GESCHIEDENIS IN EEN BOEKENKAST De cultuur-historische canon in 50 verhalen voor kinderen van 8-14 jaar
1
2
DE CANON VAN NEDERLAND De canon van Nederland is een onderdeel van het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen dat wordt uitgevoerd door Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. Het programma wordt gefinancierd door het ministerie van OCW.
Door leesboeken bij de canonlessen komen leesbevordering en zaakvakken handig samen Vanaf september 2010 is de canon van Nederland opgenomen in de kerndoelen van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Op alle Nederlandse scholen moet dan de canon aan de orde komen bij het behandelen van de tijdvakken. De centrale site van de canon is www.entoen.nu. Stichting Entoen.nu is verantwoordelijk voor de implementatie van de 50 vensters in het onderwijs. Kunst van Lezen heeft de 50 canonvensters vanuit een literair perspectief toegankelijk gemaakt voor het onderwijs: een kinderboekenexpert heeft op basis van de in 2008 samengestelde titellijst bij de diverse vensters een definitieve lijst van oorspronkelijk Nederlandstalige en vertaalde jeugdboe-
ken vastgesteld. De definitieve lijst is via www.entoen.nu ontsloten op www.leesplein.nl voor wat betreft titels en auteurs. De lijst telt momenteel ruim 300 titels. Kunst van Lezen maakt zich sterk dat titels (ten minste digitaal) leverbaar blijven zodat leerlingen erover kunnen beschikken. Regelmatig worden nieuwe titels bij de vensters gevoegd. Door het gebruik van leesboeken bij de canonlessen komen leesbevordering en zaakvakken handig samen. Daarbij gaat de geschiedenis meer leven voor de leerlingen, omdat ze zich door het (voor)lezen van verhalende boeken meer kunnen identificeren met de hoofdpersonen en de gebeurtenissen. De openbare bibliotheek zal vanaf het schooljaar 2010-2011 een hoofdrol vervullen in de collectievorming en fysieke presentatie van de geselecteerde boeken. De bibliotheek zal de boeken van de lijst zo veel mogelijk in huis hebben. De boeken zullen per venster op een aantrekkelijke en herkenbare manier in de bibliotheek en binnen de scholen gepresenteerd worden. Leerkrachten die een bepaald venster behandelen, kunnen een beroep doen op de bibliotheek voor het leveren van bijbehorende boeken en ondersteunende expertise.
3
COLOFON Samenstelling en redactie: Wilma van der Pennen Vormgeving: Lidewij Spitshuis ontwerpstudio Druk: Koninklijke De Swart
4
De brochure is ontwikkeld in opdracht van Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, met medewerking van Stichting entoen.nu. De canon van Nederland is programmaonderdeel van Kunst van Lezen en wordt gefinancierd door het ministerie van OCW. www.kunstvanlezen.nl
GESCHIEDENIS IN EEN BOEKENKAST De cultuur-historische canon in 50 verhalen voor kinderen van 8-14 jaar ‘Stel je voor dat de geschiedenis in een grote kast zat. Als die kast geen planken of laden had, zou alles op een hoop liggen. Daarom wordt de geschiedenis in ons hoofd op planken en in laden gelegd.’ Dat schrijft Joke van Leeuwen in haar boek over de geschiedenis en ontwikkeling van de Nederlandse taal, Waarom een buitenboordmotor eenzaam is. De cultuur-historische canon van Nederland kan gezien worden als een grote kast, met keurige planken en handige laden. Een kast waarin maar liefst 50 onderwerpen een plek hebben gekregen. En bij die onderwerpen horen verhalen. Verhalen die de geschiedenis inkleuren, verlevendigen en voor de jonge lezers aantrekkelijk maken. Verhalen die hen meenemen naar het verleden en hun even het gevoel geven in de beschreven periode rond te dwalen. Deze 50 kinder- en jeugdboeken zijn een bron van inspiratie voor pabostudenten, basisschoolleerkrachten en bibliotheekmedewerkers.
verhaal, gebaseerd op historische feiten, en soms – bijvoorbeeld als geschiedkundige ondersteuning ontbreekt – om verhalen die beschrijven hoe het vroeger gegaan kán zijn.
Voor deze brochure zijn bij alle 50 vensters van de canon kinder- en jeugdboeken gezocht.*) Bij sommige vensters wordt een non-fictieboek genoemd. Vaker gaat het om een
*) Er is gezocht naar in de boekhandel verkrijgbare titels. Een aantal titels is te bestellen via de website van de uitgevende instelling. In een enkel geval is een boek niet meer te koop; het is dan nog wel te leen bij de openbare bibliotheek.
‘Schrijven is de waarheid liegen’, zei ooit jeugdboekenauteur Henri van Daele. Dat wil zeggen dat in een verhaal een beetje gesjoemeld mag en kan worden met de feiten. ‘De werkelijkheid is de werkelijkheid, een boek blijft een boek.’ Maar of het nu gaat om feiten of om fictie, doel van deze brochure is op een aansprekende manier over het verre of meer recente verleden te vertellen. Want, zoals Dolf Verroen het verwoordde in Slaaf kindje slaaf: ‘Geschiedenis leert je waar je vandaan komt en, als het goed is, waar je heen wilt.’
Wilma van der Pennen
5
INHOUDSOPGAVE
1. Hunebedden: vroege landbouwers Akan van het hunebed / Peter Schaap
12
2. De Romeinse Limes: op de grens van de Romeinse wereld De rode wolf / Simone van der Vlugt
14
3. Willibrord: verbreiding van het christendom ‘Willibrord, Bonifatius en Liudger’ uit Lang geleden… / Arend van Dam
16
4. Karel de Grote: keizer van het Avondland Elegast / Agave Kruijssen
18
5. Hebban olla vogala: het Nederlands op schrift Waarom een buitenboordmotor eenzaam is / Joke van Leeuwen
20
6. Floris V: een Hollandse graaf en ontevreden edelen Floris / Agave Kruijssen
22
7. De Hanze: handelssteden in de Lage Landen Gekaapt! / Thea Beckman
24
8. Erasmus: een internationaal humanist Het geheim van Erasmus / Maurits Tompot en Ines van Bokhoven
26
9. Karel V: de Nederlanden als bestuurlijke eenheid ‘Karel V’ uit Lang geleden… / Arend van Dam
28
10. De Beeldenstorm: godsdienststrijd Scherven in de kerk / Greetje Vagevuur
30
11. Willem van Oranje: van rebelse edelman tot ‘vader des vaderlands’ Vals beschuldigd / Joyce Pool
32
12. De Republiek: een staatkundig unicum Het geheime kistje / Theo en Marianne Hoogstraaten
34
13. De Verenigde Oostindische Compagnie: overzeese expansie Bloedgeld / Simone van der Vlugt
36
14. De Beemster: Nederland en het water De strijd om de Beemster / Peter Smit
38
15. De grachtengordel: stadsuitbreidingen in de zeventiende eeuw Het poppenhuis / Christa Carbo
40
16. Hugo de Groot: pionier van het moderne volkenrecht Zo groot als Hugo / Marion Bloem
42
kleurcodering leeftijdscategorie:
: 6+
: 8+
: 9+
: 10+
: 11+
: 12+
: 13+
: 14+
17. De Statenbijbel: het boek der boeken De kinderbijbel van Nico ter Linden
44
18. Rembrandt: de grote schilders Het meisje van De Nachtwacht / Claire Felicie en Chris Bos
46
19. De Atlas Major van Blaeu: de wereld in kaart Heibel om een zeekaart / Peter Smit
48
20. Michiel de Ruyter: zeehelden en de brede armslag van de Republiek Koers pal noord / John Brosens
50
21. Christiaan Huygens: wetenschap in de Gouden Eeuw Opgesloten / Lizette de Koning
52
22. Spinoza: op zoek naar de waarheid De wereld van Sofie / Jostein Gaarder
54
23. Slavernij: mensenhandel en gedwongen arbeid in de Nieuwe Wereld Slaaf kindje slaaf / Dolf Verroen
56
24. Buitenhuizen: rijk wonen buiten de stad Spiegelspreuk / Lida Dijkstra
58
25. Eise Eisinga: de Verlichting in Nederland Hallo aarde, hier Maan / Syl van Duyn
60
26. De patriotten: crisis in de Republiek ‘Otto’ uit Kinderen van Amsterdam / Jan Paul Schutten
62
27. Napoleon Bonaparte: de Franse tijd Betsy en Napoleon / Staton Rabin
64
28. Koning Willem I: het koninkrijk van Nederland en België De Oranjes: van Willem van Oranje tot erfprinses Amalia / Han van Bree en Piet Lekkerkerk
66
29. De eerste spoorlijn: de versnelling Complot op het spoor / Arend van Dam
68
30. De Grondwet: de belangrijkste wet van een staat Het boek van Opa Politiek / Hans Daalder
70
31. Max Havelaar: aanklacht tegen wantoestanden in Indië De strijd van Dasar / Peter Vervloed
72
32. Verzet tegen kinderarbeid: de werkplaats uit, de school in Zwarte sneeuw / Simone van der Vlugt
74
33. Vincent van Gogh: de moderne kunstenaar Vincent van Gogh: een leven in schilderijen / Frank Groothof en Marjet Huiberts
76
kleurcodering leeftijdscategorie:
: 6+
: 8+
: 9+
: 10+
: 11+
: 12+
: 13+
: 14+
34. Aletta Jacobs: vrouwenemancipatie ‘Francien en het geheim van het gele lintje’ uit Helden! / Janny van der Molen
78
35. De Eerste Wereldoorlog: oorlog en neutraliteit Voetballen of vechten / Herman van Campenhout
80
36. De Stijl: revolutie in vormgeving WateenKunst: twaalf toppers uit de moderne kunst / Klaas de Jong
82
37. De crisisjaren: samenleving in depressie Negen Open Armen / Benny Lindelauf
84
38. De Tweede Wereldoorlog: bezetting en vrijheid Opgejaagd / Lydia Rood
86
39. Anne Frank: Jodenvervolging Het verhaal van Anne Frank / Menno Metselaar en Ruud van der Rol
88
40. Indonesië: een kolonie vecht zich vrij Strijd in het regenwoud / Robin Raven
90
41. Willem Drees: de verzorgingsstaat Een foto in de sneeuw / Marlies Verhelst
92
42. De watersnood: de dreiging van het water Oosterschelde: windkracht 10 / Jan Terlouw
94
43. De televisie: de doorbraak van een massamedium De televisie komt! / Wilma Degeling
96
44. Haven van Rotterdam: poort naar de wereld Vluchtroute New York / Martine Letterie
98
45. Annie M.G. Schmidt: tegendraads in een burgerlijk land Otje / Annie M.G. Schmidt
100
46. Suriname en de Nederlandse Antillen: dekolonisatie van de West Een bezoek aan… Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten / Martijn Reeser
102
47. Srebrenica: de dilemma’s van vredeshandhaving Mijn vader is geen moordenaar / Margriet Breet
104
48. Veelkleurig Nederland: de multiculturele maatschappij Polleke / Guus Kuijer
106
49. De gasbel: een eindige schat ‘De rijkste boer van Nederland’ uit Overal en ergens… / Arend van Dam
108
50. Europa: Nederlanders en Europeanen Spreken we in Europa straks allemaal Europees? / Bas van Lier
110
kleurcodering leeftijdscategorie:
: 6+
: 8+
: 9+
: 10+
: 11+
: 12+
: 13+
: 14+
Hunebedden: vroege landbouwers, ca. 3000 voor Christus
Akan van het hunebed Peter Schaap; illustraties Danja Schaap 2009 Het Drentse boek (11+)
12
Akan is de zoon van Sibbe de hunebedbouwer. Hij is dertien jaar en zal binnenkort worden ingewijd. Dan hoort hij bij de volwassen jagers. Op een dag, als de mannen afwezig zijn, wordt het dorp door wolfmensen overvallen. Ze richten grote verwoestingen aan. Akan valt in handen van de bende. Hij wordt een grote donkere ruimte ingeduwd die afgesloten wordt met een enorme steen. Akan beseft dat hij in een graf zit: hij is levend begraven. En hij niet alleen. Ook Nylde, de kruidenvrouw en Akans grootmoeder, zit opgesloten in de ruimte onder de stenen. Over de makers van de hunebedden en hun leefwijze is weinig bekend. Rond de grafkamers zijn weinig archeologische vondsten gedaan; wel zijn er werktuigen en wapens gevonden, waaronder grote bijlen. Geen sporen van huizen, godenbeeldjes, kunst of resten van kleding. In zijn nawoord vertelt de auteur dat hij niet beschrijft hoe het geweest is, maar hoe het geweest zou kunnen zijn.
‘Ik ben benieuwd of we resten van de eerste bewoners zullen vinden’, zegt de oude vrouw. ‘Je wist het misschien niet, jongen, maar dit is ons oudste hunebed, van kort nadat de oude goden bij de opgaande zon in het oosten zijn verslagen.’
Verder lezen • Jan Heerze, Sporen in het moeras (De Fontein) • Hein Klompmaker, De wereld van Oek, kind van hunebedbouwers (Noordboek) • Tijl Rood, Het offer: de tijd van jagers en boeren (Delubas) • Jan Paul Schutten, ‘Elva’ in: Kinderen van Nederland, blz. 13 t/m 28 (Nieuw Amsterdam) • Roelof Wijtsma en Frans Le Roux, Arin en het volk van de Hunebedbouwers (Edu’Actief, reeks stripboeken)
13
De rode wolf
De Romeinse Limes: op de grens van de Romeinse wereld, 47-ca. 400
Simone van der Vlugt 2009 Lemniscaat (11+) Het leger van Julius Caesar moet de Germaanse stammen onderwerpen. Maar dat gaat minder makkelijk dan de Romeinen gedacht hadden. Rufus wordt als verkenner vooruit gestuurd. Hij verdwaalt en belandt in handen van een Germaanse stam. Gelukkig spreekt hij Germaans, dankzij zijn vriendschap met de Germaanse slaaf van zijn vader, en zo wint hij het vertrouwen van de stam. Zijn adviezen voorkomen dat Caesar na Gallië ook de Germanen overwint.
Verder lezen • Thijs Goverde, Het bloed van de verraders (Holland) • Anneriek van Heugten, De vondst in het kasteelbos (Clavis) • Martine Letterie, Keizer aan zee (Delubas) • Jan Ploeger, Het lage huis (Clavis) • Joyce Pool, Een meesterlijk plan: de Friese
14
Het verhaal speelt in het jaar 55 voor Christus. Julius Caesar is de opperbevelhebber van het Romeinse leger, dat al jaren oorlog voert met de volkeren aan de andere kant van de Alpen. Nu heeft hij zijn oog op Germania laten vallen. Maar dan moet het leger eerst nog de Rijn oversteken.
opstand tegen de Romeinen (Niño) • Jan Paul Schutten, ‘Claudius’ in: Kinderen van Nederland, blz. 29 t/m 44 (Nieuw Amsterdam) • Simone van der Vlugt, De slavenring (Lemniscaat)
Op dat moment klinkt een huiveringwekkend, rauw gehuil uit de bossen aan de overkant van de rivier. Geschrokken kijken ze op. ‘Bij Hades, wat was dat?’, fluistert Fabius. Rufus luistert naar de bijna onaardse roep die over de Rijn galmt. Het klinkt als weeklagen, maar met onmiskenbare dreiging. Het is de barditus; de schildzang van de Germanen, die ze aanheffen als ze een volk de oorlog verklaren.
