GESCHILLEN-, BEROEPS- EN KLACHTENREGLEMENT van de vereniging HET NEDERLANDSE RODE KRUIS gevestigd te 's-Gravenhage zoals vastgesteld in de Algemene Vergadering van 17 juni 2000 en bij besluit van 6 november 2000 van het bestuur van het Rode Kruis inwerking getreden op 1 januari 2001 laatstelijk gewijzigd in verband met de statutenwijziging per 1 januari 2010 in de vergadering van de Ledenraad van 29 mei 2010 en in werking getreden op 12 juni 2010
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 1 van 14
GESCHILLEN-, BEROEPS- EN KLACHTENREGLEMENT Begripsbepalingen Artikel 1 De in dit reglement gehanteerde begrippen komen overeen met de begrippen die in de statuten van het Rode Kruis, de plaatselijke afdeling of het district worden genoemd en laten zich als volgt definiëren: a. het Rode Kruis: de vereniging het Nederlandse Rode Kruis, gevestigd te ’s-Gravenhage. c. de Rode Kruis-instantie: het orgaan dat of een geleding van het Rode Kruis die de vrijwilliger of de beroepskracht aanstelt. d. het Verenigingsbestuur: het bestuur van het Rode Kruis, als bedoeld in de artikelen 37 en 44 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboeken en in artikel 32 van de Statuten. e. de Directie: door het Verenigingsbestuur benoemde personen die, met aan het hoofd de Algemeen directeur, de leiding hebben over de Ondersteuningsorganisatie van het Rode Kruis, als bedoeld in artikel 44 van de Statuten. f. de vrijwilliger: een natuurlijk persoon die de zestienjarige leeftijd heeft bereikt en heeft toegezegd zich zonder enige tegenprestatie in geld of in natura in te zetten voor het Rode Kruis, als bedoeld in artikel 14 van de Statuten. g. het vrijwilligersreglement: het door de Ledenraad van het Rode Kruis vastgestelde reglement dat de verhouding regelt tussen de vrijwilliger en de Rode Kruis-instantie. h. de vrijwilligersovereenkomst: de in het vrijwilligersreglement bedoelde overeenkomst tussen de vrijwilliger en de Rode Kruis-instantie. i. de beroepskracht: iemand die met het Rode Kruis een arbeidsrechtelijke relatie heeft. j. geschil: een verschil van mening dat voortvloeit uit de toepassing van de statuten, reglementen, besluiten en voorschriften van het Rode Kruis, de plaatselijke afdelingen of de districten, zowel tussen 1° een afdelingen (en/of haar organen) en/of districten (en/of zijn organen) enerzijds en het Rode Kruis ( en/of zijn organen) anderzijds als 2° tussen afdelingen en/of haar organen) of districten (en/of zijn organen) onderling. k. klacht: een uiting van onvrede over het handelen of nalaten daarvan door het Rode Kruis, de afdeling of het district, óf enig daaraan verbonden persoon (waaronder in ieder geval begrepen een beroepskracht en vrijwilliger). l. bijzondere klacht: een uiting van onvrede over het handelen of nalaten daarvan door het Rode Kruis, de afdeling of het district, óf enig daaraan verbonden persoon (waaronder in ieder geval begrepen een beroepskracht en vrijwilliger) die betrekking heeft op discriminatie, agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en seksueel misbruik. Laatstgenoemde begrippen worden als volgt gedefinieerd: • Discriminatie Elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, sekse, leeftijd of handicap of welke andere grond dan ook, die leidt tot ongelijkheid en aantasting van fundamentele vrijheden • Agressie en geweld Het psychisch en/of fysiek lastig vallen, bedreigen of aanvallen van een persoon, onder omstandigheden die direct met het werk te maken hebben • Pesten Het systematisch uitoefenen van psychisch, fysiek of seksueel geweld (waaronder ook valt systematisch in diskrediet brengen) door één persoon of groep personen tegen meestal één ander, die niet (meer) in staat is zichzelf te verdedigen • Seksuele intimidatie Direct of indirect seksueel getinte uitingen in woord, gebaar, afbeelding, gedrag of anderszins, waar betrokkene (m/v) vanuit de werksituatie mee in aanraking komt en die door haar of hem als ongewenst worden ervaren • Seksueel misbruik Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, jegens een persoon die aan de zorg (hulp, bescherming, waakzaamheid), opleiding of beheer van betrokkene is toevertrouwd of jegens een persoon met wie men vanuit de werksituatie in aanraking komt en die door de persoon in kwestie als ongewenst of gedwongen worden ervaren.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 2 van 14
m. n.
o. p.
ontvangende eenheid: onderdeel van de organisatie in opdracht waarvan beroepskrachten of vrijwilligers actief zijn voor de organisatie. opzeggingsberoep: het beroep dat voor de vrijwilliger overeenkomstig het vrijwilligersreglement openstaat wanneer de met de vrijwilliger gesloten vrijwilligersovereenkomst door de Rode Kruis-instantie is opgezegd. het College: de geschillencommissie als bedoeld in artikel 43 van de statuten van het Rode Kruis. de Commissie: de overeenkomstig artikel 4 van dit reglement vanuit het midden van het College benoemde commissie, die de in artikel 3 bedoelde gedingen behandelt en beslist.
