Genesis 23 : 1 – 9 en Hebr. 11 : 11 – 16
RBK, 2 november 2014
Allerheiligen; herdenking van de overledenen. Tekst Genesis 23 : 19 Gemeente van onze Heer, Jezus Christus, 1. We hebben vanmorgen een stukje gelezen uit het verhaal waarin Abraham een graf koopt voor Sara, ‘zijn dode’, zoals ze steeds wordt aangeduid. Daarom las ik als tekst de afloop van het verhaal; het kwam rond. Na formele onderhandelingen, wat juridische contracttaal en een hoge rekening (ook toen al…) is er een graf voor Sara. Later lezen we nog dat ook Abraham daar begraven wordt en nog later hun kleinzoon Jakob. Het was de investering waard: er is een familiegraf. Ik heb dit verhaal niet gekozen om het eens te hebben over alles wat er allemaal bij het regelen van een begrafenis komt kijken, laat staan over de hoogte van de rekeningen. Velen van u hebben dat in het afgelopen jaar van dichtbij meegemaakt heeft weten daar alles van. Wat moet je aan veel dingen tegelijk denken en wat moeten er veel beslissingen genomen worden in korte tijd. En wat is het belangrijk om in zo’n situatie mensen te hebben die de nabestaanden met raad en daad terzijde kunnen staan zodat je achteraf op een goed afscheid terug kunt kijken. 2. Dat was de reden om dit Bijbelverhaal over Abraham en zijn overleden Sara te lezen. Een heel hoofdstuk over hoe Abraham afscheid naam van ‘zijn dode. Eerst rouwde hij en beleefde zijn verdriet, toen stond hij op en ging de begrafenis regelen. Er zitten allerlei elementen in het verhaal die wij herkennen; Ja, zo gaat dat als er een geliefde gestorven is… Abraham denkt na over zijn leven met Sara. Hij zoekt naar wat hun leven samen ten diepste heeft gekenmerkt en zegt tegen de Hetieten, de inwoners van het land Kanaän toen; ik ben als een vreemdeling bij u komen wonen. Sara en ik zijn nieuwkomers geweest en gebleven. Dat heeft ons leven getekend. En dan zeggen de Hetieten: Maar luister meneer, wij beschouwen u als een vorst die door God zelf begunstigd wordt. Dat is zo’n gesprek over hoe de omgeving het leven met de overledenen beleefd heeft, over hoe zij de overledenen hebben gezien in haar familie en vriendenkring en hoe mensen zichzelf zien in de relatie tot de overledene.
1
Welke gedachten en beelden wil je vasthouden als je terugdenkt aan het leven dat nu afgerond is; de mooie en de minder mooie herinneringen? Lief en leed passeren de revue. 3. Een ander element is de zorgvuldigheid waarmee het graf voor Sara gekocht wordt. Abraham had blijkbaar de plek al gekozen. Hij heeft een grot op het oog met een stuk land ervoor en bomen eromheen. Hij weet wie de eigenaar is en hij weet hoe je zo iemand correct benadert met de vraag of de eigenaar die mooie locatie wel af wil staan. Ik raak er vaak van onder de indruk hoe belangrijk al deze dingen zijn: Een goede en zorgvuldige voorbereiding van het afscheid, de bijeenkomst in een kleine kring of de kerkdienst waar ‘goed’ gesproken wordt, met betekenis en ‘raak’. Of de organisatie in goede handen is, de plek van het graf of voor de urn met de as… Aandacht, rust, ritueel, een mooie plek om naartoe te kunnen en je gedachten te laten gaan, de verbondenheid met de overledene te beleven, over jezelf en het leven na te denken, te bidden, te mediteren, God in je gedachten en je hart toe te laten, stil te worden. En dan opstaan en weer verder gaan. 4. U merkt dat ik aandacht vraag voor de ‘gewone’ dingen in het verhaal. Dat doe ik met opzet omdat ik denk dat daar het zwaartepunt van het verhaal ligt. Dat verhaal is waarschijnlijk een tussenvoeging. Ingevoegd tussen de mededeling dat Sara op die en die leeftijd gestorven is en dat ze bij Machpela begraven is. Daar krijgen we uitvoerig verslag ov er hoe Abraham aan dat graf bij Machpela kwam. Er zijn uitleggers die vooral de nadruk leggen op het feit dat Abraham aan het eind van het leven van Sara nog geen stukje land in Kanaän in bezit heeft. God had hem wel beloofd dat Hij dit land aan Abraham en zijn nakomelingen in bezit zou geven, maar het eerste stukje eigendom, een graf nota bene, moet Abraham zelf voor een hoge prijs kopen… Geen wonder dat hij zichzelf een vreemdeling en een nieuwkomer blijft noemen! Het is niet gelukt om vaste voet in het beloofde land te krijgen. Maar dan eindelijk is er toch een begin, zij het met een begraafplaats. En die plek zou dan de belofte zijn van de rest van het land: het zou er op den duur toch van komen; zijn nakomelingen zouden de bewoners van het land worden. 5. Ik lees behalve het verhaal over de aankoop van een stuk grond ook een verhaal over de zorgvuldigheid rond de begrafenis van Sara. Die zorgvuldigheid is ook een belangrijke laag. Juist de aandacht voor de ‘gewone’ dingen vestigt er de aandacht op dat het niet zo gewoon is.