15
Lang geleden… Arend van Dam; illustraties Alex de Wolf 2007 Van Holkema & Warendorf (8+) Willibrord kwam uit Engeland, waar hij opgroeide in een klooster. Hij was het die in Nederland de eerste kerk liet bouwen, al was dat nog maar een kleintje, in Utrecht. Op een dag bood een andere prediker Willibrord zijn hulp aan: Bonifatius. Met hem liep het slecht af. Bij Dokkum trok een Fries, die niet gediend was van de verhalen over die ene God, zijn zwaard. Dat ging dwars door de bijbel heen, die Bonifatius ter bescherming voor zijn gezicht hield. De prediker viel dood neer. Na hem zette de monnik Liudger zijn werk voort. Hij begon een school voor mannen die prediker wilden worden.
16
Het verhaal ‘Willibrord, Bonifatius en Liudger’ staat te lezen in de verhalenbundel Lang geleden…: de geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen (blz. 22 t/m 24). Willibrord en zijn collega’s wilden zich inzetten voor de verspreiding van het christendom in het land van de Friezen, die in de zevende eeuw de kuststrook van de Westerschelde tot bij Dokkum bewoonden. Het kerkje dat Willibrord bouwde, stond op de plaats waar nu de Utrechtse Domtoren staat.
Willibrord: verbreiding van het christendom, 658-739
Tegen iedereen die het maar wilde horen, vertelde hij: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Er is maar één God. En die God houdt van jullie.’ De mensen luisterden verbaasd. Wie was die God die van hen hield? Zij kenden alleen maar boze goden. Willibrord vertelde de mensen over zijn God, de God van de liefde.
17
Verder lezen • Theo Hoogstraaten, ‘Radboud en Willibrord’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 22 t/m 25 (Veen) • Peter Smit, Een moeilijke missie (Delubas)
‘Gegroet, mijn heer,’ antwoordt Eggerik en maakt een lichte buiging. Hij voelt of zijn steekzwaard nog op zijn plek zit. ‘Eggerik, ik ben je heer niet meer,’ roept Karel dan. Eggerik schrikt wakker als uit een droom. ‘Wat zegt u? Hoe bedoelt u?’ ‘Je hebt tegen mij samengezworen. Je hebt samen met andere zogenaamde heren een plan beraamd om mij te vermoorden!’
18
Verder lezen • Agave Kruijssen, Razende Roeland: Een ware held / De olifant (Lannoo) • Agave Kruijssen, ’t Ros Beiaard (Lannoo) • Brigitte Raskin, De gestolen prinses (Davidsfonds/Infodok) • Joke Reijnders, Problemen op de palts (Delubas) • Gerard Sonnemans, Een olifant voor de keizer (Delubas)
Elegast
Karel de Grote: keizer van het Avondland, 742-814
Agave Kruijssen; illustraties Fiel van der Veen 2005 Lannoo (10+) Waarom heeft de keizer hem verbannen? Dat vraagt hertog Elegast zich af als hij met zijn mannen in een verlaten woud de nacht doorbrengt. Heeft Berthe er iets mee te maken – ‘dat rotwijf’? Of zou het Eggerik zijn? Al zijn land is hij kwijt, zijn burcht en zijn boerderijen. Er zit niets anders op dan roofridder te worden. Dat gaat hem goed af, maar toch zou Elegast liever zien dat het anders was. Dat hij terug mocht keren naar het hof om de keizer te dienen. En weer bij Berthe kon zijn, de mooie zuster van keizer Karel, op wie Elegast heimelijk verliefd is. Maar zij is inmiddels met Eggerik getrouwd. Karel de Grote wist zijn rijk steeds verder uit te breiden. In 800 werd hij door de paus tot keizer van het Westen gekroond. Omdat hij het enorme land, dat bijna net zo groot was als Europa nu, niet alleen kon besturen, stelde hij zogeheten leenheren aan. Deze vazallen moesten hem raad geven. In ruil voor hun diensten kregen ze grote stukken land. Maar waren die leenheren wel altijd te vertrouwen?
19
Hebban olla vogala: het Nederlands op schrift, ca. 1100
Waarom een buitenboordmotor eenzaam is Joke van Leeuwen; illustraties van de auteur 2004 Stichting Ons Erfdeel (10+)
20
De ondertitel van dit speels geïllustreerde boek, ‘… en waarom je Jansen heet als je Jansen heet en waarom eieren vroeger geen eieren waren en waarom we geen zeventigduizend letters hebben en nog veel meer over de taal die je nu leest’, geeft goed aan waarover het gaat. Er wordt verteld hoe de taal ontstond en hoe uit de oertaal het Nederlands is ontstaan. En over de ontwikkeling van het schrift, vanaf ‘het beroemdste oude krabbeltje in het Nederlands’: ‘Hebban olla vogala nestas hagunnen hinase hic enda thu’.
Verder lezen • Wim Daniëls, Over Nederlands gesproken. Het verhaal van onze taal (Kluitman)
De auteur gebruikt veel origineel gevonden taal- en woordgrapjes en onderstreept met haar tekeningen haar humoristische betoog. Zo wordt een serieus onderwerp als de ontwikkeling van de taal niet minder serieus, maar wel veel leuker om te lezen.
• Ludo Jongen, Het raadsel van Veldeke (Clavis) • Charlie May, Reinaert de vos… gerapt (Holland) • Katharina Smeyers, Schapenvellen en ganzenveren. Het verhaal van het middeleeuwse boek (Davidsfonds/Infodok)
Het Nederlands dat tussen 700 en 1150 werd gesproken, noemen we nu Oudnederlands. De mensen uit die tijd zeiden natuurlijk niet dat ze Oudnederlands spraken, want toen was er nog niets ouds aan. Alle boeken werden met de hand geschreven. Dat deden monniken. De meeste mensen hadden toen nog niet de kans om te leren lezen en schrijven. De monniken gebruikten een vogelveer als pen. Ze sneden er een scherpe punt aan en doopten die in inkt. Toch was het misschien geen monnik, maar een vrouw, die het beroemdste oude krabbeltje in het Nederlands schreef, omdat ze zo graag een gezinnetje wilde beginnen.
21
Floris V: een Hollandse graaf en ontevreden edelen, 1254-1296
Floris Agave Kruijssen; illustraties Fiel van der Veen 2006 Lannoo (11+) Graaf Floris V van Holland heeft een belangrijke missie: hij wil de dood van zijn vader wreken, die tijdens een expeditie in West-Friesland werd gedood. Maar het volk komt tegen hem in opstand en Floris weet niet meer wie hij vertrouwen kan. Hij sluit eindelijk vrede, maar toch loopt alles anders af dan voorzien: de Hollandse edelen spannen tegen hem samen en Floris wordt gevangengezet op het Muiderslot.
22
Floris leert van hertog Jan van Brabant het strategisch spel in een wereld van eer, wraak, trouw en verraad. De graaf wordt als mens neergezet: zijn jeugd, zijn huwelijk, zijn gevangenneming en zijn dood. Daartoe legde de schrijfster, die zich uitstekend heeft gedocumenteerd, verbanden tussen de politiek-historische feiten uit het privéleven van de graaf.
Floris moest denken aan hun gesprek, lang geleden, nadat Jan hem tot ridder geslagen had. Hij had hem uitgelegd hoe het leven van een vorst in elkaar stak, dat ridderlijkheid iets was voor in je vrije tijd, dat de praktijk keihard was. Jan was te vertrouwen, ze stonden aan dezelfde kant.
Verder lezen • Arend van Dam, Ridderfeest op het Muiderslot (Leopold) • Theo en Marianne Hoogstraaten, De honden van graaf Floris (Delubas) • Herman Pleij, Zwemmen er haaien in de slotgracht? en andere vragen van kinderen aan het Muiderslot (Nieuw Amsterdam) • Gerard Sonnemans, Ridders (Van Goor)
23
Gekaapt! Thea Beckman 2003 Lemniscaat (10+) De Kampense koopmanszoon Gerlof Eekhout gaat samen met zijn oom Josef mee op een handelsreis. Het schip wordt echter gekaapt door de bende van Godeke Michaels en Claus Stortebeker, de beruchtste piraten van de Westerzee. Nadat het thuisfront losgeld heeft betaald, wordt Gerlof vrijgelaten. Hij neemt wraak op de piraten door zich aan te sluiten bij de oorlogsvloot die op strafexpeditie gaat.
24
Door deze reis moet Gerlof de havens en markten van het Hanzeverbond leren kennen. Hij zal later het handelshuis van zijn vader overnemen en moet leren om contracten af te sluiten, wissels te trekken, in- en verkopen te doen. De reis zal hem naar Brugge brengen, daarna gaat hij naar Londen en vandaar naar Schonen, in Zweden. Het verhaal geeft een levendig beeld van de veertiendeeeuwse Hanzestad Kampen. Voor en achter in het boek staat een kaart van Noordwest Europa, met daarop een groot aantal handelsposten. Gerlof is niet langer geïnteresseerd in die steden. Hij zint alleen nog maar op wraak.
De Hanze: handelssteden in de Lage Landen, 1356-ca. 1450
‘We gaan eindelijk die Likedeelers eens stevig aanpakken! Met een hele vloot onder leiding van de Lübeckers en Hamburgers zullen we die vervloekte piraten een lesje gaan leren.’ Gerlof kon zijn oren niet geloven. Er ging eindelijk iets gebeuren! Hij moest wel inwendig grinniken om dat ‘we’: nog nooit eerder had hij zijn vader zulke krijgshaftige taal horen uitslaan.
Verder lezen • Thea Beckman, Het wonder van Frieswijck (Lemniscaat) • Ines van Bokhoven, Verraad!: de wraak van de graaf (Mozaïek Junior) • Anneriek van Heugten, De valse koopman (Delubas) • Martine Letterie, Focke en de belegerde stad (Leopold) • Nico Voskamp, De ivoren dolk (De Fontein)
25
‘Ik zou het u ook niet vertellen als u daarnet niet naar Erasmus had gevraagd. Want het is mijn vermoeden dat er ergens een werk van Erasmus bestaat, goed verborgen en door weinigen ooit ingezien.’ Hij zag hoe de glasschilder enigszins wit wegtrok en de handen voor de mond sloeg. (…) ‘De titel van het boek dat ik zoek,’ begon Crabeth, ‘is Corpus Vitrearum.’
26
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Een grote geleerde: Erasmus van Rotterdam’ in: Lang geleden…, blz. 42 t/m 43 (Van Holkema & Warendorf ) • Els Launspach, ‘Desiderius Erasmus van Rotterdam’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 36 t/m 38 (Veen)
Erasmus: een internationaal humanist, 1469?-1536
Het geheim van Erasmus Maurits Tompot en Ines van Bokhoven 2006 Mozaïek (12+) In 1552 brandde de St. Janskerk in Gouda helemaal uit. Glazenier Dirck Crabeth krijgt de opdracht om nieuwe ramen voor de kerk te maken. Hij is van plan taferelen uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament tegenover elkaar te plaatsen. Hij wil daarbij gebruikmaken van het door een monnik teruggevonden boekje van Erasmus, Corpus Vitrearum. Dit plan is niet ongevaarlijk. Het is de tijd van de Inquisitie, die jacht maakte op mensen met ketterse ideeën: gelovigen werden immers niet verondersteld over hun geloof na te denken. Erasmus is beroemd om zijn boek Lof der Zotheid waarin hij zich kritisch uitlaat over de kerkelijke en politieke machthebbers. Ook Dirck Crabeth heeft echt bestaan. Samen met zijn broer Wouter Crabeth heeft hij een aantal gebrandschilderde ramen in de St. Janskerk gemaakt.
27
Er waren in die tijd mensen die helemaal niet meer naar de kerk gingen. Ze luisterden naar predikers die gewoon buiten, in de openlucht, hun verhalen vertelden. Tussen heggen en struiken vertelden die reizende predikers over God en Jezus in de taal van de gewone mensen. En dat was heel anders dan in de kerk, want daar werd Latijn gesproken en gezongen. Keizer Karel wilde dat al die brutale predikers en monniken werden gestraft.
Karel V: de Nederlanden als bestuurlijke eenheid, 1500-1558
28
Verder lezen • Gerda van Cleemput, Katharina (Averbode)
Lang geleden… Arend van Dam; illustraties Alex de Wolf 2007 Van Holkema & Warendorf (8+) Karel V brengt op een dag een bezoek aan een monnik in Worms. De monnik, Maarten Luther, gehoorzaamt niet aan de wil van de keizer en gaat zijn eigen gang, zonder zich veel van de katholieke kerk aan te trekken. Karel verbiedt hem nog langer te prediken. Toch kan Karel niet voorkomen dat de kritiek op de katholieke kerk sterker wordt. Zijn zoon, Filips, is fel gekant tegen de nieuwe geluiden. Volgens hem is zijn vader lang niet streng genoeg. Het verhaal ‘Karel V’ staat in de bundel Lang geleden… op blz. 44 t/m 46. Keizer Karel had in zijn regeringsperiode te maken met veranderende opvattingen ten aanzien van het geloof. Zo dachten sommigen dat mensen best zonder God konden. Dat ging Luther te ver. Hij had geen bezwaren tegen het geloof, maar tegen de kerk. Hij streefde naar godsdienstvrijheid. De keizer had moeite met al deze conflicten. Hij deed in 1555 afstand van de troon.
29
De Beeldenstorm: godsdienststrijd, 1566
Scherven in de kerk Greetje Vagevuur; illustraties Bob Brobbel 2008 Delubas (6+) Simon is klaar met zijn werk in de bakkerij. Eindelijk kan hij gaan spelen met zijn vriend Pieter. Die blijkt zijn gloednieuwe tol kwijt te zijn. Simon stelt voor de hulp in te roepen van de Heilige Antonius. Maar Pieter mag van zijn vader de kerk van Simon niet in. Pieters vader houdt niet van beelden; de aanbidding van beelden vindt hij afgoderij. ’s Nachts kan Simon niet slapen; klopt het wat anderen zeggen over zijn geloof? Die nacht worden de beelden in de kerk verwoest. Heeft de familie van Pieter daar iets mee te maken?
30
Het verhaal van dit prentenboek speelt zich af in 1566. Steeds meer mensen keerden zich van de katholieke kerk af. Ook de ouders van Pieter behoorden tot deze protestanten. De katholieken noemden hen ‘ketters’. In de zomer van dat jaar bestormden en plunderden protestanten kerken en kloosters en daarbij sloegen zij onder meer de heiligenbeelden kapot. Dat ging de geschiedenis in als de Beeldenstorm.
Stiekem sluipt Simon door een klein zijdeurtje naar binnen. Verward loopt hij door het middenpad en kijkt om zich heen. Alles is stuk. Het gruis knarst onder zijn voeten. Waar is de Heilige Maria? Waar is de Heilige Antonius? Al wat er van de beelden over is, zijn brokstukken en scherven.
