DOCETE Utrecht
Tekeningen en teksten: Ruud Bartlema
Een diaklankbeeld over het bijbelboek Esther
ESTHER
Ik heb dat laatste in deze diaserie op mijn eigen manier gedaan door het tijdloze en sprookjesachtige van deze legende te situeren in de grimmige contouren van de dertiger en veertiger jaren van onze eeuw. Dat zijn immers de jaren, waarin de uitroeiing van zes miljoen Joden een afschuwelijk maar onomkeerbaar feit is geworden. In het licht van dit nog recente verleden is voor zeer velen de vraag naar God ofwel geheel en al gedoofd of juist indringender geworden.. En ook in
De thematiek van het boek Esther is nauw verbonden met het centrum van de oudtestamentische bijbelverhalen, het verhaal van de uittocht uit Egypte. Net als in het boek Exodus wordt ook in het verhaal van Esther een heel volk uit de wurggreep van een dreigende ondergang gered.. Trouwens, hoezeer de Exodusvertelling meespeelt in Esther blijkt uit de nauwkeurige tijdsaanduidingen, waarbinnen zich de hoogtepunten van het verhaal afspelen, n.l. precies rond de viering van het Pesachfeest, waarop de bevrijding uit het slavenhuis Egypte jaarlijks wordt gevierd. Maar in Esther krijgt de onderdrukking in de figuur van Haman het gezicht van de aartsvijand, de oerantisemiet. Want is in de figuur van de Farao uit Exodus nog duidelijk het beeld van de dictator, de onderdrukkende macht van een wereldheerser getekend, in Haman ontmoeten we de onmiskenbare trekken van de jodenhater pur sang en staan we oog in oog met het absurde verschijnsel van het antisemitisme. We kijken in de spiegel van eeuwen jodenvervolging en kunnen haast niet anders dan de trekken van de hoofdrolspelers steeds opnieuw herkennen in wat er in en om ons heen gebeurt. In deze zin is het verhaal nog steeds griezelig actueel en laat het zicht uitstekend lezen en opnieuw vertellen.
Het verhaal van Esther heeft om een aantal redenen altijd tot de verbeelding gesproken. Het is al heel opvallend, dat nergens in deze vertelling de naam van God genoemd wordt, terwijl het boek toch in de bijbel is opgenomen en bovendien bij de viering van één van de Joodse feesten een belangrijke plaats inneemt als feestrol. Het Esther-verhaal is immers verbonden met Purim, het lotenfeest, dat in het vroege voorjaar door de Joodse gemeenschap overal ter wereld uitbundig wordt gevierd. Het is een feest met vrolijke verkleedpartijen, maskerades en muziek, waardoor het sterk doet denken aan het carnaval.
INLEIDING
dat opzicht blijft het verhaal van Esther heel uitdagend. Want waar is God in deze vertelling, als er nergens sprake is van Zijn naam en Zijn aanwezigheid? Door de loop der eeuwen zijn er in de Joodse gemeenschap talloze antwoorden gegroeid, die er allemaal op neerkomen, dat de Onuitsprekelijke, de Eeuwige, op een volstrekt verborgen wijze toch aanwezig is.. Ik heb die verborgen aanwezigheid in deze serie tekeningen tot uitdrukking willen brengen door het gebruik in sommige tekeningen van meer of minder brede strepen en banen als verwijzing naar de Joodse gebedsmantel en daarin naar de verborgen kracht, welke degene, die de gebeden zegt, kan vervullen. In de feestrol, die het boek Esther wil zijn, groeit in het vasten van Esther en de hele Joodse gemeenschap, in hun beider concentratie op de bevrijdende Naam van de Eeuwige, de hoop op uitredding. In de gloed van de gebeden keert zich het perspectief van de dood om tot het uitzicht op leven. Is het toeval? Is daar sprake van God? Het verhaal zelf geeft geen antwoord, maar de mensen die het verhaal van Esther doorvertellen tot op de dag van vandaag, zien er een glimp in van Zijn verborgen aanwezigheid. De tekst van deze diaserie is een vrije parafrase vanuit de Hebreeuwse grondtekst. Bovendien heb ik al tekenend het verhaal gevolgd tot en met het moment, waarop Haman wordt ontmaskerd en weggevoerd. Wat er daarna met Mordechai gebeurt en hoe hij en Esther samen volmacht krijgen om Haman’s moorddadige plannen ongedaan te maken, dat alles is naar mijn gevoel vooral literair erg kunstig uitgewerkt, maar