GH600 Digitale camera Gebruikershandleiding
Copyright Copyright 2011 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation. Alle andere logo's, producten of bedrijfsnamen die in deze handleiding zijn vermeld, kunnen de gedeponeerde handelsmerken of auteursrechten van hun respectievelijke bedrijven zijn en worden alleen gebruikt voor informatiedoeleinden.
Disclaimer BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen. De handleiding heeft tot doel onze klanten de recentste en nauwkeurigste informatie te bieden. Houd er daarom ekening mee dat de inhoud af en toe kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Bezoek http://www.benq.com voor de laatste versie van deze handleiding.
BenQ ecoFACTS BenQ heeft zich ingezet voor het ontwerp en de ontwikkeling van een groener product als onderdeel van haar streven naar de ideale bedrijfsvisie "Genot en kwaliteit ana het leven geven" met het ultieme doel een omgeving te bieden met een laag koolstofgehalte. Naast het voldoen aan de internationale regelgevende vereisten en standaarden met betrekking tot milieubeheer, heeft BenQ kosten nog moeite gespaard om onze initiatieven nog verder te stimuleren om een levenscyclusontwerp te integreren in de aspecten van materiaalselectie, productie, verpakking, transport, gebruik en verwijdering van de producten. Het label BenQ ecoFACTS staat voor milieuvriendelijke ontwerphoogtepunten van elk product en hoopt de klant hiermee te overtuigen een doordachte groene keuze te maken bij zijn aankopen. Bezoek de CSR-website van BenQ op http://csr.BenQ.com/ voor meer informatie over de inzet en prestaties van BenQ op het vlak van milieu.
Arsenic-free optical glass BFR/PVC-free casing plastics Eco-friendly ink printing in packaging box 㗇䠞ℰ⭍䎢䑪 ⠸㖀⣽⣚㗇㺛⋽昢䆪∩%)5 ᷵ 偁㰖Ṁ䃖39& 䎖ῄ❲㲠⢏⍗∞⋬墬䚹 䄈䠞ℰ⭟䎢䑪 ⠸冇⣽㮣䄈㺛⋽昢䆪≸%)5 凮 偁㰖Ṁ䃖39& 䒗ῄ❲㲠⢏⍗∞⋬壄䚹
WEEE-richtlijn Verwijdering van afval van elektrische en elektronische apparaten en/of batterijen door gebruikers in privé-huishoudens in de Europese Unie. Dit symbool op het product of op de verpakking geeft aan dat het niet als huishoudelijk afval mag worden verwijderd. U dient uw versleten apparatuur en/of batterijen af te geven volgens het toepasselijke WEEE terugnameschema voor de recyclage van elektrische en elektronische apparaten. Voor meer informatie over de recyclage van dit apparaat en/of batterijen, kunt u contact opnemen met uw lokaal stadsbestuur, de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of het vuilnisverwerkingsbedrijf. Dankzij de recyclage van materialen worden de natuurlijke bronnen Batterij bewaard en wordt het apparaat gerecycleerd op een manier die de menselijke gezondheid en het milieu beschermd. Recycle-informatie: Zie http://www.benq.com/support/recycle voor details.
Regelgevende CE-verklaring Hierbij wordt vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de eisen als vastgelegd in de richtlijn van de raad op de benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG); de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG); De richtlijn betreffende het gebruik van bepaalde schadelijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (2002/95/EG), de Turkse EEE-richtlijn; de verordening van de commissie (EG) Nr 1275/2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de stand by-stand en de uit-stand, en de richtlijn 2009/125/EG van het Europese Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten.
FCC-verklaring Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat klasse B, volgens deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequente energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie. Er kan echter geen garantie worden gegeven dat er geen interferentie zal optreden in een specifieke installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radio- of televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat in en uit te schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. • Sluit de apparatuur aan op een ander circuit dan dat waar de ontvanger op is aangesloten. • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-technicus voor ondersteuning. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende omstandigheden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken; en (2) Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, waaronder interferentie dat een ongewenste werking kan veroorzaken. FCC voorzorgsmaatregel Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren.
Veiligheidswaarschuwing en mededeling Zorg dat u de inhoud in dit hoofdstuk volledig hebt gelezen en begrepen voordat u de camera bedient. Als u alle veiligheidswaarschuwingen die in dit hoofdstuk zijn aangegeven, negeert en overtreedt, kan de garantie van de camera mogelijk vervallen. Hierdoor zal niet alleen de camera schade oplopen, maar kunt ook u zelf en alle andere personen en objecten rondom u ernstige letsels of schade oplopen en bestaat er zelfs levensgevaar.
Voor uw veiligheid • Houd de camera en de accessoires buiten het bereik van baby's, peuters en kinderen. Vooral kleine onderdelen zoals SD-geheugenkaarten en batterijen kunnen gemakkelijk worden ontmanteld en ingeslikt. • Gebruik alleen de originele accessoires om mogelijke gezondheids- en materiële risico's te vermijden en om te voldoen aan alle verwante wettelijke voorschriften. • U mag de camera in een geval demonteren. • Gebruik een flitser niet te dicht bij menselijke ogen (vooral bij baby's, peuters en kinderen) of dierenogen. Anders kan het licht van de flitser menselijke ogen beschadigen of dieren irriteren. • Batterijen kunnen bijvoorbeeld ontploffen. Alle batterijen kunnen materiële schade, lichamelijke letsels of brandwonden veroorzaken als een geleidend materiaal, zoals juwelen, sleutels of kralenkettingen de blootgestelde aansluitingen raakt. Het materiaal kan een elektrisch circuit vervolledigen en zeer warm worden. Ga voorzichtig om met batterijen, vooral wanneer u deze in uw zak, tas of een andere houder met metalen objecten stopt. Gooi de batterijen niet in het vuur aangezien ze kunnen ontploffen. • Om elektrische schokken te voorkomen, mag u de camera niet zelf demonteren of repareren.
• Sommige cameramodellen accepteren niet-oplaadbare batterijen. Wanneer u dit type batterijen gebruikt, mag u ze niet opladen. Anders bestaat het gevaar op ontploffing en brand. • Gevaar voor explosie als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Werp gebruikte batterijen volgens de aanwijzingen weg.
Garantie • De garantie is ongeldig als er schade of een systeemfout is opgetreden door externe factoren, zoals botsing; brand, overstroming, vuil, afvalwater, aardbevingen en andere gevallen van overmacht, evenals het onjuiste gebruik van elektriciteit of het gebruik van niet-originele accessoires. • Alleen de gebruiker is verantwoordelijk als er problemen (zoals gegevensverlies en systeemfouten) optreden door niet in de fabriek geïnstalleerde software, onderdelen en/of niet-originele accessoires. • Wijzig de camera niet. Alle wijzigingen aan de camera maken de garantie ongeldig.
Zorg voor uw camera • Bewaar de camera altijd in de bijgeleverde leren hoes of tas voor een betere bescherming tegen spatten, stof en schokken. • U kunt de batterij en de geheugenkaart alleen vervangen door de klep van de batterij/geheugenkaart te openen. • Gooi batterijen en camera's die u niet langer nodig hebt weg zoals is toegelaten door de wetgeving in uw land. • Water op of in de camera kan leiden tot brand of elektrische schokken. Bewaar de camera daarom op een droge plaats. • Indien uw camera vochtig wordt, neem deze dan zo snel mogelijk af met een droge doek. • Zout of zeewater kan ernstige schade toebrengen aan de camera. • Laat de camera niet vallen en vermijd stoten en schokken van de camera. Een ruwe omgang met de camera kan het interne elektronische circuitbord beschadigen, de lensvorm vervormen of kan ervoor zorgen dat de lens niet meer kan worden ingetrokken. • Gebruik geen chemische schurende producten, oplosmiddelen of krachtige reinigingsmiddelen om de camera schoon te maken. • Er kan vingervet op de cameralens achterblijven waardoor onzuivere foto's of video's kunnen worden opgenomen. Om dit probleem te vermijden moet u de cameralens schoonmaken voordat u foto's maakt of video's opneemt. U moet de cameralens ook regelmatig schoonmaken. • Indien de lens vuil is, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te reinigen. • Raak de lens niet aan met uw vingers.
• Indien vuil of water in de camera terecht komt, schakel de camera dan onmiddellijk uit en neem de batterijen uit. Verwijder vervolgens het vuil of water en stuur de camera ter reparatie op naar het onderhoudscentrum. • Telkens wanneer er gegevens aanwezig zijn in het interne geheugen of op de externe geheugenkaart, moet u een back-up maken op een computer of schijf. Zo beschikt u over een back-upoplossing als er gegevensverlies optreedt. • Als de lens zich niet in de camera terugtrekt, moet u eerst de batterijen vervangen (meestal is dit een gevolg van lege batterijen). Daarna zou de lens automatisch naar binnen moeten schuiven. Als de lens nog steeds niet naar binnen schuift, moet u contact opnemen met uw leverancier. • Duw de lens in geen geval met de hand naar binnen, anders kan de camera beschadigd raken. • Alle originele accessoires zijn alleen ontworpen voor gebruik met dit cameramodel dat u hebt aangeschaft. Gebruik deze accessoires niet met andere cameramodellen of camera's van andere merken om onvoorspelbare gevaren of schade te voorkomen. • Voordat u een geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze eerst met de camera formatteren. • Vergeet niet de overschrijfvergrendeling (indien beschikbaar) in de ontgrendelde positie te plaatsen. Anders worden alle gegevens op de geheugenkaart (als die er zijn) beveiligd en kan de kaart niet worden bewerkt of geformatteerd.
Werkomgeving • Gebruik of bewaar de camera niet in de onderstaande omgevingen: • Direct zonlicht • Stoffige plaatsen • In de buurt van een luchtkoeler, verwarming of andere warmtebronnen • In een gesloten auto in direct zonlicht • Onstabiele locaties • Gebruik de camera niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt. • Gebruik de camera niet in of in de nabijheid van water. • De bedrijfstemperatuur van de camera ligt tussen 0° en 40° Celsius. De gebruiksduur zal korter worden wanneer u de camera bij een lage temperatuur gebruikt. • Opslag bij een te hoge of te lage temperatuur zal ook leiden tot geleidelijk capaciteitsverlies. Het gevolg is dat de werktijd van de camera aanzienlijk kan teruglopen. • Het is normaal dat de camera tijdens het gebruik warm wordt omdat de camerabehuizing warmte kan geleiden.
Gebruik geen overmatige kracht wanneer u de camera vasthoudt. Zorg dat u de camera beschermt tegen krachtige schokken.
Om te voorkomen dat u de camera laat vallen, is het aanbevolen de nekriem aan de camera te bevestigen en de camera rond uw hals te dragen.
