Geïntegreerd Onderwijs voor jongeren met een motorische handicap
Opnameprocedure voor GOn-leerlingen door het BuSO Sint-Gerardus, Diepenbeek
BuSO Sint-Gerardus Nieuwstraat 68 3590 Diepenbeek
[email protected]
INHOUDSTAFEL
1. Geïntegreerd onderwijs voor jongeren met een motorische handicap
1.1. Wat is GOn 1.2. Doelgroep Type 4-onderwijs 2. Aanvraagprocedure
2.1. Aanvraagdossier opmaken 2.2. Opnameteam 2.3. Startbespreking 3. Documenten op te maken door het CLB van de gastschool
3.1. Attest buitengewoon onderwijs Type 4 OV 4 3.1.1. Inhoud van het attest
3.1.2. Wijzigingen op het attest 3.2. Inschrijvingsverslag Inhoud van het inschrijvingsverslag 3.2.2. Bepaling van de ernst van de handicap 3.2.3. Verlenging van het GOn (attestwijziging naar “ernstige handicap”) 4. Documenten op te maken door de dienstverlenende school
4.1. Het integratieplan 4.2. Eindevaluatie 4.3. Tussentijdse evaluatie 5. Informatie
5.1. Informatie omtrent de wettelijke regeling GOn (Katholiek onderwijs) 5.2. Informatie over hulpverleningsmogelijkheden dienstencentrum Sint-Gerardus
Bijlage 1: Aanvraagformulier GOn-begeleiding Bijlage 2: Medische gegevens Bijlage 3: Psycho-pedagogische gegevens Bijlage 4: Een jongere met een motorische handicap in mijn klas… wat nu?
1. Geïntegreerd onderwijs voor jongeren met een motorische handicap Opnameprocedure voor GOn-leerlingen door het BuSO Sint-Gerardus, Diepenbeek
3.2.1.
1.1 Wat is GOn? Het geïntegreerd onderwijs type 4 (lager, secundair) is een samenwerking tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs waarbij leerlingen met een motorische handicap de lessen en activiteiten in het gewoon onderwijs (de gastschool) kunnen volgen met hulp vanuit het buitengewoon onderwijs (de dienstverlenende school). Deze bijkomende hulp kan onderwijskundig en/of paramedisch zijn. De frequentie en de duur van de GOn-begeleiding worden bepaald aan de hand van de noden van het kind en de aard van de handicap. In overleg met de betrokken partijen en in functie van het urenpakket dat door de overheid wordt toegekend, wordt de omkadering vastgelegd. 1.2 Doelgroep Type 4-Onderwijs GOn-begeleiding vanuit een type 4 instelling is bedoeld voor jongeren die een handicap vertonen t.g.v. een motorische en/of centrale neuro-motorische coördinatiestoornis sinds de geboorte, of een handicap na ziekte/ongeval waardoor er een matige of ernstige beperking is in het succesvol verwerken van het onderwijsproces. Deze stoornissen kunnen zijn: hersenbeschadiging, posttraumatisch letsel, ziekten die een beenderige, musculaire of gewrichtsafwijking veroorzaken zoals ernstige kinderreuma, spierziektes, spina-bifida, … -Secundair onderwijsVoor leerlingen in het secundair onderwijs speelt de begaafdheid van de leerling een rol. Om in het gewoon onderwijs te kunnen functioneren, beschikt een leerling over een normale intelligentie (IQ 90 of meer). Bij jongeren met een centraal-motorische problematiek is er vaak een groot verschil tussen de verbale en performale aanleg ten nadele van deze laatste. Om in aanmerking te komen voor GOn-begeleiding vanuit het BuSO Sint-Gerardus richten wij ons op de volgende resultaten: Verbaal IQ 90, Performaal IQ 70. De jongere moet daarnaast beschikken over voldoende communicatiemogelijkheden (al dan niet met
hulpmiddelen), zelfvertrouwen, weerbaarheid en de mogelijkheden hebben om dit aan te leren.
