet meer. Nabestaanden verwachten heel erg veel van een afscheidsbrief, die niet alleen iets kan vertellen over de mogelijke beweegredenen, maar die vooral ook een emotionele betekenis heeft. Het is het laatste schrijven van je dierbare. Als je niet direct een afscheidsbrief vindt, ga je er koortsachtig naar op zoek. Als de brief wordt meegenomen door de politie voor het onderzoek ervaar je dit als een echte ramp. Maar afscheids-brieven zijn vaak niet verhelderend. Verwacht geen brief zoals in de films. Het zijn meestal brieven die geschreven zijn met een vernauwing in het blikveld, op het einde van het suïcidale proces. Bvb. ‘Ik heb het geprobeerd, maar dit is wat ik wil. P.S. het brood ligt in de bovenste kast.’ Of ‘Morgen komt de loodgieter’. Soms kan de brief aan nabestaanden het gevoel geven dat de zelfdoding een bewuste keuze is. Dit kan betekenis geven aan de zelfdoding, wat goed is voor de innerlijke rust van de nabestaanden. Schuldgevoel “‘Ik wil niemand tot last zijn’, zei de zelfmoordenaar, en bezorgde iedereen een schuldgevoel.” (Fons Jansen) Vanuit de waarom-vraag kom je bij jezelf terecht. Je verwijt jezelf dat je de zelfdoding niet kunnen hebben voorkomen: ‘Had ik maar…’. Je verwijt jezelf dat je te weinig gedaan hebt of iets hebt gedaan wat de zelfdoding mee heeft veroorzaakt. Je kan je ook verwijten niets te hebben gemerkt, of de signalen onvoldoende te hebben gezien. Af en toe verwijt de nabestaande zichzelf dat hijzelf wel nog leeft (overlevingsschuld). Dit is een gevoel dat iemand die dood is, het meer zou verdienen om te leven dan jijzelf. Meestal zijn deze schuldgevoelens niet allesoverheersend en maar zelden heb je een algemeen gevoel van verantwoordelijkheid voor het overlijden. Bijna de helft van de nabestaanden geeft ook aan de suïcide in zekere zin te hebben verwacht. Opluchting Nabestaanden reageren soms met een gevoel van opluchting. De dood betekent dat er een einde is gekomen aan de zorgen en angst over wat er kan gebeuren. Een kans ook om je eigen leven weer in handen te nemen. Samenleven met iemand die een psychiatrische problematiek heeft (schizofrenie, herhaalde depressies met suïcidale dreiging) is een ware uitputtingsslag. Je hebt soms het gevoel dat de overledene nu eindelijk niet meer lijdt.
51
Kwaadheid Je kan kwaad zijn op: •• Jezelf: ik heb te weinig gedaan, ik heb spijt over wat er gezegd en gedaan is of wat ik heb nagelaten. •• De overledene: voor de emotionele pijn, de toegenomen verantwoordelijkheden, het gevoel bedrogen en achtergelaten te zijn. •• Anderen in de omgeving: je verwijt familieleden of vrienden te weinig gedaan te hebben om de zelfdoding te voorkomen. •• Hulpverleners: je verwijt hen dat niemand (genoeg) geholpen heeft om de zelfdoding te voorkomen. Soms is er weerstand tegen het optreden van de politie. •• De media: het schenden van de privacy, sensationele berichtgeving, … •• God: die dit allemaal heeft toegelaten. Angstgevoelens Je hebt schrik dat een ander met wie je een sterke band hebt, bv. een kind, ook zelfdoding pleegt. Je gaat die perso(o)n(en) overbeschermen. Er kan een diepgewortelde angst ontstaan om een nieuwe relatie aan te gaan als je partner zelfdoding pleegde. Suïcidale gedachten Zoals bij elk rouwproces kunnen suïcidale gedachten voorkomen. Deze kunnen veroorzaakt worden door een verlangen om bij de overledene te zijn of door een depressie. De omgeving: stigma, taboe, schaamte en