Als de batterijen plots leeg raken en de lens niet kan worden ingetrokken, moet u de lens zorgvuldig beschermen om stoten te voorkomen en zo snel mogelijk opgeladen batterijen laden.
Schakel de voeding altijd uit wanneer de camera niet in gebruik is. Voordat u de camera in zijn hoes stopt, moet u controleren of de lens correct is ingetrokken en moet u de lensdop terugplaatsen. Als u de camera niet zult gebruiken gedurende langere tijd, moet u de batterijen uit de camera verwijderen en zorgvuldig opbergen.
Houd uw camera uit de buurt van scherpte objecten en vermijd stoten.
Stop de camera in de hoes en bewaar het toestel op een veilige plaats wanneer u het niet zult gebruiken gedurende langere tijd. Bescherm de camera ook altijd tegen overmatige druk om mogelijke schade te voorkomen.
Rondleiding door uw camera ......................................................................... 12 Inhoud verpakking .....................................................................................................12 Camera ........................................................................................................................13 Voor- en onderaanzichten ...............................................................................................13 Achteraanzicht ....................................................................................................................14
Multifunctionele knoppen ........................................................................................15
De camera voorbereiden voor gebruik ....................................................... 16 De riem bevestigen ...................................................................................................16 De batterijen plaatsen ..............................................................................................17 Een SD-kaart installeren: .........................................................................................19 De voeding in- en uitschakelen ..............................................................................20 De flitser openen ......................................................................................................20
Basisinstelling ..................................................................................................... 21 De taal instellen .........................................................................................................21 De datum en tijd instellen .......................................................................................21
De camera bedienen ........................................................................................ 22 Opnamestand .................................................................................................... 24 Flitserstand .................................................................................................................25 Gezicht volgen ...........................................................................................................26 Scherpstelstand ..........................................................................................................27 De opnamemodus selecteren ................................................................................28 De stand Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................................29 De stand Sluiterprioriteit gebruiken ..............................................................................29 De handmatige stand gebruiken .....................................................................................29 De stand Continu opname gebruiken ...........................................................................30 De panoramastand gebruiken .........................................................................................30 De stand Slimme scène gebruiken .................................................................................32 De scènestand instellen ....................................................................................................32 Lach opnemen .............................................................................................................36 Knipoogdetector ........................................................................................................37 Liefdesportret .............................................................................................................37 Visoog ...........................................................................................................................37 Pre-compositie ............................................................................................................38 Webveiling ...................................................................................................................38
Het menu functie gebruiken ...................................................................................39 Beeldformaat .......................................................................................................................40 Beeldkwaliteit ......................................................................................................................40 Filmformaat ..........................................................................................................................41
Nederlands
Inhoudsopgave
Nederlands
EV instellen .......................................................................................................................... 41 Witbalans ............................................................................................................................. 41 ISO ......................................................................................................................................... 42 Lichtmeting ......................................................................................................................... 43 Effectstand ............................................................................................................................ 43
Video's opnemen ...................................................................................................... 45 Het menu Opname gebruiken ............................................................................... 45 De drive-modus instellen ................................................................................................. 46 Het scherpstelgebied instellen ........................................................................................ 46 De AF-hulplamp gebruiken .............................................................................................. 46 De scherpte, de verzadiging en het contrast instellen .............................................. 47 Digitale zoom ...................................................................................................................... 47 Datumstempel ..................................................................................................................... 47 Direct bekijken ................................................................................................................... 47 Stabilisator ........................................................................................................................... 48
Batterijstatus .............................................................................................................. 48
Overige instellingen .......................................................................................... 49 Weergavestand ................................................................................................. 51 Opties voor weergave en bewerking .................................................................. 52 Een beeld vergroten .......................................................................................................... 52 Een beeld draaien ............................................................................................................... 52 Meerdere bestanden tegelijk weergeven ...................................................................... 52 Videoclips afspelen ............................................................................................................. 53 Het weergavevolume aanpassen ..................................................................................... 53 Diavoorstelling .................................................................................................................... 54 Bestanden verwijderen ..................................................................................................... 54 Bestanden beveiligen ......................................................................................................... 55 Rode ogen verwijderen .................................................................................................... 55 Spraakmemo ........................................................................................................................ 55 Foto-effect ........................................................................................................................... 56 Bijsnijden .............................................................................................................................. 57 Grootte wijzigen ................................................................................................................ 57 Opstartbeeld ....................................................................................................................... 58 DPOF .................................................................................................................................... 58 Radiaal vervagen ................................................................................................................. 59
Werken met de computer en het AV-systeem ......................................... 59 Bijgeleverde software .............................................................................................. 59 De camera aansluiten op een computer ............................................................. 59 De camera aansluiten op een AV-systeem ......................................................... 60 Foto’s afdrukken ....................................................................................................... 60 Afdrukken met PictBridge ................................................................................................ 61
Technische ondersteuning ......................................................................................64
Specificaties ........................................................................................................ 65
Nederlands
Probleemoplossing en service-informatie ................................................... 62
12 Rondleiding door uw camera
Rondleiding door uw camera Nederlands
Inhoud verpakking Haal voorzichtig alle items uit de verpakking en controleer of u over de volgende items beschikt.
1
2 3 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
5 6 7 8 9
Snelstartgids Digitale camera USB-kabel AA-batterij x 4 Nekriem Cd met software en handleiding Tas (optioneel) Lensafsluiting Lensriem • Alle afbeeldingen, schermopnamen en pictogrammen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn uitsluitend illustratief bedoeld. De werkelijke en beschikbare producten, accessoires en hun uiterlijk kunnen verschillen afhankelijk van de verkoopregio. • Als er items ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw leverancier. • Bewaar de verpakking zodat u het product later kunt verzenden of opslaan.
Rondleiding door uw camera 13
Voor- en onderaanzichten 5
6 7 8
9
10 5
4 3 2 1
1. Lens 2. Microfoon 3. Zoomhendel 4. Ontspanknop 5. Oogje voor riem 6. Voedingsknop 7. AF-hulplamp / LED-indicator zelfontspanner 8. Keuzeschakelaar 9. Flits 10.Luidspreker 11.Statiefbevestiging 12.Batterij- / geheugenkaartklep
11
12
Nederlands
Camera
14 Rondleiding door uw camera
Achteraanzicht Nederlands
2
3 4 5
1
6 7 8
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
USB / AV-poort LCD-scherm Knop AFSPELEN Status-LED Knop OPNEMEN Multifunctionele knoppen (inclusief een 4-wegbesturing en een OK -knop) Knop Functie / Verwijderen Knop MENU
LED-indicator
Indicator Status-LED
Staat Geen licht Continu groen
Beschrijving
De digitale camera staat uit. • De digitale camera is klaar om foto's te maken. • De digitale camera wordt ingeschakeld of is in de energiebesparende stand. Status-LED Knipperend • De digitale camera kan niet worden groen scherpgesteld. • De digitale camera is bezig met opnemen van een videoclip. • De flitser is bezig met laden, of communicatie of overdracht via USB is actief. Zelfontspanner- Knipperend De zelfontspanner is ingeschakeld. LED rood
• Het is normaal dat de camera tijdens het gebruik warm wordt omdat de camerabehuizing warmte kan geleiden. • Het LCD-scherm van deze camera is vervaardigd met verfijnde technologie en meer dan 99,99% van de pixels op het LCD-scherm voldoet aan de standaardspecificaties. Het is echter mogelijk dat minder dan 0,01% van de pixels op het LCD-scherm enkele heldere punten of ongewone kleuren toont. Dit is normaal en wijst niet op een defect aan het scherm. Het zal evenmin de opnamen die u met de camera maakt, beïnvloeden. • Het LCD-scherm ziet er bij sterk zonlicht of helder licht donkerder uit. Dat is geen defect. • Om te voorkomen dat de foto's vaag worden terwijl u de sluiterknop indrukt, moet u de camera altijd goed stil houden. Dat is met name van belang als u bij slechte lichtomstandigheden fotografeert, waarbij de camera de sluitersnelheid kan verlagen om ervoor te zorgen dat de foto's goed belicht worden.
Multifunctionele knoppen U kunt de camera-instellingen kiezen door op de 4-wegbedieningsknop of OK te drukken. 1. Links/Scherpstellen: • Schuift naar links in de menu's. • Schakelt tussen verschillende scherpstelmodi. 2. Omhoog/Gezicht volgen: • schuift omhoog in de menu’s. 1 • Gezicht volgen in/uitschakelen. Zie "Gezicht volgen" op pagina 26 voor meer informatie. • Een beeld draaien. Zie "Een beeld draaien" op 5 pagina 52 voor meer informatie. 3. Rechts/Flitser : • Schuift naar rechts in de menu's. • Selecteert een flitserstand. 4. Omlaag/weergave: • Schuift omlaag in de menu's • Schakelt tussen verschillende weergavestanden. 5. OK : Bevestigt een gekozen instelling.
2
3
4
Nederlands
Rondleiding door uw camera 15
16 Rondleiding door uw camera
De camera voorbereiden voor gebruik Nederlands
Dit gedeelte zal u begeleiden bij het voorbereiden van de camera voordat u deze voor de eerste keer gebruikt.
De riem bevestigen Doe het volgende om de lens en nekriem te bevestigen aan uw camera: 1. Stop een uiteinde van de nekriem door het oogje van de riem.
2. Stop deze door de gesp als de binnenste lus.
3. Stop het andere uiteinde van de nekriem door de andere riemgesp om deze te bevestigen. Volg de bovenstaande stappen om de andere zijde van de nekriem te bevestigen. 4. Stop een uiteinde van de lensriem door het oogje voor de riem. Maak een lus om deze te bevestigen.
5. Bevestig het andere uiteinde van de lensriem op de lenskap.
6. Zodra dit klaar is, moet u controleren of de riemen stevig zijn aangespannen.
• Het is gevaarlijk de riem rond uw nek te draaien. Zorg dat kinderen niet met de riem spelen. • Verwijder de lensafdekking voordat u de camera gebruikt.
De batterijen plaatsen Gebruik alleen de opgegeven batterijen voor de camera en schakel de camera uit voordat u de batterijen verwijdert.
De batterijen installeren: 1. Duw de knop omhoog en schuif de batterij/ kaartklep naar rechts om de klep te ontgrendelen en te openen.