2. Aanvraagprocedure
2.1 Aanvraagdossier opmaken Het is de taak van het CLB van de gastschool om specifiek onderzoek te doen of de leerling in aanmerking komt voor GOn-begeleiding vanuit type 4. Ouders richten zich dus best altijd eerst tot het begeleidende CLB voor het opstarten van de aanvraagprocedure. Indien de vraag komt vanuit de Dienst voor Thuisbegeleiding dient men ook steeds eerst contact op te nemen met het begeleidend CLB van de gastschool zodat deze, eventueel in samenspraak met de thuisbegeleiding, een dossier kunnen opmaken en indienen. Dit aanvraagdossier bestaat uit drie elementen: identificatiegegevens, medische gegevens en psychopedagogische gegevens. (Zie bijlage 1) Het aanvraagdossier wordt, volledig ingevuld en voorzien van de nodige bijlagen, ten laatste op 1 mei, verzonden naar BuSO Sint-Gerardus, Nieuwstraat 68, 3590 Diepenbeek, ter attentie van de directie of de GOn-coördinator. 2.2 Opnameteam Het opnameteam bestaat uit een aantal personen, die mede door hun ervaring binnen het type 4 onderwijs en hun ervaring met het geïntegreerd onderwijs, zich een eerlijk beeld kunnen vormen over de eventuele hulp die aan een leerling met motorische problemen kan worden geboden. Op basis van het dossier beslist het opnameteam of er al dan niet GOn-begeleiding vanuit het BuSO SintGerardus mogelijk is. Zodra er een besluit genomen is, wordt contact opgenomen met de CLBverantwoordelijke. Het CLB neemt vervolgens contact op met de overige betrokken partijen om hen van
dit besluit op de hoogte te stellen. Bij een positief advies wordt er door de GOn-begeleider een startbespreking gepland. 2.3 Startbespreking Op een startbespreking zijn alle betrokken partijen aanwezig: ouders, CLB/Thuisbegeleiding, directie gastschool ( of afgevaardigde), directie dienstverlenende school (of GOn-coördinator), de GOnbegeleider zelf en eventueel begeleidende therapeuten. Bedoeling van deze startbespreking: - Informatie uitwisselen betreffende de jongere- Opmaken van integratieplan: Concrete werkpunten en doelstellingen formuleren:
Leerlinggerichte hulp
Oudergerichte hulp
Leerkrachtgerichte hulp, klas of leerlinggroepgericht
Schoolgerichte hulp (materiële aanpassingen, …)
- Ondertekenen van het integratieplan door alle aanwezige partijen - Maken van organisatorische afspraken: tijdstip, plaats, duur … - Maken van praktische afspraken i.v.m. attest en inschrijvingsverslag De startvergadering vindt bij voorkeur plaats in de gastschool en wordt georganiseerd door de GONbegeleider in samenspraak met de betrokken partijen.