Samenstelling en benoeming van het College Artikel 2 2.1 Het College is een onafhankelijk orgaan van het Rode Kruis en is geen verantwoording verschuldigd aan de Ledenraad van het Rode Kruis of aan enig ander orgaan van het Rode Kruis. 2.2 • • • •
Het College bestaat uit: een voorzitter, een secretaris, ten minste twaalf leden uit de Rode Kruis organisatie alsmede hun plaatsvervangers, ten minste twaalf buitengewone leden (leden die meester of doctor in de rechtsgeleerdheid zijn) die niet tot de Rode Kruis-organisatie behoeven te behoren, • drie bijzondere leden van buiten de Rode Kruisorganisatie. De voorzitter wordt in functie benoemd. 2.3 Bestuursleden van een afdeling of district en personen die in dienst zijn van het Rode Kruis, kunnen niet in het College worden benoemd. In het College kan nooit meer dan één lid van het Verenigingsbestuur worden benoemd. 2.4 De leden, de plaatsvervangende leden, de buitengewone leden en de bijzondere leden van het College worden, op voordracht van het Verenigingsbestuur, benoemd door de Ledenraad van het Rode Kruis. De Ledenraad is niet aan de voordracht gebonden. 2.5 De benoeming van de leden van het College geschiedt voor een periode van drie jaar. Ieder jaar treedt eenderde van de leden en de plaatsvervangende leden af volgens een op te maken rooster. Alle aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen tot maximaal tweemaal toe onmiddellijk herbenoemd worden. Voorts treden leden af : a. in geval een ander lid van de geschillencommissie tevens bestuurslid is: door benoeming tot bestuurslid; b. door benoeming tot bestuurslid van een plaatselijke afdeling en/of een district; c. door het aangaan van een dienstverband met het Rode Kruis, een district of een plaatselijke afdeling, of d. door bedanken. 2.6 Het College heeft een secretariaat, bestaande uit de secretaris en een of meer plaatsvervangend secretarissen. Het secretariaat geeft leiding aan de uitvoering van de werkzaamheden van het College en onderhoudt daartoe betrekkingen met het Rode Kruis en al zijn geledingen, alsmede met het verenigingskantoor van het Rode Kruis. 2.7 Het College benoemt de secretaris en één of meer plaatsvervangend secretarissen uit de gewone leden van het College. Bij verhindering van de secretaris treedt de plaatsvervangend secretaris voor hem of haar op. 2.8 Het College kan secretariaatswerkzaamheden, het voeren van de administratie en het beheer van de middelen van het College opdragen aan het verenigingskantoor van het Rode Kruis. 2.9
Jaarlijks doet het College verslag van zijn werkzaamheden aan het Verenigingsbestuur.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 3 van 14
Taken van het College Artikel 3 Het College is belast met de afhandeling van de volgende gedingen: a. de behandeling van geschillen als bedoeld in artikel 1(h); b. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 1(i) en artikel 1(j); c. de behandeling van opzeggingsberoepen als bedoeld in artikel 1(l). De Commissie Artikel 4 4.1 Indien een van de in artikel 3 genoemde procedures bij het College aanhangig wordt gemaakt, wijst de secretaris binnen twee weken vanuit het midden van het College een Commissie aan bestaande uit drie leden, waaronder tenminste één buitengewoon lid. Wanneer een in artikel 1 (j) genoemde klacht bij het College aanhangig wordt gemaakt, zal de voorzitter worden benoemd uit de bijzondere leden van het College. De Commissie zal de behandeling en beslissing van het geding op zich nemen. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn niet tot lid van de Commissie benoembaar. De Commissie wijst een van haar leden als voorzitter aan. 4.2 Ieder lid van de Commissie hoort onpartijdig en onafhankelijk te zijn. Hij mag geen persoonlijke of zakelijke banden met een der partijen of een van zijn medecommissieleden hebben. Hij mag ook geen rechtstreeks persoonlijk of zakelijk belang bij de afloop van de behandeling van het geschil hebben. Evenmin mag hij voorafgaand aan zijn benoeming zijn mening over de zaak geven aan een der partijen. 4.3 De door de secretaris aangewezen leden van de Commissie zijn verplicht de benoeming aan te nemen, behoudens hetgeen in de leden 4 en 5 hieronder is vermeld. 4.4 Als bij de behandeling van een bepaald geschil twijfel bestaat of zou kunnen bestaan aan de onafhankelijkheid of onpartijdigheid van een (nog te benoemen of al benoemd) lid van de Commissie, kan deze onder opgave van redenen voor of tijdens het geding aan de secretaris verzoeken zich te mogen verschonen. Het verzoek moet schriftelijk en met redenen omkleed zijn. Tijdens een zitting van de Commissie kan het verzoek ook mondeling worden gedaan. Wanneer de benoeming tot lid van de Commissie nog niet door het lid was aanvaard beslist de secretaris onmiddellijk over het verzoek. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open. Wanneer het verzoek tot verschoning wordt gedaan nadat het lid de benoeming al had aanvaard, schorst dit verzoek het geding onmiddellijk en doet de secretaris van het College mededeling van het verzoek aan de voorzitter van het College, aan de andere leden van de Commissie en aan de partijen bij het geding. De voorzitter van het College, en bij diens verhindering de secretaris, beslist onmiddellijk op het verzoek tot verschoning, maar niet nadat hij het lid van de Commissie en de bij het geding betrokken partijen in de gelegenheid heeft gesteld zich over het verzoek uit te laten. Tegen de beslissing van de Voorzitter staat geen hoger beroep open. 4.5 Op verzoek van een van de bij het geding betrokken partijen kan ieder lid van de Commissie worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de Commissie of een van haar leden schade zou kunnen lijden. Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten en omstandigheden aan de verzoeker bekend geworden zijn. Het verzoek dient schriftelijk en gemotiveerd te worden gedaan. Tijdens een zitting kan het verzoek ook mondeling worden gedaan. Alle feiten en omstandigheden waarop de verzoeker zich beroept, moeten tegelijk worden voorgedragen. Een volgend verzoek om wraking van hetzelfde lid wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend werden. Door de indiening van het verzoek wordt het geding onmiddellijk geschorst.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 4 van 14
4.6 Een lid van de Commissie kan in de wraking berusten. In dat geval benoemt de secretaris een nieuw lid van de Commissie. 4.7 Het verzoek tot wraking als bedoeld in artikel 4.5 wordt zo spoedig mogelijk in behandeling genomen door de voorzitter van het College. De verzoeker en het lid waarvan de wraking wordt gevraagd worden in de gelegenheid gesteld hun mening aan de Voorzitter te geven. De voorzitter kan ambtshalve bepalen dat zij niet in elkaar aanwezigheid worden gehoord. De voorzitter beslist zo spoedig mogelijk. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open. Als de wraking wordt toegestaan benoemt de secretaris zo spoedig mogelijk een nieuw lid van de Commissie. 4.8 Na de beslissing van de voorzitter op de verschoning of wraking wordt, met inachtneming van de inhoud van de beslissing, de behandeling van het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de Commissie anders bepaalt. Artikel 5 5.1 Zolang het geding loopt mag een lid van de Commissie geen ander contact met een van partijen hebben over aangelegenheden die de behandeling van het geschil betreffen dan in dit reglement is voorzien, tenzij de overige partijen en commissieleden daartoe vooraf toestemming hebben gegeven. 5.2 De Commissie kan op iedere plaats in Nederland die zij daartoe geschikt acht zitting houden, getuigen horen en beraadslagen 5.3 De Commissie ziet toe op een voortvarend verloop van het geding. Zij mag ambtshalve of op verzoek van een van partijen een termijn verlengen. ALGEMENE PROCEDUREBEPALINGEN Artikel 6 6.1 Een geding als bedoeld in artikel 3 wordt aanhangig gemaakt op de wijze die in dit reglement voor de verschillende gedingen is bepaald. Wanneer een geding aanhangig moet worden gemaakt door een geschrift, dienen daarin in ieder geval de navolgende gegevens te zijn vermeld: a. naam, adres, woonplaats of plaats van vestiging van de verzoekende partij, alsmede diens telefoon- en/of faxnummer en/of e-mailadres; b. naam, adres, woonplaats of plaats van vestiging van de wederpartij, en zo mogelijk telefoonen/of faxnummer en/of email-adres; c. een duidelijke weergave van het geschil, de klacht of de opzegging; d. het standpunt of de bezwaren van de verzoeker onder vermelding van de terzake doende feiten; e. een duidelijke omschrijving van de vordering. De verzoekende partij kan tevens opgave doen van getuigen die zij gehoord zou willen zien. 6.2. Wanneer een verweerschrift wordt ingediend moeten daarin behalve de in het vorige lid onder (a) en (b) genoemde gegevens ook de gronden van het verweer en de daaraan te verbinden conclusie opgenomen zijn. Ook de verweerder kan daarbij opgave doen van getuigen waarvan die hij gehoord zou willen zien. 6.3 Iedere partij kan in de behandeling van een geding door de Commissie in persoon verschijnen of zich doen vertegenwoordigen door een bijzonder daartoe schriftelijk gevolmachtigde. 6.4 Iedere partij kan zich in de behandeling van het geding voor de Commissie door een persoon van haar keuze doen bijstaan (de raadsman).
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 5 van 14
6.5 Wanneer een partij zich ter zitting laat vertegenwoordigen door een bijzonder daartoe schriftelijk gevolmachtigde of zich laat bijstaan door een raadsman, brengt deze de secretaris van de Commissie zo spoedig mogelijk daarvan op de hoogte, tenzij dit al duidelijk blijkt uit de gedingstukken. 6.6 Als de Commissie het horen van een of meer getuigen toelaat bepaalt zij de dag en het uur en de plaats van verhoor en deelt dit schriftelijk aan partijen mee. Als de Commissie een verzoek tot het horen van getuigen afwijst, deelt zij dit schriftelijk mee aan partijen onder opgave van redenen. De Commissie kan een van haar leden aanwijzen om getuigen te horen. Van ieder verhoor wordt een schriftelijke weergave door de Commissie opgemaakt, die door het aangewezen lid van de Commissie wordt ondertekend en vervolgens aan partijen en de getuige wordt verstrekt. Bij gelegenheid van het verhoor van de getuige wordt door de Commissie een vergoeding van de door de getuige in verband met het verhoor gemaakte kosten vastgesteld. Deze kosten worden aan de getuige betaald door de partij op wier verzoek de betreffende getuige is gehoord. Wanneer een partij zelf als getuige wordt gehoord heeft deze geen recht op vergoeding van onkosten. 6.7 De Commissie kan op ieder moment tijdens het geding de persoonlijke verschijning van partijen gelasten voor het geven van inlichtingen dan wel om een schikking te beproeven. 6.8
De Commissie is vrij in de toelating en het op waarde beoordelen van bewijs.