Verder lezen • Thea Beckman, De val van de Vredeborch (Lemniscaat) • Bies van Ede, De meester van het scherpe zwaard (Van Goor) • Theo en Marianne Hoogstraaten, Spion op de toren (Sjaloom) • Rob Ruggenberg, Het verraad van Waterdunen (Querido) • Simone van der Vlugt, De bastaard van Brussel (Lemniscaat)
31
Vals beschuldigd Joyce Pool 2000 Lemniscaat (12+) Job Lukasz is pas naar Delft verhuisd, in afwachting van de komst van de prins, voor wie hij en zijn vader als stalknecht en stalmeester werken. Hij komt al snel in conflict met de zoon van een van de schepenen. En dan wordt de machtigste edelman van de Nederlanden, prins Willem van Oranje, vermoord door Balthazar Gerards. Job wordt verdacht van medeplichtigheid en het hele stadsbestuur keert zich tegen hem.
32
In een woord vooraf schetst de auteur de historische context. Willem was de leider van het verzet tegen de Spaanse vorst Filips II, die sinds 1555 heer van de Nederlanden was. De katholieke vorst treedt hard op tegen de protestanten, wat leidt tot een opstand onder het volk. Maar ook de Spaanse soldaten morren: de Spaanse schatkist raakt leeg en de soldaten krijgen geen loon. Willem maakt gebruik van de onrust en mobiliseert een leger om de soldaten aan te pakken. Voor Filips is dat aanleiding een beloning op het hoofd van de opstandige prins te zetten. Het verhaal van Job speelt zich af tussen oktober 1583 en juli 1584. Hij maakt de spannende tijd van nabij mee.
Willem van Oranje: van rebelse edelman tot ‘vader des vaderlands’, 1533-1584
‘Ze zeggen dat zijn naam is genoemd door de moordenaar.’ Het nieuws van Jobs aanwezigheid in de kerker ging als een lopend vuurtje door de menigte voor het stadhuis. ‘Een paap is het, net als Gerards. En hij spioneerde in Het Prinsenhof. Nou vraag ik je! In Het Prinsenhof nota bene, onder de ogen van de lijfwachten.’
Verder lezen • Henri van Daele, Tijl Uilenspiegel (Manteau) • Arend van Dam, Onder vuur (Leopold) • Jaap ter Haar, Willem van Oranje (Omniboek) • Joke Reijnders, Een moordplan (Delubas) • Jan Paul Schutten, ‘Willem’ in: Kinderen van Nederland, blz. 47 t/m 77 (Nieuw Amsterdam)
33
De Republiek: een staatkundig unicum, 1588-1795
Het geheime kistje Theo en Marianne Hoogstraaten; illustraties Jack Staller 2010 Delubas (8+) Martijn en Willemijn zijn straatarm, maar tegelijk heel rijk. Ze hebben een goed verstopt schatkistje, waarin ze geld bewaren. Geld waar een luchtje aan zit. De kinderen werken namelijk als zakkenrollers in Den Haag. Thuis weten ze van niets en het zijn nu eenmaal barre tijden. De Republiek is in oorlog, met vier staten tegelijk. En het leger is een puinhoop.
34
De mensen beginnen genoeg te krijgen van Lange Jan. Dat is de bijnaam van Johan de Witt, de machtigste man in de Republiek, die op dat moment uit zeven gewesten bestaat. Vertegenwoordigers van die zeven gewesten vormen samen de Staten-Generaal. Het gewest Holland, waarvan De Witt raadpensionaris is, is het rijkste, en heeft in de Staten-Generaal het meeste te vertellen. Op straat worden er leuzen geroepen: ‘Oranje boven, De Witten onder’ en ‘Dood aan de De Witten.’ Uiteindelijk worden de gebroeders De Witt op wrede wijze vermoord. Willem III wordt de nieuwe stadhouder.
Mensen beginnen daarover te morren. En als er iets te klagen valt, moet er ook iemand de schuld krijgen. Lange Jan dus, en ook gelijk maar zijn broer Cornelis. Van het ene op het andere moment kunnen de broers De Witt niets meer goed doen. Het is hún schuld dat er oorlog is met Engeland. En het is hún schuld dat het leger zo zwak is. Daardoor kunnen de troepen van de Franse koning Lodewijk steeds dichterbij komen.
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Het turfschip’ en ‘De vrede van Munster’ in: Lang geleden…, blz. 63 t/m 65 en blz. 90 t/m 91 (Van Holkema & Warendorf ) • Arend van Dam, Onder vuur (Leopold) • Siebe Huizinga, Het verraad van Holland (De Fontein)
35
Bloedgeld Simone van der Vlugt 2009 Lemniscaat (12+) Reinout mag het rasphuis verlaten op voorwaarde dat hij aanmonstert op een koopvaardijschip van de Verenigde Oostindische Compagnie. Het leven aan boord van de Hollandia is zwaar: er is niet genoeg vers water en eten is schaars. Een deel van de bemanning sterft aan scheurbuik. De rest besluit in opstand te komen tegen de kapitein. Muiterij!
36
Met kennis van zaken wordt verteld over het harde leven aan boord van zo’n koopvaardijschip. Veel van de bemanningsleden zijn geronseld in herbergen, weeshuizen en, zoals in het geval van Reinout, in tuchthuizen. De geschiedenis van Reinout wordt aangevuld met die van Lutske, een jong weesmeisje dat door armoede gedreven op het slechte pad is geraakt en in het spinhuis is beland. Het verhaal gaat daarom ook over de onderkant van de samenleving, in het Amsterdam van de zeventiende eeuw.
De Verenigde Oostindische Compagnie: overzeese expansie, 1602-1799
‘Het is algemeen bekend dat de vrije vaart ontaardt in onchristelijk, bandeloos gedrag,’ zegt schepen Van Loon scherp. ‘Het enteren van schepen verloopt over het algemeen niet zonder bloedvergieten, en dus moord. Volgens het gebod “gij zult niet doden of andermans leven in de waagschaal stellen” bent u dus schuldig aan moord.’ ‘Zoals de Verenigde Oostindische Compagnie schuldig is aan de dood van driekwart van de bemanning bij iedere expeditie,’ zegt Reinout. De schepenen kijken ontstemd.
37
Verder lezen • Johan Fabricius, De scheepsjongens van Bontekoe (Leopold) • Mariska Hammerstein, Achter de rode zon (Pennenstreek) • Rebecca Noldus, Zeekoorts (Van Holkema & Warendorf ) • André Nuyens, De gestrande Meermin of de opstand van een slavenschip van de VOC (Christofoor) • Jan Paul Schutten, ‘Hermen’ in: Kinderen van Nederland, blz. 78 t/m 97 (Nieuw Amsterdam)
De Beemster: Nederland en het water, 1612
De strijd om de Beemster Peter Smit 2009 Holland (11+)
38
Jan Janse woont in het Noord-Hollandse dorpje De Rijp, gelegen op een eiland in het Beemstermeer. Hij wil later visser worden, net als veel andere mannen in het dorp. Hij schrikt dan ook erg als hij hoort dat er plannen zijn om het meer droog te leggen. Samen met veel dorpsgenoten komt hij in opstand tegen de drooglegging. Maar er heerst verdeeldheid, want het water verzwelgt ook stukken land: hele dorpen zijn al verdwenen. Zo gaat het niet langer, vinden de voorstanders van de inpoldering. Visvangst versus veiligheid… De strijd om de Beemster heeft ook echt plaatsgevonden. Het meer is in 1612 drooggelegd en dat had grote consequenties voor de eilandbewoners. In een nawoord vertelt de auteur dat de drooglegging is gebeurd zoals hij het in dit boek heeft beschreven. Een kaart voor in het boek laat zien hoe de situatie was voor de inpoldering.
Verder lezen • Arend van Dam, ‘De Beemster’ in: Overal en ergens…, blz. 85 t/m 87 (Van Holkema & Warendorf ) • Jan Ploeger, Verdacht (Delubas)
‘Maar hoe wil je dat dan aanpakken, Leeghwater? Vertel dat eens. Heb je een plan, of sta je maar wat te raaskallen?’ Jan hoorde papier knisperen. ‘Kijk, Pieter, ik ben de hele week aan het peilen geweest en het Beemstermeer mag dan wel groot zijn maar het is lang zo diep niet als de vissers beweren. Troggen en kolken waarin zoetwatermonsters huizen en waar geen peillood de bodem raakt! Laat me toch niet lachen! Zeven voet diep is het, hier en daar tien en nergens dieper dan twaalf. En kijk eens hoe nauw de doorgangen zijn. Hier, bij het Spijkerboorse Gat, bij Purmerend en daar, bij Schermerhorn. Als we die doorgangen afsluiten en hier de bestaande dijken verhogen, dan hoeven we alleen op deze stukken nieuwe dijken aan te leggen.’
39
Het poppenhuis Christa Carbo 2008 Nieuw Amsterdam (12+)
De grachtengordel: stadsuitbreidingen in de zeventiende eeuw, 1613-1662
40
Petronella Oortman was een schatrijke dame uit de zeventiende eeuw. Ze liet door een meubelmaker een kabinet maken voor haar poppenhuis: een kast die is ingedeeld in kamers, net als een huis. Ze richtte dat in met alles wat in die tijd in een echt huis thuishoorde. Het moest een kijkkast worden die heel precies haar wereld liet zien. De wereld van een chique Amsterdamse koopmansvrouw uit de zeventiende eeuw. Petronella’s poppenhuis is grotendeels bewaard gebleven en staat in het Rijksmuseum in Amsterdam. Voor dit boek zijn foto’s gemaakt van de verschillende ruimtes: de keuken en de tapijtkamer in het souterrain, de zaal en de kraamkamer op de benedenverdieping, en op zolder de turf- en provisiekamer en een kinderkamer. Zelfs aan het kleinste kamertje is gedacht. Petronella heeft twintig jaar gewerkt aan de inrichting van het poppenhuis en besteedde er tussen de twintig- en dertigduizend gulden aan. Genoeg om een echt huis te kopen.
In andere zeventiende-eeuwse poppenhuizen staan zilveren miniatuurtjes van allerlei huisraad. Daar neemt ze geen genoegen mee: een bezem is in het echt niet van zilver, dus wil Petronella ook geen zilveren bezempjes in haar poppenhuis. Die laat ze maken van hout en varkenshaar. Sommige zijn zelfs een beetje schuin afgesleten, alsof ze al vaak gebruikt zijn. Verder lezen • Arend van Dam, ‘De Gouden Bocht’ in: Overal en ergens…, blz. 91 t/m 93 (Van Holkema & Warendorf ) • Philip Steele, Zomaar een stad door de eeuwen heen (Gottmer)
41
‘Wat geloofde Hugo de Groot dan?’ ‘Hugo de Groot vond dat de kerken geen ruzie moesten maken. Hij wilde eenheid in de kerk. Hij steunde Oldenbarnevelt, die staatshoofd was. Oldenbarnevelt meende dat Prins Maurits als legeraanvoerder onpartijdig moest blijven. Maar Maurits koos voor het geloof in predestinatie.’
42
Verder lezen • Lizzy van Pelt, Geen licht en geen lucht: de ontsnapping van Hugo de Groot (Niño) • Dick Walda, ‘Hugo de Groot’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 48 t/m 51(Veen)
Hugo de Groot: pionier van het moderne volkenrecht, 1583-1645
Zo groot als Hugo Marion Bloem 2005 Pictures Publishers (8+) Lucie wordt door haar oom rondgeleid op Slot Loevestein, het kasteel waar Hugo de Groot meer dan vierhonderd jaar geleden gevangenzat. Daar werd hem telkens een kist met boeken gebracht, want Hugo was dol op lezen. En met die kist wist hij uit Loevestein te ontsnappen. Als politiek vluchteling was hij vogelvrij en kon hij niet meer naar zijn land terugkeren. Net zo min als Lucies ouders dat konden: zij streden in hun land voor de rechten van de mens en moesten uiteindelijk vluchten. Lucie herkent zich wel in die Hugo. Hugo de Groot had de woede van legeraanvoerder prins Maurits over zich afgeroepen door zijn standpunt over het geloof. Hij koos de zijde van Johan van Oldenbarnevelt, iets wat de verstandhouding met de prins niet ten goede kwam. Die gaf zijn soldaten opdracht Hugo gevangen te nemen. Van Oldenbarnevelt liet hij onthoofden. De ontsnapping wordt in het verhaal over Lucie in een apart stripverhaal beschreven.
43
De kinderbijbel van Nico ter Linden Nico ter Linden; illustraties Ceseli Josephus Jitta 2008 Balans (11+) Koning op een ezel heet het boek met verhalen uit het Nieuwe Testament. Dat maakt nieuwsgierig: welke koning gaat er nu op een ezel zitten? In het boek staan nog meer verhalen die kinderen zullen smaken: ‘Vijf wijze en vijf dwaze meisjes’ en ‘Door een gat in het dak’. En ieder verhaal is voorzien van krachtige illustraties in kleur en zwart-wit. Zo zijn er in de drie delen van deze kinderbijbel de prachtige paradijsverhalen terug te vinden, maar ook het verhaal van de zondvloed en vertellingen over bekende Bijbelfiguren als Mozes, de barmhartige Samaritaan en Maria Magdalena.
44
Tot in de zeventiende eeuw waren de katholieken van mening dat de Bijbel niet bedoeld was om door gewone mensen gelezen te worden. Alleen geestelijken mochten de Bijbel lezen, die volgens hen dan ook alleen in het Latijn beschikbaar hoefde te zijn. De protestanten dachten daar anders over; hun predikanten wilden samen met de gelovigen de Bijbel lezen en uitleggen. In 1637 verscheen de eerste echte Bijbelvertaling in het Nederlands, gebaseerd op de oude handschriften. Deze vertaling wordt de Statenbijbel genoemd. De kinderbijbel van Nico ter Linden bevat twee boeken met verhalen uit het Oude Testament (Het land onder de regenboog en De profeet in de vis), en Koning op een ezel, waarin een keuze is gemaakt uit het Nieuwe Testament. Hiermee kunnen kinderen van nu kennismaken met de Bijbel, in hun eigen taal en op hun eigen niveau.
Ik mag graag fantaseren dat de vier evangelisten over het randje van de hemel naar beneden kijken. ‘Had jij dat kunnen denken,’ zeggen ze tegen elkaar, ‘dat onze verhalen in alle talen van de wereld zijn vertaald en dat ze al eeuwenlang iedere dag door miljoenen worden gelezen en doorverteld, in grote kathedralen en in kleine kapelletjes, in paleizen en schamele hutten?’