3. Documenten op te maken door het CLB van de gastschool
In wat volgt zetten we nog even de laatste richtlijnen op een rij betreffende de opmaak van de vereiste GOn-documenten. We baseren ons hiervoor op de omzendbrief betreffende het Geïntegreerd Onderwijs van 11/09/2003 (ref. GD/2003/05)
3.1. Attest buitengewoon onderwijs 3.1.1. Inhoud van het attest Het attest Buitengewoon Onderwijs bevat een datum, de personalia van het betrokken kind en de gegevens van de attestgever. Het attest moet steeds ondertekend worden door de directeur van het CLB. Het attest vermeldt het type Buitengewoon Onderwijs dat de attestgever, op basis van het inschrijvingsverslag, voor het kind aangewezen vindt (voor Sint-Gerardus als dienstverlenende school is dit steeds Type 4). Op het BuO-attest moet voor leerlingen van het secundair onderwijs ook de opleidingsvorm ingevuld worden (OV4). De datum waarop het attest wordt uitgeschreven is bepalend voor de toelaatbaarheid van het kind in het BuO én voor de financier- of subsidieerbaarheid. Deze datum dient te vallen voor 1 september van het desbetreffende schooljaar dat de GOn-begeleiding start (ten laatste 1 oktober bij verlate opstart). Volgens de nieuwe regelgeving is het niet meer vereist dat de ernst van de handicap nog op het BuOattest zelf vermeld wordt. Deze informatie moet echter wel steeds letterlijk terug te vinden zijn in het inschrijvingsverslag (zie verder). 3.1.2. Wijzigingen op het BuO-attest Het BuO-attest wordt enkel aangepast bij wijziging van type en/ of bij de overgang van lager naar
secundair onderwijs. Het attest moet niet meer jaarlijks bevestigd worden. Het BuO-attest wordt niet aangepast bij overgang van kleuter naar lager onderwijs. Aangezien Buitengewoon Onderwijs niet bestaat op het niveau hoger onderwijs gebeurt de oriëntering van de GOn-leerlingen op niveau hoger onderwijs, buiten de universiteit, naar het Buitengewoon Secundair Onderwijs. Concreet betekent dit dat de niveauwijziging van Lager Onderwijs naar Secundair Onderwijs OV4 T4 bij GOn-leerlingen van BuSO Sint-Gerardus dus steeds op het attest moet terug te vinden zijn. Het is gebruikelijk dat het CLB daarbij een kort motiveringsverslag opmaakt (ter aanvulling bij het inschrijvingsverslag), waarin verwezen wordt naar deze niveauwijziging en verantwoord wordt waarom GON aangewezen blijft op het niveau van het secundair onderwijs.
3.2 Inschrijvingsverslag 3.2.1. Inhoud van het inschrijvingsverslag Aansluitend bij het GOn-attest voor Buitengewoon Onderwijs hoort een inschrijvingsverslag of “protocol”. Hierin wordt een algemeen beeld van de leerling geschetst (onderverdeeld in de vier grote delen, met name: sociaal, medisch, psychologisch, pedagogisch) en dient te worden verwezen naar de noodzaak van GOn-begeleiding. Het inschrijvingsverslag bundelt (alle) relevante documenten waardoor de oriëntering van de leerling naar Type 4 OV4 gemotiveerd en verantwoord wordt. Het inschrijvingsverslag bevat documenten zoals testresultaten, medische verslagen, verslagen van klassenraden, observatiedocumenten .... In het inschrijvingsverslag wordt de ernst van de handicap beschreven (zie verder). Er wordt tevens vermeld wat de aard van de integratie zal zijn: - In functie van de duur:
Permanente integratie: ten laatste vanaf 30 september tot 30 juni
Tijdelijke integratie: korter dan de periode van 30 september tot 30 juni
- In functie van het volume lessen of activiteiten van het gewoon onderwijs:
Volledige integratie: alle lessen of activiteiten gedurende de hele week
Gedeeltelijke integratie: minstens twee halve dagen per week
De GOn-begeleiding wordt telkens voor een volledig schooljaar aangevraagd, dit wil zeggen van 1 september tot 30 juni (uitzonderlijk van 1 oktober tot 30 juni). Voor een aanvraag die start op 1 september (uitzonderlijk op 1 oktober) dient de aard van integratie altijd “permanent - volledig” te zijn. 3.2.2. Bepaling van de ernst van de handicap Aan de hand van de informatie uit de medische verslagen wordt door het CLB-team bepaald in het inschrijvingsverslag of de leerling een matige of ernstige handicap heeft. - Ernstige handicap: recht op GOn-begeleiding gedurende de volledige onderwijsloopbaan. Ernstige fysieke handicap = een handicap ten gevolge van een neuro-motorische stoornis sinds de geboorte, na ziekte of na ongeval (o.a. hersenverlamming, post traumatisch letsel); syndromen of ziektes die een beenderige, musculaire of gewricht- aandoening veroorzaken (o.a. arthrogryposis multiplex congenita, ernstige kinderreuma); spierziekte; spina-bifida, in zoverre die handicap een zeer ernstige beperking qua schrijf- en spraakmotorisch functioneren met zich meebrengt. - Matige handicap: recht op GOn-begeleiding gedurende de volledige kleuterloopbaan, 2 jaar lager onderwijs en 2 jaar secundair onderwijs. Matige handicap = omschreven als 'een handicap lichter dan een ernstige'.