6.9 De verzoeker kan zijn vordering, ongeacht uit welke hoofde deze is ingesteld, intrekken tot aan de (eerste) mondelinge behandeling van het geding. Nadien is een intrekking van de vordering in een geschil slechts mogelijk met de uitdrukkelijke toestemming van de wederpartij. Een klacht of een opzeggingsberoep kunnen te allen tijde worden ingetrokken. Wanneer een geschil, opzeggingsberoep of klacht is ingetrokken deelt de Commissie dit schriftelijk aan de betroken partijen mee. Door deze mededeling eindigt de behandeling van het geding. 6.10 De verzoeker kan zijn vordering, tegenvordering, opzeggingsberoep of klacht wijzigen tot uiterlijk bij het begin van de mondelinge behandeling of, wanneer geen mondelinge behandeling plaatsvindt, tot uiterlijk bij de schriftelijke reactie van verzoeker op het verweer van de andere partij. Nadien zal een dergelijke wijziging niet meer geoorloofd zijn, tenzij de Commissie oordeelt dat er van bijzondere omstandigheden sprake is. Een partij kan te allen tijde haar vordering of tegenvordering verminderen. De wederpartij mag zich tegen een verandering of vermeerdering van de vordering verzetten, als zij daardoor in haar verdediging onredelijk wordt bemoeilijkt of de procedure daardoor onredelijk wordt vertraagd. De Commissie zal onverwijld op het verzet van de wederpartij beslissen. Wanneer de wijziging plaatsvindt bij het begin van de mondelinge behandeling en de wederpartij bij die behandeling niet is verschenen, wordt zij door de Commissie van de verzochte verandering van de vordering op de hoogte gesteld en in de gelegenheid gesteld zich alsnog binnen een door de Commissie te stellen termijn over die verandering of vermeerdering uit te laten. Indien de wederpartij zich binnen die termijn schriftelijk verzet tegen de voorgestelde verandering, beslist de Commissie onverwijld op het verzet. 6.11 De Commissie geeft aan partijen de gelegenheid in elkaars aanwezigheid hun standpunten ter zitting mondeling toe te lichten, tenzij alle betrokken partijen afzien van de mondelinge behandeling. De Commissie bepaalt met inachtneming van een redelijke termijn de dag, het tijdstip, de plaats van de mondelinge behandeling en stelt partijen daarvan schriftelijk in kennis. Hetzelfde geldt ten aanzien van eventueel nader door de Commissie te gelasten mondelinge behandelingen. 6.12 Alle zittingen van de Commissie zijn openbaar. Ambtshalve of op verzoek van een partij kan de Commissie evenwel bepalen dat de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvindt, mochten de openbare orde, zedelijkheid of gewichtige redenen daartoe naar het oordeel van de Commissie aanleiding geven. 6.13
De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen.
6.14
De Commissie doet uitspraak in de vorm van bindend advies.
6.15 Het bindend advies wordt schriftelijk uitgebracht en is door de voorzitter ondertekend of bij diens verhindering door een van de leden van de Commissie.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 6 van 14
6.16 a. b. c. d. e. f. g.
Het bindend advies bevat in ieder geval: de namen en woonplaatsen c.q. plaatsen van vestiging van partijen een kort overzicht van de gevolgde procedure een weergave van de vordering of klacht en, zo die is ingesteld, de tegenvordering het verweer de gronden van de beslissing het advies de datum van de uitspraak.
6.17 Wanneer dit gevorderd is kan de Commissie een partij veroordelen tot betaling van een (eventueel gemaximeerde) dwangsom voor het geval die partij geen gevolg geeft aan een veroordeling tot het doen of nalaten van bepaalde handelingen. 6.18 Mochten partijen gedurende het geding een schikking bereiken, dan kan de inhoud daarvan op hun gezamenlijk verzoek door de Commissie schriftelijk worden vastgelegd. De Commissie kan dit verzoek zonder opgave van redenen weigeren. 6.19 De Commissie mag publicatie van het bindend advies in een van de daartoe door de Commissie aan te wijzen periodieken van het Rode Kruis gelasten. Deze publicaties mogen echter niet de namen van partijen bevatten of gegevens die de identiteit van partijen kunnen prijsgeven. 6.20 De Commissie stelt in het bindend advies vast welke vergoeding voor de gemaakte proceskosten moet worden voldaan. In beginsel dient de partij die in het geding (grotendeels) in het ongelijk is gesteld deze proceskosten te betalen. De Commissie kan een andere verdeling van de proceskosten vaststellen. Tot de kosten van de procedure behoren in ieder geval de in artikel 6.6 vastgestelde kosten van getuigen, tenzij een partij zelf als getuige is opgetreden. In dat geval is daarvoor geen vergoeding verschuldigd. Voor de behandeling van een klacht zullen geen proceskosten in rekening gebracht worden. BIJZONDERE PROCEDUREBEPALINGEN A.