2. Plaats de batterijen in de juiste richting volgens de tekens + - in het batterijvak.
3. Sluit de batterij/kaartklep en schuif vervolgens deze naar links om de klep op zijn plaats te vergrendelen.
Nederlands
Rondleiding door uw camera 17
18 Rondleiding door uw camera
Nederlands
De batterijen verwijderen: 1. Duw de knop omhoog en schuif de batterij/kaartklep naar rechts om de klep te ontgrendelen en te openen. 2. Verwijder de batterijen. 3. Sluit de batterij/kaartklep en schuif vervolgens deze naar links om de klep op zijn plaats te vergrendelen. • Schakel de camera uit voordat u de batterijen verwijdert. • Gebruik alleen het opgegeven type batterij. Het gebruik van een ander batterijtypes kan de camera beschadigen en de garantie ongeldig maken. • Controleer of de batterijen met de juiste polariteit in het product is geplaatst. Een onjuiste polariteit kan de camera beschadigen of brand veroorzaken. • Download alle opnamen en verwijder de batterijen uit de camera als u de camera langere tijd zult opbergen. • De batterijen kan warm zijn na het gebruik. Dit is normaal en wijst niet op een defect. • Wanneer u de camera gebruikt in een koude omgeving, zorg er dan voor dat de camera en zijn batterijen warm blijven door de camera in uw jas of een andere warme beschermende omgeving te bewaren. • Kies voor gebruik het juiste type batterij (zie "Batterijtype" op pagina 50 voor meer informatie). • Oplaadbare batterijen met hoge capaciteit (zoals 2500 mAh) zijn aanbevolen. • Het gebruik van kool-zink-batterijen wordt afgeraden. • De AA-batterijen die met de camera zijn meegeleverd, zijn niet herlaadbaar. • Combineer oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende modellen of types. • De prestaties van alkalinebatterijen kunnen aanzienlijk verschillen afhankelijk van de fabrikant. Kies een betrouwbaar merk.
Rondleiding door uw camera 19
De camera wordt geleverd met intern geheugen voor het opslaan van opgenomen foto's, videoclips of audiobestanden. U kunt ook een SD-kaart toevoegen om meer bestanden op te slaan.
Een SD-kaart plaatsen: 1. Duw de knop omhoog en schuif de batterij/ kaartklep naar rechts om de klep te ontgrendelen en te openen.
2. Plaats een SD-kaart in de juiste richting.
3. Sluit de batterij/kaartklep en schuif vervolgens deze naar links om de klep op zijn plaats te vergrendelen.
Een SD-kaart verwijderen: 1. Duw de knop omhoog en schuif de batterij/kaartklep naar rechts om de klep te ontgrendelen en te openen. 2. Duw licht op de rand van de geheugenkaart om deze uit te werpen. 3. Sluit de batterij/kaartklep en schuif vervolgens deze naar links om de klep op zijn plaats te vergrendelen. Voordat u een SD-kaart voor de eerste keer gebruikt, moet u de kaart formatteren door op
>
OK > Ja te drukken.
> Geheugenbeheer > OK /
>
Formatteren >
Nederlands
Een SD-kaart installeren:
20 Rondleiding door uw camera
De voeding in- en uitschakelen Nederlands
Zorg dat u de lensafdekking verwijdert voordat u de camera inschakelt. Anders zal de lens niet worden uitgeschoven en zal de camera drie keer piepen.
Er zijn twee manieren om de camera in te schakelen: • Druk op de voedingsknop. De zoomlens schuift uit en de camera wordt ingeschakeld in de opnamemodus. • Houd ingedrukt. De camera wordt ingeschakeld in weergavemodus en de lens is niet uitgeschoven.
De flitser openen U moet de flitser handmatig openen voordat u de flitserstand schakelt.
De flitser openen: Gebruik uw handen om de flitser op te tillen om deze te openen.
De flitser sluiten: Duw de flitser omlaag om deze te sluiten.
Wanneer de flitser is gesloten, wordt de flitserstand automatisch uitgeschakeld.
Basisinstelling 21
Wanneer de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt u gevraagd de taal en de datum en tijd in te stellen.
De taal instellen Selecteert de taalversie die op het scherm wordt weergegeven.
Een taal selecteren: 1. Druk op
>
. (Stap 1 wordt alleen
gebruikt nadat de basisinstelling is voltooid.) 2. Druk op
of om te zoeken en druk
vervolgens op OK of op
Polski
.
Română SET
3. Druk op , , of om de taal van uw voorkeur te zoeken. 4. Druk op OK om de taal in te stellen.
OK
MENU
De datum en tijd instellen Wanneer u de camera voor de eerste keer gebruikt of als de batterij gedurende langere tijd uit de camera is verwijderd, moet u de datum en tijd instellen. De datum en tijd waarop een video of beeld wordt opgenomen, wordt vastgelegd.
De datum en tijd instellen: 1. Druk op
>
. (Stap 1 wordt alleen
gebruikt nadat de basisinstelling is voltooid.) 2. Druk op
of
om Datum/Tijd
te zoeken en druk vervolgens op OK of
.
3. Druk op of om de datum, tijd en de datumnotatie te selecteren. Druk op of om zonodig naar een andere kolom te gaan. 4. Druk op OK om de datum en tijd in te stellen.
Nederlands
Basisinstelling
22 De camera bedienen
De camera bedienen Nederlands
De onderstaande procedure is een algemene richtlijn voor het basisgebruik. Het is vooral nuttig als u de camera nog niet kent. 1. Druk op de AAN/UIT-knop om het apparaat in te schakelen. Zorg dat u de lensafdekking hebt verwijderd voordat de camera wordt ingeschakeld. 2. Stel de keuzeschakelaar in op of een andere gewenste opnamemodus. Zie "De opnamemodus selecteren" op pagina 28 voor meer informatie. Denk eraan het OSD te volgen of schuif de zoomhendel naar voor instructies (waar beschikbaar). Druk vervolgens op de overeenkomende knoppen om meer opties te openen en in te stellen. U kunt de huidige bewerking op elk ogenblik annuleren door op te drukken om terug te keren naar de vorige stap.
3. Als u de flitser moet gebruiken voor het opnemen, opent u de flitser. 4. Gebruik de zoomhendel om in/uit te zoomen op het onderwerp. 5. Druk de ontspanknop halfweg in om de automatische scherpstelling in te stellen. • Wanneer de scherpstelling is ingesteld, zal de kleur van het scherpstelkader veranderen van wit (niet scherpgesteld) naar groen (scherpgesteld). Als de kleur van het scherpstelkader rood is en u op de ontspanknop drukt, kan dat wazige foto's opleveren. 6. Druk de ontspanknop volledig in om het beeld op te nemen. 7. Om te schakelen naar de filmstand, drukt u op . De video-opname wordt automatisch gestart. • Gebruik tijdens de opname de zoomhendel om in/uit te zoomen op het onderwerp. Druk opnieuw op om de video-opname te stoppen. • Druk op om de video-opname te pauzeren/hervatten. 8. Om te schakelen naar de weergavestand, drukt u op . In de weergavestand kunt u opgenomen beelden of video's weergeven. • U kunt op of drukken om andere foto's/video 's weer te geven, de zoomhendel schuiven naar om op een foto in of uit te zoomen, of de zoomhendel schuiven naar om 9 miniatuurbeelden op het scherm te bekijken. Digitale zoom
Optische zoom
• Tijdens het in-/uitzoomen is er een scheidingsteken in de zoombalk tussen
en
. Voor de beste beeldkwaliteit is het aanbevolen alleen de optische zoom te
• •
• •
gebruiken door de vergrotingsfactor tussen en het scheidingsteken te houden. De flitser wordt automatisch uitgeschakeld in de filmstand. De filmstand neemt zowel geluid als video op. De opnametijd blijft doorgaan, maar de opname wordt gestopt wanneer de opslagruimte op de geheugenkaart vol is. In de filmstand wordt het geluid tijdelijk gedempt tijdens het in-/uitzoomen. Op elk gewenst moment kunt u op de AAN/UIT-knop drukken om de camera uit te schakelen.
• Druk in de opname- of weergavestand op op het scherm moet worden weergegeven.
om te bepalen welke informatie
Nederlands
De camera bedienen 23
24 De camera bedienen
Opnamestand Nederlands
1 2 3 4
5
6 7
9999
P
8M
16
8
EV
-1.0
15
Item
14
ISO
A 100
13 12 11 10 9
Beschrijving
Paginaverwijzing
1
Opnamemodus
28
2
Flitserstand
25
3
Scherpstelmodus
27
4
Drive-modus
46
5
Aantal beschikbare foto’s
--
6
Beeldformaat
40
7
Beeldkwaliteit
40
8
Gezicht volgen
26
9
ISO
42
10
Witbalans
41
11
Automatische lichtmeting
43
12
Belichtingswaarde (EV)
41
13
AF-gebied
46
14
Histogram
--
15
Batterijstatus
48
16
Waarschuwing voor trillen van camera
--
• Druk in de opnamestand op om te schakelen tussen 4 weergavestanden (standaard, volledig, geen, en regel van derden). • Gebruik de regel van derden voor de weergavestand om uw compositie te verbeteren door de onderwerpen op minstens een van de kruispunten van deze 4 denkbeeldige lijnen te plaatsen. • Wanneer de ontspanknop halfweg is ingedrukt, wordt de kleur van het AF-gebied groen. Ook de waarschuwing voor het schudden van de camera (verschijnt alleen als de camera zelf mogelijk schudden detecteert), het diafragma, de sluitertijd en de ISO-instelling worden weergegeven op het scherm.
Flitserstand De flitser biedt een aanvullende lichtbron (doorgaans gebruikt in een omgeving met een zwakke belichting). U kunt een opname maken met een van de volgende flitserstanden.
Pictogram
Stand Automatisch flitsen Auto anti-rode ogen
Beschrijving
De flitser gaat automatisch af volgens de fotografische omstandigheden. Vermindert het "rode ogen"-fenomeen wanneer u natuurlijk uitziende foto's maakt van mensen of dieren bij zwakke belichtingsomstandigheden. Zorg ervoor dat u de persoon vraagt naar de cameralens te kijken of zo dicht mogelijk bij de camera plaats te nemen. De flitser gaat automatisch af volgens de fotografische omstandigheden. Geforceerd aan De flitser gaat altijd af, ongeacht de belichtingsomstandigheden van de omgeving. Selecteer deze stand om foto’s te maken met hoge contrasten (achtergrondverlichting) en diepe schaduwen. Langzaam De flitser gaat onmiddellijk af bij het begin van synchroniseren een belichting met een langere sluitertijd, zodat een gebalanceerde omgevingsverlichting van het onderwerp op de voorgrond en de scène op de achtergrond kan worden bereikt in een omgeving met een lage belichting. Geforceerd uit De flitser werkt niet. Selecteer deze stand wanneer het gebruik van een flitser verboden is of wanneer de afstand tot het onderwerp buiten het effectieve bereik van de flitser ligt.