2
Het stuk over dat gesprek met de Hetieten en de onderhandelingen over de prijs etc. is vermoedelijk in de tijd dat het volk Israël in ballingschap was, in Babel, aan het overlijdensbericht van Sara toegevoegd. Daar waren de nakomelingen van Abraham en Sara weer vreemdelingen, buitenlanders, politieke probleemgevallen. Niet thuis, niets vertrouwd, niets gewoon. Kinderen die geboren worden niet in kunnen laten schrijven bij je eigen burgerlijke stand, je doden moeten begraven in vreemde grond, ver van waar je etnisch en religieus thuis bent. 6. Dan beginnen we het schrijnende te voelen van wat er van de zomer gebeurd is toen het vliegtuig van de MH-17 werd neergeschoten. We hebben de kisten zien aankomen op vliegveld Eindhoven. Indrukwekkende beelden, maar wel grotendeels lege kisten. Het leek gewoon, maar het was zo nadrukkelijk niet gewoon. Wat schrijnde daar de wereld waarin oorlog, ongecontroleerde wapenhandel, ongecontroleerd wapenbezit en ongecontroleerd wapengebruik zo nadrukkelijk aanwezig is. En wat schrijnt de wereld die wordt opgeroepen in die advertentie die van de week in een aantal dagbladen in Nederland werd geplaatst: Met ontzetting en schaamte rouwen wij om de mensen verdronken in de Middellandse zee op weg naar Europa gestorven aan de hoop. Daarboven de tekst uit Jesaja 49:16 ‘Jouw naam blijft geschreven in de palm van Mijn handen, onuitwisbaar…’ En daaronder een oproep om een gedenkdienst bij te wonen voor hen die omkwamen aan de buitengrenzen van Europa. Die dienst is vanmiddag om 16.00 uur in Amsterdam. En als achtergrond van die advertentie waren er de verhalen over de operatie Mare Nostrum – Onze Zee (!) – van voornamelijk Italiaanse schepen die de afgelopen jaren rond de 150.000 bootvluchtelingen hebben opgepikt en hun leven hebben gered. De operatie Mare Nostrum gaat stoppen. En het ergste wordt gevreesd voor de levens van mensen die, al of niet via de misdadige handen van mensensmokkelaars, aan de oversteek naar Europa beginnen. Wat een schrijnend verschil tussen die verhalen en het verhaal over de begrafenis van Sara. En wat een verschil met de begrafenis van de overledenen die wij vandaag in onze kerk gedenken. 7. Daar wordt het verdriet om onze overledenen en het gemis natuurlijk niet minder van. Maar het verlangen groeit er wel door.
3
Het verlangen naar een wereld waarin mensen in alle waardigheid kunnen worden begraven. Zoals Sara door haar Abraham. Het verlangen naar een wereld waarin het leven van families niet getekend zal zijn door de gevolgen van geweld en hopeloosheid, vluchten en uitbuiten, mishandelen en vernederen. Waar kinderen welkom zijn en kansen krijgen op een waardig bestaan. Waar we met aandacht kunnen rouwen om ‘onze doden’, waardig afscheid van hen kunnen nemen, hen ‘mooi’ kunnen begraven of cremeren en hen dankbaar kunnen gedenken op een manier die bij ons past. 8. De dankbaarheid voor een mooie begraafplaats zoals bij onze Groene Kerk of welke plek mensen ook kiezen, voor een waardig afscheid en een herdenking als vandaag, met het stille licht van een kaarsje en mooie muziek… Het neemt het gemis niet weg, maar het mag ons wel helpen om op te staan en verder te gaan. Omdat het ook het verlangen wakker roept en wakker houdt naar de nieuwe wereld van God. In Hebreeën heet die stad de stad met fundamenten waarvan God zelf de architect is. En in de zaligsprekingen gaat het over de mensen die in die wereld zullen leven: wie verdriet hebben zullen getroost worden, wie zachtmoedig zijn zullen overleven, wie barmhartig is zal zien dat het niet voor niets is. Gerechtigheid en vrede tekenen dat land van de belofte. 8. En ja, van die nieuwe wereld van God is een graf het begin. Het graf van Abraham en Sara was het teken van het verlangen naar zorgvuldigheid en waardigheid voor alle leven, ook als het voorbij is. Het graf van Jezus is in het christelijk geloof het teken van de overtuiging dat dat verlangen niet tevergeefs is. Het is gegrond verlangen. Want het graf van Jezus staat open, het is weer leeg. Hij leeft en daarom mag er geleefd worden. Hij zegt, in zijn woord, bij de maaltijd straks: Hier, neem en eet, brood voor onderweg, ik zelf ga met jullie mee. Hier, neem en drink, wijn als nieuw levensbloed, laat de vreugde over het leven door je heen stromen. Ik leef en jullie mogen leven, door de crisis heen. Nu en tot in eeuwigheid. Amen.
4
Gedicht bij begin van de gedachtenis. Als alles duister is en pijn doet Vanwege afscheid, toen en nu, Ontsteken we een licht. Omdat we geen licht zien in verdriet Maar wel naar licht verlangen Ontsteken we dit licht. Omdat verdriet ons zwaar valt En er dagen donker zijn als nacht Ontsteken we dit licht. Vanwege mensen die bij ons staan En verdriet helpen dragen Ontsteken we dit licht. Om te genezen van wonden van de duisternis Ontsteken we dit licht Omdat we niet vergeten maar gedenken Het licht dat in jouw leven was Ontsteken we dit licht. Omdat we geloven dat alle leven Komt uit en blijft in Gods licht Ontsteken we dit licht. Bewerking van een gedicht dat Maureen van den Brink stuurde.
5