Indien het CLB de leerling attesteert als zijnde een leerling met een “ernstige motorische handicap”, moet dit, samen met een duidelijke motivering, terug te vinden zijn in het inschrijvingsverslag. De omschrijving “ernstige motorische handicap” moet tevens letterlijk vermeld worden in het besluit van het inschrijvingsverslag. Dit zal door de verificatie jaarlijks vastgesteld worden in de dienstverlenende school Sint-Gerardus. Daarnaast is het wenselijk dat bij een ernstige motorische handicap ook de medische verslagen aanwezig zijn in het GOn-dossier, waaruit de ernst van de handicap duidelijk blijkt en waarop het CLB-team zich baseert in haar verslaggeving.
3.2.3. Attestwijziging naar “ernstige handicap”
Het kan natuurlijk zo zijn dat het CLB van de gastschool een leerling aanvankelijk inschat als zijnde “matig” gehandicapt, maar dat de zorgvraag van de leerling zodanig ernstig blijkt, dat er na twee jaar GOn-begeleiding nog steeds nood en vraag is naar verderzetting van de GOn-begeleiding.
Om de GOn-begeleiding dan te kunnen laten continueren, is het noodzakelijk dat het CLB een attestwijziging doorvoert voor deze leerling. De noodzaak van al dan niet een attestwijziging door te voeren, is een onderwerp dat eerst uitvoerig wordt besproken op de eindevaluatie en in het bijzijn van alle betrokken partijen.
Concreet houdt dit in dat het CLB een aanvullend verslag opmaakt bij het inschrijvingsverslag, waarin wordt gemotiveerd om welke redenen er overgegaan wordt tot attestwijziging naar „ernstig‟. Deze
attestwijziging dient ook steeds medisch gefundeerd te zijn. Het CLB verwijst de leerling door naar een medisch specialist, die objectief oordeelt of er sprake is van een ernstige beperking in het motorisch functioneren.
De aanpassing van het attest moet doorgevoerd worden voor de aanvang van het nieuwe schooljaar, dus nog vooraleer er sprake is van verdere GOn-begeleiding. Indien niet, kan de begeleiding niet verder gezet worden.
4. Documenten op te maken door de dienstverlenende school
4.1 Het integratieplan Dit plan vermeldt duidelijk de additionele hulp die vanuit het Buitengewoon Onderwijs aan de leerling geboden wordt. Concrete doelstellingen worden hierin weergegeven alsook frequentie en duur van de GOnbegeleiding. Dit integratieplan is het basisdocument van de concrete GOn-werking en wordt jaarlijks besproken op een verplichte eindevaluatie. De eindevaluatie gaat steeds door in de dienstverlenende school Sint-Gerardus. Alle betrokken partijen zijn dan aanwezig om de doelstellingen te evalueren en het nieuwe integratieplan op te stellen en te ondertekenen (het dienstverlenend CLB is enkel aanwezig op aanvraag). Elke ondertekenende partij ontvangt eind september via de GOn-begeleider een exemplaar van het integratieplan (ouders, school, CLB gastschool). Een nieuw integratieplan moet worden opgemaakt bij wijzigingen van: de aard van de integratie, de aard van de handicap, de samenstelling van het integratieteam of bij elke wijziging van het onderwijsniveau
(KO, LO, SO), het beroepenveld, de studierichting, de afdeling of de opties. Het dossier van de betreffende leerling in de gastschool is in orde als dit een integratieplan en een uurrooster van de GOn-begeleider bevat. De integratieplannen worden opgemaakt volgens de voorgeschreven documenten voor alle GOn-leerlingen Secundair Onderwijs en moeten worden opgemaakt voor 30 september. 4.2 Eindevaluatie De verplichte eindevaluatie vindt plaats in de dienstverlenende school Sint-Gerardus in de maanden mei en juni. De GOn-begeleider neemt hier het initiatief om alle betrokken partijen op de hoogte te brengen van deze bespreking en maakt ook een eindevaluatie verslag.