De Statenbijbel: het boek der boeken, 1637
Verder lezen • D.A. Cramer-Schaap, Bijbelse verhalen voor kinderen. Nieuwe Testament (Ploegsma) • Hanna van Dorssen (red.), Het Hoogste Woord (De Fontein) • Karel Eykman, Met open ogen: 100 bijbelse gedichten (De Fontein) • Bob Hartman, Vertelbijbel (Ark Media) • Frans van Houwelingen, Een boek vol boeken (Nederlands Bijbelgenootschap)
45
Het meisje van De Nachtwacht Claire Felicie en Chris Bos; illustraties Claire Felicie 2007 Leopold (9+) Toen ze in 1642 werd geschilderd door de beroemde schilder Rembrandt van Rijn had ze er nog geen idee van dat ze zo beroemd zou worden: het meisje van ‘De Nachtwacht’. Dat schilderij hangt in het Rijksmuseum, en op een nacht gebeurt daar iets opmerkelijks. Het meisje maakt zich los van het schilderij en gaat op zoek naar Rembrandt en haar eigen herkomst. Op haar tocht ontmoet ze kunstenaar Jan Wolkers. Samen praten ze over de grote schilder. 46
Het meisje vertelt over haar tocht langs de schilderijen van de meester. In het boek staan details van afbeeldingen daarvan, maar ook foto’s van het meisje dat door Amsterdam loopt, een bezoek brengt aan het Rembrandthuis, in Den Haag naar het Mauritshuis gaat en in Leiden het Rembrandtmonument bezoekt. Veel wijzer keert ze terug naar het schilderij.
Verder lezen • Bert van der Meij, Het geheime schilderij van Rembrandt (Sherpa; stripverhaal) • Bert Natter, Rembrandt, mijn vader. Verteld door Titus van Rijn (Rap) • Joyce Pool, Anna en het meesterstuk (Delubas) • Dick Walda, Het mysterie van de Nachtwacht (De Fontein) • Jan Wolkers, De spiegel van Rembrandt (Waanders)
‘De Nachtwacht! Dat is een machtig mooi schilderij. Zoals die kerels uit het donker te voorschijn komen, dat zijn mensen die je zo een hand zou kunnen geven, zo lévend zijn ze. Maar je ziet ook het straatrumoer, je hoort de trom. Weergaloos.’ ‘En ik? Waarom heeft hij mij zo anders geschilderd dan de anderen?’ Jan grinnikt en kijkt me vertederd aan. ‘Jij? Jij bent de ster in de nacht, jij zorgt voor het licht op dat schitterende doek.’ Rembrandt: de grote schilders, 1606?-1669
47
De Atlas Major van Blaeu: de wereld in kaart, 1662
Heibel om een zeekaart Peter Smit; illustraties Fiel van der Veen 2008 Delubas (8+)
48
Matthijs werkt in de Amsterdamse winkel ‘De Gouden Zonnewijzer’ van kaartenmaker meester Blaeu. Hij merkt dat zijn meester ongeduldig wacht op schipper Willem Schouten. Hij wordt zelfs naar de kade gestuurd om te kijken of diens schip gearriveerd is. Daar ontdekt Matthijs dat de schipper al is opgehaald door meester Janssonius, een andere kaartenmaker. Wat is het toch, waar iedereen zo naar uitkijkt? Willem Schouten was ontdekkingsreiziger. Samen met Jacob Lemaire ontdekte hij een nieuwe vaarweg langs het zuidelijkste punt van Zuid-Amerika. Willem Jansz. Blaeu maakte een boek over Schoutens zeereizen, waarvan enkele exemplaren bewaard zijn gebleven. Maar het belangrijkste werk van het bedrijf van Blaeu en zijn zoon was de Atlas Major uit 1662, de eerste vrijwel complete wereldatlas die ooit werd gemaakt.
‘Zoals u weet, was het doel van onze reis een nieuwe doortocht te zoeken onder Zuid-Amerika. De zeestraat die naar Magelhaes is genoemd, is namelijk alleen vrij toegankelijk voor schepen van de Oost-Indische Compagnie. Alle andere Hollandse schepen moeten aan die compagnie toestemming vragen om erdoor te varen. Kapitein Lemaire was daarom van plan te proberen een andere weg te vinden. Hij wilde samen met zijn vader een eigen compagnie beginnen en de naam had hij al bedacht: de Australische Compagnie.’ Verder lezen • Arend van Dam, ‘Willem en Joan Blaeu’ in: Overal en ergens…, blz. 94 t/m 96 (Van Holkema & Warendorf ) • Lieneke Dijkzeul, Bevroren tijd (Lemniscaat) • Lizette de Koning, Thijs en de geheime VOC-kaart (Kit Publishers)
49
Koers pal noord John Brosens 2006 De Fontein (11+) Michiel de Ruyter is zestien jaar als hij aanmonstert op een koopvaardijschip. Het is 1623, de tijd van de Spaanse overheersing. Ondanks zijn jonge leeftijd is hij het die de leiding neemt bij een ontsnappingspoging, nadat de volledige bemanning van het schip gevangen is genomen door de Spanjaarden. Het lukt hem met drie anderen weg te komen. En dan gaat hij te voet van het zuiden van Frankrijk, langs de kust, terug naar Vlissingen.
50
Dit verhaal is gebaseerd op een biografie van de beroemde zeeheld uit 1687. In het nawoord vertelt de auteur over de totstandkoming van zijn verhaal. Hij heeft de route die De Ruyter aflegde gedeeltelijk zelf gelopen. Zijn ervaringen en kennis nemen de lezer mee naar de zeventiende eeuw en geven een goed beeld van die tijd.
Michiel de Ruyter: zeehelden en de brede armslag van de Republiek, 1607-1676
Michiel zoog gretig de buitenlucht in zijn longen. Hij nam de tijd om op adem te komen en keek om zich heen. Vlakbij doemde de contouren van een galjoen op. De tunnel kwam in het water van de haven uit! Zijn gewonde arm deed vreselijk pijn. Voorzichtig zwom hij naar een gemetselde trap en wachtte af. Zouden de anderen het ook halen?
Verder lezen • Peter van Beek, Mail uit Barbarije (Maretak) • K. Norel, Michiel Adriaanszoon de Ruyter: Bestevaer (Callenbach) • Jack Staller en Graddy Boven, De Admiraal: Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Aprilis) • Marc Verhaegen & Jan Kragt, Het geheim van Michiel de Ruyter (Eureducation, stripboek) • Arne Zuidhoek, Goud en roem: wapenjongen van zeerover Laurens de Graaf (Niño)
51
Opgesloten! Lizette de Koning 2009 Leopold (10+) Tijdens een schoolreisje naar het Mauritshuis raakt Joris opgesloten in het toilet. Het duurt even voordat hij bevrijd wordt. Tot zijn verbazing blijkt zijn redder een jongen te zijn van een schilderij van Frans Hals. ’s Nachts kan hij het schilderij verlaten en door het museum dwalen. En hij is niet de enige. Joris stapt een van de schilderijen in en belandt in het zeventiende-eeuwse Delft. Daar ontmoet hij Thonis Philipszoon die een winkel heeft in linnen en garen, op de hoek van de Leeuwenpoort. Thonis van de Leeuwenhoek, ofwel: Anthonie van Leeuwenhoek, die in 1673 de microscoop uitvond.
52
Van Leeuwenhoek was een van de wetenschappers uit de Gouden Eeuw die belangrijke ontdekkingen deden. Hij was een tijdgenoot van Christiaan Huygens, die in 1656 een slingeruurwerk ontwierp en samen met zijn broer Constantijn sterrenkijkers maakte. Met zo’n kijker ontdekte Christiaan de ring rond Saturnus. Christiaan woonde niet zo ver van Delft, waar het verhaal van Joris speelt. Hem heeft Joris niet ontmoet, wel Constantijn, die even in het Mauritshuis opduikt.
Cornelia boog zich over het houten apparaat en keek door het glazen lensje. Ze slaakte een ijselijke gil. ‘Wat is dat?! Thonis, wat is dat voor monster?!’ ‘Mooi hè?’ glunderde Thonis. Ineens kreeg hij Joris in het oog. Joris deinsde terug, maar dat was niet nodig. ‘Kom jij ook maar hier.’ Schoorvoetend schuifelde Joris naar de tafel. Hij probeerde elke seconde in zich op te nemen. Dit was een historisch ogenblik.’
Christiaan Huygens: wetenschap in de Gouden Eeuw, 1629-1695
Verder lezen • Bill Bryson, Een heel kleine geschiedenis van bijna alles (Atlas) • Arend van Dam, ‘De verrekijker van Christiaan Huygens’ in: Lang geleden…, blz. 96 t/m 98 (Van Holkema & Warendorf ) • Ad Maas, Newton in Nederland (Epsilon Uitgaven; stripverhaal) • Ella Snoep, Vlinders vangen in de tropen (Waanders)
53
Spinoza: op zoek naar de waarheid, 1632-1677
De wereld van Sofie Jostein Gaarder 2007 Houtekiet (14+) Op een dag ligt er een envelop voor Sofie in de brievenbus, zonder afzender, zonder postzegel. Er zit een brief in met een vraag: ‘wie ben jij?’ En er komt nog zo’n geheimzinnige brief. De vraag luidt nu: ‘waar komt de wereld vandaan?’ Dat zet Sofie aan het denken en ze is dan ook blij als ze een paar dagen later ongevraagd een filosofiecursus ontvangt. Dat is het begin van Sofies reis langs een aantal belangrijke filosofen, waarbij ze ook kennismaakt met Spinoza.
54
Sofie wordt rondgeleid door de filosofieleraar Alberto Knox. Hij vertelt haar wie Spinoza was en tegen welke achtergrond hij zijn ideeën ontwikkelde. De ideeën van de zeventiende-eeuwse filosoof zijn niet eenvoudig, maar de leergierige Sofie stelt veel vragen en Knox is een geduldige leraar. Hij vertelt aan Sofie dat Spinoza bespot en vervolgd werd en dat dat alles te maken had met het feit dat hij de officiële godsdienst bekritiseerde.
‘Hij vond dat het christendom en het jodendom alleen dankzij verstarde dogma’s en holle rituelen bleven voortbestaan. Zelf was hij de eerste die de bijbel op een zogenaamde historisch-kritische wijze opvatte.’ ‘Leg eens uit.’ ‘Hij verwierp het idee dat de bijbel tot en met de kleinste letter door God was geïnspireerd. Als wij de bijbel lezen, moeten we er ons de hele tijd van bewust zijn in welke tijd die geschreven is.’
55
Verder lezen • Margreet de Heer, Filosofie in beeld (Meinema; stripverhaal) • Henk van Kerkwijk, ‘Benedictus Spinoza’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 56 t/m 59 (Veen) • Henk van Kerkwijk, Het rampjaar (Zwijsen)
Slaaf kindje slaaf Dolf Verroen; illustraties Veronica Nahmias 2006 Guijs (10+) Er wordt ter ere van Maria’s twaalfde verjaardag feestgevierd. Met champagne en heerlijk eten. Het cadeau van haar vader wordt met veel aplomb op een zilveren schaal binnengebracht. Onder het deksel blijkt een kleine zwarte jongen te zitten: Koko, Maria’s eerste eigen slaaf. Slavernij hoort bij Maria’s leven. Ze staat er niet bij stil en handelt net zoals de volwassenen om haar heen: slaven zijn gebruiksvoorwerpen.
56
Maria doet verslag van de gebeurtenissen, zonder commentaar, zonder emotie. En juist dat maakt het verhaal aangrijpend. De schetsmatige illustraties in zwart-wit onderstrepen wat er tussen de regels verteld wordt: alleen de slaven hebben ‘echte gezichten’ gekregen, terwijl die van de domhoofdige blanken ‘leeg’ zijn gebleven. Dit eenvoudige verhaal laat diepe sporen na. Want, zoals de auteur het toelicht: ‘alle mensen in dit verhaal zijn verzonnen, toch is alles echt gebeurd.’
Slavernij: mensenhandel en gedwongen arbeid in de Nieuwe Wereld, ca. 1637-1863
Dit is Koko, zei papa. Een slaafje voor onze Maria. Van tante Elisabeth kreeg ik een zweepje. Het paste net niet in de tas. Jammer.
Verder lezen • Bené Alfonso, Medicijnmeester (Lemniscaat) • Miep Diekmann, Marijn bij de Lorredraaiers (Leopold) • Joyce Pool, Sisa (Lemniscaat) • Lydia Rood, Dans om het zwarte goud (Leopold) • Rob Ruggenberg, Slavenhaler (Querido) • Kathleen Vereecken, Lara & Rebecca: in de schaduw van het gele huis (Querido)
57
Spiegelspreuk Lida Dijkstra; illustraties Roelof van der Schans 2007 Aed Levwerd (11+) Willem, nog maar net negen jaar, is van huis weggelopen. Waarom weet hij zelf niet zo precies. Het is achteraf een stom plan. Toch gaat hij verder, op weg naar Leeuwarden, naar het Princessehof. Daar woont Willems oma. Want deze weggelopen knaap blijkt niemand anders dan Willem van Oranje, de erfstadhouder en admiraal-generaal van de Verenigde Nederlanden. Hij heeft genoeg van het leven aan het Haagse stadhouderlijk hof. Hij wil geen poederpruik op en kleding aan met rare kanten frutsels aan de mouwen. Willem wil geen stadhouder worden. 58
Het verhaal speelt in 1757. De lezer loopt met Willem door het achttiende-eeuwse Leeuwarden en neemt een kijkje aan het hof van Willems oma, Marijke Meu, ofwel Maria Louise van Hessen-Kassel. Het Princessehof is nu een museum. Lodelakei, die Willems vriend wordt in het verhaal, waart daar nog steeds rond.
Buitenhuizen: rijk wonen buiten de stad, 17e en 18e eeuw
Door de Grote Kerkstraat liepen mensen. Mannen met driehoekige steken. Vrouwen met manden aan hun arm die boodschappen gingen doen. Af en toe ratelde een koets voorbij, soms zelfs met een palfrenier aan de achterkant. Willem keek naar het leven op straat als naar beelden uit een prentenboek. Mooi en kleurig, maar hij maakte er geen deel van uit.
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Zomer op Aardenburg’ in: Overal en ergens…, blz. 82 t/m 84 (Van Holkema & Warendorf ) • Joke Reijnders, Het spook van Vechtvliet (Delubas)
59
Hallo aarde, hier Maan Syl van Duyn; illustraties Sandra Klaassen 2000 Van Goor (9+)
Eise Eisinga: de Verlichting in Nederland, 1744-1828
60
‘VERHUIZEN IS STOM’. Maan kan het niet luid genoeg laten horen. Samen met zijn moeder is hij naar de grote stad verhuisd en nu moet hij naar een nieuwe school. Gelukkig is daar Sproet, met wie hij zijn belangstelling voor sterren en planeten kan delen. Sproet mag mee naar de plaatselijke sterrenwacht. Samen met zijn oom Ge gaat Maan naar het planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Oom Ge belooft hem te helpen om thuis in zijn kamertje een heelal aan het plafond te bouwen. Sproet is daarbij ook van de partij. Eise Eisinga was al jong geïnteresseerd in sterrenkunde en wiskunde. Hij bouwde in zijn huis in Franeker een model van het zonnestelsel. Aan de bouw besteedde hij zeven jaar, en zijn planetarium, dat in 1781 gereed kwam, werkt nog steeds. Hij bevestigde het aan het plafond van zijn huiskamer, waar het nu nog te bezichtigen is. Maan wilde er altijd al naar toe. Hij is diep onder de indruk als hij het oude planetarium binnengaat.