niet zo geschikt mijns inziens om er beeldend op in te gaan. Ik heb de op de achtergrond spelende en in de tijdsaanduiding verscholen verwijzingen naar het Pesachfeest als een fundamenteel element sterk naar voren gehaald. In de tekeningen wordt dat zichtbaar daar waar de volle maan verschijnt, als een verwijzing naar het begin van het feest, dat immers met volle maan gevierd wordt. Het is mogelijk ook het tekstboekje weg te laten en zelf bij de dia’s te vertellen. Daarbij kan iemand het verhaal van Esther als leidraad nemen, maar het lijkt me ook heel goed mogelijk om vanuit de tekeningen te werken en de associaties en beelden, die vandaaruit opgeroepen worden te verwoorden als tekst bij de dia’s.. Men kan dan de totale serie dia’s als uitgangspunt nemen, maar ook bijvoorbeeld een selectie van enkele dia’s. Vaak is het leuk om wat ik hierboven suggereerde niet door iemand alleen te laten doen, maar om er een groepswerk van te maken, waarbij men een aantal dia’s onderling verdeelt en ieder na het maken van de associatieve tekst, bij de projectie van het totaal uitgedeelde aantal dia’s, zijn of haar eigen teksten leest. Zo ontstaat er een heel nieuw klankbeeld. Daar kan natuurlijk ook nog eigen muziek bijgezocht worden. Nog een andere vorm is de beeldmeditatie, waarbij maar een paar dia’s nodig zijn, welke door degene, die deze activiteit leidt, van te voren uitgezocht zijn. De leden van de groep, die hiermee aan de gang gaat, hebben tijdens de projectie (waarbij eventueel muziek gedraaid kan worden) papier en schrijfgerei bij de hand. Telkens wanneer een dia geprojecteerd staat, schrijven de mensen, die kijken, datgene, wat het beeld oproept in hen, op papier. Een dia staat bij deze werkvorm een afgesproken tijd (b.v. 2 tot 3 minuten) op het scherm of de wand geprojecteerd. Wanneer de afgesproken tijd voorbij is, vertellen de deelnemers elkaar datgene wat ze elk opge-
•
•
•
Naast de gebruikelijke projectie, waarbij het bijbehorend geluidsbandje met de tekst en de muziek gelijktijdig te horen is, zijn er ook nog andere manieren om met deze diaserie te werken.. Ik noem er een paar, maar kan me voorstellen, dat, wie er even tijd voor neemt, er zo nog meer kan bedenken. • Men kan het geluidsbandje achterwege laten en de tekst uit het boekje zelf oplezen. Het voordeel daarvan is, dat men zelf het tempo van de projectie bepaalt. Wie dat wil kan ook nog een eigen muzikale achtergrond kiezen.
OVER HET GEBRUIK VAN DEZE SERIE
De schilderijen van Ruud zijn natuurlijk goed te gebruiken bij de lezing van het bijbelboek Ester van 21 januari tot en met 18 februari 2007, volgens het oecumenisch leesrooster van de Raad van Kerken in Nederland. In verband met de bruikbaarheid in gemeente en parochie is daarom naast de gebruikelijke dia-serie van de afbeeldingen ook een Powerpoint-presentatie gemaakt, die bij Docete beschikbaar is op CD. Daarnaast is door Margit Kleiker, redacteur van t-Klikt - materiaal voor ontmoetingen en diensten met tieners - een selectie gemaakt uit de afbeeldingen en een eigen, jongerengerichte vertelling gemaakt. Deze vertelling is gratis te downloaden op www.t-klikt.nl en de daarbij behorende Powerpoint is tevens opgenomen op de Docete-CD. Beide presentaties zijn zo gemaakt dat door de gebruiker zelf de beeldwisselingen worden verzorgd en dus qua tempo aangepast kunnen worden aan de gebruikte/eigen lezing. Kees Uitewaal, uitgever
Het zal duidelijk zijn, dat bij deze en nog andere vormen van beeldmeditatie de selectie van de dia’s geheel vrij is. Ruud Bartlema
schreven hebben..Wanneer zo de verschillende dia’s geprojecteerd zijn en van de associaties van de deelnemers zijn voorzien, wordt het aantal dia’s nog eens in z’n geheel langzaam geprojecteerd en krijgt ieder groepslid de gelegenheid om slechts een kernwoord bij elke dia uit te spreken. Vaak is het heel mooi om hier ook muziek onder te draaien.. In dat laatste geval is het zaak om wat keuzemogelijkheden te hebben en eventueel de deelnemers te vragen wat favoriete muziek mee te nemen.