Bedoeling van deze eindevaluatie:
- Evaluatie van het voorbije schooljaar door het integratieteam: de ouders, de directeur van de gewone school en/of een afgevaardigde van het schoolteam, de directeur en/of zijn afgevaardigde van het CLB van de gewone school, de directeur en/of GOn-coördinator van de dienstverlenende school en de GOn-begeleider zelf van de dienstverlenende school, eventueel aangevuld met specialisten die door één van de partijen worden uitgenodigd.
- Informatie doorgeven en zorgen voor continuïteit van de begeleiding.
- Bijsturing van de gegevens op integratieplan en attest; bijsturing van de doelen door de GOn-begeleider, leerkracht, ouders; attestverlenging of attestwijziging
- Indien verlenging: opmaken van een nieuw integratieplan voor het komende schooljaar, het CLB van de gastschool past de nodige documenten aan (zie boven).
4.3 Tussentijdse evaluatie Een tussentijdse evaluatie wordt ingericht op vraag van één van de betrokken partijen. Afhankelijk van
het probleem worden de ouders, de leerkracht en de GOn-begeleider eventueel samen met de CLBbegeleider, directies en GOn-coördinator uitgenodigd.
De bedoeling van deze tussentijdse bespreking kan zijn:
- Evaluatie van het integratieplan en eventuele bijsturing.
- Afstemmen, eventueel bijsturen, van de verwachtingen.
- Inschatten of GOn-begeleiding voor het volgende schooljaar al dan niet nog nodig is en of er andere initiatieven dienen genomen.
- Nagaan of er nood is voor aanpassingen en/of hulpmiddelen.
- Beëindiging van de GOn-begeleiding. Al de partijen dienen aanwezig te zijn en de beëindiging te ondertekenen.
5. Informatie
5.1 Informatie omtrent de wettelijke regeling GOn (Katholiek Onderwijs)
Vlaams Verbond Katholiek Buitengewoon Onderwijs (VVKBuO):
-De heer LODE DE GEYTERPedagogisch adviseur-netcoördinator GOn/ION-VVKBuO Adviseur wetgeving BuO
Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Tel.: 02 507 06 27 Fax: 02 507 06 08 Email:
[email protected]
-De heer KRISTOFF DHONTPedagogisch begeleider GOn/ION Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Tel.: 02 507 08 13 Fax: 02 507 06 08
[email protected]
Literatuur (brochure): VVKBuO. Geïntegreerd onderwijs – vademecum (58 pp.). Te bestellen bij VVKBuO.
5.2 Informatie over hulpverleningsmogelijkheden dienstencentrum
-Sint-Gerardus-
-Directie BuSO Sint-Gerardus-
Mevrouw Annie CAMS 011 350 140
[email protected]
& -GON-coördinatorMevrouw Tine WASTIELS 011 350 155 0497 12 86 13
[email protected]
&
-GON-teamMevrouw Rina BROUX 011 33 19 56
[email protected]
Mevrouw Karoline DE L‟ARBRE 013 55 10 05
[email protected]
Mevrouw Tatiana GAMIZ SERNA 0496 47 76 33
[email protected]
Mevrouw Kristien HAENEN
0473 37 04 23
[email protected]
Mevrouw Vanessa POPOVIC 0495 67 27 22
[email protected]
Mevrouw Marijke SCHREURS 0474 25 75 04
[email protected]
Mevrouw Nathalie VANMECHELEN 0497 53 28 10
[email protected]
Mevrouw Nadine TITS 0496 42 25 04
[email protected]
Mevrouw Stephanie VANHEUSDEN 0477 66 64 78
[email protected]
-Vrij CLB Regio Hasselt (CLB Sint-Gerardus)-
De Heer Oswald KEULERS 011 37 94 90
[email protected]
-Aanvraagformulier GOn-begeleiding-
(invulformulieren in WORD-formaat, klik hier!)