Hij streek met zijn vinger langs de deurpost, haalde diep adem en stapte voorzichtig de kamer in. Zijn ogen moesten even wennen aan de schemering. Het was een blauwe kamer. Blauw met goud. Blauw zoals de aarde was op de foto’s vanuit een satelliet. Goud zoals de zon straalde als hij hoog aan de hemel stond. De geur van de kamer prikkelde in zijn neus. Het rook er naar boenwas en naar iets van lang geleden, naar iets van vroeger wat hij niet thuis kon brengen. Misschien was de geur van het heelal stiekem de kamer binnengeglipt.
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Eise Eisinga’ in: Overal en ergens…, blz. 17 t/m 19 (Van Holkema & Warendorf ) • Piet van der Waal, Tienduizend spijkers en een slinger (Delubas)
61
Otto is wat boeken betreft in de verkeerde tijd geboren. Er zijn weliswaar voor het eerst echte kinderboeken die speciaal voor kinderen zoals hij zijn geschreven. En er komen telkens weer nieuwe boeken bij. Maar of hij daar nu blij mee moet zijn… Bijna al die boeken gaan over brave kinderen die goed hun best doen op school, veel lezen en altijd naar hun ouders luisteren. De verhalen zitten vol ‘belangrijke’ lessen voor kinderen.
62
Verder lezen • Frank Herzen, Opstand in de stad (Zwijsen) • Theo Hoogstraten, De verdwenen grenadier (Sjaloom) • Jan Ploeger, Oproer in Utrecht (Delubas)
Kinderen van Nederland
De patriotten: crisis in de Republiek, 1780-1795
Jan Paul Schutten; illustraties Paul Teng 2008 Nieuw Amsterdam (11+) Otto van Eck is 11 jaar en hij houdt een dagboek bij. Niet omdat hij dat zelf wil, maar omdat hij dat moet van zijn ouders. Zij voeden hun zoon bewust op met de gedachte dat als je gehoorzaam bent en goed leert, je later een gelukkige volwassene wordt met een goede baan. Otto moet dan ook niet in zijn dagboek schrijven wat hij gedaan heeft, maar welke lessen hij leert uit de boeken die hij leest en hoe hij zich die dag heeft gedragen. Otto’s ouders zijn mensen van de ‘nieuwe tijd’, de Verlichting. Het verhaal ‘Otto’ is te vinden in Kinderen van Nederland, op blz. 98 t/m 111. De ouders van Otto steunen de patriotten, de mensen die tegen de machthebbers zijn. Volgens hen hebben de nakomelingen van Willem van Oranje lang genoeg de macht in handen gehad en is het tijd voor een nieuw geluid. Otto’s oom, Pieter Paulus, is de belangrijkste leider van de patriotten. Otto heeft ruim zes jaar in zijn dagboek geschreven, tussen 1791 en 1797. Een jaar later overleed hij, op zijn achttiende. Dankzij dit egodocument krijgt de lezer een kijkje in het leven van een jongen uit de betere kringen aan het eind van de achttiende eeuw.
63
Napoleon Bonaparte: de Franse tijd, 1769-1821
‘Ik breng u een boodschap van mijn moeder, meneer.’ ‘Nou?’ ‘Ze wil weten of u vandaag met ons wilt mee-eten.’ Hij barstte in lachen uit. Nogal onbeleefd, vind ik, maar ik deed alsof ik het niet merkte. ‘Dus we kunnen u verwachten?’ Napoleon moest nog harder lachen. Verward keek ik naar Marchand. ‘De keizer dineert niet met anderen, mademoiselle,’ legde Marchand vriendelijk uit. ‘Ze dineren met hem. En alleen op uitnodiging van Zijne Majesteit.’
64
Verder lezen • Arend van Dam, ‘De vergeten koning’ in: Lang geleden…, blz. 106 t/m 108 (Van Holkema & Warendorf ) • Pascal Davoz, Napoleon Bonaparte (Casterman; stripverhaal) • Han van der Horst, ‘Eerst de koning, toen de keizer’ in: Avontuur van Nederland, blz. 76 t/m 79 (Scriptum)
Betsy en Napoleon Staton Rabin 2005 Van Goor (12+) Het is herfst 1815. Een Brits schip nadert de kust van Sint-Helena met aan boord voormalig keizer Napoleon. Tijdens de eerste maanden van zijn verbanning woont Napoleon Bonaparte op het landgoed van de ouders van Betsy Balcombe, die zelf net is teruggekeerd van een Engelse kostschool. De vrijgevochten Betsy en de banneling raken bevriend. Een vriendschap die de familie Balcombe duur komt te staan. Betsy vertelt haar verhaal achteraf, als Napoleon al lang niet meer leeft en zij samen met haar familie SintHelena heeft moeten verlaten. Het verhaal is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, die achter in het boek worden toegelicht. In 1844 publiceerde de echte Betsy een autobiografie, waarin ze haar herinneringen aan de drie jaar dat ze met de keizer bevriend was aan het papier toevertrouwde.
65
De Oranjes: van Willem van Oranje tot erfprinses Amalia Han van Bree en Piet Lekkerkerk 2006 Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam (13+) Eerst kende Nederland een aantal stadhouders, die allemaal Willem heetten. Na het instorten van het rijk van Napoleon keerde erfprins Willem Frederik in 1813 terug in Nederland: zou hij stadhouder Willem VI worden? In maart 1814 werd hij in de Nieuwe Kerk in Amsterdam officieel ingehuldigd als soeverein vorst. Na de slag bij Waterloo noemde hij zichzelf koning van het Verenigd Koninkrijk: koning Willem I was de eerste koning die de nieuwe monarchie vorm gaf. Een van zijn bijnamen luidde ‘Koning Koopman’.
66
In dit informatieve boek passeren alle voorvaderen van Willem I de revue en komen ook de nazaten aan bod: van Willem II en III via de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix tot en met erfprinses Amalia. Het boek is voorzien van geschilderde portretten, details uit schilderijen en foto’s, onder meer van het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft. Het brengt de geschiedenis van het Nederlandse vorstenhuis Oranje-Nassau van 1544 tot nu op een aantrekkelijke manier in beeld.
Willem I zette zich volop in om van ‘zijn’ Verenigd Koninkrijk een politiek en economisch succes te maken. Hij bevorderde handel en nijverheid onder meer met grote infrastructurele werken. De nieuw opgerichte Nederlandsche Handel Maatschappij en de exploitatie van Nederlands-Indië door middel van het cultuurstelsel werden de kurk waarop economisch Nederland dreef.
Koning Willem I: het koninkrijk van Nederland en België, 1772-1843
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Frederiksoord’ in: Overal en ergens…, blz. 31 t/m 33 (Van Holkema & Warendorf ) • Arend van Dam, ‘De koning die graag koopman wilde zijn’ in: Lang geleden…, blz. 109 t/m 111 (Van Holkema & Warendorf ) • Han van der Horst, ‘De koning zoekt het zelf wel uit’ in: Avontuur van Nederland, blz. 80 t/m 83 (Scriptum) • Martine Letterie, Ver van huis (Leopold) • Greetje Vagevuur, Het Oranjemysterie (Delubas)
67
De eerste spoorlijn: de versnelling, 1839
Complot op het spoor Arend van Dam 2005 Leopold (9+) Op het station van Utrecht staat de trein naar Parijs op het punt te vertrekken. Plotseling is er onrust: er is een kist gevonden met daarin niet alleen juwelen en waardevolle papieren, maar ook een levende man! Alle inzittenden van de gereedstaande trein worden ondervraagd. Amalia zat ook in die trein. Ze vertrouwt het niet en gaat samen met Jaap, de zoon van de stoker, op onderzoek uit.
68
Het verhaal speelt in 1887, zo’n vijftig jaar nadat de eerste spoorlijn in Nederland werd geopend. Inmiddels was er sprake van grote concurrentie: welke maatschappij slaagde erin de meeste spoorlijnen aan te leggen? Welke maatschappij kreeg de stations in handen? De auteur licht in een nawoord de toenmalige situatie op het spoor toe. De geschiedenis met de koffer is echt gebeurd; het verhaal is gevonden in het archief van het Spoorwegmuseum.
‘Je weet dat er een man in de kist lag. Ken je die?’ Ze wist niet wat ze hoorde. Hoe kon zij de man in de kist kennen? ‘Na zijn aanhouding weigerde hij zijn naam te noemen. Hij mompelde een paar woorden in het Frans. Dat is vreemd. In de kist zaten ook een tas en een koffertje. En weet je wat daarin zat?’ Ze schudde haar hoofd, hoewel Jaap het haar had verteld.
Verder lezen • Anneriek van Heugten, De vuurdraak (Delubas) • Colin Hynson, De geschiedenis van spoorwegen en treinen (Corona) • Gerard Sonnemans, Groene stroom: avonturen langs het Duitse lijntje (Sjaloom)
69
Het boek van Opa Politiek Hans Daalder; illustraties Boem van Ravenswaaij 2006 Bakker (10+) De opa van Elsemieke, Nathalie, Emilie en David is ‘professor in de politiek’. Zij stellen hem vragen over hoe de Nederlandse politiek in elkaar zit: ‘Is de koningin de baas in Nederland?’, ‘Wat is het parlement?’ en ‘Wie kiest wie?’ Ook het ontstaan van de grondwet wordt besproken, want als opa heeft uitgelegd wat de koningin wel en wat ze niet mag, wat de ministers doen en welke macht het parlement heeft, willen de kinderen weten waar dat allemaal is geregeld. Ook daar weet opa het antwoord op. 70
In 1848 werd de grondwet ingrijpend gewijzigd. De toenmalige koning, Willem II, stemde ermee in dat hij minder macht kreeg en het volk meer. De grondwet van 1848 is opgesteld door een commissie onder leiding van de staatsrechtgeleerde Thorbecke en wordt gezien als het begin van de parlementaire democratie.
De Grondwet: de belangrijkste wet van een staat, 1848
De grondwet? Dat is de belangrijkste wet in Nederland. Die hebben we al bijna tweehonderd jaar. Die is wel af en toe veranderd, en niet zo lang geleden, in 1983, bijna helemaal herschreven.
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Koning Willem II’ in: Lang geleden…, blz. 112 t/m 113 (Van Holkema & Warendorf ) • Arend van Dam, ‘De Speelplaatsenpartij’ in: Overal en ergens…, blz. 107 t/m 109 (Van Holkema & Warendorf ) • Peter Hoogenboom (red.), Wetboek voor jongeren (Lenthe Publishers)
71
Max Havelaar: aanklacht tegen wantoestanden in Indië, 1860
De strijd van Dasar Peter Vervloed; illustraties John Rabou 2009 Delubas (8+) Op last van het Nederlands bestuur moet de inlandse bevolking een weg aanleggen door de onherbergzame natuur van Indië. Alle mannen worden ingezet, met gevolg dat ze niet in staat zijn hun land te bewerken en de oogsten dreigen te mislukken. Op een dag gebeurt er een ernstig ongeluk: er komt een lawine van rotsblokken naar beneden, waarbij de vader van Dasar om het leven komt. Als de jongen gedwongen wordt de plaats van zijn vader in te nemen, gaat hij verhaal halen bij de sultan en bij meneer De Kock. Dit zet een reeks van gewelddadigheden in gang.
72
‘Mag ik me even voorstellen?’ Zo wendt de schrijver van het verhaal over Dasar zich tot de lezer, net als in 1860 Batavus Droogstoppel dat deed in Max Havelaar, of de koffieveilingen der Nederlandsche HandelMaatschappij. Hij heeft namelijk ook een pak papier gevonden. In het huis van zijn schoonvader, die in Indië heeft gewoond. En net als in dat beroemde verhaal wordt de schrijnende geschiedenis van de onderdrukking van de inlandse bevolking onderbroken door een Indisch sprookje, vergelijkbaar met het verhaal over Saïdjah en Adinda. Achter in het boek is extra informatie te vinden over Multatuli en de situatie die hij in zijn Max Havelaar bekritiseerde.
‘Wat nu?’ vraagt een van de boeren. ‘We gaan de andere arbeiders halen,’ antwoordt Soeng. ‘Dan gaan we met z’n allen naar het huis van De Kock. We zullen die Hollandse meneer eens even duidelijk maken dat we boeren zijn en geen slaven!’
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Eduard Douwes Dekker’ in: Lang geleden…, blz. 114 t/m 115 (Van Holkema & Warendorf ) • Theo Engelen, ‘Eduard Douwes Dekker’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99], blz. 84 t/m 86 (Veen) • Multatuli, Saïdjah en Adinda (Eenvoudig Communiceren) • Multatuli, Woutertje Pieterse (Hoogland & van Klaveren)
73
Zwarte sneeuw Simone van der Vlugt 2007 Lemniscaat (11+) Wie de pacht niet kan betalen, wordt onverbiddelijk op straat gezet. Emma en haar familie – vader Sjeng, de hoogzwangere moeder Annekatrien en hun vijf kinderen – beproeven na hun uitzetting hun geluk in Kerkrade. Daar kunnen vader, Emma en twee broers in de mijn werken. Emma is pas veertien jaar en hoe vaak ze ook bidt tot de Heilige Catharina, een ongeluk is niet te voorkomen. Als de jongste kinderen diep in de mijn verborgen worden tijdens een bezoek van de inspectie, wil Emma laten zien hoe het er in de mijn écht aan toegaat. En dan stort een deel van een mijnschacht in. Samen met Rudolf, de zoon van de landeigenaar, zit ze opgesloten in de mijn.
74
Het verhaal speelt in 1845. Emma en haar broers vormden geen uitzondering: alle kinderen uit arme gezinnen moesten meewerken om de kost te verdienen. De werkomstandigheden waren slecht, en langzaam maar zeker kwamen er protesten: artsen en onderwijzers benadrukten dat het werk vaak ongezond was en dat kinderen naar school moesten. De Kinderwet van Van Houten uit 1874 verbood de arbeid van kinderen tot twaalf jaar in werkplaatsen en fabrieken. In 1900 werd de Leerplichtwet ingesteld. Emma hoeft na het ongeluk niet meer de mijn in. Ze kan dienstmeisje in Maastricht worden. Daar komt ze in contact met mensen die de misstanden in de mijnen aan de kaak stellen.
Verzet tegen kinderarbeid: de werkplaats uit, de school in, 19e eeuw
Af en toe kijkt ze over haar schouder en dan ziet ze Rudolf verbijsterd om zich heen kijken. Naar de kinderen die, verblind door het zweet, op handen en voeten de overvolle manden kolen achter zich aanslepen. Naar het magere, zwarte gezichtje van het meisje dat de luchtdeur achter hen sluit.