Na 187 dagen feest, waarin golven wijn verstand en zinnen van de mensen hadden opgestuwd tot uitzinnige hoogte, viel het lid van de koning met een slag omlaag! Het leek gedaan met zijn potentie. De hofnar zag het en verschoot van kleur. Daar zat de koning, lijkbleek en machteloos terneer. Hij sprong nabij en sprak fluisterend een toverwoord in het oor van de benarde vorst:”Koningin Vasthi”, want alleen de betoverende schoonheid van de koningin zou deze schaduw over het feest kunnen verjagen! Een siddering voer door het slappe onderlijf van de beschonken vorst.”Vasthi! Haal mijn koningin, Vasthi!” lalde de impotente heerser, “opdat ik jullie de betoverende pracht van haar lichaam mag laten ondergaan!” En opnieuw verzonk hij in een treurig zwijgen. Maar koningin Vasthi weigerde te komen en zich uit te kleden voor de geile ogen van een beschonken gezelschap. De koningin legde het koninklijk verzoek naast zich neer! Toen dit bericht de onmachtige Ahasveros bereikte, greep hij in dolle woede de kroon van zijn hoofd, stampte op de grond als een beledigd kind en zonk in elkaar op het mozaïek.. De aanblik van de mokkende, in elkaar gedoken, kale vorst deed de zeven adviseurs, die altijd om de koning heen zijn, uit hun roes ontwaken. En geschaard rond hun treurige koning, beraadslaagden zij, opgewonden fluisterend, hoe het geschonden imago van hun heer kon worden gered. Want Vasthi’s weigering wierp niet alleen een smet op het blazoen van hun vorst, het betekende ook een gevoelige klap voor alle mannen in het rijk. Welke man zou voortaan nog baas zijn in zijn eigen huis?”Het enige wat ons uit deze crisis weg kan voeren”,sprak Memoechan, een van de zeven adviseurs, “is dat koningin Vasthi, bij koninklijk besluit, de koninklijke waardigheid wordt afgenomen en dat zij wordt verstoten.
3
Toen de grote koning Ahasveros, die koning was van Indië tot Ethiopië, drie jaar op de troon gezeten had in de burcht Susa, gaf hij een enorm feest voor al de groten in zijn rijk, de elite van Meden en Perzen..En hij liet ze de rijkdom en de pracht van zijn koninkrijk zien, wel honderdtachtig dagen lang. Toen die dagen voorbij waren, richtte de koning ook nog een drinkgelag aan voor de hele bevolking van de burcht Susa, van hoog tot laag, zeven dagen aan een stuk.
2
1
AFBEELDINGEN
Na deze roerige gebeurtenissen, toen de koning weer tot zichzelf gekomen was, zat hij droefgeestig op zijn troon in het grote paleis, helemaal alleen. En in zijn gedachten kwam steeds weer het beeld naar boven van Vasthi, zijn verstoten koningin en hoe hij met haar speelde en sprak en hoe zij hem kuste en liefhad. En Ahasveros treurde om wat hij had verloren, hij kwijnde weg en was niet meer in staat om naar behoren te regeren.
Toen spraken de hovelingen van de koning:”Dit kan niet langer duren zo. Er moet iets gebeuren. Laten ze toch voor u, o koning, mooie meisjes brengen hier in Susa. Laat Hegai, onze collega van het vrouwenverblijf, ze keuren, ze een schoonheidskuur geven en ze begeleiden. Het meisje, dat dan het mooiste zal zijn in uw ogen, o koning, laat dat de nieuwe koningin worden in plaats van Vasthi!” De koning knikte zuchtend en schoonheidswedstrijd georganiseerd.