Nederlands
De camera bedienen 25
26 De camera bedienen
Een flitserstand selecteren: Nederlands
1. Stel de keuzeschakelaar in op de gewenste opnamemodus. Zie "De opnamemodus selecteren" op pagina 28 voor meer informatie. 2. Open de flitser. Zie "De flitser openen" op pagina 20 voor meer informatie. 3. Druk herhaaldelijk het LCD-scherm.
tot uw gewenste flitsermodus wordt weergegeven op
• De flitersmodus is niet beschikbaar in de standen Continu opname en Panorama. • De flitserstand blijft staan op “Geforceerd aan” als de flitser niet opent. • Wanneer de flitser is gesloten, wordt de flitserstand automatisch uitgeschakeld.
Gezicht volgen Stelt scherp op gezichten (maximaal 10 gezichten tegelijk). Richt de camera naar een plaats waar de mensen (uw onderwerpen) zich bevinden terwijl u de functie Gezicht volgen gebruikt. Het scherpstellen van de beelden van Gezicht volgen zal automatisch de gezichten (maximum 10) detecteren en weergeven op het LCD-scherm.
Gezicht volgen inschakelen: 1. Stel de keuzeschakelaar in op de gewenste opnamemodus. Zie "De opnamemodus selecteren" op pagina 28 voor meer informatie. 2. Druk op Het pictogram
om deze functie in te schakelen. verschijnt op het LCD-scherm.
• Om de functie Gezicht volgen uit te schakelen, drukt u opnieuw op . • Deze functie is niet beschikbaar in de meeste opnamestanden. De camera zal automatisch de beschikbaarheid van deze functie bepalen. • Door omgevingsfactoren, zoals de belichting, kan het aantal gedetecteerde gezichten verschillen van het werkelijke aantal gezichten. • Voor het beste resultaat raden wij u aan uw onderwerpen te vragen hun gezicht niet gedeeltelijk van de lens weg te draaien.
De camera bedienen 27
Pictogram
Stand
Beschrijving
Autofocus
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld.
Macro
Wordt gebruikt wanneer u closeupopnamen maakt.
Super macro
Wordt gebruikt wanneer u opnamen op heel korte afstand maakt.
Pan Focus
Gebruikt als u de onderwerpen binnen een bepaald scherpstelbereik wilt vastleggen.
Oneindig
Wordt gebruikt wanneer u opnamen van op grote afstand maakt.
Een scherpstelstand selecteren: 1. Stel de keuzeschakelaar in op de gewenste opnamemodus. Zie "De opnamemodus selecteren" op pagina 28 voor meer informatie. 2. Druk herhaaldelijk op Scherpstellen.
om te schakelen tussen de standen Autofocus en
Nederlands
Scherpstelstand
28 De camera bedienen
De opnamemodus selecteren Nederlands
Draai de keuzeschakelaar om een van de acht opnamemodi te selecteren: 3 4 2 1
5 6
8 7
Nr. Pictogram
Stand
Beschrijving
1.
Programma
De camera configureert automatisch de geschikte instellingen, zodat u de opnamen heel gemakkelijk kunt maken.
2.
Sluiterprioriteit
u kunt een sluitertijd selecteren terwijl de diafragmawaarde automatisch wordt bepaald door de belichtingsomstandigheden van het onderwerp. Zie "De stand Sluiterprioriteit gebruiken" op pagina 29 voor meer informatie.
3.
Diafragmaprioriteit u kunt een waarde selecteren voor het diafragma terwijl de sluitertijd automatisch wordt bepaald door de belichtingsomstandigheden van het onderwerp. Zie "De stand Diafragmaprioriteit gebruiken" op pagina 29 voor meer informatie.
4.
Handmatig
5.
Continue opname Hiermee kunt u een reeks opnamen maken met één druk op de ontspanknop. Zie "De stand Continu opname gebruiken" op pagina 30 voor meer informatie.
6.
Panorama
U stelt zelf de sluitersnelheid en het diafragma in. Zie "De handmatige stand gebruiken" op pagina 29 voor meer informatie.
Hiermee kunt u een panoramische foto van drie opnamen maken. Zie "De panoramastand gebruiken" op pagina 30 voor meer informatie.
De camera bedienen 29
Stand
Beschrijving
7.
Scènestand
Hiermee kunt u de gewenste scènemodus selecteren die geschikt is voor uw opnameomgeving. Zie "De scènestand instellen" op pagina 32 voor meer informatie.
8.
Slimme scene
De camera detecteert de opnameomstandigheden en schakelt automatisch naar de geschikte scènestand. Zie "De stand Slimme scène gebruiken" op pagina 32 voor meer informatie.
De stand Diafragmaprioriteit gebruiken Diafragmaprioriteit wordt vaak gebruikt bij het maken opnamen van statische onderwerpen of om de scherptediepte te benadrukken. Over het algemeen kunt u het beste een kleiner diafragma gebruiken als u meer scherptediepte nodig hebt.
De diafragmawaarde aanpassen: 1. Stel de keuzeschakelaar in op 2. Druk op OK .
.
3. Druk op of om de diafragmawaarde aan te passen. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De stand Sluiterprioriteit gebruiken De sluiterprioriteit wordt vaak gebruikt voor het maken van opname van bewegende onderwerpen. Over het algemeen kunt u het beste een kortere sluitertijd gebruiken om een snel bewegend object op te nemen.
De sluitertijd in Sluiterprioriteit aanpassen: 1. Stel de keuzeschakelaar in op 2. Druk op OK .
.
3. Druk op of om de sluitertijd aan te passen. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De handmatige stand gebruiken U kunt de diafragmawaarde en de sluitertijd selecteren in de Handmatige stand.
De waarden in de handmatige stand aanpassen: 1. Stel de keuzeschakelaar in op 2. Druk op OK .
.
Nederlands
Nr. Pictogram
30 De camera bedienen
3. De instellingen aanpassen. Nederlands
• Druk op
of
om de diafragmawaarde aan te passen.
• Druk op of om de sluitertijd aan te passen. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De stand Continu opname gebruiken In deze stand kunt u opeenvolgende opnamen maken.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Burst
In deze stand blijft de camera foto's maken zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. In deze stand is de flitser altijd uitgeschakeld.
Snelle burst
Druk de ontspanknop in en laat de knop los. Wanneer het door u geselecteerde fotoformaat VGA is, maakt Snelle burst continue opnamen met een snelheid van 30 foto's per seconde. Dit stopt na 1 seconde of als de geheugenkaart vol is.
AEB Maakt automatisch 3 foto's met licht (Reeksopname verschillende instellingen voor de sluitertijd of met automatische de diafragmawaarde. belichting)
Een continue stand selecteren: 1. Stel de keuzeschakelaar in op 2. Druk op
.
om de stand te openen.
3. Druk op of om een gewenste optie te selecteren. 4. Druk op OK om te bevestigen.
De panoramastand gebruiken Maakt een panoramische foto van meerdere opnamen. Twee tot drie foto's worden samengevoegd tot één grote foto zonder naden. Voor optimale prestaties wordt de beeldresolutie automatisch ingesteld op 1M (1024 x 768) wanneer deze modus is geselecteerd. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op samengevoegd.
om te selecteren hoe de opnamen moeten worden
De camera bedienen 31
Nederlands
3. Druk op de ontspanknop om de eerste opname te maken.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Links-naarrechts
De richting van de opeenvolgende opnamen; de tweede opname zal rechts van de eerste opname staan.
Rechts-naar links
De richting van de opeenvolgende opnamen; de tweede opname zal links van de eerste opname staan.
4. Een hulpbalk verschijnt bovenaan op het scherm. Het schermpictogram geeft de locatie van het huidige scherm aan. Schuif de camera volgens de hulppijl. Hulpbalk
5. Zodra het schermpictogram het groene blok overlapt, maakt de camera automatisch de tweede opname. Als u slechts twee opnamen zult samenvoegen, drukt u op OK om het panoramische beeld te voltooien. Ga anders verder naar de volgende stap.
32 De camera bedienen
Nederlands
6. Om de derde opname te maken, schuift u de camera in de richting van de hulppijl. Zodra het schermpictogram het groene blok overlapt, maakt de camera automatisch de derde opname.
De camera maakt een opname wanneer het schermpictogram het blok overlapt
Voorbeeld panoramische foto
De stand Slimme scène gebruiken Selecteert automatisch de beste scènestand uit Staand Zonsondergang Nachtportret Gebladerte
, Verlichting , Nachtscène , en Macro
, Tegenlicht portret , Sneeuw
, Liggend
,
,
, Text (Taal & Tekst)
,
.
1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk de ontspanknop halfweg in om de automatische scherpstelling in te stellen. De geselecteerde opnamemodus wordt in de linkerbovenhoek van het scherm getoond. 3. Druk op de ontspanknop om het beeld op te nemen.
De scènestand instellen Selecteer een van de volgende scènestand die overeenkomt met uw opnameomstandigheden.
Pictogram
Stand Lach opnemen
Beschrijving Maakt automatisch een opname wanneer een glimlach is gedetecteerd.
De camera bedienen 33
Stand
Beschrijving
Pre-compositie
Legt eerst de achtergrond vast zodat de assistent deze kan gebruiken voor de uiteindelijke foto.
HDR
Verhoogt het dynamische bereik en versterkt de details in donkere gebieden.
Visoog
Simuleert het effect van visooglens en maakt een vervormd hemisfeerachtig beeld.
Schoonh. verbeteren
Versterkt de huidtoon zodat de huid van het gezicht er glad uitziet.
Staand
Zorgt dat het onderwerp (doorgaans een persoon) beter uitkomt met zachte en natuurlijk uitziende huidtinten.
Zelfportret
Maakt een zelfportret met ten minste een gezicht in een beperkt gebied.
Liefdesportret
Maakt een zelfportret met ten minste twee gezichten in een beperkt gebied.
Knipoogdetector Waarschuwt voor knipperende ogen indien gedetecteerd en laat u beslissen of u de foto wilt opslaan.
Nederlands
Pictogram
34 De camera bedienen
Pictogram
Stand
Beschrijving
Nederlands
Nachtportret
Maakt duidelijke nachtopnamen en portretten. Houd de camera stil of gebruik een statief wanneer u deze stand gebruikt.
Kind
Verhoogt de gevoeligheid en benadrukt huidtinten van kinderen.
Sport
Gebruikt een hoge sluitertijd om bewegende objecten op te nemen.
Voedsel
Maakt opnamen van voedingswaren door de helderheid van de kleur te verbeteren en levendigere kleuren te vormen.
Feest
Maakt een opname van de partysfeer die doorgaans een lichtbron binnenshuis heeft
Kaarslicht
Geeft een foto een warmer uiterlijk zodat het lijkt als de foto is gemaakt met een kaars als lichtbron. De flitser is altijd uit.