Verder lezen • Martine Letterie, Broer in de fabriek (Zwijsen) • Martine Letterie, Opa Sigaar (Clavis) • Jan Paul Schutten, ‘Neeltje Doff’ in: Kinderen van Nederland, blz. 114 t/m 128 (Nieuw Amsterdam) • Jacques Vriens, Weg uit de Peel (Van Holkema & Warendorf )
75
Vincent van Gogh: een leven in schilderijen Frank Groothof en Marjet Huiberts; illustraties Irma Braat 2008 Nieuw Amsterdam (10+) Verder lezen ‘Van Gogh is een wereldster’, schrijft jeugdboekenauteur Jan Paul Schutten in de inleiding. En dat terwijl hij volgens sommigen voor hij stierf maar één schilderij heeft verkocht. Hij werd onderhouden door zijn broer Theo, met wie hij zijn leven lang een uitgebreide briefwisseling voerde. Die brieven zijn bewaard gebleven en vertellen het levensverhaal van de twee broers. In dit boek zijn gesprekken tussen Theo en Vincent en hun gedachten verwoord: ‘O, wat een ramp. Vader is razend op Vincent…’ begint Theo het verhaal. Vincent moet als hij elf jaar is naar een kostschool in Zevenbergen en dat is de eerste keer dat de broers voor langere tijd van elkaar gescheiden worden. Op de bijbehorende cd is de gehele vertelling te horen, ondersteund door muziek van componisten uit de tijd van Van Gogh. 76
Ruim een eeuw na zijn zelfgekozen dood is Vincent van Gogh beroemder dan in de jaren dat hij werkte aan zijn schilderijen. Hij behoorde tot de impressionisten. Weinig mensen konden deze stijl in die tijd – eind negentiende eeuw – waarderen. Ook andere impressionistische schilders, zoals Degas, Gauguin en Monet, kregen pas later bekendheid. Theo is altijd in het talent van zijn broer blijven geloven en heeft hem zijn leven lang gestimuleerd.
• Ceciel de Bie, Een brief van Vincent van Gogh (Van Gogh Museum) • Ceciel de Bie, Mijn broer Vincent van Gogh (Waanders) • Ceciel de Bie, Vincent van Gogh en de kleuren van de nacht (Van Gogh Museum) • Frank Groothof, Vincent en Theo, broeders in de kunst (Waanders) • Jos de Valk, Het schildersmenneke (Delubas)
Hij woont nu vlak bij een neef van ons, Mauve, die al een bekende schilder is. ‘Vincent, laten we afspreken dat je bij Mauve schilderlessen gaat nemen, dan zal ik je elke maand wat geld sturen voor eten en verf. Totdat je schilderijen goed genoeg zijn om te verkopen. Wat vind je daarvan?’
Vincent van Gogh: de moderne kunstenaar, 1853-1890
77
Aletta Jacobs: vrouwenemancipatie, 1854-1929
Helden! Janny van der Molen; illustraties Els van Egeraat 2009 Ploegsma (10+) Uit een gesprek tussen twee dienstmeisjes maakt Francien op dat er binnenkort een demonstratie georganiseerd wordt voor vrouwenkiesrecht. Hoewel ze er niet veel van begrijpt, is haar nieuwsgierigheid gewekt. Ook de dames die op theevisite komen bij haar moeder praten er – zij het met afschuw – over. Vrouwenkiesrecht: wat een onzin! Alleen freule Frisia blijkt een voorstander te zijn en zegt dat ze mee gaat doen aan de demonstratie. Ook Jette, het dienstmeisje wil meedoen. Maar dan wel in het diepste geheim, want het zou haar haar baan kunnen kosten. Op de grote dag glipt Francien stiekem het huis uit. Ze wil deze bijzondere bijeenkomst voor geen goud missen. 78
Aletta Jacobs vond dat vrouwen en mannen voor de grondwet gelijk moesten zijn. De demonstratie waar Francien bij aanwezig was, werd georganiseerd op 16 juni 1916 in Amsterdam. In het verhaal (op blz. 52 t/m 81) ontmoet Francien mevrouw Jacobs, die haar een geel lint geeft, het symbool dat alle demonstranten met zich meedragen.
Als ze rond het middaguur onderweg zijn naar huis, zien ze een aantal agenten te paard. ‘Wat is dat nu?’ vraagt moeder. ‘Op zondagmiddag?’ Vader glimlacht. ‘Ach ja. Die vrouwen, hè. De politie is zeker bang dat ze elkaar in de haren vliegen.’ ‘Dat is waar ook,’ zegt moeder. ‘De demonstratie, die is vanmiddag. Worden daar dan zo veel vrouwen verwacht?’ ‘Nee, natuurlijk niet. Die dwaasheid. Een storm in een glas water,’ bromt vader.
Verder lezen • Arend van Dam & Alex Wolf, ‘Aletta Jacobs’ in: Lang geleden…, blz. 123 t/m 124 (Van Holkema & Warendorf ) • Els Launspach, ‘Aletta Jacobs’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 96 t/m 98 (Veen) • Kaye Stearman, Feminisme (Corona)
79
De Eerste Wereldoorlog: oorlog en neutraliteit, 1914-1918
Voetballen of vechten Herman van Campenhout 2006 Davidsfonds/Infodok (13+) Tijdens Kerstmis besluiten de Duitse en de geallieerde soldaten tot een informeel staakt-het-vuren. Een aantal dagen praten vriend en vijand met elkaar in het niemandsland tussen de loopgraven, wisselen cadeautjes uit en eten met elkaar. En ze spelen een partijtje voetbal. Daardoor gaat soldaat Frank Sumption nadenken over de waanzin van de oorlog. Hij wil zijn legeronderdeel verlaten om in Londen te verklaren dat deze oorlog door niemand gewenst is. Stiekem verlaat hij zijn post, maar hij wordt neergeschoten en belandt in een militair hospitaal. Daar wordt zijn vlucht uitgelegd als desertie en landverraad.
80
In een nawoord licht de auteur de historische achtergronden toe. De verbroedering rond Kerstmis 1914 heeft in werkelijkheid plaatsgevonden. Ook Adolf Hitler – die optreedt in het verhaal – maakte de kerstvrede mee, maar distantieerde zich ervan.
‘Kunnen we niet beter een echte wedstrijd met twee ploegen spelen, twee captains, twee doelen en een scheidsrechter? Groot-Brittannië - Duitsland?’ Enthousiast begonnen de Britten te roepen. Ook de Duitsers hadden niet veel uitleg nodig om te snappen wat de bedoeling was.
Verder lezen • André Boesberg, Tunnelkoorts (Lannoo) • Wim Chielens, De kijkkast van Kobe: een blik op de Eerste Wereldoorlog (Clavis) • L. Granfield, In Flanders fields (De Vries-Brouwers) • Michael Morpurgo, Soldaat Peaceful (Facet) • Hedwig van de Velde, Een lied voor Lore (Davidsfonds/Infodok)
81
Dat de stoel een succes werd is nooit de bedoeling geweest. In een brief aan een collega vroeg Rietveld zich af ‘of het niet beter is dergelijke dingen als studies te beschouwen…’ Hij is dus gemaakt als een soort oefening.
82
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Zwart-wit’ in: Overal en ergens…, blz. 74 t/m 76 (Van Holkema & Warendorf ) • Jackie Gaff, Design 1920-1940 (Corona) • Rian Visser, Een stoel van niks? (Delubas)
WateenKunst!: twaalf toppers uit de moderne kunst
De Stijl: revolutie in vormgeving, 1917-1931
Klaas de Jong 2001 Gottmer (12+) De Rood Blauwe stoel van de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld is niet alleen gemaakt om op te zitten, maar ook om naar te kijken. De stoel vertelt iets over Rietvelds ideeën en over de tijd waarin de stoel werd gemaakt. Er bestaat een foto uit 1917 waarop de werkplaats van Rietveld te zien is. Zelf zit de meubelmaker op een stoel die veel weg heeft van de latere Rood Blauwe stoel, die in 1923 zijn definitieve uiterlijk kreeg. Rietveld raakte geïnspireerd door de architect Hein Berlage. Eerlijkheid was in die tijd het uitgangspunt: de manier waarop iets gemaakt werd, moest zichtbaar blijven en niet verborgen worden achter overdadige versiering. Hij werd opgenomen in de kunstenaarsgroep De Stijl, die zich ook afzette tegen de overdaad aan versiering in de kunst en de architectuur. In zijn inleiding licht de auteur van dit boek over moderne kunst zijn werkwijze toe: aan de hand van twaalf hoogtepunten uit de geschie-denis van de moderne kunst schetst hij in grote lijnen de ontwik-kelingen in de twintigste-eeuwse kunst. En de Rood Blauwe stoel is één van die hoogtepunten. De informatie daarover is te vinden op blz. 20 t/m 23.
83
Negen Open Armen Benny Lindelauf 2004 Querido (12+)
84
Het is 1937: voor het grote Limburgse gezin, waarvan de vader (‘de Pap’) een onpraktische dromer is, is het niet eenvoudig rond te komen. Hun laatste verhuizing brengt het gezin naar een afgelegen huis buiten de stadsmuren, dat zij de naam ‘Negen Open Armen’ geven. Aan het huis blijkt een geheimzinnige geschiedenis verbonden te zijn, die stukje bij beetje verteld wordt. De zusjes Fing, Muulke en Jes en hun vier broers groeien op in armoede. In het nieuwe huis gaat de Pap een eigen zaak opzetten: hij gaat sigaren maken. Het dreigt zijn zoveelste mislukking te worden. Zijn meest geliefde uitspraak is ‘het tegendeel van zorgen’, waarmee hij mogelijk onheil probeert te bezweren. Negen Open Armen geeft een goed beeld van de tijd, de crisisjaren. Dat zit vooral in de kleine, typerende details, en in de vele verhalen die de inwonende oma Mei aan de meisjes vertelt en die de geschiedenis kleur geven. Er verscheen een vervolg, dat zich afspeelt tussen 1938 en 1943: De hemel van Heivisj.
De crisisjaren: samenleving in depressie, 1929-1940
’s Ochtends arriveerde het tegendeel van zorgen op de slagkar van Nol Rutten. Drie zware balen verpakt in biezen matten en vijf op elkaar gestapelde kisten. ‘Dit is voor het binnenwerk,’ zei Nol terwijl hij naar de matten wees. ‘Het binnenwerk,’ zei de Pap. ‘En in die kisten zitten de dekbladen.’ De Pap keek van de matten naar de kisten en herhaalde losjes wat Nol zei, maar in zijn ogen blonken lichtjes.
Verder lezen • Miek Dorrestein, Aardappels met lawaaisaus (Ploegsma) • Ineke Mahieu, De reis van Sjaak Lemère (Van Holkema & Warendorf ) • Aline Sax, Wij, twee jongen / Schaduwleven (Clavis) • Jos de Valk, Het schrift van Siem (Delubas)
85
De Tweede Wereldoorlog: bezetting en vrijheid, 1940-1945
86
Opgejaagd Lydia Rood 2009 Leopold (11+) Dat de Duitsers het in de Tweede Wereldoorlog vooral op joodse mensen hadden gemunt, is algemeen bekend. Maar voor de nazi’s waren Sinti en Roma, twee nomadenstammen die ook wel zigeuners genoemd worden, ook ‘Untermenschen’. Maira komt uit een familie van Sinti. Tijdens een razzia wordt ze samen met haar moeder, broers en zusjes opgepakt en naar Westerbork gebracht. Haar vader weet te ontsnappen. Vanuit kamp Westerbork zal het gezin op de trein gezet worden naar Auschwitz. Maira verstopt zich en moet toezien hoe haar familie wordt afgevoerd met het zogenoemde zigeunertransport van 19 mei 1944. Moedig begint ze aan haar lange zoektocht naar haar vader. Opgejaagd maakt deel uit van de serie ‘Vergeten oorlog’, waarin verschillende auteurs vertellen over minder bekende gebeurtenissen die zich afspeelden in de jaren 1940-1945. Lydia Rood verdiepte zich in het leven van de Sinti. Achter in het boek is extra informatie opgenomen, die het verhaal van Maira in een bredere context plaatst.
Ze had in die trein moeten zitten. Wat kon haar Polen schelen, als ze bij haar familie was? Ze voelde zich als een pasgeboren muis, naakt en blind. Een vroege hommel vloog waggelend voorbij. Maira stak haar hand uit; misschien kon ze hem aaien. Maar deze vloog verder. Ze had in die trein moeten zitten! Ze zou het niet erg vinden als haar moeder haar op haar kop gaf. Aan Elmo zou ze zich niet ergeren. En ze verlangde zelfs naar het jammeren van Kersja.
Verder lezen Boeken uit de serie ‘Vergeten oorlog’ (Leopold): • Arend van Dam, Werken voor de vijand • Diverse auteurs, Vergeten oorlog • Theo Engelen, Oorlog in de klas • Martine Letterie, Bommen op ons huis • Joyce Pool, Kamp in de jungle
Website • www.vergetenoorlog.nl
87
Het verhaal van Anne Frank Menno Metselaar en Ruud van der Rol 2004 Anne Frank Stichting / Van Holkema & Warendorf (12+)
Anne Frank: Jodenvervolging, 1929-1945
88
Voor haar dertiende verjaardag op 12 juni 1942 kreeg Anne Frank naast andere cadeautjes een dagboek. Ze is van plan om alles wat ze belangrijk vindt in het roodgeruite boekje te schrijven. Ze noemt haar dagboek Kitty. Nog geen maand later moet de joodse familie Frank onderduiken. Anne stopt het dagboek in haar schooltas als ze op 9 juli 1942 naar hun schuilplaats gaan. Tot vlak voor het moment waarop de onderduikers in het achterhuis worden opgepakt (4 augustus 1944), vertrouwt Anne haar gevoelens toe aan haar ‘vriendin’ Kitty. Haar laatste aantekeningen zijn geschreven op 1 augustus. Na de oorlog geeft een van de helpsters van de onderduikers het dagboek en Annes schriften aan haar vader, Otto Frank, de enige overlevende van het gezin. Die besluit het te publiceren. In Het verhaal van Anne Frank wordt de geschiedenis van Anne en haar familie verteld. Het boek bevat veel foto’s, die vaak niet eerder werden gepubliceerd. Van Margot, Annes oudere zus, van Anne, pas geboren, op de arm van haar moeder, op een fietsje, twee jaar oud. Er zijn fotoseries van het achterhuis na de oorlog, de andere onderduikers en de helpers en van de concentratiekampen. Elk hoofdstuk bevat citaten uit Annes dagboek en beschrijft een periode uit haar leven. In het kort wordt aangeduid wat er na haar dood gebeurde.
Al ben ik pas veertien, ik weet toch heel goed wat ik wil, ik weet wie gelijk en ongelijk heeft, ik heb m’n mening, m’n opvatting en m’n principes en al klinkt het misschien gek voor een bakvis, maar ik voel me meer mens, veel meer dan kind, ik voel me helemaal onafhankelijk van welke andere ziel ook. (17 maart 1944)
Verder lezen • Anne Frank: haar leven in brieven (Anne Frank Stichting) • Mies Bouhuys, Anne Frank is niet van gisteren (Bakker) • Anne Frank, Het Achterhuis: dagboekbrieven 12 juni 1942-1 augustus 1944 (Bakker) • Hermine Gies-Santrouschitz en Alison Leslie Gold, Herinneringen aan Anne Frank (Bakker) • Jacqueline van Maarsen, Ik heet Anne, zei ze, Anne Frank (Just Publishers)
89
Strijd in het regenwoud Robin Raven 2007 Van Goor (10+) Rubens vader is eigenaar van een plantage waar inlanders werken. De dood van Rubens moeder, die gestorven is in een jappenkamp, heeft van hem een stugge, ontoegankelijke man gemaakt. Hij verbiedt zijn zoon om met de inlandse jongen Karto om te gaan, maar Ruben ziet zijn vriend stiekem toch. Langzaam dringt het tot Ruben door dat het oorlog is. En hij weet niet aan wiens kant hij moet staan.