Ten aanzien van een GESCHIL:
Artikel 7 7.1 Een geschil als bedoeld in artikel 1(h) wordt aanhangig gemaakt door middel van een geschrift (het verzoek). 7.2 Het verzoek wordt ingediend bij de secretaris van het College. Het verzoek kan ook worden ingediend bij het verenigingskantoor van het Rode Kruis. De directie van het verenigingskantoor Rode Kruis zorgt er in dat geval voor dat het verzoek in handen wordt gesteld van de secretaris van het College. 7.3 Het geding wordt geacht aanhangig te zijn gemaakt op de dag dat de secretaris van het College of het verenigingskantoor van het Rode Kruis het verzoek heeft ontvangen. 7.4 De secretaris van het College bevestigt schriftelijk aan de verzoeker de ontvangst van het verzoek onder vermelding van de datum van ontvangst. 7.5. De secretaris van het College zendt kopieën van het verzoek aan de verweerder alsmede aan de leden van de voor de behandeling van het geschil benoemde Commissie. Artikel 8 Vervallen
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 7 van 14
Artikel 9 9.1 Binnen drie weken na ontvangst van een kopie van het verzoekschrift als bedoeld in artikel 7 dan wel binnen een door de secretaris te bepalen termijn kan de wederpartij een verweerschrift indienen bij de secretaris, indien zij zich tegen de vordering wil verweren. 9.2 De secretaris zendt kopieën van het verweerschrift aan de verzoeker en de leden van de Commissie. Artikel 10 10.1 Een tegenvordering die niet uiterlijk in het verweerschrift of - bij gebreke daarvan - bij de eerste mondelinge behandeling is ingesteld, kan nadien niet meer in dezelfde procedure voor de Commissie worden ingesteld, tenzij de Commissie oordeelt dat er van bijzondere omstandigheden sprake is. 10.2 Een tegenvordering is alleen toelaatbaar, wanneer deze betrekking heeft op een geschil waarop dit reglement van toepassing is. 10.3. De tegenvordering is aan dezelfde procedurebepalingen onderworpen als de hoofdvordering. Artikel 11 De Commissie kan op ieder moment in het geding partijen in de gelegenheid stellen een nadere schriftelijke toelichting op de eigen stellingen of een reactie op de stellingen van de wederpartij te geven. Wanneer verweer is gevoerd of een tegenvordering is ingesteld, worden partijen in ieder geval in de gelegenheid gesteld om binnen een door de Commissie vast te stellen termijn nog schriftelijk te reageren op de stellingen c.q. vordering van de wederpartij. Artikel 12 Binnen zes weken nadat het geschil aanhangig is gemaakt vindt de mondelinge behandeling van het geschil plaats, tenzij beide partijen daarvan afzien. Deze termijn kan onder opgave van redenen door de Commissie eenmaal met zes weken worden verlengd. Wanneer de in de artikelen 9, 10 of 11 bedoelde stukken niet binnen bovenbedoelde termijn door de Commissie zijn ontvangen, of overeenkomstig artikel 13 getuigen worden gehoord, geldt dit als een gegronde reden voor uitstel van de mondelinge behandeling. Verder uitstel van de mondelinge behandeling kan slechts met instemming van de bij het geschil betrokken partijen geschieden. Artikel 13 Wanneer de Commissie het wenselijk acht kan zij al vóór de (eerste) mondelinge behandeling getuigen horen. Daarvan geeft zij kennis aan partijen onder vermelding van de namen van de getuige(n) en de in artikel 6.6 bedoelde gegevens. Artikel 14 Indien een partij geen verweerschrift indient en niet ter mondelinge behandeling verschijnt is de Commissie gerechtigd daaraan de gevolgen te verbinden die haar geraden voorkomen. Artikel 15 Een beroep op onbevoegdheid van de Commissie, hetzij omdat het geschil geen geschil is in de zin van artikel 1(h) van dit Reglement, hetzij omdat de Commissie niet op de in dit Reglement bepaalde is samengesteld dient vóór alle verweren te worden ingesteld op straffe van het vervallen van dat recht. De Commissie kan zich tevens ambtshalve onbevoegd verklaren.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 8 van 14
Artikel 16 Alvorens bindend te adviseren kan de Commissie van partijen bewijs van hun stellingen verlangen. De Commissie legt in dat geval schriftelijk vast welke partij welke stellingen moet bewijzen en binnen welke termijn dat bewijs geleverd dient te worden. Partijen krijgen ieder afschrift van de verstrekte bewijsopdracht(en). Na de (eventuele) bewijslevering worden partijen binnen een door de Commissie te stellen termijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aangedragen bewijs. Dit gebeurt schriftelijk of, wanneer een van partijen dit heeft verzocht en de Commissie dat heeft toegestaan, op een nader door de Commissie te bepalen mondelinge behandeling. Artikel 17 De Commissie sluit het onderzoek en doet zo spoedig mogelijk – doch uiterlijk binnen drie weken na de sluiting - uitspraak. Deze termijn kan onder opgave van redenen eenmaal met twee weken worden verlengd. Artikel 18 18.1 Tegen een bindend advies van de Commissie inzake een geschil staat hoger beroep open bij de Ledenraad van het Rode Kruis. 18.2 Het in artikel 18.1 bedoelde beroep moet binnen vier weken na de datum van het bindend advies schriftelijk worden ingediend bij de Directie van het Rode Kruis (per adres van het verenigingskantoor van het Rode Kruis). Het beroep wordt geacht te zijn ingesteld op de dag dat het verenigingskantoor van het Rode Kruis het beroepschrift heeft ontvangen. De Directie bevestigt schriftelijk aan appellant (de indiener van het beroep) de ontvangst van het beroepschrift onder vermelding van de datum van ontvangst. Het beroepschrift wordt onmiddellijk door de Directie aan de wederpartij toegezonden. 18.3 De verweerder kan binnen drie weken na de datum waarop hem is medegedeeld dat het beroepschrift is ingediend op dezelfde wijze als omschreven in artikel 18.2 een verweerschrift indienen. De verweerder kan daarbij in hoger beroep nieuwe verweren inbrengen, tenzij hij blijkens zijn houding in de procedure voor de Commissie ondubbelzinnig van deze verweren heeft afgezien. De verweerder kan bij dit verweerschrift ook zijnerzijds bezwaren tegen de uitspraak van de Commissie aanvoeren en een vordering formuleren. De Directie zendt na ontvangst daarvan onmiddellijk een kopie van het verweerschrift aan de appellant. 18.4 Het beroep zal ter Ledenraad van het Rode Kruis worden behandeld. Daartoe worden in ieder geval het oorspronkelijke bindend advies, het beroepschrift en het eventuele verweerschrift aan de afgevaardigde leden van het Rode Kruis tijdig toegezonden. 18.5 Ter Ledenraad zullen de procespartijen in de gelegenheid gesteld worden hun standpunten toe te lichten. De Ledenraad beraadt zich over het geschil en spreekt zich daarover uit. De Ledenraad bepaalt op welke wijze de beraadslaging en de voorbereiding van de uitspraak plaats zal vinden. De uitspraak strekt tot (gedeeltelijke) bevestiging of (gedeeltelijke) vernietiging van het bindend advies van de Commissie. Voor zover het bindend advies niet in stand kan blijven en vernietigd wordt, beslist de Ledenraad op het aan hem voorgelegde geschil. In alle gevallen spreekt de Ledenraad zich uit over de vergoeding van de proceskosten. B.