Nu woonde er in de burcht Susa een Jood, die Mordechai heette, iemand uit het huis van Benjamin. Hij was indertijd als balling uit Jeruzalem weggevoerd, samen met de ballingen, die Nabukadnezer, de koning van Babel, had laten deporteren. Hij was de voogd over Hadassah, dat is Esther, de dochter van zijn oom, want zij had geen vader en moeder meer. Het meisje had een prachtig figuur en was erg mooi om te zien. Toen haar vader en moeder gestorven waren, had Mordechai haar als dochter geadopteerd. Toen nu de plannen van de koning voor die schoonheidswedstrijd bekend werden en er van overal meisjes naar de burcht Susa kwamen gereisd, overwoog ook Esther om mee te dingen. Op de Sjabbatsavond, na een lang gesprek met oom Mordechai, viel het besluit. Esther zou zich inschrijven.
4
5
6
De koninklijke waardigheid moet dan aan een andere vrouw gegeven worden, deugdzamer dan zij!” Alleen dan zal uw gezag, o koning, zich herstellen en zullen alle vrouwen in het hele rijk, hun mannen weer eerbiedigen van hoog tot laag!”Koning Ahasveros knikte timide, hij stemde toe. En de zeven adviseurs zonden brieven naar alle gewesten van de koning, waarin geschreven stond:”Iedere man zal baas zijn in z’n eigen huis, hij zal het voor het zeggen hebben!”
Toen de avond kwam, dat Esther aan de beurt was om naar de koning te gaan, volgde ze nauwgezet alle aanwijzingen van Hegai op. Ze had zich voor de gelegenheid gekleed in een bijzondere rok, die herinnerde aan de gebedsmantel van haar oom Mordechai. Ze schreed die avond als op vleugels door de lange gangen naar het koninklijk nachtverblijf. En toen de koninklijke deuren openzwaaiden, en Esther in het verblindend gouden schijnsel het koninklijk vertrek betrad, onderging koning Ahasveros de betovering van de nacht met haar. In de straling van haar lichtende gelaat, weken de gezichten van de duizend anderen uit zijn gedachten weg. In die nacht kreeg Ahasveros Esther lief, boven alle anderen, en hij zette haar de koninklijke kroon op het hoofd en maakte haar tot koningin in plaats van Vasthi.
8
9
10 In diezelfde tijd, Toen Mordechai dagelijks naar de paleispoort wandelde, bereidden twee agenten van de paleispolitie, Bigtan en Teres, heimelijk een aanslag op de koning voor. Toevallig. passeerde Mordechai de muur, waarachter het tweetal weggedoken zat. Verhit fluisterend bespraken zij het plan van de aanslag. Mordechai schrok. Zou bij zo’n aanslag ook niet zijn dochter Esther gevaar lopen ? Hij moest iets ondernemen! Onopgemerkt door Bigtan en Teres, sloop hij weg en haastte zich naar huis. Daar schreef hij Esther in een lange brief wat hem ter ore was gekomen en dat zij iets moest ondernemen. Na enkele dagen al werden Bigtan en Teres door de veiligheidsdienst van hun bed gelicht, gearresteerd, en werd het hele complot opgerold.
De volgende dag trok ze haar mooiste kleren aan, kamde haar prachtige haar en begaf zich op hoge hakken naar de paleispoort, waar de voorrondes zojuist begonnen waren. Toen Hegai, degene die de leiding van het evenement had, Esther onder het volle licht van de lamp bij de ingang zag staan, voelde hij intuïtief, wat voor vlees hij in de kuip had. “Wat een uitstraling!” mompelde de vrouwenkenner, “als dit de nieuwe koningin niet wordt!” In de ban van haar schoonheid behandelde Hegai Esther met grote hoffelijkheid. Hij gaf haar een beautycase vol met de duurste zalven en parfums. Ondertussen had Esther niets over haar afkomst verteld, geen woord over haar volk, want zo had oom Mordechai dat met haar afgesproken.
7
13 Toen Haman hoorde, dat Mordechai een Jood was, schoot de vlam van de haat in zijn hart omhoog en ontstak er diep in z’n ziel een groot verlangen om deze Jood weg te vagen van de aardbodem en uit te roeien al wat bij hem hoorde, heel het volk, waaruit hij kwam. En uit de Hamansgroet, die op het grote plein uit duizend kelen barstte, rezen in zijn door haat verstikte brein de contouren van een duivels plan. Hij, Haman, zou niet rusten, voor dit volk, dit onkruid, voor goed verdwenen was.