Bijlage 1: Identificatiegegevens (Vertrouwelijk formulier in te vullen door het CLB van het gewoon onderwijs (waar de jongere momenteel school loopt). Aanvraag volledig ingevuld indienen voor 1 mei op volgend adres:
BuSO Sint-Gerardus Nieuwstraat 68 3590 Diepenbeek Tel.: 011/350 140 Fax: 011/350 141 E-mail:
[email protected] T.a.v. mevrouw Annie Cams (directie) Schooljaar waarin men GOn-begeleiding wenst op te starten: Schooljaar 200…. - 200….
Identificatiegegevens over de leerling: Naam:………………………………………………Voornaam:…………………………………M / V………… Nationaliteit:.………………………………………………………………………………………………………. Rijksregisternummer: ……………………………………………………………………………………………. Geboortedatum:…………………………………...Plaats:……………………………………………………… Naam vader: ……………………………………………………………………………………………………… Beroep vader:……………………………………………………………………………………………………... Naam moeder: ……………………………………………………………………..………............................... Beroep moeder:……………………………………………………..………................................................... Adres (domicilie):……………………………………………………………………………………………..….. Telefoon:………………… GSM:………………………… …………………………
Bij:………………………………………………………………………… Bij:………………………………………………………………………… Bij:.………………………………………………………………………….
Fax nr. :……………………………………………………………………………………………………………. E-mailadres :………………………………………………………………………………………………………
Indien ouders gescheiden: Adres niet inwonende ouder: …………………………………………………………………………………… Telefoonnummer: ………………………………………………………………………………………………
Identificatiegegevens over de school voor gewoon onderwijs: Naam school:………….………………………………………………………………………………………….. Naam directie:…………………………………………………………………………………………………..... Naam contactpersoon: ………………………………………………………………………………………….. Adres:……………………………………………………………………………………………………………… Tel.nr:……………………………………………………………………………………………………………… Fax nr. :……………………………………………………………………………………………………………. E-Mailadres :……………………………………………………………………………………………………… Instellingsnummer :………………………………………………………………………………………………
Gegevens huidige studierichting (schooljaar …/…): Opleidingsvorm:…..…….Graad:……………….Leerjaar:………….Studiekeuze:………………………….. De leerling is dit jaar:
Geslaagd (A-attest) / Niet geslaagd
Studierichting volgend schooljaar (schooljaar …/…): Opleidingsvorm:…..…….Graad:……………….Leerjaar:………….Studiekeuze:…………………………..
Verandert de leerling van school volgend schooljaar?
Ja / neen
Naam nieuwe school:………….……………………………………………………………………………….. Naam directie:…………………………………………………………………………………………………..... Naam contactpersoon: ………………………………………………………………………………………….. Adres:……………………………………………………………………………………………………………… Tel.nr:……………………………………………………………………………………………………………… Fax nr. :……………………………………………………………………………………………………………. E-Mailadres :……………………………………………………………………………………………………… Instellingsnummer :………………………………………………………………………………………………..
Identificatiegegevens over het gast CLB: Naam CLB:………….…………...…………………………………………………………………………….. Naam directie:…………………………………………………………………………………………….... Naam contactpersoon ivm dit dossier:……………………………………………………………
Adres:……………………………………………………………………………………………………………… Tel.nr:……………………………………………… …………………………………………………………...… Fax nr. :……………………………………………………………………………………………………………. .E-Mailadres :………………………………………………………………………………………………….