Ten aanzien van een OPZEGGINGSBEROEP:
Artikel 19 Indien de vrijwilliger zich niet kan verenigen met de opzegging van de met hem of haar gesloten vrijwilligersovereenkomst, kan deze hiervan in beroep gaan bij het College. De vrijwilliger zal zich niet tot de burgerlijke rechter wenden alvorens op het beroep is beslist.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 9 van 14
De Rode Kruis-instantie wijst de vrijwilliger bij de mededeling van de opzegging op de mogelijkheid van beroep en licht de vrijwilliger in omtrent de beroepsprocedure. Artikel 20 20.1 Het beroep wordt schriftelijk ingesteld bij de secretaris van het College binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag dat een schriftelijke mededeling van de betreffende opzegging aan de vrijwilliger is verzonden. Het verzoek kan ook worden ingediend bij het Directie van het Rode Kruis. De Directie van het Rode Kruis zorgt er in dat geval voor dat het verzoek in handen wordt gesteld van de secretaris van het College. Het geding wordt geacht aanhangig te zijn gemaakt op de dag dat de secretaris van het College of de Directie van het Rode Kruis het verzoek heeft ontvangen. 20.2 a. b. c. d. e. f. g.
Het beroepschrift bevat in ieder geval: de naam en het adres van de vrijwilliger; de naam en plaats van vestiging van de betrokken Rode Kruis-instantie; de dagtekening; een kopie van de mededeling van de Rode Kruis-instantie, waarbij de vrijwilligersovereenkomst is opgezegd; de gronden van het beroep; de concrete vordering; (desgewenst) een opgave van eventueel te horen getuigen.
Artikel 21 Het beroep kan worden ingesteld op twee gronden: 1° de opzegging is in strijd met de met hem of haar gesloten vrijwilligersovereenkomst; 2° de opzegging is in strijd met enige andere tussen partijen geldende afspraak of regel. Artikel 22 De secretaris van het College zendt het beroepschrift onmiddellijk door aan de Rode Kruis-instantie waartegen dit beroepschrift is gericht onder vermelding van de dag waarop het beroepschrift aanhangig is gemaakt. De secretaris stelt de Rode Kruis-instantie gedurende drie weken, te rekenen vanaf de datum waarop het beroepschrift aanhangig is gemaakt, in de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. In dit verweerschrift kan de verweerder eventueel te horen getuigen opgeven. De secretaris kan op een tijdig verzoek van de Rode Kruis-instantie de termijn voor het indienen van een verweerschrift met een week verlengen. Na de ontvangst van het verweerschrift zendt de secretaris daarvan onmiddellijk een kopie aan de vrijwilliger. Artikel 23 De Commissie kan op ieder moment in het geding partijen in de gelegenheid stellen een nadere schriftelijke toelichting op de eigen stellingen of een reactie op de stellingen van de wederpartij te geven. Wanneer verweer is gevoerd worden partijen in ieder geval in de gelegenheid gesteld om binnen een door de Commissie vast te stellen termijn nog schriftelijk te reageren op de stellingen van de wederpartij. Artikel 24 De Commissie bepaalt de dag en het uur waarop de zaak mondeling zal worden behandeld. Deze dag zal niet later mogen worden gesteld dan zes weken na ontvangst van het beroepschrift. De secretaris geeft aan beide partijen schriftelijk kennis van de plaats, de dag en het uur waarop de zaak zal worden behandeld. Deze termijn kan op grond van gewichtige redenen en onder opgave daarvan door de Commissie eenmaal met drie weken worden verlengd. Verder uitstel van de mondelinge behandeling kan slechts met instemming van de bij het geschil betrokken partijen geschieden.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 10 van 14
Wanneer de in de artikel 23 bedoelde stukken niet binnen bovenbedoelde termijn door de Commissie zijn ontvangen, geldt dit als een gegronde reden voor uitstel van de mondelinge behandeling. Verder uitstel van de mondelinge behandeling kan slechts met instemming van de bij het geschil betrokken partijen geschieden. Artikel 25 Indien een partij geen verweerschrift indient en niet ter mondelinge behandeling verschijnt is de Commissie gerechtigd daaraan de gevolgen te verbinden die haar geraden voorkomen. Artikel 26 De Commissie kan alvorens uitspraak te doen van een van partijen bewijs van haar stellingen verlangen. De Commissie legt in dat geval schriftelijk vast welke partij welke stellingen moet bewijzen en binnen welke termijn dat bewijs geleverd dient te worden. Partijen krijgen ieder afschrift van de verstrekte bewijsopdracht(en). Na de (eventuele) bewijslevering worden partijen binnen een door de Commissie te stellen termijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aangedragen bewijs. Dit gebeurt schriftelijk of, wanneer een van partijen dit heeft verzocht en de Commissie dat heeft toegestaan, op een nader door de Commissie te bepalen mondelinge behandeling. Artikel 27 Een beroep op onbevoegdheid van de Commissie, hetzij omdat het beroep geen opzeggingsberoep is in de zin van artikel 1(l) van dit Reglement, hetzij omdat de Commissie niet op de in dit Reglement bepaalde is samengesteld dient vóór alle verweren te worden ingesteld op straffe van het vervallen van dat recht. De Commissie kan zich tevens ambtshalve onbevoegd verklaren. Artikel 28 De Commissie sluit het onderzoek en doet zo spoedig mogelijk uitspraak, maar in ieder geval binnen drie weken na het sluiten van het onderzoek. De termijn van uitspraak kan onder opgave van redenen eenmaal met twee weken worden verlengd. C.