90
Het is 1947, de tijd van de Indonesische vrijheidsstrijd. De auteur schreef eerder een verhaal over de politionele acties: De vloek van Pak (2006). Daarin beschrijft hij de strijd vanuit de aanvallers. In dit tweede verhaal verplaatst hij zich in de beleving van de slachtoffers. Het zijn allebei spannende verhalen waarbij haast terloops veel informatie gegeven wordt over de Indische historie en cultuur.
Indonesië: een kolonie vecht zich vrij, 1945-1949
Naar school kon ik niet meer. De juffen waren vertrokken naar Makassar, waar het veilig was, of zelfs naar Holland. Het schoolgebouw werd gebruikt door soldaten. Als ik wel eens vroeg of ik niet naar school moest, zei mijn vader dat ik me geen zorgen hoefde te maken. ‘In Holland spijkeren ze je wel weer bij.’
Verder lezen • Wieteke van Dort, Kind in Surabaja: Indische herinneringen (De Fontein) • Theo Engelen, De Indische vlieger (Sjaloom) • Vivian den Hollander, Alleen Beer mocht mee (Van Holkema & Warendorf ) • Joke de Jonge, Strijd overzee: soldaat in Nederlands-Indië (Niño) • Gerry Velema, Eruit jij! (Callenbach)
91
Willem Drees: de verzorgingsstaat,1886-1988
Een foto in de sneeuw Marlies Verhelst; illustraties Ivan en Ila 2009 Delubas (8+)
92
Rinus moet iedere maandagmorgen zijn moeder helpen. Maandag is wasdag, en dan wordt hij naar de waterstokerij gestuurd om twee emmers met heet water te halen. Het is 1956, de tijd dat kinderen sigarenbandjes spaarden, dat bij repen chocola van Kwatta bonnetjes voor speelgoedsoldaatjes zaten en dat bijna iedereen nog schaatste op ‘klompjes’ of ‘Friese doorlopers’. En het was de tijd van Vadertje Drees, die ervoor zorgde dat opa’s en oma’s ‘van Drees konden trekken’. Rinus komt letterlijk in botsing met meneer Drees. Tien jaar lang, van 1948 tot en met 1958, was de sociaaldemocraat Willem Drees minister-president. In zijn regeringsperiode is de verzorgingsstaat opgebouwd: mensen die niet in staat waren zelf in hun onderhoud te voorzien, werden geholpen door de overheid. Zo werd onder meer de AOW ingesteld. Drees was ook bij niet-partijgenoten geliefd, en dat wilde wat zeggen in het verzuilde Nederland van de jaren vijftig. Achter in het boek over Rinus wordt extra informatie gegeven over de tijd van Drees en zijn afbeeldingen te zien van de dingen die voor Rinus heel gewoon waren: een wasbord, een kolenkit en het speelgoed waar toen mee gespeeld werd.
‘Waar hebben wij deze eer aan te danken, excellentie?’ vraagt opa. ‘Dat zal ik u vertellen,’ zegt meneer Drees. ‘Deze jongeman hier botste zo-even tegen mijn fiets.’ Rinus kijkt beschaamd naar beneden. ‘Wat zegt u?’ Moeder hapt naar adem. ‘Rinus!’ Haar stem slaat ervan over. ‘Nee, nee,’ vervolgt meneer Drees zijn verhaal. ‘Ik heb geen schade, maakt u zich geen zorgen. Hij deed het niet expres, dat weet ik zeker.’ 93
Verder lezen • Theo Engelen, ‘Willem Drees in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 109 t/m 112 (Veen)
[Anne] is er al lang niet meer zeker van dat de Oosterschelde dicht moet. Die storm, in december en de discussies die er weer op zijn gevolgd… De jongens hadden gelijk. Als men na de ramp twintig jaar lang de dijken er zo miserabel bij heeft laten liggen, dan valt het blijkbaar nogal mee met de angst.
94
Verder lezen • Anneriek van Heugten, Drijven op een dak (Delubas) • Wim Hofman, De stoorworm (Querido) • Jack van der Male, Mijn boekentas: een verslag van de Watersnoodramp 1953 (Servo) • Hennie Molenaar, Na de storm (Zwijsen)
Oosterschelde: windkracht 10 Jan Terlouw 2008 Lemniscaat (12+) De Zeeuwse familie Strijen bestaat uit vader en moeder, hun kinderen Anne, Hennie en Piet, en Opoe, die bij hen inwoont. Anne is getrouwd met Henk en hoogzwanger als op 31 januari 1953 een waarschuwing wordt afgegeven: het water staat bij eb al heel hoog. Hoe moet dat als de storm blijft voortrazen en het vloed wordt? Bij de watersnoodramp die dan volgt raakt de familie de boerderij kwijt en komen Piet en Opoe om het leven. Jaren later zorgt de zoon van Anne en Henk voor tweespalt in de familie. Als mosselvisser wil hij dat de Oosterschelde niet wordt afgesloten. De rest van de familie staat lijnrecht tegenover hem: zij hebben immers de ramp meegemaakt. In het eerste deel van het verhaal (‘Vloed’) wordt een beeld geschetst van de watersnoodramp, die het zuidwesten van Nederland in 1953 trof. Het tweede deel (‘Eb’) speelt twintig jaar later en laat zien hoe de nieuwe generatie denkt over het afsluiten van de Oosterschelde. De mensen die de ramp meegemaakt hebben, zijn veelal vóór afsluiting; jongeren laten de gevolgen van de Deltawerken meewegen en zijn tegen de afsluiting. Door de regering wordt in 1974 besloten een stormvloedkering te maken. De watersnood: de dreiging van het water, 1 februari 1953
95
De televisie: de doorbraak van een massamedium, vanaf 1948
De televisie komt! Wilma Degeling; illustraties Veronica Nahmias 2008 Delubas (6+) Het is moeilijk voor te stellen dat er zo’n zestig jaar geleden nog nauwelijks televisies waren. Bij Saartje thuis zijn ze een van de eersten waar een tv in huis komt. Alle kinderen mogen komen kijken. Ze boffen dat het donderdag is, want dan is er altijd een kinderprogramma. Het dreigt nog bijna mis te gaan als de man die de antenne installeert van het dak glijdt en er een vechtpartij losbarst. Voor de bovenmeester is dat een reden om een donderpreek te houden over de verderfelijke invloed van die nieuwerwetse uitvinding.
96
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Een scheerapparaat op wielen’ in: Overal en ergens…, blz. 113 t/m 115 (Van Holkema & Warendorf ) • Han van der Horst, ‘Langzaam bouwt Nederland alles weer op’ in: Avontuur van Nederland, blz. 112 t/m 117 (Scriptum) • Brecht van Hulten en Jean Paul Schutten, Het NOS Jeugdjournaal (Van Goor)
De televisie komt! is verschenen in een serie prentenboeken rond de tijdvakken van de geschiedeniscanon. De kleurige illustraties geven een goed beeld van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Achter in het boek is extra informatie opgenomen over de komst van de televisie. De eerste tvuitzending was in Nederland in 1951. Een aantal foto’s in zwart-wit toont beelden uit die tijd: een kijkje in de regiekamer, foto’s van het decor van Dappere Dodo (waar Saartje en haar vrienden en buurtgenoten in het verhaal naar kijken) en een foto van de televisieserie over de vreemde uitvinder en zijn assistente: De avonturen van Okkie Trooy.
Saartjes vader drukt de grote knop van de televisie in. Langzaam licht het scherm op. Er verschijnt een cirkel met allemaal zwarte, witte en grijze vlakjes. Dat is het testbeeld. Klaas en Saartje ploffen op de grond bij de andere kinderen. Er komt een klok in beeld. Nog twee minuten. Het wordt steeds stiller in de kamer. De kinderen kruipen bijna in het toestel. ‘Jongens en meisjes, hier is speciaal voor jullie: Dappere Dodo!’ 97
Vluchtroute New York Martine Letterie 2007 Leopold (10+) Omdat haar vader werk heeft gekregen op de Holland Amerika Lijn, is Lies pas naar het roerige Rotterdam verhuisd. Daar leert ze de Roemeense Hanna kennen, die vanwege een oogziekte niet samen met haar familie de overtocht naar Amerika mag maken. Lies probeert er alles aan te doen om te voorkomen dat Hanna teruggestuurd wordt naar haar land.
98
Het verhaal geeft een goed beeld van de beginjaren van de twintigste eeuw, toen veel vluchtelingen naar Amerika werden verscheept. Op de voorste schutbladen staat een afbeelding van de toenmalige Wilhelminakade in Rotterdam (waar nu hotel New York staat). In een nawoord vertelt de auteur dat er tussen 1880 en 1925 duizenden landverhuizers naar Amerika vertrokken, via de haven van Rotterdam.
Van het kleine brave meisje dat ze in Delft was, naar een volwassen stoere meid in Rotterdam. Hier is alles anders. Dit is een wereldstad! De rivier is een weg naar de rest van de wereld. Vanaf hier varen grote stoomschepen naar Noord- en Zuid-Amerika.
Haven van Rotterdam: poort naar de wereld, vanaf ca. 1880
99
Verder lezen • Arend van Dam, ‘Vroeger’ in: Overal en ergens…, blz. 101 t/m 103 (Van Holkema & Warendorf ) • Wilma Degeling, Leeuwen op zee (Delubas)
Otje Annie M.G. Schmidt; illustraties Fiep Westendorp 2006 Querido (8+) Het zijn de knellende maatschappelijke voorschriften die het Otjes vader onmogelijk maken zonder papieren een baan als kok te krijgen. Otje en haar vader zwerven rond in hun bestelwagentje sinds vader Tos ontslagen is bij Hotel De Koperwiek vanwege bezuinigingen. Ooit zijn zijn papieren zoekgeraakt in de ‘kompjoeter’. En hoewel de dieren proberen te helpen, blijft het gemis aan papieren een probleem. Na een zoveelste driftbui omdat de instanties hem dwarszitten, belandt Tos in rusthuis Vredelief. Het is meneer Pijpetoon van de antiekwinkel die het tweetal weer herenigt. En met die papieren komt het uiteindelijk toch nog goed. 100
Annie M.G. Schmidt weet in dit verhaal de tijdgeest goed te treffen. Zij wordt wel getypeerd als een van de meest invloedrijke en tegelijk zachtaardigste critici van het brave, burgerlijke en verzuilde Nederland. Haar boeken, liedjes, toneelstukken, musicals en hoorspelen getuigen vaak van tegendraadsheid. Of het nu gaat om de radioserie De familie Doorsnee of om de lekker dwarse verhaalfiguren Otje, Pluk en Minoes.
Annie M.G. Schmidt: tegendraads in een burgerlijk land, 1911-1995
‘Zie je dat hoge gebouw daar? Dat is het kompjoetergebouw. Daar moest ik twee jaar geleden mijn papieren afgeven aan het loket. Voor “eventjes”, zeiden ze.’ ‘En toen?’ vroeg Otje. ‘Toen liep de meneer van het loket ermee weg. Er kwam een andere meneer. Die wist van niets. Ik heb gewacht en gewacht en gepraat en gesmeekt en eindelijk…’ ‘Eindelijk ben je driftig geworden, pappa?’ Tos knikte. ‘Ze hebben me buiten de deur gezet,’ zei hij. ‘Zonder papieren.’
Verder lezen • Margriet Breet, Niet meer alleen (Delubas) • Joyce Pool, ‘Annie M.G. Schmidt’ in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar], blz. 113 t/m 116 (Veen)
Website • Een overzicht van kinderboeken (inclusief luisterversies en films) is te vinden op www.leesplein.nl (zoek op Laten lezen> Schrijvers en illustratoren > Schmidt).
101
Suriname en de Nederlandse Antillen: dekolonisatie van de West, vanaf 1945
Een bezoek aan… Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten Martijn Reeser 2007 KIT Publishers (11+) Hoe komt het dat je in Oranjestad op Aruba een oer-Hollands draaiorgel kunt tegenkomen? En doet de naam Oranjestad niet erg Nederlands aan? Aruba is een van de Antilliaanse eilanden die in dit boek worden voorgesteld. Naast aardrijkskundige informatie komt ook de geschiedenis van de eilanden aan bod: hoe de Nederlanders vanaf het eind van de zeventiende eeuw de eilanden veroverden om er handel te drijven, hoe eilandbewoners hebben meegevochten voor de bevrijding van Nederland, het ‘moederland’, in de Tweede Wereldoorlog en welke ontwikkelingen zich na de oorlog voltrokken.
102
De zes Antilliaanse eilanden en Suriname waren lang koloniën van Nederland. Na 1950 kwam er verandering in de onderlinge verhoudingen: de bewoners van ‘de West’ kregen stemrecht en mochten voortaan zelf over hun land regeren. De nieuwe verhoudingen werden in 1954 vastgelegd in het ‘Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden’, een soort grondwet voor een transatlantisch koninkrijk met autonome rijksdelen. Voor Suriname was dat niet genoeg; daar wilde men zelfstandig worden. Dat gebeurde in 1975. Aruba kreeg in 1986 de ‘status aparte’ en is vanaf 1996 een zelfstandig land binnen het Koninkrijk. De andere eilanden praten sinds 2005 over nieuwe staatkundige verhoudingen.
Deze aparte status kreeg het eiland in 1986. Aruba kreeg hierdoor meer zelfstandigheid. Makkelijk was dat niet gegaan. Voor het zover was, kreeg het eiland te maken met ernstige ongeregeldheden, stakingen en rellen; er waren voor- en tegenstanders van zelfstandigheid. Om de Status Aparte te verwerven heeft Aruba vijftien jaar lang met Nederland moeten onderhandelen.
Verder lezen • Lieneke Dijkzeul, Eiland in de wind (Lemniscaat) • Vivian den Hollander, Spekkie en Sproet en het verdwenen beeld (Zwijsen) • Diana Lebacs, Caimins geheim (Leopold) • Joke van Leeuwen, Sontjeland (Zwijsen)
103
Srebrenica: de dilemma’s van vredeshandhaving, 1995
Mijn vader is geen moordenaar Margriet Breet; illustraties Peter-Paul Rauwerda 2009 Delubas (8+) Als de vader van Nienke terugkeert uit Bosnië is hij erg veranderd. Vooral haar broertje Boris moet het ontgelden. Nienke is nog te jong om te begrijpen wat haar vader als militair in Bosnië heeft meegemaakt. De naam Srebrenica hoort ze voor het eerst als haar vriendinnetje Radja vertelt over haar verleden. Radja komt uit de moslimenclave en verloor haar vader en haar broer. Als Radja’s moeder begrijpt dat Nienkes vader een Dutchbatmilitair was, mag Radja van haar niet meer met Nienke spelen. Nienkes vader, beweert Radja, is een moordenaar.