Bij schoolverandering : verandert de leerling ook van CLB ? Indien ja, vul in: Naam nieuwe CLB:……….…...…………………………………………………………………………… Naam directie:……………………………………………………………………………………………… Naam contactpersoon ivm dit dossier:…………………………………………………………. Adres:…………………………………………………………………………………………………………… Tel.nr:……………………………………………… ………………………………………………………….. Fax nr. :………………………………………………………………………………………………………… E-Mailadres :……………………………………… ……………………………………………………….
Bijlage 2 : Medische gegevens (In te vullen door CLB-medewerker in samenspraak met ouders op basis van een medisch dossier.)
1) Welke diagnose werd gesteld?
2) Wanneer werd de diagnose gesteld en door wie?
3) Heeft de leerling nood aan hulpmiddelen ter ondersteuning van de motoriek? ( Rolwagen, looprek, buggy, beugels…) Indien ja, welke?
4) Is de leerling in behandeling bij een kinderarts en/of revalidatiearts? Indien ja, gelieve naam en tel.nr. van de behandelende arts te noteren.
5)Volgt de leerling therapie? ( Kiné- logo) Indien ja, gelieve naam en tel.nr. van de behandelende therapeut te noteren.
6) Heeft het gezin contact met de Dienst Thuisbegeleiding? Indien ja, gelieve naam en tel.nr. van de thuisbegeleidster te noteren.
7) Zijn er andere partijen betrokken? (CST, COS, KPC, CGG…)
Bijlage 3: Psycho-pedagogische gegevens: (In te vullen door de CLB-medewerker en/of thuisbegeleidingsdienst in samenspraak met ouders en gastschool.)
1) Geef een beschrijving van de huidige gezinssituatie:
2) Schets een beknopt verloop van de ontwikkeling van de leerling. ( Baby-peuter-kleuterlagere school…)
3) Schets een beknopt schools verloop:
4) Geef een overzicht van de intelligentie/ leerbaarheid van de leerling. (recente IQ bepaling.)
5) Waar situeren problemen zich en licht beknopt toe: ( Aanduiden wat van toepassing is.) - Fijn motorisch vlak:
- Grof-motorisch vlak:
- Ruimtelijk-inzichtelijk vlak:
- Senso-motorisch vlak:
- Psycho-motoriek:
- Psycho-sociaal:
- Schoolse vaardigheden:
- Aanpassingen en hulpmiddelen:
- Andere:
6) Van waaruit groeide de behoefte om GOn- begeleiding vanuit type 4 aan te vragen?
Wat zijn voor U de belangrijkste zorgvragen?
-"Deze informatie is vertrouwelijk."
-Onderstaande documenten volledig ingevuld E-mailen.
ID-leerling
ID-school
ID-gastCLB
MED./PSY./PED.-info
Gelieve ook een kopie van verslagen (medische verslagen, verslagen van thuishulp/CLB/behandelende therapeuten…) mee te sturen in bijlage.
Bijlage 4 : Tekst voor leerkrachten in het secundair onderwijs Een kind met een motorische handicap in mijn klas… wat nu?
1. Geïntegreerd Onderwijs vanuit type 4 Leerlingen met een motorische handicap die in het Gewoon Onderwijs verblijven, hebben recht op GOnbegeleiding. Een aanvraag tot GOn-begeleiding wordt altijd en enkel door het begeleidende CLB gedaan. Het is dus een noodzaak eerst op zoek te gaan naar een school voor Gewoon Onderwijs die openstaat voor het begeleiden van een motorisch beperkte leerling. Vervolgens neemt men contact op met het begeleidende CLB van deze school zodat de aanvraagprocedure kan worden opgestart. In het Lager en Secundair Onderwijs wordt er een onderscheid gemaakt tussen een matige en ernstige motorische handicap: - Indien matig: recht op 2 jaar GOn-begeleiding in het lager onderwijs en 2 jaar in het secundair onderwijs.