Ten aanzien van KLACHTEN als bedoeld in artikel 1 (i) en (j)
Artikel 29 29.1 Het Rode Kruis stelt ten behoeve van de vereniging een klachtenfunctionaris aan, die is belast met een coördinerende, bemiddelende en voorlichtende rol ten aanzien van de afhandeling van klachten. De klachtenfunctionaris rubriceert en analyseert periodiek alle bij hem of haar geregistreerde klachten en legt deze, voorzien van eventuele aanbevelingen ter evaluatie aan de Directie van het Rode Kruis voor. 29.2 Door het Rode Kruis, de afdelingen en het verenigingskantoor wordt voorzien in een vertrouwenspersoon. Hiertoe kan een aan de Rode Kruis-organisatie als vrijwilliger of als beroepskracht verbonden persoon zich desgewenst wenden wanneer deze onderhevig is aan discriminatie, agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie of sexueel misbruik. De vertrouwenspersoon beschikt over een exemplaar van dit reglement en kan, op verzoek van klager, hem of haar voorlichten over de bestaande klachtenregeling en verder assisteren en begeleiden bij het eventueel indienen van een klacht als bedoeld in artikel 1(j). Artikel 30 30.1 Klachten kunnen mondeling of schriftelijk worden ingediend bij het Rode Kruis, bij al haar geledingen of bij de in artikel 29 bedoelde klachtenfunctionaris. Een anonieme klacht wordt niet in behandeling genomen.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 11 van 14
30.2 Een klacht wordt in eerste instantie in behandeling genomen door de eenheid waarop de klacht betrekking heeft of de eenheid waartoe de persoon behoort waarop de klacht betrekking heeft (de ontvangende eenheid). Indien de klacht evenwel bij een andere geleding is ingediend, zorgt deze ervoor dat de ontvangende eenheid de klacht zo spoedig mogelijk ontvangt. Aan de klager wordt bericht gegeven wanneer en aan wie de klacht is doorgestuurd. 30.3 De ontvangende eenheid is verantwoordelijk voor de juiste verwerking van de klacht. Zij voorziet in een functionaris die formeel met de afhandeling van klachten is belast en bij wie de klacht kan worden ingediend. De ontvangende eenheid houdt in ieder geval van alle bij haar binnengekomen klachten een registratie bij. 30.4 Wanneer een klacht niet binnen twee weken naar tevredenheid van de klager door de ontvangende eenheid is afgewikkeld wordt door de ontvangende eenheid een klachtenformulier ingevuld en ter behandeling aan de in artikel 29 bedoelde klachtenfunctionaris toegezonden. Wanneer de ontvangende eenheid daartoe niet tijdig overgaat kan de klager zelf een ingevuld klachtenformulier aan de klachtenfunctionaris inzenden. Het model van dit klachtenformulier wordt vastgesteld door de Directie van het Rode Kruis. Het klachtenformulier dient als basis van het dossier, waarin verder alle op de klacht betrekking hebbenden correspondentie en stukken worden gevoegd. Artikel 31 31.1 Nadat de klacht door de klachtenfunctionaris is ontvangen wordt deze verder onder diens verantwoordelijkheid behandeld. 31.2 Uiterlijk binnen een week na ontvangst van de klacht wordt door de klachtenfunctionaris een ontvangstbevestiging aan de klager en de ontvangende eenheid gestuurd. De klager ontvangt daartoe een kopie van het ingevulde klachtenformulier en wordt geïnformeerd over het onderhavige reglement en gewezen op de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan het College. De klager wordt op eerste aanvraag voorzien van exemplaar van dit Reglement of een uittreksel daarvan, waarin de artikelen zijn opgenomen die op de klachtenbehandeling betrekking hebben. 31.3 De klachtenfunctionaris onderzoekt of er nog mogelijkheden bestaan om de klacht alsnog binnen een termijn van twee weken tot tevredenheid van de klager af te handelen. Binnen die termijn geeft deze bericht aan betrokken partijen over het daarbij door hem bereikte resultaat. Bij overschrijding van die termijn wordt de klager op de hoogte gesteld van het uitstel, de reden daarvan en de termijn waarbinnen en de wijze waarop de klacht verder wordt afgehandeld. 31.4 De afhandeling van de klacht gebeurt mondeling of schriftelijk, al naar gelang de voorkeur van de klager. Bij een mondelinge afhandeling worden de handelingen en bevindingen van de klachtenfunctionaris steeds op het klachtenformulier vermeld. De klachtenfunctionaris deelt de klager per gedateerde brief de uitkomst van de afhandeling van de klacht en eventueel genomen maatregelen mede. 31.5 Indien klager geen genoegen neemt met de wijze waarop de klacht is afgehandeld kan deze de klacht binnen twee weken na ontvangst van de in artikel 31.4 bedoelde brief indienen bij de secretaris van het College. Vanaf dat moment is sprake van een klacht als bedoeld in artikel 43 van de statuten van het Rode Kruis. 31.6 Op verzoek van de secretaris van het College draagt de klachtenfunctionaris het op de klacht betrekking hebbende dossier onmiddellijk aan het College over. Artikel 32 32.1 De behandeling van de klacht geschiedt op dezelfde wijze als is bepaald ten behoeve van de behandeling van geschillen, met dien verstande dat tegen de uitspraak van de Commissie geen beroep open staat. 32.2 De secretaris van het College verstrekt desgevraagd een afschrift van het dossier aan de klager en de ontvangende eenheid.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 12 van 14