12 Maar Mordechai bleef onverstoorbaar staan, de handen op de rug en keek Haman recht in het gezicht. Dat bleef niet onopgemerkt door de geheime dienst en dus werd hij onmiddellijk na afloop van de ceremonie aan de tand gevoeld. Maar geen woord kregen ze uit hem, hij zweeg. Toen Mordechai dit dagen achtereen volhield, niet zwaaide en niet boog, maar recht overeind de antisemiet in het gelaat schouwde, kreeg ook Haman hem in het vizier en vroeg z’n geheime agenten naar de achtergronden van deze dissident.
11 Na deze gebeurtenissen viel het oog van de koning, onbegrijpelijkerwijs, op een zekere Haman, een onbeduidend ambtenaar, die uit een familie stamde, welke bekend stond om haar antisemitische ideeën. Zonder enige aanleiding werd deze Haman door de koning benoemd tot zijn persoonlijke secretaris. Uit het niets van de massa werd een kleurloze figuur, met gevaarlijke sympathieën de kringen van het hof binnengehaald en er groeide een wonderlijke, wederzijdse vriendschap tussen de vorst en deze ambtenaar. Een vriendschap, die zo ver ging, dat Haman met koninklijke eer bekleed en als zodanig behandeld moest worden. En wanneer deze Haman zich in de burcht Susa vertonde, moesten de mensen zich voor hem buigen en hem eerbewijzen. Wanneer Haman het grote plein op kwam, op weg naar de koning of op weg naar huis, rees de massa op, zwaaide hem toe en schreeuwde: “Heil Haman! Heil Haman!”
De beide paleisagenten werden ter dood gebracht. Daarna werd de hele zaak afgehandeld en tenslotte werden de namen van tipgever en betrokkenen bijgeschreven in het boek van de kronieken van de koning.
18 En Mordechai, met in z’n ogen de schrik om wat er te gebeuren stond, deed Hatach het verhaal en overhandigde de brief van Haman om die aan Esther te geven en haar te smeken om naar de koning te gaan en bij hem voorspraak te doen voor haar volk. Toen Hatach koningin Esther de onheilstijding bracht, het sluwe plan van Haman om heel
17 Toen Mordechai ter ore kwam alles wat er gebeurd was, scheurde hij z’n kleren, z’n gebedsmantel, en dompelde zich in rouw, en hij trok met z’n lotgenoten dwars door de stad en schreeuwde luid en bitter en kwam bij de poort van het koninklijk paleis. Toen Esther en haar kamermeisjes hoorden, hoe Mordechai er uit zag en hoe hij zich gedroeg, begon Esther te beven over heel haar lichaam. Verteerd door angst zond ze Hatach, haar secretaris, om van Mordechai te horen, wat er toch was gebeurd.
16 En nog in diezelfde week, ja al op de volgende dag werd alles, wat Haman had uitgebroed, opgeschreven en verzonden naar alle uithoeken van het rijk, om te vernietigen, te vermoorden en te verdelgen, alle Joden, van knaap tot grijsaard, kinderen en vrouwen, op een dag, de dertiende van de laatste maand, de maand Adar. Kopieën van die brief werden uitgegeven als wet in elk gewest, en openbaar gemaakt aan alle volken! En terwijl de stad Susa in rep en roer raakte, hieven Haman en de koning het glas!
15 “Als het de koning goeddunkt, laat dan geschreven worden, dat ze vervolgd worden en afgestraft. Ik op mijn beurt zal tienduizend talenten zilver afwegen voor de schatkist van de koning!” Toen schoof de koning z’n gouden zegelring van z’n vinger en gaf hem aan Haman, de antisemiet, en sprak: “Het zilver zij je gegund, mijn vriend, evenals dat volk, om ermee te doen, wat goed is in jouw ogen”.
14 Het was in de eerste maand, de maand Nissan, op de eerste dag, dat Haman het lot over de Joden wierp….en het lot viel op de twaalfde maand, de maand Adar. Haman sprak er over met de koning: “Er is een volk, verstrooid onder de volken en alle gewesten van uw koninkrijk, o koning. Hun wetten en gebruiken zijn anders en ze doen niet naar wat de koning van hen eist. Het past de koning niet hen hun gang te laten gaan!”