Verlichting
Verhoogt de belichting (door de flits in te schakelen) wanneer het onderwerp van achter wordt belicht.
Nachtscène
Maakt foto's in een omgeving met een lage belichting, zoals 's avonds of 's nachts.
De camera bedienen 35
Stand
Beschrijving
Vuurwerk
Verlengt de belichtingstijd om een opname te maken van vuurwerk. Houd de camera stil of gebruik een statief wanneer u deze stand gebruikt.
Liggend
Neemt een scène af op afstand met het scherpstelgebied ingesteld op "oneindig" en een lage diafragmawaarde. Hier kunt u ook de maximale weergavediepte bereiken.
Gebladerte
Maakt een duidelijke en levendige foto van de bloemen of bladeren van een plant door hun verzadiging en scherpte te benadrukken.
Zachtstromend water
Gebruikt een lage sluitersnelheid voor bewegingsonscherpte Houd de camera stil of gebruik een statief wanneer u deze stand gebruikt.
Zonsondergang
Legt de warmte en sfeer (voorgesteld door tint) van een zonsopgang of zonsondergang vast.
Sneeuw
Wordt gebruikt in een zeer helder verlichte omgeving, zoals in de sneeuw.
Gebouw
Versterkt lijnen en contrasten om het gevoel van drie dimensies voor een gebouw te versterken.
Webveiling
Beperkt de bestandsgrootte voor een snellere upload naar internet.
Nederlands
Pictogram
36 De camera bedienen
Pictogram
Stand
Nederlands
Text (Taal & Tekst)
Beschrijving Verbetert de helderheid en het contrast bij het maken van close-upfoto's van documenten.
Stemopname Neemt alleen achtergrondgeluid op (geen (Spraakopname) foto's of video's). Wanneer u het opgenomen audiobestand later beluistert, ziet u een uniek pictogram dat op het scherm verschijnt en aangeeft dat dit een audiobestand is.
Een scènestand selecteren: 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op . De laatst geselecteerde scènestand wordt gemarkeerd in de menuoptie. 3. Druk op of om de gewenste scènestand te selecteren. Wanneer u kiest uit verschillende scènestanden, schuift u de zoomhendel naar voor gedetailleerde uitleg over elke scènestand. Schuif de zoomhendel naar om de beschrijving van de scènestand te sluiten wanneer u klaar bent.
4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Lach opnemen Maakt een foto als het onderwerp glimlacht. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Lach opnemen. 3. De camera spoort het gezicht van uw onderwerp op (een wit kader verschijnt). 4. Zodra de glimlach is gedetecteerd, maakt de camera onmiddellijk een foto. 5. De camera gaat verder met het opsporen van een glimlach en maakt nog meer opnamen (stap 3 wordt herhaald). Gezicht volgen (slechts één gezicht) is altijd ingeschakeld in de stand Glimlach opnemen.
De camera bedienen 37
Detecteert automatisch knipperende ogen bij het maken van een foto. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Knipoogdetector. 3. Druk op de ontspanknop om het beeld op te nemen. Als knipperende ogen zijn gedetecteerd, verschijnt een waarschuwing op het scherm. 4. Druk op of op OK ter bevestiging.
om de foto op te slaan of te verwijderen en druk
Liefdesportret Maakt een zelfportret van ten minste twee gezichten. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Liefdesportret. 3. Nadat de gezichten zijn gedetecteerd, maakt de camera automatisch een foto na twee seconden aftellen. Tijdens het aftellen kunt u op de ontspanknop drukken om het aftellen te annuleren. Daarna gaat de camera weer gezichten detecteren.
4. De camera gaat door met het detecteren van gezichten en het maken van foto's door stap 2 te herhalen. Dit volgen van gezichten stopt automatisch als geen gezichten zijn gedetecteerd.
Visoog Simuleert het effect van visooglens en maakt een vervormd hemisfeerachtig beeld. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Visoog. 3. Maak een foto. (Het visoogeffect wordt onmiddellijk op deze foto toegepast. )
Voor
Na
Nederlands
Knipoogdetector
38 De camera bedienen
Pre-compositie Nederlands
Legt eerst de achtergrond vast voordat de uiteindelijke foto wordt gepositioneerd. Ideaal als u anderen wilt vragen om een foto van u te maken. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Pre-compositie. 3. Druk op de ontspanknop om de achtergrond op te nemen. Onderin het scherm verschijnt de opgenomen achtergrondafbeelding in een halfdoorzichtig gebied. 4. Gebruik deze afbeelding van de achtergrond om de compositie samen te stellen en druk op de ontspanknop om de uiteindelijke foto te maken.
Webveiling Combineert maximaal 4 opnames tot een enkele foto bij de grootte VGA (640 x 480) zodat deze snel kan worden gebruikt bij situaties zoals internetveilingen. Elke foto kan kan verschillende kleureffecten hebben. 1. Stel de keuzeschakelaar in op . 2. Druk op en selecteer Webveiling. 3. Druk op of op en druk op OK .
Pictogram
om naar het aantal opnames te gaan dat u wilt maken
Stand
Beschrijving
1 opname
Maakt slechts 1 foto.
2 opnames
Maakt twee foto's volgens de hieronder getoonde getalsvolgorde:
3 opnames
Maakt drie foto's volgens de hieronder getoonde getalsvolgorde:
De camera bedienen 39
Stand
Beschrijving
4 opnames
Maakt vier foto's volgens de hieronder getoonde getalsvolgorde:
4. Druk op de ontspanknop om een foto te maken. 5. Als u tevreden bent over de foto, drukt u op OK om de volgende te maken. • U kunt een nader kleureffect wijzigen (indien nodig). Zie "Effectstand" op pagina 43 voor meer informatie. • Als u de vorige foto nogmaals wilt maken, drukt u op en herhaalt u stap 3. 6. Als u klaar bent met het maken van alle foto's, combineert de camera deze foto automatisch tot één foto.
Het menu functie gebruiken Druk op de functieknop om meer opnameopties te openen. De weergegeven optiepictogrammen in het functiemenu kunnen verschillen afhankelijk van uw instellingen. Resolutie Kwaliteit Filmformaat Witbalans
EV-compensatie (EV) ISO
Meting Effect
Het functie menu gebruiken: 1. Druk op om het menu Functie te openen. De momenteel geselecteerde instellingen worden weergeven. 2. Druk op
of
om een menuitem te selecteren.
3. Druk op of om een instelling te selecteren. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Nederlands
Pictogram
40 De camera bedienen
Beeldformaat Nederlands
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
16 megapixels (4608 x 3456)
3 megapixels (2048 x 1536)
3:2 (14 megapixels; 4608 x 3072)
HD 16:9 (1920 x 1080 in volledig HD-formaat)
8 megapixels (3264 x 2448)
VGA(640 x 480)
5 megapixels (2592 x 1944)
--
--
Een beeldformaat selecteren: 1. Druk op
> Resolutie.
2. Druk op of om een instelling te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Beeldkwaliteit Pictogram
Stand
Beschrijving
Superfijn
De beste beeldkwaliteit met de laagste compressieverhouding. Dit is het grootste bestand.
Fijn
Betere beeldkwaliteit met een gemiddelde compressieverhouding. Dit is een middelgroot bestand.
Normaal
Goede beeldkwaliteit met de hoogste compressieverhouding. Dit is het kleinste bestand.
Een niveau voor de beeldkwaliteit selecteren: 1. Druk op
> Kwaliteit.
2. Druk op of om een instelling te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De camera bedienen 41
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
HD 720p (16:9; 1280 x 720)
QVGA (320 x 240)
VGA(640 x 480)
Web (640 x 480)
Een filmformaat selecteren: 1. Druk op
> Video-indeling.
2. Druk op of om een instelling te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
EV instellen De EV (exposure value = belichtingswaarde) verheldert of verdonkert de volledige opname. Pas de belichtingswaarde aan wanneer de helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond niet in balans is of wanneer het onderwerp slechts een klein gedeelte van de foto inneemt.
Een belichtingswaarde selecteren: 1. Druk op
> EV-compensatie.
2. Druk op of om een EV in de EV-balk te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Witbalans Compenseert de kleurtemperaturen in verschillende belichtingsomstandigheden, zodat witte en andere kleuren op de juiste manier kunnen worden weergegeven wanneer u opnamen maakt.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Auto
Past de witbalans automatisch aan.
Daglicht
Wordt gebruikt in heldere daglichtomstandigheden. Wordt gebruikt in schemerige of schaduwrijke omstandigheden.
Bewolkt
Nederlands
Filmformaat
42 De camera bedienen
Pictogram
Stand
Nederlands
Gloeilamp TL H TL L Handmatig
Beschrijving Wordt gebruikt voor onderwerpen die worden belicht door een gloeilamp. Past de witbalans aan voor fluorescent licht. Corrigeert de groene tint van fluorescent licht. Ideaal voor binnenhuisfoto’s onder fluorescente verlichting zonder flitser. Wordt gebruikt wanneer u de witbalans handmatig wilt aanpassen in specifieke belichtingsomstandigheden.
De witbalans selecteren: 1. Druk op
> Witbalans.
2. Druk op of en selecteer vervolgens een witbalansoptie. Het voorbeeldresultaat op basis van de momenteel geselecteerde witbalans wordt weergegeven op het scherm. (Als u de handmatige modus selecteert, moet u de camera eerst naar een leeg blad wit papier of iets gelijkaardigs richten en vervolgens op de ontspanknop drukken zodat de camera de juiste kleuren kan detecteren.) 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
ISO ISO configureert de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe helderder de foto die u in een omgeving met een zwakke belichting kunt maken. Naarmate u de ISO-waarde verhoogt, zult u echter meer ruis in de foto zien.
Pictogram
Beschrijving Stelt de ISO-waarde automatisch in. Equivalent met kleurenfilm ISO 100/200. Wordt gebruikt voor fotografie buitenshuis bij helder zonlicht. Equivalent met kleurenfilm ISO 400/800/1600/3200/6400. Gebruik deze optie in een omgeving met een lage belichting of waar het gebruik van de flitser niet is toegelaten. • ISO 6400/3200 voor een resolutie van 3M/16:9/VGA onder alleen
Een ISO-waarde selecteren: 1. Druk op
> ISO.
2. Druk op of om een ISO-waarde te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Meting Pictogram
Stand Matrix Cen. Gewicht
Punt
Beschrijving Detecteert de belichting op basis van meerdere punten in het onderwerpgebied. Detecteert de belichting van het volledige opnamescherm, maar hecht meer belang aan de waarden die rond het midden liggen. Detecteert de belichting op basis van het centrale punt in het onderwerpgebied.