- Indien ernstig: recht op GOn-begeleiding gedurende de volledige onderwijsloopbaan. 2. Inhoud van de GOn-begeleiding De geboden hulp kan zowel onderwijskundig als paramedisch (logo, ergo) zijn. GOn staat voor Geïntegreerd Onderwijs, daarom kiest Sint-Gerardus ervoor geen kinésisten in te schakelen voor de GOnbegeleiding. Kinésitherapeutische hulp kunnen ouders naar vrije keuze buiten de schooluren inschakelen. De geboden hulp concentreert zich op de ondersteuning van de schoolse vaardigheden (fijn motorisch, ruimtelijk, auditieve en visuele vaardigheden, inschakelen van en op zoek gaan naar hulpmiddelen, enz). De geboden hulp staat steeds in functie van het optimaliseren van de onderwijsleersituatie en maximaal tegemoetkomen aan de handicapgebonden problemen. De GOn-hulp kan zich richten tot de verschillende betrokkenen. Afhankelijk van de hulpvraag en de probleemstelling wordt hulp geboden aan en samengewerkt met de leerling, de leerkracht, de ouders en indien nodig het omkaderende team. 3. Leerlinggerichte hulp De GOn-begeleider speelt in op de specifieke zorgvragen van de leerling en heeft daarnaast ook aandacht voor sociaal-emotionele aspecten (integratie binnen de klasgroep, de klasgroep “informeren” over de problematiek). De leerlinggerichte hulp situeert zich op drie vlakken: Onderwijskundig/cognitief vlak:
De leerling systematisch en geordend leren denken en werken.
Opvolgen van het leerproces van de leerling.
De leerling een efficiënte studiemethode bijbrengen.
Werken rond ruimtelijk inzicht, oriëntatie en structuratie.
Leerstoflacunes die ontstaan ten gevolge van een trager werktempo opvangen.
Motorisch vlak:
Opvolging van fijne en grove motoriek (bijvoorbeeld schrijfmotorische oefeningen geven om het handschrift te verbeteren).
Aandacht voor lichaamshouding, lichaamsschema en lateralisatie.
De leerling leren werken met aangepast materiaal als een aangepaste schaar, rolwagen, driewieler, orthodidactische hulpmiddelen.
Verhogen van de zelfredzaamheid van de leerling.
Socio-emotioneel vlak:
Verwerking en acceptatie van beperkingen
Sociale vaardigheden
Zelfvertrouwen en assertiviteit
Op het niveau van het secundair onderwijs wordt enkel met onderwijskundige begeleiders gewerkt. Voor specifieke noden richten deze zich tot externe specialisten (logo, kiné, ergo 4. Leerkrachtgerichte hulp De leerkracht wordt geïnformeerd en ondersteund in zijn/ haar pedagogisch-didactisch handelen. Dit soort hulp valt onder de collegiale consultatie. 5. Teamgerichte hulp (indien nodig) Het informeren van het ganse schoolteam. De leerling heeft immers te maken met verschillende leerkrachten en verschillende situaties (speeltijd, refter, …) 6. Gezinsgerichte hulp Ouders informeren en begeleiden in verband met het functioneren van hun kind binnen de klasgroep. Tips en aandachtspunten naar aanpassingen en leerstofverwerking vermelden. Toch een belangrijke opmerking in dit verband: er wordt een algemeen beeld geschetst, terwijl elke
jongere uniek is en zijn of haar specifieke zorgvragen heeft. Dit vindt zijn weerslag in het integratieplan. De begeleiding van de jongere met een motorische handicap is dus vanzelfsprekend een zaak van verschillende partijen. Deze partijen dienen goed op elkaar te zijn afgestemd. Een vlotte en doelgerichte samenwerking kan de betrokken leerling alleen maar ten goede komen.