21 Toen Hatach met deze woorden bij Mordechai aankwam, brak er een glimlach van ontroering op zijn bleke gezicht en hij tilde zijn ogen omhoog naar de bijna volle maan, die stralend opging boven de daken van Susa. Het was nacht, letterlijk en figuurlijk nacht en toch was deze nacht anders dan alle andere nachten. Want opnieuw stonden Esther, hij, het hele volk voor het water van de dood. Zou het waar zijn, zouden ook zij kunnen oversteken? Zou er als toen, ook nu een pad zijn door de golven? Kan het gezicht van de dood wegwijken voor
20 Toen Esther deze woorden hoorde, sloeg ze haar ogen neer en volgde in gedachten verzonken het lijnenspel van haar jurk. En het was of zich uit dat lijnenspel een gebedsmantel losmaakte en de gezichten van wie op het plein stonden. En in dat ondeelbaar ogenblik groeide in haar een besluit, stroomden kracht en hoop haar twijfel tegemoet en ze zei: “Zeg tegen Mordechai het volgende: Ga en breng alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij en bidt, drie dagen en drie nachten lang, zonder te eten en zonder te drinken. Ook ik zal vasten en bidden! Dan zal ik tegen het koninklijk voorschrift in, naar de koning gaan en als ik omkom, dan kom ik maar om!”
19 “Wat moet ik doen, wat moet ik doen”, fluisterde ze met een door angst verstikte stem, “ik ben in al geen dertig dagen bij de koning uitgenodigd! Ik heb geen enkele kans! Hatach, zeg het aan de mensen bij de poort, zeg het hun hoe ik er voor sta!” Toen Hatach Mordechai dit meedeelde en dat ze vreesde dat ze sterven moest, sprak hij:”Zeg aan koningin Esther; maak je geen illusies, dat jij van alle Joden, doordat jij koningin bent, zult ontkomen, wanneer je uitgerekend op dit ogenblik het zwijgen er toe doet! Heus, dan zal er voor de Joden van een andere kant wel ruimte en uitredding dagen! Maar jij en het huis van je vader zullen omkomen! Wie weet of je niet juist met het oog op wat er nu gebeurt tot koningin geworden bent!”
haar volk op een dag uit te roeien, en toen het tot haar doordrong dat Mordechai’s enige hoop op haar gericht was, keek ze Hatach redeloos aan. Wat kon zij immers doen? Ieder aan het hof wist dat elke man of vrouw, die ongeroepen tot de heerser naderde, maar een ding stond te wachten; de doodstraf! Tenzij…tenzij de koning hem of haar de gouden scepter reikte.
27 “Hang hem op aan de hoogste boom in de tuin hier! Een voorproefje van wat de rest van dat schorem te wachten staat!” Haman glimlach-
26 Die avond toen Haman in huiselijke kring vertelde wat hem allemaal ten deel gevallen was aan eerbetoon en glorie, verstrakte zijn gezicht bij de gedachte aan Mordechai, de Jood, die het plezier voor hem vergalde. “Maar waarom laat je hem niet alvast oppakken,” sprak Haman’s vrouw.
25 Ze voelde leven in haar vloeien, licht en adem braken in haar door en met nauwelijks ingehouden vreugde sprak ze: “Als het de koning behaagt, laat hij dan zo dadelijk tezamen met Haman te gast zijn aan de feestelijke tafel die ik voor hem heb aangericht?” Die middag, toen de koning nogmaals vroeg naar Esther’s wens, nodigde ze hen beiden opnieuw uit voor de volgende dag. Maar ook toen sprak ze nog niet uit, wat ze op haar hart had. Voor de derde maal nodigde ze Ahasveros en Haman voor een feestelijke dis, de dag daarop.
24 Maar kijk, er brak licht door het voorportaal, de grote deuren stonden open in in een flits zag ze de grote koning en hoe hij naar haar keek…. Toen strekte Ahasveros z’n hand uit met de gouden scepter en hoorde zij een stem die vriendelijk tot haar sprak:”Wat is er koningin Esther? Wat is je verlangen? Het zal je gegeven worden, ook al is het de helft van mijn koninkrijk!”
23 Langzaam schreed ze door de eindeloze gangen naar de troonzaal in het koninklijk paleis. Wat zou het lot zijn van haar die hier ongevragd wandelde in de schaduw van de dood?
22 Diezelfde nacht al kwamen de Joden van Susa bijeen, om in het schijnsel van de maan, bij het naderen van Pesach te vasten en hun gebeden te zeggen. Op de derde dag, na drie nachten van spanning, twijfel en onzekerheid was voor Esther het moment aangebroken haar opwachting bij de koning te gaan maken.
de gloed van het gebed? Langzaam stak Mordechai het plein over en liep de nacht in om voorbereidingen te treffen voor alles wat Esther had gevraagd.