Een meteroptie selecteren: 1. Druk op
> Meting.
2. Druk op of om een meteroptie te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Effectstand Voegt kleurfiltereffecten toe aan de foto of video die u wilt opnemen.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Normaal
Er worden geen effecten toegevoegd.
LOMO
Maakt een lomo-achtig effect door oververzadigde kleuren, donkere hoeken, enz. toe te voegen. Voegt een effect toe met bijzonder zuivere en heldere kleurtinten. Voegt een effect toe met donkere roodbruine tinten zodat de foto of video er oud uitzien. Markeert de onderwerpen door alleen het rode kleurdomein van een beeld te behouden terwijl andere gebieden zwart en wit worden gemaakt. Markeert de onderwerpen door alleen het groene kleurdomein van een beeld te behouden terwijl andere gebieden zwart en wit worden gemaakt.
Levendig Sepia Kleuraccent (rood) Kleuraccent (groen)
Nederlands
De camera bedienen 43
44 De camera bedienen
Pictogram
Stand
Nederlands
Kleuraccent (blauw)
Z/W (Zwartwit) Levendig rood Levendig groen
Beschrijving Markeert de onderwerpen door alleen het blauwe kleurdomein van een beeld te behouden terwijl andere gebieden zwart en wit worden gemaakt. Voegt een effect met monochrome kleurtinten. Het beeld wordt roodachtig. Het beeld wordt groenachtig.
Levendig blauw Het beeld wordt blauwachtig.
Voor
Na - wanneer Kleuraccent (rood) is toegepast
Na - wanneer Kleuraccent (groen) is Na - wanneer Kleuraccent (blauw) is toegepast toegepast
Een effect selecteren: 1. Druk op
> Effect.
2. Druk op of om een kleurstandoptie te selecteren. 3. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
Video's opnemen Met deze camera kunt u video's opnemen. Stel het filmformaat in voordat u start met het opnemen van een video. Zie "Filmformaat" op pagina 41 voor meer informatie. Een videoclip opnemen: 1. Druk op om de opname te starten. 2. Gebruik de zoomhendel om in/uit te zoomen op het onderwerp. 3. Druk op om de opname te pauzeren. Druk opnieuw op de weergave te hervatten. 4. Druk op om de opname te stoppen.
om
• De video-opname stop automatisch wanneer de grootte van het videobestand 4 GB bereikt. • De video-opname aan HD 720p (16:9; 1280 x 720) stopt automatisch wanneer de grootte van het videobestand 4 GB bereikt of wanneer de totale opnameduur bijna 29 minuten is. • Om video vast te leggen bij HD 720p (16:9; 1280 x 720) is een Class 6 of hogere SDHC-kaart nodig. • Video's die zijn opgenomen in de stand Web, worden opgeslagen in de map XXXUTUBE (XXX zijn cijfers) waarbij de bestandsgrootte is beperkt tot 1 GB of 10 minuten per videobestand (de video-opname wordt automatisch gestopt).
Het menu Opname gebruiken Druk op om het menu Opname te openen. In dit menu kunt u de drivemodus wijzigen en andere opnameinstellingen opgeven. 1. Druk op > . 2. Druk op 3. Druk op OK of 4. Druk op of 5. Druk op OK > sluiten.
of
om een menuitem te selecteren.
om het submenu te openen. om de instellingen te selecteren. om de instelling op te slaan en de menustand af te
Nederlands
De camera bedienen 45
46 De camera bedienen
De drive-modus instellen Nederlands
Met deze functie kunt u de instellingen van de zelfontspanner opgeven.
Pictogram
Stand
Beschrijving
10 sec./2 sec. zelfontspanner
Maakt automatisch een foto na een vertraging van 2 of 10 seconden. Deze stand is nuttig wanneer u zelf op de foto wilt staan.
Dubbel
Voert de vertraging en opname tweemaal uit. Voert een vertraging van 10 seconden uit en maakt vervolgens de opname. Voert een vertraging van 2 seconden uit en maakt vervolgens de opname.
Uit (enkel)
Maakt één foto per keer.
Een drive-stand selecteren: 1. Druk op
>
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
> Drive-modus. en selecteer vervolgens een gewenste optie. .
Het scherpstelgebied instellen Deze functies bepaalt het gebied waarop de camera wordt scherpgesteld.
Het scherpstelgebied instellen: 1. Druk op
>
> AF-gebied. en selecteer vervolgens Breedhoek of Center (midden). .
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
De AF-hulplamp gebruiken Met deze functie kunt u extra licht toevoegen als de verlichting onvoldoende is bij het vastleggen van beelden.
De AF-hulplamp inschakelen: 1. Druk op 2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
>
> AF hulplamp. en selecteer vervolgens .
.
De camera bedienen 47
Past de manier aan waarop kleuren worden weergegeven op de foto's door de scherpte, de verzadiging en het contrast in te stellen.
De scherpte, de verzadiging of het contrast instellen. 1. Druk op
>
en selecteer vervolgens Scherpte, Verzadiging of
Contrast.
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
en selecteer vervolgens Hoog, Normaal of Laag. .
Digitale zoom De digitale zoom vergroot of verkleint het beeld met een softwareproces.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Wijs zoomen
Vermindert de beeldgrootte waardoor de effectieve zoomlengte toeneemt zonder de beeldkwaliteit op te offeren.
Digitale zoom
schakelt de digitale zoomfunctie in.
Uit
schakelt de digitale zoomfunctie uit.
Een digitale zoom selecteren: 1. Druk op
>
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
> Digitale zoom. en selecteer vervolgens een type digitale zoom of .
.
Datumstempel Drukt de datum af op de foto zelf. De datumstempel instellen: 1. Druk op
>
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
> Datumstempel. en selecteer vervolgens Datum, Datum/tijd of .
Direct bekijken Deze functie toont de foto die u net hebt gemaakt gedurende 1 seconde.
.
Nederlands
De scherpte, de verzadiging en het contrast instellen
48 De camera bedienen
Direct bekijken instellen: Nederlands
1. Druk op
>
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
> Direct bekijken. en selecteer vervolgens .
of
.
Druk tijdens Direct bekijken de sluiterknop half in om terug te keren naar de opnamemodus.
Stabilisator Vermindert wazigheid die door het trillen van de camera is veroorzaakt en verbetert hierdoor de kwaliteit en zuiverheid van de opname.
De stabilisator instellen: 1. Druk op
>
2. Druk op OK of 3. Druk op OK >
> O.I.S.. en selecteer vervolgens .
of
.
Wanneer het batterijvermogen laag is, wordt de stabilisator automatisch uitgeschakeld.
Batterijstatus Pictogram
Beschrijving Batterij is volledig opgeladen. Voldoende resterend batterijvermogen. Het batterijvermogen is laag. Het batterijvermogen is zeer laag. U moet de batterij zo snel mogelijk vervangen
De camera bedienen 49
Druk op
>
Pictogram Geluiden
Energiebesparing
en selecteer vervolgens een optie.
Stand
Beschrijving
[Opstarten] Stelt een type van het opstartgeluid in. [Ontspanknop] Schakelt het geluid van de ontspanknop in en uit. [Gebruik] Schakelt het geluid van de knoppen (behalve van de ontspanknop) in en uit. [Volume Past het volume van het geluid van de pieptoon] ontspanknop, het opstarten, het signaal en het afspelen aan. Voor energiebesparing gaat de camera [1 min] automatisch naar de stand-by modus nadat een bepaalde tijd niets is gebeurd. [3 min] (Druk op een toets om door te gaan.) [5 min]
De camera blijft ingeschakeld ook als er niets gebeurt. LCD sparen Voor energiebesparing wordt het LCD[Aan] scherm automatisch gedempt nadat de camera 20 seconden niets heeft gedaan. (Druk op een toets om door te gaan.) Het LCD-scherm blijft helder als de [Uit] camera niets doet. Datum/tijd Stelt de datum en tijd in. Taal Selecteer een taal voor schermmenu's en andere informatie. Bestandsnummering Slaat het laatst gebruikte [Reeks] bestandsnummer op, ongeacht of u bestanden verwijdert of een nieuwe geheugenkaart plaatst. Dit is handig om dubbele bestandsnamen te vermijden wanneer de foto's naar een computer worden gedownload. [Uit]
[Opnieuw Stelt de bestandsnummering telkens opnieuw in wanneer u de geheugenkaart instellen] vervangt.
Nederlands
Overige instellingen
50 De camera bedienen
Pictogram Nederlands
TV Out
Stand
Beschrijving
U kunt de beelden op een tv bekijken met een AV-kabel. [NTSC]
Amerika, Japan, Taiwan en andere
[PAL]
China, Europa, Oceanië en andere
Kleursysteem moet zijn ingesteld op NTSC of PAL, afhankelijk van uw regio. Zie uw landelijke omroepmaatschappijen voor details over het te gebruiken systeem.
Lcd-helderheid
[Auto]
[Hoog]
Batterijtype
De helderheid van de LCD wordt automatisch ingesteld aan de hand van de omgeving. De helderheid van de LCD neemt toe.
[Normaal] De helderheid van de LCD behoudt de standaardwaarde. Om ervoor te zorgen dat het batterijniveau correct wordt weergegeven, moet u het batterijtype instellen voor de gebruikte batterijen. Het gebruik van koolzinkbatterijen wordt afgeraden. [Alkaline] Bij het gebruik van alkalinebatterijen. [NiMH]
Bij het gebruik van NiMH-batterijen.
[Lithium]
Wanneer u lithiumbatterijen gebruikt.
Geheugenbeheer [Formatteren]
Formatteert het interne geheugen of de geheugenkaart.
Kopieert bestanden van het interne [Naar geheugen naar de geheugenkaart. kaart kopiëren] Alles opnieuw instellen
Zet de oorspronkelijke instellingen voor het menu en de werking van de knoppen terug naar de beginwaarden. De volgende instellingen veranderen niet na Alles reset: Instelling Datum/tijd Instelling taal Instelling TV Out
De camera bedienen 51
Druk op
Nederlands
Weergavestand om te schakelen naar de weergavestand. 6 1 2 3 4
5
01.15.2009 08:05
10/115
7 8
IMG 0064.JPG 1.25MB 1/200 F2.8 14M
9
EV ISO
2.0 400
• Als de camera is uitgeschakeld, kunt u direct schakelen naar de weergavestand door ingedrukt te houden. • Wanneer de videoweergave wordt gepauzeerd, kunt u op de ontspanknop drukken om het videoframe vast te leggen als stilstaand beeld in VGA-formaat.
Item
Beschrijving
Paginaver wijzing
1
Geeft aan dat de camera in de weergavestand is.
--
2
Geeft aan dat het bestand beveiligd is en niet kan worden verwijderd.