isolatie Na de zelfdoding volgen de eerste reacties; soms warm en begripvol, soms onbehouwen en vol onbegrip. Meestal zijn ze goed bedoeld, maar in jouw beleving komen ze toch soms onhandig, dom of kwetsend over. Nabestaanden krijgen regelmatig te maken met stigmatisering en taboe rondom zelfdoding. Daardoor kan je het moeilijk vinden om met vrienden, familie, collega’s op het werk, … te praten over de zelfdoding. Tweederde van de nabestaanden bemerkt vermijdingsgedrag van mensen. Ze komen niet meer langs, spreken niet meer over de overledene of doen alsof er niets aan de hand is. Tegelijkertijd zien we dat nabestaanden zich soms gaan isoleren van de omgeving. Vaak uit schaamte of vanuit de verwachting dat er toch geen sociale steun gaat komen. Om dit stuk met een positieve noot af te sluiten: een zelfdoding kan ook leiden tot extra medeleven van anderen, juist door het tragische karakter van het verlies. Er kunnen hechtere relaties met vrienden en familie ontstaan. Daarnaast leven heel wat nabestaanden intenser en in zekere zin soms ook gelukkiger, ondanks het verdriet.
52
Pathologische - Vastgelopen rouw Rouw op zich is een normale en gezonde reactie op een overweldigend verlies. Rouw beïnvloedt je denken, je emoties en je gedrag. Het is niet alleen een normaal, maar ook een noodzakelijk fenomeen. De ontwijking van rouw leidt tot psychologische problemen. We kunnen van een verwerkingsstoornis spreken als de verschillende taken van het rouwproces niet doorlopen worden en de rouw vastloopt. Dit kan zich uiten door: •• het vermijden van de realiteit en te redeneren alsof de overledene nog aanwezig is, bv. steeds in de tegenwoordige tijd praten als het over de overledene gaat •• bezig blijven met de overledene, rekening blijven houden met de overledene, bv. de kleren worden schoongehouden, de tafel wordt gedekt voor de overledene
•• situaties en gesprekken te vermijden die herinneren aan het verlies In dit geval is het zeker aan te bevelen hulp te zoeken. Je eigen huisarts is de beste raadgever en kan je doorverwijzen naar gespecialiseerde hulpverlening. Als je extra steun kan gebruiken, verwijzen we door naar deze organisaties. www.werkgroepverder.be voor nabestaanden na zelfdoding met aandacht voor kinderen, tieners, jongeren en volwassenen. De zelfmoordlijn: 1813 www.zelfmoordlijn.be (chat) of je huisarts.
53
54
55
De dood is een uitdaging die ons vertelt geen tijd te verspillen. Die ons vertelt nu meteen te zeggen dat we van elkaar houden. Leo Buscaglia, 1924-1998, professor aan de Universiteit van Californië, USA
Nu ‘t rouwrumoer rondom jou is verstomd, de stoet voorbij is, de schuifelende voeten, nu voel ik dat er ‘n diepe stilte komt en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten. En telkens weer zal ik je tegenkomen, we zeggen veel te gauw: het is voorbij. Hij heeft alleen je lichaam weggenomen, niet wie je was en ook niet wat je zei. Ik zal nog altijd grapjes met je maken, we zullen samen door het stille landschap gaan. Nu je mijn handen niet meer aan kunt raken, raak je mijn hart nog duidelijker aan. Toon Hermans, 1916-2000, cabaretier, zanger, kunstschilder en dichter
Beschaving is zorgen dat ieder mens op essentiële momenten tussen geboorte en dood behandeld of getroost kan worden. Marc Chavannes, °1946, Nederlands journalist en publicist
56
Verantwoordelijke uitgever: Jan Creemers, Diestersteenweg 298, 3680 Maaseik. Vierde druk, juli 2014.