104
Op 16 april 1993 wordt de Bosnische moslimenclave Srebrenica officieel uitgeroepen tot ‘safe area’. Aanvankelijk moeten de Canadese blauwhelmen zorgen voor de bescherming van de bevolking. In januari 1995 gaat het bevel over op Dutchbat III, dat de veiligheid van de inwoners van Srebrenica moet garanderen. Dat loopt mis als de Servische generaal Mladic zonder veel tegenstand de macht in Srebrenica overneemt. Naar schatting werden minstens 7.000 moslims daarbij vermoord. Een aantal Dutchbatters lijdt sindsdien aan een posttraumatisch stresssyndroom. Net als de vader van Nienke.
Opeens sloeg hij zijn handen voor zijn ogen. Eerst leek het of hij kreunde. Daarna begon hij te huilen, met lange diepe uithalen. Snot uit zijn neus, tranen op tafel. Ik wist niet wat ik moest doen. Het enige wat ik kon bedenken was dat hij zakdoekjes nodig had en dat het water dat op de vloer lag, nodig opgedweild moest worden. Ik dweilde maar wat, wist niet precies hoe het moest. Toen mama eindelijk weer binnenkwam zat papa nog steeds aan tafel. 105
Verder lezen • Albert ten Cate, Ontsnapping uit Srebrenica (Callenbach) • Jan Simoen, Met mij gaat alles goed! & En met Anna? (Querido)
Polleke Guus Kuijer 2009 Querido (11+) Polleke had verkering met de Marokkaanse jongen Mimoen. Had, want hij maakte het uit omdat zij een dichter is. Hij stopt een briefje in haar hand: ‘Ik ga niet meer met jou, want dat mag geloof ik helemaal niet in mijn cultuur dat een vrouw dichter is…’. Polleke reageert op de manier die naar later blijkt heel goed bij haar past: ‘Rot jij maar op met je pokkecultuur!’ In de rest van het verhaal blijven Polleke en Mimoen elkaar aantrekken en afstoten, zelfs als zijn ouders de omgang met Polleke verbieden en haar vriendin Caro met Mimoen aan de haal lijkt te gaan.
106
Vijf verhalen schreef Guus Kuijer over Polleke, die ook gebundeld zijn verschenen. Ze zit in een klas met kinderen uit verschillende culturen en daarover wordt vaak klassikaal gesproken. Polleke houdt er stevige meningen op na, maar zal nooit iemand veroordelen uitsluitend om zijn afkomst. Daarvoor maakt ze zelf te veel mee, met haar verslaafde vader, haar moeder die verliefd is op de meester, en haar Mexicaanse vriendin Consuela.
Vandaag in de klas zei Chaima iets raars. Ze zei: ‘Nederlandse kinderen hebben geen respect voor hun ouders.’ Het was tijdens een kringgesprek. (…) ‘Ja, ja, dat is zo,’ hoorde ik andere kinderen roepen. ‘Die zijn hartstikke brutaal.’ De meester keek naar mij en naar Caro, want wij zijn de enige Nederlandse kinderen in de klas.
Veelkleurig Nederland: de multiculturele maatschappij, vanaf 1945
Verder lezen • Caja Cazemier, Lotte en Karima (Ploegsma) • Trude de Jong, Regenboog rap (Leopold) • Marieke Otten, Kebab en pindakaas (Van Tricht) • Do van Ranst, Ravenhaar (Davidsfonds/Infodok) • Karlijn Stoffels, Marokko aan de plas (Querido) • Anke de Vries, Kladwerk (Lemniscaat)
107
108
Verder lezen • Arend van Dam, ‘De Oranje-Nassaumijn in Heerlen’ in: Overal en ergens…, blz. 141 t/m 143 (Van Holkema & Warendorf ) • Clive Gifford, Duurzame ontwikkeling (Corona) • Neil Morris, Fossiele brandstoffen (Corona) • Neil Morris, Olie en aardgas (Corona) • Jacques Vriens, Tien torens diep (Van Holkema & Warendorf )
Overal en ergens… Arend van Dam; illustraties Alex de Wolf 2009 Van Holkema & Warendorf (8+) Kees Boon uit Slochteren stond raar te kijken toen onder zijn land geen aardolie maar gas gevonden werd. En wel de grootste gasbel ter wereld, aldus de krantenberichten uit die tijd. Op het land van boer Boon moest een boortoren gebouwd worden, een lelijk ding, maar de omwonenden wenden er snel aan. En de boer bleef zichzelf: hij ging gewoon aan het werk op zijn land. Het verhaal ‘De rijkste boer van Nederland’ is te vinden in de verhalenbundel Overal en ergens… Van de gasvondst is de boer niet rijk geworden. De grond was weliswaar van hem, maar wat erin zat, was van de Nederlandse regering.
Overal werden gasleidingen aangelegd. Sluit de mijnen! Weg met de kolen! Waarom nog kolen stoken als er genoeg gas was om de hele wereld te verwarmen? De Nederlandse regering was dolgelukkig met de gasbel. Ze besloten een deel van het gas te verkopen aan andere landen. Er werden lange pijpleidingen aangelegd tot ver in Frankrijk. Het gas stroomde het land uit en het geld stroomde binnen. De gasbel: een eindige schat, 1959-2030?
109
Spreken we in Europa straks allemaal Europees? Bas van Lier; illustraties Irene Goede 2007 Nieuw Amsterdam (9+) Welke landen horen bij de Europese Unie, kun je daar zomaar lid van worden en wie is de baas van Europa? En waarom moeten kinderen eigenlijk iets weten over de Europese Unie? Op deze en andere vragen van kinderen worden antwoorden gegeven, en om met de laatste vraag te beginnen: zonder het te beseffen hebben Nederlandse kinderen met de EU te maken. Omdat er betaald wordt in euro’s, ook in de buurlanden, omdat iedereen die in een van de aangesloten landen woont vrij door de EU-landen kan reizen, en omdat de EU heeft geregeld dat rond kinderprogramma’s niet te veel reclame mag worden uitgezonden.
110
Europa: Nederlanders en Europeanen
De samenwerking begon in 1951, toen zes Europese landen het Verdrag van Parijs ondertekenden en daarmee de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) oprichtten. Nederland behoorde tot deze zes landen. In 1957 volgde de ondertekening van het Verdrag van Rome en was de Europese Economische Gemeenschap (EEG) een feit. De samenwerking was succesvol en ook andere Europese landen sloten zich aan. De EU bestaat sinds 2007 uit 27 lidstaten. En of er ooit overal Europees gesproken zal worden? Waarschijnlijk niet.
Op internet zijn soms heel gewelddadige dingen te zien en er gebeurt van alles wat met seks te maken heeft. Niks voor kinderen, maar je kunt bij het surfen zomaar op zo’n site terechtkomen. Laten we daar wat aan doen, bedacht een Frans lid van het Europees Parlement. Ze heeft voorgesteld dat websites die voor kinderen geschikt zijn, moeten eindigen op .kid. Dan weet je zeker dat je goed zit.
Verder lezen • Bert De Craene, Een nieuw Europa (KIT Publishers) • Caroline Ellerbeck, Ga je mee?: kriskras door Europa (Van Goor) • David Flint, Europa (Ars Scribendi) • Op bezoek in…(serie) (KIT Publishers) • Ingrid Rietveld (samenstelling), Feestliedjes van ons allemaal (Ploegsma)
111
BRONNEN
112
Beckman, Thea. Gekaapt!. Rotterdam, Lemniscaat, 2003.
Duyn, Syl van. Hallo aarde, hier Maan. Met illustraties van
Bloem, Marion. Zo groot als Hugo. Wijk en Aalburg,
Sandra Klaassen. Amsterdam, Van Goor, 2000.
Pictures Publishers, 2005.
Felicie, Claire en Chris Bos. Het meisje van De Nachtwacht.
Bree, Han van en Piet Lekkerkerk. De Oranjes: van Willem van
Met illustraties van Claire Felicie. Amsterdam, Leopold, 2007.
Oranje tot erfprinses Amalia. Amsterdam, Rijksmuseum /
Gaarder, Jostein. De wereld van Sofie. Antwerpen; Amsterdam,
Nieuw Amsterdam, 2006.
Houtekiet, 2007 (1e dr. 1994).
Breet, Margriet. Mijn vader is geen moordenaar. Met illustraties
Groothof, Frank en Marjet Huiberts. Vincent van Gogh:
van Peter-Paul Rauwerda. Drunen, Delubas, 2009.
een leven in schilderijen. Met illustraties van Irma Braat.
Brosens, John. Koers pal noord. Baarn, De Fontein, 2006.
Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2008.
Campenhout, Herman van. Voetballen of vechten.
Hoogstraaten, Theo en Marianne. Het geheime kistje.
Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2006.
Drunen, Delubas, 2010.
Carbo, Christa. Het poppenhuis. Amsterdam,
Jong, Klaas. WateenKunst!: twaalf toppers uit de moderne kunst.
Nieuw Amsterdam, 2008.
Haarlem, Gottmer, 2005 (2e, herz. dr.).
Daalder, Hans. Het boek van Opa Politiek. Met illustraties van
Koning, Lizette de. Opgesloten! Amsterdam, Leopold, 2009.
Boem van Ravenswaaij. Amsterdam, Bakker, 2006.
Kruijssen, Agave. Elegast. Met illustraties van Fiel van der Veen.
Dam, Arend van. Complot op het spoor. Amsterdam, Leopold, 2005.
Tielt, Lannoo, 2005.
Dam, Arend van. Lang geleden… Met illustraties van Alex de Wolf.
Kruijssen, Agave. Floris. Met illustraties van Fiel van der Veen.
Houten, Van Holkema & Warendorf, 2009 (1e dr. 2007).
Tielt, Lannoo, 2006.
Dam, Arend van. Overal en ergens… Met illustraties van Alex
Kuijer, Guus, Polleke. Amsterdam, Querido, 2009 (1e dr. 2003).
de Wolf. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2009.
Leeuwen, Joke van. Waarom een buitenboordmotor eenzaam is.
Degeling, Wilma. De televisie komt! Met illustraties van
Met illustraties van de auteur. Rekkem, Stichting Ons Erfdeel, 2004.
Veronica Nahmias. Drunen, Delubas, 2008.
Letterie, Martine. Vluchtroute New York. Amsterdam, Leopold, 2007.
Dijkstra, Lida. Spiegelspreuk. Met illustraties van Roelof
Lier, Bas van. Spreken we in Europa straks allemaal Europees? Met
van der Schans. Leeuwarden, Aed Levwerd, 2007.
illustraties van Irene Goede. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2007.
Lindelauf, Benny. Negen Open Armen. Amsterdam, Querido, 2004.
Zoetermeer, Mozaïek, 2006.
Linden, Nico ter. De kinderbijbel van Nico ter Linden. Met illustraties
Vagevuur, Greetje. Scherven in de kerk. Met illustraties van
van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Balans, 2008.
Bob Brobbel. Drunen, Delubas, 2008.
Metselaar, Menno en Ruud van der Rol. Het verhaal van Anne Frank.
Verhelst, Marlies. Een foto in de sneeuw. Met illustraties van
Amsterdam, Anne Frank Stichting / Houten, Van Holkema & Waren-
Iva en Ila. Drunen, Delubas, 2009.
dorf, 2004.
Verroen, Dolf. Slaaf kindje slaaf. Met illustraties van Veronica
Molen, Janny van der. Helden! Met illustraties van Els van Egeraat.
Nahmias. Rotterdam, Guijs, 2006.
Amsterdam, Ploegsma, 2009.
Vervloed, Peter. De strijd van Dasar. Met illustraties van John Rabou.
Pool, Joyce. Vals beschuldigd. Rotterdam, Lemniscaat, 2000.
Drunen, Delubas, 2009.
Rabin, Staton. Betsy en Napoleon. Houten, Van Goor, 2005.
Vlugt, Simone van der. Bloedgeld. Rotterdam, Lemniscaat,
Raven, Robin. Strijd in het regenwoud. Houten, Van Goor, 2007.
2009 (1e dr. 1996).
Reeser, Martijn. Een bezoek aan… Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba,
Vlugt, Simone van der. De rode wolf. Rotterdam, Lemniscaat, 2009.
Sint Eustatius en Sint Maarten. Amsterdam, KIT Publishers, 2007.
Vlugt, Simone van der. Zwarte sneeuw. Rotterdam, Lemniscaat,
Rood, Lydia. Opgejaagd. Amsterdam, Leopold, 2009.
2007 (1e dr. 2000).
Schaap, Peter. Akan van het hunebed. Met illustraties van Danja Schaap. Beilen, Het Drentse boek, 2009.
NASLAG
Schmidt, Annie M.G. Otje. Amsterdam, Querido, 2006 (1e dr. 1980).
De Bosatlas van de geschiedeniscanon. Groningen, Noordhoff, 2008.
Schutten, Jan Paul. Kinderen van Nederland. Met illustraties van
De canon van Nederland: de vijftig vensters voor kinderen: van Pluk
Paul Teng. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2008.
tot Willem van Oranje. Samenstelling Frits van Oostrom / Stichting
Smit, Peter. Heibel om een zeekaart. Met illustraties van Fiel van
entoen.nu. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2009.
der Veen. Drunen, Delubas, 2008.
Es, Gijsbert van. Verhalen van Nederland. Met illustraties van
Smit, Peter, De strijd om de Beemster. Haarlem, Holland, 2009.
Marike Knapen. Rotterdam, NRC Boekenfonds / Utrecht,
Terlouw, Jan. Oosterschelde: windkracht 10. Rotterdam,
WinklerPrins Kinderuniversiteit, 2008.
Lemniscaat, 2008 (1e dr. 1976).
Horst, Han van der. Avontuur van Nederland: van baby-neushoorn
Tompot, Maurits en Ines van Bokhoven, Het geheim van Erasmus.
tot hippie. Schiedam, Scriptum, 2004.
113
Nederland van toen tot nu: geschiedenis in gewone taal. Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon; vereenvoudigde tekst van Frans van Duijn en Jérôme Jacquot. Amsterdam, Eenvoudig Communiceren, 2009. Toorn-Schutte, Jenny van der. Retour NL: de canon van de Nederlandse geschiedenis in vijftig verhalen. Amsterdam, Boom, 2007. Ulrich, Hans & Erik van der Walle. De geschiedenis van Nederland. Met illustraties van Elly Hees. Amsterdam, Van Goor, 2005. (Notendop junior) WEBSITE www.entoen.nu www.leesplein.nl FOTOVERANTWOORDING Blz 41 foto Afdeling Beeld Rijksmuseum Amsterdam (uit: Het poppenhuis); blz. 46 foto Claire Felicie (uit: Het meisje van De Nachtwacht);
114
blz. 66 foto Koning Willem I in zijn kroningsgewaad; geschilderd door Joseph Paelinck (uit: De Oranjes: van Willem van Oranje tot erfprinses Amalia); blz. 89 foto Anne Frank Stichting (uit: Het verhaal van Anne Frank); blz. 98 kaart van de Wilhelminakade in Rotterdam (uit: Vluchtroute New York); blz. 103 foto Martijn Reeser (uit: Een bezoek aan… Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten).
115
GESCHIEDENIS IN EEN BOEKENKAST
116