55
3
Geeft aan dat dit bestand een spraakmemo heeft of dat het een audiobestand is.
55
4
Geeft aan dat het bestand is gemarkeerd om te worden afgedrukt.
--
5
Toont de opnameparameters als u de foto hebt genomen,
--
of de bedieningselementen voor weergave. Druk op om tussen de weergegeven informatie te wisselen. 6
Datum en tijdstip waarom het bestand is gemaakt.
--
7
Bestandsnummer
--
8
Histogram
--
9
Bestandsnaam, bestandsgrootte, sluitertijd en diafragmawaarde
--
52 De camera bedienen
Opties voor weergave en bewerking Nederlands
Druk op of wanneer de camera in de weergavestand staat om de volgende/vorige opgenomen bestanden weer te geven. U kunt ook elk van de volgende opties selecteren.
Een beeld vergroten Vergroot een beeld zodat meer details zichtbaar worden.
Een beeld vergroten: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of om het beeld dat u wilt vergroten, te selecteren. 3. Gebruik de zoomhendel om in/uit te zoomen op de afbeelding. 4. Druk op gaan. 5. Druk op
,
,
of
om naar het gebied dat u wilt bekijken, te
om terug te keren naar de normale weergavegrootte.
Een beeld draaien U kunt op draaien.
drukken om het beeld telkens 90 graden rechtsom te
Bij elke keer draaien wordt het afbeeldingsbestand automatisch in de nieuwe stand opgeslagen.
Meerdere bestanden tegelijk weergeven Toont tot 9 bestanden tegelijk op het scherm.
Meerdere bestanden weergeven: 1. Druk op om te schakelen naar de weergavestand. 2. Schuif de zoomhendel naar . In deze modus worden maximum 9 bestanden (weergegeven in miniaturen) weergegeven op het scherm. Druk op , , of om een bestand te selecteren en druk vervolgens op OK of om dit op normale grootte weer te geven. 3. Schuif de zoomhendel naar . In deze modus worden alle bestanden op datum geordend. Druk op , , selecteren en druk vervolgens op OK of weer te geven.
of om een bestand te om dit op normale grootte
Als er meer dan 9 miniaturen zijn, kunt u herhaaldelijk op schuifbalk wordt gemarkeerd. Daarna kunt u op 9 miniaturen te gaan of op
drukken tot de
drukken om naar de vorige
om naar de volgende 9 miniaturen te gaan. Om het
markeren van de schuifbalk te annuleren, drukt u op
.
Videoclips afspelen Bekijk opgenomen videoclips in de afspeelmodus.
Een videoclip bekijken: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of op om naar de videoclip te gaan die u wilt bekijken. 3. Druk op OK om het afspelen te starten. • Druk op
om het afspelen te stoppen of op
Druk opnieuw op
om te pauzeren.
om de weergave te hervatten.
• Druk tijdens het afspelen van video op om snel vooruit te gaan of op terug te gaan. • Wanneer de videoweergave wordt gepauzeerd, kunt u op de ontspanknop drukken om het videoframe vast te leggen als stilstaand beeld in VGA-formaat. • Als de video is gepauzeerd, kunt u hem beeld voor beeld bekijken. Druk op een beeld vooruit te gaan of op
om een beeld terug te gaan. Houd
ingedrukt om snel doorlopend beelden vooruit te gaan of houd beelden terug te gaan.
ingedrukt om
Het weergavevolume aanpassen Verhoog of verlaag het volume van videoclips, audioclips of spraakmemo's.
Het afspeelvolume aanpassen 1. Druk op
om
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of op om een videoclip, audioclip of spraakmemo te selecteren die u wilt afspelen. 3. Het volume regelen. • Schuif de zoomhendel naar om het volume te verhogen. • Schuif de zoomhendel naar om het volume te verlagen.
Nederlands
De camera bedienen 53
54 De camera bedienen
Nederlands
U kunt het volume aanpassen tijdens het afspelen maar niet tijdens vooruit gaan/ teruggaan/pauzeren.
Diavoorstelling Stelt het tijdinterval in voor het weergeven van een reeks foto's en videobestanden (alleen eerste beeld).
Een diavoorstelling afspelen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op > > Diavoorstelling > OK of op . 3. De instellingen voor de diavoorstelling wijzigen. • Gebruik de 4-wegbedieningsknop om een van de volgende effecten in te stellen voor de diavoorstelling: •
Past een overgangseffect van links naar rechts toe.
•
Past een overgangseffect van de linker bovenkant naar de rechter onderkant toe.
•
Past een horizontaal overgangseffect toe.
•
Past een verticaal overgangseffect toe.
•
Past een horizontaal overgangseffect toe door in een afbeelding te snijden.
• U kunt het interval instellen tussen 1/3/5 en 10 seconden. 4. Selecteer of u de diavoorstelling wilt herhalen. 5. Selecteer Start en druk op OK om de diavoorstelling af te spelen. Druk op OK om de diavoorstelling op elk ogenblik te pauzeren. Druk opnieuw op om de diavoorstelling te OK om de weergave te hervatten. Druk op stoppen.
Bestanden verwijderen Verwijdert geselecteerde of alle bestanden.
Bestanden verwijderen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op > > Verwijderen > OK of op . 3. Selecteer of dit geselecteerde bestand, andere geselecteerde bestanden, alle bestanden of alleen spraakmemo's moeten worden verwijderd en druk vervolgens op OK .
De camera bedienen 55
Verhindert dat de geselecteerde bestanden per ongeluk worden verwijderd.
Bestanden beveiligen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op > > Beveiligen > OK of op . 3. Selecteer of dit geselecteerde bestand, andere geselecteerde bestanden of alle bestanden moeten worden beveiligd en druk vervolgens op OK . U ziet vervolgens het pictogram dat aangeeft dat het bestand is beveiligd. U kunt de beveiliging op elk ogenblik verwijderen door dezelfde procedure te volgen zoals hierboven weergegeven. In Stap 2 zullen de instructies op het scherm u vragen op welke manier u de beveiliging wilt verwijderen.
Rode ogen verwijderen De functie Rode ogen verwijderen wordt gebruikt om rode ogen in gemaakt opnamen te beperken. Deze functie is alleen beschikbaar voor foto's. Rode ogen verwijderen kan meerdere keren worden toegepast op een foto, maar de kwaliteit zal geleidelijk afnemen. 1. Druk op om te schakelen naar de weergavestand. 2. Druk op of op om de opname waarop u Rode ogen verwijderen wilt toepassen, te selecteren. 3. Druk op > > Rode ogen verwijderen > OK of . 4. Druk op OK om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan. U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
Spraakmemo Voegt een spraaknotitie toe aan een opnamebestand.
Een spraakmemo opnemen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of op wilt toevoegen.
om het beeld te selecteren waaraan u een spraakmemo
3. Druk op > > Spraakmemo > OK of . 4. Selecteer Start > OK om uw spraakopname te starten.
Nederlands
Bestanden beveiligen
56 De camera bedienen
5. Selecteer Stoppen > OK om de opname te stoppen. Nederlands
Een spraakmemo afspelen: 1. Druk op OK om de spraakmemo af te spelen. 2. Druk op
om de weergave te pauzeren.
3. Druk op 4. Druk op
om de weergave te hervatten. om de weergave af te sluiten.
Foto-effect U kunt ook speciale effecten toevoegen aan uw opnamen.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Normaal
Er wordt geen effect toegevoegd aan de opname.
Sepia
De opname wordt opgeslagen in een sepiatint.
Z/W
Converteert een opname naar zwart-wit.
Negatief
De kleuren worden het tegengestelde van wat ze in de oorspronkelijke afbeelding waren.
Mozaïek
Past het effect van een mozaïek toe op een afbeelding.
Levendig rood
Het beeld wordt roodachtig.
Levendig groen Het beeld wordt groenachtig. Levendig blauw Het beeld wordt blauwachtig.
Een speciaal effect op een foto toepassen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of op toevoegen. 3. Druk op 4. Druk op
> of
om de foto te selecteren waaraan u een effect wilt > Foto-effect > OK of op om het effect te selecteren.
.
De camera bedienen 57
Nederlands
5. Druk op OK om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
Bijsnijden Snijdt een deel van een beeldbestand, verkleint het beeldformaat en overschrijft het beeldbestand of slaat het op als een ander nieuw bestand.
Een beeld bijsnijden: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op
of
om het beeld dat u wilt bijsnijden, te selecteren.
3. Druk op > > Bijsnijden > OK of . 4. Gebruik de zoomhendel om het formaat te selecteren waarnaar u de opname wilt verkleinen (8M, 5M, 3M, VGA). 5. Druk op , , of om het bij te snijden gebied te zoeken. 6. Druk op OK om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan. U kunt afbeeldingen met de afmetingen 3:2, 16:9 of VGA of opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt, niet bijsnijden.
Grootte wijzigen Wijzigt een beeldbestand naar een kleiner formaat en overschrijft het beeldbestand of slaat het op naar een nieuw bestand.
De grootte van een opname wijzigen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of selecteren. 3. Druk op
om het beeld waarvan u de grootte wilt aanpassen, te >
> Formaat aanpassen > OK of
.
58 De camera bedienen
Nederlands
4. Druk op of om het formaat te selecteren waarnaar u de opname wilt verkleinen. 5. Druk op OK om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan. U kunt de grootte van afbeeldingen met de afmetingen 3:2, 16:9 of VGA of opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt, niet wijzigen.
Opstartbeeld Stelt het welkomstscherm in wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Een opstartbeeld selecteren: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op > > Opstartbeeld > OK of . • Selecteer Standaard om het standaard opstartbeeld te gebruiken. • Selecteer voor een aangepast beeld Mijn foto's en druk op of op een foto te selecteren. • Selecteer Uit om het opstartbeeld uit te schakelen. 3. Druk op OK .
om
DPOF Met de instelling DPOF (Digital Print Order Format) kunt u via de camera de opnamen op de geheugenkaart selecteren voor het afdrukken en het aantal afgedrukte exemplaren vooraf instellen. Dit is bijzonder handig voor het verzenden van foto's naar een fotoservice of voor het afdrukken op een printer die compatibel is met directe afdruk.
DPOF instellen: 1. Druk op 2. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand. > > DPOF
3. Druk op of om een van de volgende opties te selecteren. • Selecteer Eén om de DPOF-instelling voor alle opnamen in één keer in te stellen. Druk op of om een opname te selecteren. • Selecteer Alles in deze stap om de DPOF-instelling voor alle opnamen in één keer in te stellen. • Selecteer Opnieuw instellen om alle DPOF-instellingen opnieuw in te stellen naar de standaardwaarden.