Artikel 33 Ter zake van klachten is de Commissie bevoegd: a. vast te stellen dat het bestreden doen of nalaten in strijd is met wat binnen het Rode Kruis of zijn organisatie betamelijk is en wel door de klacht gegrond of ongegrond te verklaren; b. een voordracht te doen voor * schorsing van het betrokken lid van het Rode Kruis voor ten hoogste een jaar, c. * schorsing van het betrokken bestuurslid van de afdeling of het district voor ten hoogste zes maanden, ev. met voordracht tot ontslag, * opzegging van het lidmaatschap door het Rode Kruis, * ontzetting uit het lidmaatschap van het Rode Kruis. c. een aanbeveling te doen tot * schorsing of ontslag van de betrokken vrijwilliger overeenkomstig de bepalingen van het vrijwilligersreglement; * schorsing of ontslag van de betrokken beroepskracht overeenkomstig de bepalingen van rechtspositiereglement; * het treffen van andere rechtspositionele maatregelen. Indien de Commissie een voordracht of aanbeveling doet als bovenvermeld maakt zij daarvan melding in de uitspraak. Artikel 34 34.1. Het betreffende bestuur van de geleding van de Rode Kruis-organisatie of de Directie van het Rode Kruis, indien deze bevoegd is de in de uitspraak van de Commissie bedoelde beslissingen te nemen, ontvangt een afschrift van de uitspraak. 34.2. Het betreffende bestuur van de geleding van de Rode Kruis-organisatie of de Directie van het Rode Kruis, beslist binnen vier weken na de uitspraak van de Commissie of het de voordracht en/of aanbevelingen van de Commissie zal volgen. Een afschrift van deze beslissing wordt gezonden aan de klager, de ontvangende eenheid en de klachtenfunctionaris. D.
Klacht of geschil?
Artikel 35 35.1 Indien niet duidelijk is of een aanhangig gemaakte zaak een geschil of een klacht betreft of dat wellicht sprake is van allebei, vraagt degene bij wie de zaak is ingediend aan de betrokken partijen hoe de zaak aangeduid moet worden. Verschillen partijen van mening dan legt degene bij wie de zaak aanhangig is gemaakt onmiddellijk de zaak ter behandeling voor aan het College. Indien een aanhangig gemaakte zaak zowel een geschil als een klacht betreft, worden beide zo mogelijk gelijktijdig door het College behandeld. In het bindend advies zal de Commissie vaststellen óf en, zo ja, welk gedeelte van de zaak als klacht is aangemerkt. 35.2 Een partij kan in de loop van een geding omtrent een geschil tevens een klacht aanhangig maken, indien en voorzover deze samenhangt met het onderwerp van het geschil en betrekking heeft op dezelfde procespartijen. Deze klacht dient schriftelijk te worden ingediend, maar kan tijdens een mondelinge behandeling ook mondeling worden gedaan. De secretaris van het College bevestigt schriftelijk de indiening van de klacht aan de alle betrokkenen en geeft – indien de klacht ter mondelinge behandeling is gedaan - de inhoud van die klacht schriftelijk aan partijen weer. Wanneer een klacht zich niet leent voor gelijktijdige behandeling met het aanhangige geschil of de procedure daardoor onredelijk wordt bemoeilijkt of vertraagd kan de Commissie, waarbij het geschil in behandeling is, de gelijktijdige behandeling van de klacht weigeren. Ook de wederpartij is bevoegd zich tegen de gelijktijdige behandeling van de klacht te verzetten, indien zij daardoor in haar verdediging onredelijk wordt bemoeilijkt. De Commissie beslist onverwijld op het verzoek tot gelijktijdige behandeling.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 13 van 14
SLOTBEPALINGEN. Artikel 36 Alle personen die in enige functie aan de behandeling van een zaak deelnemen of hebben deelgenomen, zijn gehouden tot strikte geheimhouding ten aanzien van de feiten waarvan zij als gevolg van de deelname weet hebben, behoudens ten aanzien van het bepaalde in artikel 6.19 (publicatie van het advies). Artikel 37 Als de bepalingen van dit reglement niet of niet goed zijn nageleefd, dient een partij, zo spoedig mogelijk nadat zij daarvan weet heeft daartegen schriftelijk bij de secretaris van het College of bij de Ledenraad van het Rode Kruis te protesteren, op straffe van het vervallen van recht om daarop in een later stadium alsnog een beroep te doen. Artikel 38 In alle gevallen die niet zijn voorzien in dit reglement, dient te worden gehandeld overeenkomstig de geest van dit reglement.
DVIS/statuten en reglementen/GBK-reglement Mei 2010
Pagina 14 van 14