31 En Haman nam de koninklijke kleding, haalde Mordechai en liet hem de kleren aantrekken en hij zette hem in een hofwagen en gaf opdracht aan de chauffeur om over het plein te rijden en zelf liep hij voor de koninklijke auto uit en riep: “Zo wordt gedaan met de man aan wie de koning eer wil bewijzen!” Laat in de morgen, na afloop van Mordechai’s plechtige rondtour door de stad, haastte Haman zich naar huis, volledig van z’n stuk. Maar nog nauwelijks thuis, stond een wagen van het hof voor zijn deur om hem mee te nemen naar het feestmaal bij koningin Esther.
30 “Haman! Kom binnen, beste vriend! Je komt als geroepen. Luister ik heb een vraag: “Wat moet er met de man gebeuren, aan wie de koning eer wil bewijzen?” Er voer een scheut van opwinding en vreugde door Haman heen. Wie anders dan mij heeft de koning met die vraag op het oog, dacht hij en zonder aarzelen zei hij: “Die man zou je in koninklijke kleren moeten steken en hem in de hofwagen een tocht door de stad moeten laten maken en voor die auto zou dan een van de belangrijkste mensen aan het hof moeten lopen, die zou moeten roepen: Zo wordt gedaan met de man die de koning eer wil bewijzen. De koning knikte en sprak: “Heel goed, regel jij die kleren en die hofwagen en doe precies zoals je gezegd hebt met Mordechai, de Jood!”
29 “Mordechai….? Mompelde de vorst, “Mordechai…? Is er van staatswege ooit iets van een beloning naar die man gegaan?” “Nee, koning, daar staat hier niets van bij”.”Mordechai…Mordechai.. wat zullen we met die man doen? Er klonken voetstappen in de nacht. Er liep iemand door de paleisgang en aarzelde in het portaal. “Haman, majesteit, hij vraagt of hij nog binnen kan komen”.
28 Diezelfde nacht kon de koning niet slapen, onrust teisterde zijn hart en hij vroeg hem voor te lezen uit de hofkronieken van de laatste jaren en men sloeg de boeken open en begon te lezen juist op de bladzijde waarop de episode geschreven stond over de aanslag van Bigtan en Teres en hoe de zaak door een zekere Mordechai aan het licht gekomen was.
te, hij stond op en verdween in de nacht, om bij de koning de dood van Mordechai te vragen
36 En Mordechai werd bij de koning geroepen, want Esther had verteld in welke relatie hij tot haar stond; en de koning deed de ring af die hij aan Haman had gegeven en hij gaf die aan Mordechai om daarmee met kracht de redding van alle Joden ter hand te nemen en er zorg voor te dragen dat zij allen in leven zouden blijven.
35 En men boeide Haman en voerde hem weg en men hing hem op aan de hoogste boom in zijn eigen tuin, de boom waaraan hij Mordechai had willen hangen. Op die dag gaf de koning aan koningin Esther het huis van Haman, de antisemiet, de man die de Joden had willen vernietigen.
34 Haman zat als aan zijn stoel genageld, de koning stond in z’n woede op van tafel, niet in staat een woord uit te brengen en hij liep de paleistuin in en zich omdraaiend zag hij hoe Haman koningin Esther vastgreep in een poging z’n leven te redden, want hij besefte dat zijn duivelse spel was uitgespeeld. Woedend riep de vorst: “Zijn we nu al zover dat hij zich ook van de koningin wil meester maken? En dat in mijn eigen huis? Weg met hem!”
33 De koning week geschrokken achteruit en sprak:” Wie is dat en waar is hij, die met zulke plannen in zijn hoofd rondloopt?” “Die man”, zei Esther, “die vijandige bruut is Haman, die schurk daar!”
32 Toen, voor de derde maal aan tafel, vroeg de koning, terwijl hij zijn glas hief: “Wat is toch je wens, koningin Esther?” Esther nam het woord en langzaam zei ze: “Als ik genade vind in uw ogen, koning, en als het u behaagt, mijn wens is om te blijven leven en ook voor mijn volk zou ik dat willen vragen, want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, om vernietigd te worden, vermoord, uitgeroeid!”