4. Druk op of om het aantal afdrukken in te stellen. 5. Dryj io om te bepalen of u het tijdstempel wilt inschakelen. 6. Druk op OK .
Radiaal vervagen Past een draaiend bewegingseffect toe om een gevoel van snelheid te geven.
Een effect Radiaal vervagen toepassen: 1. Druk op
om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op
>
> Radiaal vervagen > OK of op
.
3. Druk op of op om de mate van Radiaal vervagen te selecteren. 4. Druk op OK om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan. U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
Werken met de computer en het AVsysteem Bijgeleverde software De cd die bij de camera is geleverd, bevat de volgende programma's: ArcSoft PhotoImpression 5
Combineert fotobewerking met creatieve verbetering en gedeelde werksets die uw digitale media-ervaring maximaliseren.
ArcSoft VideoImpression 2
Maakt multimediapresentaties door foto's en videoclips te combineren met audio-, tekst- en scène-overgangen.
Raadpleeg de informatie die bij de cd is geleverd om deze programma's te installeren.
De camera aansluiten op een computer U kunt de camera aansluiten op een pc of notebook om bestanden over te dragen, weer te geven, af te drukken of te bewerken.
Nederlands
Werken met de computer en het AV-systeem 59
60 Werken met de computer en het AV-systeem
De camera aansluiten op een computer: Nederlands
1. Open de USB/AV-poortafdekking. 2. Sluit het uiteinde met de kleinere stekker van de USB-kabel aan op de camera. 3. Schakel de camera in. 4. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USB-poort op uw computer. 5. Selecteer Computer en wacht op de verbinding. 6. Een pictogram van een Verwisselbare schijf verschijnt in Deze computer. Klik op dit pictogram om toegang te krijgen tot de bestanden in uw camera. • Wanneer u de camera aansluit op een computer, moet u een batterij installeren in de camera. • Wanneer u de camera op een computer aansluit, moet u de originele bijgeleverde USB-kabel gebruiken om mogelijke systeemconflicten en schade aan de camera te voorkomen.
De camera aansluiten op een AV-systeem U kunt de bestanden in uw camera afspelen via een AV-systeem, zoals een tv of projector.
De camera aansluiten op een AV-systeem: 1. Open de USB/AV-poortafdekking. 2. Sluit het uiteinde met de kleinere stekker van een AV-kabel aan op de camera. 3. Sluit de gele videostekker en de witte audiostekker van de AV-kabel aan op een video-ingang en een audio-ingang (linkerkanaal) op uw AV-systeem. 4. Schakel het AV-systeem in en schakel vervolgens naar de AV-bron waarop de camera is aangesloten. 5. Schakel de camera in. 6. Volg de richtlijnen op het scherm om de camera te bedienen via het tv- of projectorscherm.
Foto’s afdrukken Naast het afdrukken van foto's door de camera via een computer aan te sluiten op een printer of door de geheugenkaart (indien beschikbaar) naar een fotolabo te brengen, kunt u er ook voor kiezen om af te drukken met PictBridge.
Werken met de computer en het AV-systeem 61
U kunt de foto's rechtstreeks afdrukken door uw camera aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer zonder dat u een computer nodig hebt.
Foto's afdrukken met een PictBridge-compatibele printer: 1. Open de USB/AV-poortafdekking. 2. Sluit het uiteinde met de kleinere stekker van de USB-kabel aan op de camera. 3. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USBpoort op uw printer. 4. Schakel de printer in. Wacht enkele ogenblikken tot het opstarten is voltooid en het apparaat gereed is om af te drukken. 5. Schakel de camera in. 6. Selecteer Printer en wacht op de verbinding. 7. Selecteer een van de volgende opties: • Selecteer Afdrukselectie om een foto tegelijk af te drukken en druk op of op om een foto te selecteren. • Selecteer Alles afdrukken om alle foto's in één keer af te drukken. • Selecteer Index afdrukken om alle foto's (weergegeven als miniaturen) in één keer af te drukken. 8. Druk op OK . • De bovenstaande procedure kan verschillen afhankelijk van het printertype dat u gebruikt. • Als u de camera aansluit op uw printer terwijl de printer bezig is met opstarten, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. • Als u de bovenstaande procedure niet volgt, zal de camera een foutbericht weergeven. Koppel de camera los. De camera wordt automatisch uitgeschakeld.
Nederlands
Afdrukken met PictBridge
62 Probleemoplossing en service-informatie
Nederlands
Probleemoplossing en serviceinformatie Als uw camera niet normaal werkt, raadpleeg dan hieronder vaak voorkomende problemen, samen met hun oplossing. Neem contact op met een nabijgelegen servicecentrum of technische ondersteuningsdienst.
Probleem De camera kan niet worden gestart.
Oorzaak
Oplossing
Er is geen batterij aanwezig Plaats de batterijen op de juiste of de batterijen zijn niet manier. correct geplaatst. De batterijen zijn leeg.
Vervang de batterijen
De batterij loopt De externe temperatuur is -snel leeg. zeer laag. Er worden veel foto’s gemaakt in een donkere omgeving, zodat de flitser steeds nodig is.
--
De batterijen of De camera of flitser werd camera voelen gedurende een langere warm aan. periode ononderbroken gebruikt.
--
Het LCDDe lensafdekking is scherm is zwart. geplaatst.
Verwijder de lensafdekking.
Er wordt geen De lensafdekking is beeld geplaatst. weergegeven op het scherm en de camera heeft drie keer gepiept.
Verwijder de lensafdekking.
Ik kan de flitserstand niet aanpassen.
Open de flitser.
De flitser wordt gesloten.
Probleemoplossing en service-informatie 63
Oorzaak
De flitser werkt De cameraflitser is niet. uitgeschakeld. De lichtbron volstaat.
Oplossing Stel de flitser in op Automatische flits. --
Ondanks het feit dat de flitser heeft gewerkt, blijft het beeld donker.
De afstand tot het Ga dichter bij het onderwerp onderwerp is groter dan staan en maak uw opname. het effectieve bereik van de flitser.
De foto is te helder of te donker.
Er is een overdaad of een tekort aan belichting.
Stel de belichtingscompensatie opnieuw in.
Ik kan de geheugenkaart niet formatteren.
De geheugenkaart is tegen schrijven beveiligd.
Verwijder de schrijfbeveiliging.
Einde levensduur geheugenkaart.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Er is onvoldoende vrije Ik kan geen opnamen van de ruimte op de harde schijf van uw computer. camera naar mijn computer downloaden.
Er wordt geen stroom geleverd aan de camera.
Controleer of de harde schijf voldoende ruimte heeft voor het uitvoeren van Windows en of het station waar u de opnamebestanden wilt downloaden minstens evenveel vrije ruimte heeft als de inhoud van de geheugenkaart in de camera. Vervang de batterijen
Nederlands
Probleem
64 Probleemoplossing en service-informatie
Probleem Nederlands
De camera neemt niet op, zelfs wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Oorzaak
Oplossing
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen De camera is niet in de opnamestand.
Schakel naar de opnamestand.
De ontspanknop is niet volledig ingedrukt.
Druk de ontspanknop volledig in.
Er is geen vrije ruimte meer Plaats een nieuwe kaart of in het interne geheugen of verwijder ongewenste op de geheugenkaart. bestanden. De flitser wordt opgeladen. Wacht tot het pictogram van de flitserstand op het scherm stopt met knipperen. De camera herkent de geheugenkaart niet.
Ik kan geen De camera is aangesloten foto’s afdrukken op de printer terwijl de met PictBridge- camera is uitgeschakeld. compatibele printers.
Formatteer de geheugenkaart voordat u deze voor de eerste maal gebruikt of voordat u deze met een andere camera gebruikt. Verbind de camera met de printer, schakel de camera in en selecteer Printer.
Technische ondersteuning Bezoek de volgende website voor technische hulp, gratis updates van stuurprogramma’s, productinformatie en nieuws:
http://www.BenQ.com
Specificaties 65
Sensor
Sharp 16 Megapixels, 1/2,3 inch CCD
Zoom
Optisch: 21X Digitaal: Tot 5x (voorbeeld) / tot 12x (weergave)
Lens
f = 4,5 (W)~ 94,5 (T) mm F= 3,1 (W) ~ 5,8 (T) (f = 25 mm ~ 525 mm, 35 mm equivalent)
Instelbereik
Normaal: W = 50 cm ~ oneindig, T = 500 cm ~ oneindig Macro: W = 2 cm ~ oneindig T = 60 cm ~ oneindig Super macro: 1 cm (M) ~ oneindig
LCD
3,0" LCD 460 k pixels
Beeldresolutie
16M / 3:2 / 8M / 5M / 3M / 16:9 / VGA
Movie Mode (Filmmodus)
HD 720p (1280 x 720) / VGA (640 x 480) / QVGA (320 x 240) / Web (640 x 480) 30 fps, continu opnemen met geluid
Sluitersnelheid
Auto: 1/2000 ~ 1 sec. Handmatige stand: 1/2000 ~ 15 sec. (Vuurwerk 2 sec.; Nachtscène 1/2000 ~15 sec.)
White Balance (Witbalans)
Auto/ Daglicht / Bewolkt / Gloeilamp / TL H/TL L/Handmatig
Belichting
-2,0 ~ +2,0 EV (0,3 EV / stap)
ISO
Auto, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 (alleen 3M of lager), 6400 (3M of lager)
Flits
Automatisch flitsen / Auto anti-rode ogen / Geforceerd aan / Langzaam synchroniseren / Geforceerd uit
Drive-modus
Uit / 10 sec./ 2 sec./ dubbel
Voedingsbron
CIPA ongeveer 330 (basis op bijgeleverde AA-alkalinebatterij); 500 basis op NiMH-batterij; 850 basis op lithiumbatterij
Opslagtype
108MB (+-5%) intern geheugen SD (tot 4GB) / SDHC (tot 32GB) / SDXC (> 32GB)
Bestandsindeling
Foto: JPEG (Exif 2.3-compatibel) en DCF-compatibel; DPOF-ondersteuning Video: MJPEG Audio: WAV
Nederlands
Specificaties
66 Specificaties
Nederlands
Afmetingen / Gewicht
112,5 x 75,9 x 63,4 mm 355g (zonder batterijen & SD-kaart)
Interface
Digitale uitgang: USB 2.0-compatibel Audio-/video-uitgang (NTSC/PAL) PictBridge-compatibel
Accessoires
USB-kabel / cd met software & handleiding / Beknopte handleiding / Lensafdekking / Lensriem / Nekriem / Nietoplaadbare AA-batterijen/ Tas (optioneel) De beschikbare accessoires zijn afhankelijk van de werkelijk verzonden items en kunnen verschillen van de bovenstaande lijst.
Alle informatie, ontwerpen en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.